ONZE OPBRENGSTEN SCHOOLGIDS deel C 2016 2017 Het Reliëf Het Sloepje 1
Inhoudsopgave schoolgids Deel C Inleiding... 3 1. Opbrengstgericht werken... 3 2. Opbrengsten van onze school... 5 2.1 Verantwoording Onderwijsverbetering... 5 2.2 Onze standaarden en ambities... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2.3 Totale uitstroom... 7 2.4 Uitstroom van kortverblijf leerlingen... 7 2.5 Uitstroom van niet-kortverblijf leerlingen... 9 2.6 Vergelijking van de uitstroom met het eerder gestelde OPP... 10 2.7 Analyse van de opbrengsten... 11 2.8 Consequenties daarvan voor de inrichting van ons onderwijs... 13 2.9 Bestendiging... 14 2.10 Analyse van de bestendiging... 15 2.11 Consequenties daarvan voor de inrichting van ons onderwijs... 15 2
Inleiding Beste lezer, Onze schoolgids is opgeknipt in drie delen, deel A, B en C. Dit is deel C. In dit deel vertellen wij u over de opbrengsten van onze school. Hoeveel leerlingen zijn bijvoorbeeld uitgestroomd in de afgelopen jaren? Waar gingen zij naartoe? Sluit dit aan op de verwachtingen die wij hadden? En zo ja, wisten zij hun vervolgplek twee jaar na het verlaten van onze school te bestendigen? Zo nee, hoe kwam dat? Welke consequenties heeft deze analyse voor de inrichting van ons onderwijs? In dit deel van de schoolgids leggen wij verantwoording af over de opbrengsten van ons onderwijs, in relatie tot het vooraf opgestelde ontwikkelingsperspectief voor iedere leerling. Wij willen eruit halen wat erin zit. Wij geven daarom antwoord op vragen als Waar zijn onze leerlingen naartoe gegaan na het verlaten van onze school? en Hoe verhoudt dit zich tot de verwachtingen en de schoolnormen die wij hadden? In deel A van onze schoolgids geven wij u korte, praktische informatie over onze school. Denkt u daarbij aan de bereikbaarheid van onze school, de schooltijden of de schoolvakanties. In deel B van de schoolgids geven wij u allerlei achtergrondinformatie over onze school. U vindt beide delen op onze website, www.hetrelief-attendiz.nl. Een fijn schooljaar toegewenst, in goede samenwerking! Namens het schoolteam, Carla Hilbink Datum vaststelling Attendiz: Datum vaststelling Medezeggenschapsraad: 3
1. Opbrengstgericht werken Opbrengstgericht werken Wij werken opbrengstgericht. Opbrengstgericht werken is het stellen van doelen, hieraan werken en vervolgens systematisch evalueren of de doelen zijn behaald. We kijken vanuit een breed perspectief naar de mate waarin we opbrengstgericht werken. Daarmee beginnen we op schoolniveau, vervolgens kijken we naar het groepsniveau en aansluitend kijken we naar de individuele leerling. Wij halen eruit wat erin zit! Iedere school heeft tot taak onderwijs te bieden waarbij de leerlingen kennis, vaardigheden en houdingen verwerven. De opdracht aan ons is om iedere leerling aan de hand van de kerndoelen en de daarin besloten kennis-, vaardigheids- en attitudedoelen tot optimale ontwikkeling te brengen. Centraal staat dat wij eruit halen wat erin zit. In de toekomst zullen er landelijke standaarden komen voor het (voortgezet) speciaal onderwijs, zodat wij onze schoolresultaten daar tegen af kunnen zetten. Op dit moment zijn die landelijke standaarden er echter nog niet. Daarom beoordelen we onze behaalde opbrengsten op grond van schooleigen standaarden en maken we duidelijk welke consequenties we verbinden aan de uitkomsten van deze evaluatie voor de inrichting van ons onderwijs. Resultaat op drie niveaus 1. Schoolniveau: Alle resultaten van alle leerlingen worden in kaart gebracht op het niveau van de schoolpopulatie. Die resultaten worden vergeleken met onze schoolnorm, de schoolstandaard. Uitkomst van die vergelijking leidt tot conclusies en soms ook tot aanpassingen in ons onderwijs. 