Hoera, een baby! Blok 4

Vergelijkbare documenten
Lesopbouw: instructie. 1 Start. 2 Instructie. Blok 4 Week 2 Les 1

Lesopbouw: instructie. 2 Instructie. 1 Start. Blok 4 Week 2 Les 1

optellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen

BLOKMENU BLOKLESSEN. halfslagsymmetrie. 2 De wereld in getallen groep 4 Handleiding Malmberg 's-hertogenbosch. toetsboek. werkboek

Getallen. 1 Doel: getallen plaatsen op de getallenlijn. 2 Doel: getallen invullen op het 60-veld. 3 Doel: 5-structuur aangeven.

Diagnostisch rekenonderzoek

Leerlijnen groep 3 Wereld in Getallen

getallen Klassikale instructie Introductie getallenlijn tot en met Doel: de getallen op de getallenlijn t/m 20 plaatsen

Blok 2 handleiding 3a

Lesopbouw: instructie. Lesinhoud. 1 Start. 2 Instructie. Blok 4 Week 2 Les 1. Vermenigvuldigen: rekenen met de factor 10, 100 en

LES: Groepjes maken 2

Rekenfolder o.b.s. Henri Dunant groep 3

1. Tellen. b. Getalrijen voortzetten Laat de volgende opgaven maken: Maak de rijen af:

(hoeveelheden 6 en 10 of 4 en 6 centraal)

Vragen. Terugkomcursus Met Sprongen Vooruit groep 3 en 4

Meer doen met de rijtjesboeken

5. Introductie van de standaardmaat liter

Rekenen op maat 3 is bedoeld voor groep 3 van het basisonderwijs en vergelijkbaar niveau van het speciaal basisonderwijs.

Speels oefenen. Relaties tussen vermenigvuldigsommen. Vermenigvuldigen

Advies bij problemen met getalwaarde / getal notatie

Genoeg ruimte? In de methodes

Optellen van twee getallen onder de 10

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

7. Getalkaartjes bij de kralenketting

Ideeën om spelenderwijs thuis de rekenvaardigheid te stimuleren

LES: Toverboek 2. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Tover een getal (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

- een lege verpakking van drie ijsjes - eventueel zes ijsstokjes en vijf poppetjes

Automatiseren door splitsen

ACTIVITEITEN GROEP 3 en 4

Schoolbrede start (15 min) Zie hoofdstuk Schoolbrede start.

T-shirts op een rij. Doel van de les - de telrij opzeggen tot en met 20 - terugtellen vanaf een willekeurig getal in het getallengebied

Rekenen Met rekenen gaan we de aankomende periode bezig met de volgende onderwerpen:

Leerroutes Passende Perspectieven Alles telt groep 5 blok 1

LES: Wie van de drie? 2

Hardware-eisen MS-DOS vanaf versie 4.0, VGA-kleurenscherm, muis (actief in DOS), minimaal 286-computer met 2 Mb ruimte op de vaste schijf

Aandachtspunten. blok 1, les 3 blok 2, les 3 blok 2, les 6 blok 3, les 3 blok 3, les 6

Passende perspectieven met Maatwerk rekenen

Deel B. Breuken. optellen en aftrekken

Gebruiken en begrijpen van de formele breuknotatie.

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke

Blok 2 handleiding 5a

ARRANGEMENTKAART REKENEN SO- AFDELING

Routeboekje. bij Pluspunt. Groep 4 Blok 1. Van...

Verbeter het automatiseren van rekenen met 10 minuten per dag

Lesideeën beroepenkaarten WERKEND NEDERLANDS

/ Speciaal Rekenen V Verkennen van verschillende eierdozen

Pak de jas! Werkvorm: Spel. Materiaal: Dobbelsteen Zes gekleurde jasjes. Verloop:

LES: Vergroting. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Hoe vaak past het? (zie p. 5) rood kleurpotlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk B2 WERKEN MET GETALLEN

11. Hele en halve uren met klokkaartjes. - dagelijkse activiteiten aan de halve uren koppelen

Passende perspectieven rekenen met De wereld in getallen. Jiska van Hall en Bronja Versteeg

Lesvoorbereiding Onderbouw (groep 1/2/3)

