Samenvatting 1 Kan de regen opraken?

Vergelijkbare documenten
5.1 De kaart van Nederland

5.1 De kaart van Nederland

Een gedeelte van een stad of een groter dorp. Een wijk bestaat uit meerdere buurten.

Antwoorden. 1 herkennen. 3 goed fout. 4 Vanuit de luchtballon had ik een goed. 2 de buis. 5 eigen antwoord. kopieerblad woordenschat 5.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

Meander. Aardrijkskunde WERKBOEK

Thema 4 Platteland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 5

1 Zet in de goede volgorde. Van klein naar groot.

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Zand en klei 1. Van veen tot weiland 2. Blad 1. Heide Een lage plant met paarse bloemen.

Gewoon zo! WONEN: HOE ONTMOET JE BUURTBEWONERS?

Groep 7/8. 0 Hoofstuk. Groep 7/8

Ik en de maatschappij. Reizen

Spreekoefeningen. Oefenen voor het eerste deel van het examen spreken: Vragen beantwoorden. 1 enkele vragen. (voor het inburgeringsexamen - spreken)

Toeristen in Nederland

Bladzijde 2 - In het magazijn

Stem ook! Woensdag 18 maart kiezen we twee keer

Lesbrief DUURZAAM BOUWEN OPDRACHT 1 - WAT IS DAT, DUURZAAMHEID?

De omgekeerde quiz Wie weet het meest van de Nederlandse provincies?

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

1 de kaart. samenvatting

Jouw idealen in de provincie Basisverkiezingsprogramma. Provinciale Staten 2015 in eenvoudige taal

Provincie Friesland Postbus HM Leeuwarden

thema 1 Nederland en het water topografie

Wat doet het waterschap voor de wegen?

Woningen. Prijzen en transacties. Provincie / Steden. Marktgegevens en prognoses. Transactieprijzen koopwoningen in mediaan 2016

Naam: Waar woon jij? Vraag 1b. Waarom wonen veel mensen in Kenia in een hut? Vraag 1a. In wat voor soort huis woon jij?

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Techniekkit: Oost Nederland. Domein: Overbrengingen. Competentie: Ontwerpen Toepassen Reflectie. Leergebied: Aardrijkskunde

Q1 Loopt uw indicatie voor een Wmovoorziening. huishoudelijke hulp) binnenkort af? (dit staat in het indicatiebesluit dat u ontvangen heeft)

Wat een vreemde bromfiets!

Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen?

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

Wegwijzer is het derde deel in de Op-wegreeks. De andere delen zijn: Onderweg (tekstboek incl. cd),

Toiletreclame Regionale Tarieven Indoormedia

Vraag 1a. Wat is de hoofdstad van Gelderland? ... Vraag 1b. Wat is de grootste stad in Gelderland? Vraag 1c. Wat is de Veluwe?

D C B F. Welke provincie ligt in het midden van het land? Utrecht of Drenthe? Utrecht

Lesbrief. Watersysteem. Droge voeten en schoon water. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

plattegronden van delft

Thema In en om het huis

Wie bestuurt de provincie?

Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen

Aardrijkskunde Toets. Leontine Helmer. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Advies blok Wonen en buitenruimte

.22. Hoe ziet een centrum eruit?

IN DE TREIN LES 1. Meer of minder

Een wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water. De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt.

AARDRIJKSKUNDE VOOR DE BASISSCHOOL

WERKBLAD - GROEP 7/8 DIJKEN DIJKEN IN FRYSLÂN

Factsheet persbericht

Een moeilijk woord voor Natuurbrug is Ecoduct. Wat dat nu precies is, legt de schrijver Frank van Pamelen hieronder nog eens uit.

Samenvatting Nederland ABC

Een retour Rotterdam

Verkiezingsprogramma. in eenvoudige taal

Samenvatting. 1 Kan jouw school overstromen? Weet je nu of jouw school kan overstromen?

1. Luisteren. 2. Luisteren

Meander. Aardrijkskunde WERKBOEK

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 1 Les 1

Aanhangwagens en caravans trekken. Rijbewijs B of BE? Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen

De Architect. Luuk de Boer & Bas de Boer

1 De tropische regenwouden liggen.. de evenaar. 2 Nederland ligt.de evenaar. 3 Het Amazone gebied ligt. de evenaar.

Naam: WATER. pagina 1 van 8

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Melkweg. Een fijne wijk. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: buren

WERKBLAD - ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS DIJKEN

Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Streekproducten en eten uit de buurt

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.

