Meer weten over wonen

Vergelijkbare documenten
Oversampling WoON Meer weten. over wonen

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015

Nieuwsbrief WoonOnderzoek Nederland 2012

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Woononderzoek Nederland 2009

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken

Nieuwsbrief WoonOnderzoek Nederland 2012

Vragenlijst WoON 2015

Op 19 mei 2014 stelde u ons college schriftelijke vragen over de verkoop van huurwoningen door Vestia.

Nieuwsbrief WoonOnderzoek Nederland 2012

FACTSHEETS WoONcongres 2013 Naar een nieuwe balans in het wonen. Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen Directie Kennis en Verkenningen

WoON 2015 Zuid-Holland. Berry Blijie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst

Bestandsbeschrijving WOON - CBS in de Klas

Woningmarktmodule 2015 The making of.. CBS 7 April 2016

Nieuwsbrief WoonOnderzoek Nederland 2012

Senioren en mensen met beperkingen op de woningmarkt

De woningmarkt in Goirle ; jongeren die terug willen keren. Woonbehoefte van jongeren die terug willen verhuizen naar de gemeente Goirle

Conclusies woningbehoefteonderzoek Reduzum

Factsheet wonen Harderwijk

Regionale woningmarktgebieden: verschillen en overeenkomsten. Andries de Jong, Lia van den Broek, Stephaan Declerck, e.a.

Onderzoek kleine kernen

Woonwensenonderzoek 2015

Rapportage WoON Analyse van Utrechtse woningmarkt o.b.v. Woononderzoek Nederland Utrecht.nl/onderzoek

CIJFEROPBRENGST WOONDEBAT NOVEMBER team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement

30,3 29,2. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland


Woonwensenonderzoek Valkenswaard %

Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017

Bijlagen bij: Woonagenda Aalsmeer

30,3 29,2 17,1 10,9. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Son en Breugel Metropoolregio Eindhoven Nederland

Fact sheet Wonen in Diemen 2017

30,3 27,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Vught Noordoost Brabant Nederland

** Meer rapporten en actuele overheidsinformatie over gemeente Eindhoven, vindt u op WSJG.nl: Cijfers Gemeente Eindhoven

Onderzoektechnische verantwoording. Opinieonderzoek Solidariteit

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL

31,4 30,3. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Nijmegen Arnhem/Nijmegen Nederland

De rol van corporaties op de woningmarkt

WONINGBEHOEFTEONDERZOEK WIERINGEN

1. VOORRAAD. Samenstelling woningvoorraad in %

Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Deurne Metropoolregio Eindhoven Nederland

Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar beroep en regio, pilot Barometer culturele diversiteit

Innovatie Woononderzoek

16,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Nuenen, Gerwen en Nederwetten Metropoolregio Eindhoven Nederland

Verhuis- en woonwensen van starters

Masterclass woningmarktonderzoek. Companen 50 jaar 1 oktober 2015

Woon Onderzoek Nederland: enkele toepassingen in Den Haag

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Weging Woningmarktmodule Erwin Vondenhoff 28 januari 2016

Lokale Monitor Wonen Gemeente Lelystad ( )

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017

Cliëntervaringsonderzoek Wmo & Jeugd 2016

Samen naar de gewenste woningvoorraad in Odiliapeel

Doelgroepen TREND A variant

30,3 29,2 15 9,7. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving

Peiling Tweede Kamerverkiezingen 2017 stemgedrag en stemmotieven van Nederlanders met een migratie-achtergrond

Strategisch Bewonersonderzoek Woonbeleving & Woonwensen. USP Bewonersscan 2018

Woningbehoefteonderzoek Nieuw-Dijk


Wooncarrière van koopstarters

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1

VEILIGHEIDSMONITOR 2019

Dieteren - gemeente Echt-Susteren

Woonruimtebemiddeling: samen leven met minder regels

Wonen in Amsterdam 2013 Stadsdeelprofielen

Betaalbaarheid van wonen, een gemeentelijke opgave? Inzicht en handvatten voor gemeenten

Koningsbosch - gemeente Echt-Susteren

WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG

Uitkomsten van het WoON 2018

Ospel - gemeente Nederweert

Sint Joost - gemeente Echt-Susteren

1 Inleiding. 2 Methode en selectie

Fact sheet Wonen in Blaricum 2017

Woningmarktmonitor provincie Gelderland: ontwikkelingen koop- en huurmarkt

Omvang doelgroep en omvang kernvoorraad in 2008

LANDELIJKE RAPPORTAGE. Op basis van de Lokale Monitor Wonen Versie 17 oktober 2016

