Beleidsnotitie Social Return 3.0. Gemeente Eindhoven

Vergelijkbare documenten
Uitvoeringsvoorwaarden Social return Opdracht Sociaal Domein (2017 e.v.), inkoop

Uitvoeringsregels Social Return bij opdrachtverlening. Provincie Noord-Brabant

Uitvoeringsregels Social Return Gemeente s-hertogenbosch (d.d. 12 maart 2014)

Beleids- en uitvoeringsregels social return gemeente s-hertogenbosch 2018

BIJLAGE 2: Beleids- en uitvoeringsregels Social Return gemeente Boxtel (versie december 2017)

Uitvoeringsregels Social Return Gemeente s-hertogenbosch (d.d. 12 maart 2014)

Voorwaarden social return

Generieke voorwaarden social return. 1 januari 2015

Beleids- en uitvoeringregels social return gemeente Landerd

Social Return Inclusief ondernemerschap in de arbeidsmarktregio Noordoost-Brabant. Wat hebben we bedrijven te bieden?

Generieke voorwaarden Social Return. 1 mei 2016

Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO) Stichting PSO-Nederland

Social Return Inclusief ondernemerschap in de arbeidsmarktregio Noordoost-Brabant

Sociaal Ondernemen 040. Yuri Starrenburg Senior Programmamanager Sector Economie en Cultuur

Social Return 040. Yuri Starrenburg Senior Programmamanager Sector Economie en Cultuur

Prestatieladder Sociale Ondernemen. Aanvang 9.45 uur. Welkom!

SROI Social Return On Investment. TOOLKIT SROI voor alle gemeenten in regio Noord-Holland Noord

Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO) PSO-Nederland

SROI Social Return On Investment. TOOLKIT SROI voor alle gemeenten in regio Noord-Holland Noord

Social Return paragraaf Deze volgende tekst is onderdeel van de EA WMO Hulpmiddelen

Bijlage 2 INVENTARISATIE EN PLAN VAN AANPAK INVENTARISATIE

Beleidsnotitie Social Return Zuidoost Brabant

SOCIAL RETURN VERPLICHTING

Transvorm Actueel. Social Return on Investment - tegenprestaties onder de loep. woensdag 17 juni 2015

Social Return achtergrondinformatie

Voorwaarden Social Return. 1 januari 2017

Regionale Bestektekst Social Return on Investment 1. Regionale Bestektekst Social Return on Investment

Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO) Wilke van Thiel

Regionaal beleid SROI Twente

Regionale Bestektekst Social Return on Investment

BELEIDS- NOTITIE SOCIAL RETURN ZUIDOOST BRABANT

Beleidskader Social Return Het Bredase kader voor socialer ondernemen 2016 e.v. Actieplan Studentenhuisvesting 2016

STAPPENPLAN SOCIALER AANBESTEDEN EEN HANDLEIDING VOOR GEMEENTEN

Notitie Social Return on Investment Alphen aan den Rijn

SAMEN, VOOR ELKAAR. Handleiding Social Return voor zorgaanbieders

Adviespunt Social Return

Bijlage 5-2 POHO 21 september Vaststelling regionaal beleidskader Social Return 3.0

Social Return. Hier komt tekst. Programma. 5 pijlers Utrechts Inkoopbeleid: Waar(-de) voor ons geld!

Social return bij Gemeente Zaanstad

Maatregelen SROI. Gemeente Veenendaal Juni 2015

Nota Social Return on Investment in Helmond. Helmond, april 2013

Initiatiefvoorstel PvdA-GroenLinks

Jaap Peelen. Business Manager Tender support. In de praktijk aanbestedingen winnen met SROI

Inwerkingtreding Het beleid wordt van kracht met ingang van de dag na die van deze bekendmaking.

BIJLAGE 7 Nadere toelichting en begrippenlijst Social Return

DE PARTICIPATIEWET VOOR U ALS WERKGEVER

BSI Buying for Social Impact. Workshop 6 social return als katalysator in het sociaal inkopen

Addendum Social Return op Nota inkoopbeleid 2008 behorende bij raadbesluit van 18 juni 2012

Locus Netwerkdag. Workshop Social return: van plicht naar partnerschap

Onderzoek naar de beleidsmatige voor- en nadelen van PSO-certificatie provincie Gelderland

BSI Buying for Social Impact. Workshop 1 Voorbehouden opdrachten

Handleiding Social Return bij de provincie

Kadernotitie Social Return 2.0 Arbeidsmarktregio Noordoost - Brabant

Handleiding Social Return on investment

gemeente Eindhoven Raadsvoorstel Wijziging Algemene Subsidieverordening Eindhoven- social return

Deel I Introductie Recente ontwikkelingen Uitdagingen Best practices Koffiepauze Deel II Discussie aan de hand van stellingen

Social return in Utrecht

CONCEPT SROI-BELEID PROVINCIE UTRECHT

Noordoost Brabant Werkt! 'ngek APR 2015 A,d, fct. GEMEENTE BOXMEER reg.nrifl.s... Kopie: I-SZ/2015/919. onderdeel van Ac^jFood^^

Informatie over stand van zaken vorming Regionaal Werkbedrijf Zuidoost-Brabant. 3 februari 2015

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Protocol Sociaal Rendement bij inkoop Gemeente Purmerend

Gemeente Kampen, Social Return. Inkoop Zorg t.b.v de inkooptafel van 22 september 2016

Social Return in Groningen

Stappenplan Social Return

Bijlage 8: Social Return On Investment (SROI)

Raadsbrief social return en verdringing

Jaarplan 2014 Werkgeversservicepunt 033

Uitvoeringsprotocol social return. Zaanstreek-Waterland

Oostzaan Buiten gewoon

SOCIAAL ONDERNEMEN VORMEN EN METHODES.

