gemeente Eindhoven Dienst Stedelijke ontwikkeling en Beheer Raadsnummer O6.RZ86O.OOI Inboeknummer o6bstorzss Beslisdatum B&w to oktober 2006 Dossiernummer 6qr.rSr Oplegvel Raadsvoorstel Detailhandelsnota Gemeente Eindhoven, "Tenminste houdbaar totjanuari oron 1 Samenvatting In juni 2003 hebben wij besloten om het detailhandelsbeleid van de gemeente Eindhoven te actualiseren. Redenen hiervoor waren de verwachte veranderingen in het Rijksbeleid, geluiden uit de markt en diverse studies die betrekking hadden op stedelijke verzorgingsstructuren. Uit alles werd duidelijk dat Eindhoven het een en ander te wachten stond (en staat) wat de detailhandel betreft. Het vigerende detailhandelsbeleid dateert uit 1987 met een aanvulling betreffende PDV/GDVbeleid (perifere detailhandel) in 1996. Een actuele detailhandelsnota geeft antwoorden op de gesignaleerde problematiek voor wat betreft de fijnmazige verzorgingsstructuur, de buurtwinkelstrips, de binnenstad en de grootschalige detailhandel. De detailhandelsnota biedt een actueel toetsingskader om de ontwikkelingen in de detailhandel richting te geven. In een detailhandelsnota worden keuzes gemaakt. Keuzes die duidelijkheid bieden voor alle betrokkenen. Belangrijkste onderlegger van deze nota is het zgn. Informatiedocument (" Detailhandelsstructuur Gemeente Eindhoven, lnformatiedocument", BRO, Vught, juli 2004). Dit is een compleet verslag van het grondige marktonderzoek dat aan het schrijven van deze nota is voorafgegaan. Van de inhoud van dit lnformatiedocument heeft het college 24 augustus 2004 kennisgenomen en besloten dat dit als basis/onderlegger voor het nieuwe detailhandelsbeleid moet dienen. Wij hebben op 30 augustus 2005 besloten de Detailhandelsnota Gemeente Eindhoven, "Tenminste houdbaar tot januari 2010" vrij te geven voor inspraak. De detailhandelsnota heeft ter inzage gelegen van vrijdag 4 november t/m vrijdag 16 december 2005. De verwerking van de inspraakreacties in de detailhandelsnota heeft plaatsgevonden in de inspraaknota. Enkel de reacties die om een aanpassing vragen zijn behandeld, reacties die instemmen met de inhoud van de detailhandelsnota komen in deze nota niet aan de orde. De aanpassingen zijn indien nodig in de vorm van concrete tekstvoorstellen cursiefgedrukt gepresenteerd. Vaststelling van de inspraaknota impliceert hiermee vaststelling
Raadsnummer O6.RX86O.OOr van Detailhandelsnota Gemeente Eindhoven, "Tenminste houdbaar tot januari 2010" na aanpassing met de in de inspraaknota voorgestelde tekstvoorstellen. 2 Bijlage(n) Als bijlage(n) bij dit voorstel behoren: Detailhandelsnota Gemeente Eindhoven, "Tenminste houdbaar tot januari 2010", augustus 2005. Inspraaknota Detailhandelsnota ÃćâĆňâĂİ Beantwoording van de inspraakreacties,juni 2006 De bijlagen liggen ter inzage in de leeskamer.
