Hoofdlijnen adviezen decentralisatie AWBZ aan de gemeente Den Haag

Vergelijkbare documenten
DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Met elkaar voor elkaar

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

1. De hoofdlijnennotitie 'Aanpak transities en herinrichting sociale domein in de gemeente Stein vast te stellen

WMO Rotterdam. Van verzorgingstaat naar - stad en - straat

Een voorbeeld van de samenwerking tussen de partners.

Signalering en zorgcoördinatie bij begeleiding in de Wmo voor specifieke groepen

Stand van zaken Sociaal Domein

SAMENVATTING BOUWSTENEN ZELFMANAGEMENT EN PASSENDE ZORG

Begeleiding naar de Wmo?!

Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg. ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam

Informele zorg in Eindhoven, nu en in de toekomst

Factsheet Wmo Drechtsteden. Met elkaar voor elkaar zorgen. Dichtbij en toegankelijk

De slimste route? Vormgeven toegang

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Bijlage 3: Overzicht ontwikkelingen

Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting. Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting DOEN. wat nodig is. Managementsamenvatting -

Oktober Informatiebijeenkomst Inkoop Langdurige Zorg in Rotterdam

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving

Sturen op resultaten in het sociaal domein. Machteld Koelewijn en Frans Vos Driebergen, 3 november 2016

De transities in vogelvlucht en hoe de toegang tot zorg georganiseerd is. ZorgImpuls maart 2015

SAMEN LEVEN, SAMEN REDZAAM

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

RIBW werkt in & met sociale wijkteams

Verbeteren door vernieuwen en verbinden

Korte schets over wat de Kanteling inhoudt, samenhang met Welzijn Nieuwe Stijl Kanteling in beleid en verordening Kanteling in de uitvoering

VAN BESCHERMD WONEN NAAR EEN BESCHERMD THUIS IN OOST-VELUWE

t Marheem is een brede welzijnsinstelling die gemeentelijk beleid op het gebied van maatschappelijke ondersteuning uitvoert.

B&W voorstel. Onderwerp. Gebiedsgerichte sturing sociaal domein Zaakid Versie. Auteur. Kummer, M. Gemeentesecretaris. Huykman, B.J.D.

Nieuw model voor Maatschappelijke Ondersteuning. Hans Weggemans 12 november 2014

Samenwerkingsovereenkomst Cliënt in de Hoofdrol

Kennis van de Overheid. Maatschappelijk. Zorg voor. zorgen dat

ons kenmerk BB/U Lbr. 13/109

Bekostiging specialistische jeugdhulp naar een nieuw model in 2018

Informele raadscommissie Sociaal

Voorstel/alternatieven. Inhoud aanvraag/aanleiding ambtshalve besluit. Wettelijke grondslag. Inhoud extern advies

Huis van Renkum. Doelen waaraan wordt bijgedragen

Zorgpact Teylingen

Wmo begeleiding WF6 2017

Alles in het huis van de gemeente?

RAADSVOORSTEL *D * D

Resultaten markconsultatie. Achterhoekse gemeenten Juli 2014

Werkplan. Versie 30 september 2015

Inspiratiebijeenkomst

Doorontwikkeling gebiedsgericht werken Sociaal Domein. 7 juni 2016 Presentatie voor Wmo-raad

Samen krachtig verder

Monitoring. Meetbare effecten van beleid. Hoofdlijnen. Bestuurlijk contracteren

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten

Robin: Strategisch denken en handelen 13 september Oplossingen binnen handbereik

De verbinding tussen gezondheidsachterstanden en de 3 D s in het sociaal domein: de rol van het (wijk)team

Wmo 2015 Gemeente Zeist

Convenant Samenwerking Zorgkantoor Coöperatie VGZ Gemeente Nijmegen

Voorstel voor de Raad

Toegang Sociaal Domein & Sociaal wijkteam Velsen

De Wmo Bob van der Meijden / VNG Sociaal Domein 17 september 2015

Secretariaat WMO raad: Maaskantveld 26, 2992 HM Barendrecht. secretariaat: Website:

Preventie in Gooise Meren. Preventie in het Sociaal domein

Uitkomststuring in de Wmo

Bijlage 2 Factsheet en ontwikkelagenda gemeente Ridderkerk

Transformatie in de gemeente Dalfsen. Dichter bij de kern

Noorden veldwerker. Zorg. De Noordenveldwerker Wegwijzer in welzijn, wonen en zorg. Brochure Noorderveldwerker.indd :26

