Ter gelegenheid van de Algemene Vergadering van 19 juni 2013 Jaarverslag

Ter gelegenheid van de Algemene Vergadering van 19 juni 2013 Jaarverslag A C E A 2012

4 8 12 16 PERSONENWAGENS BEDRIJFSVOERTUIGEN MOTO S MOBILITEIT 20 24 28 30 FISCALITEIT VERKEERSVEILIGHEID TECHNIEK SALON 34 36 38 40 DATA SERVICES AUTOMOTIVE SUPPLIERS COMMUNICATIE HUIS VAN DE AUTOMOBIEL Foto blz. 13: Fernando Cortes / Shutterstock.com Foto blz. 27: Vira Mylyan-Monastyrska / Shutterstock.com

18 Woord van de voorzitter Beste lezer, MILIEU 32 IMAGO EN OPLEIDING Kort voor de publicatie van dit jaarverslag 2012-2013 werden de resultaten bekend van de tevredenheidsanalyse over FEBIAC die bij onze leden werd uitgevoerd. Die analyses zijn een terugkerend gebruik bij onze federatie en wij nemen de indicaties, commentaren en suggesties ter harte bij het uitschrijven van onze actieplannen en in onze werking en operationele structuur. Onze federatie mag er zich over verheugen om eenzelfde, hoge tevredenheidsscore te behalen als bij het vorige onderzoek een aantal jaar gelden. Het past dan ook om onze leden te danken voor hun appreciatie en om het hele FEBIAC-team te feliciteren met dit resultaat. Tegelijk is het ook erg opvallend om op te merken hoe het verwachtingsniveau van onze leden fors toegenomen is. Wij staan dus voor de uitdaging om meer te bieden aan een netwerk dat meer van ons verwacht. En die uitdaging gaan we aan! Het toegenomen verwachtingsniveau is in mijn ogen echter ook een signaal. In de nood kent men zijn vrienden, zegt het spreekwoord. En zo is het: onze bedrijven reken in steeds grotere mate op hun federatie omdat ze zelf ook de druk voelen toenemen. De aanhoudende economische dip, het gebrek aan vertrouwen in de munt, het wankele consumenten en ondernemersvertrouwen heeft repercussies voor onze sector. De autoindustrie in ons land gaat door zwaar weer; in de automarkt staan de prijzen onder druk als nooit tevoren; de truckmarkt blijft - mede door delocalisatie - krimpen, en ook de motormarkt is al jaren voorbij zijn piek. Ook dat zijn signalen die wij moeten oppikken en bespreken in onze contacten met de beleidsmakers in ons land en waar samen met hen adequate antwoorden moeten worden op geformuleerd. 1 VOORWOORD Tot slot staat onze federatie voor de uitdaging om haar activiteiten nog beter te communiceren. FEBIAC bekommert zich om een bijzonder breed spectrum aan aspecten en dossiers betreffende voertuigen, mobiliteit, fiscaliteit, milieu, verkeersveiligheid en nog zoveel meer. Maar ook inzake onderwijs en beroepskeuze in automobielrichtingen hebben wij de handschoen opgenomen. Het komt er nu op aan om dit alles nog beter en doeltreffender te communiceren. Het onderhavige jaarverslag biedt u alvast een eerste blik op de veelheid van dossiers waar het hele FEBIAC-team zich voor inzet om U als lid van onze federatie of als betrokken partij meerwaarde te bieden. Thierry van Kan

2012 JAARVERSLAG FEBIAC De federatie FEBIAC vzw, Federatie van de Belgische Auto- en Tweewielerindustrie, die werd opgericht in maart 1900, is één van de oudste beroepsfederaties van België. Zij vertegenwoordigt de constructeurs en invoerders van vervoermiddelen op de weg (personenwagens, bedrijfsvoertuigen, gemotoriseerde tweewielers en fietsen) en hun toeleveranciers in België. toeleveranciers van de autosector, maken deel uit van de diensten die de Federatie levert. FEBIAC speelt met andere woorden de rol van ontmoetingsplatform, van platform voor de oprichting van netwerken en opleidingen. België, de thuis van assembleurs en constructeurs van voertuigen 2 FEBIAC FEBIAC verdedigt de belangen van de sector en werkt proactief aan de vorming van een duurzaam ondernemersklimaat. Daartoe vertegenwoordigt FEBIAC het geheel van haar leden bij de verscheidene stakeholders (politiek, administraties, werkgeversorganisaties, media,...) in het maatschappelijke en politieke debat inzake verkeersveiligheid, milieuzorg, mobiliteit, economie en fiscaliteit. Zij draagt bij tot de promotie van de producten en diensten van haar leden door middel van marktgerichte activiteiten en evenementen en geeft haar leden advies op economisch, fiscaal, technisch, juridisch en reglementair vlak. Ook verzamelt, analyseert en verstrekt de Federatie gegevens over de automobiel- en tweewielermarkt en het wagenpark. In ons land worden jaarlijks meer dan een half miljoen auto s, bedrijfsvoertuigen, autobussen en autocars geassembleerd. De auto-industrie in het algemeen heeft dan ook een belangrijke invloed op de economie en de tewerkstelling. Toeleveranciers Meer dan 300 bedrijven werken in België als toeleverancier aan de automobielindustrie. FEBIAC houdt zich, in nauwe samenwerking met Agoria Automotive, bezig met het actief promoten van deze toeleveringsbedrijven, die verenigd zijn in de Automotive Suppliers Belgium (AS.be). FEBIAC op internationaal niveau Verdediging en actieve promotie van de sector FEBIAC, een belangrijk woordvoerder van de sectoren personenwagens, bedrijfsvoertuigen en gemotoriseerde tweewielers, is belast met de verdediging en de promotie van deze sectoren op regionaal, federaal en internationaal niveau, zowel bij officiële instanties als bij privé-instellingen. Het organiseren van de internationale salons Auto s en Motorfietsen (de pare jaren) en Bedrijfsvoertuigen, Vrijetijdsvoertuigen en Motorfietsen (de onpare jaren) van Brussel, evenals bepaalde specifieke initiatieven ten voordele van De automobielindustrie neemt meer en meer strategische beslissingen op internationaal niveau. FEBIAC treedt dan ook tevens op als gesprekspartner in verschillende nationale en internationale overlegorganen en is onder andere lid van de OICA (Organisation Internationale des Constructeurs Automobiles of internationale organisatie van autoconstructeurs), de ACEA (European Automobile Manufacturers Association of vereniging van Europese autoconstructeurs) en de ACEM (Association des Constructeurs Européens de Motocycles of vereniging van Europese motorfietsconstructeurs).

