Projectopdracht en Plan van aanpak

Vergelijkbare documenten
Projectopdracht en Plan van aanpak

Camperplaatsen stadscentrum

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Beslisdocument en plan van aanpak

Startnotitie Kadernota Vrije Tijd

Projectopdracht en Plan van aanpak Energiezuinig bouwen in Pesse

Doel: In samenwerking met maatschappelijke partners organiseren van een proces dat leidt tot een herijkte visie op Borne in 2030

Inloopavond Ontwikkelperspectief Buitengebied. 24 april 2019

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

Invoering Omgevingswet

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Omgevingsvisie Giessenlanden. Plan van aanpak V1.3. Inleiding

Projectplan Detailhandelsvisie gemeente Drimmelen, alle kernen

Projectopdracht en Plan van aanpak

"Nota Paardenbakkenbeleid Woudrichem"

Voor de actualisering en modernisering van de Edese Welstandsnota wordt voorgesteld drie thema's nader te uit te werken:

POL-uitwerking Landelijk Gebied Noord-Limburg

Werkbijeenkomst landelijk gebied 20 april 2016

GEMEENTE HOOGEVEEN. Raadsvoorstel

#WVN2030. Omgevingsvisie Westvoorne maart 2015, 1 e discussiebijeenkomst team Gebiedsontwikkeling, Henk Jan Solle

BESTUURSOPDRACHT MAJEURPROJECT VOORTGEZET ONDERWIJS Gemeenteraad

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard

Startnotitie Omgevingsvisie Nijmegen

Veel belangstelling voor startbijeenkomst ontwerp omgevingsplan Hembrugterrein

Raadsvoorstel. Visienota bestemmingsplan Buitengebied. Leefomgeving Ontwerp Vaststelling Visienota bestemmingsplan Buitengebied Oostzaan

Maatschappelijke structuurvisie Projectopdracht / Plan van Aanpak

Raadsvoorstel. Agendapunt nr.:

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Gebiedvisie op het. buitengebied van de. gemeente Drimmelen

J.A.E. Landwehr 27 september 2018

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept

Kwaliteitsteam Natuurlijke Recreatie

Plan van Aanpak Horecavisie Emmen

Projectopdracht Regionale Woonvisie

GRIFFIE POLITIEKE TERMIJN AGENDA

Onderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2

GEMEENTE OLDEBROEK PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN STRUCTUURVISIE CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK

College van Burgemeester en wethouders en werkgroep Oosteind Datum juni 2008

Bestemmingsplan buitengebied

Visie toerisme en recreatie Noordoost Fryslân

Natuurlijk Heerde! Een bloeiende gemeente op de Veluwe. W ij wonen waar anderen op vakantie gaan. CONCEPT Geactualiseerde Toekomstvisie 2025

Voorstel aan de gemeenteraad van Wormerland

Dialoog veehouderij Venray

Concept beleidsregels

KGO-beleid. KGO-balansmodel. Gemeente Haaksbergen. Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling. Versie 2, december 15

F. Buijserd Burgemeester

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede (eerste fase)

Beoogd resultaat Betere dienstverlening aan de klant door een duidelijke, efficiënte procedure en het voorkomen van regeldruk of vertragingen.

Raadsvoorstel agendapunt

Leegstand agrarisch vastgoed

Houtskoolschets Asten april 2017

Nota functieverandering buitengebied Oost Gelre

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. categorie/agendanr. B. en W RA B 9 14/828. Raad

Plan van aanpak Natuurvisie Gelderland

Quick scan coalitieprogramma s Land van Cuijk

REGIONAAL AMBITIEDOCUMENT Kop van Noord-Holland

2016/ gemeente Zaanstad Burgemeester & Wethouders

Ontwerpbesluit pag. 4. Toelichting pag. 5. Bijlage(n): 1

g e m e e n t e M O N T F O O R T Startnotitie Nieuw bedrijventerrein Startnotitie

Naam en telefoon. Y. de Graaf M. van t Hof Afdeling. Portefeuillehouder

De Deventer Omgevingsvisie Hoe ziet Diepenveen er straks uit?

Bijlage 1. Plan van aanpak omgevingsplan voor het buitengebied.