gemeente Eindhouen Dienst Stedelijke Ontssikkeling en Beheer Raadsnummer O6.R186O.OOI Inboeknummer o6bstoryss Beslisdatum B%W Sr oktober 2006 Dossiernummer RaadsvoorstelDetailhandelsnota Gemeente Eindhouen, "Tenminste houd-!paal tot JanUal 1 2OIO 1 Inleiding Aanleiding. In juni 2003 hebben wij besloten om het detailhandelsbeleid van de gemeente Eindhoven te actualiseren. Redenen hiervoor waren de verwachte veranderingen in het Rijksbeleid, geluiden uit de markt en diverse studies die betrekking hadden op stedelijke verzorgingsstructuren. Uit alles werd duidelijk dat Eindhoven het een en ander te wachten stond (en staat) wat de detailhandel betreft. Het vigerende detailhandelsbeleid dateert uit 1987 met een aanvulling betreffende PDV/GDV-beleid (perifere detailhandel) in 1996. Dit beleid is gericht op het handhaven en waar mogelijk versterken van de fijnmazige voorzieningenstructuur. Detailhandel als sector van betekenis. De economie van Eindhoven leunt sterk op de kennisintensieve maakindustrie. De vier speerpuntensectoren medische technologie, automotive, mechatronica en ICT zijn goed voor ruim 27.000 banen, ca. 20 /o van de werkgelegenheid in Eindhoven. De detailhandel is met ca. 11.500 werkzame personen goed voor bijna 9o/o van het totaal aantal werkzame personen. Dit is nagenoeg gelijk aan de sector Onderwijs. Bijna eenderde van alle in de detailhandel werkzame personen in Zuidoost-Brabant, werken in Eindhoven. De Brainport ambitie. Bij de verdere uitbouw van Brainport Eindhoven / Zuidoost-Brabant gaat het erom de economische basis van de Brainport te versterken en tegelijkertijd de fysiekruimtelijke randvoorwaarden om een Brainport te zijn en te blijven in samenwerking met de partners in de Triple Helix (kennisinstituten, bedrijfsleven en overheden) in te vullen. Deze ambitie is leidraad en verankerd in o.a. de koepelnota Economische I/i si e Eindhoven 2004-2008 ÃćâĆňâĂİ Op vveg naar een sociale en duurzame economische groei, (vastgesteld in de raad van 12 juli 2004). De rode draad van het gemeentelijk economisch beleid is daarom gericht op het belang van kennis, innovatie, technologie en creativiteit voor de economische toe- "Eindhovense Economie in beeld 2004", DAPZ / Bio, 2005, rapport 1016.
Raadsnummer O6.RX86O.OOr komst van de regio Zuidoost-Brabant en Eindhoven als centrumstad. De centrale opgave is daarbij "de transitie van industriele mainport naar toptechnologie- en designregio". Dit met een minder conjunctuurgevoelige economische groei waarbij de leefbaarheid van de stad behouden en versterkt wordt en waarbij een zo groot mogelijk deel van de beroepsbevolking wordt ingeschakeld. In de Economische Visie Eindhoven 2004-2008 is een aantal doelstellingen geformuleerd aan welke deze detailhandelsnota een bijdrage levert: 1 diversificatie van de economische structuur. De detailhandel is met ca. 11.500 werkzame personen goed voor bijna 9a/o van het totaal aantal werkzame. De detailhandel biedt met name werk aan lager opgeleide jongeren en draagt daarmee bij aan een diversere economische structuur; 2 zorgen voor een aan trekkelij ke(re) stad. De detailhandel is de drager van de voorzieningenstructuur in Eindhoven. Een heldere en duurzame verzorgingsstructuur met onderscheid naar buurt- en wijkvoorzieningen, voorzieningen op stadsdeelniveau, stedelijke en (boven)regionale voorzieningen is van groot belang voor de aantrekkelijkheid van de stad als woonen werkstad. Daarnaast is de detailhandel de belangrijkste sector in de binnenstad; 3 ruimte voor economische groei. Diverse als detailhandelslocaties ontwikkelde en bedoelde plekken in de stad verschieten van kleur en bieden daarmee ruimte aan nieuwe bedrijvigheid. In het geval van de kleine buurtwinkelstrips vindt dit zichtbaar en centraal plaats in de wijken; 4 optimaal benutten van het menselijk kapitaal. De detailhandel biedt werkgelegenheid voor uiteenlopende functies, maar zeker ook voor laagopgeleiden; 5 versterken organiserend vermogen. De detailhandel in Eindhoven is uitstekend georganiseerd. Met aan de basis de ondernemersverenigingen