O pschalings A ctiviteiten van S treaming E xperts



Vergelijkbare documenten
Plan van aanpak Portfolio

Weblectures & Organisatie

Inleiding Sociale Wetenschappen. Studenten Aantal 953 Respondenten 54, 40 Ronde 1, 2. Datum uitvoering September 2010 Januari 2011 Collegeweblecture

DIGI-ZORG. Jaarplan 2008 Informatie en activiteiten. Management DIGI-ZORG: Wil de Groot-Bolluijt MScN. Penvoerende instelling:

Regeling ontwikkelen en gebruiken van streaming media in het MBO. Projectplan 1 / 5. Versienummer Datum september 2007

Communicatieplan Community Weblectures Onderdeel van de SURF SIG WEBstroom

ICT-VAARDIGHEDEN DOCENTEN HO

Leer Opdrachten ontwerpen voor Blended Learning

Onderzoeksopdracht Crossmedialab. Titel Blended Learning & Crossmedia

Trendopedia Web 2.0 in organisaties

Plan van aanpak Zone Evidenceinformed Onderwijsvernieuwing met ICT in het hoger onderwijs

Visieworkshop Zuyd Hogeschool

Utrecht Business School

Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten

IK WIL DE MOGELIJKHEDEN VAN ONLINE ONDERWIJS VERKENNEN WAAR BEGIN IK?

Naam: Draaiboek decentrale implementatie PAUW en Tridion

Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie ( )

Begroting en plan van aanpak Strategie Activerende werkvormen en blended learning Faculteit Geesteswetenschappen (FGw) 12 juli 2017

FIT-traject onderwijsvernieuwing met ICT en sociale media. draagvlak inspiratie motivatie vernieuwing 21st century skills borging

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut

Geleerde lessen van zes pilotprojecten Eindrapport Regie in de Cloud -project werkpakket 3

Wageningen University (WUR) Korte beschrijving van instelling: Aantal Pilots: 3 Contact persoon: Joke Marinissen

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303

RESULTAATGERICHT ORGANISEREN

De do s en don ts. van implementatie

Fasen van implementatie webectures

Eindverslag. Project VolgMijnStem. Ben Teeuwen, project manager VolgMijnStem Stichting Het Nieuwe Stemmen 13 juni 2012, Utrecht

Wat is MD in de regio?

Medewerker onderwijsontwikkeling

Medewerker administratieve processen en systemen

Op weg naar de (academische) opleidingsschool

Aanbestedingsdocument AKC Onderzoekprogramma: Onderzoek Thema: Ronde 6: Titel: Projectnummer: AKC Aanleiding 2. Context en hoofddoelen

Naar een nieuwe website voor het Alfa-college. April, 2011

Bantopa Terreinverkenning

Implementatieplan interactief beleid

Open & Online. De (mogelijke) rollen van bibliotheken. Onderwijs

Utrecht Business School

Introductie van de pilot. Waarom deze pilot? Wat is het belangrijkste doel van de pilot? Wat is de positie binnen de eigen organisatie?

Samen Mediawijzer! Kennisdeling die leidt tot verbinding, versterking en inspiratie bij onderwijzers, opvoeders en kinderen

Functieprofiel: Docent Functiecode: 0104

Utrecht Business School

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1

Achtergrondinformatie. Man 2.0. Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen

RRBOUWRAPPORT 144. Aan de slag met BIM; gewoon doen! Handreiking, Virtueel Bouwen

Evaluatie Grassrootsproject : KENNISCLIPS VOOR ACTIVEREND ONDERWIJS (FNWI)

Gemeenten leggen de rode loper uit voor kwetsbare jongeren richting school en werk

Kernmodules voor vervolgvakken

Hoe kan Hogeschool Utrecht social media inzetten om een duurzame relatie op te bouwen met haar (oud) studenten?

1. Omschrijving plan overbruggingsjaar

Dit format kan ook gebruikt worden voor een uitvoeriger eindrapportage (svp apart aanleveren).

De zorg is onze passie, verbeteren ons vak. Productive Ward

SIG Digitaal Toetsen Jaarplan 2015

SROI Quick Scan als basis voor contractinnovatie

Curriculumherziening TB

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR

Agenda. Verbetering inductiefase beginnende leraren NIEUWSBRIEF, APRIL 2013

Eindrapportage resultaten Stimulering Gebruik Onderzoeker & Docent

Een Persoonlijke & Flexibele Leer en Werkomgeving voor Hogeschool Leiden

Medewerker bureau buitenland

Functieprofiel: Lector Functiecode: 0101

Succesvol implementeren

februari, 2014 Opdrachtbeschrijving Projectleider landelijke kennisdeling - biebtobieb

Digitalisering & Studiesucces E-merge Anka Mulder Secretaris TU Delft Directeur Onderwijs TU Delft. Challenge the future

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

Werkplan 1 juli juli 2011

DIGI-ZORG. Jaarplan Domein Zorg. Programmacoördinator: Wil de Groot-Bolluijt MScN. Penvoerende instelling:

ICT IN HET ONDERWIJS JAARPLAN MEDIA & COMMUNICATIE INSTITUUT JAARPLAN ICTO M&CI. Auteur: J. Gritter Versie: Definitief Datum: December 2008

VIDEO-CONFERENCING IN DE NETWERKSCHOOL: ONDERZOEK EN AANBEVELINGEN

Functieprofiel: Controller Functiecode: 0304

1. Doelstelling Vormgeven van structurele bachelorsamenwerking tussen de negen (Technische) Wiskunde opleidingen in Nederland.

TENCompetence: naar een integraal persoonlijk competentiemanagement voor een leven lang leren. Jocelyn Manderveld SURF Foundation

Plan van Aanpak. <naam school> en Edutrainers samen op weg. Versie: EXPEDITIE

Kwaliteit van toetsing onder de loep. kwaliteitszorg rondom toetsing 6 februari 2014

Onderwijs Criteria Junior Universitair Docent

Concept projectplan Steunpunt Hoogbegaafdheid

Functiefamilie ES Experten organisatieondersteuning

Hand-out 'Digitale toegankelijkheid op een hoger niveau, aanpak bij de Koninklijke Bibliotheek'

Achtergrondinformatie subsidieregeling Cultuureducatie met Kwaliteit 2018

plan van aanpak opschaling e- health

Functieprofiel: Senior Managementassistent Functiecode: 0305

Levenslang leren. TENCompetence: naar een integraal persoonlijk competentiemanagement voor een leven lang leren. TENCompetence. Wat is TENCompetence?

Veel gestelde vragen aanvragen Cultuureducatie met Kwaliteit

PARTICIPATIE VOLGENS FONTYS

Business case Digikoppeling

Beleid. Beschrijving trekkersrollen LC en LD. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Coevorden, Hardenberg e.o. / De Nieuwe Veste

Projectplan overzicht (deel 1)

Visiedocument FSR FNWI

Utrechts Stimuleringsfonds Onderwijs 2016

Beoordelen van competente mediawijze docenten en docentenopleiders

Volledige uitleg oproep Tools voor EnergielinQ

Plan van aanpak Werkgroep Gezondheidsvaardigheden. GGD Twente

Regeling ontwikkelen en gebruiken van streaming media in het MBO projectplan Koning

De Concurrentie gerichte Dialoog

Digitaal lesmateriaal zoeken, maken en delen met

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE ONDERWIJS- & ONDERZOEKSONDERSTEUNING VAARDIGHEIDSDOCENT VERSIE 3 APRIL 2017

TENCompetence: ontwikkelen van een infrastructuur voor levenslang leren m.b.v. leertechnologie standaarden

Eindverslag project Digitaal bewegend beeld: van beleid tot praktijk

Transcriptie:

Nationaal Actieplan e-learning O pschalings A ctiviteiten van S treaming E xperts Webcollege OASE Flexibel leren met Webcolleges Universiteiten Universiteit Leiden (UL) Universiteit Maastricht (UM) Universiteit Utrecht (UU) Universiteit van Tilburg (UvT) Vrije Universiteit Amsterdam (VU) Wageningen Universiteit en Researchcentrum (WUR) Hogescholen Fontys Hogescholen Eindhoven (Fontys) Hogeschool Utrecht (HU) Bedrijven Can-iT Mediamission

Inhoudsopgave Samenvatting p. 04 1. Inleiding p. 06 2. Doelstelling p. 10 3. Resultaten en effecten en criteria voor toetsing p. 11 4. Deelresultaten en werkpakketten p. 12 5. Disseminatie van de projectresultaten p. 17 6. Exploitatieplan p. 20 7. Professionalisering p. 21 8. Omgevings- en actorenverkenning p. 22 9. Risicoanalyse en risicomanagement p. 23 Bijlage 1: Projectorganisatie/kwaliteitsborging p. 27 Bijlage 2: Standlijnen p. 28 Bijlage 3: Kostenoverzicht p. 29 Bijlage 4: Persoonsgegevens en verklaringen p. 31 Bijlage 5: Werkpakketten p. 43 2

Projectvoorstel Webcollege OASE Flexibel leren met Webcolleges 3

Samenvatting In het kader van SURF NAP (Nationaal Actieplan e-learning) werken acht Hoger Onderwijsinstellingen en twee bedrijven samen aan de voorbereiding van een project getiteld Webcollege OASE. Deelnemers Het grootste deel van de deelnemers heeft inmiddels enige jaren ervaring opgedaan met streaming media. Zij willen een brede opschalingsslag realiseren, waarin zij streaming media verrijken en toegankelijker maken voor alle Hoger Onderwijsinstellingen in Nederland. Sommigen willen bovendien een uitgebreide, geautomatiseerde webcollegeproductie tot stand brengen. In het kader van het NAP richt Webcollege OASE zich daarmee op vergroting van de kwaliteit van het Hoger Onderwijs. Doelgroep De nagestreefde verhoging van kwaliteit van het onderwijs is vooral bedoeld voor de traditionele, zittende studenten. Daarnaast als faciliteit voor buitenlandse studenten, voor studenten met een functiebeperking en voor de almaar groeiende groep leven-lang-lerenden. Doel Het expliciete doel van Webcollege OASE is het vergroten van studeerbaarheid voor de bovengenoemde doelgroepen. Vanuit de expliciete expertise van de deelnemers aan het project en de beleidswensen van de betrokken instellingen volgend, kiest het project Webcollege OASE als voornaamste aandachtsgebied hiervoor gebruik, verrijking en hergebruik van streaming media in onderwijssettings (hoorcolleges en in werkgroepverband). Daartoe is gekozen voor drie hoofddoelen: 1. Vanuit de lessons learned uit eerdere grote streaming media projecten wordt een generiek model ontwikkeld dat instappen (voor 'startende' Hoger Onderwijsinstellingen) en opschalen (voor gevorderde Hoger Onderwijsinstellingen) versneld kan laten vorm krijgen. Het model wordt getoetst in de loop van het project. 2. De didactische mogelijkheden en implicaties van streaming media voor colleges en werkgroepen worden geconsolideerd en via de portal toegankelijk gemaakt in de vorm van instructievideo s, best practices en dergelijke. Dit vormt een laagdrempelige ingang voor competentievergroting (BKO). In pilots wordt de didactische meerwaarde verder zowel nader onderzocht als uitgewerkt. 3. Verhogen van de vindbaarheid van de opgenomen producten (o.a. uit repositories ontwikkeld in eerdere projecten) door gestandaardiseerde opslag, verbeterde ontsluiting door meer uitgebreide (deels geautomatiseerde) metadatering en door uitwisseling van content voor en door collega s en studenten op de instellingsportals en andere geïnteresseerde personen en partijen via een marktplaats gevoed door LOREnet. Nationale impact De Webcollege OASE wordt ontsloten via internet en wordt aangeboden als een portal met drie ingangen, elk met de resultaten van één van bovenstaande doelen. De portal ontstaat door en voor een groeiende streaming expert community die door de bezoekers aan de portal geconsulteerd en uitgebreid kan worden. Werkwijze De projectdeelnemers vormen een community of practice. Deze werkwijze van samenwerkend leren verstevigt de onderlinge betrokkenheid, vergroot de verbondenheid met het project en vergroot spelenderwijs de expertise van de betrokken deelnemers. 4

Duurzaamheid van de projectresultaten Webcollege OASE krijgt vorm op zo n manier dat de streaming expert community op de lange termijn haar expertise en know how via dit portal kan blijven vergroten en uitwisselen met betrokken instellingen en belangstellende geïnteresseerden. Samen met SURF en de andere (inter)nationale key players op dit gebied wordt de optimale inrichting gekozen. Gestreefd wordt naar een opzet die via SURF Foundation kan beklijven. 5

1. Inleiding Achtergrond In onze kenniseconomie bestaat de almaar toenemende behoefte aan hoogwaardig opgeleiden. Willen de Hoger Onderwijsinstellingen aan die vraag kunnen voldoen, dan zullen zij extra acties moeten ondernemen om studiebarrièrres en demotivatie tegen te gaan. Daarnaast betekent dit aandacht voor studenten met een functiebeperking én voor de problemen die Nederlandse en buitenlandse studenten hebben met de Engelse taal. Verder het tegemoet komen aan de groeiende groep leven lang lerenden, die naast een baan en/of gezin op maat een studie willen volgen van kwalitatief hoogstaand niveau. Deze groepen studenten hebben hun eigen specifieke behoeften. Al deze groepen blijken baat te hebben van opgenomen colleges, die gestreamd beschikbaar staan. De digitale technologie heeft zich zover ontwikkeld, dat vrij eenvoudig geluid- en beeldopnames kunnen worden gemaakt. Via de bestaande ICT-infrastructuur is het mogelijk om eenvoudig en snel wetenschappelijke kennis te verspreiden onder geïnteresseerden tot welke doelgroep zij ook behoren: huidige of toekomstige studenten, internationaal, of anderszins. Bij zowel studenten als docenten blijken webcolleges een toenemende populariteit te genieten. In projecten als Triple L (UvA, WUR, VU, HvA), Streaming Video in het Hoger Onderwijs (UL), Kennis Integratie Project KIP (UU) en initiatieven bij de TU s en de RUG is de bruikbaarheid en didactische toepasbaarheid van dit nieuwe fenomeen onderzocht. Technisch is er veel vooruitgang geboekt door P2G en Mediasite, die het gebruikersgemak tijdens opnamen flink verbeterd hebben. Dit overziend heeft de projectgroep gekozen voor de insteek vergroting van het studiesucces in het Hoger Onderwijs. Het zowel kwalitatief verbeteren van webcolleges als kwantitatief verhogen van het aantal opnames geeft de studeerbaarheid voor studenten een stevige steun in de (studie)rug. Tijdens de voorbereidingen voor dit project is gebleken dat elke Hoger Onderwijsinstelling die op pioniersbasis aan de slag ging met webcolleges, een zelfde landschap aan problemen tegenkwam en telkens bleek hetzelfde soort werkende oplossingen gegenereerd te zijn. De eerste kinderziektes zijn overwonnen en vruchtbare werkwijzen in de specifieke Hoger Onderwijsinstellingscultuur en organisatie zijn ontwikkeld. De resultaten zijn positief en veelbelovend te noemen voor de kwaliteit van ons Hoger Onderwijs. Het is naast de voor de hand liggende opschalingsslag, ook tijd voor onderzoek naar de mogelijkheden op een grotere schaal. Dat betekent aan de ene kant dat een groot aantal Hoger Onderwijsinstellingen nu snel aan de slag wil gaan met webcolleges of de eerste successen wil opschalen, en aan de andere kant dat de didactische toepassingen en meerwaarde verder uitgediept moeten worden. Met name waar het de eigen opnames betreft, blijven dit activiteiten die door de instellingen zelf uitgevoerd worden. In het project worden activiteiten uitgevoerd, die hen daarbij versterken en ondersteunen. Doelen en activiteiten Webcollege OASE Om aan het voorgaande vorm te geven, stelt de groep deelnemers aan project Webcollege OASE de volgende drie hoofddoelen en daaruit voortvloeiende activiteiten voor. I. Webcollege OASE Het project Webcollege OASE (OASE) wil een pleisterplaats bieden op internet voor allen die werken met en geïnteresseerd zijn in webcolleges van Nederlandse Hoger Onderwijsinstellingen. Onder webcollege verstaat de groep participerende instellingen van het project het volgende. Een college wordt opgevat als een onderwijsevent aan een Hoger Onderwijsinstelling, waarbij studenten 6