RAAD VAN BESTUUR FEBIAC* De heer Thierry van KAN ** Voorzitter Febiac vzw De heer Philippe MERTENS Schatbewaarder ** Bestuurder Beherman European nv De heer Jacky MOULIGNEAU Ondervoorzitter ** Voorzitter Salon Comité FEBIAC vzw De heer Pierre DENEUS Ondervoorzitter ** Managing Director Opel Belgium General Motors Belgium nv De heer Jacques P. BEHERMAN Afgevaardigd bestuurder Beherman Motors nv De heer Luc BONTEMPS ** Afgevaardigd bestuurder FEBIAC vzw De heer Raphael CLAES General Manager Benelux Continental Benelux bvba De heer Jean-François COTRO Algemeen directeur Peugeot Belgique-Luxembourg nv De heer Andreas CREMER * Secretaris-generaal Audi Brussels nv De heer Marc DE BAERDEMAEKER Managing Director Man Truck & Bus NV De heer Mark DE HAES ** CEO Mercedes-Benz Belgium Luxembourg nv De heer Jean-Pierre DEJACE Marketing Services Director Federal-Mogul Global Aftermarket EMEA bvba De heer Paul FLANAGAN * Managing Director Ford Motor Company (Belgium) nv De heer Philippe GUILLAUME Partner IBM Belgium nv De heer Peter HIMPE Managing Director Volvo Trucks Benelux De heer Thierry HUBERT CEO Fiat Group Automobiles Belgium nv De heer Philippe JACQUEMYNS Product Manager Volvo Trucks Belgium De heer Peter KRONSCHNABL * President & CEO BMW Belgium Luxembourg nv De heer Vicente LOUSTAU Algemeen directeur Citroën Belux nv De heer Wim MAES * ** Managing Director Volvo Cars Belgium De heer Bertrand MALLET * Chairman & CEO Toyota Belgium NV Baron Eddy MERCKX Bestuurder FEBIAC vzw De heer Philippe PORTAL ** President Korean Motor Cy nv CEO Alcadis De heer Jean-Paul RENAUX * ** Algemeen Directeur Renault België-Luxemburg nv De heer Marcel SEYS Bestuurder FEBIAC vzw De heer Marc VAN de BRUAENE District Manager Harley-Davidson Benelux bv De heer Pierre VIGONI ** Bestuurder Fesial nv Erevoorzitters: De heer Ingmar Jonkers Baron Jean-Albert Moorkens De heer Pierre Alain De Smedt 3 FEBIAC FEBIAC EXECUTIVE COMMITTEE Luc Bontemps Afgevaardigd bestuurder Pierre Lalmand Directeur-generaal Salons François-Xavier Dubois Secretaris-generaal Jean-Luc Malfait Directeur Data Services Joost Kaesemans Directeur Communicatie Michel Martens Directeur Studiediensten 2012 JAARVERSLAG * Zoals voorgedragen ter goedkeuring aan de Algemene vergadering van 19 juni 2013. ** Eveneens lid van het Directiecomité.

2012 JAARVERSLAG De markt van personenwagens 4 PERSONENWAGENS Het zat de wagenverkoop in 2012 niet mee: niet alleen waren 2010 en 2011 twee opeenvolgende recordjaren, maar bovendien waren er nog andere factoren die op de markt wogen. Eind 2011 kwam er een einde aan de federale premies voor auto s met een lage CO 2 uitstoot, terwijl de sector tegelijk geconfronteerd werd met een lange periode van onzekerheid over de nieuwe reglementering voor bedrijfswagens. En dat alles in een economische situatie die maar weinig enthousiasme kon opwekken. De eerste twee maanden van 2012 waren bijzonder zwak, met een daling van 16 à 17%. Een belangrijke rol daarin speelde het feit dat de federale korting op factuur voor auto s met een lage CO2-uitstoot vanaf 1 januari 2012 niet meer werd toegekend. Een deel van de inschrijvingen die voor 2012 verwacht werden, werd daarom vervroegd. Over heel 2012 kan het effect van die maatregel op ongeveer 20.000 wagens geraamd worden. De invoering van een nieuwe BIV (belasting op de inverkeerstelling) in Vlaanderen heeft de markt eveneens verstoord. Die maatregel, die oorspronkelijk op 1 januari van kracht zou gaan, werd vrij laat toegelicht en de inschrijving van bestelde en geleverde auto s waarvoor de nieuwe BIV gunstig was, werd uitgesteld om het nieuwe tarief te kunnen genieten. Die onzekerheid heeft ook heel wat consumenten ertoe aangezet om hun aankoop uit te stellen. In maart en april veerde de markt dankzij het saloneffect weer een beetje op en was de achteruitgang minder groot. Mei daarentegen sloot af met een daling van bijna 26%. Alleen in juli was de trend positief, met een groei van 5,2 %. De laatste maanden van het jaar vertoonden een duidelijke achteruitgang, met een diepterecord voor december 2012 (- 54,2% in vergelijking met december 2011, de laatste maand waarin de korting op factuur toegekend werd). Over 2012 werden er in totaal 486.737 wagens ingeschreven, 14,9% minder dan in 2011, zoals gezegd ook door de anticipatie van 20.000 inschrijvingen eind 2011.

5 PERSONENWAGENS 2012 JAARVERSLAG

DE MARKT VAN PERSONENWAGENS Inschrijvingen van nieuwe auto s Evolutie 1990-2012 6 In verband met de structuur van de markt kunnen we de volgende punten vermelden: PERSONENWAGENS Inschrijvingen per type van eigenaar 2012 % van het totaal 2011 % van het totaal Bedrijven, geen leasing 107.493 22,1% 104.192 18,2% Bedrijven, leasing 121.395 24,9% 120.168 21,0% TOTAAL bedrijven 228.888 47,0% 224.360 39,2% Zelfstandigen 19.089 3,9% 27.738 4,8% Particulieren 238.760 49,1% 320.113 55,9% Totaal 486.737 100,0% 572.211 100,0% Inschrijvingen per type van brandstof 2012 2012 % van het totaal 2011 2011 % van het totaal Benzine 145.640 29,92% 134.662 23,5% Diesel 335.519 68,93% 431.060 75,3% LPG 192 0,04% 153 0,03% Electrisch 562 0,12% 263 0,05% Aardgas (CNG) 75 0,02% 35 0,01% Hybride 4.749 0,98% 6.038 1,06% Totaal 486.737 100,00% 547.347 100,00%

7 We stellen vast dat het de bedrijven zijn geweest die in 2012 de markt opgekrikt hebben. Het aandeel van de bedrijven in het aantal inschrijvingen steeg van 39% tot 47%. het aantal nieuwe inschrijvingen voor 2012 teruggebracht tot 485.000 stuks. Een raming die tamelijk accuraat gebleken is en in de laatste rechte lijn van 2012 zelfs nog overschreden werd. PERSONENWAGENS Bij de verdeling volgens brandstof zien we dat dieselwagens terrein verloren hebben, hoofdzakelijk wegens het wegvallen van de korting op factuur. Daardoor is de consument de aankoop van (kleinere) goedkopere benzinewagens gaan overwegen, veeleer dan een dieselauto. Het einde van de kortingen leidde ook tot een daling van het aantal hybride auto s, die sterk van die maatregel profiteerden. Vooruitzichten voor 2013 Voor 2013 verwacht men een stabilisering van het aantal inschrijvingen in het segment van de nieuwe auto s. De eerste ramingen situeren zich op het niveau van het cijfer over 2012, namelijk een eindresultaat in de buurt van 485.000 eenheden. Na de eerste vier maanden wordt die raming bevestigd. De markt geeft echter wel een herneming van de inschrijvingen door particulieren te zien. Op basis van die verschillende trends had FEBIAC al vroeg in de loop van het jaar zijn raming van 2012 JAARVERSLAG