Het onderzoek van de burgemeester 5/6

Drents Archief. Meisje met de hoepel. Groep 2 Speuren in het archief

MAASTRICHT. 2. Limburg. 1. Limburg. Maastricht. 4. Limburg. 3. Limburg. 1. De provincie Limburg 2. Limburg en hoofdstad. 3. De hoofdstad Maastricht

VERKIEZINGSKRANT woensdag 20 maart 2019

Doelgroep: groep 5 t/m 8 (vraag 9 is vooral geschikt voor groep 7/8. Groep 5/6 kan deze vraag overslaan)

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Een goede voorbereiding is natuurlijk het halve werk. Daarom moeten jullie voor je naar de Woudse polder gaat eerst wat opzoeken op internet.

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken

Kies 4 kinderen uit en zing de zeppelin. Rijd als een auto door de klas en geef iedereen een autodropje

Mijn naam is Fons. Ze noemen me een groene jongen. Weet je hoe dat komt?

Een dagje DIT BOEKJE IS VAN: Een dagje

Bij de tijd Groep 6 thema 3, les 1 De Opstand Werkblad 1. dit is Klaas. Klaas is veer-tien jaar. hij loopt al heel lang.

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 4 WONEN

Bestellen, versturen en betalen via Greetz.nl en Post NL bezorgd de kaart op het aangegeven adres.

WERKBLAD OPDRACHTEN. Locatie: De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen

Nederland voor Nieuwkomers

We know where people go. Retail Wat Nu? Presentatie Huib Lubbers September 2014 Huib Lubbers

Spelen met zand. Zandpaspoort voor kinderen van 7 tot en met 12 jaar

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 5-6. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

Kun jij slim shoppen?

Wat eten we vanavond?

Spreekbeurtinformatie Millenniumdoelen

Les 3 Vragenstellen Leestekst: De inbreker. 1. "Vandaag gaan we voor de derde keer een tekst lezen en daarbij vragen maken."

Het vervoeren van goederen van de ene plek naar de andere. Bijvoorbeeld in vrachtwagen, vliegtuig of boot.

Thema In en om het huis.

Inhoud. Mijn leven. ik regel mijn geldzaken

Transcriptie:

Samenvatting 1 Kan de regen opraken? Kan de regen opraken? Je moet weten waar het regenwater blijft als het op de grond ligt. Je moet ook weten hoe het kan gaan regenen. Weet je dit allemaal? Dan kun je de vraag beantwoorden. Natte tijden Het kan in Nederland flink regenen. Regen komt uit de wolken. Als de wolken koud worden, begint het te regenen. Als het regent, blijft het in de huizen droog. Het regenwater loopt van de dakpannen in de dakgoot. En dan door de regenpijp naar de grond. de grond het grondwater de klei de regenput het regenwater het riool de sloot verdampen het zand Als er klei in de grond zit, kan het water niet snel weg. Je krijgt dan grote plassen. Als er zand in de grond zit, is de grond snel weer droog. Droge tijden De plassen zijn na de regen snel weg. Het regenwater gaat alle kanten op. Het water op de weg gaat naar de regenput. Onderin de regenput begint het riool. Dat brengt het water naar een sloot. Het water in de tuin zakt in de grond. Naar het grondwater. bij de kaart de legenda loodrecht de symbolen Het laatste beetje regenwater verdampt. De kleine druppeltjes gaan dan omhoog naar de wolken. 106 kopieerblad 5.34