en/of docenten bijeenkomen teneinde Hoger Onderwijs te genieten. Dit kan zijn een vorm van kennisuitwisseling, of oefensituaties. In de praktijk betekent dat: hoorcolleges, werkgroepbijeenkomsten, individuele oefensessies met reflectie (al dan niet met peer review achteraf), en zo meer. Webcollege OASE gaat dus uit van traditionele onderwijssettings aan universiteiten, maar ook settings die uitgaan van Probleem Gestuurd Onderwijs (PGO). In de fase waarin het werken met webcolleges zich nu bevindt, moet de Webcollege OASE daarom een drietal mogelijkheden bieden. 1. Instap- en opschalingsmodel De lessons learned uit eerdere webcollegeprojecten worden vertaald naar een generiek model voor individuen (microniveau) of instellingen (mesoniveau) die willen starten of opschalen. Zo gaat geen kostbare tijd verloren met het wiel opnieuw uitvinden of kinderziektes waar andere instellingen allang goed werkende oplossingen voor hebben ontwikkeld. (Zie voor de uitwerking bijlage 5: WP1). 2. Didactische meerwaarde van webcolleges Onderzocht en geëvalueerd gaat worden de meerwaarde van webcolleges voor specifieke doelgroepen: buitenlandse studenten (taalbarrière), beperkt beschikbare docenten (zeer gewild, eenmalig optreden of voor deeltijdstudenten), studenten met functiebeperkingen (autisme, dyslexie, gehoor) en de criteria die een college succesvol maken worden onderzocht. Doel is uiteindelijk de meerwaarde van webcolleges te vergroten op basis van de resultaten hieruit. Aangeboden wordt een toolkit van instructievideo's, handleidingen en best practices om snel en goed een webcollege te kunnen maken en gebruiken of in te zetten. Een wiki en een levende Streaming Expert Community waarborgen up-to-date zijn en kwaliteit. (Zie voor de uitwerking bijlage 5: Werkpakket 2). 3. Vindbaarheid en toepassingsmogelijkheden van de content van webcollegerepositories In Triple L is reeds een harvester gebouwd, die de metadata van de aangesloten universiteiten ophaalde en op overzichtelijke wijze presenteerde. Uitwisseling van publieke colleges werd zo toegankelijker gemaakt, maar het verlangen naar verbeterde mogelijkheden tot vindbaarheid van webcolleges werd duidelijk. In OASE zal hier op drie niveau s nader ingegaan worden. Ten eerste door gestandaardiseerde opslag en verbeterde ontsluiting door meer uitgebreide (deels geautomatiseerde) metadatering. Ten tweede omdat de harvester van LOREnet wordt door SURF uitgebouwd tot een schakelbord, waarop de portalbeheerders van de aangesloten portals toegang krijgen om de zoekvoorkeuren van hun instellingen aan te geven. Het project wordt hierbij nauw betrokken. En ten derde wordt in afstemming daarmee door het project een marktplaats gebouwd die een totaal overzicht van het aanbod geeft. Tussen aanbieders en vragers van webcolleges wordt het dan mogelijk tot afstemming van het gebruik te komen. De instellingsportals sluiten hierop aan door een specifiek doelgroepgericht aanbod door te geven conform wensen van studenten en docenten. De mogelijkheden om ZoEp bij de instellingsportals in te zetten worden nader onderzocht. (Zie voor de uitwerking bijlage 5: Werkpakket 3). II. Inrichting Webcollege OASE De verschijningsvorm van de Webcollege OASE vormt onderdeel van het projectdoel (zie bijlage 5: Werkpakket 4). In gesprek met betrokken partijen, wordt gezocht naar de beste plaats en vorm voor de Webcollege OASE. Die betrokken partijen zijn onder andere: SURF (SURFmedia, SURFspace, Webstroom Community), LOREnet, (universiteits)bibliotheken (d.w.z. opslag en ontsluiting van multimedia materiaal in repositories), advies en consultatie van CaniT en Mediamission, en diverse 7

andere groeperingen in de deelnemende Hoger Onderwijsinstellingen zelf. Hierbij hoort ook een uitgebreide omgevingsanalyse. Bij de uitwerking van dit concept wordt bovendien gekeken of en zo ja hoe Triple L en LOREnet een mogelijk permanente borging kunnen gaan vinden, waarmee de vruchten van deze initiatieven niet verloren gaan. III. Levende Streaming Expert Community Niet alleen met het oog op een succesvol projectresultaat, maar vooral ook met het oog op de duurzaamheid van de Webcollege OASE na afloop van het project, is de ontwikkeling en uitbreiding van een levende expert community een belangrijk subdoel van het project. Bekende succesfactoren worden vertaald in communicatiestructuren, gezamenlijke ondernemingen en samenwerkend leren (zie bijlage 5: Werkpakket 4). Doelgroepen Studenten Zittende studenten vormen de belangrijkste doelgroep van de Webcollege OASE. Het studiesucces van de huidige student staat centraal. Het studierendement stijgt doordat de studeerbaarheid op twee manieren wordt vergroot, namelijk door een betere intrinsieke kwaliteit van het onderwijs in combinatie met verbeterde toegankelijkheid en flexibiliteit en/of door een toename van het aantal opgenomen colleges. Handicap & studie Studenten met een functiebeperking hebben baat bij een verbeterde toegankelijkheid en een verhoogde flexibiliteit omdat het hun in staat stelt onderwijs te volgen terwijl dit tot voor kort niet- of niet in deze mate mogelijk was. Auditieve aspecten worden beheersbaar in die zin dat studenten geluid harder of zachter kunnen zetten en/of kunnen herhalen. Visuele aspecten worden beheersbaar doordat studenten beeld kunnen vergroten of verkleinen en heen en weer kunnen scrollen in het visuele materiaal. Vermoeidheid hoeft nu niet meer het studietempo wezenlijk te vertragen. Internationaal Door de internationalisering van de Nederlandse Hoger Onderwijsinstellingen is de Engelse taal toch enigszins een struikelblok gebleken. De Webcollege OASE biedt de mogelijkheid om webcolleges herhaald te beluisteren op momenten dat de taal van het webcollege een barrière voor de student vormt. Verder zal dit tot aandacht voor de Engelse taal leiden in het professionaliseringstraject van de docenten. Zij-instromers Overheden, NGO s, bedrijven en zelfstandigen (ZZP ers) hebben behoefte aan flexibele toegang tot Hoger Onderwijs. Voorts verlaagt inzicht in de exacte inhoud van onderwijsprogramma s de drempel voor partijen die de eigen positie op de (internationale arbeids)markt willen verbeteren door een aanvullende studie te ondernemen. Sectoren De Webcollege OASE biedt instrumenten die toepasbaar zijn op alle sectoren van het Hoger Onderwijs. Het gaat om generieke oplossingen voor specifieke onderwijsproblemen. Het samenbrengen van vakinhoudelijke sectoren en van vakgebieden kan tevens leiden tot verkenning van de vakinhoudelijke grenzen. Dit is nadrukkelijk niet de doelstelling van het project. Wel zou de verkenning naar de grenzen tussen vakgebieden en sectoren een interessant neveneffect kunnen betekenen voor de inhoud van het onderwijs en voor onze kenniseconomie in die zin dat het oplossen van de huidige problemen veelal een multi-, trans- of interdisciplinaire aanpak vereist. Samenstelling consortium Webcollege OASE 8