2012 JAARVERSLAG De markt van de bedrijfsvoertuigen 8 BEDRIJFSVOERTUIGEN Na een herleving in 2011 kende de Belgische markt voor bedrijfsvoertuigen opnieuw een achteruitgang. De trekkers gingen het sterkst achteruit, met bijna 20%. Die cijfers weerspiegelen ongetwijfeld het sombere economische klimaat, hoewel er ook andere factoren die dalende trend beïnvloeden. Ondanks een Salon dat alle merken in alle segmenten als positief ervaren hebben - de vakbeurs Truck & Transport was een echt succes -, lijken de eerste cijfers van 2013 niet echt op een herleving te wijzen. Wat zal het worden? We analyseren hier enkele pistes om een beter zicht op de situatie te krijgen. Basiscijfers Zware bedrijfsvoertuigen Na een herleving in 2011 kende de markt voor zware bedrijfsvoertuigen, en meer bepaald het marktsegment van voertuigen van meer dan 16 ton opnieuw een daling. Doordat de transportactiviteiten afnemen als gevolg van de huidige economische situatie, en de brandstofprijzen hoog blijven (die de vervoersbedrijven moeilijk kunnen doorrekenen), wordt de winstgevendheid van de vervoerders ondermijnd zodat die op hun beurt investeringen gaan uitstellen. <3,5t % 3,5-16 t % > 16 t % TR % Totaal > 3,5 t % 2002 46.067-2.783-2.319-4.649-9.751-2003 49.351 7,1% 2.267-18,5% 2.412 4,0% 4.818 3,6% 9.497-2,6% 2004 56.601 14,7% 2.330 2,8% 2.540 5,3% 5.200 7,9% 10.070 6,0% 2005 59.593 5,3% 2.754 18,2% 3.122 22,9% 5.944 14,3% 11.820 17,4% 2006 57.917-2,8% 2.596-5,7% 3.069-1,7% 4.731-20,4% 10.396-12,0% 2007 65.392 12,9% 2.838 9,3% 3.108 1,3% 6.232 31,7% 12.178 17,1% 2008 64.639-1,2% 2.472-12,9% 3.303 6,3% 6.331 1,6% 12.106-0,6% 2009 51.250-20,7% 2.614 5,7% 2.934-11,2% 3.268-48,4% 8.816-27,2% 2010 52.509 2,5% 2.050-21,6% 2.191-25,3% 3.407 4,3% 7.648-13,2% 2011 61.428 17,0% 1.958-4,5% 2.559 16,8% 5.355 57,2% 9.872 29,1% 2012 54.607-11,1% 1.715-12,4% 2.435-4,8% 4.326-19,2% 8.476-14,1%

9 BEDRIJFSVOERTUIGEN 2012 JAARVERSLAG

DE MARKT VAN DE BEDRIJFSVOERTUIGEN 10 BEDRIJFSVOERTUIGEN Bovendien worden heel wat transportondernemingen geconfronteerd met laattijdige betalingen en hebben ze het moeilijk om de vaste kosten te dekken. Gevreesd wordt dat de huidige prijzenoorlog tot een daling van het aantal transportbedrijven zal leiden. De economische vooruitzichten voor 2013 blijven somber: de groei van het BNP wordt op 0,2% geraamd (Planbureau), de consumptie door de particulieren zou maar 0,3% toenemen terwijl de vorming van het vaste bedrijfskapitaal met 0,3% zou afnemen. In overeenstemming daarmee was er over de drie eerste maanden van 2013 opnieuw een belangrijke daling van het aantal inschrijvingen van vrachtwagens van meer dan 16 ton: -29,2% in vergelijking met dezelfde periode van 2012. Bij de vrachtwagens bedroeg die daling 31,6% en bij de trekkers 27,8%. Op de meeste grote Europese markten stelde men eveneens een achteruitgang vast, hoewel die iets minder sterk was. Een van de weinige factoren die de markt tijdens dit jaar kan ondersteunen, is de invoering van de EURO-norm VI (verplicht voor elke nieuwe inschrijving vanaf 1 januari 2014). We herinneren eraan dat dit een nieuwe stap is in het terugdringen van de vervuilende emissies door vrachtwagens. Het enige nadeel is de hogere prijs die met de invoering van deze norm gepaard gaat. Het goede nieuws is dat de constructeurs erin geslaagd zijn om het verbruik van de EURO VI-motoren min of meer op hetzelfde peil te houden als dat van de EURO V-motoren, of dat zelfs iets te verminderen. Bovendien kan de keuze tussen een EURO V en een EURO VI beïnvloed worden door een eventueel voordeel dat aan de EURO VI toegekend wordt bij tolbetalingen en andere kilometerheffingen (in Duitsland en Frankrijk). Dat zou de exploitatiekosten voor internationale vervoerders kunnen verminderen. Lichte bedrijfsvoertuigen De lichte bedrijfsvoertuigen vormen een onmisbare schakel in de transportketen. De nieuwe economie en de internethandel doen een nieuwe behoefte aan bestelwagens ontstaan en die evolutie draagt ertoe bij dat dit segment ondanks de zwakke vraag stand kan houden. Toch ging het aantal inschrijvingen van bestelwagens er in 2012 ook op achteruit, met 11%. Over de eerste drie maanden van 2013 (vergeleken met dezelfde periode in 2012) verminderde de achteruitgang wel tot 8,7%. En in april was er zelfs een duidelijke heropleving, +16,3%. Ongetwijfeld is dat deels te wijten aan de contacten met potentiële klanten tijdens het Autosalon in januari. De markt van nieuwe bedrijfsvoertuigen in België en de EU-27 Vans < 3,5T Trucks 3,5 < 16T Trucks >= 16T EU-27 België EU-27 België EU-27 België 2012 1.588.593 61.428 78.066 1.958 236.368 7.914 2013 1.377.283 54.607 71.723 1.715 214.086 6.761 2013/2012-13,3% -11,1% -8,1% -12,4% -9,4% -14,6% Q1-2012 369.186 16.379 18.295 531 56.374 2.124 Q1-2013 332.473 14.958 15.169 380 46.985 1.504 Q1-2013 Q1-2012 -9,9% -8,7% -17,1% -28,4% -16,7% -29,2% Δ Bron: FOD Mobiliteit en Vervoer, FEBIAC, ACEA

2012 JAARVERSLAG Lichte bedrijfsvoertuigen (<3,5 ton MTM): park en nieuwe inschrijvingen 2002-2012 11 Trekkers en zware bedrijfsvoertuigen > 16 ton MTM: park en nieuwe inschrijvingen 2002-2012 BEDRIJFSVOERTUIGEN

