Rovertje Roof, de aarde raakt op

Vergelijkbare documenten
Werkvolk gezocht. Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les:

Het mysterie van ons bord

Liefde, voor iedereen gelijk?

Voedsel onder de loep

De aarde viert feest

Maak zelf geld. Lesvoorbereiding. Verwondering. Kennis

Over lege winkelrekken en andere weerberichten

Aardoliealarm in het bos

In de weer met striphelden

Rechtvaardige Rechters in actie

Werkloos, hoezo? Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les:

t Vuil Reclametruukske

Over taaie taboes en lastige liefdes

Ook getest op kinderen

Een nieuwe bank. Lesvoorbereiding Crisis graad 2. Verwondering

Mirjams mama en moekie

De wereld op zijn kop

Sociaal vlees. Bij lesmateriaal op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les.

Grondstof tot nadenken

Is jouw eurocent al gevallen

Als één blok samen. Laat 's morgens bij het binnenkomen de clip van de Phillibustas zien:

Op tocht met de New Star. Haal je GSM uit elkaar

Afval als voedsel - voedsel maken zónder olie

Vind je eigen geld uit

Een doortastend onderzoeker, over grondstoffen en eindigheid

Naar school in het Midden-Oosten

Professoren in systeemdenken

Vakantieland of crisisland

Broeierig Egypte. Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les:

Cruisevaarders hou je vast

Geld is een bril, geluk is dat ook

Iedereen een stem? Lesvoorbereiding. Verwondering

Kiezen of verliezen. Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les:

Wij menen het! Vertel de leerlingen dat je een brief hebt gekregen van een aantal onderzoekers die hulp nodig hebben.

De bond voor de betere uitvinding

Het klimaat, onder ons gezegd en gezwegen

Winkelen in het bos?

Superboom. Kinderen onderzoeken op basis van een detail op een afbeelding hoe de volledige

Ben jij in de stemming

Door de bomen het pretpark zien

Ik geloof dus ik ben?

Van afvalberg tot afvaldal

Samen sterk ieders inbreng is van belang

Bruine bananen. Doelstellingen

Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal

Duurt eerlijk het langst?

EEN GOEDE VOORBEREIDING IS HET HALVE WERK. Plannen en evalueren van een activiteit. Inhoud

200 JAAR STATEN-GENERAAL

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 7 en 8

BLIJ MET EEN EI. Blij met een ei, april 2011 Speel-o-theek De Dobbelsteen

Actief en creatief aan de slag met de Belevingskaart: 8 inspirerende werkvormen

Op fietstocht in eigen land en naar zichzelf

Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal

Praktisch: Inhoudelijk: Thema: een dag uit het leven van een kind in België en in Dogbo, focus op watergebruik

Dag 1 Kaders vol kunst!

Behandelde onderwerpen Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (eventueel: verbanden tussen kinderrechten)

Energie, derde graad Wie van de drie: Kernenergie, Windenergie of Gas

LEERJAAR 2 WERELDORIËNTATIE

Lesbrief: Variëren met eten Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Onze eigen boontjes doppen in Kenia

Je eigen nieuwjaarsbrief

BREEK DE MACHT KORTE OMSCHRIJVING SPEL SPELDOELEN LEERDOELEN AANTAL DEELNEMERS

Rob Bervoets - 3 Balo a 0. Het verhaal achter het spel

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke

Maak je keuze (Uit: RECHT-vaardig, menswaardig)

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

Spelregels voor de kaarten Beroepskwaliteiten en Leerpunten. Het Beroepskwaliteitenspel

B. Lessuggesties bij het lied Daar zat een aapje op een stokje. 1. Kledingstuk maken voor knuffel ...

Overijse Overlegt. Samen dromen & denken over de toekomst van onze gemeente. Leidraad voor grotere toekomsttafel

Elk kind heeft recht Elk kind heeft recht Elk kind heeft recht Elk kind heeft recht. op gezonde voeding, water, kleding en onderdak

Instructie voor spelbegeleider

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 5 en 6

De barmhartige Samaritaan

Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten.