Onderdeel nummer 5 Breuken, procenten, kommagetallen en verhoudingen

Wat is Kraak kracht? Kraak kracht

1. CIJFERSPEL 2. DOBBELEN

Aandachtspunten. blok 1, les 3 blok 3, les 11. blok 1, les 1 blok 1, les 6 blok 1, les 11 blok 2, les 1

Routeboekje. bij Alles telt. Groep 4 Blok 2. Van...

i n s t a p h a n d l e i d i n g

Tussendoelen domein GETALLEN, subdomein Getalbegrip

Deel A. Breuken vergelijken

7&8. Sportles groep 7 & 8 Lekker in je vel? Jouw veiligheidsplan. Over deze les. Wat heeft u nodig?

Tellen 1,2,3,4,5,6,7,8,9, Hoeveel blokjes tel je? Wijs het juiste cijfer aan

Lesopbouw: instructie. Start. Instructie. Blok 4. Lesinhoud Kommagetallen: vermenigvuldigen met kommagetallen Kommagetallen: delen met kommagetallen

LES: Snelle sommen. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Snelle stappen (zie p. 5) potlood, 2 verschillende kleurpotloden, gum AFBEELDING SPELLETJE

LES: Post. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Postzegels (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

Inhoudsopgave. Inleiding 3 - Tellen van een ongeordende hoeveelheid - Tellen van een geordende hoeveelheid - Software

Kern 6: geit-pauw-duif-ei

Handleiding Vingerspelling en Letterherkenning.

LES: Waslijn. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Stapjes maken (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

Blok 2 Blok 2 handleiding 4a

ALGEMEEN. Leermiddel bij het splitsboxje. Splitsboxje GROEP 3 4

Tijdens de try-out gingen de groepjes verschillend aan het werk. Soms werd het werk verdeeld: één leerling had alle

9. Aftrekken met de kralenketting

De ontwikkelde materialen per unit.

Rekenstrategieën _binnenwerk.indd Sec1: :18:23

LES: Getallenfabriek 2

Aandachtspunten. blok 9, les 1 blok 9, les 6. blok 7, les 6. blok 9, les 1 Zie punt 1. blok 7, les 1 blok 7, les 6 blok 7, les 8 blok 7, les 11

LES: Vallende sommen. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad "Groter of kleiner" (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

Informatie groep 3 en 4

Uitgeverij Schoolsupport

1 Uit de map: Probleemoplossen in interactie

Kern 3: doos-poes-koek-ijs

Leerlijnenpakket STAP incl. WIG. Rekenen Rekenen. Datum: Schooltype BAO (Regulier) Herkomst Landelijk Periode DL -20 t/m 200

LES: Getallenmuurtje 2

LESBRIEF. Samenvatting: Bij dit boek horen diverse bijlagen: thema s: Ben jij ooit naar een neuzenfeest geweest?

Tellen Meten Meetkunde

flitsletters spellenbundel Voor speelse oefenmomenten, thuis en in de klas.

Memory tellen/cijferherkenning feest! Rekenmemory thema feest

Welke coöperatieve werkvormen gaan we aanleren?

Groep 5 Leerroute 3< 1F Leerroute 2= 1F (maatschrift) Leerroute 1 = 1S Periode 1

(Eerlijk) verdelen, breuken (taal), meetkunde, meten

LES: Groepjes maken AFBEELDING SPELLETJE

i n s t a p h a n d l e i d i n g

LES: Getallenmuurtje. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Kies twee blokjes (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

Getallen en breuken. 1 Doel: helen in breuken verdelen en helen uit de breuk halen. Herhalen

Rob Bervoets - 3 Balo a 0. Het verhaal achter het spel

Spelregels. Het spelen van levend ganzenbord

Transcriptie:

Blok Week Vertelplaat Hoera, een baby! Deze vertelplaat laat een gezin zien dat in de babykamer poseert voor een foto. Tijdens de start van de eerste les introduceert u deze vertelplaat. Pak de plaat er ook in de daaropvolgende lessen regelmatig bij. Hieronder staat een aantal suggesties die u kunt gebruiken bij de gesprekjes over de vertelplaat. De mensen Wie staan er allemaal op de plaat? Waarom denk je dat ze zo netjes naast elkaar staan? Waarom zouden ze een foto willen maken? Waar staat de fotograaf? Wie is er op de foto de jongste? Hoe oud zou de baby zijn? Heeft de baby al eens een verjaardag gevierd? Wie is er de oudste op de foto? Kun je dat zeker weten? Hoe oud is de vader ongeveer, hoe oud is de moeder ongeveer? Waarom denk je dat? De kamer In wat voor kamer staan ze? De kamer is versierd. Betekent dit dat er iemand jarig is? Wat zou het anders kunnen betekenen? Hoeveel vlaggetjes hangen er in de lucht? Hoeveel kun je er tellen? Hoeveel zullen het er echt zijn? Wat zie je allemaal in de kamer? Welke dingen vind je alleen in een babykamer? Wie heeft er ook een meetlat thuis? Waar gebruik je een meetlat voor? Waarom staan er streepjes en getallen op de meetlat? Is er ook een meetlat in de klas? (bijv. bordliniaal) Wie is er het langst op de foto, en wie is het kleinst? En hoe zit dit in de klas? Wie heeft er thuis een babybroertje of -zusje? Heeft die ook een eigen babykamer? Wat staat er allemaal in die kamer? 18

Vertelplaat Week Blok 19

Blok Week Les 1 5 8 9 10 5 10 8 5 8 5 9 10 5 6 0 0 6 6 8 8 5 0 1 0 1 0 1 0 1 Lesinhoud Verkenning vertelplaat Bewerkingen: oefenen in het maken van pijlsommen Materiaal Klassikaal rekenrek Rekenrek voor elk kind Lesopbouw: instructie 1 Start U start de les met het bespreken van de nieuwe vertelplaat. Op pagina 18 staan hiervoor suggesties genoemd. Instructie In de vorige week is twee keer geoefend met pijlsommen. In deze les oefenen de kinderen daar verder mee. De kinderen mogen hierbij een rekenrek gebruiken. Soms is het nodig om dit gebruik te stimuleren, om te voorkomen dat kinderen tellend (bijvoorbeeld op hun vingers) blijven optellen en aftrekken. U start daarom de instructie met het gebruik van het rekenrek. Allereerst doet u een aantal opzetoefeningen. Na elk getal vraagt u een kind te verwoorden hoe hij of zij het in één keer kon opzetten. Vraag ook of kinderen het anders hebben gedaan (dubbelzetters!). Vervolgens doet u een aantal flitsoefeningen. U vertelt korte rekenverhaaltjes, waarbij u op het klassikale rekenrek de som uitspeelt. Bijvoorbeeld: vader en moeder brengen de baby naar bed. Hoeveel mensen zijn er in de kamer? (Zet op.) Als de baby slaapt sluipen vader en moeder heel zachtjes de kamer uit. (Schuif weg.) Hoeveel mensen zijn er nu nog in de kamer? 0

Les 1 Week Blok Op deze manier maakt u samen, stap voor stap, een aantal sommen op het rekenrek. Besteed vooral aandacht aan de aftreksommen. Hierbij is het handig om het rekenrek als volgt te gebruiken: de starthoeveelheid (bijvoorbeeld ) schuift u niet helemaal naar links, maar u laat een klein stukje aan de linkerkant open. Hierdoor kan de hoeveelheid die wordt afgetrokken (bijvoorbeeld 5) zowel naar links als naar rechts geschoven worden. Zo is het in het voorbeeld 5 handiger om in een keer 5 kralen naar links te schuiven. Lesopbouw: verlengde instructie Tijdens de verlengde instructie besteedt u nogmaals aandacht aan het gebruik van het rekenrek bij pijlsommen. Vooral het handig gebruiken van het rekenrek bij aftreksommen krijgt de aandacht. De voorbeeldsom bij opgave 1 wordt gezamenlijk besproken en gemaakt. Daarna maakt u het eerste rijtje (optel)sommen samen. Laat de kinderen telkens de hoeveelheden opzetten. Heeft iedereen hetzelfde opgezet? Kan het ook anders? Laat dit ook duidelijk aan de kinderen zien op het klassikale rekenrek aan de hand van bovenstaand voorbeeld. Zelfstandig werken De kinderen gaan zelfstandig aan de slag met opgave 1, en. Wijs hen op de afwisseling van optel- en aftreksommen. Bij opgave mogen de kinderen zelf sommen bedenken. Ook de voorbeeldopgave bij de aftreksommen wordt gezamenlijk gemaakt, gevolgd door het eerste rijtje aftreksommen. Let hierbij goed op het juiste gebruik van het rekenrek: door aan de linkerkant van de kralen een stukje over te laten, kunnen de kralen naar twee kanten worden weggeschoven. Tot slot maken de kinderen opgave 1 zelfstandig af. 1

