Antwoorden bij Deel 3 (hfdst )

Vergelijkbare documenten
Elektrische Netwerken 27

Opgaven bij hoofdstuk Bepaal R 1 t/m R 3 (in het sternetwerk) als in de driehoek geldt: R 1 = 2 ks, R 2 = 3 ks, R 3 = 6 ks 20.

Antwoorden bij Deel 1 (hfdst. 1-8)

Elektrische Netwerken 59

Hertentamen Lineaire Schakelingen (EE1C11)

Bepaal van de hieronder weergegeven spanningen en stromen: de periodetijd en de frequentie, de gemiddelde waarde en de effectieve waarde.

9.2 Bepaal de harmonische tijdsfuncties die horen bij deze complexe getallen: U 1 = 3 + 4j V; U 2 = 3e jb/8 V; I 1 =!j + 1 ma; I 2 = 7e!jB/3 ma.

Opgaven bij hoofdstuk 12

Formuleblad Wisselstromen

Hertentamen Lineaire Schakelingen (EE1300)

Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2, Versie 1

Tentamen Lineaire Schakelingen, 2 e deel (EE1300-B)

Opgaven bij hoofdstuk 9

Deeltentamen A+B Netwerkanalyse

5.12 Afgerond op twee decimalen, is de effectieve waarde van deze spanning: a: U eff = 4,18 V b: U eff = 5,00 V c: U eff = 5,70 V d: U eff = 5,98 V

Oefeningen Elektriciteit II Deel II

Impedantie V I V R R Z R

Elektrische netwerken

Practicum complexe stromen

EXAMENFOLDER maandag 26 januari 2015 OPLOSSINGEN. Vraag 1: Een gelijkstroomnetwerk (20 minuten - 2 punten)

LABORATORIUM ELEKTRICITEIT

VOORBLAD SCHRIFTELIJKE TOETSEN

Laplace vs. tijd. netwerk. Laplace. getransformeerd. netwerk. laplace. laplace getransformeerd. getransformeerd. ingangssignaal.

Elektronicapracticum. een toepassing van complexe getallen. Lesbrief

HOOFDSTUK 3: Netwerkanalyse

Tentamen Inleiding Meten en Modelleren 8C april 2011, 09:00-12:00

Trillingen & Golven. Practicum 1 Resonantie. Door: Sam van Leuven Jiri Oen Februari

Opgaven bij hoofdstuk 20

PROEF 1. FILTERS EN IMPEDANTIES. Naam: Stud. Nr.: Doos:

Condensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U

Elektrische netwerken

Overgangsverschijnselen

Tentamen Lineaire Schakelingen (EE1300)

Zelf een hoogspanningsgenerator (9 kv gelijkspanning) bouwen

BIOFYSICA: WERKZITTING 08 en 09 (Oplossingen) ELEKTRISCHE KRINGEN

Deeltentamen Lineaire Schakelingen (EE1300), deel B

Tentamen. Elektriciteit en Magnetisme 1. Woensdag 20 juni :00-12:00. Leg je collegekaart aan de rechterkant van de tafel.

4.0 Elektriciteit 2

Repetitie Elektronica (versie A)

Tentamen Analoge- en Elektrotechniek

Condensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U

Benodigdheden Gloeilampje, spoel, condensator, signaalgenerator die een sinusvormige wisselspanning levert, aansluitdraden, LCR-meter

Practicum drie- en vierleidernetten

Elektro-magnetisme Q B Q A

5 Het oplossen van netwerken

Tentamen Inleiding Meten en Modelleren Vakcode 8C120 7 april 2010, uur. Het gebruik van een (grafische) rekenmachine is toegestaan.

Hertentamen Calculus 1 voor MST, 4051CALC1Y vrijdag 7 november 2014; uur

Tentamen Inleiding Meten Vakcode 8E april 2009, uur

1. Langere vraag over de theorie

Signalen en Transformaties

I A (papier in) 10cm 10 cm X

9 PARALLELSCHAKELING VAN WEERSTANDEN

Elektrische Netwerken

Netwerken. De ideale spanningsbron. De ideale stroombron. De weerstand. De bouwstenen van elektrische netwerken.