THEMA 9: MIJN OMA EN OPA WONEN IN BRAZILIË. webversie

Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal

BIJ-ODIVERSITEIT. Kinderen verklaren waarom wij voor veel producten afhankelijk zijn van de

DE INFOBEURS. Beroepsopleiding, werk, werkervaring, stage. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

Wat kies ik? PO groep 3 / 4 expositie Waanzien MOTI Breda Voorbereidende les HANDOUT voor leerkrachten behorende bij de powerpoint 1

ACTIVITEITEN GROEP 3 en 4

lesmateriaal Taalkrant

Maarten Stevens

China. Stadsgeluiden in China. 3 lessen rond geluiden in een Chinese stad. Vakgebied: Muziek. Lesduur: 60 minuten per les

PLEINGEIN SPELENDERWIJS IN GESPREK OVER HET SCHOOLPLEIN

Sorteer netjes! 1. Knip de kaartjes van bijlage 1 uit. Sorteer

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

Groepsverdeling. Naam student Sanne Fabri Leergroep OLO3F Naam mentor Ann Verstraete & Charlotte Seynaeve Klas 1 ste lj Aantal lln.

Zand erover. verzoeningsviering voor de tweede graad. VAN IN 2013 Tuin van Heden.nu - Viering

Grote kuis. Lucht/poetsen/JK en OK

Schoolbrede start (15 min) Zie hoofdstuk Schoolbrede start.

Les 1.3 Lichamelijke beperking

Lesbrief: Woonwijk van de toekomst Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst

Roodkapje vult haar mandje

HET ALLERMOOISTE LIEVELINGSGETAL Marisca Milikowski

Hoe werkt een balpen?

Tuin van Heden 2 Werken met kunst in de kerstperiode

BLOK 1 thema 1 Kennismaking

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS EN DE BEESTENBENDE

Transcriptie:

Grondstoffen graad 1 Lesvoorbereiding Rovertje Roof, de aarde raakt op Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les: Print de aardekaartjes 6 keer. Print voor je eigen gemak elke grondstof uit op een andere kleur papier. Je kan eventueel de kaartjes recto verso printen, met telkens op de achterkant een wereldbol. Projecteer de foto's van de kinderen op het smartboard: Rose uit Congo, Sofia uit België, Jempi uit de Filippijnen en Ana uit Peru. Print de knutselkaarten 4 keer. Print de roverskaarten en de roverskaarten bis elk 4 keer. Knip verticale stroken uit per voorwerp of voedingsmiddel. Projecteer de e-mail van Ana uit Peru. Voorzie 3 linten/sjaals voor het spel in stap 3. Verwondering Ga in een kring zitten en bespreek: Hoe maak je een zandkasteel? Hoe maak je een kamp in het bos? Zorg dat iedereen de kans krijgt om te vertellen over zijn of haar manier om een zandkasteel/kamp te bouwen. Laat de leerlingen eventueel van thuis een foto meebrengen van een zandkasteel of kamp dat zij ooit hebben gemaakt. De aarde geeft ons materiaal om mee te spelen, maar geeft ons nog veel Kennis STAP 1 - LOOPSPEL: ROVERTJE-ROOF Voor dit lesonderdeel heb je een turnzaal of de speelplaats nodig, want het is een loopspel. Verdeel de leerlingen in 4 groepen. Vertel hen dat ze een spel gaan spelen. Elke groep woont in een ander land. Elk land heeft een aanvoerder uit het land zelf. GROEP 1: Congo, het land van Rose GROEP 2: België, het land van Sofia GROEP 3: Filippijnen, het land van Jempi GROEP 4: Peru, het land van Ana