Social Return Beleid Provincie. Voorlichting nieuw beleid maart 2015

Vormgeving van veranderingen

Raadsinformatiebrief

gemeente Eindhoven Raadsvoorstel Wijziging Subsidieverordening Gemeente Eindhoven 2002 inzake gesubsidieerde arbeid (flexvergoeding en opstapbaan)

Uitvoeringsprotocol Social Return Zaanstreek-Waterland

Inbesteding en Social Return Gemeente s-hertogenbosch. NVRD themadag 5 april 2012

Uitvoeringsprotocol social return. Zaanstreek-Waterland

Werkwijze en alternatieve invulling van social return Wmo 2015

Werkwijze en alternatieve invulling van social return Wmo 2015

Uitvoering beheertaken. inzet bijzondere doelgroepen

Inkoop- en aanbestedingsbeleid gemeenten Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland. Versie 1 Juli 2016

College van burgemeester en wethouders de gemeenteraad Documentnummer: z Datum: 26 oktober 2017 Participatievoorziening beschut werk

Inkoopbeleid Gemeente Uden 2013

Beschut Werk in de praktijk. presentatie 30 maart 2016 Jan-Jaap de Haan (Cedris)

2016 in cijfers FINANCIËLE BIJLAGE BIJ JAAROVERZICHT EEN TOEKOMST DIE AL BEGONNEN IS. bestuur EINDHOVEN HEEZE-LEENDE VALKENSWAARD VELDHOVEN WAALRE

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende Uitvoeringsregeling re-integratiesubsidies gemeente Waterland 2015.

De decentralisatie van arbeidsparticipatie. Louis Polstra

Versie 1 juni Social Return paragraaf Deze volgende tekst wordt opgenomen in de aanbestedingsdocumenten

Participatiewet. Hoe kunt u werk bieden aan werkzoekenden met een arbeidsbeperking?

SOCIAL RETURN IN DE PRAKTIJK

Uitvoeringsregelsstimuleringssubsidie, scholings-begeleidingsvoucher en jongerenvoucher gemeente Zeevang

Uitvoeringsvoorwaarden Social Return

Noordoost Brabant Werkt!

Participatiewet en Quotumheffing White Paper

Aanpak. Social Return

Inclusief ondernemen

Transcriptie:

Beleidsnotitie Social Return 3.0 Gemeente Eindhoven 1

Inhoud 1. Inleiding... 3 Opdracht... 3 2. Drie vormen van Social return... 4 3. Uitgangspunten Gemeente Eindhoven... 5 3.1 Regionaal karakter... 6 4. Nadere invulling Social return 3.0... 6 4.1 Korte omschrijving... 6 4.2 Beoogde effecten... 6 4.3 Uitvoeringsvoorwaarden... 7 5. Social return 3.0. bij Inkoop Sociaal domein... 7 6. Social return 3.0. bij de Algemene Subsidie Verordening (ASV)... 7 7. Schema toepassing Social return 3.0... 8 7.1 (Uniforme) doelgroep Social return 3.0.... 8 8. De uitvoering en monitoring van Social return 3.0.... 9 8.1.1 De monitoring en effectmeting van Social return.... 10 8.2 De handhaving van Social return.... 10 8.3 Een gezamenlijke set aan uitvoeringsregels Social return.... 11 9. Bijlage 1 Format Uitvoeringsvoorwaarden bij inkoop. Richtlijn Social return... 12 2

1. Inleiding Iedereen aan het werk, niemand buiten de boot, dit is een belangrijk uitgangspunt van het coalitieakkoord 2014-2018. Dit uitgangspunt sluit aan bij de opdracht van de gemeente Eindhoven in de Participatiewet die op 1 januari 2015 in werking is getreden. De opdracht is om meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te krijgen. Met de Participatiewet en de Wet Banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten worden werkgevers direct geconfronteerd met de verplichting banen beschikbaar te stellen. Verschillende publieke en private partijen zijn momenteel zoekende naar ideale samenwerkingsvormen om de nieuwe regelgeving tot een succes te maken. Kijkende naar de werkgevers blijkt de ontwikkeling van het sociaal ondernemerschap zeer positief te zijn. Ook in de regio rondom de gemeente Eindhoven groeit de belangstelling en het enthousiasme voor sociaal ondernemerschap. Belangrijkste vraag die speelt is hoe er zoveel mogelijk duurzame werkgelegenheid voor de onderkant van de arbeidsmarkt gecreëerd kan worden. De rol van de gemeente Eindhoven beperkt zich niet tot het enkel onder de aandacht brengen van sociaal ondernemen, maar de rol van de gemeente onderscheidt zich door sociaal ondernemerschap te stimuleren, te faciliteren maar ook door zelf een voorbeeldrol aan te nemen als sociaal werkgever. De gemeente heeft beleid ontwikkeld om duurzaam sociaal ondernemen ook buiten haar eigen organisatie te stimuleren. Dit doet de gemeente door het stellen van sociale voorwaarden, ook wel Social return genoemd, bij het in de markt zetten van opdrachten en het verstrekken van subsidies. Dit is het beleidskader waarbinnen Social return gemeente breed kan worden ingezet en uitgevoerd. Het sluit aan bij regionale ontwikkelingen en het beleidskader van regio Noord Oost Brabant. Opdracht Het college heeft de opdracht gegeven om met de keten een programmaplan voor sociaal ondernemen op te stellen en om dit over de komende drie jaar uit te rollen. De projecten en activiteiten op het gebied van sociaal ondernemen worden op dit moment te versnipperd uitgevoerd. Door taken en verantwoordelijkheden meer structureel te beleggen en zaken met elkaar te verbinden zijn we meer in staat om de doelstelling te realiseren. Het programma richt zich op 4 pijlers: 1. Gemeente Eindhoven als (sociaal) werkgever; 2. Inzet van sociale voorwaarden bij gemeentelijke opdrachten; 3. Stimuleren van sociaal ondernemen in de regio; 4. Bevorderen van een integrale werkwijze en structuur rondom sociaal ondernemen. Het streven is om dit programma in Q1 2016 aan de raad te presenteren. Deze kadernotitie heeft betrekking op pijlers 2 en 4. De gemeente wil binnen dit beleidskader sociale voorwaarden inzetten bij inkoop en subsidies als instrument om sociaal ondernemerschap te stimuleren. Om de doelstelling te bereiken is een adequate beheersorganisatie en een integrale werkwijze essentieel. Op deze wijze wordt er ook een vliegwiel gecreëerd voor pijler 3. Ofwel, met dit kader in de hand kan de gemeente Eindhoven als centrumgemeente de regiogemeenten verleiden om zich aan te sluiten,. 3