op winkelcentrumniveau (en in de binnenstad zelfs op straatniveau), en daarboven (een Stichting Detailhandelsplatform Binnenstad Eindhoven) een Federatie van Ondernemersverenigingen Eindhoven (FOE), welke weer deelneemt aan MKB Eindhoven. De detailhandel kan wat betreft het organiserend vermogen als gidssector dienen. Tenminste houdbaar tot 2010. De ondertitel van deze nota, "Tenminste houdbaar tot 2010", is ingegeven door de (te) lange periode waarin de vorige detailhandelsnota heeft gevigeerd. Met de vaststelling van deze nota wordt tevens tot een actualisatie in 2010 besloten. Inspraakproces Detailhandelsnota Gemeente Eindhoven. Belangrijkste onderlegger van deze nota is het zgn. Informatiedocument (" Detailhandelsstructuur Gemeente Eindhoven, lnformatiedocument", BRO, Vught, juli 2004). Dit is een compleet verslag van het grondige marktonderzoek dat aan het schrijven
Raadsnummer O6.RX86o.oor van deze nota is voorafgegaan. Dit informatiedocument is te downloaden via www.eindhoven.nl onder bedrijvigheid > detailhandel. Het marktonderzoek bestond onder meer uit diverse inspraakmomenten c.q. raadplegingen. Zo is er een telefonische enquete onder 1.800 huishoudens in Eindhoven gehouden waarbij naar hun koopgedrag, motieven en meningen over het winkelaanbod is gevraagd. Op basis van de resultaten van de telefonische enquete is dus duidelijk geworden welke winkelcentra door de burgers worden gewaardeerd en waar dus een versterking (door marktpartijen te realiseren) is gewenst. Dit is mede hierdoor als zodanig in de beleidsnota opgenomen. Er is een uitgebreid bezoekersonderzoek (tellingen en ruim 900 enquetes) in de binnenstad gehouden. Er zijn 7 groepsgesprekken (op stadsdeelniveau) gevoerd met vertegenwoordigers van winkeliers- en ondernemersverenigingen. Deze gesprekken hebben geresulteerd in het opnemen van concrete aanknopingspunten voor diverse winkelcentra in de detailhandelsnota. Ook zijn er 5 interviews met marktpartijen (2 supermarktorganisaties, makelaar, ambulante handel, projectontwikkelaar) gehouden. De inhoud van het lnformatiedocument is vervolgens gecommuniceerd met de partijen/partners in de stad (met name winkeliers, ondernemersverenigingen, grootwinkelbedrijf, ontwikkelaars, beleggers, makelaars). Dit middels 7 wisselend bezochte informatie-avonden per stadsdeel (georganiseerd op locatie in samenwerking met de FOE, KvK en de betreffende 5tadsdeelteams). Dit heeft geleid tot concrete aanpassingen waarbij bijvoorbeeld het perspectief van een centrum promoveerde van "matig" tot "redelijk". Ook kregen bijvoorbeeld kansrijke ontwikkelingen die tot dan toe aan het oog waren ontsnapt, alsnog een plaats in de nota. Het lnformatiedocument is via de gemeentelijke website toegankelijk gemaakt. Alle tot dan toe verzamelde gegevens, feiten, achtergrondinfo, kennis, meningen etc. zijn verwerkt in een concept Detailhandelsnota. Deze nota heeft van 4 november t/m vrijdag 16 december 2005 ter inzage gelegen. Hierop zijn ongeveer 15 reacties binnengekomen. Deze reacties zijn verwerkt in de zgn. Inspraaknota. Hierin zijn alle inspraakreacties opgenomen, waarbij is aangegeven wat de gevolgen zijn voor de concept Detailhandelsnota. Bijvoorbeeld door (indien nodig) tekstvoorstellen. Deze lnspraaknota is vervolgens nog besproken in de begeleidingscommissie. Alle werkzaamheden ten behoeve van het lnformatiedocument en de concept Detailhandelsnota, zijn uitgevoerd onder (bege)leiding van de begeleidingscommissie. Bij de totstandkoming van de detailhandelsnota was namelijk een wisselwerking met de partijen in en om de stad onontbeerlijk. Zowel voor het vergaren van informatie en kennis als voor het creeren van draagvlak voor nieuw beleid. De begeleidingscommissie leverde een inhoudelijke bijdrage en beoordeelde
