1. Inleiding. 2. Centrale thema s in de adoptiestudie

Vergelijkbare documenten
Eerste resultaten van de Leuvense AdoptieStudie (LAS)

Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als

Hersenen en hechting. prof. dr. Patrick Luyten K.U.Leuven Leuvense Adoptie Studie (LAS)

voorkant cover in de kijker

Samenvatting. Inleiding

Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen. Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA

GENERATIE 2020 E E N BLIK OP DE RESULTATEN

INFORMATIEBROCHURE BINNENLANDSE

Regulatiemoeilijkheden binnen de moeder-baby dyade

De ontwikkeling van adoptiekinderen en geadopteerden

Opvoedingsvragen, nood aan ondersteuning en preventieve gezinsondersteuning bij gezinnen met jonge kinderen

JOnG!0: Longitudinale ontwikkeling van opvoeding, kindgedrag en zorg

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

NIEUWSBRIEF 2. Het Onderzoek

VAN NUL - TOT - VIJF. Navorming en opleiding in de geestelijke gezondheidszorg

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD

Infant Mental Health

Inhoud. Woord vooraf 13. Inleiding 15. Leeswijzer 19

Van Hé, hier ben ik tot Ha, daar ben jij

Medisch trauma in de babytijd impact en behandeling

De studie steunt op het theoretische en empirische fundament van de gehechtheidstheorie. Hoofdstuk 1 geeft een overzicht van de stand van zaken binnen

Marielle Dekker Psycholoog Projectcoördinator

ZELF-DETERMINATIE THEORIE EN PSYCHISCH WELZIJN

Groot Perinataal Overleg preventie en cliënten participatie

Partnerschap en ouderschap in donorgezinnen. Elia Wyverkens Hanna Van Parys

Adoptie Stap voor stap

Het samenspel van genen en omgeving: Relevantie voor de Jeugdgezondheidszorg

Beeldende. kinderen /adolescenten met gedrags- en emotionele problemen De resultaten van een beschrijvende literatuur studie

Leergang IMH-Systeemtherapie Werken met jonge gezinnen: Van preventie tot psychiatrie

OUDERS EN HET JONGE KIND WERKEN IN DE TRIADE

De multidisciplinaire richtlijn voor de preventie en toepassing van afzondering en fixatie in de residentiële GGZ

Vertrekpunt van de lezing is de actuele stand van het onderzoek naar de effecten van interlandelijke adoptie. Daarna gaan we in op het veranderde

De Jutters centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie. Mentaliseren Bevorderende Therapie voor kinderen Nicole Muller

Hechting en hechtingsproblemen. Risico- en beschermende factoren

Reactieve hechtingsstoornis; een diagnose in beweging. Band Gedrag Interactie Relatie Stoornis Mentale representatie

Budgetcoach Functieprofiel

KIND IN CONTEXT. "Successful parenting is a principal key to the mental health of the next generation." John Bowlby

Reactieve hechtingsstoornis; een diagnose in beweging. Band Gedrag Interactie Relatie Stoornis Mentale representatie

Opvoeden Plus Opvoeden van een kind met autisme

zorgen, behoefte aan hulp en zorggebruik bij kinderen en jongeren

Moeders met borderlinepersoonlijkheidsstoornis

Inleiding psycho-educatie ASS bij volwassenen

van nul - tot - vijf Navorming en opleiding in de geestelijke gezondheidszorg T w e eja r ige op l e i di ng tot desk u n dige i n

SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF- EN BELONINGSGEVOELIGHEID EN EETSTIJLEN BIJ ADOLESCENTEN?

Informatiebrochure voor hulpverleners

Nieuwsbrief voor ouders. Universiteit van Amsterdam. De sociale ontwikkeling van kinderen. Amsterdam, april 2012, jaargang 5, nr.

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte.

