Gemeente Rotterdam 2 3 FEB College van Burgemeester en Wethouders. Aan de Commissie voor Fysieke Infrastructuur en Buitenruimte (FIB)

Vergelijkbare documenten
Jadoenath, A. ing. L.W. Vreugdenhil Verzonden: vrijdag 6 juli :33 Aan: Van: CC:

Aan: de raad van de gemeente Rotterdam, Coolsingel 40, 3011 AD Rotterdam. Van: ing. L.W. Vreugdenhil, Nieuw-Oranjekanaal 20, 3151 XL Hoek van Holland.

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. J.A.R.M. van Egmond (GROENLINKS) (d.d. 2 maart 2015) Nummer 3022

Aan: de raad van de gemeente Rotterdam, Coolsingel 40, 3011 AD Rotterdam. Van: ing. L.W. Vreugdenhil, Nieuw-Oranjekanaal 20, 3151 XL Hoek van Holland.

WIJZIGINGSOVEREENKOMST REALISATIE NIEUWE DRIEMANSPOLDER

de raad van de gemeente Rotterdam, Coolsingel 40, 3011 AD Rotterdam. ing. L.W. Vreugdenhil, Nieuw-Oranjekanaal 20, 3151 XL Hoek van Holland.

de Verenigde Vergadering van het Hoogheemraadschap van Delfland, Phoenixstraat 32, 2611 AL Delft.

Ambitieverklaring. Tussen Kagerplassen en Oude Rijn

Motivatie wijzigingsplan

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg. Aan de raad,

Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid J. Bokhove (GroenLinks) over de Groene Maasmond.

onderzoeksopzet Bonnenpolder en Oranjebuitenpolder

verzoek om vrijstelling voor het verbouwen van een voormalige griendkeet tot vakantiewoning aan de Hamseweg te Hooge Zwaluwe.

3 0 JAN Gemeente Rotterdam. College van Burgemeester en Wethouders. Commissie Fysieke Infrastructuur en. Buitenruimte

UITBREIDINGSPLAN IN HOOFDZAAK HOEK VAN HOLLAND

Raadsvoorstel agendapunt

de raad van de gemeente Rotterdam, Coolsingel 40, 3011 AD Rotterdam ing. L.W. Vreugdenhil, Nieuw-Oranjekanaal 20, 3151 XL Hoek van Holland.

Op welke gronden deze briefî/waarom nu voorgelegd?

Nota van B&W. OnderwerpOntwikkelingskader De Liede

Discussienota nr

Raadsstuk. Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Binnenduinrand

gemeentebestuur VERZONDEN Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Team Beleid de leden van de gemeenteraad

Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde

HOLLAND ZUID - 7 FEB. 20U. Gedeputeerde Staten

Startdocument Schuytgraaf Veld 17b. juni 2013

Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch. Informerende Commissie. Bespreken.

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: 25 februari 2014 B en W-besluit nr.:

GEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Compensatie N605 en LOG en uitbreiding Peellandschapspark Voskuilenheuvel

UITBREIDINGSPLAN IN ONDERDELEN HOEK VAN HOLLAND DORP

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

Stand van zaken mbt de inventarisatie van het Plan van aanpak Herstel landschap.

UITBREIDINGSPLAN IN ONDERDELEN CENTRUM BLIJDORP

B&W d.d. 6 mei 2014

Aan: de raad van de gemeente Rotterdam, Coolsingel 40, 3011 AD Rotterdam. Van: ing. L.W. Vreugdenhil, Nieuw-Oranjekanaal 20, 3151 XL Hoek van Holland.

Weth. Schreurs, E. van den Elshout, B. Visser, E. van Andel, J. Zwaneveld

Verslag Werkatelier 2 Bonnenpolder 27 mei 2019

STATEN. Commissie Groen en Water Dalum

Noordelijke Randweg Voorhout. Voortgangsrapportage

Aan: de raad van de gemeente Rotterdam, Coolsingel 40, 3011 AD Rotterdam. Van: ing. L.W. Vreugdenhil, Nieuw-Oranjekanaal 20, 3151 XL Hoek van Holland.

B & W - NOTA. Onderwerp: Vaststellen wijzigingsplan Paauwenburg - Groot Lammerenburg, 2e planwijziging

Burgemeester van de gemeente Bergen Postbus AD Bergen. Betreft: Reactie prealabele vraag fusielocatie voetbalvelden Egmond aan den Hoef

gemodder in de polder

GEMEENTE OLDEBROEK. Samenvatting

Natuurbeleid in Zuid-Holland

pikiekw,en O 3 NOV Paraaf Provinciesecretaris h-- Onderwerp start onteigening t.b.v. verlegging N456 en aansluiting A20 in de gemeente Zuidplas

Bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse

Ruimtelijke onderbouwing

ECLI:NL:RVS:2009:BK0125

Nota Zienswijzen Bestemmingsplan Bos en Golf

Hellendoorn. Aan de raad. Noord. Punt 5 : Financiën Stationsomgeving LjCMlCClIlC

BESPREEKNOTITIE VOOR DE GEMEENTERAAD

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

UITBREIDINGSPLAN IN ONDERDELEN HvH ZUIDELIJKE STRANDCENTRUM 1

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp verwerving perceel Slachthuis Nijmegen

Bedrijven- en milieuzonering gebiedsontwikkeling Schokkerhoek in Urk

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL

Voorstel/alternatieven

Datum: 02 juli 2013 Portefeuillehouder: De heer R. Windhouwer

Op 31 oktober 2013 heeft uw raad het bestemmingsplan Bedrijventerrein Leersum vastgesteld.

