Voorwaarden pilot Participatiewet IBN Gemeenten (Transitiearrangement tij:2; ïi.qgi./tßfß1*/ f/26

Transcriptie

1 Scan nummer 2 van 4 Scanpagina 1 van 5 AB/ g \ <;=.;±MEE.NTE BOEKEL i;1+z~iiooitbij Voorwaarden pilot Participatiewet IBN Gemeenten 2016 (Transitiearrangement tij:2; ïi.qgi./tßfß1*/ f/26 Inleiding In 2014 zijn afspraken gemaakt tussen IBN en de gemeenten met betrekking tot de pilot Participatiewet. Eén van de afspraken betrof de vergoeding voor begeleidingskosten voor de doelgroep nietbeschut: voor de duur van de pilot betalen de gemeenten voor de nieuwe instroom uit de doelgroep Participatiewet een bedrag van ë per fte per jaar aan begeleidingskosten. De duur van de pilot voor deze doelgroep is bepaald op minimaal 1 jaar. Oorspronkelijk is gesteld dat aan de hand van de uitkomsten van de evaluatie van de pilot (oktober 2015) definitief besloten zou worden over voortzetting van de pilot ten aanzien van deze doelgroep over het tweede jaar. In de stuurgroep van 13 mei 2015 is bestuurlijk commitment uitgesproken om de pilot voor alle doelgroepen ook in 2016 voort te zetten. Wel is gesteld dat de voorwaarden waaronder (de polisvoorwaarden) nog nader onderzocht worden en dat hiervoor vanuit IBN een voorstel wordt gedaan. In deze notitie wordt hier invulling aan gegeven. De vergoeding conform de afspraken 2015 Onder de kosten van begeleiding vallen niet alleen de kosten voor de daadwerkelijke begeleiding van de medewerkers zelf, maar ook de meerkosten die het in dienst hebben van medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt met zich meebrengt. Deze kosten bestaan onder meer uit functies die in het vrije bedrijf niet aanwezig zijn (zoals leercoaches en mentoren). Daarnaast bestaan de begeleidingskosten uit kosten die weliswaar in het vrije bedrijf ook aanwezig zijn, maar die hoger zijn door het werken met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Immers, doordat er meer mensen nodig zijn om hetzelfde te kunnen produceren, is er meer leiding nodig, meer werkkleding, meer schaftketen, grotere gebouwen, een grotere salarisadministratie, etc. IBN beschikt over een infrastructuur die het mogelijk maakt dat naast externe detacheringsmogelijkheden ook interne plaatsingen mogelijk zijn. Dankzij deze infrastructuur is er sprake van een grote opnamecapaciteit met een grote diversiteit aan functies, wat mogelijkheden biedt voor een brede doelgroep. Naast bovenstaande meerkosten voert IBN extra activiteiten uit die gericht zijn op: Ontwikkeling en groei van individuele medewerkers Deze activiteiten betreffen onder andere opleiding en ontwikkeling, terugdringing laaggeletterdheid en gezondheidsbeleid (activiteiten op gebied van verbetering beweging en voeding). Duurzame plaatsing Het nietfunctioneren op een bepaalde werkplek is niet meteen reden om een proefplaatsing of dienstverband op te zeggen. Gezocht wordt naar een mogelijk best passende oplossing (waaronder een intensievere begeleiding waardoor uitval wordt voorkomen). Ter dekking van bovengenoemde meerkosten en extra activiteiten ontvangt IBN conform de huidige voorwaarden ê per fte per jaar. Omgerekend naar een jaarlijkse vergoeding per persoon is dit ë De vergoeding wordt ontvangen vanaf het moment dat de kandidaat daadwerkelijk een dienstverband heeft bij IBN. Alle kosten die door IBN gemaakt worden tot aan het dienstverband worden dus niet vergoed en komen voor rekening en risico van IBN. Dit betekent dat wanneer een traject uiteindelijk niet leidt tot een plaatsing (in de vorm van een dienstverband) de tot dan gemaakt kosten niet worden vergoed. ABI ZI Pagina 1 van 5