2012 JAARVERSLAG De motormarkt Motorpark groeit ondanks daling nieuwe inschrijvingen 12 MOTORMARKT Ondanks een daling van het aantal nieuwe en tweedehands ingeschreven voertuigen in 2012 is het totale park van gemotoriseerde 2-, 3-, en 4-wielers met 2,6% gegroeid tot 425.986 stuks. Recent mobiliteitsonderzoek 1 in ons land wijst uit dat 3,7% van de huishoudens een bromfiets en 5,35% een motorfiets bezit. In 2011 groeide de motormarkt nog met 2,2%; in 2012 kende de verkoop van nieuwe voertuigen een daling met 6,47% in vergelijking met het jaar voordien, om uit te komen op een totaal van 25.276 stuks. Het aantal tweedehandsvoertuigen dat van eigenaar veranderde, is gedaald met 7,4% tot 69.663 eenheden. Deze dalingen vallen deels toe te schrijven aan de aanhoudende crisissfeer. Toch moet erkend worden dat het motorpubliek langzaam veroudert en te weinig instroom van jonge mensen kent. Daarnaast is er het feit dat de media vooral berichten over motorongelukken en dat de positieve elementen op vlak van mobiliteit en fiscaliteit vaak onderbelicht blijven. Geruchten over de mogelijke invoering van een technische keuring en misverstanden over het nieuwe motorrijbewijs (van kracht sinds 1 mei 2013) doen het grote publiek twijfelen over de aanschaf van een motor of scooter. Motorinschrijvingen in 2012 2012 2011 Nieuwe 2-wielers 23.123 24.762-1.639-6,62% Nieuwe 3- en 4- wielers 2.153 2.262-109 -4,82% Totaal 25.276 27.024-1.748-6,47% 2e hands 2-wielers 64.296 68.752-4.456-6,48% 2e hands 3- en 4-wielers 5.367 6.472-1.105-17,07% Totaal 69.663 75.224-5.561-7,39% 1 In 2012 verschenen de resultaten van 2 onderzoeken: het nationale BELDAM en het Vlaamse OVG. BELgian Daily Mobility: www.mobiliteit.belgium.be/nl/mobiliteit/cijfers/beldam/ Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3: http://www.mobielvlaanderen.be/ovg/ovg43-1.php?a=19&nav=11

13 MOTORMARKT 2012 JAARVERSLAG

DE MOTORMARKT Markt in segmenten 14 Gebaseerd op de nieuwe inschrijvingen is het grootste marktaandeel in 2012 nog altijd weggelegd voor de scooters tot 125cc. Die zijn goed voor 1 op 3 van de nieuwe inschrijvingen. Deze voertuigen zijn toegankelijk met het rijbewijs B (al moet wie dat rijbewijs na 1 mei 2011 heeft behaald, voortaan wel 4 uur opleiding volgen, evenwel zonder examen te moeten afleggen). Zeven van de tien meest verkochte motormodellen zijn dan ook 125cc s. Op de tweede plaats komen de basic/roadsters (bijna 16%), gevolgd door de maxiscooters. Opvallend over de voorbije 3 jaar is de daling bij de sportieve motoren: de sport-touring maakt nog maar 1% van de markt uit, de supersportmotoren nog geen 4%. Ook de tourings en de customs gaan er fors op achteruit. De consument heeft zijn voorkeur de voorbije jaren meer verlegd naar de trails die een derde beter verkopen in vergelijking met 3 jaar geleden en nu zowat 10% van de markt uitmaken. Het aandeel elektrische voertuigen is aan een forse opmars bezig, van slechts 17 stuks in 2008 naar 459 in 2012, vooral toe te schrijven aan de introductie van de Twizzy, elektrische vierwielermodellen die, net als de elektrische 2- en 3-wieler, nog steeds een federale belastingvermindering genieten van 15% van de aankoopprijs. MOTORMARKT SEGMENT 2010 2011 2012 3 jaar marktaandeel in 2012 BASIC/ROADSTER 3858 3566 3649-5,73% 15,81% CUSTOM 1216 1150 1063-14,39% 4,61% ENDURO 894 905 883-1,25% 3,83% MOTO MAX 125CC 2196 2113 1942-13,08% 8,41% SCOOTER MAX 125CC 7943 9374 7925-0,23% 34,34% SCOOTER MIN 126CC 3054 2934 2855-6,97% 12,37% SPORT-TOURING 609 316 285-113,68% 1,23% SUPERSPORT 1003 957 859-16,76% 3,72% TOURING 1610 1548 1315-22,43% 5,70% TRAIL 1573 1847 2304 31,73% 9,98% Top 10 nieuwe inschrijvingen 2-wielers in 2012 1 Piaggio 14,70% 2 Honda 14,22% 3 BMW 9,35% 4 Yamaha 8,17% 5 Sym 7,21% 6 Harley-Davidson 5,40% 7 Kawasaki 5,24% 8 KTM 4,31% 9 Neco 4,16% 10 Suzuki 3,78%

2012 JAARVERSLAG Dossiers FEBIAC heeft het voorbije jaar op heel wat belangrijke dossiers gewerkt: de technische keuring van motorfietsen, de nummerplaat voor bromfietsen, de aanplanting van een CO 2 -bos om de uitstoot door de motorcrossactiviteiten te compenseren. Verder werd er actieve medewerking verleend aan de verkeersveiligheidscampagnes van het BIVV en van het Waals Gewest. Het allerbelangrijkste dossier was de omzetting van de 3e Europese Richtlijn over het motorrijbewijs. FEBIAC heeft samen met de FOD Mobiliteit, GOCA, de rijscholen en de motorrijdersverenigingen een duidelijk kader opgezet voor het nieuwe motorrijbewijs in België. Hierbij werd een evenwicht gevonden tussen aandacht voor een betere opleiding, zonder de toegang tot het rijbewijs A te sterk te bemoelijken. Verder heeft FEBIAC een duidelijke overzichtsfolder 2 gemaakt, waaruit het overzichtsschema van de nieuwe rijbewijscategorieën wordt weergegeven Promotie Het motorrijdend publiek veroudert en de instroom van nieuwe motorrijders is te klein. Daarom wakkert FEBIAC al sinds 2011 het consumentenbewustzijn aan over de voordelen van gemotoriseerde tweewielers. Daarbij stellen we duidelijk dat het motorrijbewijs geen belemmering, maar eerder de toegang is tot onspanning, reizen, vlot pendelen, enz. De website www.hetmotorrijbewijs.be werd aan de nieuwe wetgeving aangepast en de promotie kreeg een boost via een advertentiecampagne op Facebook. In samenwerking met printmedia werd het motorrijden gepromoot en konden lezers gratis opleidingen winnen. Dit werd aangevuld met een radiocampagne op de RTBF. In samenwerking met de magazines Motorrijder en Moto 80 brachten we de campagne Bring a friend, waarbij de motorrijders werden uitgenodigd om hun vrienden twee uur gratis les in een motorrijschool te schenken. Op vlak van evenementen nam FEBIAC uiteraard deel aan het eigen Motorsalon met een foto-animatie. De uitgeversgroep Think Media organiseerde tijdens een weekend in juni 2012 een motorevenement in en met de samenwerking van de stad Blankenberge. FEBIAC organiseerde de deelname van verschillende motormerken en nam zelf deel met een animatie rond het motorrijbewijs. U merkt het: naast de dossieropvolging kreeg ook de motorpromotie ook het afgelopen jaar al onze aandacht! MotorCycle Council Tot slot koestert FEBIAC de MotorCycle Council (MCC). Die wil de brug slaan naar alle organisaties in ons land met een hart voor motorrijden. MCC is gaandeweg uitgegroeid tot het centraal aanspreekpunt voor de politiek van alle motogerelateerde onderwerpen. Onder leiding van MCC-voorzitter Christian de Vroom, coördineert FEBIAC er de werkzaamheden van 3 werkgroepen: Wetgeving, Offroad en Evenementen. Verder geeft MCC ondersteuning aan enkele activiteiten van de leden die bijdragen aan de positieve uitstraling van het motorrijden, zoals debatten, rijstages, veiligheidsscreenings, schoolopleidingen en evenementen. MCC staat ook in nauw contact met het BIVV en levert advies en ondersteuning bij de samenstelling van publicaties en campagnes die de verkeersveiligheid van gemotoriseerde tweewielers beogen. 15 MOTORMARKT 2 http://www.hetmotorrijbewijs.be/docs/newmotorrijbewijs-web.pdf