Nieuwsbrief Een goed begin

Betekenis van vaderschap

De informatiesessie Raadgevend Comité van het Vlaams Centrum voor Adoptie 7 oktober 2013

Opleiding tot Infant Mental Health generalist

Wat gaat er in dat lichaampje om? De betekenis van het lichaam bij jonge kinderen en hun ouders. Hilde Seys. 30/04/2019 Hilde Seys KU Leuven 1

faculteit gedrags- en maatschappijwetenschappen Vroege ontwikkeling Motorische ontwikkelingspatronen bij jonge kinderen met ZEVMB

VAN NUL - TOT - VIJF. Navorming en opleiding in de geestelijke gezondheidszorg

Internationale adoptie van een kind met specifieke ondersteuningsbehoeften: naar een onderbouwde en gedeelde definitie van special needs -adoptie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

Omgangscentrum Drenthe

Rouw en veerkracht: Het belang voor palliatieve zorg

Preventie door de eerstelijn van langdurige afwezigheid op het werk

Een adoptiekind ouder dan eerdere kinderen in het gezin: aandachtspunten vanuit de klinische praktijk. Nicole Vliegen Mei 2017

Wie we zijn en wat we doen

Samenvatting (Summary in Dutch)

Sherborne en gehechtheid

Algemeen. Prematuur geboren kinderen: Sociaalcommunicatieve ontwikkeling in de eerste levensjaren. Leen De Schuymer

Opleiding ouderbegeleiding

Voorwoord door Femmie Juffer

HERSTELLEN KAN JE ZELF Hoopvol leven met een psychische kwetsbaarheid

Vormingskalender Samen bouwen aan kinderkansen

Samenvatting (Dutch summary)

inleiding 1 concordantievan gehechtheid

Deel 1: Positieve psychologie

Budgetcoach Functieprofiel

Openheid en privacy tijdens de puberteit van geadopteerden. drs. Gera ter Meulen en dr. Anneke Vinke

Nederlandse samenvatting

Hulp bij adoptie: gewoon waar mogelijk, speciaal waar nodig. CJG-Eindhoven, 24 januari 2011 Cindy op den Buijs FIOM Rita Kobussen SAV

GROTE VARIATIE. Determinanten van gedragsontwikkeling bij kinderen en jongeren met cerebrale parese KENNISMAKING KINDEREN MET CEREBRALE PARESE

VAN NUL - TOT - VIJF. Navorming en opleiding in de geestelijke gezondheidszorg

Onderzoek naar de behoeften van jongeren die iemand verloren door zelfdoding

Welkom op de DAG VAN DE JEUGDHULP 2018

Techniek? Dat is niks voor mij. Hoe kunnen scholen en bedrijven samen bijdragen aan een betere beeldvorming over en keuze voor bèta en techniek?

INFORMATIEBROCHURE HUMANE WETENSCHAPPEN

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media

Strengthening medical teachers professional identity. Understanding identity development and the role of teacher communities and teaching courses

Portugal (update 02/2015)

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Excessief huilen

Lezing Wereldkinderen, regio Arnhem - Nijmegen, 10 april 2008

Onderzoeksfiche e00295.pdf. 1. Referentie

Jan Dirk van der Ploeg publicaties (4)

Opvoeding partnerrelatie - ondersteuning

Werkmodel voor vroegdetectie en preventie bij KOPP

Onderlinge verbondenheid. begeleiding en zorg voor mensen met een verstandelijke en/of andere beperkingen

Opdracht Nederlands Adoptie

Disclosure. Wie doorbreekt de cirkel van mishandeling? Kindermishandeling. Comorbiditeit. Prevalentie in Nederland. Prevalentie in Nederland

Facts & Figures: Slachtofferschap van (cyber)pesten

Curatr als tool voor organisatie-ontwikkeling

Wat moeten adop1eouders meer hebben dan goed genoeg ouderschap? Een aantal belangrijke factoren voor goed verlopende adoptie

Modulaire opleiding IMH-specialist

Waarvoor kan men bij ons terecht?

Kwaliteitsvolle zorg en ondersteuning voor kinderen en jongeren in Vlaanderen: Een selectie van bevindingen van JOnG!