2. Groepsniveau: De resultaten van iedere groep worden in kaart gebracht, gespecificeerd naar vakgebied. De resultaten van een betreffende groep worden vergeleken met de groepsstandaard. Bij grote diversiteit binnen de groep leerlingen, is het maken van een groepsstandaard niet altijd mogelijk. Ook op groepsniveau kunnen conclusies getrokken worden die kunnen leiden tot aanpassingen van het onderwijs is de betreffende klas. 3. Leerlingniveau: Voor elke leerling wordt een ontwikkelingsperspectief vastgesteld, met daarin een uitstroomprofiel en een leerroute. Zowel tussentijds als bij verwijzing naar de uiteindelijke uitstroombestemming, wordt een vergelijking gemaakt met de bestemming die in het OPP werd ingeschat voor de leerling. Opbrengstgericht werken is een continu proces. De standaarden en bijbehorende ambities worden daarom na enkele jaren opnieuw vastgesteld. Op basis van de data die ons ter beschikking staan, zijn we in staat om steeds scherper te meten, conclusies te trekken en uiteindelijk betere resultaten behalen voor de leerling, de groep en de hele schoolpopulatie. Hoe tonen we de toegevoegde waarde van ons onderwijs aan? Dit is voor ons de belangrijkste vraag die er is. Een vraag die wij onszelf voortdurend stellen. Het 4
antwoord daarop geven wij in het volgende hoofdstuk: Opbrengsten van onze school. U vindt daarin onder andere de uitstroomgegevens van onze leerlingen, zowel einduitstroom als tussentijdse uitstroom. Ook maken wij de vergelijking tussen de gerealiseerde uitstroom en de verwachting die in het OPP werd gesteld. Tevens maken wij een analyse van deze resultaten en verbinden wij daar consequenties aan voor de inrichting van ons onderwijs in het volgende schooljaar. 2. Opbrengsten van onze school 2.1 Verantwoording Onderwijsverbetering Iedere school schrijft eens in de vier jaren een Schoolplan. Daaruit vloeien beleidsvoornemens voort, die zich weer vertalen in telkens een Jaarplan. Maar niet alleen het vierjaarlijkse Schoolplan is een bron voor het Jaarplan. Ook de jaarlijkse opbrengsten van de leerlingen kunnen aanleiding geven tot extra beleidsvoornemens in het Jaarplan van het volgend jaar. In deze paragraaf kijken we even terug naar die beleidsvoornemens van het afgelopen schooljaar: wat hadden we ons voorgenomen en wat was daarvan het resultaat? De beleidsdoelstellingen die wij voor het afgelopen schooljaar formuleerden, waren: Anticiperen op de ondersteuningsbehoeften/ versterken pedagogische vaardigheden - Er is structureel ingezet op het borgen en versterken van de pedagogische competenties van alle individuele leerkrachten, onderwijsassistenten en van het team als geheel d.m.v. ABC - coaching on the job - PBS - interne en externe coachingstrajecten. Ook komend schooljaar gaan wij hiermee verder. - Werven van competente leerkrachten/ onderwijsassistenten. Er zijn verschillende wervingsacties georganiseerd. De vacaturestop binnen Attendiz en de wet werk en zekerheid, bemoeilijken het werven en vooral het binden van competente leerkrachten en onderwijsassistenten. - Invoering vaardigheidsmeter leerkrachten: dit schooljaar zal Attendizbreed een instrument worden ingevoerd dat de vaardigheden van leerkrachten in beeld brengt. - Invoering SCOL ;een volgsysteem voor de sociaal emotionele ontwikkeling. De SCOL is ingevoerd en dit schooljaar zullen de scores verder worden geïnterpreteerd en verwerkt tot groepsplan. Verhogen van de opbrengsten Dat wat wij afgelopen schooljaar ingezet hebben, wordt dit schooljaar vervolgd: - Het bekrachtigen van leerkrachtvaardigheden d.m.v. Teach, kijken bij elkaar en versterken van effectieve instructie; - Interpreteren van toetsscores en deze omzetten naar nieuwe plannen; - Invoeren van nieuwe WO-methodes; - Invoering van I-pads en e-learning; 5
