Beschrijving Beschrijving Carrosserie-interface Het elektrische systeem van Scania voertuigen is gebaseerd op een aantal regeleenheden die onderling communiceren via een gemeenschappelijk netwerk. Om gebruik te maken van bestaande technologie is er een carrosserie-interface beschikbaar die gebruik maakt van traditionele (+24 V en massa) en analoge signalen. De carrosserie-interface bestaat uit een aantal aansluitingen met de voor de carrosserie beschikbare elektrische signalen en functies. Een uitgebreide beschrijving van de elektrische carrosserie-interface staat in het document Installatie-instructies. De basisreeks in de Scania carrosserie-interface wordt in dit document gepresenteerd. BCI (Bodywork Communication Interface) Scania raadt aan een carrosserieregeleenheid met functionaliteit met variantcode 5837A als optie te bestellen. De carrosserieregeleenheid levert het volgende indien 5873A wordt toegevoegd: Een uitgebreide reeks van signalen en functies met meer keuze-opties De optie om een aantal uitgangen met optionele signalen te programmeren De mogelijkheid om bepaalde voertuigfuncties op afstand te regelen en toegang tot willekeurig gestuurde uitgangssignalen. De mogelijkheid om uitbreidingseenheden te gebruiken om de carrosserie-interface uit te breiden. De uitbreidingseenheid kan bijvoorbeeld op de carrosserie worden gemonteerd om het aantal kabels dat in de cabine wordt gelegd te minimaliseren. Programmeren, opslaan en hergebruiken van functieaanslutingen in BICT (Bodywork Interface Configuration Tool). 5837A biedt ook de mogelijkheid om aanvullende functionaliteit te kiezen, zoals automatisch neutraal en motorstart op afstand. 22:10-019 Uitgave 2.1 nl-nl 1 (19)
EXT-schakelaar EXT-schakelaar Belangrijke op afstand te activeren functies worden geblokkeerd tot de bestuurder de activering op afstand inschakelt met de EXT-schakelaar. Dit is een veiligheidsfunctie die wordt gebruikt voor een aantal carrosseriefuncties. Wanneer de activering op afstand is ingeschakeld, wordt dit aangegeven door een brandende EXT-lamp in de instrumentengroep. 315 587 22:10-019 Uitgave 2.1 nl-nl 2 (19)
Voorbereidingen af fabriek Voorbereidingen af fabriek 2 Standaard De volgende voorbereidingen zijn standaard en worden bij alle voertuigen getroffen: 1 1 Centrale elektrische eenheid met aansluitmogelijkheden 2 Elektrische massapunten in cabine 3 Kabeldoorvoerstuk in cabinevloer 4 3 2 4 Carrosserieconsole in cabine met standaard stekker voor de meest voorkomende in- en uitgangssignalen 5 Elektrische massapunten in chassis 5 350 180 22:10-019 Uitgave 2.1 nl-nl 3 (19)
Voorbereidingen af fabriek Opties De volgende voorbereidingen kunnen geselecteerd worden wanneer het voertuig wordt besteld: 6 BCI-functionaliteit, uitgebreide C259 carrosserie-interface C493 350 182 7 Kabelboom voor instrumentenpaneelschakelaars 1 2 3 4 5 6 7 13 7 8 Volgwagenaansluiting 9 Carrosseriekabelboom in frame, inclusief hoofdelektrobox (ligt in de cabine wanneer het voertuig wordt afgeleverd) 10 Extra stroomtoevoer in chassis voor carrosserie (200 A) 11 Carrosseriekabelboom van cabine naar frame 12 11 6 15 14 8 12 Voorbereidingen voor controlelampen en displayberichten in ICL (Instrument Cluster). 13 Carrosseriekabelboom in dak 9 14 Stekker voor aansluiting van FMS (Fleet Management System) 344 957 15 Extra stroomtoevoer in cabine (60 A) 350 185 10 De voorbereidingen zijn bedoeld om het werk aan de carrosserie te vereenvoudigen. Scania beveelt overleg tussen de carrosseriebouwer en de Scania verkooporganisatie aan met betrekking tot het voertuigontwerp. 350 184 22:10-019 Uitgave 2.1 nl-nl 4 (19)