2 Scan nummer 2 van 4 Scanpagina 2 van 5 Daarnaast heeft IBN in overleg met gemeenten besloten om het productiviteitsverlies als gevolg van verzuim voor 2015 voor eigen rekening te nemen. Voorstel pilotvoorwaarden 2016 (aanvullend op huidige uitgangspunten en afspraken over deze pilot) IBN stelt ten aanzien van de pilotvoorwaarden voor het jaar 2016 het volgende voor: 1. Het voorstel is om de begeleidingsvergoedingvoor de doelgroep nietbeschut te splitsen in een deel ter vergoeding van de kosten gericht op activiteiten tot aan het dienstverband én een deel ter vergoeding van de kosten vanaf het dienstverband. Hierdoor ontstaat er een betere match tussen de geleverde dienst en de vergoeding. Op deze wijze ontstaat er een gedifferentieerd tarief: de vergoeding over het tweede jaar is lager dan over het eerste jaar. De vergoeding voor elke aanmelding wordt verrekend op persoonsniveau; de begeleidingsvergoeding vanaf het dienstverband blijft net als in 2015 verrekend worden op fteniveau. Hieronder de concrete ø bedragen die door IBN worden voorgesteld: de vergoeding voor elke aanmelding bedraagt per persoon (eenmalig); 0 de begeleidingsvergoeding vanaf dienstverband bedraagt E per fte per jaar (excl. ziektewetrisico). In de bijlage kunt u zien wat dit per persoon aan vergoeding betekent. Wanneer een aanmelding niet leidt tot een plaatsing wordt hiervoor E 700 in rekening gebracht. 2. Voor wat betreft het aantal te plaatsen kandidaten is het voorstel om hierbij de aantallen te plaatsen conform de oorspronkelijke pilotvoorwaarden in 2015 voor zover het de nietbeschutte plaatsingen betreft en dat is 2/3e deel van de afgesproken aantallen. 1/3e deel van de afgesproken aantallen betreft beschut werk. Dit aantal zullen we waarschijnlijk niet gaan halen. Wel is voorstel 3 opgenomen om een impuls te geven aan het aantal mensen beschut werk in onze regio. Dit betekent een totale instroom van de doelgroep nietbeschut voor 2016 van 193 personen. Rekening houdend met de terugmeldingsnorm van 30% betreffen dit 275 aanmeldingen (voor berekening zie bijlage). De projectgroep Werk en Inkomen stelt verder de volgende voorwaarden voor: 3. Gemeenten en IBN zullen zich gezamenlijk inspannen om het aantal mensen in beschut werk te laten stijgen. De werkgroep pilot Participatiewet IBN Gemeenten zal met een voorstel komen hoe we in onze regio beschut werk kunnen stimuleren. Via werkgroep scenario en beleid Participatiewet zal dit voorstel in projectgroep Werk en Inkomen worden vastgesteld. 4. Om een goede vergelijking te kunnen maken tussen de resultaten van plaatsingen bij IBN en de resultaten van plaatsingen bij overige werkgevers verzamelen de 6 sociale diensten in de regio eenduidige informatie over aantallen plaatsingen op een reguliere baan zonder loonkostensubsidie, aantal plaatsingen op een reguliere baan bij overige werkgevers met loonkostensubsidie, de duurzaamheid van deze plaatsingen en de kosten voor de gemeente deze plaatsingen. van 5. Het doel van de pilot is niet alleen om mensen bij IBN te plaatsen maar ook om de ontwikkeling van mensen zoveel mogelijk te stimuleren. Dit moet zichtbaar worden in de ontwikkeling van de loonwaarde van mensen. 6. Ook streven zowel IBN als de gemeenten er naar het percentage detacheringen op de vooraf ingeschatte verhouding te krijgen (IBN Arbeidsintegratie 50%, Facilitair 25%, Productie 25%). AB/ ZI Pagina 2 van 5

