Raadsvoorsteltot het instellen van een mobiliteitsfonds

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Openbare Ruimte, Verkeer 5 Milieu, Raadsnummer 09. R3434. OOI Inboeknummer o9bstoasa8 Beslisdatum B&W 8 december 2009 Dossiernummer Raadsvoorsteltot het instellen van een mobiliteitsfonds Inleiding Eindhoven heeft een hoge ambitie op het gebied van mobiliteit: om de motor van de Zuidoost Brabantse economie draaiend te houden is een goede bereikbaarheid onontbeerlijk. Groeiende mobiliteit mag echter niet ten koste gaan van de leefbaarheid in de stad en evenmin van de verkeersveiligheid. Dat betekent dat er een grote hoeveelheid aan opgaven liggen om de ambitie onder deze voorwaarden te realiseren. Deze zijn onder meer verwoord in het Bereikbaarheidsakkoord Zuidoostvleugel, Programma Luchtkwaliteit en Mobiliteit (-30o/o autoverkeer binnen de Ring), HOV-visie en Actieplan Fiets. Historisch gezien was er altijd ca. 6 2,8 miljoen per jaar beschikbaar voor mobiliteit in het zgn. MIP, tegenwoordig de reserve Maatschappelijk nut. Deze is echter op een gegeven moment ook belast met uitgaven in Groen en Integrale Wijkvernieuwing. Tijdelijk is dit gecompenseerd door 6 15 miljoen uit NREmiddelen in te zetten. Deze incidentele middelen zijn inmiddels besteed, waardoor er nu een discrepantie is ontstaan tussen de ambities en de beschikbare middelen. Middelen, die ook weer nodig zijn om externe financiering aan te trekken: voor de meeste infrastructurele projecten is cofinanciering nodig. Doelstelling Om de doelstellingen op het gebied van mobiliteit te kunnen waarmaken is bij vaststelling van de Kadernota besloten dat er een mobiliteitsfonds wordt ingesteld dat onder andere gevoed wordt met extra parkeerinkomsten. Door deze middelen te laten lopen via het mobiliteitsfonds wordt gewaarborgd dat deze middelen ook daadwerkelijk gebruikt worden voor de in de kadernota geformuleerde doelen (OVagenda en actieplan fiets). Voorstel 1 Instellen van een mobiliteitsfonds (reserve mobiliteit): a het doel en de functie van de reserve: het reserveren van middelen voor de financiering van maatregelen die direct bijdragen aan het stimuleren van het fietsgebruik en het openbaar vervoer en parkeermaatregelen die bijdragen aan de samenhangende doelen, zoals bereikbaarheid, leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit en veiligheid;

2 b voeding van de reserve: 1 eenmalige storting van ,ÃćâĆňâĂİ door de raad beschikbaar gesteld bij de begroting 2010; 2 de meeropbrengsten ten gevolge van de invoering van een mobiliteitstoeslag van 6 0,20 per parkeertransactie in de gehele stad (zoals verwerkt in de nadere toelichting op de verordening gemeentelijke belastingen en rechten 2010); 3 de meeropbrengsten ten gevolge van de verhoging van het dagtarief naar 6 6,50 in het centrum en 6 3,50 in de rest van de stad (zoals verwerkt in de nadere toelichting op de Verordening op de gemeentelijke belastingen en rechten 2010); 4 de meeropbrengsten ten gevolge van eventuele toekomstige verhogingen van de parkeertarieven en/of de mobiliteitstoeslag; 5 de meeropbrengsten (na aftrek van hieraan gerelateerde kosten) van wijzigingen in het parkeerbeleid die het college doorvoert, waarin onder andere begrepen: opbrengsten ten gevolge van de uitbreiding van belang hebbendengebieden; de opbrengsten ten gevolge van de uitbreiding van betaald parkeren; de opbrengsten ten gevolge van de uitbreiding van betaaltijden; de opbrengst ten gevolge van het optimaliseren van de handhaving; 6 het saldo ultimo 1 maart 2010 van de huidige reserve mobiliteit; 7 de structurele storting ad ,ÃćâĆňâĂİ in de huidige reserve mobiliteit, zoals opgenomen in het mobiliteitsprogramma 8.6.1; 8 overige gelden die bij besluit van de raad zijn of worden bestemd voor storting in het mobiliteitsfonds; c de criteria voor stortingen en onttrekkingen: de reserve kent de volgende bestedingsdoelen: 1 uitgaven ten behoeve van maatregelen die direct bijdragen aan het stimuleren van het gebruik van de fiets, waaronder het actieplan fiets; 2 uitgaven ten behoeve van maatregelen die direct bijdragen aan de stimulering van het gebruik van het openbaar vervoer, waaronder de realisatie van de OV agenda; 3 uitgaven ten behoeve van parkeervoorzieningen en parkeermaatregelen voor zover passend binnen het doel van het mobiliteitsfonds; 4 de geraamde onttrekkingen uit de huidige reserve mobiliteit. d gemachtigd voor het doen van stortingen en onttrekkingen: het college is gemachtigd voor het doen van onttrekkingen uit de reservemobiliteit tot een maximum van ,ÃćâĆňâĂİ per project. De raad beslist over onttrekkingen boven dit bedrag en over stortingen anders dan de inkomsten genoemd onder "voeding van de reserve": 1 maximum hoogte van de reserve: ,ÃćâĆňâĂİ ; 2 minimum hoogte van de reserve: 6 0,ÃćâĆňâĂİ.

