Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 22 August 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/61661 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet. Wikiwijs Maken is een onderdeel van Wikiwijsleermiddelenplein, hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt.
Inhoudsopgave Grammatica - Werkwoordelijk gezegde Vooraf Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Extra: Werkwoordelijk gezegde Verderkijker Over dit lesmateriaal Pagina 1
Grammatica - Werkwoordelijk gezegde Vooraf In deze grammaticaopdracht staat het werkwoordelijk gezegde centraal. Aan het eind van deze opdracht kun je: een werkwoord herkennen. het werkwoordelijk gezegde in een zin aanwijzen. Eindproduct Je rondt deze opdracht af met de toets 'Werkwoordelijk gezegde'. De toets bestaat uit tien meerkeuzevragen. Beoordeling Je hebt een voldoende voor de toets als je 80% van de vragen goed hebt beantwoord. Activiteiten Stap Groepsgrootte Activiteit Stap 1 Alleen + samen Stap 2 Alleen Maak de oefening. Bestudeer het Kennisbankitem 'het werkwoordelijk gezegde' en maak de oefeningen. Stap 3 Alleen + samen Bekijk 'Het werkwoordelijk gezegde - opmerkingen'. Stap 4 Alleen Maak de eindtoets: 'Werkwoordelijk gezegde'. Benodigdheden Geen extra benodigdheden. Tijd Voor deze opdracht heb je één lesuur nodig. Stap 1 Pagina 2
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit werkwoorden. Weet je het nog? Als je twijfelt, bestudeer dan onderstaand item uit de Kennisbank Nederlands: KB: Grammatica: Het werkwoord Bestudeer nu uit de Kennisbank het volgende onderwerp: KB: Grammatica: Het werkwoordelijk gezegde Maak daarna de volgende oefeningen: Werkwoordelijk gezegde maken.wikiwijs.nl/p/questionnaire/standalone/2260715 1 van 10 Heel wat mensen willen kinderen uit ontwikkelingslanden helpen. a. willen b. willen helpen c. wat mensen 2 van 10 Vele mensen willen geld storten op de speciale tsunamirekening. a. tsunamirekening b. storten c. willen storten Pagina 3
3 van 10 Een grote groep vrijwilligers helpt Bandeh Atjeh weer opbouwen. a. helpt opbouwen b. helpt weer opbouwen c. helpt Bandeh Atjeh 4 van 10 Ook in India telde men heel wat slachtoffers. a. telde slachtoffers b. telde c. telde men 5 van 10 In Indonesië eten de mensen elke dag rijst. a. eten de mensen b. eten rijst c. eten 6 van 10 Doe je ook mee aan die actie? a. Doe je mee b. Doe c. Doe mee 7 van 10 We mogen natuurlijk de mensen in langdurende noodsituaties niet vergeten. a. mogen niet vergeten b. mogen c. mogen vergeten 8 van 10 De overlevende reizigers uit Thailand kwamen met bloedstollende verhalen terug. a. kwamen b. kwamen terug c. overlevende 9 van 10 Pagina 4
Het water haalde de vissers snel in. a. haalde in b. haalde c. haalde snel in 10 van 10 Vele mensen konden hun familieleden niet vinden. a. konden niet vinden b. konden vinden c. vinden Werkwoordelijk gezegde maken.wikiwijs.nl/p/questionnaire/standalone/2260716 1 van 16 Hij heeft de hele avond televisie gekeken. 2 van 16 Volgens de buren staat het geluid wel erg hard. 3 van 16 In de vakantie mag jij er voor zorgen. Pagina 5
4 van 16 Hem vroegen ze niets. 5 van 16 Ronald wil graag met je meerijden. 6 van 16 Durf jij daar te blijven staan? 7 van 16 Hij stond zeker een uur te wachten. 8 van 16 Hij had daar moeten staan. 9 van 16 Hij vergist zich de laatste tijd wel erg vaak. Pagina 6
10 van 16 Zij heeft zich opgegeven voor de wedstrijd. 11 van 16 Hij at heel vaak zijn boterhammen niet op. 12 van 16 Zijn voorstel keurde het bestuur niet goed. 13 van 16 Loop toch eens door! 14 van 16 Zij wast zich elke dag. 15 van 16 Pagina 7
Hij staat daar te fluiten. 16 van 16 Houd direct op met dat stomme gelach! Stap 2 Het werkwoordelijk gezegde Soms is het werkwoordelijk gezegde gelijk aan de persoonsvorm. Verzin eerst twee zinnen waarin het werkwoordelijk gezegde gelijk is aan de persoonsvorm. 1.... 2.... Soms bestaat het werkwoordelijk gezegde uit de persoonsvorm plus de andere werkwoorden. Verzin twee zinnen waarin het werkwoordelijk gezegde uit meerdere werkwoorden bestaat. 1.... 2.... Vergelijk je zinnen met de zinnen van een klasgenoot. Vindt je klasgenoot in jouw zinnen gemakkelijk het werkwoordelijk gezegde? Vind jij in zijn/haar zinnen gemakkelijk het werkwoordelijk gezegde? Pagina 8