2012 JAARVERSLAG Mobiliteit 16 MOBILITEIT De publicatie ervan heeft een tijd op zich laten wachten, maar hier zijn ze dan: de resultaten van het nieuwe nationale verplaatsingsonderzoek, alias BELDAM 1 (BELgian DAily Mobility). In de loop van 2010 werden zowat 2.300 Brusselse, 2.000 Vlaamse en 4.200 Waalse gezinnen bevraagd in totaal 16.000 personen. Het vorige onderzoek dateerde van 1999 (MOBEL), het was dus hoog tijd voor een update. Hieronder volgen enkele resultaten en trends rond voertuigbezit bij de gezinnen in ons land. Autobezit Op 10 jaar tijd daalde het aantal gezinnen met 1 wagen van 57% tot 55% en het aantal autoloze gezinnen van 19% tot 17%. Het aantal gezinnen met 2 of meer wagens groeide van 24% tot 28%. Vandaag beschikt een klein kwart van de gezinnen over 2 wagens, een percentage dat oploopt tot 27% in Vlaanderen en terugvalt tot 10% in Brussel. Omgekeerd telt Brussel ruim dubbel zoveel gezinnen zonder auto als Wallonië (17%) en Vlaanderen (14%). Hoe zijn de gezinnen in het bezit van hun wagen gekomen? Ruim de helft kocht zijn auto nieuw, 4 op 10 gezinnen zochten hun geluk in een aanschaf van een tweedehandse auto, 8% beschikt over een bedrijfswagen; Vlaanderen telt dubbel zoveel gezinnen (10%) met bedrijfswagen als Wallonië (5%). Gezinnen leggen jaarlijks gemiddeld 16.853 kilometer af met hun wagen, een aantal dat amper is gewijzigd op 10 jaar tijd. En verder: waar kan de auto terecht bij thuiskomst? 2 op 3 Vlaamse en Waalse gezinnen hebben een garage(box), 1 op 3 parkeert op straat. In het Brusselse gewest is die verhouding omgekeerd. Het aantal kinderen en werkende personen in een gezin blijkt van grote invloed op het aantal auto s: 55% van de gezinnen met 2 kinderen beschikt over 2 of meer wagens (algemeen gemiddelde = 28%), slechts 4% is autoloos; bij gezinnen zonder kinderen zijn er 18% met meerdere auto s en 22% zonder auto; 6 op 10 gezinnen hebben 1 wagen. De trends zijn nog meer uitgesproken als men de werksituatie in rekening brengt: in gezinnen met 2 werkenden heeft 58% meerdere wagens, amper 3% zit zonder auto. Bij gezinnen zonder werkenden beschikt slechts 7% over 2 wagens en is 31% autoloos. Ook hier hebben 6 op de 10 één wagen. De cijfers spreken voor zich en het kan niet genoeg herhaald worden: voor werkende gezinnen met kinderen is de auto niet weg te denken uit hun dagdagelijkse mobiliteit. Fietsbezit Het fietsbezit bij gezinnen vertoont een gelijkaardige evolutie als het autobezit: op 10 jaar tijd daalde het aantal gezinnen zonder (32%) en met 1 fiets (21%) weliswaar licht, terwijl het aandeel gezinnen met meerdere fietsen fors steeg: van 40% tot 47%. Hier zijn de regionale verschillen nog meer uitgesproken: 17% fietsloze Vlaamse gezinnen tegenover 49% Waalse tot zelfs 60% in het Brusselse. Omgekeerd beschikt bijna 2 op 3 Vlaamse gezinnen over meerdere fietsen, een aandeel dat terugvalt tot 1 op 3 in Wallonië en zelfs 1 op 6 in Brussel. Brom- en motorfietsbezit Het rapport besteedt weinig aandacht aan de gemotoriseerde tweewieler. In 2010 beschikte bijna 6% van de gezinnen over een motorfiets en 4% over een bromfiets, quasi dezelfde aandelen als in 1999. 1 http://www.belspo.be/belspo/fedra/proj.asp?l=nl&cod=ag/jj/150

Nieuwe transportvooruitzichten Voertuigdelen blijft (voorlopig) niche Nog meer onderzoek trok vorig jaar de aandacht. Het Planbureau en de FOD Mobiliteit en Vervoer publiceerden nieuwe transportvooruitzichten voor België 2. Daaruit blijkt dat het personenvervoer tussen 2008 en 2030 zou toenemen met 20% (0,8%/jaar) en het goederentransport met 68% (2,4%/jaar). Deze stijging weerspiegelt de evolutie van de economische groei (goederen) en die van sociaal-demografische veranderingen (personen). De uitstoot van de vervuilende stikstofoxiden (NOx) en roetdeeltjes (PM) zou dalen met 77% resp. 81%. Het samenspel van ambitieuze wetgeving en hoogtechnologische oplossingen EU Euronormen, katalysatoren, roetfilters,... - zouden deze gunstige evolutie mogelijk maken en de uitstoot ten gevolge van de verwachte verkeersgroei ruimschoots compenseren. De globale CO 2 -uitstoot door het vervoer zou echter stijgen met 12% tussen 2008 en 2030. Wel wordt een daling van 10% verwacht in het personenvervoer in de hand gewerkt door verstrengende Europese CO 2 -wetgeving voor nieuwe auto s (130g CO 2 /km in 2015 en 95g CO 2 /km in 2020), terwijl de uitstoot van het goederentransport met 43% zou toenemen. Aangezien de totale CO 2 -uitstoot bij een onveranderd beleid toeneemt, zijn er naast EU-doelstellingen ook op Belgische federaal en gewestelijk niveau maatregelen nodig om een trendbreuk te realiseren. In dit verband blijft FEBIAC hameren op maatregelen die de minder vervuilende transportwijzen en multimodaal transport bevorderen, en die de transportinfrastructuur optimaliseert en beter benut. Minder bezitten, meer delen en samen gebruiken: het lijkt een nieuwe trend, ook in de mobiliteit: deelauto s, -fietsen en -taxi s. Onlangs hield het Adviesbureau TIMENCO deze concepten tegen het licht en besloot dat het voertuigdelen een niche is en mogelijk ook beperkt potentieel in zich draagt. De resultaten werden voorgesteld op een conferentie van het Opzoekingscentrum voor Wegenbouw. Deelfietsen maken in het buitenland 1 à 2% uit van de stedelijke verplaatsingen. Voor het Brusselse Villo is dat 0,11%, of 4% van alle fietsverplaatsingen. Bovendien zou Villo voor slechts 7% van de verplaatsingen de auto vervangen. Zelfs 75% van de deelfietsverplaatsingen zou anders met het openbaar vervoer of te voet gebeuren. Een gelijkaardig verhaal met deelauto s. In het buitenland gebruikt 1 tot 6% van de bevolking deze dienst. In Brussel was dit in 2011 0,6%, ofwel 7.300 klanten die per dag 200 ritten afleggen op een totaal van 3,5 miljoen verplaatsingen per dag in het Brussels Gewest. Delen is een kleine niche in het mobiliteitslandschap, vooral toepasbaar in stedelijke context, voor een reeds weinig autoafhankelijk publiek dat het gebruikt als aanvulling op het openbaar vervoer. Wellicht wegen ze te licht om een trendbreuk inzake duurzame mobiliteit te realiseren, maar wel geknipt voor mensen die sowieso weinig autorijden of al een mix van auto-alternatieven bezigen. 17 MOBILITEIT 2012 JAARVERSLAG 2 http://www.plan.be/publications/publication_det.php?lang=nl&tm=30&is=63&keypub=1168&m=a