2. Drie vormen van Social return Het begrip Social return lijkt een containerbegrip door de diversiteit van gebruikte toepassingsvormen en definities door diverse overheden. De definitie die de gemeente Eindhoven hanteert bij Social return is: Social return is het door de opdrachtgever stellen van (Sociale) voorwaarden aan de opdrachtnemer, met als doel werkgelegenheid te bevorderen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dit kan zowel bij inkoop als bij subsidies. Anders gezegd: de opdrachtgever verplicht de opdrachtnemer om een bepaald deel van de aanneem/opdrachtsom of subsidiebedrag te besteden aan de inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt voor de duur van de opdracht. Het doel van Social return is om zoveel mogelijk mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan betaald werk te helpen. Social return in haar huidige vorm kent beperkingen. Momenteel wordt de Social return verplichting vooral ingevuld door de personen met een afstand tot de arbeidsmarkt een tijdelijke baan aan te bieden bij een opdrachtnemer. Het probleem is dat er met de druk van de aanbesteding, de strakke planning van de opdracht en het ontbreken van heldere procesafspraken met en binnen de gemeente Social return pas veelal aan het einde van het proces wordt ingevuld en er geen optimale match tot stand komt. Door deze werkwijze ontstaat een hoge mate van draaideurconstructies en de inwoners waar Social return voor wordt ingezet haken uiteindelijk af. Natuurlijk is elke werkervaring een pre, maar juist dan is een follow-up en een duurzame insteek bij de inschrijvers en ketenpartners ook belangrijk. De huidige wijze waarop Social return wordt toegepast zorgt ervoor dat het instrument haar invloed enkel uitoefent op de partij die de opdracht gegund heeft gekregen en vindt plaats binnen de duur van een opdracht. Daarbij wordt geen rekening gehouden met hetgeen een organisatie al doet op het gebied van sociaal ondernemen. Ketenpartners en de overige inschrijvende partijen worden niet of minimaal gestimuleerd om ook Socialer te gaan/ te blijven ondernemen. De inschrijvers en ketenpartners worden niet gestimuleerd om duurzaam aan de slag te gaan met Socialer ondernemen omdat duurzaam sociaal ondernemen bij een volgende opdracht niet zondermeer wordt erkend en /of beloond. Organisaties die inschrijven op overheidsopdrachten zien de huidige wijze van Social return daardoor steeds meer als kostenpost i.p.v. een kans. Social return zoals hierboven wordt omschreven kan gezien worden als Social return 1.0 en 2.0. De gemeente Eindhoven heeft tot op heden beide vormen van Social return, afhankelijk van de soort opdracht, toegepast. Gezien de beperkingen van beide vormen kiest de gemeente ervoor om haar beleid uit te breiden met Social return 3.0. Er zijn drie vormen van Social return: 1. Social return 1.0 (huidige vorm): Gemeente gunt een opdracht aan de opdrachtnemer en de opdrachtnemer moet een Social return verplichting invullen. 2. Social return 2.0 (huidige vorm): Gemeente gunt een opdracht aan de opdrachtnemer en de opdrachtnemer moet een Social return verplichting invullen, maar mag deze verplichting voor een deel onderbrengen bij haar toeleveranciers. 3. Social return 3.0 beleid met als alternatief PSO: Gemeente gunt een opdracht aan de opdrachtnemer en de opdrachtnemer moet een Social return verplichting invullen en mag deze verplichting voor een deel onderbrengen bij haar onderaannemers en toeleveranciers. De opdrachtnemer kan de Social return verplichting ook invullen met een PSO certificaat indien de opdrachtnemer een geldig PSO certificaat op trede 2 kan overleggen en of door fictieve korting te verkrijgen bij opdrachten bij meervoudig onderhandse aanbestedingen door het kunnen tonen van een PSO certificaat. Door de ketenstimulering die opgang komt door de erkenning 4