Op weg naar een andere vorm van welzijnswerk

Onderwerpen. Wat is kantelen? Waarom kantelen? Kantelen doen we samen Stip aan de horizon

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onderwerp Regionale koers Maatschappelijke opvang en. Datum 26 september 2017

De ondersteuning voor elkaar

DOEN WE HET IN ARNHEM

Risicomanagement binnen de decentralisaties

Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein

Tussen droom en daad. Rudy Bonnet projectleider. Inspirerend Betrokken Effectief 1

Integraal samenwerken in de wijk: wat betekent dit voor toezicht?

PGB s vanuit een gemeentelijk perspectief

Bijeenkomst Wmo adviesraden. Welkom. 4 november 2013

Algemene gegevens Om te beginnen willen wij graag wat algemene informatie van u ontvangen. Uw gegevens worden geanonimiseerd verwerkt.

Eén. contract. Eén. opdracht. Eén. missie. Meer dan 100 partners Meer dan 1000 professionals

Presentatie De nieuwe WMO. Raimond de Prez Wethouder Zorg en Wijken

Gebruik In de bijlage (volgt nog) zijn gegevens opgenomen over het gebruik dagactiviteiten in 2015 in de regio.

Sociale wijkteams. Wensen en ervaringen van bewoners en zorgvragers centraal

Handreiking Zorg- & Welzijnsarrangement

Samen voor een sociale stad

Toelichting Stand van Zaken Decentralisatie AWBZ. Gemeenteraden IJmond

Voordracht voor de raadsvergadering van <datum raadsvergadering>

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

Alternatief voor Regeerakkoord Regie in eigen hand door persoonsgebonden en persoonsvolgende bekostiging

Presentatie voor cliëntenorganisaties

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 mei 2018 Betreft Oplossingen voor de zorgval

Lokale Wmo raad advies 1. Zorgvuldigheid bij keukentafelgesprek

Sociale w knetwerken. Land van Cu k. Notitie. Land van Cuiik Gemeente Boxmeer. Gemeente Mill & Sint Hubert. Gemeente Cuijk Gemeente Grave

WAT ZIJN DE UITGANGSPUNTEN

Transitie AWBZ in regio Brabant Noordoost - Oost

Toekomst welzijnsbeleid in Apeldoorn. Kadernota Welzijn, Vrijwilligerswerk & Mantelzorg

Verwerving opvang, wonen en herstel terugblik en vooruitblik - 24 april 2017

Dagbesteding in ontwikkeling: hoe de vernieuwing doorzet

Voorbereiden door krachten te bundelen Visie op nieuwe taken Vernieuwingen in welzijn, (jeugd)zorg en werk... 2

De toegang tot zorg. Gerrit Overbeek

Oude en nieuwe Wmo. ondersteuning. 2 Deze resultaatgebieden zijn: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning;

PowerPoint PowerPoin pres Expe enta pres rtmee tie enta Lel tie ting A ys Lel tad WBZ Juni/ juli 2013

DE INHOUD ZORGINKOOP DOOR GEMEENTEN DE INHOUD ZORG EN WELZIJN / WMO AGENDA PROF. DR. JAN TELGEN ROTTERDAM, 28 MAART 2013

Transcriptie:

Hoofdlijnen adviezen decentralisatie AWBZ aan de gemeente Den Haag

Hoofdlijnen adviezen decentralisatie AWBZ aan de gemeente Den Haag Den Haag, 6 juni 2013 2

