Neem [pr]=[ps] en beschrijf uit r en s twee cirkelbogen met dezelfde straal, die elkaar in c snijden. [cp] is de loodlijn op [ab].

Vergelijkbare documenten
Basisconstructies, de werkbladen 1 Het midden van een lijnstuk

Spelen met passer en liniaal - werkboek

1 Het midden van een lijnstuk

Vlakke meetkunde. Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting.

Samenvatting stellingen uit de meetkunde Moderne Wiskunde voor het VWO (bovenbouw)

Lijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen

Hoofdstuk 8 : De Cirkel

Laat men ook transversalen toe buiten de driehoek, dan behoren bij één waarde van v 1 telkens twee transversalen l 1 en l 2. Men kan ze onderscheiden

Vl. M. Nadruk verboden 1

2.1 Cirkel en middelloodlijn [1]

Vlakke Meetkunde. Les 20 Nadruk verboden 39. Het construeren van figuren

12.1 Omtrekshoeken en middelpuntshoeken [1]

Antwoordmodel - Vlakke figuren

Overzicht eigenschappen en formules meetkunde

4 ab. 5 a lijnstuk b lijnstuk c halve lijn d lijnstuk. 6 a. 7 a. 8 ac. b 20 mm. 9 a. de Wageningse Methode Antwoorden H10 AFSTANDEN 1

Extra oefeningen: de cirkel

Cabri-werkblad. Apollonius-cirkels

Atheneum Wispelberg - Wispelbergstraat Gent Bijlage - Leerfiche (3 e jaar 5u wiskunde): Meetkunde overzicht

Hoofdstuk 6 : Projectie en Stelling van Thales

Hoofdstuk 2 : VLAKKE FIGUREN

Exponenten en Gemengde opgaven logaritmen

héöéäëåéçéå=~äë=ãééíâìåçáöé=éä~~íëéå=ãéí=`~äêá= = hçéå=píìäéåë= = = = = = = =

Vlakke meetkunde en geogebra

10 Afstanden. rood. even ver van A als van C even ver van A, van C en van E. 10 m. blauw

Eindexamen wiskunde B vwo II

9.0 Voorkennis [1] Definitie bissectrice: De bissectrice van een hoek is de lijn die de hoek middendoor deelt. Willem-Jan van der Zanden

Inversie. Hector Mommaerts

PQS en PRS PS is de bissectrice van ˆP

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

2.5 Regelmatige veelhoeken

12 Bewijzen in de vlakke meetkunde

Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen)

Dan is de afstand A B = lengte van lijnstuk [A B]: AB = x x )² + ( y ²

Paragraaf 14.1 : Vergelijkingen in de meetkunde

De constructie van een raaklijn aan een cirkel is, op basis van deze stelling, niet zo erg moeilijk meer.

Meetkundige Ongelijkheden Groep 2

Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

8.1 Gelijkvormige en congruente driehoeken [1] Willem-Jan van der Zanden

De arbelos. 1 Definitie

STELLINGEN & BEWIJZEN 5VWO wiskunde B 1 e versie

Kegelsneden. Figuur 1 Figuur 2 PYTHAGORAS FEBRUARI 2015

Gebruik de applet om de vragen te beantwoorden. Beweeg punt P over de cirkel.

Vermoeden: De drie deellijnen gaan door 1 punt. 33c. Vermoeden: De drie zwaartelijnen gaan door 1 punt. 33d.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

wiskunde B vwo 2016-I

ICT. Meetkunde met GeoGebra. 2.7 deel 1 blz 78

Lijnen van betekenis meetkunde in 2hv

Eindexamen wiskunde B vwo I

De Cirkel van Apollonius en Isodynamische Punten

Soorten lijnen. Soorten rechten

Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen)

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

Eindexamen vwo wiskunde B 2014-I

Voorbereiding : examen meetkunde juni - 1 -

HZH: c, α en β ZZR: a, b en β

CEVA-DRIEHOEKEN. Eindwerk wiskunde Heilige-Drievuldigheidscollege 6WeWIi. Soetemans Dokus

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

PROBLEEMOPLOSSEND DENKEN MET

Opgave 1 Bekijk de Uitleg, pagina 1. Bekijk wat een vectorvoorstelling van een lijn is.