2012 JAARVERSLAG Milieu 18 MILIEU Een brede waaier aan milieudossiers werd het afgelopen jaar door onze diensten opgevolgd. Hieronder synthetiseren wij diegene met (mogelijks) de grootste impact op de automobielbranche. CO 2 -doelstellingen De nieuwe limieten voor de CO 2 -uitstoot die in 2020 van kracht worden, bedragen 95 g/km voor de personenwagens en 147 g/km voor de lichte bedrijfsvoertuigen. Voor personenwagens mag die doelstelling dan al bijzonder ambitieus zijn, voor de lichte bedrijfsvoertuigen is dat nog veel sterker het geval. Sommige studies kwamen zelfs tot het besluit dat het streefdoel van 147g/km alleen maar haalbaar is wanneer op de hybride technologie overgestapt wordt. We vrezen overigens dat het ontbreken van zo goed als elke stimulans om wagens met een bijzonder lage uitstoot aan te kopen, het alleen maar moeilijker maakt om die doelstellingen te halen. Van hun kant zullen de constructeurs, zoals ze altijd doen, alle noodzakelijke inspanningen leveren om de vastgestelde doelstellingen te halen meer bepaald door voortdurend nieuwe technologieën te ontwikkelen. OVAM-studie over de demontage van autoruiten in verhouding tot de milieuwinst waardoor dit alternatief voor de sector onaanvaardbaar is. Hoe dan ook wordt er geen enkele beslissing genomen of wijziging doorgevoerd voor de huidige Milieubeleidsovereenkomst of MBO afloopt, namelijk eind 2016. FEBIAC-platform voertuigen elektrische De Europese doelstellingen voor wat betreft de EURO-normen met name de uitstoot van CO 2 en schadelijke stoffen worden steeds ambitieuzer. Het behalen van deze doelstellingen hangt vanzelfsprekend af van de technologische ontwikkelingen door de constructeurs, maar net zo goed door het succes van deze nieuwe technologie in de voertuigmarkt. Daartoe hebben de constructeurs hun strategie bepaald. De meeste daarvan hebben een gemeenschappelijk aspect, namelijk de ontwikkeling van oplaadbare elektrische voertuigen. De term oplaadbaar dekt daarbij niet elke keer dezelfde lading. Wij hebben drie verschillende oplossingen zien ontstaan: de oplaadbare hybride voertuigen, de voertuigen met range extender (met brandstofaangedreven generator die de batterij oplaadt) en de elektrische voertuigen in strikte zin. OVAM heeft de demontage van de ruiten uit auto s, voor die tot schroot verwerkt worden, vanuit 3 oogpunten onderzocht: onderzoek van de technische en economische aspecten, een vergelijkende studie van de wetgeving, en een onderzoek van de milieuaspecten. Daaruit blijkt dat de economische kosten veel te hoog zijn Het is dus voor FEBIAC van belang om haar leden en hun massale investeringen te ondersteunen met als doel de introductie en het succes van deze voertuigen in onze markt te versnellen. Om die reden hebben we ons platform elektrische voertuigen geactiveerd, onze prioriteiten bepaald en de contacten geïntensifieerd.

19 MILIEU Voor de jaren 2012-2013 hebben FEBIAC en haar leden 3 prioriteiten bepaald: Duurzame ontwikkeling en maatschappelijke verantwoordelijkheid 1. Het product aantrekkelijker maken voor de klant door aangepaste incentives voor te stellen aan de wetgever; 2. De ontwikkeling van het netwerk aan laadpalen opvolgen en sturen met het oog op een aanvaardbare geografische dekking en een volledige compatibiliteit; 3. Een volledige, betrouwbare en gecentraliseerde informatiebron ter beschikking stellen van zowel klant als professional (inzake taxatie, plaats en type van de laadplaten, beschikbaar aanbod aan voertuigen,...). Hoe langer hoe meer bedrijven, ongeacht hun omvang en sector (privé, openbaar, sociale economie...), nemen initiatieven op het vlak van Duurzaam Ondernemen en dragen zo bij tot de algemene vooruitgang van de samenleving. Sinds kort heeft ook FEBIAC zich op dat vlak geëngageerd. We hebben net een eerste stap achter de rug, in de vorm van een SWOT-analyse een analyse van onze sterke en zwakke punten, van de mogelijkheden en de bedreigingen. Op basis daarvan hebben we een gericht actieplan kunnen opstellen. Daarnaast hebben we ook de grote lijnen opgesteld van de manier waarop we in de toekomst duurzaam willen werken. We hebben de ambitie om ons in te schrijven in een dynamische evolutie naar een duurzame maatschappij. 2012 JAARVERSLAG

2012 JAARVERSLAG Fiscaliteit 20 FISCALITEIT 2012 was een woelig jaar voor de automarkt, niet alleen wegens de financiële en economische crisis, maar ook door de op het eerste gezicht bruuske verandering van de fiscale regels voor de auto, voornamelijk op federaal niveau. Een samenvatting. Op federaal niveau De gevolgen van de afschaffing van de kortingen op factuur voor schone auto s In de herfst van 2011 had de federale regering beslist om de kortingen op factuur af te schaffen. Die kortingen werden toegekend aan particulieren bij de aankoop van een nieuwe auto met een emissieniveau lager dan 105 g CO 2 /km (15%) of tussen 105 en 115 g CO 2 /km (3%). De afschaffing had een bruusk effect op het aantal wagens dat in 2012 in die segmenten ingeschreven werd. Waar die categorieën in 2011 nog goed waren voor 46,4% van het totale aantal inschrijvingen door particulieren, vertegenwoordigden ze in 2012 nog maar 26,4%. Dat had een direct impact op de gemiddelde uitstoot van de nieuwe auto s van particulieren in 2012 (zie hieronder). Het einde van de belastingverminderingen bij de aankoop van een elektrische auto De belastingvermindering voor elektrische auto s (30% met een maximum van 9.510 ) bleef behouden voor de aankopen in 2012. Sinds 1 januari 2013 is die maatregel eveneens afgeschaft en werd hij ook niet vervangen door een nieuwe fiscale stimulans van de gewesten, die vanaf die datum de zogenaamde usurperende bevoegdheden van het federale niveau overgenomen hebben. De enige stimulansen op gewestelijk niveau zijn de Waalse bonusregeling die nog heel 2013 van kracht is, en de vrijstelling van de Vlaamse BIV voor herlaadbare elektrische voertuigen. De afschaffing van die belastingvermindering is al heel duidelijk te merken in de eerste cijfers van 2013. Tijdens het eerste kwartaal is het aantal inschrijvingen van elektrische voertuigen gedaald van 144 eenheden in 2012 tot 41 in 2013, een achteruitgang van meer dan 70%. We wijzen erop dat de korting van 15% op de aankoop van een elektrische motor, driewieler of quad behouden bleef. Bedrijfswagens Voordeel van alle aard (VAA) Begin 2012 werd het nieuwe systeem van kracht om de voordelen van alle aard (VAA) te berekenen voor de werknemers en bedrijfsleiders die over een bedrijfswagen beschikken die ook voor privédoeleinden gebruikt mag worden. We herinneren eraan dat het VAA een onderdeel prijs bevat en een onderdeel CO 2 in de volgende vorm: Diesel : [cataloguswaarde x (5,5% + (0,1% x (CO 2 95)))] x 6/7 Benzine : [cataloguswaarde x (5,5% + (0,1% x (CO 2 115)))] x 6/7 Er wordt ook rekening gehouden met de leeftijd van de auto. Bovendien moet 17% van het bedrag van het VAA in de boeken van de onderneming bij de verworpen uitgaven (VU) gevoegd worden. Bij de invoering van de nieuwe wetgeving mikte de regering op een verhoging van de inkomsten uit de belasting op het VAA met 100 miljoen (+ 20%) en uit de stijging van de verworpen uitgaven (eveneens 100 miljoen ).