Blok Week Les 9 11 11 1 1 16 18 0 16 18 1 1 1 16 18 0 1 15 18 19 8 10 11 1 16 1 1 15 16 1 1 15 1 18 19 9 1 10 1 1 1 15 1 1 15 16 19 0 1 1 15 1 18 19 8 1 15 16 18 Lesinhoud Structureren: splitsen van hoeveelheden Tellen: oefeningen met de getallenlijn en getalvolgorde Materiaal potloden potjes Klassikale getallenlijn t/m 0 Getalkaartjes van 10 t/m 0 Voorbereiding Op het bord tekent u een lege getallenlijn: de getallen ontbreken, maar de streepjes waar de getallen horen te staan heeft u wel getekend. Het streepje bij 5, 10, 15 en 0 is wat langer. (Zie de getallenlijn bij opgave 1.) U zet de kleurcodes van opgave op het bord met gekleurde krijtjes. Deze kleurcodes worden ook gebruikt bij opgave van les, dus deze kunt u nog even laten staan. Lesopbouw: instructie 1 Start U laat potloden zien. Deze moeten verdeeld worden over de twee potjes. De kinderen komen met antwoorden en verdelen de potloden, u schrijft ze als een paalsom op het bord. Zijn alle splitsingen geweest? Kan het nog anders? Als de paalsom compleet is, veegt u de getallen rechts van de paal weg. Wie weet welke getallen daar horen te staan? Bij elk antwoord, laat u de splitsing met de potloden zien. Dezelfde oefening doet u met 6 potloden. Instructie In deze les oefenen de kinderen met de getallenlijn tot en met 0. In les, week 1 is hier tijdens de start mee geoefend. Op het bord staat de lege getallenlijn. U noemt een getal en vraagt een leerling deze op de juiste plaats op de getallenlijn te schrijven. U begint met kleine getallen (, ) en met de steunpuntgetallen (0, 5, 10, 15). Hoe weet je waar het getal moet staan? Sommige kinderen zullen vanaf het begin van de getallenlijn gaan tellen, andere maken sneller gebruik van steunpunten of tellen door. Kinderen die moeite hebben met het plaatsen van een getal mogen steun