van de PSO worden ook organisaties/partners die niet inschrijven op overheidsopdrachten gestimuleerd om socialer te ondernemen. Zij worden zichtbaar en vindbaar voor de gemeente. Dit draagt bij aan meer en bredere mogelijkheden voor gemeenten om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt duurzaam te plaatsen. De druk die gebruikelijke Social return branches zoals Groen, Bouw, schoonmaak ervaren omdat deze veelvuldig met Social return te maken krijgen, wordt nu meer verdeeld over alle branches. Prestatieladder Socialer Ondernemen Stichting PSO Nederland (PSO NL) vindt socialer ondernemen niet meer dan normaal. Vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid stimuleert de PSO dat meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt op een goede manier integreren op de werkvloer. Hiervoor heeft TNO, in nauwe samenwerking met PSO-Nederland, Start Foundation en andere vooraanstaande organisaties, een aantal jaren geleden het PSO keurmerk/ meetinstrument ontwikkeld. De PSO meet in welke mate organisaties duurzaam socialer ondernemen en of zij dit op een kwalitatief goede wijze doen. Een organisatie kan groeien van een Aspirant status tot en met trede 3. Indien een organisatie op andere wijze kan aantonen dat aan vergelijkbare criteria wordt voldaan, wordt dit eveneens door de gemeente geaccepteerd. 3. Uitgangspunten Gemeente Eindhoven De gemeente Eindhoven kent de volgende uitgangspunten bij Social return: - duurzame arbeidsinschakeling voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt - naast kwantiteit ook kwaliteit in het begeleiden en ontwikkelen van de doelgroep - ketenstimulering - sociaal ondernemen draagt bij aan inclusieve arbeidsparticipatie - regionaal of bovenregionaal beleid - adequate beheersorganisatie - regeldruk verminderen Gezien de uitgangspunten kiest de gemeente Eindhoven voor het toepassen van Social return 3.0 met de PSO als alternatieve invullingsmogelijkheid. In deze vorm gaat Social return niet alleen over inkopen en werkzoekenden op werkplekken plaatsen, maar over slim organiseren, investeren en duurzaam samenwerken (op het gebied van arbeidsmarkt vraagstukken) met het regionale bedrijfsleven en de regionale overheidsinstellingen. Om dit te realiseren is door de gemeente Eindhoven een verbreding in haar Social return instrumentarium aangebracht: PSO wordt bij inkoop en subsidies als alternatieve invullingsmogelijkheid ingezet/ aangeboden. Door de PSO toe te voegen aan het instrumentarium wordt het beter mogelijk om sociaal ondernemen duurzaam te stimuleren in de gehele keten in een regio. Onder de gehele keten verstaat de gemeente: alle inschrijvende partijen en niet alleen de partij de een opdracht gegund heeft gekregen, inclusief de door haar gecontracteerde en in te zetten onderaannemers van opdrachtnemers en organisaties uit de regio die geen contractuele binding hebben met de gemeente. Door de inzet van Social return 3.0 worden meer werkgevers/opdrachtnemers gestimuleerd om duurzaam aan de slag gaan met Socialer ondernemen. Deze organisaties maken sociaal ondernemen zichtbaar en tastbaar (door aantoonbare resultaten) en worden het voorbeeld voor organisaties in de regio. Sociaal ondernemen wordt steeds meer de normaalste zaak in de regio en wordt onderdeel van de identiteit van organisaties. Werkgevers uit de regio worden herkend en erkend voor hetgeen zij op sociaal vlak doen wanneer de gemeente bij organisaties inkoopt. Niet alleen voor de duur van een opdracht maar op een duurzame en kwalitatief goede wijze. 5

3.1 Regionaal karakter Door het (regionaal) laten aansluiten van diverse instrumenten en een passende werkwijze die samen met het bedrijfsleven wordt uitgewerkt, komt de gemeente Eindhoven tot het rendement dat wenselijk is. De gemeenten en partners, o.a. verenigd in het Regionaal Werk Bedrijf (RWB), bereiken daardoor beter hun doelstellingen. Steeds meer gemeenten, o.a. in Noordoost Brabant (NOB), stemmen hun Social return beleid op elkaar af en vereenvoudigen daarmee het proces voor de inschrijvende organisaties. De koers van deze regionale aanpak is: naast de huidige Social return toepassing wordt ook het PSO certificaat trede 2 erkend als een wijze waarop Social return kan worden ingevuld bij inkoop en subsidies. Zoals gezegd noemen we deze toepassing Social return 3.0. De uitgangspunten van de gemeente Eindhoven sluiten aan bij deze koers. Dit is een trend die ook de gemeenten in arbeidsmarktregio ZOB kunnen oppakken en verder kunnen uitwerken in regionaal verband. De gemeente Eindhoven wil als centrumgemeente hier het voortouw in nemen. 4. Nadere invulling Social return 3.0 4.1 Korte omschrijving De gemeente hanteert bij het in de markt zetten van opdrachten bij organisaties met een bepaalde grootte (ijkpunt afhankelijk van de markt zijn bedrijven die meer dan 5 personen in loondienst hebben),, de toepassing van Social return zoals omschreven in bijlage 1. Naast de huidige Social return wordt het ook mogelijk om het PSO certificaat trede 2 te erkennen als Social return invulling. Het is verplicht om bij het in de markt zetten van opdrachten, aanbestedingen, leveringen en diensten een vorm van Social return met de PSO als alternatief op te nemen. 4.2 Beoogde effecten Door het verplicht stellen van Social return contractvoorwaarden krijgen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt steeds meer een kans om werkzaam te zijn op gemeentelijke opdrachten. Hierdoor ontstaat er een mogelijkheid tot het opdoen van werkervaring. Daarnaast maken opdrachtnemers kennis met het inzetten van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt op de gegunde opdrachten. Dit vergroot de kans op uitstroom. Er zijn opdrachtnemers die al veel personen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst hebben genomen dat kunnen aantonen met een PSO-certificaat trede 2. PSO trede 2 certificaat betekent dat een organisatie meer dan gemiddeld sociaal onderneemt en een erkenning voor hun Sociale inzet. Groeien naar een trede 2 betekent zelf meer personen met een afstand tot de arbeidsmarkt in de eigen organisatie (duurzaam) inzetten of meer werk uitbesteden en/of diensten afnemen bij organisaties die ook aantoonbaar sociaal ondernemen. Door deze beweging wordt ook de keten van de opdrachtnemer gestimuleerd om ook (te starten met) duurzaam socialer ondernemen, indien dit nog niet het geval is. Indien de opdrachtnemer ervoor kiest om niet duurzaam sociaal te kunnen of willen ondernemen kan er door de opdrachtnemer altijd gekozen worden voor de huidige invulling van Social return. Zichtbaar vliegwiel creëren Een organisatie die een PSO-certificaat heeft behaald, maakt hiermee inzichtelijk dat zij op een kwalitatieve goede en duurzame wijze voldoende werkgelegenheid biedt aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Deze Sociale ondernemers worden zichtbaar binnen de gemeente en tonen aan actief beleid te voeren m.b.t. socialer ondernemen. Door de inzet van de PSO en vooral de waardering van de PSO bij aanbestedingen worden ook andere organisaties bewust van het feit dat Social return duurzaam kan worden geïntegreerd binnen de bedrijfsvoering en dat de gemeente deze investering erkent. Voor (potentiele) opdrachtnemers van de gemeente die de trede 2 niet halen, betekent dit dat er een motivatie is om te groeien naar een trede 2 en deze trede te behouden door een duurzaam sociaal beleid te integreren. Elke organisatie geeft op een eigen wijze een passende invulling aan socialer ondernemen. Hierdoor wordt er geanticipeerd op het 6