Toon de foto's van de kinderen, neem de wereldbol of de wereldkaart erbij en duid de landen erop aan. Hang de foto s met een duimspijker op de wereldkaart. Speluitleg Speldoel: Rose, Sofia, Jempi en Ana willen allerlei dingen maken. Daarvoor hebben ze grondstoffen nodig uit de aarde, net zoals wij grondstoffen van de aarde gebruiken als we een zandkasteel of een kamp in het bos maken. Het spel wordt gespeeld in groepen. Elke groep moet Rose, Sofia, Jemi of Ana helpen bij het verzamelen van de nodige grondstoffen om de spullen te maken. Die grondstoffen moeten uit de aarde gehaald worden: water, olie, goud, hout De landen zijn op de grond getekende kampen rond een centrale cirkel die de aarde voorstelt. Opmerking: De meeste grondstoffen kennen de leerlingen waarschijnlijk niet. Het gaat er echter niet om dat zij weten wat goud, olie,... is of hoe het precies gebruikt wordt. Het doel van de les is dat de leerlingen bewust worden dat wij heel veel van de aarde gebruiken. Spelregels: Elke groep vertrekt vanuit zijn land. Elk land krijgt zijn eigen knutselkaart waarop 3 dingen staan die zij willen maken. De volgorde waarop de dingen staan vermeld, is de volgorde waarin gespeeld wordt. Voor elk ding moet het land de juiste grondstoffen in de aarde halen. De grondstoffen liggen in de aarde in de vorm van aardekaartjes. Bij het startsignaal bekijkt elk land wat zij eerst willen maken. Vervolgens loopt één leerling van elke groep naar de leerkracht om een roverskaart te gaan halen. Op die roverskaart staat welke grondstoffen - en dus hoeveel en welke aardekaartjes - je precies uit de aarde moet halen om jouw voorwerp te kunnen maken. Bij elk voorwerp hoort dus een andere roverskaart. Alle aardekaartjes liggen in een grote cirkel op de grond die de aarde voorstelt. Je mag maar 1 aardekaartje tegelijk halen. Als je een aardekaartje hebt genomen uit de aarde, moet je het onmiddellijk eerst naar je land brengen, voor je een ander aardekaartje kan gaan roven. Elk land duidt best - per ding waarvoor gelopen wordt - best iemand aan om de binnenkomende aardekaartjes te tellen. Deze persoon blijft in zijn land. Hij geeft aan als er van bepaalde aardekaartjes genoeg binnen zijn en zegt aan de anderen welke aardekaartjes er nog moeten gehaald worden. Hij is ook diegene die de roverskaart bij zich houdt. Als alle aardekaartjes die op de roverskaart vermeld staan, verzameld zijn, legt hij ze samen met de roverskaart netjes weg. Zo raken ze niet verloren of vermengd met andere aardekaartjes die later worden verzameld. Vervolgens kijkt de groep op zijn knutselkaart welk het volgend voorwerp is dat ze wil maken. Iemand van de groep loopt naar de leerkracht voor de corresponderende