Ruimte om te leven met water

Bestuursovereenkomst overdracht bevoegdheden inzake realisatie windopgave gemeente Brielle

Onderwerp: Voorstel om beoordelingskader beleidsnotitie volkshuisvesting (grotendeels) te handhaven.

Natuurbeheerplan Zeeland Ontwerp planwijziging Antwoordnota. Vastgesteld door Gedeputeerde Staten op # september 2015

Bestemmingsplannen in de Binckhorst (zie plattegrond in bijlage 1)

C. Evers 3678

de raad van de gemeente Rotterdam, Coolsingel 40, 3011 AD Rotterdam ing. L.W. Vreugdenhil, Nieuw-Oranjekanaal 20, 3151 XL Hoek van Holland.

Voorstel aan de gemeenteraad

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn

Geachte mevrouw Dekker,

vaststellen bestemmingsplan "Bartok"

Amendement: bestemmingsplan Klarenbeek

1. Beslispunten De gemeenteraad Gooise Meren stelt het postzegelbestemmingsplan Oudere Dorp Brinklaan 15ab vast.

NIEUWSBRIEF. Nieuwe aanpak Noordrand Krimpenerwaard: Ruimte voor ondernemen. Oktober Partijen in de Krimpenerwaard en de provincie

6 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Realisatie Fietsbrug over de Gaasp langs de A9

Aan de huurders van een volkstuin in De Nieuwe Kern. B. Veel gestelde vragen en antwoorden. november as

TITEL Ontwerpverklaring van geen bedenkingen voor bouw woningen aan de Stavestraat en de Valkestraat

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Jaarverslag Wet ruimtelijke ordening 2018

Onderwerp: Aankoop van kassencomplex met woonhuis van fam. Van Oijen, Tuinbouwweg 31 in Haarsteeg

Het bestemmingsplan voorziet in de planologische basis voor onder meer:

: Aankopen Middelwaard Vianen/Bestemmingsreserve inrichting Middelwaard. Inhoudsopgave. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5.

Ruimtelijke Onderbouwing. Eikenkamp 5 te Hattemerbroek

NOTA ZIENSWIJZE(N) BESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST

INHOUDELIJKE TOELICHTING (waaronder beoogde doelen en/of maatschappelijke effecten)

Gedeputeerde Staten HR Haarlem. Betreft: Samenwerkingsovereenkomsten Afsluitdijk. Geachte leden,

Portefeuillehouder: Bijlagen: Ter inzage: H. Bakker Ambtelijke coördinatie: afdeling GG/OW Steller: Pie Bauer/John Mandemakers. 1.

Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt :

Statenvoorstel. Wijziging incidentele subsidie Gemeente Gorinchem - Reizigerstunnel Gorinchem

Nota van B&W. onderwerp Beleidsregels Ruimtelijke inpassing zonnepanelen parken. Portefeuilehouder Adam Elzakalai, John Nederstigt

Overeenkomst kwaliteitsverbetering landelijk gebied Limburg. Partijen:

Verzoek tot aanwijzing ter onteigening ex artikel 78 Onteigeningswet. Bestemmingsplan Nieuwe Dordtse Biesbosch, van de gemeente Dordrecht,

> RETOURADRES Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht BEZOEKADRES Mosae Forum DW Maastricht Aan de dames en heren, leden van de gemeenteraad

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Doel bespreking Het college vraagt de raadscommissie met instemming kennis te nemen van het voorgenomen besluit van het College van B&W.

Raadsinformatiebrief Nr. :

Raadsinformatiebrief. De gemeenteraad van Albrandswaard. Betreft: Mandatering afdoening planschade Buijtenland aan provincie. Geachte raadsleden,

Transcriptie:

Gemeente Rotterdam College van Burgemeester en Wethouders Drs. Alexandra C. van Huffelen Wethouder Duurzaamheid, Binnenstad en Buitenruimte Aan de Commissie voor Fysieke Infrastructuur en Buitenruimte (FIB) Bezoekadres: Stadhuis Coolsingel 40 Rotterdam Postadres: Postbus 70012 3000 KP Rotterdam Website: www.rotterdam.nl E-mail: dimbsd@rotterdam.nl Fax: 010-267 3560 Inlichtingen: J. van de Ree Telefoon: 010-489 7303 Uw brief van: - Ons kenmerk: BS11/950 / 894824 Aantal bijlagen: 3 Betreft: Bonnenpolder en Oranjebuitenpolder Datum: 20 februari 2012 Geachte leden van de commissie, 2 3 FEB 2012 Tijdens uw vergadering van 14 december 2011 heb ik toegezegd u middels een brief een evaluatieve terugblik te bieden op de ontwikkelingen in de afgelopen jaren m.b.t. de Bonnenpolder en de Oranjebuitenpolder (FIB 11079). Daarbij heeft u mij (evens verzocht om t.a.v. de Bonnenpolder in te gaan op de zorglandgoederen die daar waren voorzien, op de waterhuishoudkundige situatie en op juridisch-planologische kwesties. Tot slot heb ik u toegezegd het Regionaal Groen Structuur Plan 3 (RGSP3) van de Stadsregio te zullen toezenden. Met deze brief vul ik deze toezeggingen in. Voor de volledigheid refereer ik aan de presentatie die op 14 december jl. in uw commissievergadering door de heer Vreugdenhil is gehouden over zijn visie op de planvorming m.b.t. de Bonnenpolder en (in mindere mate) de Oranjebuitenpolder. Tevens heeft hij uw commissie hierover een brief gestuurd, dd. 13 december 2011. Diverse elementen uit die brief en de presentatie - zoals het gebiedsontwikkelingsplan, waterproblematiek en het bestemmingsplan - komen hieronder aan de orde. 1. Beleidsmatige context: Regionaal Groenstructuurplan In de opeenvolgende regionale groenstructuurplannen van de Stadsregio Rotterdam zijn de Bonnenpolder en Oranjebuitenpolder aangeduid als belangrijke gebieden voor recreatie en natuur. In het regionaal groenstructuurplan 2 (RGSP2) uit 2005 zijn beide polders aangewezen als groenproject. De Oranjebuitenpolder als project van de 1 e prioriteit met als uitgangspunt dat de financiering rond was. De Bonnenpolder deels als 1 e prioriteitsproject (noordwestelijke deel, financieel nog niet gedekt) en deels als 2 e prioriteitsproject (financieel nog niet gedekt). Op de kaarten van het RGSP2 is de gewenste ecologische verbinding tussen Midden-Delfland en de kust apart aangegeven. Eind 2011 heeft de Stadsregio Rotterdam een nieuwe visie op de regionale groenstructuur vastgesteld, het RGSP3. Hierin zijn de polders niet meer als aparte groenprojecten benoemd, maar is nog wel de ambitie opgenomen om de ecologische verbinding te realiseren. Verder staat aangegeven dat er kansen zijn voor stadslandbouw. Het structuurplan is als bijlagen 1 en 2 bij deze brief gevoegd.

2. Bonnenpolder Gebiedsontwikkelingsplan Tijdens de vergadering van uwcommissieop 14-12-2011 is meerdere Keren gerefereerd aan het Gebiedsontwikkelingsplan De Bonnen als kader voor de ontwikkeling van de Bonnenpolder. Het plan is opgesteld door de deelgemeente Hoek van Holland, in nauwe samenwerking met het Hoogheemraadschap Delfland (HHD), Stichting Zuid-Hollands Landschap (ZHL), Provincie Zuid-Holland en Stichting de Bonnen. In September 2006 is het plan vastgesteld door de deelraad van Hoek van Holland. Het plan voorziet in de realisatie van natuur, een ecologische verbindingszone, waterberging, agrarische functies en landgoederen. Bij de landgoederen ging het om commerciele woonlandgoederen, waarbij uitgangspunt was dat 90% van het grondoppervlak uit natuur zou moeten bestaan. Rollen van de gemeente en overige partijen Een beoogde intentieovereenkomst tussen alle betrokkenen, waarin nadere afspraken zouden worden vastgelegd ten behoeve van de uitvoering van het plan, is uiteindelijk niet van de grond gekomen. Dit betekent echter niet dat er onduidelijkheid is over de rol van de gemeente. Toenmalig wethouder Bolsius heeft de samenwerkende partijen in een brief van juli 2008 aangeven dat hij de ambities van het gebiedsontwikkelingsplan steunt. Omdat het ontwerp uitgaat van uitvoering van beleid van provincie {natuur} en HHD {waterberging) zal Rotterdam geen financiele bijdrage leveren, behalve mogelijk een bijdrage vanuit de zorgportefeuille t.b.v. de zorglandgoederen. Het geconstateerde tekort op de grondexploitatie moet door de andere partijen {provincie, stadsregio, HHD, ZHL) worden gedicht. Uitgangspunt voor de gemeente is altijd geweest dat zij een faciliterende rol speelt. Dat is in diverse stuurgroepen aan de orde gesteld en wordt bevestigd in de bovengenoemde brief van wethouder Bolsius (zie bijlage 3). De faciliterende rol zou met name bestaan uit het opstellen en in procedure brengen van het bestemmingsplan en eventueel de inzet van het onteigeningsinstrumentarium. De gemeente heeft echter nadrukkelijk gesteld dat zij pas medewerking zal verlenen aan wijziging van het bestemmingsplan als het plan financieel uitvoerbaar is. En daar is tot op heden nog geen sprake van (zie onder het kopje 'financien'). De rol van trekker van het planvormingsproces ligt sinds 2008 bij de Stadsregio. Gedurende 2008 en 2009 heeft APPM Management Consultants in opdracht van de Stadsregio het procesmanagement voor de gebiedsontwikkeling Bonnenpolder gevoerd. Doel was, zoals APPM dat zelf verwoorde, 'te komen tot een uitvoeringsgereed plan waarvoor een bestemmingsplan in procedure kan worden gebracht'. Daarbij werd het ontwikkelen van zorglandgoederen aan de plannen toegevoegd; een ontwikkeling waar de GGD Rotterdam voorstander van is. De zorglandgoederen vervingen de commerciele woonlandgoederen die (mede op basis van een makelaarsconsultatie) financieel als onhaalbaar werden geacht. Het Zuid-Hollands Landschap was beoogd beheerder van de nieuwe natuurgebieden en het Hoogheemraadschap Delfland was betrokken vanwege de geconstateerde wateroverlast bij hevige regenval en de ecologische doelstellingen voor een natte ecologische verbinding waardoor de waterkwaliteit kan verbeteren. De provincie was op afstand betrokken vanwege de natuurdoelen (Ecologische Hoofdstructuur (EHS)) en de ecologische verbindingszone. Het plan In 2009 zijn door het bureau Bosch en Slabbers, als eerste stap in opdracht van de Stadsregio Rotterdam verschillende ontwerpen gernaakt ter concretisering van het gebiedsontwikkelingsplan. Hierbij is uitgegaan van 2 fases. Het eerste deelplan bestaat uit graslandreservaat, nieuwe en bestaande waterlopen worden voorzien van natuurlijke oevers. De Bonnenweg wordt volledig openbaar en er worden een voetpad en een fietspad gerealiseerd. Deelplan 2 bestaat uit 7 landgoederen. Daarnaast worden enkele kassen