Lichte toename jaar en kinderen 0-14

BEHOEFTEPEILING JONGERENHUISVESTING

VEILIGHEIDSMONITOR 2017

Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing en Volkshuisvesting

Wijkvisie. Dubbeldam. Dordrecht. december Inleiding. Dubbeldam

Beantwoording art 33 vragen bereikbare en betaalbare voorraad sociale huurwoningen

7.6. Waspik - SAMENVATTING TEVREDENHEID WOONOMGEVING TEVREDENHEID WOONOMGEVING AANBEVELING OM TE WONEN

Rijen (inclusief Hulten) - SAMENVATTING TEVREDENHEID WOONOMGEVING TEVREDENHEID WOONOMGEVING AANBEVELING OM TE WONEN

Afsprakenmonitor regio Haaglanden > Halfjaarmonitor > kerngegevens

Waalwijk- centrum buitenpolders + Besoyen - SAMENVATTING TEVREDENHEID WOONOMGEVING TEVREDENHEID WOONOMGEVING AANBEVELING OM TE WONEN

Baardwijk + Laageinde + De Hoef - SAMENVATTING TEVREDENHEID WOONOMGEVING TEVREDENHEID WOONOMGEVING AANBEVELING OM TE WONEN

de gemeenten in de regio Alkmaar Woonwaard, Kennemer Wonen, Van Alckmaer, Wooncompagnie en Ymere

Fact sheet Wonen in Uithoorn 2017

WoON in Vogelvlucht Uitkomsten van het WoON 2015: Woningvoorraad en bewoners

Woonwensen middeninkomensgroepen in werkgebied QuaWonen

7.6 10% 7.3. Antoniusparochie + Bloemenoord + Groenewoud - SAMENVATTING TEVREDENHEID WOONOMGEVING TEVREDENHEID WOONOMGEVING AANBEVELING OM TE WONEN

Sociaal. Plan ParkStad. juli ParkStad Amsterdam

Transcriptie:

Meer weten over wonen Inzicht in het wonen is van essentieel belang voor beleidsmakers van gemeenten, regio s, provincies en woningcorporaties. U hebt nu wederom de kans om dit inzicht te verkrijgen. VROM biedt u namelijk de kans mee te liften met het landelijke WoonOnderzoek Nederland (WoON). Op lokaal niveau kunt u zo betrouwbare informatie verkrijgen over: hoe wonen en leven onze inwoners of klanten, hoe tevreden zijn ze met die situatie en hoe wensen ze te wonen? Wat is WoON? Het WoON bevat gegevens over onder andere huishoudens, de huidige en gewenste woonsituatie en de tevredenheid met de woonsituatie. Daarnaast omvat het WoON ook thema s die raken aan het wonen, zoals gegevens over de leefbaarheid en de tevredenheid met de woonomgeving, de woon-werkafstand (mobiliteit) of het ervaren van beperkingen bij het wonen om gezondheids redenen. Het WoON wordt voor de tweede keer gehouden en vervangt het voormalige WoningBehoefteOnderzoek (WBO). Het WBO werd sinds 1964 periodiek gehouden. Door de jaren heen is de inhoud van het WBO continu verbeterd en geactualiseerd, in aansluiting op ontwikkelingen in het woonbeleid. Nieuwe thema s verschijnen, andere raken op de achtergrond, terwijl het voor veel thema s van belang blijft de ontwikkeling in de tijd te volgen. Het onderzoek is dus bij de tijd en waarborgt continuïteit. Dit was ook het geval bij de overgang van het WBO naar het WoON 2006. Verschil is dat het WoON eens in de drie jaar wordt gehouden, in plaats van eens in de vier jaar zoals het WBO. Wat is oversamplen? Voor het landelijke WoON worden 40.000 personen ondervraagd. De omvang van het onderzoek is zodanig dat het onderbouwing geeft voor betrouwbare uitspraken op landelijk, provinciaal en regionaal niveau. Oversamplen is het verhogen van het aantal respondenten om op een lager schaalniveau betrouwbare uitspraken te kunnen doen dan met de landelijke streekproef mogelijk is. Net als bij de voorgaande oversampling kunt u zelf kiezen voor het gewenste schaalniveau: de gemeente of inzoomen op deelgebieden (een of enkele stadsdelen, kernen, wijken of buurten). Voor wie is oversampling bedoeld? De volgende partijen kunnen opdracht geven voor oversampling: Een gemeente Regionale samenwerkingsverbanden Gemeente en corporaties samen Meerdere gemeenten samen Een provincie De woningmarktmodule van het WoON is de opvolger van het voormalige WBO. Het WoON is zodanig ingericht dat de actualiteit wordt gevolgd én de continuïteit gewaarborgd. Naast de woningmarktmodules zijn er ook andere modules: Wonen tussen jong en oud Sociaal-Fysiek Bouwtechnische woningopname Verhuiswensen en verhuisgedrag Woonwensen Energie Meer info over deze modules is te vinden op de site www.vrom.nl/woon