Het consortium bestaat uit instellingen die eerder met elkaar hebben samengewerkt (VU en WUR in Triple L bij voorbeeld) aangevuld met instellingen die elkaar kennen van samenwerkingsverbanden zoals Webstroom, van voormalige projecten en van conferenties zoals de SURF Onderwijsdagen. Zowel instellingen die net met webcolleges beginnen als meer ervaren instellingen verenigen zich, waardoor het consortium een goede weergave is van de algemene situatie in het Nederlandse Hoger Onderwijs. Daarbij wordt het consortium versterkt door een bedrijf (CaniT), dat voortkomt uit het Hoger Onderwijs en zich gespecialiseerd heeft op het geautomatiseerd aanbieden van streaming media. Het feit dat er 'startende' en 'opschalende' instellingen deelnemen, biedt een gezonde kans voor samenwerkend leren in een zich ontwikkelende levende expert community. De instellingen met ervaring kunnen hun expertise en lessons learned omzetten in een generiek model en toepassing ervan toetsen aan de praktijk. De 'startende' instellingen kunnen zo versneld en zonder al teveel kinderziektes aan de slag. Zij doen mee in de expert community die kennis en ervaring op de gebieden van didactiek, techniek, praktijk en organisatie met elkaar en de OASE-bezoekers deelt. De 'opschalende' instellingen hebben over het algemeen een eigen kennis en ervaringsbasis opgebouwd vanuit eerdere pioniersprojecten. Zij hebben de kans hun ervaring en kennis aan elkaar te toetsen, te vergelijken en verrijken. 9

2. Doelstelling Het doel is een integrale oplossing (de Webcollege OASE), waarmee instellingen een kwalitatief hoogwaardig aanbod en flexibel gebruik en hergebruik van webcolleges kunnen realiseren evenals een kwantitatieve toename van het aantal webcolleges. De vraag naar en het aanbod aan webcolleges komen in de OASE bij elkaar. Gekozen strategie De keuze voor een nationaal en internationaal toegankelijke portal, de Webcollege OASE, wordt ingegeven vooral vanuit het feit dat het veel tijd en geld kost als individuele docenten en/of instellingen op eigen houtje opnieuw het wiel moeten uitvinden. Bovendien blijkt succesvolle implementatie van innovatieve technieken een joint effort te eisen, die zowel bottom up, als top down werkt (SURF, 2005). Zo blijkt de werkvorm van webcolleges een herziening van de traditionele inrichting van de organisatie van AV, ICT, en andere betrokken facilitaire diensten (zaalreserveringen, zaalinrichting, verstrekking van hulpmiddelen via een Servicedesk, e.d.) met zich mee te brengen. De Webcollege OASE biedt ook de gelegenheid aan een breed en groot publiek om te profiteren van de resultaten uit eerdere, succesvolle, projecten als Triple L en LOREnet. De OASE biedt daar een extra disseminatiegelegenheid voor, en een basis voor groei vanuit de input van startende instellingen. De oogst uit deze eerdere projecten geeft een extra stimulans aan startende instellingen: je ziet waar je naartoe werkt. De ambitie is hoog. Niet alleen wordt doorgewerkt op het concept van een centraal doorzoekbare harvester van webcolleges die decentrale instellingsrepositories met elkaar verbindt. Startende instellingen vinden via de OASE hun weg in de benodigde technologie, de inhoud en de organisatie met behulp van een speciaal voor dit doel ontwikkeld instap- en opschalingsmodel. Opschalende instellingen gaan gericht aan de slag met manieren van gebruik en hergebruik van bestaande opnamen, met behulp van technieken die de toegankelijkheid, de vindbaarheid en de doorzoekbaarheid van webcolleges vergroten. Er ligt om de harvester heen ook een schil van tools waarmee docenten de intrinsieke kwaliteit van hoorcolleges zelf kunnen verbeteren (zowel wat betreft de didactische vormgeving als wat betreft de Engelse taal). Docenten kunnen hiermee gericht werken aan kwaliteitszorg van specifieke onderdelen binnen hun onderwijs. Met de invoering van de BKO (BasisKwalificatie Onderwijs) 1 wordt professionalisering van docenten bovendien een belangrijke insteek voor verhoging van kwaliteit van het Hoger Onderwijs. De Webcollege OASE maakt gebruik van de reeds bestaande werkwijzen van BKO, onder meer bij professionalisering van docenten gericht op- en met behulp van webcolleges. Via het instap- en opschalingsmodel kunnen individuele- én groepen docenten snel aan de slag. Via de didactische handreikingen kunnen zij hun repertoire uitbreiden. De harvester biedt de mogelijkheid voor onderlinge inspiratie en contact. Vergroting van het professionele netwerk wordt laagdrempelig via de Webcollege OASE. Vakinhoudelijke kennis- en ervaringsuitwisseling worden snel en flexibel aangeboden en gevonden. 1 Zie http://www.vsnu.nl/web/show/id=103254/langid=43/framenoid=39657/langid=43/secure=false (Met de BKO bieden universiteiten een bewijs van bekwaamheid voor docenten in het wetenschappelijk onderwijs. Elke universiteit vult het professionaliseringstraject voor docenten op eigen wijze in. Bij de invoering is veel onderling overleg geweest en hebben universiteiten van elkaars programma s kunnen leren. Van startende docenten op een universiteit wordt verwacht dat zij al een BKO hebben, of deze in een vroegtijdig stadium halen. Voor zittende docenten worden docentkwalificaties nog nadrukkelijker onderdeel van hun functioneringsgesprekken). 10

3. Resultaten en effecten en criteria voor toetsing Het project Webcollege OASE richt zich op de vergroting van studiesucces in het Hoger Onderwijs door zich te richten op verhoging van de kwaliteit van het onderwijs. Het geeft hieraan vorm door enerzijds tot kwaliteitsverbetering van opgenomen webcolleges te willen komen zodat deze breder inzetbaar worden en bij de studenten een tevreden studie-ervaring opleveren. Anderzijds door bij opschalende instellingen tot aanzienlijk meer opnames te komen, zodat het een gebruiksmiddel wordt waar studenten standaard op kunnen terugvallen in de studie. Het aanbieden van webcolleges vergroot het studiesucces in het Hoger Onderwijs op de volgende manieren: - Studenten integreren het bekijken van webcolleges in hun studiegedrag. Het webcollege blijkt een middel waarmee studenten zich beter kunnen voorbereiden op tentamens. Herhaling is een belangrijk didactisch principe (vgl. Laurillard, 2002). Dit geldt zo mogelijk nog meer voor specifieke doelgroepen met een functiebeperking en voor de studenten die worstelen met de engelse taal. - Webcolleges maken de inzet van (delen van) hoorcolleges in andere onderwijssettings mogelijk, zodat meer tijd beschikbaar is voor contactonderwijs in groepen. Hierdoor kan op de vragen van de studenten specifieker worden ingegaan en kunnen zij verdiepend leren, wat de studieresultaten blijkt te verhogen. Gebleken is dat webcolleges niet in staat zijn het hoorcollege als intermenselijke live event geheel te vervangen: studenten blijven in even grote aantallen participeren. - Webcolleges maken afstandsonderwijs mogelijk. Hiermee kan de doorstroom van studenten van Bachelor naar Master vergroot worden. Dit is overigens geen aandachtspunt van dit project. Het aanbieden van een enkele opname is voor een startende instelling wel te doen. Opschaling, dat wil zeggen onder andere het verzorgen van aanzienlijk meer opnames, is een complexe zaak die veel aspekten heeft. Denk hierbij aan onbekendheid met het fenomeen bij docenten (professionalisering), aan het ontbreken van kennis over standaardisatie en automatisering bij de ondersteunende afdelingen (professionalisering van ondersteunende diensten), aan het niet voorradig hebben van cursussen bij docentondersteunende eenheden. Door de handen ineen te slaan wil het project producten opleveren die de instelllingen handvatten geeft om op deze punten gericht en doeltreffend de kwaliteit en functionaliteit te optimaliseren. Waar Triple L voor beschrijvingen gezorgd heeft, wil OASE de toepasbaarheid dusdanig maken dat elke instelling webcolleges op een eenvoudige manier kan aanbieden. In Hoofdstuk 4 worden de resultaten per deelproject uitgesplitst weergegeven. 11