Stap 3 Het werkwoordelijk gezegde - opmerkingen Opmerking 1: Als een werkwoord gesplitst is, horen beide delen bij het werkwoordelijk gezegde. Voorbeeld: Let maar niet op mij. wg= let op Opmerking 2: Bij sommige werkwoorden hoort altijd een wederkerend voornaamwoord. Dat woord hoort dan bij het werkwoordelijk gezegde. Voorbeeld: Hij vergist zich in deze som. wg= vergist zich Verzin bij iedere opmerking hierboven een ander voorbeeld. 1. Voorbeeld opmerking 1:... 2. Voorbeeld opmerking 2:... Vergelijk de zinnen met de zinnen van een klasgenoot. Vindt je klasgenoot in jouw zinnen gemakkelijk het werkwoordelijk gezegde? Vind jij in zijn/haar zinnen gemakkelijk het werkwoordelijk gezegde? Stap 4 Pagina 9
Eindtoets Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets. De toets bestaat uit tien vragen. Je moet acht vragen goed beantwoorden om een voldoende te halen. Klik op de volgende link om te beginnen: Succes! Werkwoordelijk gezegde maken.wikiwijs.nl/p/questionnaire/standalone/2260723 1 van 10 Lieke zingt een duet tijdens de schoolvoorstelling. a. Lieke b. zingt c. zingt een duet d. tijdens de schoolvoorstelling 2 van 10 Hij heeft de hele avond op haar gewacht. a. De hele avond b. heeft c. heeft gewacht d. heeft op haar gewacht Pagina 10
3 van 10 De brieven mogen meegegeven worden. a. mogen meegegeven worden b. mogen worden c. De brieven worden d. mogen 4 van 10 De minister zou hem gewaarschuwd hebben. a. zou gewaarschuwd hebben b. gewaarschuwd c. zou hem gewaarschuwd hebben d. gewaarschuwd hebben 5 van 10 Hij heeft een rondje om de school gefietst. a. heeft om gefietst b. rondje om de school gefietst c. gefietst d. heeft gefietst 6 van 10 Hij gaat uit in de stad. a. in de stad b. gaat c. gaat uit d. gaat uit in de stad 7 van 10 Hij eet zijn boterhammen niet op. a. zijn boterhammen b. eet zijn c. eet d. eet op Pagina 11
8 van 10 Hij wast zich 's morgens na het ontbijt. a. wast b. wast zich c. Hij wast zich d. Hij wast na 9 van 10 De leraar vergiste zich tijdens de uitleg van de som. a. vergiste b. vergiste zich c. uitleg d. vergiste uitleg 10 van 10 De honden van de boer begonnen te blaffen. a. begonnen b. begonnen blaffen c. begonnen te blaffen d. te blaffen Extra: Werkwoordelijk gezegde Grammatica: Het werkwoordelijk gezegde Pagina 12
Hier vind je een extra oefening over het werkwoordelijk gezegde. Download het werkblad werkwoordelijk gezegde Sla dit bestand op onder de naam WWGEZ_OEF. 1. Onderstreep in elke zin het werkwoordelijk gezegde. 2. Maak dan direct daaronder zelf een andere zin, met hetzelfde werkwoordelijk gezegde, maar met een andere persoon. 3. Maak tenslotte daaronder een derde zin, met hetzelfde werkwoordelijk gezegde maar in een andere tijd. Voorbeeld: - Ik ga morgen met een paar vrienden shoppen in het winkelcentrum. - Jullie gaan morgen met een paar vrienden shoppen in het winkelcentrum. - Ik ging vorige week met een paar vrienden shoppen in het winkelcentrum. Verderkijker Verderkijker De Verderkijker biedt bij de opdracht passende externe linkjes naar uitleg, oefenmateriaal of filmpjes. Voor het onderdeel Werkwoordelijk gezegde zijn de volgende items geselecteerd: www.1001docenten.nl Uitleg in een video. www.jufmelis.nl Oefeningen - 1 www.jufmelis.nl Oefeningen - 2 In de Verderkijker wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Mocht u vragen/opmerkingen hebben, of constateert u een niet-werkende link, horen wij dit natuurlijk graag. Dit kan via onze helpdesk. Pagina 13
Over dit lesmateriaal Colofon Auteur VO-content Laatst gewijzigd 22 August 2016 om 11:16 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; Leerinhoud en Schrijven; Spelling, interpunctie en grammatica; Nederlands; Schrijfvaardigheid; doelen Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting 1 uur en 0 minuten Trefwoorden rearrangeerbare Pagina 14