*Z005D345734* documentnr.: INT/C/14/06666 zaaknr.: Z/C/14/07428 Raadsinformatiebrief Onderwerp Aard : Invoering van de Participatiewet : Actieve informatie Portefeuillehouder : Mw. W.T.G. Vervoort Reijnders Datum college : 18 maart 2014 Openbaar Afdeling : Ja : Ontwikkeling Contactpersoon : O.M. Poelen Telefoon : 775 E-mail : otto.poelen@cgm.nl In te vullen door de griffie Nummer brief : 2014-41 Datum verzending : 20 maart 2014 Nummer weekbericht : 12 Aanleiding Wij willen uw raad graag informeren over de recente ontwikkelingen in onze regio in het kader van de voorbereidingen voor de invoering van de Participatiewet en de pilots die gaan starten. Inhoud Kernboodschap Wij hebben een positief besluit genomen over 2 pilots in verband met de invoering van de Participatiewet. Dit om te kunnen starten met de voorbereiding op de invoering van de wet. We kunnen namelijk niet langer wachten op de definitieve besluitvorming over de wet in de Eerste Kamer. Pilot 1 In een pilot met IBN gaan we in 2015 en 2016 proefdraaien met de Participatiewet. In onze regio Brabant Noordoost-oost hebben wij met 12 gemeenten een SW-bedrijf dat zowel op sociaal als financieel gebied goede resultaten laat zien. Hoewel de instroom in de Wsw per 1 januari 2015 stopt, willen wij de expertise van IBN met het begeleiden, plaatsen en detacheren van mensen met een arbeidsbeperking en de werkgelegenheid die IBN biedt aan mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt graag blijven benutten. IBN zal haar bedrijfsvoering wel moeten aanpassen. Gemeenten hebben voor de mensen die vanaf 1 januari 2015 onder de Participatiewet vallen veel minder financiële middelen beschikbaar dan in de oude situatie. Om zowel de gemeenten als IBN tijd te geven ervaring op te doen met de nieuwe wet, starten we een pilot voor in principe 2 jaar. Pilot 2 De uitgangspunten van de Werkkamer voor een succesvolle invoering van de Participatiewet en realisatie van de afspraken van het Sociaal Akkoord zijn bekend gemaakt. Een belangrijk uitgangspunt is de vormgeving van regionale Werkbedrijven. In de wet wordt verankerd dat er landelijk 35 regionale Werkbedrijven worden gevormd. In het regionale Werkbedrijf worden er afspraken gemaakt om het aantal extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking (in het Sociaal Akkoord is landelijk een aantal van 125.000 afgesproken) in te vullen.
Ook wordt in elke regio een basispakket voor dienstverlening aan werkgevers en mensen met een arbeidsbeperking georganiseerd. Voorbeelden hiervan zijn: één regionale loonwaardesystematiek (om de hoogte van de loonkostensubsidie te kunnen bepalen), proefplaatsingen, begeleiding naar en tijdens werk, werkplekaanpassingen, een no risk polis etc. Ook in onze regio gaan we een regionaal Werkbedrijf vormgeven. Door mee te doen aan de landelijke pilot voor het regionale Werkbedrijf kan de praktijkervaring in onze regio van invloed zijn op de landelijke kaders voor de regionale Werkbedrijven. Meer informatie over de regionale pilots kunt u vinden in bijgevoegd overdrachtsdocument. Consequenties In de 1 e pilot zal moeten blijken in hoeverre IBN in staat is om mensen die voor de voorziening beschut in aanmerking komen en de overige doelgroepen van de Participatiewet, aan werk te helpen, al dan niet via detacheringen. Ook moet deze pilot inzicht opleveren over de (financiële) haalbaarheid voor gemeenten en IBN op de lange termijn. Gemeenten gaan mensen met een bijstandsuitkering niet behorend tot de doelgroep beschut werk niet alleen bij IBN plaatsen maar ook bij andere