02 Thema s in het WoON 2009 (woningmarktmodule) Huishouden kenmerken huishouden: samenstelling, leeftijd, geboorteland, opleiding inkomen respondent en partner werk respondent en partner Huidige woning kenmerken woning: huur-koop, type, grootte, prijs, tuin, ouderenwoning tevredenheid woning, woonomgeving en voorzieningen gebruik huursubsidie belang kenmerken woning en woonomgeving Gerealiseerde verhuizing kenmerken vorige woning: huur-koop, type, grootte, prijs, tuin verkoop huurwoningen woonduur vorige woonplaats Gewenste verhuizing verhuisgeneigdheid reden kenmerken gewenste woning: huur-koop, type, grootte, prijs, tuin verkoop huurwoningen gewenste wijk of woonplaats Overige thema s verhuur woonruimten gezondheid en bewegen toegankelijkheid en aanpassingen woning particulier opdrachtgeverschap mobiliteit werk respondent en partner mobiliteit recreatief contacten en vrije tijd bezit PC en andere huishoudelijke apparaten VVE s Wat betekent het WoON voor de dagelijkse beleidspraktijk? Oversampling van het WoON geeft een schat aan informatie die direct van nut is in de dagelijkse beleidspraktijk: als input voor beleid omtrent de woon- en leefomgeving, stedelijke vernieuwing of voor een woningmarktmonitor, als vertrekpunt voor woonbeleid, strategisch voorraadbeleid of prestatieafspraken. Het WoON geeft direct inzicht in bijvoorbeeld: Hoe is het gesteld met de leefbaarheid in uw gemeente? Hoe waarderen de inwoners bijvoorbeeld de woonomgeving? Hoeveel jongeren willen een start maken op de woningmarkt? Wat voor woning zoeken zij? Hoeveel inwoners willen verhuizen en wat voor woningen zoeken zij? Hoe staat het met de betaalbaarheid van de woningvoorraad? En hoe verschillen de woonlasten tussen kopers en huurders? Hoe tevreden zijn onze bewoners met hun woning ten opzichte van vergelijkbare gemeenten? Hoeveel en wat voor type huishoudens van buiten de gemeente willen in onze gemeente komen wonen? Hoeveel woningen zijn toegankelijk zonder traplopen? Het unieke van het WoON is een relatie te kunnen leggen tussen kenmerken van bewoners, karakteristieken van de woonsituatie, en de persoonlijke beleving daarvan. U krijgt de gegevens in een informatiesysteem. Met dit systeem worden de gegevens in overzichtelijke tabellen, figuren en kaarten gepresenteerd. Verschillende variabelen kunnen tegen elkaar worden afgezet. Verderop in deze folder vindt u hier enkele voorbeelden van. Naast het informatiesysteem krijgt u ook een microbestand. In dit bestand staan de antwoorden van alle respondenten in uw werkgebied. Hiermee kunnen verdergaande analyses worden verricht. Enige onderzoekservaring is daarbij wel vereist. Aansluiten bij het WoON geeft u een instrument voor benchmarking. Uniformiteit in definities, peildata en bron zorgt voor een eenduidige informatiebron op lokaal en landelijk niveau, waarbinnen lokale partijen de eigen situatie kunnen afzetten tegenover referentiegebieden: bijvoorbeeld de provincie, de regio of alle ISVgemeenten in Nederland. Kiest u ervoor om samen met andere