3 2 De huidige reserve mobiliteit opheffen met ingang van 1 maart Argumenten 1.1 Reserveren middelen ten behoeve van specifieke bestedi ngsdoeien, zoals genoemd bij het doei van het fonds. 2.1 Door het opheffen van de huidige reserve mobiliteit wordt het aantal reserves niet ui tgebrei d. Door de huidige reserve mobiliteit op te laten opgaan in het nieuwe mobiliteitsfonds wordt het aantal reserves niet uitgebreid maar gelijk gehouden. Dit is mogelijk omdat de claims die er liggen op de huidige reserve mobiliteit passen binnen de doelstellingen van de nieuwe reserve, dit geldt eveneens voor de enige structurele voeding van de huidige reserve. De huidige reserve is daar mee overbodig geworden en kan worden opgeheven. Kanttekeningen Door hetinstellen van het mobi ii tei tsfonds minder flexibiliteit met betrekking tot deinzet van middelen. Door het instellen van het nieuwe mobiliteitsfonds en het opheffen van de huidige reserve mobiliteit worden de mogelijkheden om financiele middelen in te zetten beperkt. De bestedingsdoelen van het nieuw in te stellen mobiliteitsfonds zijn enger dan de doelstellingen van de huidige reserve. Kosten Aan het instellen van een reserve zijn geen kosten verbonden. Communicatie Planning en uitvoering Evaluatie Bijlage(n) Geen. Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, A. Brunninkhuis, secretaris.

4 Ontwer praadsbeslut De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 december 2009; besluit: 1 in te stellen van een mobiliteitsfonds (reserve mobiliteit): a het doelen de functie van de reserve: het reserveren van middelen voor de financiering van maatregelen die direct bijdragen aan het stimuleren van het fietsgebruik en het openbaar vervoer en parkeermaatregelen die bijdragen aan de samenhangende doelen, zoals bereikbaarheid, leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit en veiligheid; b voeding van de reserve: 1 eenmalige storting van ,ÃćâĆňâĂİ door de raad beschikbaar gesteld bij de begroting 2010; 2 de meeropbrengsten ten gevolge van de invoering van een mobiliteitstoeslag van 6 0,20 per parkeertransactie in de gehele stad (zoals verwerkt in de nadere toelichting op de verordening gemeentelijke belastingen en rechten 2010); 3 de meeropbrengsten ten gevolge van de verhoging van het dagtarief naar 6 6,50 in het centrum en 6 3,50 in de rest van de stad (zoals verwerkt in de nadere toelichting op de Verordening op de gemeentelijke belastingen en rechten 2010); 4 de meeropbrengsten ten gevolge van eventuele toekomstige verhogingen van de parkeertarieven en/of de mobiliteitstoeslag; 5 de meeropbrengsten (na aftrek van hieraan gerelateerde kosten) van wijzigingen in het parkeerbeleid die het college doorvoert, waarin onder andere begrepen: opbrengsten ten gevolge van de uitbreiding van belang hebbendengebieden; de opbrengsten ten gevolge van de uitbreiding van betaald parkeren; de opbrengsten ten gevolge van de uitbreiding van betaaltijden; de opbrengst ten gevolge van het optimaliseren van de handhaving; 6 het saldo ultimo 1 maart 2010 van de huidige reserve mobiliteit; 7 de structurele storting ad ,ÃćâĆňâĂİ in de huidige reserve mobiliteit, zoals opgenomen in het mobiliteitsprogramma 8.6.1; 8 overige gelden die bij besluit van de raad zijn of worden bestemd voor storting in het mobiliteitsfonds;

5 c de criteria voor stortingen en onttrekkingen: de reserve kent de volgende bestedingsdoelen: 1 uitgaven ten behoeve van maatregelen die direct bijdragen aan het stimuleren van het gebruik van de fiets, waaronder het actieplan fiets; 2 uitgaven ten behoeve van maatregelen die direct bijdragen aan de stimulering van het gebruik van het openbaar vervoer, waaronder de realisatie van de OV agenda; 3 uitgaven ten behoeve van parkeervoorzieningen en parkeermaatregelen voor zover passend binnen het doel van het mobiliteitsfonds; 4 de geraamde onttrekkingen uit de huidige reserve mobiliteit. d gemachtigd voor het doen van stortingen en onttrekkingen: het college is gemachtigd voor het doen van onttrekkingen uit de reservemobiliteit tot een maximum van ,ÃćâĆňâĂİ per project. De raad beslist over onttrekkingen boven dit bedrag en over stortingen anders dan de inkomsten genoemd onder "voeding van de reserve": 1 maximum hoogte van de reserve: ,ÃćâĆňâĂİ ; 2 minimum hoogte van de reserve: 6 0,ÃćâĆňâĂİ. 2 de huidige reserve mobiliteit op te heffen met ingang van 1 maart Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van, voorzitter., griffier. LF