4. Deelresultaten en werkpakketten (WP) WP 0 Doel Specificaties resultaat Plan van aanpak Projectmanagement Aansturen van projectleden, controle over voortgang en rapportage project-intern en SURF foundation Controlling document Voortgangsrapportages Mid-termrapportage Eindrapportage Evaluatie Controlling document ontwikkeling vindt plaats vóór aanvang van het project. Regelmatig contact onderhouden werkpakketmanagement en contactpersonen (mondeling). Voortgangsrapportages schriftelijk eens per kwartaal. In de rapportages worden projectafwijkingen die buiten de toegestane marges vallen gemeld. Er wordt gerapporteerd op afwijkingen in tijd; in budget en in projectresultaten alsmede een korte beschrijving van de afgelopen periode en de komende periode. De mid-term rapportage wordt opgesteld aan de hand van de monitoring en evaluatierapportage en bevat concrete en onderbouwde aanbevelingen over de inrichting van de opschalingfase. De eindrapportage geeft inzicht in het projectverloop en de projectresultaten, ondervonden knel- en leerpunten en aanbevelingen voor eventueel vervolg. Tijdsplanning Start in september 2008, einde in september 2010 Begroting (75 dagen) 45.000 Totaal WP 0 45.000 12

WP 1 Doel Instap- en opschalingmodel Snel en goed aan de slag kunnen gaan met webcolleges voor individuele medewerkers aan Hoger Onderwijsinstellingen. Voor startende Hoger Onderwijsinstellingen. Voor Hoger Onderwijsinstellingen die na een aantal jaren ervaring nu toe zijn aan opschalen. Eindprodukt wordt onderdeel van de Webcollege OASE en wordt bij voorkeur up to date gehouden door de Streaming Expert Community ook na afronding van het project. Specificaties resultaat 1. Taakverdeling 2. Resultaten uitdiepende omgevingsanalyse zowel intern als extern 3. Zes casusbeschrijvingen 4. Instap- en opschalingsmodel 5. Protocollen voor instappen en opschalen 6. Drie pilots en evaluatie 7. Disseminatie Plan van aanpak 1. Rollen/taken/verantwoordelijkheden/bevoegdheden vastleggen in controlling document 2. Extra oriëntatie en uitdiepende omgevingsanalyse. 3. Verzamelen en vastleggen beschikbare kennis en ervaring in casusbeschrijvingen 4. Vanuit de gezamenlijke lessons learned uit eerdere projecten met betrekking tot webcolleges, een generiek instapmodel ontwikkelen. Het instapmodel resulteert in mogelijke protocollen (in de vorm van stroomschema's) voor zowel instappen als opschalen. Vanuit het deelgebied organisatie worden drie vormen van protocollen gegenereerd: volledige ondersteuning (duur in menskracht) gemengde vormen zoveel mogelijk standaardisatie en zelfwerkzaamheid (goedkoper in menskracht, veeleisender in professionalisering) 5. Criteria voor toetsing vastleggen 6. Op basis van het instapmodel concretiseren instappers en opschalers SMART instap- en oschaaldoelen die haalbaar zijn binnen het tijdsbestek van het project. 7. Uitvoering SMART instappen en opschalen 8. Effect meten en evalueren 9. Lessons learned dissemineren en opnemen in Webcollege OASE Tijdsplanning September 2008 tot september 2010 1. Controlling document/ Rollen/taken/verantwoordelijkheden/bevoegdheden (maart mei 2008) 2. Verdiepende oriëntatie (sept. okt. 2008) 3. Vastleggen criteria van toetsing Starters en Opschalers (sept. dec. 2008) 4. Casusbeschrijvingen (sept. nov. 2008) 5. Ontwikkeling model en protocollen (sept. dec. 2008) 6. Vastleggen SMART doelen pilots (dec. 2008 jan. 2009) 7. Start pilots (va. jan. 2009) 8. Evaluatie pilots (bij afronding resp. pilots) 9. Disseminatie (va. jan. 2009) Begroting Werkpakketmanagement 6.000 Ontwikkeling, pilots, evaluatie model (170 dagen) 102.000 Disseminatie (20 dagen) 6.000 Subtotaal 126.000 Totaal WP 1 126.000 13

WP 2 Doel Didactiek Docenten ondersteunen bij het verhogen van de kwaliteit van het onderwijsproces m.b.v. webcolleges. Ontwikkeling van een set tools waarmee docenten (delen van) hun eigen onderwijs m.b.v. webcoolleges kunnen evalueren, gericht op diverse doelgroepen en toepassingen, samengebracht in een webomgeving waarin docenten concrete ideeën en aanwijzingen vinden zoals vragenlijsten en modellen. Specificaties resultaat Pilots draaien meten leereffect webcolleges. Factoren determineren. Aan de hand van de resultaten van de pilots worden de tools t.b.v. didactiek van webcolleges aangepast en geactualiseerd. Aanbieden van toegankelijke tools: 1. Didactiek van webcolleges - Onderwijskundige ontwerpen voor de geselecteerde vakken (verdere uitwerking van de didactische modellen uit het Triple L project) - Vergelijkingsmodel leer- en andere effecten webcolleges - Resultaten uit onderzoeken naar leereffecten en didactische toegevoegde waarde van webcolleges 2. Competentie-ontwikkeling docenten - Succesfactoren excellente webcollegedocenten - Best practices (do s en don ts, bloopers) - Instructievideo s, handleidingen, tips, praktijkervaringen - BKO-specifieke training en/of instructies 3. Achtergrondinformatie - Literatuur - Links Disseminatie: - Een onderzoeksverslag met daarin pilotevaluatie verslagen van de geselecteerde vakken, waarin de nadruk wordt gelegd op de vraag op welke manier didactische meerwaarde is gerealiseerd voor de specifieke doelgroepen en door welke onderdelen van het didactisch ontwerp dit is veroorzaakt. - Publicaties in tijdschriften didactiek en Hoger Onderwijs Plan van aanpak - In de start- en onderzoeksfase van het project worden onderwijssituaties geselecteerd, waarbij de inzet van webocolleges kan leiden tot een verhoging van het leerresultaat bij studenten uit voornoemde doelgroepen - Voor deze situaties worden didactische pilots (experimenten) ontworpen. Hierbij wordt vooraf bepaald wat wordt verstaan onder verhoging van het leerresultaat bij specifieke doelgroepen en hoe dit achteraf gemeten wordt - In de evaluatie van deze pilots wordt nagegaan of (en in welke mate) de toevoeging van webcolleges en didactiek leiden tot verhoging van het leereffect. - Aan de hand van de resultaten van de pilots worden de tools t.b.v. didactiek van webcolleges aangepast en geactualiseerd. - Parallel aan deze processen wordt een community didactiek webcolleges opgezet rondom de tools en de harvester, gekoppeld aan BKO. Beginnende én gevorderde docenten komen door koppeling aan BKO automatisch in aanraking met de prinicipes van webcolleges en de waarde van de tools via de levende community. Tijdsplanning September 2008 tot september 2010 Begroting Werkpakketmanagement 6.000 Ontwikkeling, pilots, evaluatie (170 dagen) 102.000 Disseminatie (20 dagen) 12.000 Onvoorzien 6.000 Subtotaal 126.000 Totaal WP 2 126.000 14