Chassisvoorwaarden Chassisvoorwaarden Productieperiode voertuig Voorbereidingen af fabriek Productielocatie Chassisserienummer Optie Alternatief Variantcode 2014-11-17 - BCI-functionaliteit Met 5837A Södertälje 2105883 - Kabelboom voor instrumentenpaneelschakelaars Met 3314A Zwolle 5371386 - Volgwagenaansluiting 1x15-pen 664D Angers 9192404 - Extra stroomtoevoer in chassis voor carrosserie 200 A 3025A 2015-02-02 - Voorbereidingen voor controlelampen en displayberichten Met 3888A in ICL São Bernardo do Campo 3872427 - Carrosseriekabelboom in dak Met 3024A Stekker voor de aansluiting van FMS Met 2297A Extra stroomtoevoer in cabine 60 A 3765A Indien nodig Carrosseriekabelboom van cabine naar frame 7+7+7-pens 2411F Carrosseriekabelboom in frame 2 m 3023A 8 m 3023D 12 m 3023C 22:10-019 Uitgave 2.1 nl-nl 5 (19)
Massa Massa Er is één (1) massa-aansluiting op het chassisframe en vier (4) in de cabine. De massa-aansluiting op het chassisframe bevindt zich aan de binnenzijde van de linker langsligger van het frame. Er is een (1) massa-aansluiting in de plafondconsole en twee (2) onderaan bij de vloer aan de binnenkant van het brandschot, één rechts en één links. De vierde massa-aansluiting is aangebracht in de centrale elektrische eenheid en is bedoeld voor relaisspoelen. Er kan een gat voor een extra massa-aansluiting worden geboord in het achterste deel van de linker langsligger van het frame. Massa-aansluiting op chassisframe Er is een extra massabout aangebracht achteraan op de linker langsbalk van het frame die zich het dichtst bij de volgwagenaansluiting bevindt. 314 998 314 997 Massa-aansluiting in cabine Meer informatie over massa en extra massa-aansluitingen vindt u in het document Installatie-instructies. 22:10-019 Uitgave 2.1 nl-nl 6 (19)
Stroomtoevoer Stroomtoevoer Stroomtoevoer in cabine Voor een stroomtoevoer tot 30 S (18 A continu) direct van de accu, kan een aansluiting worden gemaakt via een zekering in de centrale elektrische eenheid. De centrale elektrische eenheid biedt ook stroom via het contactslot met een stroomsterkte van maximaal 20 A (12 A continu). 314 999 Extra stroomtoevoer in cabine Er kan een extra zekeringhouder als optie worden besteld om een extra stroom te verkrijgen van de accu met een stroomsterkte van maximaal 60 A (36 A continu). 315 013 22:10-019 Uitgave 2.1 nl-nl 7 (19)
Stroomtoevoer Extra stroomtoevoer in chassis Als optie kan een extra zekeringhouder worden besteld om een stroomtoevoer te verkrijgen van de accu met een stroomsterkte van maximaal 200 A (120 A continu). De zekeringhouder bevindt zich op een dwarsbalk achter de versnellingsbak. De exacte locatie kan variëren afhankelijk van de configuratie. 338 694 22:10-019 Uitgave 2.1 nl-nl 8 (19)
Centrale elektrische eenheid Centrale elektrische eenheid In de centrale elektrische eenheid zitten de relais en zekeringen die bedoeld zijn voor carrosserie-uitrusting. Enkele plaatsen kunnen bezet zijn door in de fabriek aangebrachte uitrusting. 315 016 1. Mini-relaisaansluitingen 2. Voedingsrelaisaansluitingen 3. Micro-relaisaansluitingen of zekeringhouders 4. Relaismassa 5. Signalen, zoals 30-voeding vanaf accu en 15-voeding wanneer contactslot in de rijstand staat Gebruik Scania relaisaansluitingen en zekeringhouders 5 1 2 4 3 Meer informatie over de centrale elektrische eenheid staat in het Installatie-instructies. 315 485 22:10-019 Uitgave 2.1 nl-nl 9 (19)
Carrosserieconsole Carrosserieconsole Alle in- en uitgangssignalen die de carrosseriebouwer tot zijn beschikking heeft, staan op een carrosserieconsole in de cabine. Deze bevindt zich aan de binnenzijde van het paneel voor de beenruimte aan passagierszijde. 315 486 Positie carrosserieconsole Een uitgebreide beschrijving van de beschikbare signalen in elke stekker staat in de documenten onder Aansluitingen. C489 Stekker voor standaard functies Stekker C489 is verplicht voor alle voertuigen. Deze levert in- en uitgangssignalen voor veel voorkomende carrosseriefuncties. ICL VIS ICL = Visibility System = Instrument Cluster VIS C489 350 177 Meer informatie over het verwijderen van panelen staat in het document Panelen in de cabine verwijderen en aanbrengen onder Algemene informatie. 22:10-019 Uitgave 2.1 nl-nl 10 (19)