Samenvatting 2 Koop je sla in de Kalverstraat? Weet je nu of je sla koopt in de Kalverstraat? Om deze vraag te beantwoorden, moet je weten wat voor soort straat de Kalverstraat is. Je moet weten welke winkels je daar vindt. Winkels waar je boodschappen doet of winkels waar je echt gaat winkelen? En je moet weten in wat voor soort winkel je sla kunt kopen. Weet je dit allemaal? Dan kun je de vraag beantwoorden! Boodschappen in de buurt Boodschappen heb je heel vaak nodig: brood, groenten, vlees. En wc-papier, melk en pindakaas. Boodschappen doe je meestal in de buurt. Op de fiets of lopend. De buurt waar je woont, heet een woonwijk. Iedere woonwijk heeft winkels. Deze winkels heten buurtwinkels, omdat ze in de buurt zitten. Dus dicht bij je huis. Denk maar aan de supermarkt, de bakker en de slager. Daar ga je heel vaak heen. Soms zitten de buurtwinkels bij elkaar in een winkelcentrum. Daar kun je alle boodschappen in één keer doen. Lekker makkelijk. de buurtwinkel het centrum het openbaar vervoer de stad het warenhuis het winkelcentrum de winkelstraat de woonwijk Winkelen in de stad Winkelen is iets anders dan boodschappen doen. Winkelen doe je als je nieuwe kleren gaat kopen, of een nieuwe koelkast. Zulke winkels vind je meestal niet in de buurt. Dan ga je naar de stad. Daar ga je heen met de auto of met het openbaar vervoer. Een stad heeft altijd een centrum met een paar drukke winkelstraten. In een winkelstraat vind je allerlei soorten winkels naast elkaar. Je stapt van de ene winkel in de andere. Je neemt rustig de tijd om te kijken en te passen. Of je gaat naar een warenhuis. Daar vind je van alles bij elkaar. kopieerblad 5.35 107

Samenvatting 3 Waar is de ingang van de supermarkt? Weet je nu waar de ingang van de supermarkt is? Om deze vraag te beantwoorden, moet je weten wat er bij een supermarkt gebeurt. Je moet weten welke mensen er bij een supermarkt komen. En wat die mensen daar doen. Weet je dit allemaal? Dan kun je de vraag beantwoorden! Van de fabriek naar de supermarkt Alles wat je in een supermarkt kunt kopen, noem je een product. Brood, koek, suiker en tandpasta zijn bijvoorbeeld producten. Producten worden in een fabriek gemaakt. Daar zijn machines en soms ovens voor nodig. Uit welke fabriek een product komt, staat in de streepjescode. De producten worden iedere dag met vrachtwagens naar alle supermarkten door heel Nederland gereden. Sommige producten komen niet uit de fabriek, zoals fruit en groente. Fruit en groente gaan van de boer eerst naar de veiling en dan pas naar de supermarkt. de fabriek de houdbare producten de inkomsten het product de streepjescode de uitgaven de veiling de verse producten Van de supermarkt naar huis In de supermarkt staan alle producten netjes bij elkaar. De houdbare producten staan op planken. Houdbare producten zijn rijst, pasta en koek. Die kun je lang bewaren. Verse producten kun je niet lang bewaren. Sommige verse producten worden in de koeling bewaard. Dan blijven ze langer vers. De kassa leest de streepjescodes en telt alles op. Zo weet de klant wat hij moet betalen voor zijn boodschappen. Dat zijn uitgaven voor de klant. Voor de supermarkt zijn het inkomsten. bij de kaart de afstand de schaal het schaalstokje de titel 108 kopieerblad 5.36

Samenvatting 4 Kun je alle wegen zien? Kun jij alle wegen zien? Je hebt geleerd dat er allerlei soorten wegen zijn. Je weet nu ook waarvoor je die wegen gebruikt. Kun je de vraag nu beantwoorden? Wegen die je kunt zien De meeste wegen kun je zien. En zelf gebruiken. Je fietst over het fietspad. Met de auto rijd je over de snelweg. De bus rijdt over de busbaan. De trein rijdt over de rails. Dat heet een spoorweg. De fiets, de auto, de bus en de trein zijn vervoermiddelen. Op straat lopen mensen en rijden allerlei vervoermiddelen. Samen vormen ze het verkeer. de buis de busbaan de kabel de leiding de snelweg de spoorweg het verkeer het vervoermiddel bij de kaart het kompas de noordpijl de windrichtingen: het noorden het zuiden het westen het oosten de windroos De wegen die je kunt zien, gebruik je om zelf ergens te komen. En je gebruikt die wegen om spullen over te vervoeren. In een vrachtauto bijvoorbeeld. Wegen die je niet kunt zien Er zijn ook onzichtbare wegen. Daar kun je niet over rijden of lopen. Overal in Nederland liggen leidingen onder de grond. Dat zijn buizen en kabels. Die leidingen vervoeren gas, water en elektriciteit. Er liggen ook kabels voor de televisie en de telefoon. De meeste onzichtbare wegen komen via de meterkast je huis binnen. Water wordt door de waterleiding naar de kranen en de wc gebracht. Maar het vieze water moet ook weer weg kunnen. Dat gaat het riool in. Ook die weg ligt onder de grond. kopieerblad 5.37 109