natuurlijk verloop van werknemers en de realistische mogelijkheden binnen de organisatie. 4.3 Uitvoeringsvoorwaarden Social return met de PSO als alternatief wordt als keuze opgenomen als contractvoorwaarde. De opdrachtnemer is dan verplicht bij arbeidsintensieve opdrachten (opdrachten met een arbeidsdeel van minstens 30% van de totale opdrachtsom) minimaal 5% van de opdrachtsom excl. BTW te besteden aan de invulling van de Social return voorwaarde. Wanneer de opdracht arbeidsextensief is, namelijk wanneer de loonsom minder is dan 30% van de totale opdrachtsom, wordt 2% van de opdrachtsom opgenomen in het bestek als invulling van de Social return voorwaarde. Dit staat uitgebreid omschreven in de uitvoeringsvoorwaarden. De hierboven genoemde percentages worden per specifieke opdracht getoetst aan het proportionaliteitsbeginsel en er is dus maatwerk mogelijk. Het percentage wordt aan het begin van de contractperiode vastgesteld. Opdrachtnemers die vanaf de start van de uitvoering van de opdracht en gedurende de gehele duur van de opdracht aan minimaal trede 2 van de PSO voldoen en dit kunnen aantonen met een geldig PSO certificaat kunnen hiermee aantonen aan de Social return verplichting voldaan te hebben. 5. Social return 3.0. bij Inkoop Sociaal domein De gemeente Eindhoven hanteert de toepassing van Social return bij het in de markt zetten van een opdracht binnen het Sociaal domein een minimale opdrachtwaarde van 100.000,- voor de duur van de opdracht inclusief eventuele optionele verlengingen (hierna te noemen drempelbedrag SD) en een minimale personele bezetting van 5 medewerkers in loondienst. Boven deze drempels is er een Social return verplichting aan de orde, zoals omschreven in bijlage 2. De afwijking op het algemene beleid rondom het inzetten van de Social return voorwaarden in de opdracht Sociaal Domein hebben te maken met de wijze waarop de opdrachtnemers zich hebben moeten aanpassen aan de wensen van de gemeente, o.a. de kortingen vanuit de gemeenten op de geleverde diensten en de krimpende markt. Er is bewust gekozen voor een light variant op de gebruikelijke Social return voorwaarden. Voor het jaar 2017 wordt bekeken of de voorwaarden gelijk kunnen worden getrokken met de algemene Social return voorwaarden. 6. Social return 3.0. bij de Algemene Subsidie Verordening (ASV) De gemeente Eindhoven hanteert ook bij subsidies ook een drempelbedrag van 100.000, -. (hierna te noemen drempelbedrag ASV). Bij de toepassing van Social return bij subsidies wordt er daarnaast een ondergrens gehanteerd van minimaal 30 medewerkers in loondienst. Boven dit drempelbedrag en bij minimaal 30 medewerkers is er een Social return verplichting aan de orde. De Social return verplichting wordt zo veel mogelijk gelijk gesteld met de toepassing van Social return bij inkoop en aanbestedingen. Opdrachtnemer wordt in dit kader vervangen door subsidieaanvrager. Noot Het bestuursteam subsidies heeft in 2013 de opdracht gegeven om in 2014 te starten met een pilot Subsidies en PSO om samen met instellingen leerervaringen op te doen met het aanvragen van het keurmerk PSO. De gemeente heeft in samenwerking met Ergon met vier instellingen een aantal werksessies belegd. Deze instellingen waren bereidwillig om mee te doen aan de ontwikkeling van Social return en de introductie van PSO. De pilot was succesvol voor zowel de deelnemende instellingen als de gemeente. De pilot heeft geresulteerd in een aantal aanbevelingen. Met de 7

uitkomst van de pilot is ervoor gekozen om in de opdracht sociaal domein 2015 een Social return verplichting op te nemen voor zowel de inkoop als de subsidierelaties. Het certificaat PSO (aspirantstatus) is toen voor het eerst binnen het Sociaal Domein als alternatief meegenomen 7. Schema toepassing Social return 3.0 Opdracht/ subsidie Toepassing Gebruik A Inkoop & aanbestedingen Meer dan 5 medewerkers loondienst (in principe) Social return met alternatief PSO trede 2, als contractvoorwaarde. Uitvoeringsvoorwaarden Social return Europese aanbestedingen B Inkoop Sociaal domein Vanaf 100.000,- Meer dan 30 medewerkers (in principe tot 2017) C ASV sociaal domein Vanaf 100.000,- Meer dan 30 medewerkers Social return met alternatief PSO, als contractvoorwaarde. Social return met alternatief PSO. Uitvoeringsvoorwaarden Social return Sociaal domein bij inkoop Uitvoeringsvoorwaarden Social Return Sociaal domein bij subsidies 7.1 (Uniforme) doelgroep Social return 3.0. De gemeente stelt voor om primair uit te gaan van het plaatsen van personen uit de doelgroep op een (reguliere) arbeids- of detacheringsplaats. Daarnaast is het ook mogelijk een leerwerktraject, een werkervaringsplaats of een stageplaats aan te bieden. Verder is het mogelijk om werkzaamheden uit te besteden aan een Sociale werkvoorziening. De gemeente wil een kans bieden aan personen met een afstand tot de arbeidsmarkt en kiest voor een brede doelgroep bepaling. Daarbij wordt aangesloten bij bij de doelgroep bepaling van de PSO (Prestatieladder Socialer Ondernemen). Hieronder vallen: Personen met een uitkering van de gemeente op grond van de Participatiewet (PW) of WWB, IOAW of IOAZ; Personen met een uitkering van het UWV op grond van de WAO,WIA,WAZ of Wajong; Personen met een WSW-dienstverband of indicatie; Personen met een WW-uitkering die één jaar of langer deze uitkering ontvangen; Personen die een leerwerkovereenkomst (BBL) of een stage-overeenkomst (BOL) hebben die opleidt tot niveau 1 of niveau 2; Leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) en praktijkonderwijs (PRO) die een stage-overeenkomst hebben met een werkgever voor een arbeidstoeleidingsstage. Overige Social return criteria zijn: uitgangspositie bij instroom bedrijf, type contract, gewerkte uren. Ontwikkelingen: 1. Een poule bij kleine opdrachten 8