gesloopt, wordt er een laan aangelegd ter plaatse van de Dwarshaak en wordt er een bos/struweel aangelegd aan de oostkant van het plangebied. Zorglandgoederen In de Bonnen ten zuiden van de EHS is in de plannen de realisatie van zorglandgoederen opgenomen. Er leek markt voor de ontwikkeling van zorglandgoederen. De GGD was hier voorstander van en er zijn diverse partijen benaderd om hier invulling aan te geven. Eind 2007 toonde zorginstelling Parnassia BAVO Groep interesse in het ontwikkelen van zorglandgoederen. In maart 2008 hebben de deelgemeente, Pranassia Bavo en de GGD geconstateerd dat partijen positief staan tegenover de ontwikkeling van de zorglandgoederen. Parnassia BAVO heeft vervolgens de haalbaarheid onderzocht en concludeerde in december 2008 dat er teveel financiele onzekerheden waren. Vervolgens is corporatie MaasDeltaGroep benaderd. Ook zij concludeerden, eind 2009, dat zij geen haalbare business case hadden. Tot slot is de Woningbouwvereniging Hoek van Holland (WVH) gevraagd welke mogelijkheden zij zag. WVH liet in februari 2010 weten: "Gezien de onduidelijkheid over prijs van de van de erven Van Rijckevorsel te verwerven gronden, de grote bedragen die de ontwikkeling van de vijf landgoederen vraagt en de smalle marges van de ontwikkeling is dit geen ontwikkeling waar WVH het voortouw in gaat nemen." Helaas blijkt er dus geen serieuze partij voor de realisatie van zorglandgoederen. Erven van Rijckevorsel De grond in de Bonnenpolder is in handen van ongeveer 10 eigenaren. De gemeente heeft alleen het uiterste noordwest puntje van de polder in eigendom. Het overgrote deel van de polder is in handen van 3 particulieren, waarvan de erven van Rijckevorsel er een zijn. Zij zijn tevens de grootste eigenaar en vanwege hun verspreide eigendommen is medewerking van de Erven essentieel om tot uitvoering van het gebiedsontwikkelingsplan te kunnen komen. Zij zijn destijds ingestapt in het planvormingsproces in de veronderstelling dat er ruimte zou zijn voor (woningbouw-)ontwikkeling van hun grondgebied. Toen die mogelijkheden er niet bleken te zijn, hebben ze in het najaar van 2006 verdere medewerking aan het gebiedsontwikkelingsplan opgezegd. Overigens zaten de Erven onderling niet altijd op een lijn over eventuele toekomstige ontwikkelingen. Sinds 2006 is onderhandeld met de Erven in verband met de aankoop van grond aan de oostrand van de Bonnenpolder ten behoeve van de aanleg van de 2 e Ontsluitingsweg / Hoekse Baan. De grand is geruild tegen gronden aan de westzijde van de Bonnenpolder, die in bezit waren van de gemeente. Dit is gebeurd op basis van taxatierapporten van externe taxateurs. De grondruil is pas in 2008 afgerond; onder andere door het tussentijds overlijden van een van de eigenaren heeft de overdracht veel vertraging opgelopen. Met instemming van de Erven zijn destijds de werkzaamheden aan de 2 e Ontsluitingsweg echter al wel opgestart vooruitlopend op de ondertekening van de ruilovereenkomst. Waterproblematiek Onderdeel van het Gebiedsontwikkelingsplan was het realiseren van extra waterberging in de Bonnenpolder, vanwege regelmatige wateroverlast, m.n. na hevige regenval. Hierbij is van belang dat het gebied waar de waterberging voor nodig is een veel groter gebied beslaat dan alleen het agrarische deel van de Bonnenpolder. Het gebied wordt aan de westzijde globaal begrensd door de Krimsloot, aan de oostzijde door het Oranjekanaal, aan de noordzijde door het Bonnenpad en aan de zuidzijde door de Hoeksebaan. Dit gebied vormt min of meer een waterhuishoudkundige eenheid, bestaande uit verschillende peilgebieden die middels stuwen uiteindelijk afwateren in het Oranjekanaal. In dit gebied bevindt zich ook een kassengebied langs de Dwarshaak en gedeeltelijk het kassengebied tussen de Haakweg en het Haakpad. Water uit het glastuinbouwgebied stroomt in de huidige situatie deels af naar het deel van de Bonnenpolder waarop de planvorming zich richtte. Bij het HHD zijn de afgelopen jaren (vanaf 2004) enkele meldingen binnengekomen over een te hoge waterstand in het glastuinbouwgebied; geen ervan in het agrarische deel van de

