eerlijke economie Vul aan. Complétez. Voici Florian. Florian woont in Luik. Florian à Liège. Dat is een Belgische stad. C est une ville belge.

Vergelijkbare documenten
Vraag 1: PRIJSVORMING

Het opstellen van een lineaire formule.

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules

Toets gecijferdheid augustus 2005

HT1: Vraag en aanbod - marktevenwicht

1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn:

Extra oefeningen hoofdstuk 2: Natuurlijke getallen

Oefeningen vraag en aanbod

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Inleiding tot de economie (HIR(b)) VERBETERING Test 14 november

Remediëringstaak: Vraag en aanbod

5.1 Lineaire formules [1]

Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod

4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1]

Oefeningen Producentengedrag

Taak na blok 1 startles 8

Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen

De prijs van een cd is gestegen met 25% ten opzichte van het basisjaar.

De antwoorden tussen haakjes zijn de antwoorden die wij VERMOEDEN die juist zijn.

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II

Errata Economie: oefeningen

6 Geaggregeerde vraag en geaggregeerd aanbod

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3

oefenbundeltje voor het vijfde leerjaar

Examen VMBO-GL en TL - COMPEX

Prijsvorming bij monopolie

WAARDOOR NEEMT DE VRAAG TOE OF AF?

3.1 Kwadratische functies[1]

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Hoofdstuk 2: Prijsvorming door vraag en aanbod

Hoe wordt inflatie berekend? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 1 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/V1/5.1

Schooljaar EXAMEN ECONOMIE BEURT 2. Leerkracht: Ann Coemans. Datum:. Lees de vragen aandachtig. Werk verzorgd.

Grafieken veranderen met Excel 2007

1.1 Lineaire vergelijkingen [1]

Indexcijfers. - We rekenen volumes van allerlei zaken om naar procenten - We vergelijken vervolgens die cijfers om conclusies te trekken

Eco samenvatting; hs 2 + 5

Hoofdstuk 2: Wat produceert een onderneming?

Oefentoets uitwerkingen

Samenvatting Economie hoofdstuk 1

HT3: Vraag en aanbod

rekentrainer jaargroep 6 Vul de maatbekers. Kleur. Zwijsen naam:

Hoofdstuk 5: TABELLEN

1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden?

Werken of vrije tijd?

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

Klas 4m2 Economie Leerling instructie Koehandel

Markt en overheid - uitwerkingen bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6

kun je op verschillende manieren opschrijven of uitspreken: XX Daarnaast kun je een breuk ook opschrijven als een decimaal getal.

extra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4

Hoe maak je nu van breuken procenten? Voorbeeld: Opgave: hoeveel procent van de onderstaande tekening is zwart gekleurd?

rekentrainer jaargroep 6 Vul de maatbekers. Kleur. Zwijsen naam:

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap

Rekenen aan wortels Werkblad =

Categoriale inkomensverdeling

blok 11 groep 4 Malmberg s-hertogenbosch

Functies. Verdieping. 6N-3p gghm

3.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1]

Blok 4 G/B vraag 1: een kommagetal cijferend delen door een natuurlijk getal < 100

Remediëringstaak: Vraag en aanbod

Blok 4 G/B vraag 1: een kommagetal cijferend delen door een natuurlijk getal < 100

4h economie module 5 samenwerken en onderhandelen

1 De bepaling van de optimale productiegrootte

Oefeningen op monopolie

Examen VMBO-KB. economie CSE KB. tijdvak 1 maandag 13 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Wiskundige taal. Symbolen om mee te rekenen + optelling - aftrekking. vermenigvuldiging : deling

Oefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie

Remediëringstaak: Vraag en aanbod

Lineaire verbanden. 4 HAVO wiskunde A getal en ruimte deel 1

Eindexamen economie havo I

Deeltoets micro-economie propedeuse. 19 november Versie 1

Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op.