Inleiding De decentralisatie van de AWBZ is een omvangrijke operatie, die de gemeente Den Haag voor een stevige uitdaging stelt. In onze stad leveren momenteel ruim 120 zorgaanbieders diensten aan meer dan 11.000 cliënten. Het huidige budget bedraagt ongeveer 200 miljoen per jaar. De overdracht van bestaande taken en verantwoordelijkheden van het Rijk (AWBZ) naar gemeenten (Wmo) gaat gepaard met een forse bezuiniging. Dit betekent dat ingrijpende veranderingen nodig zijn om de benodigde zorg en ondersteuning te kunnen leveren. De bezuinigingen zijn fors, maar bieden tevens kansen voor een andere aanpak van de Haagse maatschappelijke ondersteuning. Het centrale doel is dat mensen met een zorgvraag zelf of met hulp van hun omgeving zo lang mogelijk thuis wonen, de regie over hun eigen leven houden en optimaal meedoen in de maatschappij. De gemeente Den Haag werkt hieraan in nauwe samenwerking met maatschappelijke partners in de stad. Op verzoek van de wethouders hebben drie expertgroepen gewerkt aan voorstellen naar andere manieren om de maatschappelijke ondersteuning te organiseren. De expertgroepen samengesteld uit onafhankelijke inhouds- en praktijkdeskundigen vanuit de zorg, welzijn en wetenschap, naast gemeentelijke vertegenwoordigers zijn. Zij hebben advies uitgebracht over drie centrale thema s, te weten preventie en toegang, inrichting van voorzieningen en de relatie tussen mantelzorg, vrijwilligers en professionals en ten slotte verantwoording en resultaatgerichtheid. De expertgroepen hebben hun opdracht uitgevoerd binnen de volgende bestuurlijke kaders: Geen mini-awbz Meer/beter doen met minder middelen De toegang tot de ondersteuning is eenduidig en integraal Integrale aanpak van zorg en ondersteuning, dichtbij de burger georganiseerd Uitgangspunten van de Haagse Maatschappelijke Ondersteuning: 1. Vrijwillig boven professioneel 2. Collectief boven individueel 3. Generiek boven specifiek In bijgaande rapporten treft u de bevindingen en aanbevelingen van de drie expertgroepen. Een samenvatting van deze rapporten vindt u achter in deze oplegger. Hoewel verschillend van thema, kennen alle adviezen een sterke inhoudelijke samenhang hoe de toekomstige zorg en ondersteuning binnen de gemeente opnieuw in te richten. Bezien vanuit zeven gemeenschappelijke invalshoeken komen eerst de onderlinge verbanden aan de orde. 3

Samenhang in de adviezen: toekomstvisie op maatschappelijke ondersteuning De adviezen van de afzonderlijke expertgroepen vertonen een wezenlijke samenhang. Niet alleen stemmen de adviezen overeen, zij vullen elkaar ook aan. Als we de huidige situatie afzetten tegen de gezamenlijke toekomstvisie van de experts, ontstaat het volgende beeld. 1. De mogelijkheden van de cliënt centraal De huidige situatie: de cliënt in zijn beperking staat centraal. Op grond van de soort beperking worden doelgroepen onderscheiden (somatisch, psychogeriatrisch, verstandelijk/lichamelijk beperkt, psychische aandoening). De begeleiding en persoonlijke verzorging richten zich op het (weer) zelfstandig functioneren. Naar mate de beperking zwaarder is, neemt de geboden ondersteuning toe. Kenmerk van veel voorzieningen in zowel de Wmo als de AWBZ, is dat ze aan een individu worden toegekend en niet expliciet wordt gekeken naar het omringende netwerk van de cliënt. Het advies van de experts: niet de beperking maar de mogelijkheden van de cliënt zijn het uitgangspunt. De focus ligt daarbij niet op de individuele cliënt, maar op het hele ondersteunende netwerk van familie, vrienden en kennissen om de zelfredzaamheid van de cliënt te versterken. Zélfredzaamheid wordt zo sámen redzaam zijn. Dit noemen de experts de relationele benadering. Cliënten worden als onderdeel van hun netwerk, onderscheiden naar de mate van kwetsbaarheid om zelfredzaam te zijn. De beperkte mogelijkheden van een cliënt hiertoe kunnen eenvoudig en enkelvoudig zijn (bijvoorbeeld mobiliteit), maar ook complex en meervoudig. 2. Preventie loont De huidige situatie: in de AWBZ is er aandacht voor preventie via experimentele samenwerkingsverbanden en door het opplussen van het tarief voor activiteiten die vroegtijdig signaleren bevorderen. Ook zijn er prikkels via preventieve producten van zorgverzekeraars en is er uiteraard het gemeentelijke gezondheidsbeleid. Kenmerk van de huidige situatie is de meervoudige aansturing van de preventie door gemeente, zorgverzekeraar en zorgkantoor. Zij sturen bovendien vooral op output of activiteitenniveau en minder op het effect (gezond gedrag). Het advies van de experts: preventie loont op termijn als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Ten eerste is voorkomen van de vraag naar maatschappelijke ondersteuning primair de verantwoordelijkheid van de burger en zijn netwerk. Bevordering van bijvoorbeeld gezond gedrag is mogelijk met gerichte prikkels. Ten tweede is het noodzakelijk om vroegtijdig risico s te signaleren en op tijd in te grijpen. Dat vergt een sluitend netwerk van samenwerkende partijen, die niet wachten tot het te laat is maar actief op kwetsbare burgers afgaan. Ten derde is het belangrijk om het preventieve beleid en de daarmee gemoeide investeringen consequent een 4