Het kan voorkomen dat de opdracht klein is het Social return percentage te klein is om een persoon met de arbeidsmarkt voor een substantieel tijdvlak in te kunnen zetten. De kosten en baten maar ook de rechtmatigheid in verband met mogelijk disproportionaliteit, komen dan op spanning met elkaar te staan en de gewenste toegevoegde waarde voor de persoon uit de Social return doelgroep ook. De gemeente gaat in overleg met marktpartijen om oplossingen hiervoor te zoeken zoals bijvoorbeeld het vormen van een poule waarin constant werk kan worden georganiseerd voor de doelgroep door de kleine opdrachten te bundelen Door het organiseren van een poule en het afsluiten van convenanten met werkgevers kan een doorlopende leerlijn worden ontwikkeld en een volledige fte worden ingezet. Hiermee kunnen we synergie voordelen behalen op Social return. 2. Shortlist PSO als selectiecriterium voor plaatsing op de 'shortlist'. De gemeente Eindhoven werkt met een shortlist van bedrijven die benaderd worden wanneer de gemeente een meervoudig onderhandse aanbesteding houdt. Bij het opstellen van dergelijke lijsten kunnen verschillende criteria worden gehanteerd die het opnemen op de lijst en/of de positie op die lijst bepalen. Het hebben van een PSO certificaat op een bepaald niveau (trede) zou hierbij een rol kunnen spelen. 8. De uitvoering en monitoring van Social return 3.0. De gemeente stelt als randvoorwaarde dat de gemeente voldoende uren vrij maakt voor de uitvoering, coördinatie, monitoring en (effect)meting van Social return, bij voorkeur in een team Social return (team SR). De hoeveelheid benodigde uren is met name afhankelijk van de omvang van het aantal aanbestedingen met Social return 3.0, de verdeling van taken en het ambitieniveau. Daarnaast is er een efficiency slag te behalen door de samenwerking met de arbeidsmarkt. Team SR is een integraal team en zou kunnen bestaan uit medewerkers van de afdeling inkoop, medewerkers van 04Werkt (plaatsingen en expertise van de markt) en de programmamanager Sociaal ondernemen (strategie en effecten instrumentarium). Team Social return Wij verwachten de meeste capaciteit vanuit bestaande capaciteit te kunnen inregelen. De benodigde capaciteit bestaat uit de volgende functies welke deels part time kunnen worden ingevuld: Manager (Programmamanager) Accountmanagers (kan in overlap met het WGT/04Werkt) Jurist Inkoper Beleidsmedewerker ( Inkoop heeft in de plannen voor de herpositionering van de inkoopfunctie een adviseur social return gedefinieerd om de kwaliteit van de inkoopprocessen op dit gebied op te nemen in de inkoopstrategie, de uitvoeringsfase en de contract-beheersfase) Projectleiders (o.a. bv opzetten poule Social return per branche/ innovaties op het gebied van Social return initiëren) Toelichting: Social return kan de gemeente veel opleveren, maar dan is een professionele uitvoeringsorganisatie nodig en een investering in tijd en competenties. Dit kader vraagt om concrete uitvoeringsorganisatie, passend bij de door de gemeente gewenste schaalgrootte (regionaal of bovenregionaal). Taken team Social return gemeente Eindhoven: 9

Uitvoeren en toepassen van de van de uitvoeringsregels het Social return beleid Intern en extern adviseren over Social return, de PSO en de relevante aanbestedingsregels, zowel bij de inkoop als bij subsidies gemeente breed. Aanspreekpunt voor opdrachtnemers en subsidieontvangers en op maat afspraken binnen het beleidskader Social return 3.0. Opdrachtnemers en subsidieontvangers verbinden met o.a. 04Werkt om hen te faciliteren. Monitoren, bijsturen en handhaven van de Social return verplichtingen. Rapporteren per aanbesteding en per leverancier. Wie Inkoop: Keuze A B o.b.v. criteria Keuze Social return 3.0 A Opdracht in markt zetten Uitvoeringsvoor waarden A bijvoegen Inschrijvingen ontvangen NVT Gunning Na opdracht Effect meting Doorgeve n Team SR of kopie certificaat Monitoring uitvoering Social return Team Social return/ prestatiemanager Registratie per opdracht keuze PSO/ Social return Sociaal domein: Keuze C of D B C Uitvoeringsvoorw aarden C toevoegen. Voorwaarden toevoegen D toevoegen Prestatiemanager Sociaal Domein Inhoudsdeskundig e Sociaal Domein Prestatie manager Sociaal Domein Inhoudsd eskundige Sociaal Domein Controle PSO/ Social return klassiek Controle PSO/ Social return klassiek Registratie per opdracht keuze PSO/ Social return klassiek. Registratie per opdracht keuze PSO/ Social return klassiek. 8.1.1 De monitoring en effectmeting van Social return. Er zijn diverse tools op de markt die kunnen bijdragen aan het vereenvoudigen van de monitoring. Diverse gemeenten in Brabant werken inmiddels met hetzelfde systeem. De gemeente Eindhoven zal beknopt onderzoeken of het van toegevoegde waarde is om een dergelijk systeem in gebruik te nemen. Daarnaast zal onderzocht worden of de monitoring van Social return geborgd kan worden binnen het reguliere contractmanagement van de afdeling inkoop. 8.2 De handhaving van Social return. Social return is één van de verplichtingen in het contract of de beschikking. De gemeente Eindhoven heeft een boetebeding in haar uitvoeringsregels opgenomen. Een boetebeding is noodzakelijk om 10

consequenties te verbinden aan het niet nakomen van de verplichting. Bij het niet voldoen aan de verplichtingen wordt niet voldaan aan de eisen uit de opdrachtverstrekking. De gemeente Eindhoven wil schadeloos gesteld worden voor het niet creëren van een stukje werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De schadevergoeding staat gelijk aan tweemaal het niet ingezette percentage van de Social return verplichting. 8.3 Een gezamenlijke set aan uitvoeringsregels Social return. De gemeente stelt voor de in de bijlage opgenomen concept- uitvoeringsregels Social return als gezamenlijke uitvoeringsregels te gaan hanteren. Toelichting: dit biedt een duidelijk kader voor alle betrokkenen bij Social return in de regio. 11