roverskaart. De groep duidt een andere persoon aan die in het land blijft om de aardekaartjes te tellen. De groep begint weer aardekaartjes te verzamelen. Het spel eindigt als er geen aardekaartjes meer in de aarde zijn. Ga naar de speelplaats of de turnzaal. Teken een grote cirkel in het midden van de speelplaats. De cirkel is de aarde. Teken op een afstand van 10 meter rond de aarde, als satellieten, 4 cirkels. De cirkels rond de aarde zijn de 4 landen. Elk groepje gaat in een land staan. Leg de aardekaartjes verspreid in de cirkel van de aarde. De cirkel is de aarde met alles wat zij voortbrengt. Je legt: 20 waterkaartjes, 12 houtkaartjes, 20 oliekaartjes en 9 goudkaartjes. Overloop de aardekaartjes: dit zijn kaartjes met de grondstoffen die Rose, Sofia, Jempi en Ana nodig hebben om hun spullen te maken. Neem voor je het startsignaal geeft zelf een centrale plek in met de roverskaarten ter hand. Speel het spel. Het spel eindigt als er geen aardekaartjes meer zijn. Controleer de verzamelde aardekaartjes: Heeft een kamp alle aardekaartjes voor zijn knutselkaart kunnen verzamelen? Welke voorwerpen kan je niet maken omdat je niet alle aardekaartjes hebt verzameld? Welke aardekaartjes waren er tekort? Wie heeft het spel gewonnen? Vertel de leerlingen: Of de winnaar van het spel echt ook de groep is van het land dat alle nodige grondstoffen heeft kunnen verzamelen, is niet echt zeker. We zullen eens kijken.. STAP 2 - NABESPREKING Verzamel de leerlingen in een kring en bespreek: 1. De voorwerpen en de grondstoffen die nodig zijn om ze te maken: In de aarde zitten veel grondstoffen die wij mensen gebruiken om dingen mee te maken. Welke dingen kunnen we maken met water? Met olie? Met koper?... De leerlingen sommen de dingen op aan de hand van de voorwerpen die hun land moest verzamelen tijdens het spel. 2. Kunnen grondstoffen ook echt op raken? Wij hadden in het spel niet genoeg grondstoffen om alle voorwerpen te maken die we wilden, en dat in alle landen. Heeft de aarde in het echt ook onvoldoende grondstoffen om alles te maken wat wij willen? Of raakt de aarde nooit op? De leerlingen geven hun mening. Help hen door sturende vragen te stellen adhv grondstoffen die zij kennen: Kan water op raken? Waarom wel/niet?

Kunnen bomen ooit 'op' zijn zodat er geen hout meer is? 3. Welke voorwerpen kunnen niet meer gemaakt worden als het water op is? Voor welke voorwerpen hadden we water, olie, hout,... nodig? De leerlingen denken hiervoor terug aan het spel en de aardekaartjes die zij verzameld hebben. 4. Is het erg als die voorwerpen niet meer gemaakt kunnen worden? Kunnen wij leven zonder brood, aardappelen, rijst? Kunnen wij leven zonder auto, computerspel,...? De leerlingen beelden zich in hoe hun leven er zou uitzien zonder alle voorwerpen van hun knutselkaart. 5. Is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de grondstoffen nooit op raken? Deze vraag zal waarschijnlijk deels beantwoord zijn bij vraag 4. Kom samen met de leerlingen tot een consensus. Kom ook even terug op de vraag of er echt iemand gewonnen is doordat die als snelste alle grondstoffen kon wegroven. Eigenlijk winnen we pas als de grondstoffen niet opraken. Of niet? STAP 3 - ROVERTJE-ROOF BIS Stel voor om het spel anders te spelen, zodat de grondstoffen van onze aarde niet uitgeput raken en er altijd genoeg is voor iedereen, overal ter wereld. Om te verhinderen dat de grondstoffen opraken, kan je het volgende doen: 1. Je kan per groep beslissen dat je het voorwerp niet nodig hebt en dat je iets anders in de plaats doet, dat je het voorwerp deelt met anderen, dat je een oud voorwerp hergebruikt. 2. Je neemt de grondstoffen trager weg zodat de aarde tijd krijgt om zich te herstellen en grondstoffen aan te maken. Dit gebeurt vanzelf, doordat 2 of 3 leerlingen worden aangeduid als beschermers van de aarde. Zij zien erop toe dat het wegnemen niet te snel gebeurt. Ondertussen zal de leerkracht om de 5 minuten aardekaartjes bij leggen in de aarde. Overloop de roverskaarten bis en de voorgestelde alternatieven. Wat verandert er in het spel? 1. De roverskaart wordt niet meer gebruikt. In de plaats wordt de roverskaart bis gebruikt. Op roverskaart bis lezen de leerlingen niet enkel hoeveel grondstoffen ze nodig hebben voor hun voorwerpen, maar ze krijgen ook enkele alternatieven voorgesteld. Samen beslist elke groep of ze een alternatief willen nemen en voor welk alternatief ze kiezen. Elk alternatief heeft een ander aantal aardekaartjes nodig. Eens ze een alternatief beslist hebben, kruisen ze het aan op hun roverskaart en beginnen ze zoals voorheen de aardekaartjes te verzamelen. 2. Het roven van de grondstoffen wordt nu bemoeilijkt door de beschermers van de aarde.