03 gemeenten in de regio te oversamplen, dan is het ook mogelijk om vergelijkingen binnen deze regio te maken: Waarin verschilt de woningvoorraad in onze gemeente van omliggende gemeenten? Hoe liggen de woonlasten ten opzichte van andere gemeenten in de regio? Verhuizen onze inwoners vaker of minder vaak dan in andere gemeenten in de regio? Stedelijke vernieuwing en leefbaarheid staan hoog op de beleidsagenda. Niet alleen het ministerie van VROM, ook lokale partijen zijn overtuigd van de noodzaak verouderde wijken aan te pakken. De aanpak is complex, niet in het minst vanwege veranderingen op de woningmarkt, de gevolgen voor verhuisstromen en de mogelijkheden voor herhuisvesting. Door bij oversampling in te zoomen op stedelijke vernieuwingsgebieden ontstaat inzicht in de situatie in de betreffende gebieden, bijvoorbeeld: Hoe staat het met de verhuisgeneigdheid in de wijk en waar willen deze huishoudens naar toe? In welke mate ervaren bewoners overlast? Hoe beoordelen de bewoners de voorzieningenstructuur? Het inzoomen op aandachtsgebieden geeft zicht op de situatie in die wijk ten opzichte de rest van de gemeente. Doordat het WoON elke drie jaar wordt gehouden is het ook mogelijk de ontwikkeling van wijken in de tijd te meten. Heeft u eerder deelgenomen aan de oversampling van het WoON dan kunt u direct zien hoe bepaalde gebieden zich hebben ontwikkeld. Voorwaarde is wel dat u kiest voor een zodanig niveau van oversampling dat betrouwbare uitspraken kunnen worden gedaan over de aandachtsgebieden in uw gemeente. U kunt de situatie in deze gebieden dan ook afzetten tegenover het totaal aan aandachtsgebieden in Nederland. Methode van onderzoek In het landelijke WoON worden 40.000 personen van 18 jaar en ouder in Nederland geïnterviewd. De steekproef vormt een dwarsdoorsnede van de bevolking. Om de non-respons van bepaalde delen van de bevolking zoveel mogelijk te voorkomen, worden respondenten op verschillende manieren geinterviewd: Figuur 1: Enkele stellingen omtrent leefbaarheid (in % en voor de laatste twee stellingen (helemaal) mee eens) buurt afgelopen jaar vooruit gegaan 19% buurt afgelopen jaar achteruit gegaan 14% buurt komende jaar vooruit 18% buurt komende jaar achteruit 12% vervelend om in de buurt te wonen 4% als mogelijk ga ik uit deze buurt verhuizen 17% 0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16% 18% 20%