Plan van aanpak. Vastgoedbeleid. Datum: maart 2016

Aan de gemeenteraad Vergadering: 7 oktober 2013

Ruimtelijke Visie Duurzame Energie Heumen

GEMEENTE OLDEBROEK Plan van aanpak Onderzoek toestaan permanente bewoning "Mulligen"

De Omgevingsvisie van Steenwijkerland een samenvatting

BESTURINGSFILOSOFIE GEMEENTE GOOISE MEREN

VOORSTEL AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK. Registratienummer 39710/40486 Datum raadsvergadering 17 mei 2016 Datum B&W besluit 12 april 2016

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Bekendmaking van het besluit van de gemeenteraad d.d. 16 december 2013, nr. 11B, tot vaststelling de Beleidsnota Plattelandswoning.

Raadsvoorstel Bestuursopdracht: beleidsnota recreatie en toerisme. Brunssum, d.d. : Gemeenteblad : 2008/20 Afdeling Nr.

Raadsvoorstel en besluitnota

: 14 april 2014 : 12 mei : dhr. G.H.J. Weierink : Onderwerp: Synchronisatieproces Planning- & controlcyclus Montfoort en IJsselstein

RAADSVOORSTEL EN ON ITWERPBESLUIT

De Deventer Omgevingsvisie

1. We willen doorgaan met behoud en versterking van de kwaliteiten van de IJsseldelta

Uitvoeringsprogramma Deltapoort

Welkom in Gemeente Haaren

Programma inleiding. Relevante beleidskaders/nota's

Samenvatting Omgevingsvisie Weststellingwerf

Startnotitie Toeristische visie gemeente Bergen

Actieprogramma Toeristische Verblijfsaccommodaties Stadsregio Amsterdam. Februari 2007

Heukelum. Zicht op de Linge

2. Heeft het museum momenteel nog personeel om voor de belangen van het museum op te komen?

Structuurvisie Beesel. Klankbordgroepbijeenkomst

Plan van aanpak toetsing animo en draagvlak voor Rustpunthouderschap in Laag Holland. Juli 2010

BRZO zowel BRZO als VT-CHEMIE. Provincie Provincie Provincie Totaal

Verordening als gevolg van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij voor de gemeente Dongeradeel

Economisch Beleid Gemeente Scherpenzeel Startnotitie

Masterplan Recreatie & Toerisme. Consulterende Startnotitie

Voorgesteld wordt om: In te stemmen met het voorstel voor de verdeling van de verschillende onderdelen.

Advies van de Stuurgroep Centrumgebied Groene Peelvallei voor de op te stellen structuurvisie

Voortgangsrapportage Gemeenteraad Beekstraatkwartier Bestemd Gemeenteraad Periode April/mei Status Openbaar Datum 13 mei 2013

bestemmingsplan Buitengebied reparatie 2011 Kamperen bij de boer toelichting gemeente Gulpen-Wittem

Bestemmingsplan 'Stedelijk Gebied: Lensheuvel 91, Reusel' Datum voorstel: 5 juni 2018 Vergaderdatum: 3 juli 2018 Registratienr.

Bespreekpunt: Herkent het BORA de geformuleerde ambitie, kaders en vraagstelling voor de Dialoog Regioprofilering?

Beleidsregels. Bed & Breakfast en verhuur (boven)woningen in centrumgebieden voor recreatief gebruik. Kaatsheuvel l Loon op Zand l De Moer

Transcriptie:

onderwerp Projectopdracht en Plan van aanpak 'Waar het paard gebonden is, moet het eten' Onze samenleving is elke dag in beweging. Wat vandaag actueel is, is morgen achterhaald. De steeds veranderende vraag, vraagt om een flexibele en vooruitdenkende organisatie. datum september 2010 Gemeente Hoogeveen Cluster Strategie, Beleid en Projecten Postbus 20000, 7900 PA Hoogeveen Tel: 0528-291911 Fax: 0528-291373

Inhoudsopgave A. Projectopdracht 3 B. Plan van aanpak 1 INLEIDING 5 2 PROJECTSTRUCTUUR 7 fase 1 8 fase 2 10 3 PROJECTORGANISATIE 11 4 FINANCIËN 12 C. Bijlagen bijlage 1: Tijdsplanning & Capaciteitsplan.... 2