21 FISCALITEIT 2012 JAARVERSLAG

FISCALITEIT 22 FISCALITEIT Als deze nieuwe wet tot doel had de vermindering van de gemiddelde CO 2 -uitstoot voort te zetten, is het streefdoel bereikt! Daarvoor was het echter niet nodig om het bestaande VAA-stelsel te veranderen. Dat had sinds 2008 al bewezen een doeltreffend middel te zijn om de CO 2 -uitstoot van bedrijfswagens te verminderen. De inkomsten waarop de federale staat hoopte met de nieuwe VAA-wet (200 miljoen euro), lijken voor een deel verloren te zijn gegaan door de lagere BTW-ontvangsten en bedrijfsbelastingen. Dat is ongetwijfeld te wijten aan het feit dat bij de nieuwe berekening van het VAA rekening wordt gehouden met de waarde van de wagen. Wat de onderneming en de werknemers op het vlak van uitrusting en dus op de waarde van de wagen besparen, gaat immers als BTW-inkomsten voor de staat verloren. Dat is vooral duidelijk in de luxesegmenten die hun aandeel op de fleetmarkt met 20% hebben zien dalen. Zolang het VAA voor die segmenten buitensporig hoog blijft, moet men daar geen bijkomende inkomsten verwachten. BTW op bedrijfsvoertuigen Een eerste addendum dat door de Administratie opgesteld werd om de wet in te voeren, leidde tot een hele reeks van protesten. Meer bepaald omdat de aftrek van de BTW, hoewel er met het reële gebruik van het voertuig rekening wordt gehouden, tot 50% beperkt blijft, en omdat bepaalde principes van het Europese BTW-recht genegeerd werden. Een tweede addendum, dat begin december 2012 gepubliceerd werd, voerde naast de mogelijkheid om per wagen een rittenregister bij te houden, 2 andere forfaitaire methodes in om het professionele gebruik van een bedrijfsvoertuig te bepalen: een forfait voor privégebruik (% privé = [afstand woonplaats-werkplaats x 2 x 200 (werkdagen) + 6.000 ] x 100/totale op een jaar afgelegde afstand) of een algemeen forfait van 35% verondersteld privégebruik, op voorwaarde dat de bedrijfsvloot minstens 4 auto s telt... Wat echter ook het professionele gebruik is, de aftrekbaarheid blijft altijd beperkt tot 50%!. Op gewestelijk niveau Op 20 oktober 2011 publiceerde de BTW-administratie een commentaar op de nieuwe beperking van de BTW-aftrek op investeringsgoederen voor gemengd gebruik. Die beperking was begin 2011 ingevoerd na de omzetting van de gewijzigde BTW-richtlijn. De Belgische wetgever heeft ervoor geopteerd om er roerende goederen, en meer bepaald bedrijfswagens, in op te nemen. Bij bedrijfswagens die nieuw aangekocht worden (en bij uitbreiding auto s die in leasing genomen worden), beperkt het nieuwe stelsel het recht op de aftrek volgens het reële privégebruik en verplicht het de bedrijven tot een aanzienlijke administratie. De bonusmalus van het Waalse Gewest Het Waalse regeerakkoord wil de autobelasting groener maken. Met het oog daarop heeft het Waalse Gewest een progressief en evoluerend systeem van ecobonussen ingevoerd voor voertuigen die heel weinig CO 2 uitstoten en dat tot eind 2013. Daarnaast is ook voorzien dat het Waalse Gewest vanaf 1 januari 2014 zelf de verkeerbelastingen zal innen (verkeersbelasting en BIV). ECO BONUS/MALUS Tarief bij de aankoop van een nieuwe of tweedehandse auto (in )

2012 JAARVERSLAG Groene BIV in het Vlaamse Gewest In 2012 heeft Vlaanderen een nieuwe berekeningswijze voor de belasting op de inverkeerstelling (BIV) ingevoerd. Die berekeningswijze geldt voor alle voertuigen, behalve leasewagens. De BIV wordt voortaan berekend op basis van de milieukenmerken: CO 2 -uitstoot, brandstoftype en EURO-normen. Het beoogde milieueffect kan echter (gedeeltelijk) weggevaagd worden door de toepassing opnieuw van een correctie volgens de leeftijd van de wagen. Terug naar oude gewoonten en zonden... Zonder in te gaan op de details van deze erg complexe formule, kunnen we stellen dat het positief is dat met de milieukenmerken van de wagen, meer bepaald de CO 2 en de EURO-normen, rekening wordt gehouden. De berekeningswijze van die nieuwe BIV is echter zo complex, dat ze zo goed als onleesbaar wordt en de consument ze nauwelijks kan begrijpen. We herinneren eraan dat het bedrag van de BIV die betaald moet worden, berekend kan worden op de website: http://belastingen.vlaanderen.be Gemiddeld bedroegen de emissies van nieuwe wagens die in 2012 in België ingeschreven werden, 128,1 g CO 2 /km tegenover 127,7 g in 2011. De privéwagens liggen aan de basis van die stijging: hun gemiddelde steeg van 123 g tot 130,3 g CO 2 /km, voornamelijk als gevolg van de afschaffing van de kortingen op factuur. Die heeft tot een stijging van het aantal ingeschreven benzinewagens geleid. Gelukkig is die stijging haast volledig ongedaan gemaakt door de bijzonder sterke daling van de gemiddelde uitstoot van bedrijfswagens, al dan niet leasewagens, respectievelijk -11,4 en 6,5%. De Vlaamse groene BIV is slechts een eerste bescheiden stap naar een fundamentele hervorming en broodnodige vereenvoudiging van de mobiliteitsfiscaliteit in ons land. In dat verband werkt FEBIAC samen met consultant PWC aan een zeer omvattende en ambitieuze studie die een toekomstvisie, de principes en maatregelen beschrijft met als doel te komen tot een slimme fiscaliteit voor een betere mobiliteit naar en voorbij 2020. De studie zal dit najaar voorgesteld worden. 23 FISCALITEIT CO 2 -uitstoot door nieuwe wagens in België, volgens type van eigenaar en volgens Gewest Sociétés non leasing Sociétés leasing 2011 2012 2012/2011 (%) BR VL WAL Belgique BR VL WAL België BR VL WAL Belgique 139,0 144,1 138,9 141,7 129,6 132,1 127,1 130,3-9,4% -12,1% -11,9% -11,4% 127,0 126,9 138,3 127,1 121,3 119,9 126,2 120,6-5,7% -6,9% -6,5% -6,5% Indépendants 126,5 134,6 126,4 131,0 132,8 139,5 131,6 136,2 6,3% 4,9% 5,2% 5,2% Pers. privées 122,3 126,6 118,8 123,0 130,0 133,9 125,6 130,3 7,8% 7,2% 7,3% 7,3% Total 128,6 130,3 122,7 127,7 124,9 130,0 126,2 128,1-1,4% -0,3% -3,4% 0,4% Bron: FEBIAC