Labo. Elektriciteit OPGAVE: Metingen op driefasige gelijkrichters. Sub Totaal :.../70 Totaal :.../20

3.4.3 Plaatsing van de meters in een stroomkring

Netwerkanalyse, Vak code Toets 2

AS2 lecture 4. Superpositie Thévenin, Norton, en complexe stroom. Cees Keyer. Amsterdam School of technology, dept. Electronic Engineering

Hoofdstuk 4 Het schakelen van weerstanden.

Leereenheid 8. Diagnostische toets: Driefasenet. Let op!

NETWERKEN EN DE WETTEN VAN KIRCHHOFF

Harmonische stromen en resonantie..zx ronde 30 augustus 2015

WINDENERGIE : SYNCHRONE GENERATOREN

Engineering Embedded Systems Engineering

3. Zoek, op het nieuwe vereenvoudigde schema, nieuwe serie en/of parallelschakelingen op en vervang ze. Ga zo door tot het einde.

4 Elektrische netwerken

R C L. Weerstand : discrete weerstand, halfgeleider baan,... Condensator : discrete condensator, parasitaire capaciteit, MOS capaciteit,...

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3)

Materialen in de elektronica Verslag Practicum 1

Condensator = passieve component bestaande uit 2 geleiders (platen) met een isolator/diëlectricum(lucht, papier, kunststoffen) tussen.

Opgave 2 Een spanningsbron wordt belast als er een apparaat op is aangesloten dat (in meer of mindere mate) stroom doorlaat.

1 VRIJE TRILLINGEN 1.0 INLEIDING 1.1 HARMONISCHE OSCILLATOREN het massa-veersysteem. Hoofdstuk 1 - Vrije trillingen

Dit tentamen bestaat uit vier opgaven verdeeld over drie bladzijden. U heeft drie uur de tijd.

Praktische opdracht Natuurkunde Gelijkrichting

Academiejaar eerste examenperiode Opleidingsonderdeel: Elektrische Schakelingen en Netwerken. EXAMENFOLDER maandag 30 januari 2017

Inhoudsopgave. 0.1 Netwerkmodel voor passieve geleiding langs een zenuwcel.. 2

profielvak produceren, installeren en energie CSPE GL onderdeel C

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

Elektrische stroomnetwerken

Klasse B versterkers

Gestabiliseerde netvoeding

Elektronische basisschakelingen: Oefenzitting 1

1. Weten wat elektrische stroom,spanning en vemogen is en het verband ertussen kennen 2. Elektrische netwerken kunnen oplossen

Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et2 040)

Vandaag. Uur 1: Differentiaalvergelijkingen Uur 2: Modellen

Uitwerking LES 10 N CURSSUS

Hertentamen Calculus 1 voor MST, 4051CALC1Y vrijdag 6 november 2015; uur

Extra opgaven. Bewijs de uitdrukking voor L V in de eerste figuur door Z V = Z 1 + Z 2 toe te passen.

Werkblad 1 Serieschakeling gelijke lampjes

Hoofdstuk 26 Gelijkstroomschakeling

Deel 1: Metingen Bouw achtereenvolgens de onderstaande schakelingen en meet de klemspanning en de stroomsterkte. VOORKOM STEEDS KORTSLUITING!!

Tentamen Inleiding Meten Vakcode 8E april 2009, uur

Natuur- en scheikunde 1, elektriciteit, uitwerkingen. Spanning, stroomsterkte, weerstand, vermogen, energie

Fiche 7 (Analyse): Begrippen over elektriciteit

Aanwijzingen. Figuur 1 LDR (NORP12) Weerstand - lichtsterkte grafiek (Let op: Logaritmische schaal) Nakijkmodel

HOOFDSTUK 2: Elektrische netwerken

Universiteit Twente EWI. Practicum ElBas. Klasse AB Versterker

Hoofdstuk 26 DC Circuits. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Wisselspanningen. Maximale en effectieve waarde. We gaan de wisselspanning aansluiten op een weerstand. U R. In deze situatie geldt de wet van Ohm:

Vak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005

Transcriptie:

A20 Open opgaven Antwoorden bij Deel 3 (hfdst. 17-23) Hoofdstuk 17 t < 0 : t > 0 : grafiek : 17.1 i(t) = I o i(t) = I o.e!t/j A J = L/R s 17.2 u(t) = 0 u(t) = (I o /C).t V 17.3 u(t) = 0 u(t) = ½U o.(1!e!t/j ) V J = ½R.C s 17.4 i(t) = 0 i(t) = (U o /R 1 )(1!e!t/J ) A J = L(R 1 +R 2 )/(R 1.R 2 ) s 17.5 i(t) = 0 i(t) =!(U o /R).e!t/J A J = ½R.C s 17.6 u(t) = U 1 u(t) = U o +(U 1!U o )e!t/j V J = R.C s 17.7 i(t) = U o /R 2 i(t) = (U o /R 2 )e!t/j A J = L/R 2 s 17.8 i(t) = U o /R 2 i(t) =!(U o /R 1 )e!t/j A J = L/(R 1 +R 2 ) s 17.9 i(t) = I o i(t) = I o.cos(t o t) A T o = 1/%(LC) rad/s 17.10 u(t) = 0 Voor 0 < t < T: u(t) = U o.(1!e!t/j ) V J = R.C s Voor t > T: u(t) = U o.0,63cos[t o (t!t)]v T o = 1/%(LC) rad/s 17.11 277 :s (t 1 = 45 :s en t 2 = 322 :s). 17.E.1 17.E.2 i(0!) = 0 A (condensatoren!); i(0+) = 0 A (spoel! i(0+) = i(0!)); i(t64) =!I o A (stroom door C 1 is nul)

Elektrische Netwerken A21 17.E.3 a: overkritisch gedempt; b: onderkritisch gedempt; c: A, B en C zijn af te lezen uit: 17.E.4 Maasstromen: Takstroom: Volledigheidshalve - de differentiaalvergelijkingen voor i 1 (t) en i 2 (t) zijn: Hoofdstuk 18 18.10 u c (t) = u R (t) = U(t).50e!5000t V 18.11 R = 100 S: U(t).Uo.[1! e!t/j ] V (J = RC = 2.10!4 s ) R = 10 S: U(t).Uo.[1! (1+T o t)e!to.j ] V (T o = 1/oLC = 10 5 rad/s) R = 1 S: U(t).Uo.[1!e!t/J cos(t o t)!0,1.e!t/j sin(t o t)] V (J = 2L/R = 10!4 s en T o = 1/oLC = 10 5 rad/s)

A22 Open opgaven 18.12 a. Kritische demping voor R 1 = 200 S. b.!u(t)i o [1!e!t/J cos(t o t) + 10!2.e!t/J sin(t o t)] A (met J = 2L/R = ½ s en T o = 1/oLC = 200 rad/s) 18.13 R 1 = 100 S i(t) = U(t).I o.[1! e!100t ] A 18.14 Het gevonden resultaat (de uitgangsspanning) is gelijk aan de overdrachtsfunctie van de tweepoort. Ook bij Fourier-analyse is de Dirac-functie nuttig, en bij metingen! zo worden in de akoestiek de resonanties van een ruimte beoordeeld na een pistoolschot! Hoofdstuk 19 19.1 a. 4/3.cos(4t)! 4.sin(4t) b.!4.sin(2t) c. +4.sin(2t) 19.2 a. /2.cos(t! B/4) b. 5.cos(2t! 0,93) c. Kan niet! 19.3 a. T 0 = B rad/s b. Zie hiernaast. c. a n = 0 voor n $ 0 (want f is oneven), b n =!2(!1) n /nb voor n $ 1. Dus: 19.4 ½ a 0 = ½; b n = 0 voor n $1; a n = (2/nB).sin(½ nb) voor n $ 1. Dus:

Elektrische Netwerken A23 19.5 a. g is oneven, dus a n = 0 voor n $ 0; b n = 1/nB voor n $ 1. b. Dus: 19.6 a en b: 19.7 a. b. " n = 2/5 e jn2b/5! 2/5 e!jn2b/5 c. 19.8 Het spectrum verschuift over een afstand T 0 : (Hoogte en breedte blijven ongewijzigd.) 19.9 F(T) = e!jtj 1/(a+jT) = e!j 2T /(1+jT) 19.10 19.11 a. (1/J).e!t/J V, met J = RC = 10!3. b, c. 1/(1+jTCR). (Uiteraard hetzelfde, ongeacht de berekeningswijze!) Hoofdstuk 20 20.1 R 1 = 0,6 ks, R 2 = 0,3 ks, R 3 = 1,8 ks 20.2 R 12 = 6 ks, R 23 = 18 ks, R 31 = 12 ks 20.3 100 S 20.4 20 ks 20.5 20.6 3 mh 20.7 15 khz: 4,98 cos(t 1 t!0,10) V; 19 khz: 0,05 cos(t 2 t+1,56) V; 23 khz: 4,96 cos(t 3 t+0,12) V.

A24 Open opgaven 20.8 15 cos(1000t!½b) V 20.E.1 a: R 1 = 1,8 ks, R 2 = 1,8 ks, R 3 = 0,6 ks b: R 1 = 2 ks, R 2 = 2 ks, R 3 = 2 ks 20.E.2 a: R 12 = 8 ks, R 23 = 4 ks, R 31 = 4 ks b: R 12 = 18 ks, R 23 = 18 ks, R 31 = 18 ks Hoofdstuk 21 21.1 L 1 = 200 mh; M = 300 mh; k = 0,75; L 2 = 800 mh 21.2 M = 3,6 H; n = 2 21.3 4,41 H; 1,59 H; 0,95 H; 0,34 H 21.4 L 1 = 20 mh; M = 10 mh; k = 0,5 21.5 k = 0,79 21.6 U 1 = 12,17 V 21.7 u(t) = 83,2.cos(1000t+0,56B) V 21.8 U 2 = 24 V; I 1 = 32 ma; U 2 = 12,7 V 21.9 De lage bronimpedantie (4 S) vermindert de kans op 50 Hz brom. 21.E.1 21.E.2 L v = 250 mh 21.E.3 u(t) = 10 cos(1000t!0,64) V (=!10 cos(tt+2,50) V) 21.E.4 21.E.5 21.E.6 R = 0,5 S; L = 100 mh; i(t) = 200(1!e!13,89t ).U(t) A i 2 (t) = 0! u 2 (t) = M.di 1 /dt

Elektrische Netwerken A25 Hoofdstuk 22 22.1 a. 2,15 :s b. 0,67 V (D = 1/7) 22.2 a. 250 m b. 30 S 22.3 22.4 22.5 22.6 75 % 22.7 a. 8/9 = 0,89 :W per toestel b. 0,5 :W per toestel 22.8 De capaciteit en zelfinductie per lengte-eenheid zo groot mogelijk maken: de geleiders zo dicht mogelijk bij elkaar, en ten opzichte van elkaar isoleren met een materiaal met hoge magnetische permeabiliteit : r (en toch goede elektrische isolatie). Hoofdstuk 23 23.1 De veerconstante k neemt af bij een grotere kast; dit is vergelijkbaar met een toename van de overeenkomstige condensator ( C ~ 1/k). 23.2 a: Z = 161 + 23,3j S : een serieschakeling van R v = 161 S en L v = 23,3 H. b: Ongeveer 3,3 Hz! 23.3 a: geen toeval; vloeit voort uit reciprociteit. b: nee, dat hoeft niet. 23.4 U = 2 V 23.E.1 I = 2,5 ma; I 1 = 1,25 ma (links) 6 2,5 ma (rechts). 23.E.2 I = 0,79 ma 23.E.3 U = 60 V; nee; ja