A. Projectopdracht Aanleiding: De titel van dit stuk is een uitdrukking. Men moet zich aan de omstandigheden aanpassen. De paardenhouderij is de afgelopen 10 tot 15 jaar sterk gegroeid. Naast het aantal professionals dat in het landelijk gebied paarden houdt is ook het aantal particulieren die hobbymatig paarden houdt sterk gestegen. Paardenliefhebbers kopen vaak vrijgekomen agrarische bedrijven op. Ieder op hun eigen wijze geven de professionals en hobbyisten invulling aan het wonen en/of werken met paarden. De trend is dat paarden vooral gehouden worden in of nabij kleinschalige landschappen en bosrijke gebieden. Juist in dit soort landschappen maken mensen graag buitenritten. Met name het aanwezige bos, de natuur en het landbouwgebied met veel rustige en onverharde wegen nodigen hiertoe uit. Veel mensen willen ook graag hun paarden in zo n omgeving stallen. Het aantal paardenhouderijen is in kleinschalige gebieden dan ook sterker toegenomen dan in meer open gebieden. Daar komt bij dat in juist deze gebieden de landbouw sterk onder druk staat. Dit leidt er ook toe dat traditionele agrariërs op zoek gaan naar extra inkomsten. Bij de zoektocht naar nevenactiviteiten worden veel kansen gezien in het houden van paarden. Ook in Hoogeveen groeit het aantal mensen dat woont en werkt met paarden. De twee toch nog recente en flexibele bestemmingsplannen voor het buitengebied bieden niet voldoende ruimte om te voldoen aan de veranderde vraag. Verder is het een veel gehoorde kritiek dat de ontwikkeling en groei van paardenhouderijen leidt tot verrommeling van het landschap. Door als gemeente actief te sturen in beleid kan de verrommeling van het landschap door de paardenhouderij worden verminderd of tegengegaan. De paardenhouderij kan door goed beleid zelfs een aanwinst worden voor het landschap en de plaatselijke economie. Op dit moment is er een aantal initiatieven voor het ontwikkelen van paardenhouderijen. Dit in samenhang met recreatieve ontwikkelmogelijkheden. Bij een initiatief is een eerste verkenning gedaan op landschappelijk en stedenbouwkundig niveau. Hierbij is niet gekeken naar de recreatieve en maatschappelijke haalbaarheid. Om snel volledige duidelijkheid te kunnen geven aan de initiatiefnemers en de inititiatieven feitelijk te faciliteren is het van belang dat binnen een relatief kort tijdbestek een kader wordt ontwikkeld waarin de diverse (on)mogelijkheden worden benoemd en beschreven. Dit kader is noodzakelijk voor het voeren van ruimtelijke procedures, vooruitlopend op het wijzigen van de beide geldende bestemmingsplannen voor het buitengebied. Kortom, alle reden om bestaand beleid aan te passen aan de (nieuwe) omstandigheden! Doel: Het opstellen van eenduidige en duidelijke ontwikkelmogelijkheden voor de verschillende vormen van paardenhouderijen, waar het recreatief ontwikkelperspectief per soort bedrijfsvoering onderdeel van uitmaakt. Projectresultaat: Eenduidige en duidelijke regels voor hobbymatige en bedrijfsmatige vormen van paardenhouderijen verwoord en vastgelegd de nota 'Waar het paard gebonden is, moet het eten' (verder de nota ) Projectafbakening: De ontwikkeling van (gebiedsgerichte) regels die mogelijkheden genereert voor verschillende vormen van paardenhouderijen, die vastgelegd kunnen worden in een juridisch document (bestemmingsplan of Welstandsnota). 3

De opdrachtgever: Het project wordt uitgevoerd in opdracht van clustermanager SBP Mike Hacking. De projecttrekker: De projectleider en opsteller van de nota is Lucas Benning. 4