Bonnenpolder. Er waren wel meldingen over een te lage waterstand (droogte) vanuit het glastuinbouwgebied en de Bonnenpolder. Al deze meldingen zijn afgehandeld. HMD heeft de nodige maatregelen genomen. Zo is de Krimsloot verbreed en het gemaal Krimsloot vergroot. Daarnaast zijn veel stuwen 'automatisch' gemaakt, waardoor de berging voor en na de stuwen optimaal kan worden gebruikt zodat de wateroverlast (zowel in het glastuinbouwgebied als in de rest van de Bonnenpolder) zo veel mogelijk voorkomen kan worden. In het deelgemeentelijk Waterplan is een aanzienlijke waterbergingsopgave in de meeste peilgebieden van de Bonnenpolder berekend. Er is van uitgegaan dat de benodigde waterberging ten behoeve van het kassengebied zou worden gecombineerd met beoogde omvorming van het kassengebied in de polder Krimsloot tot een nieuwe woonwijk, en dat het waterschap de aanleg van water in de Bonnenpolder zou financieren. De ontwikkeling van woningbouw in de polder Krimsloot is echter in 2010 op de lange baan geschoven. In november 2011 is een gedetailleerde modelberekening van de waterbergingsopgave van de (gehele) Bonnenpolder opgeleverd. Op basis van dit onderzoek is er nog steeds een opgave, maar deze is veel kleiner en gemakkelijker oplosbaar geworden. Wateroverlast treedt met name op direct ten noorden van het glastuinbouwgebied aan de zuidzijde {ten zuiden van de Polderhaakweg. Ook in het gebied tussen de Krimsloot en het Haakpad treedt in de noordwesthoek wateroverlast op. Benodigde maatregelen zullen worden vertaald in een actualisatie van het deelgemeentelijk waterplan Hoek van Holland. Financier! De gemeente heeft reeds in een vroeg stadium aangegeven alleen een faciliterende rol te zullen spelen. Deze was gericht op het opstellen van het bestemmingsplan (noodzakelijk omdat het gebiedsontwikkelingsplan uitgaat van diverse functiewijzigingen t.o.v. de huidige situatie) en het eventueel inzetten van onteigeningsinstrumentarium. Daarbij heeft zij aangegeven het bestemmingsplan pas te zullen opstellen als er sprake is van een financieel haalbaar plan. En zover is het nooit gekomen. Er waren weliswaar enkele financieringsbronnen beschikbaar, maar ook APPM concludeerde in mei 2009 dat diverse, essentiele onderdelen van het plan nog een fors tekort kenden: de Provinciale Ecologische Verbindingszone; het verbeteren en openbaar maken van de Bonnenweg als recreatieve fietsverbinding; het herstel van de dijk in de Lange Bonnen; de aankoop van grond t.b.v. waterberging. De provincie Zuid-Holland liet begin 2010 weten bijna 2,5 miljoen beschikbaar te zullen stellen voor de aanleg van nieuwe natuur en de ecologische verbinding. In 2011 werd echter duidelijk dat de provincie door de rijksbezuinigingen op het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG), deze toezeggingen niet rneer gestand wil doen. Omdat de natuur bovendien geen onderdeel uitmaakt van Natura-2000 wil de provincie de EHS-aanduiding laten vervallen. Hierin volgt de provincie de opstelling van het Rijk. 3. Oranjebuitenpolder Uitgangspunt voor de planvorming voor de Oranjebuitenpolder zijn het Masterplan Oranjebuitenpolder en de daarbij behorende Uitvoeringsovereenkomst. Het Masterplan is vastgesteld door het College van B&W op 24 november 2009. De Uitvoeringsovereenkomst is op 7 december 2009 ondertekend door de Provincie Zuid Holland, Stadsregio Rotterdam, gemeente Rotterdam, ZHL en HHD. De Uitvoeringsovereenkomst voorzag in uitvoering van het masterplan in 2 fases. De eerste fase bestaat uit de realisatie van 88 hectare EHS en 32 hectare recreatief/groen. De tweede fase bestaat uit een golfbaan, 30 woningen en de resterende circa 55 hectare recreatief/groen. De financiering van de eerste fase is met de afspraken uit de Uitvoeringsovereenkomst gedekt. Voor de tweede fase is afgesproken dat partijen zich zullen inspannen om dekking te zoeken. Hoewel de planvorming voor de Oranjebuitenpolder dus veel verder was dan voor de Bonnenpolder en de gemeente hier bovendien veel grond in eigendom heeft, blijken ook hier