reguliere werkgevers. Communicatie IBN is vanzelfsprekend betrokken geweest bij de totstandkoming van het voorstel aan het college. IBN zal het besluit intern en aan medewerkers communiceren. Tijdens het overleg van de gezamenlijke Burger Participatieraden van de gemeenten Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert van 9 april zullen deze raden middels een themabijeenkomst ambtelijk over deze ontwikkelingen worden bijgepraat. Vervolg Besluitvorming over de gemeentelijke beleidskaders voor de Participatiewet zal in de 2 e helft van dit jaar plaatsvinden. De raad zal geïnformeerd worden over de eerste evaluatie van de pilot met IBN die eind oktober 2015 gereed moet zijn. Procedurele informatie n.v.t. Bijlagen Overdrachtsdocument Participatiewet Burgemeester en wethouders van Cuijk, drs. R.H.M.A. Rongen secretaris mr. W.A.G. Hillenaar burgemeester
Overdrachtsdocument voor (nieuw) bestuur na de gemeenteraadsverkiezingen Inleiding Hoewel de kaders van de Participatiewet nog steeds regelmatig wijzigen, 3 februari is bekend gemaakt dat het Kabinet met drie oppositiepartijen heeft afgesproken dat de huidige Wajongers met arbeidsvermogen toch niet naar de gemeenten komen, gaan de regionale voorbereidingen op de invoering van de wet die gepland staat voor 1 januari 2015 gewoon door. In deze notitie worden de besluiten die tot nu toe in de stuurgroep Werk en Inkomen genomen zijn ter vaststelling aan de colleges van de 12 gemeenten in Brabant Noordoost-oost aangeboden. Dit om continuïteit van bestuur na de gemeenteraadsverkiezingen beter te waarborgen en om te kunnen starten met de verdere voorbereiding op de invoering van de wet. We kunnen namelijk niet langer wachten op de definitieve besluitvorming in de Eerste Kamer (behandeling in de Eerste Kamer is nog niet gepland en zal in ieder geval niet voor half mei plaatsvinden). Scenario voor onze regio Op 27 februari 2013 is op de bestuurlijke kick off bijeenkomst van de Participatiewet de keuze gemaakt om het scenario IBN als regulier bedrijf met een sociale missie verder uit te werken ten behoeve van de invoering van de Participatiewet die destijds nog gepland stond voor 1 januari 2014. Inmiddels zijn we een sociaal akkoord en verschillende nota s van wijziging op het aanvankelijke wetsvoorstel Wet werken naar vermogen verder. Wat overeind is gebleven is de kerngedachte van het bovengenoemde scenario: In de komende jaren ontstaan bij IBN vacatures door de uitstroom uit de WSW. Vacatures bij IBN betekent werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt en gemeenten zoeken werkgelegenheid voor hun uitkeringsgerechtigden. Deze uitkeringsgerechtigden kunnen geplaatst worden bij bedrijven maar ook bij IBN. Daar waar instrumentarium nodig is om mensen te plaatsen zijn die voor IBN of een ander bedrijf hetzelfde. Op deze manier zijn vacatures bij IBN beschikbaar voor de gemeentelijke doelgroepen, blijft de infrastructuur van IBN beschikbaar en blijft een sociaal bewogen bedrijf in de regio bestaan, ook bij het verdwijnen van de WSW. Naar aanleiding van deze bijeenkomst is in de stuurgroep Werk en Inkomen afgesproken om in een pilot van een jaar of 3 dit scenario in de praktijk uit te testen. Ten behoeve van de concrete uitwerking van deze pilot zijn eerder berekeningen gemaakt door IBN en recent over het beslag op het Participatiebudget en het BUIG-budget van de gezamenlijke regiogemeenten. In deze berekeningen zijn we er vanuit gegaan dat de vacatures die bij IBN vrijkomen ingevuld worden met een mix uit de doelgroep van de Participatiewet.