04 face-to-face (bij de respondent thuis), telefonisch of via internet. Bovendien kan het interview in verschillende talen worden afgenomen; niet alleen in het Nederlands, maar ook in het Turks, Arabisch, en Engels. Voordat de antwoorden van de respondent kunnen worden gebruikt wordt er nog een slag gemaakt, de zogenaamde dataprocessing. Dataprocessing bestaat onder meer uit de activiteiten: coderen, toevoegen, wegen en ophogen van de vragenlijstgegevens. Open antwoorden worden gecodeerd, zodat ze geanalyseerd kunnen worden. Gegevens van bijvoorbeeld het GBA, CBS en de Belastingdienst worden aan het bestand toegevoegd. De betrouwbaarheid van gegevens uit bestaande registratiebestanden (bijvoorbeeld over het inkomen) is vaak groter dan de gegevens van respondenten. Bovendien hoeven bekende gegevens niet meer te worden gevraagd, waardoor de vragenlijst beperkt blijft. Ook worden afgeleide variabelen aan het bestand toegevoegd. Dit zijn variabelen die worden samengesteld uit meerdere antwoorden die de respondent heeft gegeven. Bijvoorbeeld woonlasten (samengesteld uit onder meer huurprijs en gemeentelijke heffingen) en de typering allochtoon (afhankelijk van geboorteland respondent, en zijn/haar ouders). Vervolgens wordt bekeken in hoeverre de samenstelling van de respondenten in de steekproef overeenkomt met de bevolkingsstatistiek. Gekeken wordt naar respondentkenmerken als leeftijd, geslacht, geboorteland en gemeente. Als blijkt dat bepaalde groepen ondervertegenwoordigd zijn in de steekproef, wordt er gewogen. De groep respondenten die verhoudingsgewijs te weinig in de steekproef voorkomt krijgt een hogere weegfactor, teneinde een onderzoeksbestand te verkrijgen dat een representatief beeld schetst van de totale bevolking. Om de gegevens van de onderzoekspopulatie te vertalen naar het totaal aantal huishoudens binnen het onderzoeksgebied (regio, gemeente, wijk), is ophogen van de steekproef nodig. Dit gebeurt met een ophoogfactor. Deze ophoogfactor wordt bepaald aan de hand van het werkelijk aantal personen en huishoudens in Nederland en de betreffende gemeente. De peildatum van alle gegevens is 1-1-2009. Eindproducten: informatiesysteem en microbestand De gegevens die de oversampling oplevert, worden gepresenteerd in een informatiesysteem. Dit systeem bevat de basisinformatie in overzichtelijke tabellen, profielen, figuren en kaarten. De gegevens zijn dan al zodanig voor u bewerkt dat ze direct inzicht geven in verschillende onderwerpen. Het informatiesysteem geeft u diverse keuzen in de wijze van presenteren van de gegevens: verschillende tabellen, profielen en figuren, maar ook in een geografische weergave. Zo kunt u met het systeem zelf verschillende variabelen tegen elkaar afzetten en referentiegebieden kiezen (bijvoorbeeld provincie, regio, alle ISV-gemeenten in Nederland) om de gegevens van de eigen gemeente tegen af te zetten. Naast het informatiesysteem, krijgt u ook een microbestand. Dit SPSS-bestand bevat de records van de respondenten uit uw oversamplingsgebied (dus inclusief de respondenten uit het reguliere, door VROM uitgevoerde, onderzoek in het oversamplingsgebied), en van de respondenten die naar uw oversamplingsgebied willen verhuizen of in de afgelopen periode zijn vertrokken. Wanneer u daarover afspraken heeft gemaakt met omliggende oversamplingsgemeenten, worden ook de records van die betreffende gemeenten in het microbestand opgenomen. Het microbestand biedt de mogelijkheid de data te bewerken en te gebruiken voor analyses en simulaties. Maatwerk U kunt de oversampling zo inrichten dat deze aansluit bij uw informatiebehoefte. De eerste vraag die u moet beantwoorden is of u alleen gaat deelnemen of samen met andere partijen; de inzichten die verkregen worden met het WoON leveren een goede basis voor prestatieafspraken of regionale afstemming. De volgende vraag gaat over de gebieden waarover u uitspraken wilt doen. Bent u uitsluitend geïnteresseerd in de gemeente als geheel of wilt u ook iets kunnen zeggen over verschillende stadsdelen, kernen of wijken? Het geografische niveau waarover u betrouwbare uitspraken wilt doen, is bepalend voor de vraag hoeveel extra interviews afgenomen moeten worden. Om aan de landelijke WoON-eisen van betrouwbaarheid te voldoen moeten in een gemeente circa 600 interviews worden afgenomen. Met 600 interviews is het mogelijk algemene uitspraken te doen over de inwoners in uw gemeente. Wanneer u dieper wilt inzoomen op bepaalde doelgroepen, zoals ouderen en jongeren,

05 Betrouwbaarheidseisen landelijk WoON Het WoON is een steekproefonderzoek. Dit betekent dat de resultaten in beperkte mate kunnen afwijken van gegevens uit registratiebronnen. De betrouwbaarheid en het betrouwbaarheidsinterval zijn hiervoor twee maten. Een betrouwbaarheid van 95% geeft aan dat indien het onderzoek een aantal keren met een andere steekproef wordt herhaald, 95 van de 100 keer dezelfde uitkomst wordt gevonden. Om elk resultaat uit een steekproefonderzoek zit ook een betrouwbaarheidsinterval. Dit geeft de waarden aan waarbinnen de uitkomst met 95% zekerheid ligt. Het vereiste betrouwbaarheidsniveau, de omvang van de steekproef en de omvang van de totale populatie spelen een rol bij het bepalen van de breedte van het betrouwbaarheidsinterval. De steekproefomvang wordt bepaald door het maximum te nemen van hetgeen nodig is voor een maximale afwijking van: 5% bij het bepalen van het percentage huurders en kopers; 5% bij het bepalen van het aantal verhuisden per deelpopulatie huurders en kopers; 6% bij het bepalen van het aantal potentiële verhuizers per deelpopulatie huurders en kopers. Dit zijn absolute 95% betrouwbaarheidsmarges. Figuur 2: Woningzoekenden totaal en vragers in de markt 1.800.000 1.600.000 1.400.000 1.200.000 1.000.000 800.000 600.000 400.000 200.000 0 1998 2002 2006 doorstromers starters vragers in de markt Keuzemogelijkheden bij oversampling: doorstromers starters totale vraag Doet u alleen mee of gaat u gezamenlijk met andere gemeenten of corporaties aan de oversampling meedoen? Wilt u uitspraken kunnen doen over subregio s, de gemeente, wijk(en) of buurt(en)? (bepaalt de opbouw van de steekproef) Met welke betrouwbaarheid wilt u uitspraken? (bepalend voor de omvang van de steekproef)