B. Plan van aanpak 1. Inleiding Nederland is klein. Denk groot Met deze woorden heeft het ministerie van VROM lang ruimtelijke ontwikkelingen gestimuleerd. Het koesteren van de Drentse kernkwaliteiten en het ontwikkelen van een bruisend Drenthe, passend bij de kernkwaliteiten. Met deze leidende missie heeft de provincie hét strategisch kader voor de ruimtelijke economische ontwikkeling van Drenthe opgesteld. Ook Hoogeveen denkt groot, staat voor vitale kernen, een vitaal landelijk gebied en wil een ruimtelijk ontwikkelingsbeleid voeren dat gericht is op een duurzame toekomst. Hoogeveen staat voor het ontwikkelen van een prettige woon- werk- en leefomgeving binnen zowel de kernen als binnen het landelijk gebied. De landbouw is op dit moment de grootste grondgebruiker binnen Nederland en zeker binnen de gemeente Hoogeveen. Vanwege vele factoren staat deze bedrijfstak ernstig onder druk! Dagelijks stoppen (veelal kleinschalige) agrarische bedrijven vanwege het feit dat ze het hoofd niet meer boven water kunnen houden. Met als gevolg leegstand van bedrijfsbebouwing! Dit leidt tot kapitaalvernietiging en op termijn zelfs tot verpaupering van het landelijk gebied, als er geen nieuwe mogelijkheden worden geboden. Het hierboven beschreven negatieve toekomstbeeld staat Hoogeveen niet voor ogen. Zoals in de Structuurvisie 2015-2030 staat geschreven, worden vele mogelijkheden gezien om het hiervoor geschetste probleem te tackelen. Er zal ingespeeld moeten worden op veranderingen en op het zoeken naar verrassende oplossingen. Jarenlang was de traditionele agrarische bedrijfsvoering de economische drager in het landelijk gebied. Deze sector maakt echter een terugtrekkende beweging. De toeristische en recreatieve sector groeit op veel plaatsen uit tot een belangrijke economische drager met potentie. Zo ook in Hoogeveen. Om bij te dragen aan de vitaliteit van de plattelandseconomie is het wenselijk alle partijen meer ontwikkelmogelijkheden te bieden. Het plattelandsbeleid van Hoogeveen zou zich meer moeten richten op een brede plattelandseconomie. Dit bijvoorbeeld door: uitbreiding van agrarische (neven)functies, het stimuleren van blijvende grondgebondenheid, het oog hebben voor de identiteit van het landschap en het genereren van ontwikkelmogelijkheden in de toeristische en recreatieve sector in agrarische probleemgebieden. Naast de boost voor ondernemend Drenthe draagt een variatie in het aanbod ook in belangrijke mate bij aan de aantrekkelijkheid van onze provincie op de toeristisch / recreatieve markt. Een totaalproduct met veel variatie dat aansluit op de behoefte van de hedendaagse toerist en recreant is een basis voor een bruisend Drenthe. Een Drenthe waar de toerist en recreant zich welkom voelt, met plezier verblijft en prominent in zijn/haar gedachten blijft. De paardenhouderij kan aan de weergegeven aandachtspunten een positieve bijdrage leveren. Afhankelijk van het bedrijfstype en locatie zal in meer of mindere mate een bijdrage worden geleverd aan bijvoorbeeld de recreatieve sector of aan activiteiten (bijv. evenementen) in die gebieden waar de traditionele agrarische bedrijfsvoering sterk onder druk staat. Maar ook los daarvan kan een paardenhouderij voor een vitaal platteland van onschatbare waarde worden. 5

Gebiedsgericht Hoogeveen kenmerkt zich qua landelijk gebied in verschillende verschijningsvormen. Met eenvoudige maatregelen kunnen paardenhouderijen ervoor zorgen dat ze beter in het landschap passen. Wat wenselijk is, wisselt per landschapstype. Of een paardenhouderij stoort heeft te maken met het soort landschap. In open landschappen zoals het veenontginningsgebied kunnen bijvoorbeeld houten afrasteringen erg opvallen. Dit in tegenstelling tot de meer kleinschalige landschappen. In deze gebieden kunnen deze een harmonieus beeld geven. Hetzelfde geldt voor het ontwikkelperspectief voor toegevoegde toeristische en recreatieve mogelijkheden. Binnen of in de directe nabijheid van bos en natuurgebieden zal een toegevoegde recreatieve poot bij een paardenhouderij zich misschien beter en sneller ontplooien dan in een open veenontginningsgebied. Voor open veenontginningsgebieden zijn er misschien wel weer andere mogelijkheden die binnen kleinschalige landschappen niet goed tot zijn recht komen. Op voorhand wordt niets uitgesloten. Wel kan het zijn dat voor eenzelfde product op verschillende plaatsen andere uitgangspunten gelden. Kortom, maatwerk leveren! Aftrap Voor het samenstellen van de projectgroep en om inzicht te krijgen in wie zich binnen de organisatie bezighoudt met plattelandsontwikkeling en recreatie & toerisme heeft een verkennend gesprek plaatsgevonden. Ook dit concept projectplan is hier besproken. Bij het opstellen van het beleid moet rekening te worden gehouden met: De wensen en ideeën van agrarische ondernemers, brancheorganisaties (Recreatieschap, LTO, etc.), belangengroeperingen (Drents Landschap, Milieufederatie, etc.), de gemeente, provincie en overige deelnemers (integratie van belangen). Het verkrijgen van een breed draagvlak met bovengenoemde partijen. De randvoorwaarden en uitgangspunten die vanuit verschillende (beleids)invalshoeken worden gesteld aan paardenhouderijen en recreatie & toerisme. Een projectmatige aanpak. Een snelle doorlooptijd. Programmasturing In het kader van programmasturing is het belangrijk dat onderlinge relaties en raakvlakken tussen de verschillende programma s niet uit het oog verloren worden. Om aan dit aspect een goede invulling te geven wordt de projectgroep zo samengesteld dat collega s uit de clusters Beleid Strategie & Projecten, Realisatie & Beheer en Dienstverlening & Handhaving in de projectgroep vertegenwoordigd zijn. Op deze wijze kunnen onderwerpen vanuit andere programma s in dit project onder de aandacht worden gebracht. Dit is echter wel een eigen verantwoordelijkheid van de vertegenwoordigers vanuit de genoemde clusters. 6