Raadsnummer O6.RX86o.oor activiteiten, notities en tussenrapportages op juistheid en relevantie op basis van eigen criteria. Leden van de begeleidingscommissie konden namens hun achterban/organisatie spreken en handelen en waren (en zijn) ook het contact naar hun achterban/organisatie. Gedurende het hele proces is de begeleidingscommissie 6 keer samengekomen. Deze begeleidingscommissie bestond uit vertegenwoordigers van: de dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer, sector Economische Zaken (voorzitter); de dienst Algemene en Publiekszaken, Stadsdeelkantoren; Federatie van Organisaties in de detailhandel het ambacht en de dienstverlening in Eindhoven (FOE); Kamer van Koophandel Oost Brabant (KvK); Stichting Detailhandelsplatform Binnenstad Eindhoven (SDBE); Raad Nederlandse Detailhandel ÃćâĆňâĂİ Kring Zuidoost Brabant (RND); Hoofdbedrijfsschap Detailhandel (HBD). 2 Wat willen we bereiken Wat betreft de detailhandel in Eindhoven is het zaak om in de toekomst een gezonde structuur te behouden. Een structuur waarbinnen de ondernemers op renderende wijze hun bedrijf kunnen exploiteren, die de eigen bevolking goed bedient en die ook de historisch gegroeide structuur van radialen respecteert. Een structuur die ruimte biedt aan de dynamiek binnen de detailhandel, waarbij "de juiste functie op de juiste locatie" als belangrijke richtlijn geldt. Om een gezonde structuur te behouden en te krijgen, zijn gefundeerde keuzes gemaakt. Hierdoor ontstaat er duidelijkheid naar marktpartijen (winkeliers, eigenaren, beleggers, ontwikkelaars). Ook worden kaders geboden over hoe om te gaan met winkelgebieden die versterking nodig hebben en winkelgebieden die geen perspectief hebben en derhalve in de toekomstige winkelstructuur ook geen positie. 3 Wat gaan we daarvoor doen Per winkelcentrum (bestaand en nieuw) of enigszins een substantiele concentratie van winkels is het perspectief bepaald. Tevens is aangegeven hoe vanuit het perspectief de positie en ontwikkeling in de toekomstige structuur wordt gezien: Versterking betekent een steviger positie binnen de toekomstige structuur, waarbij ook randvoorwaardelijke aanpassingen (uitstraling, routing, bereikbaarheid, parkeren) een rol spelen; wil niet zeggen dat er niets meer kan. Wel moet eventuele uitbreiding met winkelareaal passen bij de functie en positie in de toekomstige structuur. Zorgvuldige toetsing is hierbij noodzakelijk. Zo mogen bijvoorbeeld ontwikkelingen bij Cassandraplein, Eckart en Vaartbroek niet leiden tot onevenwichtigheid (ofwel te grote onderlinge verschillen);
Raadsnummer O6.RX86O.OOr bij zijn er verschillende mogelijkheden, zoals een andere, lagere positie in de structuur, afbouwen, aanpak functieverandering of een andere locatie. Het hiernavolgende overzicht biedt inzicht in het perspectief van de Eindhovense winkelcentra en -voorzieningen. Bij het perspectief is rekening gehouden met de samenhang met andere centra, met de concrete plannen voor nieuw te creeren detailhandelsclusters en met de noodzakelijke aanpassingen en maatregelen. Winkelconcentraties Perspec- In samenhang tief met Centrum Binnenstad Tramstraat Stratum Boulevard-Zuid Roostenlaan Leen derweg (binnenring) St. P. Canisiuslaan Moreelselaan Bonifaciuslaan Heezerweg (binnenring) Tong e l re Haagdijk Tongelresche Akkers Pagelaan Karregat Hobbemastraat Jan van Riebeecklaan Woensel Zuid Kruisstraat/Woenselse Markt Cassandraplein Men sfort Bosch dijk Gen. Coenderslaan Pastoor van Arsplein Odysseuslaan Woensel Noord WC Woensel Vaartbroek Eckart Blixembosch Nederland plein Belgieplein WC Woensel Binnenstad Roostenlaan Boulevard-Zuid Geldropseweg Boulevard-Zuid Tongelresche Akkers Haagdijk Haagdijk Tongelresche Akkers 0/ G. Coenderslaan Gerretsonlaan 0/- 0/ 0/ Cassandraplein Binnenstad Eckart Va artbroek Belgieplein Nederlandplein Type ontwikkeling, naar positie in toekomstige structuur Nieuwe ontwikkeling als buurtsteun punt Nieuwe ontwikkeling als buurtsteunpunt /-centrum klein