A26 Open opgaven Hints bij Deel 3 (hfdst. 17-23) Hoofdstuk 17 17.1 p.m. 17.2 Constante stroom door een condensator?! 17.3 Bekijk eerst het gegeven netwerk. Daarná kun je de spanningsbron en de twee weerstanden vervangen door een Thévenin-equivalent. 17.4 Thévenin? 17.5 Denk om de stroomrichting! 17.6 Let op de beginvoorwaarde: de condensator is geladen! 17.7 Hoe is een 0V-spanningsbron op te vatten? Welke invloed hebben R 1 en R 3? 17.8 Wat is de stroom door de spoel voor t = 0!? Wat is dus de situatie voor t = 0+? 17.9 Hoe is een 0A-stroombron op te vatten? Juist: als een open verbinding... 17.10 Hier zijn drie gevallen te onderscheiden: t < 0 ; 0 < t < T ; en t > T. 17.11 Bepaal een uitdrukking voor u R (t). Bepaal dan t 1 uit u R (t 1 ) = 40 V, en t 2 uit u R (t 2 ) = 10 V. De gevraagde tijd is t 2! t 1. 17.E.1 17.E.2 17.E.3 17.E.4 Stel de maasvergelijking op... Wat is het effect van een stroombron, bij toepassing van de maasmethode? Zij bepaalt één maasstroom! In dit geval is slechts één maasvergelijking nodig. Zie de opmerking bij de vorige opgave. Bedenk ook dat de afgeleide van een constante nul is. De vergelijking voor i(t) is als volgt te vinden:! stel de maasvergelijkingen op;! vul in: i = i 1! i 2, dus i 2 = i 1! i;! los uit de nieuwe vergelijkingen i 1 op, en! vul het resultaat in één van de (omgewerkte) maasvergelijkingen in. Werk nauwkeurig, en schrijf alles duidelijk uit! Deze berekening kost al gauw een A4-tje... Hoofdstuk 18 18.1 t/m 18.4: p.m. 18.5 f(t) = U(t) 6 F(s) = 1/s! 18.6 t/m 18.8: p.m. 18.9 Beschouw de twee netwerken (voor t<t en voor t>t) afzonderlijk. Denk erom: de spanning over de hele condensator - inclusief de ingebouwde spanningsbron dus.

Elektrische Netwerken A27 18.10 De spanning over de hele condensator! 18.11 Vul de onderdelenwaarden niet te vroeg in als je Heaviside gebruikt; bij breuksplitsen is het vaak beter om juist wel de waarden vroeg in te vullen. Bewaar in elk geval R tot het laatst. Afronden mag! maar dan wel heel voorzichtig! Voor R = 10 S is breuksplitsen noodzakelijk: 18.12 Gebruik de maasmethode. Wat is de invloed van L 2 en C 2? Vergelijk de waarde van R voor kritische demping met de opgegeven waarde: welk verloop van de stroom is ongeveer te verwachten, in dit geval? 18.13 Zie de hints bij de vorige twee opgaven. 18.14 De overdrachtsfunctie H v = U uit /U in. Wat is het verband, in het Laplace- domein, tussen H v en U uit in dit geval? 18.E.1 f(t) = [U(t)!U(t!J)].k 18.E.2 (s+2) = (s+3)!1; (s²+6s+10) = (s+3)²+1; T mag 1 zijn! 18.E.3 18.E.4 18.E.5 18.E.6 18.E.7 18.E.8 18.E.9 p.m. u(t) = U o [U(t)!U(t!J)] V p.m.... doorbijten, en nauwkeurig werken! Welk resultaat is hier te verwachten? p.m. Denk erom: de spanning over de hele condensator - inclusief de ingebouwde spanningsbron dus. 18.E.10 p.m. 18.E.11 Denk aan +/! tekens en stroomrichting. Hoofdstuk 19 Algemeen: simulatie- en/of rekenpakketen toegestaan! 19.1 en 19.2: zie de hint bij 5.7 t/m 5.9! 19.3 t/m 19.7: p.m. 19.8 Zie de eigenschappen van Fourier-transformaties, punt 3. 19.9 Zie de eigenschappen van Fourier-transformaties, punt 2. Wat is de invloed van e jn op de amplitude? Dus: wat is de invloed van e!jtj? 19.10 Zie de eigenschappen van Fourier-transformaties, punt 4. 19.11 a. Tijdens de puls wordt C nauwelijks geladen (relatief ten opzichte van de puls), dus de spanning over R is nagenoeg constant. De condensator wordt met een nagenoeg constante stroom I opgeladen, en du/dt = I/C. Vanaf de beginwaarde U C,0+ ontlaadt de condensator volgens een e-macht. b. Zie het overzicht van eenvoudige golfvormen. c. Zie hoofdstuk 13!