Schoolstandaard Het opnieuw vaststellen van de schoolstandaard na drie meetmomenten na de samenvoeging van SO Mozaïek en SO Onder de Kap (januari 2017). Dit is opnieuw meegenomen in de beleidsvoornemens. Uitstroom voortgezet onderwijs bestendigen of mogelijk verhogen Dit is nog niet gelukt en zal ook komend jaar meegenomen worden als beleidspunt. Wij hebben een aantal zaken ingezet. Eén lid van de CvB coördineert de verwijzingen. Hierdoor is er voor de scholen waar wij naar toe verwijzen één vast aanspreekpunt binnen onze school. In de bestendiging van de uitstroom zouden we ook graag de gegevens van de SCOL meennemen. Aangezien dit schooljaar de SCOl voor het eerst is afgenomen, is er nog niet een trend te ontdekken over de factoren die bepalend zijn voor het maken van een succesvolle overstap naar het voortgezet (speciaal) regulier onderwijs, maar dit is in de komende jaren zeker het onderzoeken waard. Mogelijkheden dagbehandeling en onderwijs onderzoeken Op schoolniveau zijn al leerling specifieke samenwerkingsvormen. Volgende stap is dat er op bestuursniveau samenwerking met gemeenten en instellingen zal moeten plaatsvinden. 2.2 Onze standaarden en ambities Het onderwijs op onze school gaat uit van de kerndoelen voor het primair onderwijs. Deze doelen zijn verwerkt in leerlijnen op alle ontwikkelingsgebieden en deze geven richting aan de inhoud van ons onderwijs. Toetsing of leerlingen zich conform het ontwikkelingsperspectief ontwikkelen, vindt plaats door: methode gebonden toetsen en methode-onafhankelijke toetsen. Groepen zijn ingedeeld op basis van leeftijd en bij mogelijkheid van parallelgroepen ook op basis van het te verwachten uitstroomperspectief. Leerroutes en voorlopige schoolstandaard Totaal IQ Leer rendement Uitstroom niveau CITO Voorlopige schoolstandaard Praktijk / < 80-90 LR tot Eind 5 of 6 C 25% VMBO- B 50-75% VMBO K/G/T 90-105 LR 75- Eind 7 of 8 C/B 50% 100% HAVO/VWO > 105 LR > 100% Eind 8 B/A 25% Zie 2.1: In januari 2017 zullen wij op basis van drie meetmomenten besluiten of de schoolstandaard aangepast dient te worden. 6
2.3 Totale uitstroom In deze paragraaf wordt informatie gegeven over de totale uitstroom in aantallen leerlingen onderscheiden in verschillende categorieën. In onderwijskundige eenheden kort verblijf en onderwijskundige eenheden lang verblijf. De eerste groep betreft scholen waar op basis van een samenwerkingsovereenkomst residentiele plaats bekostiging (RP) plaatsvindt. Totaal aantal leerlingen op 1 oktober j.l. 143 Kort verblijf leerlingen op 1 oktober j.l. (RP) 8 Overige leerlingen op 1 oktober j.l. 135 ( Het Sloepje: 30; Het Reliëf 105) Totaal aantal leerlingen dat de school dit 49 schooljaar heeft verlaten Aantal niet kortverblijf leerlingen dat korter 0 dan zes weken de school heeft verlaten Aantal niet kortverblijf leerlingen dat langer 2 dan zes weken en korter dan 1 jaar de school heeft verlaten Aantal niet kortverblijf leerlingen dat langer 40 dan 1 jaar de school heeft verlaten Aantal kortverblijf leerlingen dat de school dit 7 jaar verlaten heeft (RP) 2.4 Uitstroom van kortverblijf leerlingen In deze paragraaf presenteren wij gegevens over kort-verblijfleerlingen. Hierbij gaat het om leerlingen die op basis van plaatsbekostiging geplaatst waren op de school (RP). Kort verblijf leerlingen die de school hebben 0 verlaten, korter dan 6 weken op de school 6 weken 1 jaar op de school gezeten 5 1-2 jaren op de school gezeten 2 Plaats van herkomst van de uitgestroomde leerlingen: BAO SO Buitenland SBO Onbekend Thuis Dagbehandeling 7 7