aantal jaren vol te houden. Dat kan door gerichte prikkels in de financieringssystematiek in te bouwen. Berekend is dat een preventieve aanpak zichzelf in 5 jaar heeft terugverdiend. Om optimaal gebruik te maken van het sluitend netwerk van samenwerkende partijen is het van belang om preventieve activiteiten op wijkniveau te organiseren. 3. Van vraagverheldering naar een passend antwoord De huidige situatie: het recht op AWBZ-zorg volgt uit een indicatie, verzorgd door het landelijk Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). De indicatie is gebaseerd op een gedetailleerde vragenlijst waarin de mate van beperking en daarmee het niet zelfstandig kunnen functioneren bepalend is voor de soort en intensiteit van de AWBZ-zorg. Aanspraak op individuele gemeentelijke voorzieningen zoals hulp bij het huishouden en collectief vervoer, vindt plaats op basis van een beschikking in plaats van een indicatie. Het advies van de experts: de huidige indicatiestelling binnen de AWBZ en het afgeven van beschikkingen voor individuele gemeentelijke voorzieningen, maken plaats voor een aanpak waarin de vraagverheldering centraal staat. Samen met de cliënt en zijn netwerk wordt de zorgvraag in kaart gebracht en naar het meest passende antwoord gezocht. Dat wil zeggen: wat is eerst met informele zorg en ondersteuning (familie, vrienden, vrijwilligers) op te lossen en wat is dan nog aan formele zorg en ondersteuning nodig? Manieren voor vraagverheldering kunnen qua vorm en intensiteit verschillen. Afhandeling van aanvragen van, of informatieverzoeken aan minder kwetsbare burgers met een enkelvoudige vraag kan grotendeels digitaal plaatsvinden. Bij complexe, meervoudige problematieken is eerder sprake van een gesprek met de burger samen met het ondersteunende netwerk, bij voorkeur thuis. Een professional leidt het vraagverhelderingsproces. Hij of zij maakt deel uit van een multidisciplinair team samengesteld uit professionals én ervaringsdeskundigen uit de zorg, welzijn en gemeente. Deze multidisciplinaire aanpak zorgt voor de realisatie van het principe 1 cliënt, 1 plan en 1 aanspreekpunt. Het team onderhoudt structureel contact met andere relevante partijen zoals huisartsen, scholen, corporaties en politie, waardoor een sluitend netwerk ontstaat. De vraagverheldering en de organisatie daarvan dient dicht bij de burger plaats te vinden op wijkniveau. 4. Effectieve ondersteuning op wijkniveau De huidige situatie: door de focus op de beperkingen van de cliënten is een waaier ontstaan van algemene en specifieke zorg- en ondersteuningsproducten, ingedeeld naar doelgroepen op basis van de soort beperking. Alleen al voor de functie begeleiding gaat het om circa 30 zorgproducten. Van een soortgelijke situatie is ook sprake in het gemeentelijk gefinancierde Wmo-domein. 5