Samenvatting 5 Welke schat ligt er onder jouw school? Ligt er een schat onder jouw school? Dit hoofdstuk ging over de vraag: ligt er een schat onder jouw school? Om die vraag te beantwoorden moet je eigenlijk zelf een opgraving doen. Je kunt dan grond vinden die door de natuur is gemaakt. En je vindt dingen die door mensen zijn gemaakt. Heb je die schatten gevonden? Dan kun je de vraag wel beantwoorden. Van de natuur De grond onder je voeten lag er niet altijd. Zand is komen aanwaaien. Klei is door water gebracht. En waar veen ligt, daar was vroeger een moeras. Weet je op wat voor grond je woont? Dan weet je ook hoe jouw buurt er lang geleden uitzag. de archeoloog de beerput het moeras de opgraving ophogen het veen bij de kaart de route In Haarlem vind je twee soorten grond. De eerste huizen stonden op een heuvel midden in een moeras. Op de heuvel vind je zand en in het moeras vind je veen. De mensen bouwden hun huizen natuurlijk eerst op het zand. Zand is stevig; je huis zakt niet weg. Op de zandheuvel ligt de oude stad van Haarlem. Pas veel later gingen ze op het veen wonen. Dat weten we door opgravingen. Van de mens Er is veel in de grond achtergelaten. Soms vindt een archeoloog oude munten of scherven. Soms een knikker, maar die is niet oud. In een beerput kun je spullen vinden die mensen vroeger gebruikten. In Haarlem kun je goed zien wat er met de grond is gedaan. In het veen zijn sloten gegraven. En in het zand zitten allemaal sporen van mensen die lang geleden leefden. Soms zorgen mensen ervoor dat de sporen verdwijnen. Er komt een laag zand op de grond. Dat noem je ophogen. Of er wordt juist een laag weggegraven. Dat is jammer, want dan kun je niet meer zien hoe het er lang geleden uitzag. 110 kopieerblad 5.38

Samenvatting 6 Woon jij in de allerleukste straat? Is jouw straat de allerleukste? Misschien kan jouw straat of wijk nog veel leuker worden. Wie beslist daar eigenlijk over? Wie heeft jouw straat bedacht? En kun jij je straat of wijk veranderen? Kun je al deze vragen beantwoorden? Dan weet jij waar dit hoofdstuk over gaat! De gemeente Het gemeentebestuur is de baas van de gemeente. In het gemeentebestuur zitten de burgemeester en een paar wethouders. Het gemeentebestuur beslist of er een nieuwe wijk moet komen. En hoe die wijk eruit gaat zien. Er wordt dan een plan bedacht door ambtenaren. Daarin staat hoe de wijk eruit komt te zien. Er staat bijvoorbeeld in waar een school wordt gebouwd en waar een speelplaats komt. Als de wethouder het plan goed vindt, gaat het door. Andere ambtenaren zorgen ervoor dat alles goed gaat in de wijk. Vuilnismannen, brandweermannen en agenten ken je. Maar er zijn nog veel meer ambtenaren. Ze zorgen dat het verkeer veilig is. Of dat er genoeg juffen en meesters zijn op school. De bewoners In een wijk wonen veel mensen. Al die mensen hebben een mening over hun straat. Maar ze denken er niet allemaal hetzelfde over. Als je vraagt: Wat moet er anders?, zeggen ze allemaal wat anders. Topolijst Groningen (provincie) Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht (provincie) Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Amsterdam Rotterdam de ambtenaar bereikbaar de bewonersgroep de gemeente het gemeentebestuur protesteren de wethouder Soms zijn de bewoners het met elkaar eens. Dan heb je een bewonersgroep die met de wethouder gaat praten. Hoe groter de bewonersgroep, hoe beter de wethouder luistert! Maar toch krijgt een groep niet altijd gelijk. Soms is er al een afspraak gemaakt met een andere groep. En afspraak is afspraak. Als je in de allerleukste straat wilt wonen, moet je niet alleen zeggen wat er niet goed is. Je moet ook bedenken wat er moet veranderen. kopieerblad 5.39 111