Les Week Blok zoeken bij de klassikale getallenlijn. Als er nog een paar plaatsen leeg zijn op de getallenlijn, laat u de lege plaatsen door de kinderen invullen. U noemt een getal. Welk getal komt ervoor? Welk getal komt erna? De kinderen noemen de buurgetallen. Bij de kinderen die dit nog moeilijk vinden wijst u het getal op de getallenlijn aan. U pakt drie getalkaartjes uit de getalkaartjes van 10 tot en met 0. Drie kinderen komen naar voren en krijgen elk een kaartje. Nu moeten ze op volgorde gaan staan, van minder naar meer. De overige kinderen controleren achteraf of het zo klopt. In het begin kunt u de kaartjes opeenvolgend kiezen (11, 1, 1 of 16, 1, 18), daarna maakt u het moeilijker door de kaarten juist niet-opeenvolgend bij elkaar te zoeken (1, 1 en 1 bijvoorbeeld). Stel hierbij vragen als: Wat is het grootste getal van de drie getallen? Wat is het kleinste getal? Wat komt er dus in het midden? Nog moeilijker maakt u het als u met vier of zelfs vijf kaartjes gaat werken. Zelfstandig werken De kinderen maken zelfstandig opgave 1,, en. U bespreekt elke opgave kort of doet een som samen. Lesopbouw: verlengde instructie In deze les is er tijdens de instructie geen nieuwe leerstof aan bod gekomen. Ook tijdens de verlengde instructie ligt de nadruk daarom op het oefenen met bekende leerstof. Kinderen die deze oefening goed kunnen gebruiken, laat u meedoen. Met deze kinderen doet u oefeningen met de getallenlijn en met getalvolgorde. U kunt denken aan de volgende oefeningen: Welk getal komt voor? Welk getal na 1? U kunt hierbij teruggrijpen op de context van de televisie en de afstandsbediening uit opgave 1, week, les van blok. U verdeelt de getalkaartjes van 0 tot en met 0 over de kinderen. Om de beurt leggen ze een kaartje aan tot de getallenlijn compleet is. U draait, terwijl de kinderen de ogen dicht hebben, weer een aantal kaartjes om. Welke getallen zijn verdwenen? Elk kind krijgt een kaartje. Samen moeten de kaartjes op volgorde van minder naar meer worden gezet. Vervolgens maakt u gezamenlijk opgave 1. Opgave en (zonder de differentiatieopgaven) kunnen de kinderen zelfstandig maken, met als steun de klassikale getallenlijn. Opgave 1: De kinderen hangen de getallen op de juiste plaats aan de getallenlijn. Opgave : De kinderen vullen de lege plekken op de stukjes getallenlijn in. Opgave : De kinderen zetten de getallen in de goede volgorde. De twee opgaven rechts zijn extra moeilijk: deze kunt u als differentiatieopgave gebruiken voor de kinderen die dit aankunnen. Opgave : Deze opgave draait om splitsingen van getallen. Op elke beschuit staan twee getallen. De kinderen kleuren de beschuiten waarvan de getallen samen 5 zijn geel, waar ze samen 6 zijn rood, enzovoort. Vooraf schrijft u met gekleurde krijtjes de getallen in de juiste kleur op het bord, zodat de kinderen die dit nog niet kunnen lezen toch gemakkelijk aan de slag kunnen.

Blok Week Les Lesinhoud Lesinhoud Bewerkingen: eerlijk verdelen Meten: inhoud, het vergelijken van inhouden Materiaal Rol beschuit Voorwerpen waarvan de inhoud vergeleken kan worden, zoals flessen, jampotjes, drinkglazen e.d. Plastic limonadebekertjes, milkshakebeker 1 (of meerdere) trechter(s) 1 (of meerdere) plantengieter(s) 1 (of meerdere) grote maatbeker(s) Aanrader: voor elk tweetal 1 plastic afwasteiltje Voorbereiding Voor elk groepje (tweetal) kinderen zet u een afwasteiltje klaar met een aantal voorwerpen, enkele limonadebekertjes en eventueel een plantengieter of een maatbeker. Eventueel zet u de kleurcodes van opgave op het bord met gekleurde krijtjes. (Deze kleurcodes zijn ook gebruikt in week, les, opgave.) Lesopbouw: instructie 1 Start U heeft een rol beschuit meegenomen. U vertelt dat er mensen op bezoek zijn bij de pasgeboren baby. Ze eten natuurlijk graag beschuit met muisjes. U laat de bordjes zien. Deze mensen houden zelfs zo van beschuit met muisjes dat ze de hele rol wel willen opeten. Hoeveel beschuiten zouden er in een rol zitten? Kunnen we daar achter komen zonder de hele rol open te maken? Hoeveel beschuiten krijgt ieder als je alle beschuiten eerlijk verdeelt? Er zijn verschillende manieren: De kinderen leggen op elk bord telkens 1 beschuit, net zolang tot alle beschuiten op zijn. Op elk bord leggen ze, of meer beschuiten tegelijk neer. De rest wordt dan één voor één verdeeld. Stimuleer de kinderen om de tweede aanpak te gebruiken. Dit kan door vragen te stellen als: Zo duurt het wel erg lang. Kan het ook sneller? Wat gebeurt er met de overgebleven beschuit(en)?