Het advies van de experts: naast de vraagverheldering dient ook de ondersteuning op wijkniveau te zijn georganiseerd. Daarbij is de professional die de vraagverheldering oppakt ook degene die de ondersteuning organiseert. Hierbij is een onderscheid te maken tussen vrij toegankelijke groepsvoorzieningen en voorzieningen waar een individuele toetsing aan ten grondslag ligt. De doorslaggevende vraag daarbij is of de voorziening van informele aard is (netwerk van cliënt, burgerinitiatieven) of dat het een formele, door beroepskrachten verzorgde voorziening betreft. In het verlengde daarvan geldt uiteraard ook het eerder aangegeven onderscheid in de mate van kwetsbaarheid van zowel de cliënt als het netwerk. Zo ligt het voor de hand dat zeer kwetsbare burgers meer gebruikmaken van formele ondersteuning. Gezien de aard van de huidige activiteiten kan het merendeel van de groepsgerichte voorzieningen binnen de AWBZ worden aangeboden aan alle burgers. Wel ligt de organisatie van groepsvoorzieningen met een ontmoetings- of (re)creatieve functie bij burgers zelf; alleen in de opstartfase gefaciliteerd door een professional. Op een aantal punten maken de experts een uitzondering op deze generieke aanpak. Ondersteuning van specifieke groepen zoals burgers met een dubbele beperking, niet aangeboren hersenletsel en een beperking gecombineerd met een zware gedragsproblematiek zal afhankelijk van de schaal op stadsdeel-, stedelijk of regionaal niveau moeten plaatsvinden. Naar schatting is dit bij 20% van de activiteiten het geval. Voorts is het voorstel om de arbeidsmatige dagbesteding in het kader van de Participatiewet te plaatsen, gezien de veelal stedelijke organisatie daarvan. De experts verwachten dat effectieve zorg en ondersteuning in wijken, afgestemd op de individuele situatie, leidt tot minder specifieke ondersteuning op stedelijk niveau. De verwachting is ook dat de focus op de mogelijkheden van de cliënt en zijn netwerk, de preventieve inzet en de combinatie van informele en formele zorg, leidt tot een ander zorg- en ondersteuningsaanbod. Hierbij nemen formele zorg en ondersteuning op den duur af ten gunste van de informele en vrij toegankelijke alternatieven. 5. De kracht van vrijwilligers en mantelzorgers benutten De huidige situatie: in het bestaande AWBZ- en welzijnsaanbod is sprake van (veelal) individuele voorzieningen waarin uitsluitend wordt gewerkt met professionals, evenals van (veelal) groepsvoorzieningen waarin professionals en vrijwilligers hun inzet combineren. De mantelzorgondersteuning is steeds meer onderdeel van de formele zorg, maar daarnaast kunnen inwoners ook een beroep doen op stedelijke ondersteuning bij de mantelzorg. Het advies van de experts: de altijd vrijwillige ondersteuning door de mantelzorgers vormt de basis van het passende antwoord dat volgt uit de vraagverheldering. De vraagverhelderaar die 6

dit antwoord samen met de cliënt en zijn netwerk formuleert, zorgt ervoor dat aandacht voor de mantelzorger een onderdeel van het ondersteuningsarrangement is. Ook hierbij gaat het om mogelijkheden. Zijn mensen voldoende toegerust en voldoende uitgedaagd? Wordt er te weinig of juist te veel gevraagd? Hoe blijft het systeem op de been? Indien nodig wordt actief gezocht naar mogelijkheden om vrijwillige inzet van buiten het eigen netwerk van de cliënt in te schakelen. De koppeling van vrijwillige aan professionele inzet en de werving van vrijwilligers is een verantwoordelijkheid van de professionele organisaties. Tegelijkertijd dienen vanuit particulier initiatief ontstane vrijwilligersorganisaties niet te worden aangestuurd door professionals. Hun motivatie is dat ze iets voor anderen willen betekenen; niet om in opdracht van professionele organisaties een bijdrage te leveren aan hun processen. 6. Wijkgericht werken: een fundamenteel andere schaal De huidige situatie: de organisatieschaal van zorg en welzijn is momenteel vrij versnipperd. Het welzijnswerk wordt op wijkniveau aangestuurd. Individuele voorzieningen, zoals hulp bij het huishouden en vervoer, zijn op stedelijk niveau georganiseerd. AWBZ-voorzieningen worden regionaal ingekocht, terwijl veel van de organisaties hun bedrijfsvoering ook op regionaal of stedelijk niveau hebben ingericht. In een gebied zijn nu verschillende professionals actief met elk een eigen verantwoordelijkheid en taakgebied. Het advies van de experts: voer een fundamentele wijziging in de schaal van de aansturing door. Zowel de toegang, voorzieningen, sturing en als verantwoording dienen op wijkniveau te worden georganiseerd. Dat betekent dat in elke wijk een wijkteam, bestaande uit professionals van verschillende disciplines en ervaringsdeskundigen, de toegang en ondersteuning organiseert. Dat vraagt een gezamenlijke wijkspecifieke opdracht voor de wijkteams en een sturing op wijkniveau. De wijkteams zijn als coalitie ook verantwoordelijk voor de te behalen resultaten in de wijk. Dat voorkomt afschuifgedrag en leidt tot de meest effectieve en efficiënte oplossingen. De samenwerking in het wijkteam is daarom alles behalve vrijblijvend. Voor een beperkt aantal, meer specialistische of specifieke voorzieningen is een uitzondering op de voorgestelde wijkstructuur mogelijk. 7. Sturing en verantwoording: van markt- naar coalitiemodel De huidige situatie: in de AWBZ wordt gewerkt volgens het marktmodel. Meerdere aanbieders leveren op dezelfde plaatsen dezelfde zorg en ondersteuning. De bekostiging is gebaseerd op een prijs per uur of dagdeel, met vooraf gemaakte afspraken over de hoogte van het tarief en het maximaal te leveren aantal uren of dagdelen zorg. Voor de huishoudelijke hulp geldt een soortgelijk marktmodel, maar alleen op basis van een afspraak over het tarief en niet over de omvang van de te leveren hulp. Financiering van de welzijnsvoorzieningen vindt, met een onderbouwing van kosten per product of activiteit, plaats op basis van een budget. De 7