Waar zijn de leerlingen die langer dan zes weken de school bezochten naartoe uitgestroomd? BAO 1 BUITENLAND THUIS, omdat: SBO 2 ONBEKEND ANDERS, namelijk: SO 2 PRO VSO DB VMBO b/k VSO AGL VMBO g/t VSO b/k VSO g/t VSO h/vwo HAVO/VWO ZORG zonder onderwijs 2 Wat zijn de IQ scores van de uitgestroomde leerlingen die langer dan zes weken de school bezochten. >130 85-99 Geschat 35-54 115-129 70-84 2 Geschat <35 100-114 1 55-69 2 Onbekend 2 Bij hoeveel van deze leerlingen is sprake van 2 (2x V > P) een disharmonisch IQ profiel? (verschil PIQ en VIQ minimaal 15 punten): Bestendiging van leerlingencohort 2 jaren geleden: Hoeveel residentiële leerlingen, die langer dan zes weken de school bezochten en die in 4 Bestendigd: Niet bestendigd: 2013/2014 zijn uitgestroomd, zitten na twee 3 x so 1x bao naar bao jaar nog steeds op een uitstroombestemming 1x bao 2x bao naar so van hetzelfde niveau? 3x so naar sbo Totaal aantal uitgestroomd in 2013/2014: 11 Nog steeds op uitstroombestemming van 10 (1 onbekend) hetzelfde niveau: Toelichting : Vanuit SO Het Sloepje zijn 3 leerlingen doorgestroomd naar SBO. 8
2.5 Uitstroom van niet-kortverblijf leerlingen Uitstroom van leerlingen die langer dan 6 weken op de school verbleven, zowel tussentijdse als einduitstroom: Uitstroombestemming: Aantal leerlingen BAO 1 SBO 15 SO 6 VSO DB VSO AGL 2 VSO BBL 3 VSO KBL 3 VSO TL 2 VSO havo/vwo 3 BUITENLAND 1 ONBEKEND PRO 1 VMBO BBL 1 VMBO KBL VMBO TL HAVO/VWO ZORG zonder ond. 4 THUIS, nl ANDERS, nl Tussentijdse uitstroom 27 Einduitstroom 15 Totaal 42 Uitstroomniveau: Aantal leerlingen E1-E2 3 E2-E3 16 E3-E4 - E4-E5 4 E5-E6 3 E6-E7 6 E7-E8 5 E8 5 Totaal 42 9
Indien beschikbaar de IQ scores van de uitgestroomde leerlingen: > 130 1 85-99 7 Geschat 35-54 1 115-129 5 70-84 12 Geschat < 35 100-114 9 55-69 1 Onbekend 6 Bij hoeveel van deze leerlingen is sprake van een disharmonisch IQ profiel? (verschil PIQ en VIQ minimaal 15 punten): 10 leerlingen (24%) 2.6 Vergelijking van de uitstroom met het eerder gestelde OPP In deze paragraaf wordt het OPP in verband gebracht met de uiteindelijke uitstroom. Dit geldt zowel ten aanzien van einduitstroom als tussentijdse uitstroom. Het gaat om leerlingen die langer dan zes weken op onze school verbleven en die in 2015-2016 zijn uitgestroomd. We willen weten hoeveel leerlingen zijn uitgestroomd op het niveau van de verwachte uitstroombestemming. Het betreft de verwachte uitstroombestemming die is opgenomen in het OPP twee jaar voorafgaand aan het moment van uitstroom. In het geval een leerling korter dan 2 jaar op school verbleef, houden we het bij binnenkomst op onze school opgestelde OPP van de leerling aan. Resultaat Aantal leerlingen Percentages Onder het niveau dat 8 leerlingen 19% was vastgesteld in het OPP Op het niveau dat 28 leerlingen 66% was vastgesteld in het OPP Boven het niveau dat 6 leerlingen 15% was vastgesteld in het OPP. Totaal 42 leerlingen 100% 10
2.7 Analyse van de opbrengsten Einduitstroom i.r.t. schoolstandaard: Uitstroom Voorlopige schoolstandaard 2013-2014 2014-2015 2015-2016 VMBO-B/ Pro (E5/E6) 25% 41% 55% 47% VMBO K/T (E7/E8) 50% 43 % 38% 33% HAVO/VWO (E8) 25% 16% 7% 20% Totaal 100% 100% 100% 100% De einduitstroom van afgelopen drie schooljaren laat zien dat de uitstroom naar AGL/PrO en VMBO- BBL hoger is dan de 25% waarop de voorlopige schoolstadaard is vastgesteld. Ook is zichtbaar dat in afgelopen drie jaren de uitstroom naar HAVO/VWO beduidend lager is dan de schoolstandaard. Deze informatie zal in combinatie met de informatie van de schoolbrede toetsresultaten van medio 2015-2016 en 2017 naar alle waarschijnlijkheid leiden tot een bijstelling van onze schoolstandaard. Diagnose bij alle uitgestroomde niet-kortverblijf leerlingen 2014-2015 2015-2016 Stoornis Aantal % Aantal % Stoornis van Asperger 8 18% 2 5% ASS 6 13% 12 28% ODD 4 9% 5 12% ADHD 3 7% 2 5% Hechting 5 11% 5 12% MCDD 2 5% Twee of meer gediagnosticeerde 15 33 % 6 14% bovengenoemde stoormissen Onbekend 4 9% 8 19% Totaal 