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden

Bijlage marginale drukgrafieken

Extra opgaven hoofdstuk 17

omzetbelasting btw: exclusief-inclusief

Examen HAVO. Economie 1

woensdag 2/3/4² - Diepenbeek OPGAVEN CAT 3

Remediëringstaak: Vraag en aanbod

Wiskunde 20 maart 2014 versie 1-1 -

e) 124 op 300 b) 15 op 45 f) 412 op 500 c) 38 op 45

Samenvatting Economie Rekonomie

Liefde, voor iedereen gelijk?

kangoeroe TIP: Na hoeveel minuten is de halve les voorbij? A half twaalf B twaalf uur C tien over twaalf D half een E twintig over twaalf

1. REGELS VAN DEELBAARHEID.

Paragraaf 13.1 : Berekeningen met de afgeleide

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Thema 1 De kern van het ondernemen. Onderzoeksvraag 6 Hoe komt de prijs tot stand? 1 Intro. 2 Probleemstelling. 3 Leerplandoelstellingen.

Extra opgaven hoofdstuk 13

Examencursus. economie. Voorbereidende opgaven VWO. Korte redeneervragen BBP. Schoenenwinkels. Participatie

En action 5. Woordtrainer. Salut! Ga naar voor meer informatie.

Wiskunde 2 september 2008 versie Dit is een greep (combinatie) van 3 uit 32. De volgorde is niet van belang omdat de drie

Werkboekje

Extra opgaven hoofdstuk 15

Toetsmodule Hoofdstuk 10: Probleemoplossend denken - Oplossingen

Naam:... Nr... SPRONG 5. a Kleur het juiste percentage van de figuren en vul in hoeveel percent er overblijft.

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt

Domein D: markt (module 3) havo 5

Transcriptie:

Complétez Voici Florian Florian à Liège C est une ville belge Florian est riche Papa et maman sont dans la salle à manger Bonjour, papa Bonjour, maman, Florian, Florian, tu as faim? Voici une omelette Oui, maman Merci Bon appétit Je pars Je dois travailler, dit papa Vul aan Florian woont in Luik Dat is een Belgische stad Florian is rijk in de eetkamer, zegt Florian Dag Florian, heb je honger? Hier is een omelet Smakelijk Ik vertrek Ik moet, Welk woord of welk deeltje hoort niet in de reeks? Schrijf telkens de eerste letter van dat woord of deeltje op de juiste plaats in het raster Dan vind je een nieuw woord Die persoon over wie het gaat, staat telkens in vetjes aangeduid Mélanie village africain faim omelette 1 2 3 4 5 Florian malade riche Liège ville papa de Florian travailler belge africain salle à manger maman de Mélanie malade riche pauvre faim papa de Mélanie jardin une ville travailler africain 3 2 1 5 4 Het woord betekent liefde KANT EN KLAAR plus - DIFFERENTIATIE 5 e leerjaar / groep 7 21

We oefenen vervoegingen! 1 La maman de Mélanie (woont) dans un village africain 2 Mélanie (werkt) dans le jardin 3 Mélanie (vertrekt) 4 Maman (is) malade 5 Mélanie, (heb je) faim? Scrabble Scrabble is een letterspel waarbij je woorden moeten vormen op een speelbord Florian zit in de knoei Help je even? Schrijf je er ook het Nederlandse woord bij? nadjir regnam vartialerl ienacirfa africaine dalema rujonob 22 KANT EN KLAAR plus - DIFFERENTIATIE 5 e leerjaar / groep 7

Vorig jaar kostte een cola in café Het Dartele Paard 1,80 EUR Momenteel betaal je er in datzelfde café 2,00 EUR voor Met 18,00 EUR kon je vroeger cola s kopen Nu zijn het er maar meer Het lijkt wel alsof het geld minder waard geworden is Dat verschijnsel noemen we inflatie Plaats een kruisje voor elk deeltje hieronder dat aangeeft dat er inflatie is Papa verdient voortaan 2 000,00 EUR in plaats van 1 900,00 EUR Met hetzelfde geld kun je minder goederen en diensten kopen Het bedrijf waar Piet De Wroeter werkt, betaalt hem voortaan 1 650,00 EUR in plaats van 1 700,00 EUR Werknemers kunnen steeds meer kopen met hetzelfde loon Alle prijzen in het land stijgen terwijl de inkomens gelijk blijven Werknemers kunnen steeds minder goederen en diensten kopen met hetzelfde loon Alle prijzen blijven gelijk terwijl de inkomens stijgen Kun je invullen? Veronderstel dat er dit jaar heel weinig tomaten zijn De mensen willen net zoveel tomaten als vroeger blijven eten De prijs van 1 kg tomaten zal daardoor (hoog/laag) zijn Algemeen: Als het aanbod daalt bij een gelijkblijvende vraag zal de prijs Veronderstel dat er dit jaar een overvloed aan druiven is De mensen kopen evenveel druiven als vroeger Hierdoor zal de prijs van 1 kg druiven (hoog/laag) zijn Algemeen: Als het aanbod stijgt bij een gelijkblijvende vraag zal de prijs 42 KANT EN KLAAR plus - kangoeroe 5 e - 6 e leerjaar / groep 7-8