Blauwdruk Nazorg Adoptie. Werkgroep Nazorg

Transcriptie:

Titel: De Leuvense AdoptieStudie (LAS) Auteurs: Femke Permentier, Nicole Vliegen, Patrick Luyten, Sara Casalin, Eileen Tang, Liesbet Nijssens, Stefan Kempke 1. Inleiding Internationaal is er al heel wat onderzoek verricht naar de ontwikkeling van adoptiekinderen. De resultaten van enkele grote meta-analytische studies van Nederlandse collega s suggereren dat het merendeel van de kinderen het na adoptie goed stelt (van IJzendoorn & Juffer, 2006). Bij een subgroep verloopt de ontwikkeling echter niet optimaal. Uit dezelfde studies blijkt dat adoptiekinderen ook relatief sterk vertegenwoordigd zijn in de hulpverlening. Vraag is of dit wil zeggen dat adoptiekinderen kwetsbaarder zijn, dan wel dat adoptieouders sensitiever zijn en sneller hulp zoeken bij moeilijkheden in de ontwikkeling van hun adoptiekind. In Vlaanderen bestond tot voor kort zeer weinig onderzoek naar adoptie. Daarom werd na intens overleg met de Vlaamse adoptiesector in het voorjaar van 2009 gestart met een longitudinaal onderzoek bij Vlaamse adoptiegezinnen in het kader van internationale adoptie. De focus van het onderzoek is meervoudig en ligt op (1) aspecten van de sociaal-emotionele ontwikkeling van de adoptiekinderen, (2) aspecten van de ontwikkelingen in het adoptieouderschap, en (3) de interactie tussen adoptieouders en kinderen. We hebben daarbij oog voor zowel veerkracht- als kwetsbaarheidsfactoren (Tang, Vliegen & Luyten, 2011). In dit artikel lichten we de centrale thema s, de concrete opbouw en de klinische relevantie van dit onderzoek toe. 2. Centrale thema s in de adoptiestudie De longitudinale opbouw met verschillende onderzoeksmethoden staat ons toe om in het adoptieonderzoek zeer breed te kijken naar ontwikkeling van adoptiekinderen en - ouderschap. In wat volgt belichten we enkele van de cruciale thema s uit de studie. -Ontwikkeling van ouderschap 1

Vernieuwend in deze studie is de sterke focus op adoptieouderschap. We focussen op verwerking van onvruchtbaarheid en de beleving van ouders tijdens de verwachtingsperiode en na de komst van het kind (Tang, Vliegen, & Luyten, in druk). We willen graag begrijpen hoe ouderlijke identiteit tot stand komt doorheen het adoptieproces. Daarnaast vormen de persoonlijkheid van vaders en moeders en de invloed van persoonlijkheid op kindontwikkeling belangrijke thema s. -Ouderlijk Reflectief Functioneren De sociaal-emotionele ontwikkeling bij jonge kinderen vindt plaats in relatie met zorgfiguren die een veilige, responsieve omgeving voor het kind vormen. Veel adoptiekinderen hebben in hun eerste levensmaanden een betrouwbare, beschikbare zorgfiguur gemist en hebben relationele breuken en ingrijpende veranderingen meegemaakt. We verwachten dat net bij deze kinderen de omgeving een belangrijke invloed heeft op de ontwikkeling na adoptie. In onze studie bestuderen we het ouderlijk reflectief functioneren. Dit is het vermogen van de ouder om het gedrag van het kind te begrijpen vanuit achterliggende gedachten, gevoelens, intenties en betekenissen. We verwachten dat het reflectief functioneren een verklarende rol kan spelen in onder andere het (her-)opbouwen van een veilige gehechtheidsrelatie (Vliegen & Nijssens, 2010). -Theory of mind Theory of mind is het vermogen om acties en interacties van jezelf en anderen te begrijpen vanuit onderliggende mentale toestanden (Ensink & Mayes, 2010). Deze vaardigheid ontwikkelt zich bij kinderen geleidelijk aan vanaf de geboorte. We onderzoeken bij onze adoptiekinderen welke rol kindtemperament, gehechtheidstijl en ouderlijk reflectief functioneren spelen in het ontwikkelen van het vermogen tot theory of mind bij adoptiekinderen. -Temperament Klassiek wordt temperament beschouwd als een aangeboren kindfactor, verwijzend naar de typische manier waarop kinderen hun emoties zoals verdriet of vreugde tonen. Rothbart (Rothbart & Sheese, 2007) toonde met haar onderzoek aan dat ook zelfregulatievaardigheden (bijvoorbeeld aandacht focussen, frustraties verdragen, kunnen 2