WP 3 Doel Specificaties resultaat Plan van aanpak Vindbaarheid 1. Betrokken bij de uitbouw van de harvester van LOREnet tot een volwaardig schakelbord 2.Bouw van een marktplaats, die een altijd vers overzicht van het aanbod geeft. 3. Met gebruikmaking van de faciliteiten van schakelbord aansluiten van de instellingsportals sluiten hierop aan door een specifiek doelgroepgericht aanbod door te geven. 4. Vergroten van de doorzoekbaarheid van de opnames. Zowel door koppeling van relevante informatiesystemen als door het ontsluiten van de powerpoint, de audio en de video. 1. Het schakelbord geeft de portalbeheerders de kans tot het instellen van volwaardige presets, die de ontsluiting op de eigen portal doelgroepgericht mogelijk maken (doelen 1 en 3). 2. Op een markt vind je informatie terug in vele kraampjes. Hiermee wordt het mogelijk het volledige aanbod van de instellingen te zien en daar met profielen aan te geven wat je als eindgebruiker wenst. De marktplaats ontsluit niet alleen open access, maar ook open mits, gesloten maar en zelfs gesloten (zie verder in uitwerking hierover) 3. Verbeterde doorzoekbaarheid. De twee eerste doelen worden in nauwe afstemming op elkaar in het eerste jaar van het project gebouwd, getest en verfijnd. Doel 3 kan pas als het schakelbord gebouwd is. Dat zal eind eerste projectjaar zijn. Het realiseren van vergrote doorzoekbaarheid vergt vooral het nauwgezet volgen van marktontwikkelingen. De betrokken bedrijven kunnen hier ook een adviserende rol in spelen. Tijdsplanning September 2008 tot september 2010 Begroting Werkpakketmanagement 6.000 Uren: bij instellingen 170 dagen ( 102.000) Uren: begeleiden bouw 20 dagen ( 12.000) Materiaal: 20.000 Acties marktplaats en doorzoekbaarheid: 50.000 Disseminatie 20 dagen ( 12.000) Onvoorzien 6.000 Subtotaal: 208.000 Totaal WP 3 208.000 15

WP 4 Doel Streaming Expert Community Levende community voor en door experts en beginners Samenwerkend leren als weg en als doel Optimale vorm en plaats vinden voor inrichting Webcollege OASE Specificaties resultaat Taakverdeling (wie doet wat wanneer) Ontwerp communicatiestructuur Criteria voor toetsing Aanbevelingen voor optimale inrichting Webcollege OASE Evaluatie 'levende streaming expert community Disseminatie-produkten Document 'Aanbevelingen' Plan van aanpak 1. Uitdiepende omgevingsanalyse 2. Gesprekken en overleg, inventarisatie wensen/grenzen key players Webcollege OASE 3. Functioneel ontwerp OASE 4. Afstemmen met key players 5. Ontwerp OASE vastleggen Tijdsplanning September 2008 tot september 2010 1. Taakverdeling (maart mei 2008) 2. Randvoorwaarden (sept. okt. 2008) 3. Intake wensen grenzen deelnemers (maart okt. 2008) 4. Daarna op een ander niveau (sept. 2008 sept. 2010) 5. Vormgeving communicatiestructuur (okt. nov. 2008) 6. Vastleggen criteria voor toetsing (okt. nov. 2008) 7. Inrichting en Vormgeving OASE (dec. 2008 juni 2009) 8. Toetsing criteria groei ontwikkeling 'levende streaming expert community' (juni 2010) 9. Disseminatie projectresultaten - project-intern (sept. 2008 sept. 2010) - extern (mart. 2009 sept. 2010) 10. aanbevelingen voor vervolg (juni 2010 sept. 2010) Begroting Werkpakketmanagement 3.950 Community Werkpakketmanagement 10.975 Community project interen (38 dagen) 22.800 Inrichting en vormgeving Webcollege OASE (50 dagen) 30.000 Community materiaal 10.000 Disseminatie 20 dagen ( 12.000) Onvoorzien 42.000 Totaal WP 4 89.975 16

5. Disseminatie van de projectresultaten De kennis en ervaring die wordt ontwikkeld in de Webcollege OASE, wordt met behulp van bijeenkomsten, werkbezoeken, interpersoonlijke face-2-face contacten en schriftelijke communicatie verspreid onder de projectmedewerkers en onder relevante managers, docenten en communicatie-medewerkers. Tevens wordt de opgedane kennis toegankelijk gemaakt voor nietparticiperende instellingen door middel van publicaties, presentaties en de webportal. Zo maakt iedereen daadwerkelijk en blijvend gebruik van de kennis en praktijkervaring. Essentieel hierin is dat een 'werkbezoek' wordt gebracht aan elk van de deelnemende instellingen. 'Op locatie' wordt gekeken en meegedacht over de inrichting, specifieke vraagstukken komen ter sprake en lokale problematiek wordt zichtbaar en ervaarbaar. Dit is een belangrijke projectinterne activiteit van Werkpakket 5 Streaming Expert Community. Een open werksfeer met ruimte voor inbreng van ideeën van projectmedewerkers draagt bij aan de kans dat betrokkenen bij het project zullen optreden als ambassadeurs van het project en tevens kennis en informatie binnen hun eigen netwerk verspreiden. Dwarsverbanden worden als disseminatiemogelijkheden aangegrepen. De transfer van kennis wordt vergemakkelijkt door logo, huisstijl en flyers. De verworvenheden van het project worden structureel onder de aandacht gebracht met behulp van een nieuwsbrief, presentaties en de website. Met name de wiki krijgt volle aandacht: voor en door de projectdeelnemers, deelnemers aan pilots en andere bezoekers. Hier ligt ook de ingang voor de klankbordgroepen. Specificatie van resultaten De kennis en ervaring die uit het project voortkomt wordt structureel gedissemineerd. Daartoe onderscheiden we vijf componenten: 1. Instap-en opschalingsmodel 2. Community, good practices, tools, instrumenten 3. Handleidingen, instructievideo's, 4. Tools (zoals software-producten, repository) die zonder meer ingezet kunnen worden bij partijen direct betrokken bij de Webcollege OASE en bij andere onderwijsinstellingen 5. Onderwijsmateriaal dat in de pilots wordt ontwikkeld Doelgroepen Kennis over (gebruik van) bovengenoemde componenten wordt verspreid over projectmedewerkers, docenten, studenten, onderwijskundigen, ICT-specialisten, voorlichters, beleidsmakers en opleidingscoördinatoren en -directeuren. We onderscheiden vijf instellingsniveaus waarbinnen kennis zal worden verspreid: 1. de eigen faculteit/het eigen instituut 2. de eigen instelling 3. partnerinstellingen van Webcollege OASE 4. andere universiteiten en HBO-instellingen 5. internationale gemeenschap (community) op het terrein van gebruik van audio en video in Hoger Onderwijs We beschrijven de bruikbare (instap- en opschalings) modellen en scenario s, de tools, de community en de methoden die de vindbaarheid bevorderen en bieden dit ter publicatie aan aan relevante (vak)bladen, conferenties en SURFspace. Praktische beschrijvingen worden aangeboden aan www.digitaledidactiek.nl en aan de good practice site. Ondersteuning wordt aangeboden in de vorm van de webomgeving, de (fysieke en virtuele) community en in de vorm van workshops die breed inzetbaar zijn binnen het Hoger Onderwijs (bij voorkeur via de Summer/Herfst/Winter/Spring 17