06 Figuur 3: Gevraagde en uit de woningvoorraad aangeboden koopwoningen 2002 2006 aangeboden gevraagd aangeboden gevraagd eengezins meergezins hogere segment midden segment lagere segment hogere segment midden segment lagere segment eengezins meergezins hogere segment midden segment lagere segment hogere segment midden segment lagere segment 0 50.000 100.000 150.000 200.000 250.000 300.000 0 50.000 100.000 150.000 200.000 250.000 300.000 Figuur 4: Woonsituatie van de doelgroep en overige huishoudens 6.000.000 5.000.000 4.000.000 3.000.000 2.000.000 1.000.000 0 koopwoning huur boven liberalisatiegrens huur tot liberalisatiegrens huur tot aftoppingsgrens huur tot kwaliteitskortingsgrens overige woonverblijven doelgroep geen doelgroep

07 is het nodig om extra interviews af te laten nemen. Wilt u inzoomen op buurt of wijkniveau dan vraagt dit ook om extra interviews. Een gebruikswijzer op de website (www.vrom.nl/woon) helpt u bij de keuze voor het aantal interviews in relatie tot de betrouwbaarheid en de wens tot inzoomen. De helpdesk WoON Oversampling kan u indien gewenst assisteren bij het beantwoorden van uw vragen met de gebruikswijzer. De vragenlijst van het WoON is gelijk aan de reguliere vragenlijst van het WoON 2006 en het voormalige WBO. In 2006 werd de mogelijkheid geboden extra vragen toe te voegen aan de vragenlijst om nog meer maatwerk te kunnen leveren. Echter in 2006 is hier dusdanig weinig gebruik van gemaakt dat het nu niet als mogelijkheid wordt aangeboden. Kosten meeliften WoON Meeliften met het landelijke WoON geeft gemeenten recht op de antwoorden uit het landelijke onderzoek die betrekking hebben op het oversamplingsgebied. VROM betaalt het afnemen van de interviews binnen de landelijke steekproef, het ontwikkelen van de vragenlijst, het trekken van de steekproef en het verwerken van de data tot een toegankelijk bestand (informatiesysteem). De kosten voor u als deelnemer aan de oversampling bestaan alleen uit de kosten voor het afnemen van de extra interviews. VROM subsidieert onder voorwaarden een deel van deze kosten (zie verderop in deze folder). Het hiervoor beschikbare budget is beperkt en wordt toegekend op volgorde van opdrachtverlening voor oversampling. Oversampling biedt u keuze in betrouwbaarheidsmarges en het inzoomen op een lager schaalniveau. De kosten van oversampling zijn afhankelijk van de keuzen die u maakt. De kosten hangen tevens samen met de vorm waarin het interview wordt afgenomen en van het te verwachten responspercentage in het onderzoeksgebied. Ervaring leert dat in grote gemeenten de kosten hoger zijn om eenzelfde respons te krijgen dan in een kleine gemeente. Dit hangt samen met het lagere responspercentage in grote gemeenten en dat in die gemeenten vaker face-to-face interviews (de duurste vorm van interview) afgenomen worden. De eerdergenoemde gebruikswijzer kan u een indicatie geven van de kosten voor de gewenste oversampling. Als deelnemer aan de oversampling krijgt u gratis een versie van het informatiesysteem en het microbestand. Neemt u (binnen een gemeente of regio) met meerdere partijen deel aan de oversampling dan krijgen alle meebetalende partners een licentie. Daarnaast kunt u extra licenties van het informatiesysteem kopen. Mogelijkheden stimuleringsbijdrage VROM hecht veel belang aan goed inzicht in wonen op lokaal niveau. Dit onderstreept VROM met een stimuleringsbijdrage als tegemoetkoming in de kosten van oversampling. De aandacht van VROM gaat specifiek uit naar ontwikkelingen in de stedelijke vernieuwingsgebieden. In de subsidievoorwaarden wordt dan ook onderscheid gemaakt in de G31 en overige gemeenten. 1 De rechtstreekse ISV-gemeenten (excl. de G4) krijgen een stimuleringsbijdrage van 50% van de kosten voor de extra interviews, om tot in totaal 1.200 interviews te komen. Dit aantal is voldoende om betrouwbare uitspraken te doen over de stedelijke vernieuwingsgebieden ten opzichte van de rest van de gemeente. Voorwaarde is dat de steekproef zodanig is opgebouwd dat onderscheid gemaakt kan worden tussen deze stedelijke vernieuwings- of aandachtsgebieden (minimaal 600 interviews) en het overige gebied (minimaal 600 interviews). De subsidieaanvragen worden daar ook op getoetst. 2 Voor de 18 gemeenten (excl. de G4) waarbinnen de 40 wijken vallen, gelden dezelfde voorwaarden met de extra mogelijkheid om ook de 40 wijken in de extra steekproef te betrekken. Dat betekent dus dat 50% van de extra interviews voor ISVgebieden (minimaal 600) en/of de 40 wijken (minimaal 600) en het overige gebied (minimaal 600) wordt gesubsidieerd. 3 Voor Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag geldt een aparte regeling, omdat zij al met 1.200 interviews in het landelijke onderzoek zitten. Deze gemeenten kunnen passend bij hun beleid kiezen om in te zoomen op een lager schaalniveau (aansluitend bij bijvoorbeeld inzicht in enkele herstructureringswijken of woonmilieus). Daarbij moet de steekproef zodanig zijn opgebouwd dat er onderscheid gemaakt kan worden tussen ISV-aandachtsgebieden (minimaal 600) en/of de 40 wijken (minimaal 600) en overige delen van de stad (minimaal 600). Voordat de gemeente de steekproef uitbreidt naar andere kenmerken dient wel eerst het vereiste aantal te worden gehaald voor de ISV-aandachtsgebieden en/of de 40 wijken.