wachten) tot het temperament behoren. Voor de ontwikkeling van deze vaardigheden is de steun van de omgeving heel belangrijk. Daarom gaan we in het onderzoek na hoe ouderlijke factoren zoals temperament, persoonlijkheid en depressieve symptomen, in interactie met het temperament van het kind, de verdere ontwikkeling mee vormgeven (Casalin, 2011). 3. Opzet van de studie 3.1 Deelnemende gezinnen De deelnemers zijn heteroseksuele ouderparen die een adoptiekind verwachten tussen de 0 en 2,5 jaar. Het gaat telkens om het eerste kindje bij koppels zonder biologische kinderen. We gaan er immers van uit dat de komst van een eerste kind veel teweeg brengt in het proces van de herorganisatie van de identiteit van beide ouders (Vliegen & Rexwinkel, 2011). Het onderzoek start bij ouders die een geschiktheidsvonnis i hebben, en die wachten op de komst van een buitenlands adoptiekindje. In het totaal zullen aan deze studie 100 ouderparen deelnemen. 3.2 Meetmomenten en onderzoeksmethoden Tot nu toe zijn er zes onderzoeksmomenten voorzien met telkens een bevraging via vragenlijsten en een interview en/of observatie (zie figuur 1). Het eerste meetmoment vindt plaats wanneer de ouders op een wachtlijst staan voor interlandelijke adoptie, maar nog geen kind toegewezen kregen. Deze periode is vergelijkbaar met een zwangerschap, maar duurt meestal langer en een groot verschilpunt is de onzekerheid over het toekomstige kind en het moment waarop het zal komen. Bij het eerste onderzoeksmoment worden de ouders geïnterviewd over hun verwachtingen rond de adoptie. Daarnaast vullen ze een vragenlijst in die onder andere peilt naar persoonlijkheid, gehechtheid, temperament en interpersoonlijk functioneren. Twee tot drie weken na de komst van het kindje, vindt het tweede meetmoment plaats. De interactie tussen moeder en kind wordt geobserveerd tijdens een vrij spelmoment. Daarnaast wordt de beleving van het ouderschap, het temperament en de sociaalemotionele ontwikkeling van het kind in kaart gebracht via vragenlijsten. Het derde onderzoeksmoment, zes maanden na kindkomst, bestaat uit vragenlijsten, een interview en een gestructureerde kindobservatie. Tijdens het interview vragen we de ouders 3

hoe ze de periode na kindkomst beleven en hoe zij hun kind ervaren. De kindobservatie meet het temperament aan de hand van enkele korte taakjes. Bij kinderen tot 24 maanden observeren we op welke manier ze hun interesse tonen voor foto s en aantrekkelijk speelgoed. De oudere kinderen, tot 36 maanden, krijgen daarnaast ook enkele taakjes waarbij ze moeten wachten op hun beurt of op een leuke beloning. Het vierde meetmoment op 12 maanden na de komst bestaat opnieuw uit vragenlijsten en een herneming van de temperamenttaakjes. Wanneer het kind tussen 3,5 en 4 jaar oud is, onderzoeken we de ontwikkeling van Theory of Mind aan de hand van enkele gestructureerde taakjes. Afhankelijk van de leeftijd van het kind bij adoptie, worden deze taakjes aangeboden tijdens het vijfde of zesde onderzoeksmoment, 24 en 36 maanden na kindkomst. Daarnaast overlopen we tijdens het vijfde onderzoeksmoment met de moeder welke belangrijke levensgebeurtenissen hebben plaatsgevonden in het gezin sinds de komst van het kind. 3.3 Onderzoeksmedewerkers Voor deze studie werken we samen met 33 klinisch psychologen die over heel Vlaanderen wonen en werken. Het gaat om ervaren therapeuten die extra worden opgeleid tot onderzoeksmedewerker. We kiezen ervoor elk gezin te laten opvolgen door een vaste medewerker die hen doorheen het onderzoeksmoment loodst. Op deze manier verzekeren we continuïteit voor de ouders en hopen we dat ze de samenwerking ook voor zichzelf als een verrijking ervaren. 4. Verbonden met en ten dienste van praktijk en hulpverlening 4