schools van SURFfoundation/SURFnet); dergelijke workshops zullen ook aan relevante conferenties en/of studiedagen (SURF Onderwijsdagen, Innovatium, Online Educa Berlijn, EDUCAUSE, ED-MEDIA, ALT-C, DIVERSE etc.) worden aangeboden. De repositories worden in samenwerking met LOREnet onder de aandacht gebracht en de harvester/portal/marktplaats wordt in samenwerking met SURFfoundation en SURFnet gelanceerd als oplossing voor-en door Hoger Onderwijs. Rapportages worden via de projectenwebsite verspreid, gebruik makend van een nieuwsbrief ter attendering. Met de Special Interest Group Webstroom worden mogelijkheden voor een gezamenlijke Expertisegroep onderzocht. Seminars voor docenten, experts en managers worden georganiseerd waarbij het gebruik van webcolleges in Hoger Onderwijs centraal staat. Kennisdisseminatie binnen de eigen faculteit/het eigen instituut Niet alleen de aan de pilots deelnemende docenten worden geïnformeerd over de mogelijkheden van webcolleges. Doel is om een breed draagvlak te genereren, door docenten en collega s bij het project te betrekken met behulp van onderstaande middelen: - Kick-off meeting - Projectwebsite & nieuwsbrief - Community - Bijeenkomsten met betrokkenen binnen één instituut - De mogelijkheid om onderwijsmodulen (virtueel) bij te wonen - Meedenken bij het bepalen van beleidsmaatregelen op het gebied van breed gebruik van webcolleges - Bekendmaken van tussentijdse resultaten van onderzoek m.b.v. quickscans, enquêtes, etcetera - Redactie van artikelen voor facultaire/institutionele berichtgeving (nieuwsbrieven, website, bladen) Kennisdisseminatie binnen de instelling Op dit niveau is het doel om universiteitsbreed docenten, specialisten, communicatie-medewerkers, onderwijskundigen, ICT-experts, beleidsmakers en onderwijsdirecteuren te enthousiasmeren voor het gebruik van webcolleges in het onderwijs. Dit gebeurt op de volgende manieren: - Kick-off meeting - Presentaties in universitaire fora zoals het ICTO Platform en het netwerk voor communicatie medewerkers - Redactie van artikelen voor universitaire berichtgeving - Projectwebsite - Workshops - Nieuwsbrief Kennisdisseminatie binnen partnerinstellingen Kennis opgedaan in de verschillende werkpakketten zal zo effectief mogelijk gedeeld worden binnen de partner-instellingen. Trekkers en medewerkers van werkpakketten werken mee aan de uitwisseling van (inhoudelijke) kennis tussen docenten van partnerinstellingen door middel van ronde-tafelgesprekken, workshops en seminars. Ook wordt een speciaal seminar georganiseerd voor docenten en zal de projectwebsite worden ingezet. Gestart wordt met samenwerking met de zgn. voorlopers, voor de volgers wordt een speciale werkwijze gekozen zoals bijvoorbeeld een grassroot-achtige aanpak. Kennisdisseminatie op nationaal niveau De boodschap van Webcollege OASE is om het Nederlandse Hoger Onderwijs enthousiast te maken voor het gebruik van webcolleges. Een beproefde manier is om een aantal voorlopers te ondersteunen en hen te vragen om aan collega s te tonen wat ze hebben bereikt. Webcollege OASE kan deze voorlopers naast ze te ondersteunen, tevens helpen om podia te vinden waarop ze hetgeen ze hebben bereikt kunnen tonen aan de buitenwereld en met name aan geïnteresseerde collega s. SURFfoundation, SURFnet, Webstroom, VSNU, andere landelijke vakinhoudelijke en interdisciplinaire fora, vakverenigingsbladen etc. bieden aanknopingspunten. Projectmedewerkers 18

bieden ondersteuning en zorgen voor een inbedding van specifieke voorbeelden in het bredere kader van het project. Kennisdisseminatie op internationaal niveau Doel is om kennis en ervaring te toetsen aan internationale voorbeelden, toegankelijk te maken en te verspreiden door middel van artikelen in didactische vakliteratuur, via presentaties op conferenties, de projectwebsite (via een engelstalig deel) en door aansluiting te zoeken bij internationale communities voor de uitwisseling van kennis over webcolleges zoals JISC-SURF (via StreamTeam), maar ook in breder Europees perspectief en wereldwijd (zoals via DIVERSE, ALT-C, On Line Educa etc.). 19

6. Exploitatieplan Na afronding van het project OASE hebben alle instellingen ervaringen opgedaan met het opnemen van webcolleges, waardoor de drempel om hier gebruik van te blijven maken, verlaagd zal zijn. Zowel docenten als ICT-ondersteunende medewerkers hebben geleerd om ermee om te gaan, wat de verankering in de instellingen vergemakkelijkt. Instellingen blijven zelf verantwoordelijk voor de kosten van hardware en software om video s te maken, op een server te zetten en uit te zenden. Maar na afronding van het project is een krachtig portaal gerealiseerd, dat een grote hoeveelheid expertise, modellen en handleidingen biedt en voor het hele Hoger Onderwijs beschikbaar moet staan. Met SURF foundation en SURFnet zal bekeken worden wat de beste vorm is om dit te borgen. Een van de mogelijkheden zou het onderbrengen van OASE bij SURFmedia zijn. Beschikbaarheid, betrouwbaarheid en doorontwikkeling zijn essentieel om op langere termijn deze instellingsoverstijgende portal goed in te kunnen blijven zetten. De ontsluiting van de metadata wordt via het schakelbord, onderdeel van LOREnet, geregeld en is als zodanig al bij SURF geborgd. Bij gebleken aantrekkelijkheid van de marktplaats lijkt uitbreiding van het aanbod met andere onderdelen van de kennis van de Hoger Onderwijsinstellingen voor de hand te liggen. Met SURF foundation zal overlegd worden wat de meest geëigende vervolgvorm zal zijn. Mogelijk moeten hier ook HBOraad en VSNU bij betrokken worden. De instellingen verzorgen zelf de doelgroepgerichte ontsluiting via hun portal. Het is de bedoeling dat de Streaming Expert Community een zodanig laagdrempelige toegang kent, dat het ook na het project aantrekkelijk en gemakkelijk blijft om in dit veld met elkaar in contact te blijven en kennis en ervaring uit te wisselen. Per slot van rekening wordt de expertise van alle deelnemers in de loop van het project een stuk groter en het is aannemelijk dat alle deelnemers op hetzelfde werkterrein van ICT&O en streaming media werkzaam zullen blijven. 20

7. Professionalisering Professionalisering van docenten Instellingen werken aan de invoering van BKO (Basiskwalificatie Onderwijs). Bottom-up wordt via instellingsmedewerkers contact gezocht over de wijze waarop de community en de tools van de Webcollege OASE verankerd kunnen worden in het trainings- en begeleidingsaanbod van BKO. Top-down wordt in samenwerking met de VSNU gewerkt aan de landelijke bekendheid van de Webcollege OASE en de mogelijkheden die ze biedt voor reflectie, begeleiding en voor het verbeteren van de intrinsieke didactische en (engelse) taalkundige kwaliteit van (web)colleges. Naast een middel voor studenten om beter en flexibeler te kunnen studeren, dienen webcolleges als reflectie instrument voor docenten, als middel voor gerichte coaching, mentoring en begeleiding van docenten. Deze werkwijze wordt ondersteund door de tools die eigendom zijn van de levende community. Professionalisering van (onderwijs)management Artikelen, (beknopte) memo s en presentaties helpen onderwijsmanagers om gericht beleid te kunnen formuleren voor toepassing van webcolleges. Separaat wordt advies/coaching aangeboden aan managers/beslissers m.b.t. de implementatie van webcolleges binnen de opleiding/instelling. Professionalisering van ondersteuners De levende community borgt professionalisering op landelijk niveau, aansluitend bij communities of practice (zoals locale Webstroom communities) op instellingsniveau. Met name facultaire contactpersonen, ELO ondersteuners, audiovisuele ondersteuners en ict medewerkers worden actief bij de community betrokken. Professionalisering van studenten Via studentenorganisaties/vakbonden worden studenten betrokken bij inventarisaties van de studentenvisies op (specifieke toepassingen van) webcolleges. Studentenorganisaties worden geïnformeerd en informatie van studentenorganisaties worden onderling uitgewisseld. Ook worden studenten opgeleid en ingedeeld in studentenpools om grootschalige opnamen te kunnen realiseren binnen instellingen die het opnameproces nog niet (volledig) hebben geautomatiseerd. 21