Naar aanleiding van deze berekeningen heeft de stuurgroep Werk en Inkomen de volgende besluiten genomen: 1. Op grond van de financiële risico s voor gemeenten en IBN de pilot met IBN niet voor 3, maar voor 2 jaar starten met ingang van 1 januari 2015; a. De duur van de pilot voor de doelgroep beschut werk is 2 jaar; b. De duur van de pilot voor de overige doelgroepen is minimaal 1 jaar en in de loop van 2015 als de budgetten en de (financiële) effecten van de pilot bekend zijn en het regionale beleidskader Participatiewet door de gemeenteraden is vastgesteld, wordt definitief besloten over het 2 e jaar; 2. De eerste evaluatie van de pilot dient uiterlijk in oktober 2015 gereed te zijn. Hierin worden de resultaten voor de doelgroep en de effecten voor de gemeenten en voor IBN in beeld gebracht; 3. Voor de duur van de pilot betalen de gemeenten voor de nieuwe instroom in beschut werk een bedrag van 22.700 1 per fte per jaar aan IBN. Dit bedrag is inclusief begeleidingskosten; 4. Voor de duur van de pilot betalen de gemeenten voor de nieuwe instroom (exclusief beschut werk) uit de doelgroep van de Participatiewet, een bedrag van 5.500 2 per fte per jaar aan begeleidingskosten en bij fulltime werk een loonkostensubsidie ter hoogte van 100% van het bruto wettelijk minimumloon (inclusief werkgeverslasten) min de bruto vastgestelde loonwaarde. Bij parttime werk bedraagt de hoogte van de loonkostensubsidie hier een evenredig deel van. nieuwe instroom In de bijlage staat een schatting van de aantallen van de totale nieuwe instroom (beschut en overige doelgroepen) waar het per gemeente in 2015 en 2016 om zal gaan. Het gaat hier om de gemiddelde instroom in 2015 en de gemiddelde instroom in 2015 en 2016 bij elkaar opgeteld. In deze cijfers zijn de vrijkomende vacatures volgens cijfers van IBN weergegeven. Algemene uitgangspunten voor uitwerking pilot met IBN Hieronder volgen een aantal algemene uitgangspunten voor de uitwerking van deze pilot: 1. De uitvoering van de Wsw voor het zittend bestand doet IBN voor het budget per SE dat hier landelijk (fictief) beschikbaar voor gesteld wordt door het Rijk; 2. De corebusiness van sociale diensten in de pilot is rechtstreeks regulier plaatsen. IBN is aanvullend in de keten. De corebusiness van IBN in de pilot is beschut werk, detachering als groep of via IBN-Facilitair en detachering individueel; 3. Gemeenten gaan mensen met een bijstandsuitkering niet behorend tot de doelgroep beschut werk niet alleen bij IBN proberen te plaatsen maar ook bij andere reguliere werkgevers; 4. Loonkostensubsidie en een vergoeding voor de begeleiding stellen gemeenten beschikbaar ter financiering van de nieuwe instroom; 1 Het edrag a 22.700 is gelijk aa het edrag dat a af 2020) fictief voor het zittend Wsw-bestand beschikbaar wordt gesteld door het Rijk. 2 Aan het gebundeld re-integratiebudget wordt voor de mensen die vanaf 1 januari 2015 niet meer in aa erki g ko e oor de Ws ee edrag a ge iddeld 5.500 oor egeleidi gskoste toege oegd.