Les Week Blok Is er voor iedereen in de klas een beschuit? En een halve beschuit, lukt dat? Instructie In deze les verkennen de kinderen voor het eerst het begrip inhoud. U laat de kinderen de vier flesjes en potjes zien. Waarom is het zo moeilijk om te zien hoeveel er in een potje kan? Hier gaat u samen met de kinderen op in. Mogelijke antwoorden zijn: niet alle verpakkingen zijn even groot, de verschillende vormen kunnen verwarren, het ene potje is smal maar hoog, de andere kort en dik. U vraagt de kinderen om de potjes en flessen zo neer te zetten dat het voorwerp waar het meeste in kan voorop staat, en dat waar het minste in kan achteraan staat. Als de kinderen het over een volgorde eens zijn geworden, vraagt u: Hoe weet je nu zeker dat het zo goed staat? Verschillende strategieën zijn mogelijk: Eén voorwerp vullen met water uit de gieter: daarna met behulp van de trechter om de beurt overgieten in de andere voorwerpen. Moet dan eerst het grootste of eerst het kleinste voorwerp worden gevuld? Wat betekent het als het niet past? En wat als er nog ruimte overblijft? De kinderen vullen het limonadebekertje met water en gieten dit in de fles leeg. Ze doen dit net zo vaak tot de fles vol is. Hoeveel bekertjes water gaan er in de fles? Dit aantal noteren ze. Ook de andere voorwerpen gieten ze vol en de aantallen noteren ze. Zo kunnen ze de inhoud achteraf vergelijken. De kinderen vullen de voorwerpen met water. Elk voorwerp gieten ze leeg in een grote maatbeker. Bij welk voorwerp komt het water het hoogste te staan? Wat betekenen de streepjes en de getallen die erbij staan? Als alle groepjes een aantal potjes op volgorde heeft staan, bespreekt u dit kort na. In welk voorwerp kon het meeste water? Hoe hebben jullie dat uitgezocht? Hebben andere groepjes dat op een andere manier gedaan? De kinderen maken hierna opgave 1. Ze zetten een kring om het voorwerp waar het meeste in gaat. Vervolgens bespreekt u opgave. Uit 1 fles kunnen 6 bekertjes limonade worden geschonken. Als u een literfles heeft meegenomen, kunt u dit ook voordoen. Bij de plaatjes eronder staan telkens meer flessen: Hoeveel bekertjes kun je hiermee volschenken? De kinderen kleuren elk vol bekertje. Bij de tweede opgave is de rechterfles maar halfvol: wijs de kinderen daarop. Hoeveel bekertjes kun je daaruit halen? Zelfstandig werken De kinderen maken zelfstandig opgave en af. Opgave kunnen de kinderen zelfstandig maken. De kleurcodes zet u vooraf op het bord. Lesopbouw: verlengde instructie Tijdens een les als deze, is het de bedoeling dat de kinderen samenwerken en zo tot oplossingen komen. Probeer daarom te voorkomen dat u een groepje kinderen extra instructie geeft en voor hen de oplossingswijze bepaalt. Beter is het om de kinderen die deze opdrachten moeilijk vinden samen te laten werken. Tijdens het zelfstandig werken houdt u deze kinderen extra in de gaten, en helpt u ze met aanwijzingen op weg. Lok kinderen uit om met verschillende strategieën te komen. Welke is handig? Waarom vind je die manier handig? De kinderen gaan vervolgens zelf aan de slag in tweetallen of in kleine groepjes. Elk groepje krijgt een aantal voorwerpen. Ze moeten deze voorwerpen in volgorde zetten, weer zodanig dat het voorwerp waar het meeste in kan voorop staat en dat waar het minste in kan achteraan staat. Hierbij mogen ze verschillende strategieën gebruiken. Om te veel geknoei met water te voorkomen is het handig om elk groepje een afwasteiltje te geven waarin ze de potjes vullen en overschenken. 5