A28 Open opgaven Hoofdstuk 20 20.1 p.m. 20.2 p.m. 20.3 Een symmetrische ster of driehoek rekent gemakkelijk. Dus: begin met 3 30 S ster 6 3 90 S driehoek; dan: drie maal 3 90 S driehoek 6 3 30 S ster; dan: (30 S+30 S) // (30 S+30 S+30 S+30 S) = 60 S // 120 S = 40 S; dus: R ab = 30 S + 40 S + 30 S = 100 S. 20.4 Begin met de 6 ks - 8 ks - 12 ks sterschakeling! Boven ontstaat 27 ks, dus 27 ks // 54 ks = 18 ks; Rechts wordt dit 36 ks // 36 ks = 18 ks; links ook 18 ks. Deze 3 18 ks driehoek 6 3 6 ks ster. Dit netwerk is eenvoudig terug te brengen tot één weerstand. 20.5 p.m. 20.6 Pas ster-driehoek transformatie toe: 3 1 nf 6 3 0,33 nf. 20.7 Pas ster-driehoek transformatie toe: 3 54 nf 6 3 18 nf. 20.8 Eerst ster-driehoek transformatie, dan maasmethode: slechts één maasvergelijking! 20.E.1 p.m. 20.E.2 p.m. Hoofdstuk 21 21.1 Gebruik de basisformules! Bijvoorbeeld: M 1 = M L1 + M M = 0,8 mwb. Dus L 1 = N 1.M 1 /i 1 =... 21.2 Gebruik weer de basisformules. 21.3 Ga uit van het verband tussen spanning en stroom (eventueel complex). Bij de parallelvarianten is het equivalent T-netwerk gemakkelijker. 21.4 Zie de vorige opgave. 21.5 Bepaal I eff (!); de totale vervangingsimpedantie; en vervolgens L v. 21.6 Gebruik het T-netwerk, de complexe rekenwijze en de maasmethode. 21.7 Zie de vorige opgave. 21.8 Gebruik de basisformules. U 1 is een effectieve spanning. 21.9 Denk aan de impedanties. 21.E.1 Bedenk dat er per spoelenpaar een koppeling is, en dat deze beide kanten uit werkt. 21.E.2 Gebruik het equivalent T-netwerk. 21.E.3 Gebruik het equivalent T-netwerk; let goed op hoe die aangesloten moet worden! (Een kwart slag linksom). 21.E.4 Gebruik het T-netwerk. Controleer het resultaat voor k = 1 in de differentiaalvergelijking u = L 1.di 1 /dt + M.di 2 /dt. 21.E.5 Stel de maasvergelijking op. Laplace-transformatie wordt bekend verondersteld. 21.E.6 p.m.

Elektrische Netwerken A29 Hoofdstuk 22 22.1 Bereken < (geen vuistregels gebruiken als de gegevens bekend zijn!), en bedenk dat de puls heen én weer reist. De amplitude volgt uit D, met enig nadenken. 22.2 Zie 22.1. 22.3 p.m. 22.4 Aan beide kanten van de kabel krijgen we reflectie. De spanning u 1 aan de ingang van de kabel volgt uit de wet van Ohm. 22.5 Het resultaat ter plekke is de som van de twee signalen. 22.6 p.m. 22.7 Bij b: bedenk dat het vermogen in de weerstanden niet nuttig is! 22.8 p.m. 22.9 t/m 22.12 p.m. Hoofdstuk 23 23.1 p.m. 23.2 Gebruik het kleinsignaalmodel voor een transistor ( 15.3); h ie = h fe /40I c en h oe 6 4. Pas de knooppuntmethode toe. Dit netwerk is ook te simuleren (PSpice)! 23.3 p.m. 23.4 p.m. 23.E.1 23.E.2 23.E.3 p.m. De bestaande schakeling kan berekend worden met de maasmethode: 5I a!2i b!2i = +10 [V]!2I a +8I b!2i =!10 [V] 6 I!2I a!2i b +4I = 0 [V] In het reciproke schema zijn er twee onbekende knooppuntspanningen: 7U a!2u b = 40 [ma]!u a +3U b = 10 [ma] 6 U a = 140/19; U b = 110/19; I = (U a!u b )/2 ma. Vereenvoudiging: de 10 S weerstand kortsluiten!