2. Projectstructuur Het project bestaat uit 2 fasen. Beide fasen worden gelijktijding afgesloten met besluitvorming over de nota. De fasen zijn: Fase 1: Inventarisatie bestaande en gewenste situatie Inventariseren van de bestaande situatie, het inventariseren van wensen, kansen, kwaliteiten, ambities en knelpunten, en het creëren van draagvlak welke van groot belang is voor het opstellen van de nota. Het bepalen van gebieden en begrenzingen. Opstellen van een visie en keuzes per gebied. Het bepalen van randvoorwaarden en uitgangspunten voor het genereren van ontwikkelmogelijkheden voor verschillende vormen van paardenhouderijen in samenhang met recreatie & toerisme binnen een bepaald gebied. Voordat de nota wordt opgesteld zal een terugkoppeling van de uitkomst van deze fase in de trojka plaatsvinden. Fase 2: Opstellen nota In deze fase zullen voor de uit fase 1 naar voren gekomen keuzes worden vertaald en vastgelegd in de nota. 7

Fase 1 Inventarisatie bestaande en gewenste situatie Doel: a. Inzicht te krijgen in de bestaande vormen en ontwikkelmogelijkheden van paardenhouderijen in samenhang met recreatie & toerisme mogelijkheden. b. Inzicht te krijgen in de wensen, kansen, kwaliteiten, ambities en knelpunten bij externe partners en het creëren van draagvlak welke van groot belang zijn voor het opstellen van de nota. c. Gebieden bepalen, keuzes maken, randvoorwaarden, uitgangspunten en regels formuleren voor verschillende vormen van paardenhouderijen annex recreatie & toerisme binnen een bepaald gebied. Beoogd resultaat: ad a. Een overzicht van bestaande vormen en ontwikkelmogelijkheden voor paardenhouderijen in samenhang met recreatieve & toeristische mogelijkheden. ad b. Een breed gedragen samengestelde lijst van wensen, kwaliteiten, ambities, kansen en knelpunten op het gebied van verschillende vormen van paardenhouderijen in samenhang met recreatieve & toeristische ontwikkelmogelijkheden. ad c. Een overzichtskaart met een gebiedsindeling met hieraan gekoppeld een document waarin per gebied een toetsingskader is beschreven onder welke concrete omstandigheden, voorwaarden en wensen meegewerkt kan worden aan een bepaalde ontwikkeling. Hierbij is het denkbeeldig dat voor een bepaalde ontwikkeling op de ene locatie andere voorwaarden en wensen gelden dan op een andere locatie. Dit komt voort uit gebiedsgericht werken. Ons landelijk gebied kent namelijk verschillende verschijningsvormen. Toelichting: In het collegeakkoord Samen naar een nieuw evenwicht spreekt het college zijn ambitie uit om binnen de gemeentelijke dienstverlening een nieuw evenwicht te vinden tussen de verantwoordelijkheid van de lokale overheid en de verantwoordelijkheid van burgers, ondernemers en organisaties. De gemeente stel zich tot doel om zo effectief mogelijk op te treden met minder nadruk op beleidsvorming en meer nadruk op uitvoering en het resultaat. Met deze werkwijze moet het mogelijk zijn om met minder middelen toch de beleidsdoelstellingen te kunnen realiseren. De vraag van de klant is leidend en de grondhouding van de organisatie is oplossingsgericht. Hiermee wordt de klant niet belast met nutteloze en overbodige regels en procedures. Activiteiten: 1.0 Inventariseren bestaande vormen en ontwikkelmogelijkheden Deze inventarisatie vindt in eerste instantie plaats binnen de eigen gemeentelijke organisatie. 1.1 Inventariseren externe gesprekspartners Uitgangspunt is zelfregulering. Hier valt alleen succes te halen wanneer de markt zelf actief wordt betrokken bij het opstellen van afspraken en regels. Binnen deze activiteit wordt een lijst opgesteld van mogelijke gesprekspartners. 1.2 Inventariseren / analyseren van wensen, kansen, kwaliteiten, ambities en knelpunten bij externe partners De vraag van de klant is leidend en de grondhouding van de organisatie is oplossingsgericht. In deze stap worden ook de huidige initiatiefnemers benaderd en worden hun wensen en ideeën bij de afwegingen meegenomen 8