9. Bijlage 1 Format Uitvoeringsvoorwaarden bij inkoop. Richtlijn Social return Uitvoeringsvoorwaarden Social return contracteis Gemeenten kunnen bij het verlenen van opdrachten Sociale voorwaarden stellen, in de vorm van Social return. Op het moment dat de Gemeente Eindhoven een opdracht verleent aan een opdrachtnemer wordt er een tegenprestatie gevraagd in de vorm van het bieden van werkgelegenheid en/of opleiding voor inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt. Op deze manier krijgen ook deze inwoners de kans om hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Gezien het belang van werk en de verantwoordelijkheid van gemeenten, worden bedrijven en instellingen op diverse manieren gestimuleerd om inwoners met een kwetsbare arbeidsmarktpositie aan werk(ervaring) te helpen. Met de komst van de Participatiewet worden werkgevers ook in toenemende mate geconfronteerd met de verplichting om banen beschikbaar te stellen voor deze doelgroep. Het stellen van Sociale voorwaarden bij het verlenen van opdrachten is hier een voorbeeld van. Artikelen Social return verplichting 1. Social return houdt in dat de opdrachtnemer aan wie een opdracht wordt verstrekt, verplicht is om een deel (over het algemeen een percentage) van de totale opdrachtsom excl. BTW te besteden aan de invulling van de Social return door de (bij voorkeur langdurige) inzet van mensen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt. Deze verplichting geldt in principe voor organisaties met meer dan 5 medewerkers in loondienst. De opdrachtnemer is verplicht bij arbeidsintensieve opdrachten (opdrachten met een arbeidsdeel van minstens 30% van de totale opdrachtsom) minimaal 5% van de opdrachtsom excl. BTW te besteden aan de invulling van de Social return voorwaarde. Wanneer de opdracht arbeidsextensief is, namelijk wanneer de loonsom minder is dan 30% van de totale opdrachtsom, wordt 2% van de opdrachtsom opgenomen in het bestek als invulling van de Social return voorwaarde. 2. Een vorm van Social return is het keurmerk PSO (Prestatieladder Socialer Ondernemen). Voor (buitenlandse) bedrijven wordt een vergelijkbaar systeem geaccepteerd indien de vergelijkbaarheid aangetoond kan worden. Op het moment dat een bedrijf of instelling in het bezit is van een geldige PSO-certificering trede 2, wordt er aantoonbaar aan de artikel 1 omschreven Social return verplichting voldaan. PSO staat voor Prestatieladder Socialer Ondernemen, een wetenschappelijk onderbouwd meetinstrument /keurmerk van TNO(Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek) en Stichting PSO Nederland (www.pso-nederland.nl). De prestatieladder wordt continue doorontwikkeld onder leiding van TNO. Social return en de opdracht. 3. De invulling van de Social return verplichting mag plaatsvinden zowel binnen als buiten de aanbestede opdracht. Indien de invulling van Social return deels plaats vindt buiten de opdracht dan dient hier wel sprake te zijn van ondersteunende diensten en werkzaamheden ten opzichte van de opdracht. 4. De invulling van de Social return verplichting wordt gerealiseerd binnen de periode van de opdracht. Het moet namelijk mogelijk zijn om de opdracht direct na afronding van de werkzaamheden definitief af te rekenen en daarvoor is het nodig dat beoordeeld kan worden in welke mate de Social return verplichting is gerealiseerd. 5. Van de bij artikel 4 genoemde periode kan worden afgeweken in het kader van duurzame plaatsing van een kandidaat. Indien opdrachtnemer bij het verstrijken van de opdracht kan aantonen dat de plaatsing zal voortduren na deze periode, mag deze periode worden 12

meegerekend voor de invulling van de Social return verplichting. Dit gebeurt altijd in overleg met het team SR van de Gemeente Eindhoven. Invulling Social return 6. Social return kan op hoofdlijnen op de volgende manieren worden ingevuld door de opdrachtnemer: a) Door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (kandidaten), zoals omschreven in artikel 7 te betrekken bij de (ondersteunende) werkzaamheden; b) Door diensten zoals groen/schoonmaak/post af te nemen van of werkzaamheden aan Sociale werkbedrijven (uitvoerende instantie Wet Sociale Werkvoorziening) uit te besteden. Het SW-bedrijf van de Gemeente Eindhoven is de Ergon; c) De opdrachtnemer mag gebruik maken van een onderaannemer bij het voldoen aan deze Social return bepaling maar blijft ook dan verantwoordelijk voor de toepassing van Social return. Hierbij dient wel aantoonbaar te worden gemaakt dat er een directe relatie met de opdracht is; d) Een organisatie is aantoonbaar in het bezit van een geldig certificaat van de Prestatieladder Socialer Ondernemen trede 2 en kan dit overleggen. Kandidaten Social return 7. De kandidaten uit de in tabel 1 benoemde regelingen tellen mee als invulling voor Social return. In de kolommen worden resp. de omschrijving en de bijbehorende criteria vermeld. In het tabel wordt uitgegaan van het moment van instroom bij de opdrachtnemer. Tabel 1: Kandidaten Social return Regeling Kandidaten Criteria Personen die vóór instroom bij de opdrachtnemer een uitkering van de Bijstandsgerechtigden kunnen één maand bij de opdrachtnemer worden ingezet met behoud van gemeente op grond van de Wwb en uitkering. Na die periode moet de opdrachtnemer de PW/WWB/ per 1 januari 2015 Participatiewet kandidaat- bij gebleken geschiktheid - een dienstverband IOAW/IOAZ (PW), IOAW of IOAZ ontvingen. aanbieden voor minimaal 6 maanden. Na ondertekening van de arbeidsovereenkomst telt de kandidaat mee voor de Social return score. WAO/WIA/ WAZ/ Wajong WSW WW Personen tellen mee op grond van een claimbeoordeling volledig arbeidsongeschikt of gedeeltelijk arbeidsgeschikt verklaard (minimaal 35%), op basis van een jonggehandicapte status of op grond van een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) van een private verzekeraar arbeidsongeschikt zijn verklaard. Voor de kandidaten met een WAO, WIA. WAZ of Wajong uitkering, dient de opdrachtgever een dienstverband voor minimaal 6 maanden aan te bieden. Na ondertekening van de arbeidsovereenkomst telt de kandidaat mee voor de Social return score. Personen tellen mee op grond van Een detacheringsconstructie o.a. indicatiebeschikking SW. Personen met als uitgangspositie WW- uitkering tellen pas mee als ze vóór instroom één jaar of langer een Voor de kandidaten met een WW uitkering, dient de WW-uitkering ontvingen. Als een opdrachtgever een dienstverband voor minimaal 6 persoon tijdens zijn recht op een maanden aan te bieden. Na ondertekening van de WW-uitkering weer aan het werk arbeidsovereenkomst telt de kandidaat mee voor de gaat en binnen 26 weken opnieuw Social return score. werkloos wordt, loopt de oude uitkering weer verder (herleving van 13

