Absoluut Relatief = in verhouding = procentueel; procentuele verandering procentpunt; perunage, promille; juist afronden groei over groei



Vergelijkbare documenten
CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling. Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25

Samenvatting Economie Rekonomie

De prijs van een cd is gestegen met 25% ten opzichte van het basisjaar.

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2

1.4 a. 6,54 wordt afgerond 6,5 en het antwoord: 6, = b. 6,54 wordt dan 7 en het antwoord: =

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Hoe wordt inflatie berekend? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 1 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/V1/5.1

Lesbrief Rekonomie havo 2 e druk

Indexcijfers. - We rekenen volumes van allerlei zaken om naar procenten - We vergelijken vervolgens die cijfers om conclusies te trekken

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115

Examen VWO. economie 1. tijdvak 1 vrijdag 25 mei uur

Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II

Kortetermijnontwikkeling

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap

Bijlage I: Woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2008

Oefentoets Klas: havo 3 / vwo 3

Wat is een index? Een index is een vergelijking in de vorm van een tabel of grafiek van een willekeurig volume (bijvoorbeeld BBP, werkloosheid,

Toegepast Rekenen Theorie:

Macro-economische Ontwikkelingen

DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later

Toegepast Rekenen Opdrachten:

Bijlage I: Woningmarktcijfers 1 e kwartaal 2008

Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Leeftijd (jaar) Lengte 1,59m 1,70m 1,80m 1,85m Indexcijfer (16 jaar=100) Indexcijfer (15 jaar=100)

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen

Boek: A deel 1; A deel2; A deel 3 Hoofdstukken: 3, 5, 10

Uitwerkingen rekenvaardigheden

Macro-economische Ontwikkelingen

Examen HAVO. Economie 1

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE

Eindexamen economie havo I

UIT elasticiteiten

Rijksbelastingen 0n verdubbeld en vergroend

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-II

ALGEMENE ECONOMIE /03

Macro-economische Ontwikkelingen

prijsindexcijfer Het enkelvoudig prijsindexcijfer van een periode (EPI p x 100

4.1 Cijfermateriaal. In dit getal komen zes nullen voor. Om deze reden geldt: = 10 6

Opgaven hoofdstuk 15 Tijdreeksen: Beschrijvende analyses, modellen en voorspellingen

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Eindexamen economie 1 havo 2008-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2006-II

20.1 Wat is economische groei?!

Examen HAVO - Compex. economie 1 Compex

Informatie 10 januari 2015

economie 1 Compex Je geeft de antwoorden op deze vragen op papier, tenzij anders is aangegeven.

Domein Markt. Uitwerking. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. Frans Etman

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken

GfK Supermarktkengetallen

Voorbeeld 1 In een klas van 29 leerlingen hebben 3 leerlingen een onvoldoende behaald voor een toets.

Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2008

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Lesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk

Bijlage I: Woningmarktcijfers 1 e kwartaal 2009

Eindexamen economie havo I


Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Economie groeit met 0,7 procent

bruto inkomen (per persoon)

Antwoorden Lesbrief Waar voor je geld

NVM-Betaalbaarheidsanalyse Q1 tot en met 2014-Q4

Macro-economische Ontwikkelingen

Examen HAVO. economie 1. tijdvak 1 donderdag 22 mei uur

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug

Bijdrage aan en impact op de inflatie

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)

GfK Supermarktkengetallen

Examen HAVO - Compex. economie 1

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-I

Marktontwikkeling koopwoningen

Hoe maak je nu van breuken procenten? Voorbeeld: Opgave: hoeveel procent van de onderstaande tekening is zwart gekleurd?

Formules en grafieken Hst. 15

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I

CBS: economie krimpt door lager gasverbruik

HAAGSE MONITOR RECESSIECIJFERS januari 2010

Examen HAVO. Economie 1 (nieuwe stijl)

Eindexamen vwo economie I

GfK Supermarktkengetallen

Macro-economische Ontwikkelingen

Kwartaalinzicht. Editie 6 Q2 2018

NVM-Betaalbaarheidsanalyse Q1 tot en met 2014-Q3

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 1,1 procent gekrompen

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II

Examen VWO - Compex. wiskunde A1 Compex

Hoofdstuk 3: Inflatie

Achtergrond van de basisverlegging CPI 2014

GfK Supermarktkengetallen

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei uur

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

CPI Statistisch Bulletin, april 2017

Transcriptie:

Absoluut Relatief = in verhouding = procentueel; procentuele verandering procentpunt; perunage, promille; juist afronden groei over groei (groeifactoren) terugrekenen in de tijd (met groeifactoren) nominaal, reëel, inflatie formule herschrijven 12 = 4* 3 Nooit procenten optellen (er is 1 uitzondering) Indexcijfers maken aandeel (= gewicht = wegingsfactor), (on)gewogen gemiddelde

Omzet online winkelen 2000-2012 Online winkelen in Nederland zit flink in de lift, zo laten de omzetcijfers zien. Lag de omzet in 2000 nog op 1,5 miljard euro, in 2012 is de omzet door de verkoop van producten en diensten via internet 9,8 miljard euro. Dat is bijna een verzevenvoudiging. Particuliere consumenten zorgen voor gemiddeld 84% van de totale omzet. In 2004 was dat 87%. De rest bestaat voornamelijk uit omzet via horeca en instellingen. Hoeveel procentpunt is dit? 3%punt 84% = 0,84 (perunage) = 840 Absoluut De bedragen van elkaar afhalen Relatief procentueel (n o) / o * 100% Van 5 omhoog, 4 en lager naar beneden 4,5 = 5 4,4 = 4 Absoluut 9,8 miljard euro - 1,5 miljard euro = 8,3 miljard euro Relatief (9,8 miljard euro - 1,5 miljard euro)/ 1,5 miljard euro * 100% = 553,33% absoluut, procentueel, afronden, procentpunt, perunage, promille

Indexcijfer: Gegeven uit andere jaar / gegeven basisjaar *100 134 huizen/122 huizen * 100 = 109,8 dus 9,8% gestegen in vergelijking met basisjaar. Ontwikkeling afzet in de metaalindustrie, 2000-2014 Als afzet eind 2009 150 miljoen producten is, bereken de afzet in 2010 (1 decimaal) 150 mln *1,115 = 167,3 miljoen producten Bereken de procentuele verandering over de periode 2006 2009 100*1,045*1,075*1,0075*0,8275= 93,7 dus afname van 6,3% Stel afzet eind 2004 90 mln Bereken de afzet einde 2001 90/1,035/0,97/0,9625= 93,14 mln Procentuele mutatie in vergelijking met het vorige jaar indexcijfer, groei over groei. Terugrekenen in de tijd

Uit de voorlopige cijfers van HTC blijkt dat HTC in het tweede kwartaal van 2013 een omzet van 1,827 miljard dollar heeft weten te boeken. Dit is iets meer dan de 1,809 miljard dollar waar analisten vooraf vanuit gingen. De winst over het hele tweede kwartaal van 2013 komt volgens de voorlopige prognoses uit op 2,3 miljoen euro, ruim 83 procent minder dan de winst in het tweede kwartaal van 2012. Bereken de winst als percentage van de omzet in het tweede kwartaal van 2013. Rond af op 2 decimalen. 2,3 miljoen euro/ 1,827 miljard euro * 100% = 0,13% WIJCHEN - Plaza Food Wijchen wil de productie van kant-enklaarmaaltijden de komende jaren flink opschroeven. Met name in Engeland en Duitsland verwacht de onderneming een groei van de afzet. De gemeente Wijchen heeft Plaza Food een milieuvergunning verleend voor de productie van 95.000 maaltijden. Dat zijn er bijna 40 procent meer dan nu. Plaza Food heeft de productiefaciliteit aan de Wijchense Celsiusstraat het afgelopen jaar gemoderniseerd en kan een stijging van de productie makkelijk aan, zegt mede-eigenaar Yongli Chang. "We reserveren in de vergunning alvast genoeg ruimte", zegt hij. "We weten niet hoe snel we dat productieniveau halen. Dat kan binnen een jaar zijn, maar ook drie of vier jaar duren. We zijn pas vier jaar actief in Engeland en Duitsland en beginnen nu de resultaten van onze inspanningen daar te zien." Bereken hoe groot de productie nu is. Rond rekenkundig juist af op een geheel getal. 95000/1,40 = 67.857

Toelichting bij de figuur: -De gestippelde lijn geeft de groei van het bbp weer ten opzichte van het voorafgaande jaar met daarbij de betreffende groei (in %). - De doorgetrokken lijn geeft de groei van de werkgelegenheid weer ten opzichte van het voorafgaande jaar met daarbij de betreffende groei (in %). Bereken de procentuele verandering van de werkgelegenheid in 2012 ten opzichte van 2008 in twee decimalen. 1,017 1 1 0,986 100 = 100,28 een groei van 0,28%