De bouw van kathedralen

Hoofdstuk 5 - Meetkundige plaatsen

Open het programma Geogebra. Het beginscherm verschijnt. Klik voordat je verder gaat met je muis ergens in het

wiskunde B Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Kegelsneden. Les 1 Gelijke afstand (Deze les sluit aan bij paragraaf 1 van Conflictlijnen van de Wageningse Methode.)

Hoofdstuk 6 Driehoeken en cirkels uitwerkingen

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

Oefeningen analytische meetkunde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel:

1 Introductie. 2 Oppervlakteformules

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Hoofdstuk 1 LIJNEN IN. Klas 5N Wiskunde 6 perioden

Cabri-werkblad Negenpuntscirkel

werkschrift driehoeken

SAMENSTELLEN EN ONTBINDEN VAN SNIJDENDE KRACHTEN

Tekenen van bogen. Cirkel- of rondboog. Segmentboog met gekende pijl. Korfboog met gekende overspanning. Korfboog met gekende overspanning en pijl

Cabri-werkblad. Driehoeken, rechthoeken en vierkanten. 1. Eerst twee macro's

2 1 e x. Vraag 1. Bereken exact voor welke x geldt: f (x) < 0,01. De vergelijking oplossen:

Hoofdstuk 1 : Hoeken ( Zie ook : boek pag 1 tot en met pag 33)

Wiskunde oefentoets hoofdstuk 10: Meetkundige berekeningen

Tentamen Wiskunde B CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 16 januari uur Aantal opgaven: 5

OEFENTOETS VWO B DEEL 3

Uitwerkingen Hoofdstuk 25 deel vwob1,2 6. Meetkundige plaatsen.

Willem-Jan van der Zanden

dan liggen C en D op dezelfde cirkelboog AB (constante hoek) dus A, B, C en D liggen op één cirkel, dus ABCD is een koordenvierhoek

Cabri werkblad. Meetkundige plaatsen

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

27 Macro s voor de schijf van Poincaré

E = mc². E = mc² E = mc² E = mc². E = mc² E = mc² E = mc²

Meetkundige constructies Leerlingmateriaal

INHOUDSTABEL. 1. TRANSFORMATIES (fiche 1) SYMMETRIE (fiche 2) MERKWAARDIGE LIJNEN IN EEN DRIEHOEK (fiche 3)...6

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Bewijs. Zie figuur 2. Zijn U en V de projecties van P en Q op r, dan geldt: PU = PR (in driehoek RQV met PU // QV) QV QR

Een bol die raakt aan de zijden van een scheve vierhoek

1 Junior Wiskunde Olympiade : eerste ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

Transcriptie:

Met a en b als middelpunt en met straal groter dan de helft van [ab] trekt men met dezelfde straal twee cirkelbogen, die elkaar snijden in c en d; cd is de middelloodlijn en m het midden van [ab] Neem [pr]=[ps] en beschrijf uit r en s twee cirkelbogen met dezelfde straal, die elkaar in c snijden. [cp] is de loodlijn op [ab].

Beschrijf om het eindpunt a een cirkelboog met een willekeurige straal. Doe hetzelfde met dezelfde straal vanuit b. Herhaal dit nogmaals vanuit het gevonden punt c. Trek door de snijpunten van b en c een lijn waarvan het verlengde de cirkelboog uit c in d snijdt. [da] is de gevraagde loodlijn.

Beschrijf een cirkelboog uit p die de rechte A in de punten a en b snijdt. Teken uit a en b twee cirkelbogen met dezelfde straal die elkaar snijden in p. [pp ] is de gevraagde loodlijn. Twee rechten zijn evenwijdig wanneer de afstand die ze scheidt steeds gelijk blijft.

Richt, in willekeurige op A gelegen punten a en b, die zover mogelijk van elkaar zijn gelegen een Ioodlijn op. Op de beide loodlijnen D = aa = bb afmeten; a b is de gevraagde evenwijdige. Trek een cirkelboog met p als middelpunt, die de rechte A snijdt in a. Beschrijf met dezelfde straal met a als middelpunt een boog door p, die de rechte A snijdt in b. Boog pb afpassen vanuit a, waarbij men bekomt: pb=ac; pc is de gevraagde evenwijdige. Een hoek is een figuur, gevormd door twee halve rechten uit een zelfde punt getrokken.