5. Nieuwe instroom van mensen uit de bijstand bij IBN vormt een mix van de totale doelgroep die gemeenten in de bijstand hebben (dus een mix van mensen met weinig en veel loonwaarde); 6. Diagnostiek en arbeidsrijp maken (aanleren minimale werknemersvaardigheden) is de verantwoordelijkheid van de gemeente. Dit wil overigens niet automatisch zeggen dat de gemeente deze taken zelf uitvoert; 7. Bij het plaatsen van mensen op de vrijkomende werkplekken bij IBN is bij beschut werk het aanbod (zijn de mensen) leidend. Bij het plaatsen van mensen die niet voor een voorziening beschut werk in aanmerking komen is de vraag van IBN leidend; 8. Gemeenten zijn zich bewust van de noodzaak om ook zelf werk bij IBN te beleggen zoals groen en facilitair zodat invulling gegeven kan worden aan de sociale missie van IBN en de maatschappelijke verantwoordelijkheid van gemeenten zelf, namelijk het bieden van werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt; 9. Goede invulling social return door gemeenten en IBN; 10. IBN plaatst mensen in de hele regio (van 12 gemeenten) ongeacht in welke gemeente deze mensen wonen; 11. Het streven is dat dit scenario zowel voor IBN als voor gemeenten of eventueel voor IBN en gemeenten bij elkaar opgeteld niet tot een negatief financieel resultaat leidt; 12. IBN draagt via het weerstandsvermogen financieel risico voor haar bedrijfsresultaten tijdens de pilot; 13. We proberen het scenario in de vorm van een pilot voor in principe 2 jaar uit. De pilot start op 1 januari 2015. Van te voren worden de evaluatiecriteria geformuleerd. De evaluatie van de eerste periode van de pilot dient uiterlijk in oktober 2015 gereed te zijn ten behoeve van een besluit over de pilot in 2016. Werkvoorzieningschap Noordoost-Brabant Als gevolg van het voorstel over de pilot met IBN blijft de positie van het Werkvoorzieningschap in ieder geval voor de duur van de pilot ongewijzigd. Tevens zijn we voornemens om het formele werkgeverschap voor de doelgroep beschut werk voor de duur van de pilot onder te brengen bij het Werkvoorzieningschap, mits dit juridisch mogelijk is. Pilot regionaal Werkbedrijf In het sociaal akkoord is de afspraak gemaakt dat de sociale partners en gemeenten landelijk 35 Werkbedrijven gaan vormen om mensen met een arbeidsbeperking aan de slag te helpen bij reguliere werkgevers of via beschut werk. Gemeenten hebben de lead bij de vorming van deze Werkbedrijven en werken daarbij nauw samen met sociale partners en UWV. Uitgangspunt voor de inrichting van de Werkbedrijven is een lichte structuur met een praktische invulling en richt zich vooral op een in de regio uniforme dienstverlening aan werkgevers. De Werkbedrijven moeten de verbindende schakel vormen tussen mensen met een arbeidsbeperking en werkgevers. Werkgevers en overheid hebben zich in het sociaal akkoord gecommitteerd om 125.000 extra banen voor mensen met beperking te creëren tot 2026.
In onze arbeidsmarktregio van 19 gemeenten is besloten om in onze regio mee te doen aan een landelijke pilot voor het Werkbedrijf. Dit omdat we toch een Werkbedrijf moeten gaan inrichten en omdat we het belang inzien van een goede werkgeversdienstverlening op regionaal niveau in onze arbeidsmarktregio. Een belangrijke reden is ook dat de landelijke pilots van invloed zijn op de landelijke kaders over het Werkbedrijf die door de Werkkamer worden opgesteld. Voor deze samenwerking met de 19 gemeenten is een startnotitie invoering Participatiewet geschreven die ingaat op het regionale Werkbedrijf (zie bijlage). In deze notitie wordt ook voorgesteld om met de 19 gemeenten gezamenlijk een functioneel ontwerp voor de Participatiewet te maken om het beleid voor de Participatiewet in de 19 gemeenten waar mogelijk en gewenst te harmoniseren. Social return Het land van Cuijk organiseert social return op sub regionaal niveau. De 7 gemeenten in de regio Maasland en de regio Uden/Veghel gaan onderzoeken hoe zij social return gezamenlijk gaan vormgeven of dat zij zullen aansluiten bij het bureau social return van de gemeente Den Bosch. Zo nodig zullen hiervoor in de regio Maasland en de regio Uden/Veghel financiële middelen worden vrijgemaakt. Diagnose en arbeidstraining Het Land van Cuijk wil diagnose en arbeidstraining graag zelf blijven organiseren binnen hun sub regio. De overige twee sub regio s (7 gemeenten) willen verkennen wat de mogelijkheden zijn om diagnose en arbeidstraining & arbeidsrijp maken gezamenlijk te organiseren. Daarbij wordt ook gekeken naar de bestaande instrumenten de Rotonde van de gemeenten Oss en P&ATC van IBN. In de uitwerking van de pilot zal dit onderwerp worden meegenomen. Operationele werkgeversbenadering Bij werkgeversbenadering maken we onderscheid tussen 3 niveaus: 1. lokale werkgeversbenadering; 2. subregionale werkgeversbenadering; 3. werkgeversbenadering op de schaal van de arbeidsmarktregio (zie hierboven onder pilot regionaal Werkbedrijf). De lokale werkgeversbenadering organiseren alle gemeenten zelf. Voor de subregionale benadering zijn 3 subregionale (regio Uden/Veghel, Land van Cuijk, regio Maasland) marktbewerkingsplannen vastgesteld. De oude werkgroep in onze regionale structuur (12 gemeenten) is opgegaan in het nieuwe besturingsmodel van 5* Noordoost Brabant Werkt, namelijk het tactisch overleg klankbord dienstverlening. De instrumenten voor een gecoördineerde werkgeversbenadering op het niveau van de arbeidsmarktregio wordt uitgewerkt in het regionale Werkbedrijf.