de huidige plannen niet uitvoerbaar als gevolg van de rijksbezuinigingen op de ILG. De provincie heeft reeds in 2010 laten doorschemeren vermoedelijk niet aan naar toezeggingen in de uitvoeringsovereenkomst te kunnen voldoen. Vanwege de grote onzekerheid over de middelen die de provincie (conform de uitvoeringsovereenkomst) beschikbaar zou stellen, is de planvorming in de loop van 2010 grotendeels stil komen te vallen. Zonder provinciale bijdrage is realisatie van het Masterplan onhaalbaar aangezien de door de provincie te realiseren EHS grofweg de helft van het plangebied beslaat. Op dit moment kan er dus niet anders dan geconcludeerd worden dat er geen haalbaar plan is. In 2011 is de planvorming voor de tweede fase we! doorgegaan. Er zijn orienterende gesprekken gevoerd met een samenwerkingsverband van grondeigenaren en ontwikkelaars over (financiele en inhoudelijke) haalbaarheid van een golfbaan, 30 woningen in het groen en een paardentrainingscentrum. In het voorjaar 2012 moet blijken of nun plannen financieel haalbaar zijn. 4. Naar een nieuw plan voor beide polders Op 27 januari jl. heb ik met de bestuurders van de provincie en de stadsregio afspraken gemaakt over een nieuwe koers voor beide polders. De gemeente Rotterdam, de Stadsregio Rotterdam en de provincie hebben, ondanks de veranderde context, nog steeds de ambitie om een ecologische verbinding tussen de kust en Midden-Delfland te realiseren via de Oranjebuitenpolder en Bonnenpolder. Dit sluit ook aan op de wensen van de deelgemeente. Aan het begin van deze brief meldde ik reeds dat de Stadsregio in het RGSP3 de ecologische en recreatieve verbinding tussen Midden Delfland en de kust heeft opgenomen. Deze zal echter beperkter van omvang zijn dan oorspronkelijk gedacht. Ook is de aanleg van een aantrekkelijke recreatieve verbinding via de polders nog steeds gewenst. De gemeente en de stadsregio zijn met de provincie in gesprek over de mogelijkheden voor een bijdrage uit het uitvoeringsprogramma van de nieuwe provinciale Groenagenda, waarvoor 100 miljoen aan investeringsmiddelen beschikbaar is. Hierbij zullen ook de deelgemeente, het Zuid-Hollands Landschap, het Hoogheemraadschap Delfland en de overige belanghebbenden in de polder worden betrokken. Ik laat ook de mogelijkheden onderzoeken naar commerciele exploitatie van delen van het gebied en alternatieve financieringsvormen. Over het laatste ben ik in gesprek met het Nationaal Groenfonds. Met een combinatieplan voor beide polders waarbij de omvang van de publieke investeringen drastisch wordt verminderd en er gezocht wordt naar een innovatieve uitvoeringsstrategie met inzet van private middelen en een alternatieve financieringsstrategie en nieuwe financieringsconstructies zoals een gebiedsfonds, een gezamenlijke ontwikkelmaatschappij, of een gezamenlijke beheersmaatschappij. Hierbij wordt expliciet gekeken naar de betrokkenheid van de bedrijven en de burgers. Een voorstel van de Initiatiefgroep OBP voor een golfbaan, woningbouw en een hippisch centrum kan hierbij betrokken worden. In deze pilot zijn de gewijzigde rollen en posities van belang de provincie ziet haar rol volgens de Groenagenda in principe niet langer als opdrachtgevende partij, maar meer als regisseur naar de gebiedspartijen onder de noemer 'sturen zonder geld'. De provincie wil samen met andere partijen (burger, bedrijven} betrekken bij de uitvoering van de Groenagenda en niet meer alleen de overheden. De SRR wenst haar opdrachtgevende rol af te bouwen, gezien het rijksbesluit dat de SRR in 2013 wordt opgeheven. De gemeente wil bij gebiedsontwikkeling een groter rol neerleggen bij marktpartijen en bestaande grondeigenaren en bewoners. De beheertaak van de gronden worden in de huidige situatie uitgevoerd door de grondeigenaren of nun pachters. In het kader van de nieuwe aanpak gaan we naast de klassieke en bekende vormen van beheer juist op zoek naar nieuwe