1.3 Bepalen gebieden en begrenzingen In deze stap wordt een keus gemaakt tussen hobbymatig en bedrijfsmatigheid. Ook de vraag wanneer een plaats tot het buitengebied of bebouwde kom hoort wordt beantwoord. Of een paardenhouderij stoort heeft te maken het soort landschap. In open landschappen zoals het veenontginningsgebied kunnen bijvoorbeeld houten afrasteringen erg opvallen. Dit in tegenstelling tot de meer kleinschalige landschappen. In deze gebieden kunnen deze een harmonieus beeld geven. Kortom, maatwerk leveren! Om maatwerk te kunnen leveren moet gebiedsgericht worden gewerkt. In deze stap wordt een kaart samengesteld waarop de verschillende gebieden worden begrensd. 1.4 Schrijven concept voorstellen Aan de hand van de uitkomst van de inventarisaties wordt per gebied een concept voorstel geschreven. 1.5 Organiseren discussiebijeenkomsten De conceptvoorstellen worden besproken met de externe partners. Bijgesteld of gewijzigd als dit ten goede komt aan het vergroten van het draagvlak. Voor het stimuleren van ontwikkelingen is draagvlak van essentieel belang! 1.6 Opstellen document waarin het beoogd resultaat van deze fase is vastgelegd. Het gaat hierbij om een overzicht van de bestaande situatie en mogelijkheden, een samengestelde lijst met ontwikkelmogelijkheden en een overzichtskaart met een gebiedsindeling met hieraan gekoppeld een document waarin keuzes zijn gemaakt. 1.7 Besluitvorming Het document uit stap 1.6 wordt besproken en vastgesteld in de Trojka Ontwikkelt + Trojka Duurzaamheid & Mobiliteit (recreatie & toerisme). 9

Fase 2 Opstellen nota Doel: Het opstellen van een breed gedragen nota, waar de in fase 1 bepaalde gebieden, gemaakte keuzes, gestelde randvoorwaarden, uitgangspunten en regels aan ten grondslag liggen. Beoogd resultaat: a. Een vastgestelde nota dat als basis dient voor een juridisch document (bestemmingplan en Welstandsnota). Toelichting In deze fase wordt aan de hand van de in fase 1 vastgestelde gebieden, gemaakte keuzes en gestelde randvoorwaarden, uitgangspunten en regels de nota geschreven. Activiteiten: 2.1 Opstellen ontwerp De in fase 1 vastgestelde gebieden, gemaakte keuzes en gestelde randvoorwaarden, uitgangspunten en regels worden vertaald in een nota. De opzet van de nota is kort en bondig. 2.2 Voorlopig ontwerp Het betreft hier een conceptnota die binnen de gemeentelijke projectgroep wordt opgesteld. Het concept wordt besproken met de professionele externe partners. Bijgesteld of gewijzigd als dit ten goede komt aan het vergroten van het draagvlak. Voor het stimuleren van ontwikkelingen is draagvlak van essentieel belang! 2.3 Organiseren informatiebijeenkomst(en) De gemaakte keuzes, afspraken en regels voor een bepaald gebied gelden echter voor alle belanghebbenden binnen dit gebied. Voor het draagvlak en de uitvoering is het van belang dat de gemaakte vertalingen onderbouwd worden uitgelegd aan alle belanghebbenden. Het kan zijn dat in deze bijeenkomsten nog bepaalde aspecten naar voren komen. Het is al eerder geschreven. De vraag van de klant is leidend en de grondhouding van de organisatie is oplossingsgericht. In dit kader moet er ruimte zijn voor aanpassingen in gemaakte vertaling. 2.4 Definitief ontwerp Het betreft hier een breed gedragen nota. 2.5 Besluitvorming De nota wordt door het college en de raad vastgesteld. 10