verantwoording van de prestaties is zeer divers, maar volgt uit de financieringsmethode (dus aantallen uren, dagdelen, kosten enerzijds en verantwoording op activiteiten anderzijds). Aangevuld met kwaliteitstoetsing vooraf (beschikken over certificering) en achteraf (benchmarks, cliënttevredenheid). Het advies van de experts: pas het coalitiemodel toe. Hierin schrijven welzijns- en zorgorganisaties samen in om de Wmo-zorg voor een bepaalde periode in een bepaald gebied (wijk, buurt, stadsdeel) te leveren. De bekostiging van de zorg en ondersteuning verloopt via wijkbudgetten of lumpsum-bekostiging per wijk. De financiering verloopt via trajectbekostiging, waarbij voor vooraf gedefinieerde trajecten een gemiddelde kostprijs geldt. De uitvoerende organisatie ontvangt deze kostprijs om het hele traject voor de betreffende cliënt én het netwerk te verzorgen. De trajectbekostiging richt zich in eerste instantie op output, met als uiteindelijke doel om dit op basis van outcome te realiseren. De experts maken een keuze voor subsidiëring in plaats van aanbesteden. Dit geeft de mogelijkheid tot het aangaan van langjarige verbintenissen en voldoet aan de voorwaarde van bekendheid met de wijk. De gemeente werkt samen met de welzijns- en zorgorganisaties op basis van high trust, high penalty. Dat vergt geen dichtgetimmerde, dure controlesystemen die gebaseerd zijn op wantrouwen, maar een database waarin zorgaanbieders hun registraties via een minimale set van gegevens kunnen opslaan en raadplegen. Verantwoording vindt verder plaats op basis van rechtmatigheid, prestaties en bedrijfsvoering, toezicht en kwaliteitszorg (waaronder benchmarks, visitaties en steekproefsgewijze controles). 8