Carrosserieconsole C447 Stekker voor luchtvering en tachograaf TCO Stekker C447 is verplicht voor voertuigen met luchtvering en een tachograaf. SMS = Suspension Management System TCO = Tachograph SMS C449 Stekker voor automatische versnellingsbak/ volgwagenaansluiting C449 is een verplichte stekker voor voertuigen met een Allison automatische transmissie of een 15-pens volgwagenaansluiting 1. C449 C447 GMS = Gearbox Management System C162 315 488 1. Geldt alleen voor kabels in de 15-pens volgwagenaansluiting die niet voor in de fabriek toegewezen volgwagenfuncties worden gebruikt. 22:10-019 Uitgave 2.1 nl-nl 11 (19)
Carrosserieconsole Stekkers C493 en C259 voor uitgebreide functionaliteit Met de BCI-functionaliteit is uitgebreide functionaliteit beschikbaar op stekkers C493 en C259. C234 Indicaties in ICL voor carrosseriefuncties C234 wordt gebruikt om de status van de carrosserie in ICL2 weer te geven. De volgende functies kunne in ICL worden geactiveerd. ICL 2 BCI Controlelampen Akoestische indicaties Displayberichten ICL2 = Instrument Cluster C234 C493 C259 350 178 Meer informatie vindt u in het document Bestuurdersinformatie van carrosserie onder Elektrisch systeem. 22:10-019 Uitgave 2.1 nl-nl 12 (19)
Carrosseriekabelboom van cabine naar frame Carrosseriekabelboom van cabine naar frame Een kabelboom met stekker C494 in de cabine en DIN-stekkers op het frame kunnen worden gebruikt om de signalen van het instrumentenpaneel en de centrale elektrische eenheid naar het frame te sturen (hiervoor is de optie Carrosserie kabelboom vanaf cabine naar frame nodig). C494 C486 C487 C488 344 954 22:10-019 Uitgave 2.1 nl-nl 13 (19)
Carrosseriekabelboom in frame inclusief hoofdelektrobox Carrosseriekabelboom in frame inclusief hoofdelektrobox Verlengkabels voor aansluiting op DIN-stekkers op het frame zijn voor alle voertuigen beschikbaar als optie. Ze hebben de classificatie ADR en zijn beschikbaar in verschillende lengtes. De carrosseriekabelboom in frame, inclusief hoofdelektrobox, ligt in de cabine wanneer het voertuig wordt afgeleverd. 326 964 22:10-019 Uitgave 2.1 nl-nl 14 (19)
Kabeldoorvoerstuk in cabinevloer Kabeldoorvoerstuk in cabinevloer Er is bij alle vrachtwagens een kabeldoorvoer naar de cabine aangebracht in het middenstuk tussen de vloer en het schutbord aan passagierszijde. Het kabeldoorvoerstuk is ontworpen voor een groot bereik van kabelmaten en is groot genoeg om een stekker met een diameter van ca. 70 mm door te voeren. Het kabeldoorvoerstuk is aangebracht met de hoezen vanuit de cabine naar buiten gericht. Voertuigen met stuur rechts Bij voertuigen met stuur rechts is het kabeldoorvoerstuk aan de linkerzijde van de cabine aangebracht, d.w.z. in spiegelbeeld ten opzichte van de afbeelding. Positie vloerplaat bij voertuigen met stuur links, vanaf de onderzijde gezien om de rubberhoezen weer te geven. 315 584 22:10-019 Uitgave 2.1 nl-nl 15 (19)