Samenvatting 7 Wat is niet door mensen bedacht? Wat is nu niet door mensen bedacht? Overal is natuur, maar niet alle natuur is hetzelfde. In woongebieden vind je kleine stukjes natuur. Je ziet ze elke dag van dichtbij. Buiten dorpen en steden zijn grotere stukken natuur, de natuurgebieden. Wat is niet door mensen bedacht? Weet je het nu? Natuur in de buurt Er is niet veel natuur in een woonwijk. Je moet goed zoeken om het te vinden. Bijna alles wat je ziet, is bedacht door mensen en dus geen natuur. Sommige mensen vinden het jammer dat er zo weinig natuur is. Gelukkig zijn er tuinen en parken. Maar daar helpen we de natuur wel bij. De bomen worden netjes in een rijtje gezet! In Lanxmeer wilden de mensen meer natuur in de wijk. Samen maakten ze een grote tuin. De auto s moesten de wijk uit. En ze wilden geen huizen bouwen op een oude rivier. Topolijst Groningen Leeuwarden Assen Zwolle Arnhem Lelystad Utrecht Haarlem Den Haag Middelburg Den Bosch Maastricht de heide de natuur het natuurgebied de wildbrug Natuurgebied In sommige gebieden is de natuur de baas. Daar is bijna niets bedacht door mensen. Nou ja: er staat soms een bankje om op te zitten. bij de kaart het kaartvak het vakkenstelsel Heel veel mensen gaan graag naar natuurgebieden. Ze gaan er wandelen of fietsen en de kinderen spelen er. Je moet wel een stuk rijden of treinen om er te komen. De Hoge Veluwe is een groot natuurgebied. Je vindt er bos, heide en zand. De mensen helpen de natuur op de Veluwe een beetje. Ze laten de natuur met rust. Soms voeren ze de beesten. En voor de grote dieren is er een speciale wildbrug gemaakt. 112 kopieerblad 5.40

Samenvatting 8 Wanneer heb je een goede vakantie? Wanneer heb je een goede vakantie? Om die vraag te kunnen beantwoorden, moet je wat dingen uitzoeken. Je moet weten wat mensen in hun vakantie doen. Iemand die moet werken, heeft een goede vakantie als er genoeg toeristen komen. Wanneer zeg je: hij of zij heeft een goede vakantie gehad? Topolijst de Afsluitdijk de IJssel het IJsselmeer de Maas de Noordzee de Waddeneilanden de Waddenzee de atlas de attractie de reisgids de toerist de VVV Zelf op vakantie gaan Veel mensen gaan in de zomer op vakantie. Ze slapen in een andere plaats. Ze zijn dan toerist. De meeste toeristen hebben een goede vakantie als er genoeg te doen en te zien is. Er moeten dus voldoende attracties zijn, zoals het strand of een dierentuin. In de buurt van de attracties zoek je meestal een mooie plek om te slapen. Reisgidsen, folders en het internet kunnen je helpen met zoeken. In een atlas kun je opzoeken waar de plaats ligt waar je naartoe gaat. Werken als een ander vakantie heeft Als jij vakantie hebt, wil je ontspannen en leuke dingen doen. Daarom zijn er mensen die moeten werken als jij op vakantie bent. Denk maar aan de ober in een restaurant, de leeuwenverzorgers in de dierentuin of de kaartjesverkoper van Madurodam. Als je wilt dat er toeristen naar je toe komen, heb je reclame nodig. Je kunt een website of een folder maken. De folder kan het best liggen op een plek waar veel toeristen komen. Bij de VVV bijvoorbeeld, de winkel voor toeristen. Daar kun je als toerist informatie halen over wat je allemaal kunt doen. kopieerblad 5.41 113