BBL/BOL niveau 1 en 2 + VSO/PRO de uitkering) voor de duur die de werkloze nog te goed had. In dit geval telt de uitkeringsduur vóór het weer aan het werk gaan mee met de duur van de WW na het opnieuw werkloos worden (moet samen ook min. 1 jaar zijn). Personen die een leerwerk- (BBL) of een stage-overeenkomst (BOL) tot niveau 1 of 2, dan wel leerlingen VSO/PRO die een stageovereenkomst hebben voor een arbeidstoeleidingsstage. Een leerwerkovereenkomst BBL of een stageovereenkomst. Leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) en praktijkonderwijs (PRO) die een stage-overeenkomst hebben met een werkgever voor een arbeidstoeleidingsstage tellen ook meer in het kader van Social return. Waardebepaling Social return. 8. De gemeente rekent bij de invulling van Social return met de volgende bedragen: a) 15.000,- voor een fulltime dienstverband voor een bijstandsgerechtigde/ Participatiewet kandidaat voor één jaar; b) 10.000,- voor een fulltime dienstverband voor een persoon met een WW, WIA of Wajong uitkering voor één jaar; c) 5.000,- per leerwerkovereenkomst BBL voor één schooljaar; d) 2.500,- per stageovereenkomst BOL; e) In geval van detachering via een Sociale Werkvoorziening mag de volledige inleenvergoeding worden meegeteld. 9. Voor het bepalen van de hoogte van het gerealiseerde Social return bedrag, geldt als uitgangspunt dat de daadwerkelijk gemaakte kosten en of ingezette uren van de in artikel 7 genoemde kandidaten en de daarbij in artikel 8 behorende bedragen door opdrachtnemer meetelt. 10. In geval van een plaatsing via arbeidsovereenkomst, een uitzendbureau of payroll constructie mogen de bruto salariskosten worden opgevoerd voor de invulling van de Social returnverplichting. De detachering fee telt nooit mee in het kader van Social return. 11. Voor (on)betaalde leerwerktrajecten mag de opdrachtnemer voor het kwantificeren van de Social return invulling daadwerkelijk gemaakte bedrijfs- en/of begeleidingskosten in rekening brengen. Eventuele stagevergoedingen vallen ook onder deze kosten. 12. Bij de inzet van de Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO) dient een geldige kopie van het certificaat overlegd te worden. Een organisatie is aantoonbaar in het bezit van een geldig certificaat van de PSO (met gevraagde trede) en kan dit overleggen. Hiermee wordt aan de volledige Social return verplichting voldaan. 13. Alternatieve voorstellen die passen binnen de doelstellingen van Social return zoals in de beleidsnotitie staan omschreven kunnen worden aangedragen bij de opdrachtgever. De opdrachtnemer moet hierbij, voor gunning, aantoonbaar maken dat het alternatief een aantoonbare waarde heeft zoals bij punt 8 omschreven. De opdrachtgever bepaald uiteindelijk of het alternatief wordt geaccepteerd. 14

Aantrekken van kandidaten. 14. De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de werving van Social return kandidaten. Indien gewenst biedt de Gemeente Eindhoven de opdrachtnemer advies en ondersteuning in het aantrekken van kandidaten. De opdrachtnemer kan zich hiervoor wenden tot het 04Werkt portal van de arbeidsmarkt regio Zuidoost Brabant. 04Werkt heeft de diverse kandidaten in beeld en kan ondersteunen bij een passende invulling van de Social return verplichting. Niet of laat nakomen Social return 15. Bij het niet voldoen aan de eisen met betrekking tot de Social return verplichting wordt niet voldaan aan de eisen uit de opdrachtverstrekking wat kan leiden tot een schadevergoeding welke gelijk staat aan tweemaal het niet ingezette percentage van de Social returnverplichting. Rapportering Social return 16. De opdrachtnemer rapporteert eens per kwartaal de resultaten van Social return. De gemeente vraagt bewijsstukken bij de opdrachtnemer op, zoals arbeidsovereenkomsten, loonstroken, bewijs van inschrijving UWV, bewijs van uitkering UWV of gemeente, stageovereenkomsten en leerwerkovereenkomsten. 17. Het team SR van de Gemeente Eindhoven zal de opdrachtnemer informeren op welke wijze deze de documenten aangeleverd dienen te worden. Het team Social return van de gemeente Eindhoven is contactpersoon voor de opdrachtnemer voor de invulling van Social Return en zal de praktische gang van zaken met de opdrachtnemer bespreken. 15