Teken een halve rechte C vanuit a. Beschrijf uit a en a een cirkelboog met dezelfde straal. Meet de booglengte en breng die over op de boog van de te construeren hoek. a b vormt met C de gevraagde hoek. Beschrijf met a als middelpunt een cirkelboog met een willekeurige straal. Deze geeft de punten b en c. Beschrijf uit b en c met dezelfde straal cirkelbogen die elkaar snijden in het punt p. ap is de hoekdeellijn (bissectrice) die de hoek in twee gelijke delen verdeelt.

Teken de halve rechte A vanuit a. Beschrijf met een willekeurige straal een cirkelboog uit a. Trek uit het snijpunt b met dezelfde straal een cirkelboog die het snijpunt c geeft. ac maakt een hoek van 60 met A. De hoek van 30 verkrijgt men door de bissectrice te tekenen. Beschrijf met een willekeurige straal een cirkelboog uit a. Pas de straal op deze boog af, respectievelijk vanuit de snijpunten b en e. Verbind de punten c en d met a. De verkregen hoeken zijn 30 en 60.

Teken uit a en b de halve rechte A en B onder een willekeurige gelijke hoek. Pas op A en B met willekeurige passeropening een aantal gelijke delen af. Nummer de delen. De evenwijdige rechten door deze deelpunten getrokken, verdelen [ab] in een zelfde aantal gelijke delen. Men kan ook de volgende werkwijze toepassen. Teken uit a de halve rechte A onder een willekeurige hoek. Pas op A met willekeurige passeropening een aantal gelijke delen af. Verbind het laatste deelpunt met b en trek evenwijdig lijnen vanuit de andere deelpunten aan de verkregen rechte [b5]. Deze verdelen de rechte [ab] in het gevraagde aantal gelijke delen.

Teken de zijde (ab). Beschrijf met dezelfde straal een cirkelboog uit a en b; deze cirkelbogen geven het snijpunt c. Verbind c met a en b. Teken de basis en hierop een middelloodlijn. Pas op de middelloodlijn vanuit de basis de hoogte af en men verkrijgt het punt c. Verbind c met a en b.

Teken de grootste zijde C = [ab]. Beschrijf vanuit a een cirkelboog met straal = B en uit b met straal = A. Verbind het verkregen snijpunt c met a en b. Teken [cb] = B. Trek hierop de middelloodlijn. Beschrijf uit m met straal (mc) of (mb) een halve cirkel (cirkel van Thales). Pas op de halve cirkel vanuit c de zijde A met de passer af. Het snijpunt a verbonden met c en b, geeft de rechthoekige driehoek.

Beschrijf uit d met de straal R van de cirkel een boog. De verbinding van e, b en f geeft een gelijkzijdige driehoek.

Om de zevenhoek te construeren, past men jh = ji = de halve zijde van de ingeschreven driehoek zevenmaal op de cirkelomtrek af.

Trek uit c een cirkelboog met straal = straal van de cirkel. Verbind e en g met elkaar. Uit het snijpunt f met straal [fb] een cirkelboog beschrijven die de horizontale as in h snijdt. [bhi is de zijde van de regelmatige vijfhoek die op de cirkelomtrek wordt afgepast. De middelloodlijn opgericht op de zijden van de vijfhoek bepaalt op de cirkelomtrek snijpunten. Verbind de bekomen snijpunten met de hoekpunten van de vijfhoek om de tienhoek te beschrijven.

Met a en b als middelpunt, onder en boven twee bogen tekenen met dezelfde straal. De rechte die de snijpunten c en d verbindt, deelt boog ab middendoor.

Teken twee koorden [ab] en [cd] op de cirkelboog. Bepaal van elke koorde de middelloodlijn. Het snijpunt hiervan geeft het middelpunt o van de cirkelboog Trek vanuit a en b een cirkelboog met straal R. Punt o is het middelpunt. Verbind a met b en b met c. Teken op de bekomen lijnstukken lab] en [bc] de middelloodlijn. Het snijpunt o geeft het middelpunt.

Door het punt p de straal [po] trekken. Een loodlijn oprichten op de straal [po] in punt p. Die loodlijn is de gevraagde raaklijn. Aan beide rechten een evenwijdige tekenen op afstand R. De raakpunten a1 en a 2 evenals het middelpunt o worden hierdoor bepaald. Uit o met straal R de verbindingsboog trekken.