Blok Week Les 1 16 16 15 10 1 1 1 18 10 10 5 11 1 16 1 15 1 0 18 10 6 10 8 16 18 11 1 1 1 Lesinhoud Bewerkingen: sommendictee: optellen en aftrekken tot en met 5 Structureren: samenvoegen van een tiental en eenheden Materiaal Klassikaal rekenrek Rekenrek voor elk kind Eierdoos gevuld met 10 eieren Enkele losse eieren Lesopbouw: instructie 1 Start Als startactiviteit neemt u een sommendictee af. Dit dictee is allereerst bedoeld om de kinderen te laten kennismaken met deze werkvorm. Tegelijkertijd kunt u een indruk krijgen bij welke kinderen het optellen en aftrekken tot en met 5 al redelijk tot goed geautomatiseerd is en bij welke kinderen dat nog niet het geval is. Kinderen die echt uitvallen op dit dictee kunt u in de verlengde instructie bij week, les 1 en extra aandacht geven. Dergelijke sommendictees worden vaker afgenomen om een beeld te krijgen van de ontwikkeling van de automatisering bij de kinderen. U dicteert de sommen in een redelijk vlot tempo. De kinderen noteren alleen de antwoorden op een los blaadje. Als ze een antwoord niet zo snel weten, zetten ze een streepje. Tijdens het dicteren let u erop hoe de kinderen werken. Zijn er kinderen die de vingers nog gebruiken of op een andere manier tellend rekenen? 0 1 + + 0 0 0 + 1 + 0 5 + 0 + 5 1 0 1 + 0 + 0 5 0 + 1 + Instructie In deze les oefenen de kinderen opnieuw het samenvoegen van een tiental en eenheden. Deze instructie is een vervolg op de start in week 1, les. U laat de (dichte!) eierdoos zien. Hoeveel eieren zitten hierin? U laat een kind de doos opendoen. Zitten er inderdaad 10 eieren in? Hoe kun je dat snel zien? U doet de doos weer dicht en legt er eieren naast. Hoeveel eieren zijn dat samen? 6

Les Week Blok Laat verschillende kinderen aan het woord. Hoe zijn ze aan het antwoord gekomen? Op het bord tekent u de eierdoos en losse eieren ernaast. Hoeveel eieren zaten er ook alweer in de doos? Onder de doos schrijft u het getal 10. Hoeveel eieren liggen ernaast? U schrijft onder de eieren het getal op. Hoeveel zijn dat er samen? Vervolgens zet u dit op het klassikale rekenrek: 10 boven en onder. De kinderen doen dit mee op hun eigen rekenrek. U herhaalt het bovenstaande een paar keer met andere aantallen: telkens een dichte doos met 10 eieren en een aantal losse eieren. Vervolgens zetten de kinderen dit op het rekenrek op. Tot slot doet u een aantal flitsoefeningen. U laat de getallen 1, 1, 11, 1 en 15 zien, telkens met 10 kralen boven, de rest onder. Laat de kinderen verwoorden hoe ze dit snel zien. De kinderen nemen opgave 1 voor zich. U bespreekt samen de voorbeeldopgave. Wie kan uitleggen wat hier is getekend? Is deze eierdoos open of dicht? Vervolgens laat u de kinderen de eerste opgave invullen. Hoeveel eieren liggen er samen? De tweede opgave is moeilijker: er zijn geen getallen ingevuld. Wat moet er in de vierkantjes komen te staan? Als dit allemaal vlot gaat, kunt u de volgende opgaven bespreken, waarna de kinderen de opgaven zelfstandig afmaken. Zelfstandig werken Opgave : De kinderen schrijven op hoeveel eieren er zijn afgebeeld. De tussenstap, waarbij de getallen nog werden opgeschreven voor ze werden samengevoegd, is hier weggelaten. Begrijpen de kinderen dat het hier om een dichte eierdoos gaat, waar 10 eieren in liggen? Opgave : Hier is dezelfde bewerking weer in een andere context gestoken. Het gaat hier om rollen met 10 beschuiten en enkele losse beschuiten. Hoeveel zijn het er samen? Lesopbouw: verlengde instructie Tijdens de verlengde instructie maken de kinderen opgave 1 met behulp van concreet materiaal. Vooraf pakt u er een lege eierdoos bij. Hoeveel eieren passen er in deze doos? Laat de kinderen de doos vullen met eieren en de eieren natellen. U doet de doos dicht. Hoeveel eieren zitten er nu in? Hoe kunnen we dat zeker weten? Zijn er eieren bij gekomen of uit de doos gehaald? Er blijven dus 10 eieren in deze doos. U haalt de doos weer leeg en legt 1 eieren neer. Hoe kun je deze eieren meenemen? Natuurlijk mogen ze hier de lege eierdoos bij gebruiken. Hoeveel eieren passen daarin? Hoeveel blijven er over? U sluit de doos weer. Hoeveel eieren liggen hier samen? Hoeveel in de doos? Hoeveel losse eieren? Vervolgens maakt u een deel van opgave 1 gezamenlijk. U laat een van de kinderen de afbeelding naleggen: een (dichte) volle eierdoos en een paar losse eieren ernaast. Kinderen kunnen daardoor alle eieren natellen. U wijst ze erop dat ze gemakkelijker kunnen doortellen: in de doos zitten 10 eieren, dus dit zijn 10 (wijs op de doos), 11, 1, 1 eieren (wijs telkens op een ei). Laat de kinderen dit ook zo doen. Wie kan dit ook op een rekenrek? Kinderen die hierdoor genoeg steun hebben gekregen om verder te kunnen, maken de opgave zelfstandig af. Eventueel gaan ze verder met opgave. Natuurlijk mogen ze hierbij een rekenrek gebruiken. De overige kinderen maken de opgave gezamenlijk af, met gebruik van de eierdoos en de eieren. Opgave : Hier is geen sprake van eierdozen en losse eieren, maar van rolletjes drop (met 10 dropjes) en losse dropjes. Maak hiervan de eerste opgave samen, zodat de kinderen beseffen dat het hier om dezelfde bewerking gaat.