De leerlingen van de groepen die grondstoffen gaan roven, krijgen een lint achteraan in hun broek, als een staart. De leerlingen gaan weer aardekaartjes verzamelen, maar moeten nu opletten dat zij hun staart niet kwijtraken bij het binnengaan van de aarde. De beschermers van de aarde zullen immers hun staart trachten uit hun broek te trekken. Als dat gebeurt, moeten ze terug naar hun land om hun staart terug te steken. Enkel dan mogen ze terug naar de aarde gaan om een aardekaartje te roven. Om de 5 minuten legt de leerkracht 3 aardekaartjes van elke grondstof bij in de cirkel van de aarde. Overloop de spelregels en de veranderingen. Duid 2 of 3 leerlingen aan die beschermer van de aarde worden. Neem bij voorkeur maximum 1 leerling per groep. Deze leerlingen zullen niet meer op tocht gaan om aardekaartjes te roven, maar zullen in een kring rond de aarde gaan staan. Door het lint uit de broek van de rovers te trekken, vertragen ze het roven van grondstoffen en geven ze de aarde de kans om grondstoffen bij te maken. De beschermers mogen enkel de linten wegtrekken van leerlingen die zich buiten de cirkel van de aarde bevinden. Eens de leerling in de cirkel is, kan zijn lint niet worden weggetrokken. Dat kan wél als hij terugloopt naar zijn land, op voorwaarde dat hij zich buiten de cirkel van de aarde bevindt. De groepen gaan terug in hun landen staan. Leg de aardekaartjes terug in de aarde: 20 waterkaartjes, 12 houtkaartjes, 20 oliekaartjes en 9 goudkaartjes. Houd de resterende aardekaartjes die je hebt uitgeprint bij de hand. Geef het startsignaal. Vergeet niet om nu de roverskaart bis te geven in plaats van de roverskaart. Vergeet ook niet om de 5 minuten 3 kaartjes van elke grondstof in de aarde te gaan bijleggen. (Hoeveel kaartjes je precies bijlegt is niet belangrijk. Er zijn nu genoeg aardekaartjes in de aarde gelegd om de leerlingen hun voorwerpen te laten verzamelen, mits ze allemaal voor de alternatieven kiezen. Houd tijdens het spel goed in het oog of er van alle kaartjes genoeg zijn. In deze spelronde is het de bedoeling dat de leerlingen ervaren dat er genoeg grondstoffen zijn in de aarde als we voor alternatieven kiezen en de aarde meer rust gunnen.) Het spel eindigt als iedereen zijn grondstoffen heeft verzameld. Er waren nu wel genoeg aardekaartjes om aan ieders vraag te voldoen. STAP 4 - NABESPREKING Verzamel de leerlingen in een grote kring en bespreek: 1. De manieren om ervoor te zorgen dat we minder grondstoffen nodig hebben van de aarde: Hebben we nu alle grondstoffen kunnen verzamelen voor Rose, Sofia, Jempi en Ana? Hoe komt dat? - Soms hebben jullie iets anders gekozen dan op je knutselkaart stond. Wat hebben jullie gekozen? De leerlingen denken na over de voorgestelde alternatieven op de roverskaart bis en de keuzes die zij maakten. Vestig hun aandacht ook op de rol van de beschermers die