3 Scan nummer 2 van 4 Scanpagina 3 van 5 De onder voorstel 1 genoemde begeleidingsvergoeding van ê zijn exclusief de vergoeding voor de kosten voor het ziektewet en WGArisico voor IBN voor de doelgroep nietbeschut. Voor de doelgroep beschut werk wordt landelijk zowel het WGArisico als ziektewetrisico geregeld. Om het risico van ziekteverzuim voor werkgevers te borgen hebben de IBNgemeenten de lowriskpolis in de reintegratieverordening opgenomen. Met de lowriskpolis worden werkgevers ontzorgd op het moment dat ze iemand in dienst met een afstand tot de arbeidsmarkt en een verminderde loonwaarde en deze gedurende het arbeidscontract ziek wordt. ln de landelijke noriskpolis worden de ziektekosten van werknemers met een arbeidsbeperking via het UWV geregeld. Bij de lowriskpolis moeten gemeenten dit zelf regelen. Het voorstel is om de ziektekosten voor lbn in 2016 af te kopen. Dit vermindert de administratieve lastendruk bij gemeenten en IBN. ln totaal gaat het regionaal om een bedrag van E op basis van een ziekteverzuim van 9% en van een gemiddelde van 145,9 fte plaatsingen uit de doelgroep van de Participatiewet. Dit komt neer op een bedrag van E 590 per fte per jaar. Dit is E 418,90 per persoon als rekening wordt gehouden met de parttimefactor van 71%. Dit bedrag komt bovenop de begeleidingsvergoeding van E per persoon in het eerste jaar dienstverband. ln totaal komt een plaatsing binnen het Transitiearrangement per persoon op E E in het eerste jaar en E in het 2 en volgende jaar. IBN geeft voor het jaar 2016 meer inzicht in de begeleidingskosten in relatie tot de doelgroep(en). Waar bestaat de doelgroep uit (wat voor kenmerken?) en wat doet IBN feitelijk aan begeleiding en ontwikkeling van de loonwaarde voor de doelgroep? ABI ZI Pagina 3 van 5

4 1 É AB/ Scan nummer 2 van 4 Scanpagina 4 van 5 Bijlage 1 š Op dit moment bedraagt de parttimefactor 71%. Dit betekent dat 1 persoon gemiddeld 0,71 fte vertegenwoordigd. Hiervan uitgaande bedraagt de vergoeding: Aanmelding E 700 1ejaardienstverband (0,71 X ) Totaal over het eerste jaar: ë š 2 jaar dienstverband ë 2.900(0,71 x ) 5 i r e i 1 ABI ZI Pagina 4 van 5

5 Scan nummer 2 van 4 Scanpagina 5 van 5 Bijlage 2 Instroom 2016 ln de oorspronkelijke pilotvoorwaarden zijn de volgende aantallen opgenomen (fte's): Ven/vacht aantal plaatsingen ultimo 2015: 210 (gemiddeld fte) Ven/vacht aantal plaatsingen ultimo 2016: 410 (gemiddeld fte) Instroom fte Hiervan 2/3 nietbeschut 131 fte Omgerekend naar personen: 193 personen Aantal (instroom 2016 cf oorspronkelijke uitgangspunten, 2/3nietbeschut) norm 30% Vergoedingvw 2016 instroomcf oorspr. Berekende Berekend Berekende Prognose uitgangspun Prognose ES Prognose instroom einstroom aanmel Vergoedin Vergoeding Vergoeding Vergoeding Verschil Gemeente (fte's) E t 2016 gem (fte's) (pers) dingen g vw 2015 Ze jr 1e ji terugmelding Totaal Bernheze 3,8 10,4 14,2 9,0 10, Boekel 2,5 2,9 5,5 4,0 2, Box mee r 5,3 10,8 16,1 10,7 10, Cuijk 3,5 13,5 16,9 10,2 13, Grave 1,3 4,5 5,9 3,6 4, Landerd 2,0 5,1 7,0 4,5 5, Mill en St. Hubert 0,0 4,1 4,1 2,1 4, OSS 47,8 44, 1 91,9 69,8 44, St. Anthonis 0,5 3,1 3,6 2,1 3, Uden 9,0 17,9 26,9 17,9 17, Veghel 4,5 1' I I,... _l; 31. y;,f «;, «,... _.. M. / _.,.,., l', ABIO17436 Zl Pagina 5 van 5 6, V.