3. Projectorganisatie Het opstellen van deze nota valt onder de bestuurlijke opdracht en verantwoordelijkheid van wethouder Hiemstra. Clustermanager Mike Hacking is opdrachtgever van het project en eindverantwoordelijk voor de uitvoering ervan. Lucas Benning is projectleider en beleidsadviseur bij het opstellen van de nota.. De projectleider stuurt de projectorganisatie aan en is het eerste aanspreekpunt voor het project als geheel. De trojka bepaalt of stukken voldoende zijn uitgewerkt, voldoen aan de projectopdracht en besluit op welk moment stukken aan het college en/of de gemeenteraad voor besluitvorming dan wel ter kennisname worden voorgelegd. De Projectgroep is verantwoordelijk voor het opstellen van de nota. Het betreft hier een breed gedragen nota. De projectgroep werkt de in fase 1 vastgestelde gebieden, gemaakte keuzes en gestelde randvoorwaarden, uitgangspunten en regels verder uit tot een nota wat ter vaststelling aan het college en de gemeenteraad wordt aangeboden. De werkzaamheden (denken, praten, ontwerpen en beslissen) van de projectgroep vinden plaats op hoofdlijnen. De projectgroep wordt aangestuurd door de projectleider. De projectgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de betrokken gemeentelijke afdelingen. De projectgroepleden zijn verantwoordelijk voor de terugkoppeling van de inhoud en voortgang van het project binnen hun eigen afdeling en/of cluster. De projectleider is voorzitter van de projectgroep. Voor fase 1 en 2 ziet de projectgroep er als volgt uit: Cluster Realisatie & Beheer: - ontwerp (Robert Koetschruiter); - advies (Frank Berting en Peter van Dam); - recreatie & toerisme (Vera van Hees). Cluster Beleid, Strategie & Projecten: - beleid (Lucas Benning); Cluster Dienstverlening & Handhaving: - Vergunningverlening (Gert Laninga); - Handhaving (Henk Arends). De werkwijze van de projectgroep zal zodanig zijn dat in principe korte vergaderingen c.q. werksessies worden gehouden gedurende de 1 e fase en dat vooral opdrachtgericht wordt gewerkt met terugkoppelmomenten. Het is duidelijk dat het binnen het project gaat om verschillende partijen en belangen. Belangrijk is dat iedereen zich gehoord en erkend weet. Daarom zal in alle gevallen worden gestreefd naar breedgedragen besluitvorming. Hier is dan ook een belangrijke rol weggelegd voor de projectleider om het brede draagvlak bij de verschillende partijen te bereiken. Naast de besturende en uitvoerende organisatie is het ook van groot van belang bij de externe partijen een breed draagvlak te laten ontstaan. Er wordt voor gekozen om naast de werksessies en terugkoppelmomenten alle belanghebbenden te informeren door het organiseren van een informatiebijeenkomst in fase 2. 11

4. Financiën De kosten van het project zijn interne personeelskosten en de kosten voor het organiseren van een informatiebijeenkomst in bijvoorbeeld de burgerzaal of extern. Deze laatste kosten worden gedekt door een algemeen bestaand budget. 12

BIJLAGE 1 Tijdsplanning & Capaciteitsplan 13

Tijdplanning Paardenhouderijen Fase 1 1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 Fase 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2010 2011 3e kw. 4e kw. 1e kw. j a s o n d j f m Urenplanning Paardenhouderijen Fase 1 Fase 2 Lucas Benning 100 uur 40 uur Vera van Hees 100 uur 20 uur Robert Koetschruiter 50 uur 8 uur Frank Berting 30 uur 6 uur Peter van Dam 30 uur 6 uur Gert Laninga 20 uur 6 uur Henk Arends 20 uur 6 uur pagina 14