Voorstel voor de colleges van de 12 gemeenten 1. Op grond van de financiële risico s voor gemeenten en IBN de pilot met IBN niet voor 3, maar voor 2 jaar starten met ingang van 1 januari 2015; a. De duur van de pilot voor de doelgroep beschut werk is 2 jaar; b. De duur van de pilot voor de overige doelgroepen is minimaal 1 jaar en in de loop van 2015 als de budgetten en de (financiële) effecten van de pilot bekend zijn en het regionale beleidskader Participatiewet door de gemeenteraden is vastgesteld, wordt definitief besloten over het 2 e jaar; 2. De eerste evaluatie van de pilot dient in oktober 2015 gereed te zijn. Hierin worden de resultaten voor de doelgroep en de effecten voor de gemeenten en voor IBN in beeld gebracht; 3. Voor de duur van de pilot betalen de gemeenten voor de nieuwe instroom in beschut werk een bedrag van 22.700 per fte per jaar aan IBN. Dit bedrag is inclusief begeleidingskosten; 4. Voor de duur van de pilot betalen de gemeenten voor de nieuwe instroom (exclusief beschut werk) uit de doelgroep van de Participatiewet, een bedrag van 5.500 per fte per jaar aan begeleidingskosten en bij fulltime werk een loonkostensubsidie ter hoogte van 100% van het bruto wettelijk minimumloon (inclusief werkgeverslasten) min de bruto vastgestelde loonwaarde. Bij parttime werk bedraagt de hoogte van de loonkostensubsidie hier een evenredig deel van; 5. De positie van het Werkvoorzieningschap Noordoost-Brabant blijft in ieder geval voor de duur van de pilot ongewijzigd; 6. Het formele werkgeverschap voor de doelgroep beschut werk voor de duur van de pilot onderbrengen bij het Werkvoorzieningschap, mits dit juridisch mogelijk is; 7. De algemene uitgangspunten voor de uitwerking van de pilot vaststellen; 8. Als arbeidsmarktregio deelnemen aan de landelijke pilot voor het regionale Werkbedrijf en akkoord gaan met de beslispunten onder punt 9 van de bijgevoegde startnotitie invoering Participatiewet voor de 19 gemeenten; 9. Subregio Maasland en subregio Uden/Veghel gaan verkennen wat de mogelijkheden zijn om diagnose en arbeidstraining & arbeidsrijp maken gezamenlijk te organiseren; 10. Het land van Cuijk organiseert social return op subregionaal niveau. De 7 gemeenten in de regio Maasland en de regio Uden/Veghel gaan onderzoeken hoe zij social return gezamenlijk gaan vormgeven of dat zij zullen aansluiten bij het bureau social return van de gemeente Den Bosch.
Bijlage Inschatting vacatures bij IBN in de jaren 2015 en 2016 als gevolg van uitstroom door natuurlijk verloop (per gemeente en totaal) volgens cijfers van IBN fte 2015 fte t/m 2016 Bernheze 8,3 24,4 Boekel 2,4 7,0 Boxmeer 8,6 25,3 Cuijk 10,6 31,3 Grave 3,5 10,4 Landerd 4,0 11,8 Maasdonk 3,4 9,9 Mill en St. Hubert 4,3 12,7 Oss 31,7 93,4 Sint Anthonis 2,5 7,3 Uden 14,2 41,8 Veghel 11,7 34,6 Totaal jaargemiddeld 3 105,0 310,0 3 I fte s ge iddeld per jaar u ulatief.