GESPECIALISEERD LERAAR/BEGELEIDER VSO-VO-MB Algemeen De tweejarige opleiding richt zich op leraren/begeleiders die werkzaam zijn in het mbo, vo en vso. De opleiding heeft de volgende uitgangspunten: Het versterken van de professionaliteit van docenten en andere functionarissen binnen de school; Het optimaliseren van de competentie van de school als lerende organisatie; Het waarborgen van continuïteit in ondersteuning en begeleiding om een duidelijke doorlopende lijn te realiseren. Om een goede basis te vormen is gekozen voor drie basisthema s die voor iedereen van belang zijn. Daarnaast kunt u een keuze maken uit 10 flexibele thema s, waardoor u uw programma zo goed mogelijk kunt laten aansluiten op uw eigen functie, behoeften en voorkeuren. Uw vraag en het aanbod van de opleiding worden door middel van gesprekken zo goed mogelijk op elkaar afgestemd. Voor wie Leraren/begeleiders die werkzaam zijn in het mbo, vo of vso De opbouw De opleiding in jaar 1 Onderwijseenheden PraktijkGericht Onderzoek 10 Basisthema A: Orthopedagogiek 5 Basisthema B: Begeleiding en coaching 5 van leerlingen en docenten Totaal 30 Studiepunten (European credits) De opleiding in jaar 2 Onderwijseenheden PraktijkGericht Onderzoek 10 Basisthema C: Leiding geven aan leren 5 Keuzeperiode 5 Studiepunten (European Credits) Totaal 30
Een beschrijving van de onderwijseenheden U werkt vanaf het begin van de opleiding met een digitaal, ontwikkelingsgericht portfolio (Winvision). Dit is een digitale map waarin u gedurende uw opleiding uw studiemateriaal verzamelt en zo uw ontwikkeling tot Master Special Educational Needs beschrijft en verantwoordt. PraktijkGericht Onderzoek U wordt uitgedaagd om uw professionele ontwikkeling te versterken en te verdiepen door een praktijkgericht onderzoek op te zetten en uit te voeren. Het praktijkgericht onderzoek (PGO) richt zich op de verheldering van een aspect of onderdeel van uw dagelijkse onderwijspraktijk dat u als problematisch, onduidelijk of vatbaar voor verbetering definieert. In het eerste jaar van uw studie zult u vooral bezig zijn met het verwerven van onderzoeksvaardigheden en het opstellen van een onderzoeksplan. In het tweede jaar zult u het onderzoek daadwerkelijk gaan uitvoeren. Basisthema A: Orthopedagogiek Dit thema vormt de start van de opleiding. Binnen dit thema wordt een (begrippen) kader geschetst, dat past binnen de tweejarige studie. Zowel hedendaagse visies op de ontwikkeling van leerlingen als op onderwijs staan centraal. Aan de orde komen o.a.: De visie op onderwijs Inclusief en passend onderwijzen Ontwikkelingspsychologische visies op de sociaal-emotionele ontwikkeling van jongeren Basisthema B Begeleiding en coaching van leerlingen en docenten In dit thema wordt de basis gelegd voor een adequate begeleiding van leerlingen en collega s, waarin coaching op basis van zelfverantwoordelijkheid, zelfsturing en zelfrealisatie het uitgangspunt zijn. De oplossingsgerichte benadering (OGB), geweldloze communicatie, de kernkwadranten, de STARR-methodiek en het IJsberg-model spelen o.a. een belangrijke rol. Basisthema C Leidinggeven aan Leren In dit thema gaat het om uw persoonlijke inspiratie en zingeving, en om de manier waarop u die vertaalt in de invulling van uw coördinerende of leidinggevende taak. Veel professionals komen in hun loopbaan terecht in een ontwikkeling waarin ze zich niet meer afvragen: "Waartoe doe ik dit?" De dagelijkse gang van zaken en de incidenten op het werk gaan overheersen in het timemanagement en de vormgeving van beleid. Daarom gaat u in dit thema terug naar uw eigen inspiratiebronnen om u te bezinnen op de manier waarop u leiding geeft. Flexibele thema s U kiest per leerjaar, in overleg 2 thema s uit onderstaande lijst van 10 thema s waar u mee aan de slag wilt. Door uw keuze kunt u uw programma richten naar bijvoorbeeld gedrag en leren, arbeidsvoorbereiding, begeleiding van leerlingen en/of collega s of leerlingenzorg. In het programma van het 2 e jaar zit een keuzeperiode die u naar eigen inzicht kunt invullen. U kunt daarin ook kiezen voor een extra flexibel thema. Bij het kiezen kunt u onderstaand schema als steun gebruiken. De getallen staan voor de hieronder genoemde thema s:
Richting Flexibel thema Flexibel thema Gedrag en leren 1 2 Leerlingbegeleider/mentor 2 4 Loopbaanbegeleider/decaan 4 5 Arbeidsvoorbereider/ 6 7 stagebegeleider Zorgcoördinator 3 8 Ambulant begeleider 8 4 Teamleider 9 10 Flexibele thema s 1. Lessen in orde Het voorkómen en het oplossen van problemen met leerlingen kan het beste gebeuren op vier niveaus: op schoolniveau, op klassenniveau, op leraarniveau en op leerlingniveau. Het gaat niet alleen over het voorkómen en oplossen van wangedrag, het gaat vooral over het creëren van een klimaat waarin goed gewerkt kan worden op alle niveaus. Hierbij is de betrokkenheid van de leerling zelf een belangrijk aspect. 2.Omgaan met agressie Waarom is de ene leerling agressief en de andere niet? Agressie moet gezien worden als een samenspel van onder andere biologische en sociale factoren. De plaats en de rol van de leraar is daarbij ook van groot belang. Deze moet zich dan ook bewust zijn van de mate waarin hij/zij een risicofactor of juist een protectieve factor kan zijn in de ontwikkeling en het voorkomen van agressie van een of meer leerlingen. 3. Handelingsgericht werken (HGW) Bij HGW staat een planmatige aanpak van de begeleiding van leerlingen in welke situatie dan ook centraal. De constructieve samenwerking met de leerling zelf, ouders en collega s en andere betrokkenen is daarbij onontbeerlijk. De bouwstenen van begeleidingsplannen worden geïntroduceerd. In werkopdrachten met casuïstiek wordt HGW gepraktiseerd, in collegiaal overleg besproken en geëvalueerd. 4. Leerlingbegeleiding (mentoraat) Basiscompetenties van de leerlingbegeleider komen aan de orde. Hoe krijg ik zicht op het sociaalemotioneel functioneren van leerlingen? Hoe voer ik een specifiek begeleidingsgesprek? Hoe geef ik de leerlingbegeleiding binnen mijn school vorm? Methodieken, die gebruikt worden zijn onder andere: Rationeel Emotieve Therapie (RET), Neuro- Linguïstisch Programmeren (NLP), Transactionele Analyse (TA). 5. Keuzebegeleiding (decanaat) In elke vorm van onderwijs moeten er regelmatig keuzes gemaakt worden: pakketkeuzes, vak(richting)keuzes, keuzes voor een stagetraject, keuzes voor vervolgonderwijs of werk. Hoe krijg ik zicht op keuzeprocessen bij leerlingen? Welke competenties heb ik zelf nodig en hoe verwerf ik die? Hoe voer ik een keuzegesprek? Hoe geef ik keuzebegeleiding vorm binnen de schoolorganisatie? 6. Arbeidsvoorbereiding/praktijkleren binnen de school Voorbereiding op de toekomst en dus ook op arbeid, start niet in de bovenbouw in de stage, maar is als het goed is door het hele programma verweven. Maar hoe geeft u dat vorm? Hoe stelt u competenties van leerlingen vast? Hoe werkt u aan het versterken van competenties, zowel in lessen als bijvoorbeeld in interne stages? 7. Arbeidsvoorbereiding/praktijkleren buiten de school Voorbereiding op arbeid buiten de school heeft als belangrijk pluspunt dat de leerling gedwongen wordt te functioneren in een levensechte situatie. Voor de school zitten hier allerlei aspecten aan zoals: - de acquisitie van bedrijven