ervoor zorgden dat de verschillende landen minder snel van de grondstoffen konden nemen. De aarde kon zo rusten en nieuwe grondstoffen aanmaken. 2. Wie is de winnaar nu? Het is fijn dat iedereen in alle landen de nodige grondstoffen kon nemen. Vestig hier de aandacht op. 3. De grondstoffen uit de aarde In het begin van de les spraken we over de materialen uit de natuur die we gebruiken om zandkastelen, kampen, nestjes,... te maken. We zeiden toen dat we veel meer van de aarde gebruiken dan we zelf denken. We gebruiken niet alleen grondstoffen van de aarde om kampen mee te bouwen. Waarvoor nog allemaal? De leerlingen geven voorbeelden aan de hand van het spel. STAP 5: DE E-MAIL Vertel de volgende dag dat je een e-mail hebt gekregen van Ana uit Peru. Laat de email lezen op het smartboard en bespreek: Willen wij Ana helpen? Filosoferen Maak van je leerlingen veerkrachtige en kritische wereldburgers door met hen te filosoferen. Zet je samen met de leerlingen in een kring. Zorg dat je elkaar in de ogen kan kijken. Vertel hen dat je gaat nadenken over één vraag (zie voorbeeld). Hoe meer vragen die ene vraag oproept, hoe beter. Het is helemaal niet erg als de leerlingen geen pasklare antwoorden vinden. Er zijn slechts drie regels: 1) Ze mogen allerlei opmerkingen maken als ze bereid zijn het uit te leggen. 2) Ze luisteren naar elkaar. 3) Alles wordt in vertrouwen gezegd. Voorbereiding: Je bereidt een filosofisch gesprek voor door een discussieplan op te stellen (zie hieronder). Je start met één thema uit de les als concept. Daaruit leid je opnieuw verschillende concepten af. Deze concepten helpen je om de hoofdvraag en bijvragen te formuleren. De bijvragen kunnen aan bod komen om een antwoord te vinden op de hoofdvraag. Let wel, het is niet de bedoeling om tijdens het filosofisch gesprek het discussieplan letterlijk te volgen. Laat ruimte voor de inbreng van de leerlingen. Het discussieplan is als een kompas dat je door het gesprek kan leiden. Gemeenschappelijke beleving:

Projecteer de prent Moeder Aarde. Doe een rondje bij de leerlingen en vraag wat in hen opkomt. Vraag wat ze zien. Geef als leerkracht geen antwoorden. Laat het helemaal van de leerlingen komen. aarde leven grond roofbouw gewasse n mens dier respect einde? Hoofdvraag: Moeten we voorzichtig zijn met de aarde? Subvragen: Mogen we de aarde opgebruiken? Van wie is de aarde? Leeft de aarde? Mogen mensen de natuur veranderen? Kan de aarde boos zijn op de mens? Smaakt dit naar meer? In de nascholing 'initiatie in filosoferen met kinderen' reiken we een houvast aan om een filosofisch gesprek te begeleiden aan de hand van inspirerende vragen. Of bekijk wat een coaching voor jou (en je team) kan betekenen. Interessante informatie over filosoferen met kinderen vind je bij de links.

Actie Bespreek hoe we Ana kunnen helpen. We moeten de anderen laten weten dat alle materialen waar onze spullen en ons eten van gemaakt worden van en uit de aarde komen. De leerlingen komen zelf zoveel mogelijk met ideeën. Als er geen ideeën komen, kan je voorstellen om het spel Rovertje-Roof en Rovertje-Roof BIS te spelen met de andere kinderen op de speelplaats. Reflectie Teken een thermometer op een grote flap, met een lachend gezichtje bovenaan bij de warme temperaturen, en een huilend gezichtje onder nul. De leerlingen schrijven hun naam ter hoogte van de temperatuur waar zij aan denken bij deze les. De leerlingen vertellen waarom ze hun naam daar hebben geschreven.