8. Omgevings- en actorenverkenning In de afgelopen jaren wordt streaming audio en video steeds meer en steeds succesvoller gebruikt in het Hoger Onderwijs. Dit blijkt onder meer uit de publicatie Webstroom: grenzeloze impact (SURF, 2007). Hierin worden 17 projecten beschreven op het gebied van streaming video. Dit project bouwt voort op resultaten verworven in eerdere projecten, waaronder Triple L, Collegerama en KIP, maar ook op resultaten verworven in kleinschalige projecten zoals het pilotproject rondom webcolleges bij de Universiteit Utrecht. De grote belangstelling voor streaming video blijkt uit ook de grote deelname aan de SURF Academy, die in het najaar van 2007 een summerschool over dit onderwerp heeft georganiseerd. Voor wat betreft de doelgroep studenten met een functiebeperking zal worden afgestemd met het Centrum voor Handicap en Studie. In Nederland zijn er verschillende communities opgericht zoals de Webstroom community en SURF SIX, die actief zijn op het gebied van streaming video. De Webstroom Community bestaat uit deskundigen uit het Hoger Onderwijs, de AV-wereld, ICT-specialisten en content leveranciers. Resultaten die voortkomen uit activiteiten van de werkgroep, zijn gericht op verbetering van het Hoger Onderwijs door de toepassing van streaming media. De projectgroep OASE zal de Webstroom Community regelmatig informeren over de stand van zaken en waar mogelijk om advies vragen. Een aantal instellingen maken gebruik van DiViDU. Dit is een web tool waarin leren met behulp van streaming video centraal staat. Deze tool kan als aanvullend leermiddel dienen op de webcolleges. Daarnaast wordt in een aantal instellingen gebruik gemaakt van Academia, waarmee het Instituut van Beeld en Geluid online toegang verstrekt tot duizenden uren streaming content voor het Hoger Onderwijs in Nederland. In het OASE-project zal bekeken worden of het beeldmateriaal van Academia benut kan worden ten behoeve van werkpakket 2. Er is ook een wiki over het gebruik van video in het onderwijs (video2learn). Tijdens het project OASE kan hier gebruik van worden gemaakt. Gedurende de eerste fase van dit project wordt in nauw overleg met de betrokkenen van bovenstaande initiatieven besproken op welke manier het beste aangesloten kan worden. Ook wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van SURFspace om ervaringen met anderen uit te wisselen, losse initiatieven te bundelen en te profiteren van elkaars al opgedane expertise. 22

9. Risicoanalyse en management Risico Waarde Uw keuze Factor Zwaarte Totaal Tijdsfactor Geschatte doorlooptijd van het project. Kent het project een definitieve deadline? Is de tijd voldoende om het project binnen de gestelde termijn te realiseren? Complexiteit van het project Aantal disciplines (deelgebieden) dat betrokken is. Aantal functionele deelgebieden dat gebruik gaat maken van de resultaten. Gaat het om een aanpassing of om een nieuw project. In hoeverre moeten bestaande verantwoordelijkheden wijzigen (nieuwe). Zijn er andere projecten afhankelijk van dit project? Wat zal de houding zijn van de gebruikers? Zijn er deelprojecten, is de voortgang afhankelijk van de coördinatie hiertussen? De projectgroep Welke medewerkers werken aan het project mee? Wat is de geografische spreiding van de projecten? Aantal projecten dat op piektijden >80% betrokken is Verhouding materiedeskundigen/ projectdeskundigen 0-3 maanden 0 0 3-6 maanden 0 1 4 12 6+ maanden 1 3 0-3 maanden 1 0 3-6 maanden 0 2 4 0 6+ maanden 0 4 Ruim voldoende 0 0 Voldoende 1 1 4 4 Onvoldoende 0 3 Een 0 0 Twee 1 1 4 4 Meer dan 3 0 3 Een 0 0 2 tot 3 1 1 2 2 Meer dan 3 0 2 Kleine aanpassing 0 0 Grote aanpassing 1 2 5 10 Geheel nieuw 0 3 Niet 0 0 Minimaal 1 1 Gemiddeld 0 2 5 5 Sterk 0 3 Nee 1 0 Ja, er is tijd genoeg 0 1 5 0 Ja, er is weinig tijd 0 3 Positief 0 0 Geïnteresseerd 1 1 5 5 Gereserveerd 0 2 Nee 0 1 Enigszins 1 2 3 6 Sterk 0 3 Voorn. Interne 0 0 Beperkt interne 0 1 4 12 Vooral externe 1 3 1 plaats 0 0 1-3 plaatsen 0 1 2 4 3+ 1 2 1 tm 4 1 0 5 tm 9 0 2 5 0 10+ 0 4 Goed 1 0 Redelijk 0 2 5 0 Slecht 0 4 23

Nemen gebruikers deel aan de projectgroep? De projectleiding Is de projectleiding materiedeskundig? Hoe deskundig is de projectleiding m.b.t. projectplanning? Hoeveel ervaring heeft de projectleiding met projecten als deze? Hoe deskundig zijn de adviseurs op het te onderzoeken gebied? Hoe deskundig zijn de materie-deskundigen op het te onderzoeken gebied. Hoe betrokken zijn de verantwoordelijke lijnmanagers bij het project? Is de kans groot dat de samenstelling van de projectgroep wijzigt tijdens het project? Worden door de projectgroep standaard- methoden gebruikt of kiest/maakt men eigen methoden? In sterke mate 0 0 In redelijke mate 0 1 3 9 In beperkte mate 1 3 Zeer deskundig 0 0 Redelijk deskundig 1 2 3 6 Beperkt deskundig 0 4 Zeer deskundig 0 0 Redelijk deskundig 1 2 3 6 Beperkt deskundig 0 4 Veel ervaring 0 0 Redelijk veel 1 1 3 ervaring 3 Weinig ervaring 0 3 Zeer deskundig 0 0 Redelijk deskundig 1 1 5 5 Beperkt deskundig 0 3 Zeer deskundig 1 0 Redelijk deskundig 0 1 5 0 Beperkt deskundig 0 3 Sterk betrokken 0 0 Redelijk betrokken 1 2 5 10 Beperkt betrokken 0 5 Kleine kans 0 0 Gemiddelde kans 1 2 5 10 Grote kans 0 5 Ja, alleen maar 0 0 Ja, een aantal 1 2 4 8 Nee 0 4 Duidelijkheid van het project Zijn problemen en doelstelling voldoende bekend bij Ja, iedereen 1 0 alle projectleden? De meeste wel 0 1 5 0 Niet allemaal 0 5 Is het onderzoeksgebied nauwkeurig vastgelegd? Ja 1 0 Redelijk 0 2 5 0 Niet nauwkeurig 0 5 Is er voldoende afbakening met andere projecten? Voldoende 1 0 Redelijk 0 1 4 0 Onvoldoende 0 3 Is er voldoende tijd gepland voor afstemming en Voldoende 1 0 besluitvorming? Redelijk 0 1 4 0 Onvoldoende 0 3 Zijn de randvoorwaarden duidelijk? Ja 0 0 De meeste wel 1 1 De meeste niet 0 3 4 4 Nee 0 5 Werken de randvoorwaarden beperkend genoeg? Ja 1 0 Redelijk 0 2 5 0 nee 0 5 Risicototaal 125 Roel Grit, Wolters-Noordhoff, 2005 Maximaal 433 Boek Projectmanagement 4e druk, ISBN 90 01 347037 Risicopercentage 29 24