2012 JAARVERSLAG Verkeersveiligheid 24 Daling aantal verkeerdoden in 2012 VERKEERSVEILIGHEID De verkeersveiligheidsbarometer van het BIVV toont voor het jaar 2012 een sterke afname van het aantal verkeersdoden met 13,3% tot 672 in vergelijking met 2011. Nooit eerder werd zo n grote daling verwezenlijkt. Ook het aantal gewonden (- 8,5%) en letselongevallen (-7,8%) nam af in 2012. De dalende trend van de laatste jaren is wellicht te danken aan een combinatie van factoren: aanpassingen aan de infrastructuur; een geleidelijke gedragsverandering bij de weggebruikers (de gedragsmetingen van het BIVV laten een geleidelijke toename zien van het gordeldrachtpercentage en een lichte afname van de gereden snelheden ); verbeteringen aan de veiligheid van de voertuigen. Erg opvallend en hoopgevend: bij motorrijders daalde het aantal letselongevallen en verkeersdoden ter plaatse het sterkst: -16,5% resp. -26,3% in vergelijking met 2011. Opmerkelijk is wel dat de daling van het aantal omgekomen motorrijders veel groter is in Vlaanderen (-40%) dan in Wallonië (-10%). Het aantal fietsdoden steeg tussen 2011 en 2012 in Vlaanderen van 44 naar 52. Tegelijkertijd daalde het aantal geregistreerde letselongevallen met fietsers met 5,8 % en het aantal geregistreerde gewonden onder fietsers met 7,3 %. Tijdens 2012 was er een sterke daling van het aantal doden tijdens weekendnachten (-29,2% ten opzichte van 2011), en dit in heel het land. De talrijke controles en sensibiliseringscampagnes bieden mogelijk een verklaring voor deze grote afname van het aantal doden op de weg. Ondanks deze verbetering scoort België nog altijd zwak in vergelijking met de andere Europese lidstaten voor wat betreft het aantal doden in het verkeer per miljoen inwoners. Verdere maatregelen en inspanningen blijven nodig. Ook FEBIAC heeft het afgelopen jaar zijn steentje bijgedragen tot mee vorm geven van het toekomstig verkeersveiligheidsbeleid, dit door de actieve opvolging van meerdere dossiers die hieronder staan samengevat.

25 Evolutie op lange termijn (2004-2012) van het aantal geregistreerde doden ter plaatse en van het aantal geregistreerde doden 30 dagen in België, en de federale doelstellingen voor het aantal doden 30 dagen Gegevensbronnen: WPR, CGOP/B, FOD Economie ADSEI & BIVV Infografie: BIVV VERKEERSVEILIGHEID * Schatting Het aantal doden na 30 dagen (rode curve) omvat zowel zij die overleden zijn op de plaats van het ongeval (oranje curve) als personen overleden in de ziekenwagen, in het ziekenhuis of thuis ten gevolge van en binnen 30 dagen na het ongeval. 2012 JAARVERSLAG

VERKEERSVEILIGHEID Europees en internationaal niveau 26 VERKEERSVEILIGHEID De Digitale Tachograaf (DT) Terecht acht de Europese Commissie de registratie en opvolging van het aantal gepresteerde uren van beroepschauffeurs relevant voor de verkeersveiligheid. Het afgelopen jaar werden voorbereidende gesprekken gestart rond de intelligente DT. De EC wil die uitrusten met de nieuwste technologie voor positiebepaling (GNSS) en gebruiksvriendelijke uitwisseling van data door middel van draadloze communicatie. Anderzijds wil de EC ook bijkomende gegevens verzamelen zoals de positie van het voertuig, die maken echter geen deel uit van het initiële bereik van de regelgeving. FEBIAC, in samenwerking met ACEA, streeft een vereenvoudiging na door enkel begin- en eindpunt van een verplaatsing te registreren. Ook de retroactiviteit en de uitbreiding van de voertuigcategorie tot +2,8 ton staan ter discussie. Door het begrip lange afstand -transporten te introduceren voor de categorie 2,8 3,5 ton, blijft het aandeel van betroffen voertuigen beperkt tot een aanvaardbaar minimum. Roadworthiness technische keuring Met 35 miljoen voertuigen en 8 miljoen motorfietsen in 27 lidstaten kent Europa ongetwijfeld het meest intensief gebruikte wegennet ter wereld. Het blijft vooralsnog onduidelijk hoe sterk de link is tussen verkeersveiligheid en de technische staat van voertuigen. Vandaag voeren 11 van de 27 EU-lidstaten (nog) geen technische keuring uit; de overige landen hebben uiteenlopende testen, al dan niet in relatie tot initiële voertuighomologatievereisten. De EC wil in deze materie een eerste stap zetten door op Europees vlak één geharmoniseerde regelgeving 1 voor te stellen. Terecht kiest de EC voor een globale aanpak van periodieke technische keuring, verkeerscontroles op de weg en registratie van voertuigen. Hiermee wordt een omvattend geheel van testen en controles voor de volledige gebruikscyclus van Δ voertuigen gecreëerd. Event Data Recorder (EDR) In zowel Europa, Japan als de Verenigde Staten is de druk om de verkeersveiligheid te verbeteren enorm hoog. In die context is ongevallenanalyse en de beschikbaarheid van alle mogelijke data met betrekking tot het ongeval essentieel. De VS is momenteel het verst gevorderd in het definiëren van een toestel dat een aantal parameters net voor en na een incident kan registreren. Op internationaal niveau wil men daarom een draagvlak creëren voor het ontwerp van een ISO standaard op basis van de Amerikaanse SAE J2728 HVEDR Recommended Practice-tekst. OICA, de internationale organisatie van voertuigconstructeurs, werkt momenteel aan een strategisch document dat de constructeurs toelaat hun onderzoek en ontwikkeling op elkaar af te stemmen in een internationale context.. Advanced Emergency Braking System De General Safety Regulation stelt Advanced Emergency Braking Systems (AEBS) verplicht vanaf 1 november 2013 voor nieuwe voertuigtypes N2, N3, M2 en M3 (2015 voor alle voertuigen). Dergelijke remsystemen geven de bestuurder in eerste instantie een waarschuwing wanneer de afstand tot een ander voertuig dermate snel kleiner wordt dat een ongeval waarschijnlijk is. Wanneer de bestuurder niet adequaat reageert, wordt het remsysteem automatisch ingeschakeld om de gevolgen van een ongeval te reduceren. De 2e fase van AEBS, met betere prestaties op vlak van hindernisherkenning (verplicht vanaf 1 november 2016 voor nieuwe types en 2018 voor alle voertuigen), wordt momenteel geëvalueerd. De timing voor het daadwerkelijk in actie treden van het noodremsysteem maakt deel uit van een moeilijk evenwicht: een aanvaardbaar waarschuwingssignaal, dat nodig is voor een goede acceptatie, en voldoende tijd voor vertraging van het voertuig vóór de aanrijding. 1 http://ec.europa.eu/transport/doc/roadworthiness-package/com(2012)380.pdf