Samenvatting rapport Expertgroep 1: Preventie en toegang 9

Preventie en toegang De opdracht aan de eerste expertgroep richt zich enerzijds op preventie, om het beroep op (zwaardere) zorg en ondersteuning te voorkomen of zo lang mogelijk uit te stellen. Daarnaast ligt de focus op de vraag hoe in de nieuwe Haagse Wmo een effectieve en efficiënte toegang tot deze zorg en ondersteuning te realiseren. Om het systeem cliënt- en vraaggericht in te kunnen richten, heeft de expertgroep zeven principes voor toekomstgerichte preventie en toegang benoemd: 1. Uitgaan van de eigen kracht van de cliënt, diens netwerk en ervaringsdeskundigen; niet sec kijken naar de beperking, maar naar de mogelijkheden; 2. Focus op kwetsbare mensen die zelf niet loketvaardig zijn; 3. Preventief werken betekent er snel bij zijn, om zwaardere zorg en ondersteuning te voorkomen; 4. Sluitend netwerk in de wijk, met ondersteuning en zorg dichtbij de cliënt; 5. Zeggenschap bij de cliënt en regelruimte bij het wijkteam; 6. Preventieve prikkels om slim te werken en een optimale kwaliteit te realiseren; 7. Onafhankelijke uitvoerder van toegang. Deze principes zijn uitgewerkt tot een ontwerpkader en in de praktijk getoetst aan een aantal relevante Haagse ontwikkelingen op dit gebied: de Centra voor Jeugd en Gezin, de pilots Centra voor Ouderen, de werktafelmethodiek zoals toegepast bij het Maatschappelijke SteunSysteem en de Haagse Integrale Aanpak. Al deze methodieken zijn opgezet om een efficiënte en effectieve zorg en ondersteuning te bereiken, maar elk voor een specifieke doelgroep en dus versnipperd en op relatief geringe schaal. De expertgroep ziet de decentralisatie van de AWBZ als een katalysator om deze ontwikkelingen verder te brengen. Samenvatting rapport Expertgroep 1 Preventie betekent er snel bij zijn, stelt de expertgroep. Belangrijk daarbij zijn vroegtijdig signaleren door outreachend te werken en een brede verkenning van de zorgvraag die zich richt op de vraag achter de vraag en op alle levensdomeinen. Daarnaast is het van belang in te zetten op versterking van de eigen kracht en het netwerk van de cliënt. De cliënt moet zich bewust zijn van zijn eigen mogelijke bijdrage én die van zijn sociale omgeving aan (herstel van) zijn zelfredzaamheid. Financiële prikkels kunnen uitvoerders van zorg en ondersteuning stimuleren in te zetten op preventie. 10

De organisatie van de toegang dient te worden georganiseerd in integrale wijkteams voor welzijn en zorg, waarbij de focus ligt op kwetsbare mensen en complexe problematiek. Ook voor de loketvaardige cliënten en eenvoudige vragen is de toegang goed geregeld door een vraaggericht digitaal, telefonisch en fysiek loket en (preventieve) informatievoorziening. Voor de regie op de toegang zijn volgens de expertgroep de volgende randvoorwaarden van toepassing: de zorgvraagverkenner is voldoende onafhankelijk en er is voldoende regelruimte en organiserend vermogen bij de regievoerder om adequaat opvolging te kunnen geven aan de zorgvraag. De expertgroep bepleit een overgang van verschillende centra en methodieken voor specifieke doelgroepen nu, naar integrale wijkteams voor welzijn en zorg in de toekomst. Deze transitie is door de experts stapsgewijs beschreven als een groeimodel in de samenwerking. Samenvatting rapport Expertgroep 1 11

12

Samenvatting rapport Expertgroep 2: Voorzieningen en de rol van mantelzorgers en vrijwilligers 13

Voorzieningen en de rol van mantelzorgers en vrijwilligers De opdracht aan de tweede expertgroep betreft de toerusting van de voorzieningen (capaciteit, methodiek, professionele en vrijwillige inzet) om binnen de nieuwe Wmo een kwalitatief vergelijkbare ondersteuning aan te bieden aan voormalige AWBZ-cliënten. Tevens gaat het om het bevorderen van samenhang tussen voorzieningen en samenwerking tussen organisaties en instellingen om de effectiviteit en efficiency te verhogen. In de uitwerking van haar opdracht laat de expertgroep het oude zorgparadigma, gericht op het direct bieden van zorg, los. Het nieuwe model richt zich op het verhelderen van de zorgvraag van de cliënt en zijn directe omgeving en vervolgens op het organiseren van de juiste combinatie van informele en formele zorg. De rol van de professional is om deze oplossing te organiseren, afhankelijk van de situatie incidenteel of structureel. Hierbij adviseert de expertgroep de relationele benadering, gericht op zowel de zorgvrager als het netwerk van direct betrokken zoals het gezin, familie, buren en vrienden. De expertgroep is van mening dat deze nieuwe aanpak de belemmeringen voor mantelzorgers en vrijwilligers wegneemt om optimaal hun bijdrage te kunnen leveren. De expertgroep vindt dat wijkgericht werken in principe de voorkeur heeft. Bijvoorbeeld door een laagdrempelig voorzieningenaanbod te creëren waar de inwoners met een vraag terecht kunnen. De expertgroep adviseert om groepsvoorzieningen vrij toegankelijk te laten zijn, zonder indicatie. Specialistische of specifieke voorzieningen worden voor zeer kwetsbare groepen op stedelijk niveau georganiseerd. Het gaat hierbij om inwoners bij wie sprake is van een kwetsbaar informeel netwerk, ernstige problemen en/of problemen op meerdere leefgebieden. De beantwoording van hun individuele zorgvragen is maatwerk. Samenvatting rapport Expertgroep 2 Het advies biedt ruimte om met betrokkenen verder te zoeken naar nieuwe antwoorden op zorgvragen van kwetsbare burgers. De expertgroep pleit ervoor die ruimte de komende periode te benutten. 14