Raadsnummer O6.RX86O.OOr Winkelconcentraties Perspec- In samenhang Type ontwikkeling, naar tief met positie in toekomstige structuur Ardechelaan Biarritzplein Acht Gerretsonlaan Elckerlyclaa n De Klerklaan Strijp St. Trudoplein Meerrijk Joh. Buyslaan Langdonkenstraat 0/ 0 Bredalaan /Th. pl. Bredalaan / N.Br. I. Kastelen plein Gestel F. Leharplein K. de Grotelaan Tinelstraat Schubertlaan Brucknerplein "Verklaring: Biarritzplein Ardechelaan Mensfort Veldh oven Kastelen plein Kastelen plein Nieuw wijkcentrum Centrumgebied Herbouw supermarkt als buurtsteun punt K. de Grotelaan = goed = redelijk 0 = matig ÃćâĆňâĂİ = slecht ÃćâĆňâĂİ = zeer slecht De meer bijzondere concentraties in Eindhoven zijn ook beoordeeld. WinkelconceâĂđtrat,es / PersPec- ln samenhang TyPe ontwikkeling, naar Positie tief met in toekomstige structuur -clusters Radialen binnen de ring Hoogstraat Geldropseweg 0/- Aalsterweg Thematisch clusters Limburglaan Koopc. De Hurk Kanaaldijk / Kade Bisschop Bekkerslaan Ov. De Hurk Strijp S Verklaring: 0 = goed = redelijk 0 = matig ÃćâĆňâĂİ = slecht ÃćâĆňâĂİ = zeer slecht, aanloopdeel buurtfunctie, themagericht, specialistenstraat, dagelijks, paraplufunctie, PDV-profilering, PDV-profilering, PDV-lokaal gericht Nieuwe ontwikkeling met thema hoogwaardig wonen
Raadsnummer O6.RX86O.OOr Geen perspectief voor diverse winkelstrips. In alle gevallen betreft het een winkelstrip die ten tijde van de ontwikkeling van de buurt en/of wijk daar gepland is. In nagenoeg alle buurtwinkelstrips ontbrak een supermarkt(je). Winkelpanden zijn en worden ingevuld met andere bedrijfjes (dienstverleners, horeca etc.), worden voor bewoning en soms zelfs voor opslag gebruikt, maar staan ook vaak leeg. Verpaupering dreigt en is in enkele gevallen een feit. Dit is in het geval van buurtwinkelstrips extra kwalijk gezien de ligging midden in woonbuurten. Geprobeerd moet worden om voor deze plekken een functie te vinden die weer functie voor de buurt heeft of de functie voor de buurt behoudt, bijvoorbeeld als een locatie waar men elkaar ontmoet. Ervaringen elders in Nederland hebben uitgewezen dat de meest duurzame oplossingen voor dit soort gebieden meestal uit het gebied zelf afkomstig zijn. Een substantiele uitbreiding van het winkelaanbod is echter niet meer aan de orde. Met de aanwijzing van de zogenaamde perspectief loze winkelstrips in Eindhoven, wordt ook een startsein gegeven voor het opstarten van een WijkPotentieel Prognose voor deze strips. Aanvulling. Op 10 oktober 2006 hebben wij besloten om het voorgaande voor te stellen met als aanvulling dat in de detailhandelsnota wordt opgenomen dat: het mogelijk is om voorzieningen ten behoeve van de woonfunctie toe te laten op Strijp S die passen binnen de formule van Strijp S; dat initiatieven van kleine ondernemers in het kader van stimulering van de wijk- en buurteconomie op buurtniveau mogelijk moeten zijn. 4 Wat kost het De in de detailhandelsnota gemaakte keuzes geven een richting aan. Voor de realisatie van gewenste ontwikkelingen zijn we als overheid aangewezen op de markt. We willen derhalve marktpartijen faciliteren als deze willen investeren in de centra met perspectief. Met als basis het overzicht onder punt 3 "Wat willen we bereiken" is voor alle marktpartijen duidelijk waar de komende jaren welke ontwikkelingen gewenst zijn. De mogelijk betrokken partijen zullen, voorzover ze (nog niet geweest zijn en) zelf niet komen, worden benaderd. Daarnaast levert de detailhandelsnota input voor de integrale en gebiedsgerichte programma s. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld onderhoud- en beheerwerkzaamheden op elkaar worden afgestemd en geprioriteerd voor een gebied dat als te versterken perspectiefrijk winkelgebied is aangemerkt. Voor de uitvoering van deze nota is in het kader van het vorige coalitieakkoord Samen Stad (Programmalijn E3 Upgrading winkelstrips en bedrijventerreinen) toegekenden 100.000,ÃćâĆňâĂİ per jaar structureel toegekend. Daarnaast wordt de mogelijkheid bekeken om de Stichting Middenstands- en Bedrijfshuisvesting (waarin de
Raadsnummer O6.RX86O.Oor gemeente Eindhoven en Kamer van Koophandel Oost-Brabant participeren) een actievere rol hierin te laten vervullen. Het inzetten van (een deel van) de bij deze stichting beschikbare middelen wordt middels een separaat programma, gebaseerd op de visie in de detailhandelsnota, vastgelegd. Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, W. Krzeszewski, locosecreta ris.