beheersvormen van publieke en private partijen. Gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het gebied is hierbij het uitgangspunt. Er wordt ingezet op een gezamenlijke exploitatie voor beide polders. De provincie Zuid- Holland heeft de bereidheid uitgesproken om de pilot te betrekken bij het uitvoeringsprogramma van de Groenagenda en overige programma's. De verwachting is dat in het voorjaar 2012 een plan van aanpak ter besluitvorming kan worden voorgelegd aan de (deel)gemeente, SRR en PZH en waar nodig het Hoogheemraadschap. De contractpartners zullen vervolgens afspraken maken over de afronding van de huidige overeenkomst voor de Oranjebuitenpolder in het vertrouwen dat er een nieuwe samenwerking vastgelegd kan worden t.b.v. uitvoering van de pilot. De gemeente Rotterdam en de Stadsregio Rotterdam houden de bestaande middelen beschikbaar voor uitvoering van het nieuwe combinatieplan. 5. Ongewenste ontwikkelingen en bestemmingsplan Uw commissie sprak haar bezorgdheid uit dat door het uitblijven van concrete, uitvoerbare plannen er in de tussentijd allerlei ongewenste ontwikkelingen in de polders zouden (kunnen) plaatsvinden. U vroeg mij om na te gaan in hoeverre een tussentijdse bestemmingsplanactualisatie of een voorbereidingsbesluit noodzakelijk is om dat tegen te gaan. Navraag bij de deelgemeente leert dat in de afgelopen jaren geen ongewenste ontwikkelingen in een van beide polders bekend zijn, behalve de bouw van een illegale loods in de Oranjebuitenpolder en illegale bewoning van een legale loods. De deelgemeente treedt in beide gevallen handhavend op, waarbij het vigerende bestemmingsplan daartoe voldoende mogelijkheden biedt. De aardappelloods is buiten gebruik en zal in de EHS volgens de huidige plannen geen functie kunnen vervullen. Daarom is een sloopvergunning aangevraagd. De loods is in de tussentijd gekraakt en illegaal bewoond. De sloopvergunning is inmiddels -na een lange procedure via de Raad van State - onherroepelijk. Daadwerkelijke sloop wordt aangehouden totdat helder is of ook bij een alternatief plan sloop noodzakelijk is. De kraker (dhr Vreugdenhil) zal tijdig worden aangeschreven om het pand te verlaten. Hortensiakweker Van Schie heeft illegaal een loods gebouwd. De deelgemeente heeft hier handhavend tegen opgetreden en de loods is in het najaar van 2011 gesloopt. Het vigerende bestemmingsplan is voor beide polders hetzelfde: bestemmingsplan Hoek van Holland, buitengebied Oost (nummer 425). Dit plan dateert van 1979. Uiteindelijk is het pas in 1985 onherroepelijk geworden i.v.m. een procedure bij de Raad van State. Dit ging m.n. over een wijzigingsbevoegdheid in de zuidoosthoek van de Oranjebuitenpolder, waar nu de hortensia-kwekerij zit. De wijzigingsbevoegdheid geeft het college van B&W de mogelijkheid om op deze locatie glastuinbouw toe te staan, direct aansluitend op de Oranjeplassen. Tegen deze wijzigingsbevoegdheid zijn meerdere bezwaren ingediend o.a. door het toenmalige orgaan Rijnmond. De bezwaren zijn in 1985 door de Raad van State afgewezen. Aangezien het bestemmingsplan dateert uit 1985 komt het op zich in aanmerking voor de inhaalslag om bestemmingsplannen actueel te krijgen. In de periode 2008-2010 zijn door het toenmalige college extra middelen ingezet om er voor te zorgen dat uiterlijk medio 2013 Rotterdam over actuele bestemmingsplannen zal beschikken voor haar gehele grondgebied en om er vervolgens voor te zorgen dat die plannen vanaf 2013 ook actueel zullen blijven. In 2008 is met uw commissie afgesproken, dat over de voortgang van het programma bestemmingsplannen 2 maal per jaar zal worden gerapporteerd: in het voorjaar (peildatum 1 april) en in het najaar (peildatum 1 oktober). Vanwege de bezuinigingen is eind 2010 besloten de extra middelen voor actualisatie van de bestemmingsplannen niet te continueren in de periode 2011-2013 en de formatie bij Stadsontwikkeling terug te brengen naar de basisformatie voor deze wettelijke taak. Gevolg