Samenvatting rapport Expertgroep 3: Resultaatgerichtheid en verantwoording 15

Resultaatgerichtheid en verantwoording De opdracht van de derde expertgroep concentreert zich op het terrein van inkoop en verantwoording. In plaats van de input dient (meer) de outcome centraal te staan: van wat hebben we gedaan naar wat heeft het opgeleverd. Daarnaast streven we naar een horizontale verantwoording met minder administratieve lasten voor organisaties en burgers. De expertgroep constateert dat bureaucratie en wantrouwen op dit moment dominerend zijn in de werkwijze, wat leidt tot hoge kosten en frustraties. De expertgroep heeft een visie ontwikkeld voor de Haagse Wmo, waarin het menselijk handelen weer centraal komt te staan. Voor de marktinrichting heeft de expertgroep het marktmodel, dat sterk aansluit bij de huidige AWBZ, en het coalitiemodel uitgewerkt. In het coalitiemodel werken professionals van verschillende organisaties samen in wijkteams om voor de cliënt tot een maximaal resultaat te komen. De meerderheid van de experts omarmt het coalitiemodel als meest passende en perspectiefvolle marktordening. In haar advies heeft de expertgroep dit uitgewerkt voor de aspecten bekostiging, inkoopvorm, budgetbeheersing en verantwoording. De expertgroep vindt het zeer gewenst dat er snel een nader onderzoek komt naar de toepassing van het coalitiemodel, ook met betrekking tot de zorg met meer specialistische kennis (ongeveer 20 procent van het werkvolume). De financiële taakstelling omvat een bezuiniging van ongeveer 20 procent. Daarnaast dient ruimte te worden gecreëerd voor het investeren in innovatie en preventie, voor frictiekosten en voor het organiseren van het nieuwe takenpakket. De expertgroep heeft een taakstelling uitgewerkt voor 30 procent besparingen. Via innovatie en preventie wordt ongeveer 5 procent weer besteed in het werkveld. Per saldo bedraagt de bezuiniging circa 25 procent, weliswaar indicatief gezien de huidige onzekerheden. Evident is dat toepassing van de vastgestelde bestuurlijke kaders van maatschappelijke ondersteuning de pijn van bezuinigingen aanzienlijk beperkt. De expertgroep stelt voor om onderzoek te doen naar de onderbouwing van de taakstelling voor besparingen. Samenvatting rapport Expertgroep 3 16

Tot slot: van advies naar implementatie Het traject van advies naar implementatie vergt nog veel energie. Op 1 januari 2015 moet de nieuwe opzet volledig klaar zijn om een perfecte start te kunnen maken. Het is zaak de komende anderhalf jaar tijdig de adviezen uit te werken naar concrete implementatieplannen. De expertgroepen bieden in bijgaande rapporten hun adviezen aan en kijken met veel belangstelling uit naar de bestuurlijke behandeling en het vervolg van dit uitdagende traject. Alle betrokken experts zijn van harte bereid de komende periode hierover mee te denken en hieraan mee te werken. Het volledige adviesrapport kunt u opvragen door een mail te sturen naar wmo@denhaag.nl. 17

Colofon De hoofdlijnen van de adviezen decentralisatie AWBZ gemeente Den Haag zijn afgeleid van de adviesrapporten van drie expertgroepen. Het adviesrapport bevat adviezen opgesteld door onafhankelijke expertgroepen. juni 2013 Vormgeving Pardesi Print De Resolutie 18