45 100% 42 100% Bovenstaande tabel laat zien dat bij 81% van het totaal aantal uitgestroomde leerlingen één of meerdere diagnoses is vastgesteld. Het aantal gediagnosticeerde leerlingen is 10% lager dan in 2014-2015. Verklaring is dat in 2015-2016 de jonge leerlingen van groep 1 en 2 zijn meegenomen (Het Sloepje). Bij jonge kinderen is de diagnostiek vaak nog niet opgestart. In 2015-2016 is 4 % van de leerlingen uitgestroomd naar een vorm van dagbehandeling. In 2014-2015 was dit nog 15%. Mogelijke verklaring is dat wij steeds meer zelf zorg aan het onderwijs koppelen. Zo ondersteunen Ambiq en Jarabee individuele leerlingen op school. 11
Einduitstroom in relatie tot intelligentie: 2014-2015 2015-2016 (totaal 15 lln IQ % lln Uitstroom % lln Uitstroom Bestemming Bestemming VMBO-B/ Pro (E5/E6) <80-90 27% 55% 26,5% 4lln) 47% (7lln) VMBO K/G/T (E7/E8) 90-105 48% 38% 26,5% (4lln) 33% (5lln) HAVO/VWO (E8) >105 23% 7% 40% (6lln) 20% (3lln) Onbekend 2% - 7% (1ll) - Totaal 100% 100% 100% 100% Een groot percentage leerlingen stroomt lager uit dan je op grond van de capaciteiten zou verwachten. 40% van de leerlingen beschikt over capaciteiten op HAVO-niveau of hoger. Echter 20% van de leerlingen is uitgestroomd naar HAVO of hoger. Einduitstroom in relatie tot de Centrale Eindtoets basisonderwijs 15 leerlingen hebben de Centrale eindtoets van Cito gemaakt. 8 leerlingen hebben van Cito hetzelfde advies als de daadwerkelijke uitstroom. 3 leerlingen hebben een hoger advies. 4 leerlingen hebben een lager advies. De landelijk gemiddelde score is 534,9. Twee leerlingen van Het Reliëf scoorden boven het landelijk gemiddelde. Bij acht leerlingen komt het advies van Cito overeen met de daadwerkelijke uitstroom. Bij de drie leerlingen waarbij het advies hoger is, heeft dit te maken met het feit dat Cito bijv. alleen VWO noemt en de uitstroombestemming twee niveaus aangeeft: HAVO/VWO. Geconcludeerd kan worden dat het advies van de Centrale Eindtoets sterk overeenkomt met de daadwerkelijke uitstroombestemming. Ambitie Bij onze leerlingen is sprake van forse gedrag -en/of psychiatrische problemen die een belemmering vormen voor de mate waarin zij kunnen profiteren van het onderwijsaanbod. Onze ambitie is om het hoogst haalbare uit onze leerlingen te halen. Telkens weer willen wij kijken hoe we ons onderwijs nog beter kunnen laten aansluiten bij de specifieke behoefte van onze leerlingen. Oorzaken voor de lagere einduitstroom i.r.t. intelligentie Wij leggen de laat hoog, maar er zijn een aantal zaken die een hogere uitstroom belemmeren. Het is belangrijk om deze feiten mee te nemen in het totaalbeeld. 66% van de leerlingen heeft vooraf aan de start op onze school minimaal twee andere scholen bezocht. Veel schoolwisselingen zijn over het algemeen een slechte prognose voor de leerresultaten. 41% van de leerlingen van groep 3 t/m 8 heeft een jaar gedoubleerd alvorens zij op onze school starten. Er is vaak sprake van een forse didactische achterstand. 12
37% van de leerlingen is 8 jaar of ouder bij de start op onze school. Leerlingen komen binnen met forse gedragsproblematiek i.c.m. een didactische achterstand. De reparatietijd blijkt soms te kort om doorstroom naar regulier en/of uitstroom passend bij het intelligentieniveau te bereiken. Een aantal leerlingen is voordat ze op onze school starten (gedeeltelijk) geschorst of zelfs verwijderd van de vorige school. Sommige leerlingen hebben een aantal weken thuisgezeten of gingen halve dagen naar school en hebben hierdoor veel onderwijstijd gemist. Bij 81% van de uitgestroomde leerlingen is een diagnose of een mengbeeld van verschillende diagnoses vastgesteld. De stoornis van de leerlingen belemmert de leervorderingen vaak in ernstige mate. De leerlingen vragen intensieve