gemeente Eindhoven Griffie gemeenteraad Commissiesecretariaat e6.rz86o.oom Aan de leden van de raad van de gemeente Eindhoven. Commissie advies Betreft cie BEZ: Raadsvoorstel Detailhandelsnota Gemeente Eindhoven "Tenminste houdbaar tot januari 2010". De commissie Bestuurlijke en Economische Zaken heeft in haar vervolgvergadering van 27 november 2006 beraadslaagd over het bovengenoemde onderwerp. De commissie heeft als volgt geadviseerd: PvdA: akkoord; CDA: akkoord; SP: akkoord; VVD: akkoord, kantteken GroenLinks: akkoord, kantteken inci: lange doorlooptijd van dit dossier; ing: aandacjttvoordesociaieaspecten van winkelstrips als ontmoetingsplek; leefbaar eindhoven : stemvoorbehoud, overweegt een amendement voor maatwerk m.n. voor dorpskern Acht; OuderenAppel: akkoord; D66: akkoord; De Stadspartij: akkoord; Lijst Pim Fortuyn: akkoord; ChristenUnie: akkoord. Toezeggingen burgemeester A. Sakkers: wil nadenken over stimuleringsmogelijkheden (instrumentarium) om de winkelstrips, oude stadsdeelharten en specifiek aanbod kansrijker te maken en dit ook bespreken met de commissie; in 2007 een notitie over winkelstrips en hoe die in uitvoerende zin aan te pakken (instrumentarium ontwikkelen); met en/of aan de hand van evaluaties komen tot een vorm van een uitvoeringsprogramma voor de aanpak van winkelstrips. De secretaris van de commissie, M. Honing
Raadsnummer o6.rx86o.oor Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 oktober 2006; gelet op het aangenomen amendement A2; besluit: 1 de lnspraaknota Detailhandelsnota ÃćâĆňâĂİ Beantwoording inspraakreacties, vast te stellen; 2 de nota Detailhandelsnota Gemeente Eindhoven, Tenminste houdbaar tot januari 2010, vast te stellen, inclusief de in de lnspraaknota DetailhandelsnotaÃćâĆňâĂİ Beantwoording inspraakreacties, opgenomen wijzigingsvoorstellen, met dien verstande dat de passage op pagina 41 van de nota "Acht dient een buurtsteunpunt... tot en met... supermarkt nodig is" te schrappen en te vervangen door Acht dient een buurtsteunpunt te behouden. Er wordt gestreefd naar een duurzame oplossing voor de verzorging van Acht. Een dergelijke oplossing kan echter alleen bereikt worden in samenspraak met de inwoners van Acht".; 3 het college van burgemeester en wethouders op te dragen de besluitvorming te verwerken in een integrale versie van de Detailhandelsnota Gemeente Eindhoven, Tenminste houdbaar tot januari 2010, en deze toe te zenden aan onder andere insprekers en raadsfracties. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 december 2006. A. Sakkers, voorzitter. J. Verheugt, griffier. BK06016088