Een belangrijke doelstelling van de Leuvense AdoptieStudie is het verruimen van onze kennis ten dienste van de praktijk en de hulpverlening. In een verkennend onderzoek naar adoptie in Vlaanderen gaven adoptieouders aan nood te hebben aan meer adoptiesensitieve hulpverleners (Tang et al., 2011). Hiertoe dienen therapeuten zowel een sterke klinische als een wetenschappelijke basis te hebben. Met onze studie trachten we op verschillende manieren aan deze noden tegemoet te komen. Enerzijds door het onderzoek zelf: vanuit een nauw contact met verschillende adoptie-instanties en hulpverleners formuleren we onderzoeksvragen die praktijkrelevant zijn. We onderzoeken welke ouder- en kindfactoren en -processen ontwikkelingstrajecten bij kinderen kunnen verklaren. De verworven inzichten trachten we via verscheidene kanalen te verspreiden onder professionelen en adoptieouders: symposia, vormingsavonden, artikels in nationale en internationale vakliteratuur en onze websites. Anderzijds dragen we ook rechtstreeks bij aan de vorming van hulpverleners door hen in het onderzoek te betrekken als onderzoeksmedewerker en hen hiertoe op te leiden en te informeren over de bestaande kennis rond adoptie. Ten slotte bestaat het plan om in de nabije toekomst in het praktijkcentrum, verbonden aan de faculteit psychologie en pedagogische wetenschappen van de KU Leuven, een hulpaanbod te ontwikkelen voor (toekomstige) adoptieouders dat gericht is op het verstevigen van de ouderlijke capaciteiten om voor het kind als een betrouwbare, responsieve en reflectieve omgeving op te treden en zo de ontwikkeling van een veilige gehechtheid te bevorderen. 5. Tot slot De Leuvense AdoptieStudie zal adoptiegezinnen zeker opvolgen tot vijf jaar na de komst van hun kind, maar een vervolgonderzoek op langere termijn is gepland. We achten het zinvol om de gezinnen te volgen tot hun kinderen voorbij de puberteit zijn. Maar daarvoor is meer financiering nodig. Om verder te bouwen aan onze kennis over adoptie is verdere fondsenwerving dan ook onontbeerlijk. 6. Referenties 5

Casalin, S. (2011). Temperament van het kind en (adoptie)ouderschap. VAG Tijdschrift, 46(3), 14-15. Ensink, K., Mayes, L. C. (2010). The development of mentalisation in children from a theory of mind perspective. Psychoanalytic Inquiry, 30(4), 301-337. Rothbart, M. K., & Sheese, B. E. (2007). Temperament and emotion regulation. In J. Gross (Red.), Handbook of emotion regulation (pp. 287-306). The Guilford Press. Tang, E., Vliegen, N., & Luyten, P. (in druk). De betekenis van onvruchtbaarheid in het kader van adoptie. Tijdschrift Klinische Psychologie. Tang, E., Vliegen, N., & Luyten, P. (2011). Een verkennende studie naar kwetsbaarheid en veerkracht bij Vlaamse adoptiegezinnen. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, Kinderpsychiatrie en Klinische Kinderpsychologie, 36(3), 100-117. van IJzendoorn, M. H., & Juffer, F. (2006). The Emanuel Miller Memorial Lecture 2006: Adoption as intervention. Meta-analytic evidence for massive catch-up and plasticity in physical, socio-emotional, and cognitive development. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 47, 1288-1245. Vliegen, N., & Nijssens, L. (2010). Reflectief ouderschap als antwoord op een gehechtheidsontwikkeling met hindernissen. VAG Tijdschrift, 45(4), 14-15. Vliegen, N., & Rexwinkel, M. (2011). Moeder en vader worden. De geboorte van het ouderschap en van het gezin. In M. Rexwinkel, M. Schmeets, C. Pannevis, & B. Derkx (Red.). Handboek Infant Mental Health (pp. 119-135). Van Gorcum. Voor meer informatie en contactgegevens: www.adoptiepapa.be www.leuvenseadoptiestudie.be i toelating die kandidaat adoptieouders krijgen om te mogen adopteren. Ze krijgen deze toelating van de jeugdrechtbank na een vormings- en evaluatieprocedure. 6