Schakelaars Schakelaars Schakelaars in instrumentenpaneel De ruimte die beschikbaar is voor carrosserieschakelaars in het instrumentenpaneel is afhankelijk van het type instrumentenpaneel en hoeveel uitrusting in de fabriek is aangebracht. Meer informatie over schakelaars vindt u in het document Schakelaars voor carrosseriebouwers Kabels voor de aansluiting van extra schakelaars moeten normaal gesproken door de carrosseriebouwer worden aangebracht. Voorbereide kabels met stekkers voor vier (4) carrosserieschakelaars zijn beschikbaar als optie. Schakelaars in plafondconsole Afhankelijk van de in de fabriek aangebrachte uitrusting kunnen schakelaars in de plafondconsole worden aangebracht. Een kabelboom met 10 geleiders naar de plafondconsole, bedoeld voor het aansluiten van de schakelaars is beschikbaar als optie. Schakelaarsymbolen De schakelaars hebben verlichte symbolen die aangesloten kunnen worden op een dimmerfunctie voor de achtergrondverlichting van schakelaars in het instrumentenpaneel. 22:10-019 Uitgave 2.1 nl-nl 16 (19)
Indicaties in ICL voor carrosseriefuncties Indicaties in ICL voor carrosseriefuncties De instrumentengroep is voorbereid met opties voor het aansluiten van waarschuwingslampen, displayberichten en geluidssignalen voor carrosseriefuncties. De waarschuwingslampen kunnen worden geregeld via +24 V, massaverbinding BIC (Bodywork Interface Configuration) of externe CAN. Voor BIC en externe CAN is ook de BCI-functionaliteit vereist. De functie wordt besteld met de optie Voorbereidingen voor waarschuwingslampen en displayberichten in ICL. Instrumentengroep ICL 2 De functies worden besteld als optie met variantcode 3888A. ICL 2 heeft de volgende opties: 10 lampposities 1 voorbereid voor het aansluiten van waarschuwingslampen. De waarschuwingslampen en een kabelboom worden in de fabriek aangebracht. Displayberichten Geluidssignalen voor verschillende toepassingen aansluiten ICL 2 Aangepaste symbolen en kleuren Voor de waarschuwingslampen zit een verwijderbaar symboolplaatje. Sommige symbolen zijn voorgedrukt af fabriek op basis van de selectie van de klant. De carrosseriebouwer kan eigen symbolen of tekst gebruiken. Een vel met voorgedrukte symbolen kan worden besteld bij de Scania dealer. 315 586 In ICL 2 kunnen de lampparameters, afhankelijk van de lamppositie, worden ingesteld op 4 verschillende kleuren blauw, geel, groen of rood. Meer informatie over de installatie van controle- en waarschuwingssignalen staat in het document Installatie-instructies. 1. Afhankelijk van de voertuigconfiguratie kunnen bepaalde posities bezet zijn. 22:10-019 Uitgave 2.1 nl-nl 17 (19)
Kabelboom als optie Carrosserie-interface Het is mogelijk om verschillende kabelbomen van de fabriek te selecteren om het werk aan de carrosserie te vereenvoudigen. Kabelboom als optie Meer informatie over verschillende kabelbomen voor de carrosserie staat in het document Installatie-instructies. 22:10-019 Uitgave 2.1 nl-nl 18 (19)
Externe CAN, CAN-carrosserie-interface Een van de belangrijkste voordelen van de carrosserie-interface is aansluiting op de CAN-interface van het voertuig via de carrosserieregeleenheid. Hierdoor kan de carrosseriebouwer de functie regelen door informatie te lezen (uitgangssignalen van het voertuig) en te versturen (ingangssignalen naar het voertuig). Externe CAN, CAN-carrosserie-interface Meer informatie over de CAN-interface vindt u in het document CAN-carrosserie-interface. Aansluitpunt van externe CAN voor carrosserie gaat via stekker C493. Externe CAN is onderdeel van de optie BCI-functionaliteit en kan af fabriek worden besteld. De vanaf het voertuig via externe CAN verstuurde informatie bevat meer dan alleen signalen in de bestaande stekkers. Door gebruik te maken van de externe CAN-interface kunnen vooral aansluitingen met meerdere functies worden vereenvoudigd. De meeste functies kunnen via externe CAN worden geregeld. Stekker C137 De FMS-standaard is een open algemene interface die door diverse vrachtwagenfabrikanten werd ontwikkeld. FMS (Fleet Management System). Stekker C137 is aangebracht onder de centrale elektrische eenheid in het instrumentenpaneel. 22:10-019 Uitgave 2.1 nl-nl 19 (19)