hiervan is dat de gemeente per 1 juli 2013 niet voor haar gehele grondgebied zal beschikken over actuele bestemmingsplannen, doch dat dit een aantal jaren later het geval zal zijn. Vanwege de bezuinigingen is het programma bijgesteld aan de hand van de volgende uitgangspunten, die per brief van 29 april 2011 aan uw commissie zijn gecommuniceerd: Inzet is dat per 1 juli 2013 een zo groot mogelijk aantal van de 140 Rotterdamse gebiedsbestemmingsplannen actueel is; De basisformatie voor bestemmingsplannen bij Stadsontwikkeling wordt met ingang van 2011 volledig ingezet voor gebiedsbestemmingsplannen die op grond van de Wro geactualiseerd moeten worden en vervolgens actueel moeten blijven; Bestemmingsplannen voor gebieden waar geen of zeer beperkte bouwmogelijkheden zijn, en daarmee een te verwaarlozen risico op derving van leges, worden stilgelegd / getemporiseerd; Bestemmingsplannen die noodzakelijk zijn in het kader van gebiedsontwikkeling, worden gefinancierd uit die gebiedsontwikkeling. Voor Hoek van Holland wordt niet gewerkt aan nieuwe bestemmingsplannen voor de Oranjebuitenpolderen de Bonnenpolder (onderdeel van het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied'), aangezien dit plannen zijn waar geen of een zeer beperkt risico op derving van leges is en er op dit moment geen haalbare plannen zijn voor een nieuwe inheriting. In de brief van 29 april 2011 aan uw commissie is gecommuniceerd dat er niet wordt gewerkt aan nieuwe bestemmingsplannen voor de beide polders. Overigens zijn ook de bestemmingsplannen Hoek van Holland / Waterwegoevers en Hoek van Holland / Natura 2000 stilgelegd. In overleg met de deelgemeente is destijds bepaald dat de prioriteit in Hoek van Holland moet liggen op de bestemmingsplannen Woongebied en Kulkweg - Viandaterrein. De bestemmingsplankaart voor de Bonnenpolder heeft aanduidingen als agrarisch gebied en landschappelijk of natuurwetenschappelijk/landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Daarmee is m.n. de situatie rond het Staelduinse Bos duidelijk conserverend bestemd. Wei is destijds al de aanleg van het composteringsbedrijf Van Vliet in de zuidoost hoek van de Bonnenpolder opgenomen als wijzigingsbevoegdheid. Andere ontwikkelingen zijn in de Bonnenpolder en Oranjebuitenpolder volgens dit bestemmingsplan niet mogelijk. Hoewel het vigerende bestemmingsplan dus oud is, hoeft het niet dringend vernieuwd te worden. Plannen die voor 1965 zijn vastgesteld verliezen wel hun geldigheid, zodat de nieuwe wet voorschrijft dat er een nieuw plan gemaakt moet worden. Met dit plan is dat voorlopig niet het geval. Wel is het zo dat nu geen leges meer kunnen worden geheven als er bouwinitiatieven komen die passen binnen het bestemmingsplan. Maar zoals hierboven reeds is aangegeven zijn mogelijkheden voor nieuwe bouwwerken dan wel uitbreiding van bestaande bouwwerken minimaal. De gemeente kan alleen een nieuw bestemmingsplan in procedure brengen als de ontwikkelingen die dat plan mogelijk moet maken financieel haalbaar zijn. Zoals hierboven is toegelicht, geldt voor beide polders dat er op dit moment geen sprake is van financiele dekking van de oorspronkelijke plannen. Daarmee kan in een nieuw bestemmingsplan slechts de huidige situatie vigerend worden bestemd. Als de gemeente ontwikkelingsmogelijkheden in het huidige van kracht zijnde bestemmingsplan zou beperken, dan kunnen belanghebbenden planschadeclaims indienen. Voorbereidingsbesluit De Wet ruimtelijke ordening biedt de raad de mogelijkheid om voor bepaalde gebieden in de gemeente een voorbereidingsbesluit te nemen. In strikte zin spreekt de raad met een dergelijk besluit uit, dat er voor het betreffende gebied een bestemmingsplan wordt voorbereid. In de praktijk wordt zeer sporadisch van dit instrument gebruik gemaakt, zoals blijkt uit de halfjaarlijkse voortgangsrapportage aan uw commissie. Doorgaans is de aanleiding tot het nemen van een dergelijk besluit dat er zich in een gebied een concrete, maar ongewenste ruimtelijke ontwikkeling aandient. Daarbij moet het dan gaan om een ontwikkeling die past in het bestaande bestemmingsplan, maar die door

voortschrijdend inzicht achterhaald is. Ongewenste ontwikkelingen die niet passen in een bestaand bestemmingsplannen kunnen immers door handhaving van het vigerende bestemmingsplan worden tegengegaan. Daar biedt een voorbereidingsbesluit geen meerwaarde. Hierboven is reeds toegelicht dat er op basis van het vigerende bestemmingsplan nauwelijks ontwikkelingen mogelijk zijn in de polders. Het nemen van een voorbereidingsbesluit voor de Bonnenpolder heeft dus geen meerwaarde, zolang er geen sprake is van concrete ongewenste ontwikkelingen. Ik hoop u met deze Bonnenpolder er het nieuwecoml fdoende antwoord te hebben gegeven op uw vragen over de uitenpolder en zeg toe om u medio 2012 nader te informeren over 'an voor beide polders. Alexandra OA/an Huffelen Wethouder Duurzaamheid, Binnenstad en Buitenruimte