De supermarkten in Nederland hebben hun omzet in juni zien stijgen tot 2,63 miljard euro, vergeleken met 2,54 miljard een jaar eerder. Dit blijkt uit donderdag gepubliceerde cijfers van marktonderzoeksbureau GfK. In de eerste zes maanden van dit jaar steeg de omzet met 3,8 procent tot 16,8 miljard euro. Dit kwam mede door een stijging van de gemiddelde waarde van de kassabon met 2,8 procent. Ook het aandeel in de supermarktbestedingen dat via aanbiedingen is verkocht, neemt nog steeds toe. Van elke supermarkteuro werd dit jaar 17,8 procent via een aanbieding verkocht. In dezelfde periode vorig jaar was dit 17,2 procent. 04/07/13 Volkskrant.nl Hoeveel miljard euro is de omzet in juni 2013 in vergelijking met mei 2013 gestegen? Geef de berekening. Rond rekenkundig juist af op 2 decimalen 2,63 2,54 = 0,09 miljard euro Is dit een absolute of relatieve verandering? Absoluut. Bereken de procentuele stijging van de omzet in juni 2013 in vergelijking met mei 2013. (2,63 2,54 )/2,54 * 100% = 3,54% Bereken de omzet eind 2012. 16,8 mld euro/1,038 = 16,18 mld euro Bereken de stijging van het aantal kassabonnen in de eerste zes maanden van 2013. 103,8/102,8*100 = 100,97 dus 0,97% Bereken het totale bedrag aan aanbiedingen die verkocht zijn in de eerste 6 maanden van 2013. 0,178*16,8 miljard euro = 2,99 miljard euro

geldbedrag prijs 12/3 = 4 Nominaal / inflatie = reëel 12/4 = 3 Nominaal / reëel = inflatie 4*3 = 12 Reëel * inflatie = nominaal producten nominaal inflatie reëel

2013 wordt weer een zwaar jaar voor de portemonnee. Vrijwel iedereen heeft minder te besteden dan in 2012. Het is het vierde jaar op rij waarbij er aan koopkracht wordt ingeleverd. Dit blijkt uit berekeningen van het Nibud. Zware minnen ziet het Nibud bij (vervroegd) gepensioneerden en ouders met kinderen in de kinderopvang. De koopkrachtdalingen kunnen oplopen tot min 7,7%. Het Nibud maakt zich zorgen om deze dalende koopkracht, zeker nu de crisis blijft voortduren. Het zal voor velen lastig zijn ook deze koopkrachtdaling weer op te vangen. In deze periode was het inflatiepercentage 2,2%. Bereken de nominale procentuele groei in deze periode. Juist afronden op 1 decimaal. 92,5*102,2 / 100 = 94,5 dus 5,5% daling

aantal uitkeringen 1999-2010 (in duizendtallen) consumentenprijsindex (CPI) Nederland 2005-2011 De uitkeringen stijgen mee met het inflatiepercentage. Bereken de nominale relatieve stijging van de bijstandsuitkeringen in 2009 in vergelijking met 2008. (304-299,3)/299,3 *100 = 1,6% Indexcijfer 101,6 Inflatie (108,3 107,9)/107,9 * 100 = 0,4 Indexcijfer 100,4 Nominaal relatieve verandering: 101,6*100,4/100 = 102,0 Dus 2,0%

Gewogen gemiddelde Hoe belangrijke een categorie, hoe groter het aandeel Ongewogen gemiddelde Alle categorieën zijn even belangrijk Voorbeeld Vak: economie DT 1: 7,2 DT 2: 6,3 DT 3: 8,2 DT 4: 9,1 Ongewogen gemiddelde (7,2 + 6,3 + 8,2 + 9,1)/4 = 7,7 Welk gewicht het liefst? DT 1: 7,2 2x DT 2: 6,3 1x DT 3: 8,2 3x DT 4: 9,1 4x Gewogen gemiddelde (2*7,2 + 1*6,3 + 3*8,2 + 4* 9,1 )/10 = 8,2 gewicht Voeding 50% 6% Kleding 40% 1% rest 10% -5% prijsverandering Optelling 0,5*106 = 53 0,4*101 = 40,4 0,1*95 = 9,5 102,9 (on)gewogen gemiddelde