en structurele aansturing van het gedrag. Met name de leerkrachtafhankelijkheid, de mate van aansturing en de mate van plannen en organiseren vormen belangrijke struikelblokken in de het zo optimaal mogelijk kunnen profiteren van het leerstofaanbod. Bij 24 % van de uitgestroomde leerlingen is sprake van een disharmonisch intelligentieprofiel. Ook dat kan de mate waarin een leerling van het aanbod profiteert beïnvloeden. Trots Van alle 42 uitgestroomde leerlingen, zijn 18 leerlingen (=43%) uitgestroomd naar een minder specialistische vorm van onderwijs. (SBO: 15 leerlingen; regulier (voortgezet) onderwijs: 3 leerlingen). Ook zijn wij trots op het feit dat 27 leerlingen tussentijds zijn uitgestroomd. Voorkomen van thuiszittende leerlingen Ondanks de toenemende verdichting van problematiek, zijn wij als school trots op het feit dat wij het thuiszitten van leerlingen kunnen voorkomen. In 2015-2016 hebben wij voor één leerling moeten besluiten dat onderwijs op onze school niet haalbaar is. Deze leerling wacht op een behandelplek. Uitstroom overeenkomstig eerder vastgesteld OPP Bij 66% van de leerlingen komt het eerder vastgestelde OPP overeen met de uiteindelijke uitstroom. Dat is 8% hoger dan in het schooljaar 2014-2015. Wij streven naar 75% haalbaarheid in deze (zie ook schoolplan). 2.8 Consequenties daarvan voor de inrichting van ons onderwijs Verhogen van de opbrengsten door de gedragsproblemen te verminderen. Dit doen wij o.a. door het scheppen van een positief klimaat: positief gedrag bekrachtigen (PBS), gedrag van leerlingen nog beter kunnen lezen zodat wij de juiste interventies weten toe te passen (ABC), good practice van elkaar leren door te kijken bij elkaar en gebruik te maken van beeldmateriaal. Dit is een voortdurend leerproces. Hierin worden wij ondersteund door de nascholingen PBS en ABC. Verhogen van de opbrengsten door het didactisch aanbod te versterken. Zo zijn wij o.a. bezig met het integreren van ICT-middelen en multimedia in ons onderwijs, onderzoeken wij hoe wij kunnen aansluiten bij de 21ste eeuwse vaardigheden, zetten wij in op effectieve instructie, teach like a champion en PBS. Bij vakgebieden waar wij beneden gemiddeld scoren, onderzoeken wij waar dit aan kan liggen. Wij stellen ons steeds de vraag hoe wij onze 13
opbrengsten kunnen verhogen. Hierin worden wij als team ondersteund door het onderwijsadviesbureau Oino. Voorkomen van uitval van onderwijs door een korte lijn met ouders te houden. Bij regelmatig verzuim of twijfelachtig verzuim nemen wij direct contact met de ouders op. Wij hanteren het verzuimprotocol van Attendiz. Streven ernaar om bij 75% van de leerlingen het vastgestelde OPP overeen te laten komen met de uiteindelijke uitstroom. De mate en ernst van de problematiek maakt het lastig een goede voorspelling te doen op uitstroommogelijkheden. Toch is het goed om hier voortdurend op te anticiperen om te komen tot een nog betere voorspeller van de uitstroom. Koppeling onderwijs en zorg : om leerlingen voor onderwijs te behouden, zal Attendiz in overleg met gemeenten de mogelijkheden moeten onderzoeken van samenwerking met zorgaanbieders als Ambiq, Jarabee en Karakter. Op dit moment doen wij dit al binnen de school op individueel niveau, maar het zou zoveel passender kunnen als hierin samenwerking op organisatieniveau wordt vastgelegd. 