- de voorbereiding van de leerling op stage - matching van leerling en bedrijf - beoordeling van ontwikkeling - jobfinding en jobkeeping 8. Sturen van zorgbeleid Vanuit uw ervaringen met en positie binnen de leerlingenzorg ontwikkelt u een visie op zorg. Centraal staat het maken en schrijven van een richtinggevend zorgbeleidsplan. Verder komen aan de orde: - de relatie met betrokkenen zoals scholen, leraren en ouders - de visie op begeleiding - de vormgeving van de begeleiding 9. Leidinggeven aan innovatieprocessen In dit thema geeft u binnen uw onderwijssetting vorm aan een veranderingproces. Allereerst schrijft u een veranderingsplan. Het onderwerp van het veranderplan moet van belang zijn voor de zorg, in de breedste zin van het woord, voor de leerlingen. De keuze kan voortvloeien vanuit de strategische ambities van de school, vanuit zelfrealisatie of vanuit een zorgscan. U bent in staat een leidende rol in te nemen in het veranderproces. 10.Transformatief Leiderschap Als u een veranderingsplan realiseert, staat het individuele proces, de bekwaamheid en de bereidheid van de leraar en leidinggevende centraal. Dit thema richt zich op de individuele betekenisverlening (door leraren) en op interventies die voortkomen vanuit het situationeel leiderschap; het kijken naar de individuele ondersteuningsbehoefte van medewerkers. Het zijn de veranderingen in een persoon die resulteren in veranderingen binnen een organisatie (en niet omgekeerd). Eindkwalificaties Alle specialisaties die leiden tot het diploma 'Master Special Educational Needs', richten zich op drie domeinen van eindkwalificaties: A. Eindkwalificaties die betrekking hebben op het werken met en voor leerlingen, met aandacht voor de leer-en leefomgeving, begeleiding van leerlingen en de leraar als persoon B. Eindkwalificaties die betrekking hebben op het werken in en voor de organisatie, met aandacht voor schoolontwikkeling, begeleiding van collega s, kenniscirculatie en de leraar als participant in de verandering C. Eindkwalificaties die betrekking hebben op het professioneel handelen en beroepsontwikkeling, met aandacht voor een onderzoekende houding, maatschappelijk besef, reflectie en ontwikkeling Deze eindkwalificaties bepalen de kaders van de opleiding. De inhouden van de thema s, de prestaties die als afsluiting van het thema moeten worden gemaakt, het tweejarige praktijkgericht onderzoek, leervragen van studenten: alles wordt in grote mate bepaald door de drie domeinen. Bronnen Het leerlandschap van deze specialisatie bestaat uit een actuele literatuurlijst die gekoppeld is aan de verschillende onderwerpen. Per onderwerp wordt aangegeven welke eindkwalificaties en welke onderliggende competenties van belang zijn. Deze eindkwalificaties en competenties zijn bepalend voor de keuze van uw bronnen. Soms zult u zich gaan verdiepen in een boek met specifieke informatie over het domein van gedrag en soms pakt u er een wetenschappelijk artikel uit een vakblad bij. Maar ook bronnen op internet, televisie en kranten kunnen worden bestudeerd. U laat zien dat u de verworven kennis gebruikt als gereedschap bij het oplossen van praktijkproblemen. Beoordeling van prestatie Bij elk thema laat u aan de hand van prestaties zien op welke wijze de inhouden door u verwerkt zijn. Een prestatie kan een schriftelijk verslag zijn, een toets met meerkeuzevragen,
een aangepast handelingsplan van een leerling of de groep, een videoverslag met reflectie, etc. We beoordelen uw prestaties aan de hand van specifieke criteria die bij elk thema vermeld staan. De inhouden van de beoordeling staan in directe relatie tot de hierboven beschreven eindkwalificaties. Medestudenten, personen uit het werkveld en uzelf kunnen soms betrokken worden bij de beoordeling. Vooraf zijn hierover dan afspraken gemaakt met u. Bijzonderheden Het is mogelijk om in het kader van de opleiding het tot nu toe door het UWV erkende certificaat Jobcoach te behalen. Sleutelwoorden Leerlingbegeleider/mentor, Loopbaanbegeleider/decaan, Arbeidsvoorbereider/Stagebegeleider, Zorgcoördinator, Ambulant begeleider, Teamleider. Meer info Bezoek onze informatiebijeenkomsten of neem contact op met Ab Koffeman: ab.koffeman@hu.nl. Kijk voor meer informatie op www.seminarium.hu.nl Tijdens de informatiebijeenkomsten in Utrecht zal specifieke informatie over deze specialisatie gegeven worden.