Blok Week Afronding naar de overkant 6 5 6 5 6 5 6 5 6 5 6 5 6 5 6 6 5 6 5 6 5 6 5 6 5 6 5 6 5 6 De wereld in getallen, groep Malmberg s-hertogenbosch Lesinhoud Herhalen onderwerpen uit de afgelopen week Rekenspel Materiaal Kopieerblad : naar de overkant Dobbelstenen, 1 voor elk tweetal 1 pion voor elke leerling Voorbereiding Voor elk tweetal kopieert u kopieerblad. Als u hiervoor stevig papier gebruikt, gaat het spelletje langer mee en kan het door de kinderen vaker gespeeld worden. Lesopbouw: instructie 1 Start Samen met de kinderen kijkt u terug op de activiteiten van de afgelopen week. Waaraan hebben ze deze week gewerkt? Wat hebben ze geleerd? Om de kinderen op weg te helpen zorgt u ervoor dat de vertelplaat van deze week goed zichtbaar is. Punten die aan de orde kunnen komen zijn: optel- en aftreksituaties met behulp van pijlentaal het koppelen van verhaaltjes aan sommen sommendictee het splitsen van hoeveelheden oefeningen op de getallenlijn: oefeningen met getalvolgorde oefeningen met het rekenrek het vergelijken van inhouden verkenning van de structuur van getallen: samenvoegen van een tiental en eenheden Onderdelen waarvan u gemerkt hebt dat kinderen er moeite mee hebben, kunt u nu kort herhalen. Instructie/Zelfstandig werken Taken en opgaven die niet afgemaakt zijn, of waar u nog niet aan toe bent gekomen, maken de kinderen nu af. Kinderen die alles af hebben kunnen werken aan de plusbladen die bij dit blok horen. Voordat u de kinderen aan het werk zet, geeft u de instructie van het spel, zodat kinderen die al klaar zijn, 8

Afronding Week Blok of snel klaar zullen zijn, hier direct mee aan de gang kunnen. Ondertussen kunt u de kinderen die moeite hebben met bepaalde onderdelen extra instructie geven. Naar de overkant Op kopieerblad is het spel naar de overkant afgebeeld. Het spel bestaat uit een vierkant veld van 6 hokjes. In elk hokje staat een getal. De bedoeling is om met je pionnetje aan de overkant van het getallenveld te komen. De kinderen beginnen bovenaan. Om de beurt gooien ze met één dobbelsteen. Gooien ze een,,, 5 of 6, dan gaan ze op het vakje staan met dat getal erin. Wie een 1 gooit, slaat een beurt over. Als een pion op een getal in het veld staat, mag deze alleen nog naar een vakje schuin of recht naar beneden. In het voorbeeld op het spel is dit aangegeven. Lukt dit niet omdat er een ander getal gegooid is, dan slaat het kind opnieuw een beurt over. Wie het eerst onder aan het veld is gekomen (op de laatste rij met getallen) heeft gewonnen. 9