2.9 Bestendiging Uitgangspunt is dat de leerroute behorend bij het gekozen uitstroomperspectief de leerling in voldoende mate toerust om met succes het onderwijs, al dan niet met extra ondersteuning, op de vervolgvoorziening te kunnen volgen. Dat betekent dat er van uit mag worden gegaan dat de leerling twee jaar na plaatsing in beginsel nog steeds op die plek zit, ofwel is doorverwezen naar een plek die in lijn ligt met de uitstroomplek. Als school spannen we ons in om ervoor te zorgen dat we zicht hebben op de eisen die de vervolgscholen stellen aan onze leerlingen. We proberen ons onderwijsaanbod daarop af te stemmen. Ook verzamelen we informatie om zicht te houden op de bestendiging van de verworven plaatsen. We doen dit jaarlijks in oktober. Dat doen we, mede vanwege de opbrengstbevraging van de Inspectie van het Onderwijs in november, tot twee jaar na verwijzing. In dit document worden daarom alleen zowel de bestendigingsgegevens van de leerlingen die een en twee schooljaren geleden zijn uitgestroomd getoond. In onderstaande tabellen staan gegevens opgenomen over andere leerling-cohorten dan tot dusver: het gaat om het cohort van een en twee jaren geleden. Bestendiging leerlingen één schooljaar geleden (2014/2015), Aantal peildatum is 01-10-2016 Nog op (hetzelfde type) uitstroombestemming 64 Niet meer op (hetzelfde type) vervolgbestemming 11 Onbekend/anders 2 Totaal 77 14
2.10 Analyse van de bestendiging 2013-2014 73% van de uitgestroomde leerlingen zit na twee jaar nog op hetzelfde type uitstroombestemming. Een derde van het aantal niet bestendigde leerlingen (7) betreft leerlingen die naar het regulier voortgezet onderwijs zijn uitgestroomd. Nog eens een derde van het aantal niet bestendigde leerlingen (7) betreft leerlingen die naar het voortgezet speciaal onderwijs zijn uitgestroomd. Bij navraag blijkt dat het niet kunnen bestendigen van leerlingen in het VO te maken heeft met het feit dat de betreffende VO locatie de extra ondersteuning aan leerlingen op een andere wijze ging vormgeven. De problematiek van de leerlingen was dermate fors dat zij niet te handhaven bleken in de nieuwe reguliere setting. Het niet kunnen bestendigen van de zeven leerlingen die naar het VSO zijn uitgestroomd, wordt verklaard door de ernstige gedragsproblematiek, waardoor 5 van de 7 leerlingen naar een andere VSO locatie zijn doorgeplaatst. 2014-2015 83% van de uitgestroomde leerlingen zit na één jaar nog op hetzelfde type uitstroombestemming. Bij ongeveer de helft van het aantal niet bestendigde leerlingen, betreft het VSO leerlingen die van VSO locatie zijn veranderd. 2.11 Consequenties daarvan voor de inrichting van ons onderwijs De overstap van SO naar regulier voortgezet onderwijs blijkt in de praktijk erg lastig. De informatie die wij van scholen krijgen is dat het moeilijk is omdat de problematiek van de leerlingen steeds forser en ingewikkelder wordt. Als leerlingen in de puberteit komen, neemt de gedragsproblematiek toe. Daarnaast speelt mee dat leerlingen in het voortgezet onderwijs met veel verschillende docenten te maken krijgen: bij die ene docent gaat het goed, bij een andere docent niet. Leerlingen die onze school bezoeken hebben juist veel moeite met wisselingen van leerkrachten. Wij kunnen hier nog meer op anticiperen door leerlingen te laten wennen aan leerkrachtwisselingen. Wij zijn door deze ervaring voorzichtiger geworden in het doorverwijzen naar regulier voortgezet onderwijs. Daarnaast blijkt de overgang naar VSO ook niet altijd bestendigd te kunnen worden. Leerlingen Bestendiging leerlingen twee schooljaren geleden Aantal ( 2013/2014, peildatum is 01-10-2016 Nog op hetzelfde type uitstroombestemming 67 Niet meer op hetzelfde type vervolgbestemming 20 Onbekend/anders 5 Totaal 92 maken vervolgens de overstap naar een andere VSOschool. Wij hebben al goede 15
overdracht met de VSO-school: collega s komen in de klas observeren, er zijn verschillende overdrachtsgesprekken, er is een warme overdracht en wij bieden ondersteuning aan in de pedagogische benadering. Samen met de VSO school zullen wij moeten bespreken waar mogelijkheden liggen om de overgang tot betere bestendiging te laten leiden. 16