Dit is een publicatie van: Ministerie van VROM > Rijnstraat 8 > 2515 XP Den Haag > www.vrom.nl VROM 8214 / JUNI 2008 Ministerie van VROM > staat voor ruimte, milieu, wonen, wijken en integratie. Beleid maken, uitvoeren en handhaven. Nederland is klein. Denk groot. Het bedrag voor stimuleringsbijdrage bedraagt maximaal 25.000 per gemeente. 4 Alle overige gemeenten komen voor een stimuleringsbijdrage in aanmerking ter hoogte van 30% van de kosten om te komen tot een totaal van 600 interviews, onder de voorwaarden dat (tenminste) tot dit aantal wordt opgehoogd en dat met andere gemeenten of corporaties in de regio wordt samengewerkt. Voor alle opties geldt een drempelwaarde van de opdracht van 5000. Een rekenvoorbeeld voor de stimuleringsbijdrage G31 Aantal interviews ISV aandachtsgebied(en) overig Benodigde respons 600 600 Regulier Woon 126 245 Extra interviews 474 355 Door gemeente te betalen 237 177 Gesubsidieerd 237 178 NB! Het totale bedrag voor stimuleringsbijdrage dat VROM beschikbaar stelt is beperkt, zodat slechts een stimuleringsbijdrage wordt toegekend indien het budget nog niet is uitgeput. Oftewel: wie het eerst komt die het eerst maalt. Organisatie van de oversampling Het veldwerk voor het landelijke WoON loopt van september 2008 tot mei 2009. Het veldwerk voor de oversampling start op 1 september 2008. De inschrijvingstermijn voor de oversampling eindigt rond 1 oktober 2008. Rond de jaarwisseling 2009/2010 krijgt u het eindproduct in handen. Het veldwerk voor het landelijke WoON en de oversampling wordt uitgevoerd door TNS/NIPO en het CBS. De dataprocessing van het WoON wordt verzorgd door het CBS. Het Projectbureau Oversampling verzorgt de communicatie tussen de verschillende uitvoerders en fungeert als het loket voor geïnteresseerden in de oversampling. Meer informatie Algemene informatie over WoON en de oversampling is te vinden op de internetsite van het Ministerie van VROM: www.vrom.nl/woon. Mocht u verdere vragen hebben of bent u geïnteresseerd in deelname aan de oversampling, dan kunt u contact opnemen met de Helpdesk WoON Oversampling, telefoon 020-5221107, e-mail: helpdesk@woon-oversampling.nl.