4 Typisch economische woorden Noteer bij elke letter in het vierkant het nummer van de omschrijving die erbij hoort a b c d e f g h i $ a consument 1 een bedrijf dat goederen vervaardigt en / of diensten verleent b producent 2 iemand die goederen koopt c goederen 3 zet mensen aan tot kopen d handel 4 het kopen en verkopen van goederen en/of diensten e reclame 5 het werk dat geleverd wordt f arbeid 6 cijfers na de komma in een getal g welvaart 7 onderwijs is er een voorbeeld van h decimalen 8 wat materieel is, van stoffelijke aard i diensten 9 mensen hebben voldoende geld en kunnen zelfs meer kopen dan ze nodig hebben Maak nu ook per rij de som van de getallen en noteer die telkens in de laatste kolom Maak ook per kolom de som van de getallen en schrijf die telkens in de laatste rij Tel nu alle getallen van de laatste rij samen Schrijf het totaal in het overblijvende vak bij $ Tel de getallen van de laatste kolom ook samen, maar zonder het getal bij $ Wat stel je vast? Met welke breuk moet je het gevonden getal uit de tabel vermenigvuldigen om als product 6 000 000 te hebben? 6 000 000 is ongeveer het aantal inwoners van Sierra Leone, momenteel het armste land ter wereld In welk werelddeel ligt Sierra Leone? 48 KANT EN KLAAR plus - kangoeroe 5 e - 6 e leerjaar / groep 7-8

5 De armoederisicogrens 51 In België Weet je wat vele mensen zeggen als ze over geld praten? Dat geld het slijk der aarde is Geef toe, in onze maatschappij draait het om geld Iedereen wil geld en liefst zoveel mogelijk Niemand wil arm zijn En toch zijn er heel veel mensen arm, ook in België en Nederland Volgens de Belgische overheid is een paar met twee kinderen arm als het niet meer dan 1726,20 EUR per maand verdient Dat noemen we de armoederisicogrens (Bron: Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, 1 september 2007) 1 Bereken hoeveel EUR dat is per dag Bij economische berekeningen telt een maand 30 dagen 2 Hoeveel personen zijn er in een gezin gevormd door een koppel met twee kinderen? 3 Hoeveel EUR per dag en per persoon krijgt een gezin dat uit vier personen bestaat en dat 1726,20 EUR per maand ontvangt? Voor bedragen in EUR ronden we af op twee cijfers na de komma Voor een éénoudergezin met twee kinderen ligt de armoederisicogrens op 1315,20 EUR per maand en voor een alleenstaande op 822,00 EUR per maand 4Vul de onderstaande tabel aan Denk aan de afrondingsregel Een maand telt 30 dagen armoederisicogrens een paar met twee kinderen een éénoudergezin met twee kinderen bedrag in EUR per maand bedrag in EUR per dag aantal personen in het gezin bedrag in EUR per dag en per persoon 1 726,20 EUR EUR EUR 1 315,20 EUR EUR EUR een alleenstaande 822,00 EUR EUR EUR (Bron: Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, 1 september 2007) Een bron is een document, een krant, een brochure, een website, waar we gegevens zoals cijfermateriaal kunnen halen Je moet altijd de bron vermelden als je die gebruikt Een bron afkomstig van de overheid bevat correcte informatie! KANT EN KLAAR plus - kangoeroe 5 e - 6 e leerjaar / groep 7-8 49

Het reisagentschap maakt het reserveren van een kamer voor Seppe gemakkelijker Het reisagentschap heeft deze dienst dichterbij Seppe gebracht En ook dat is produceren Elk bedrijf is een producent, want elk bedrijf produceert Onderstreep in de volgende opsomming alle producenten Een textielfabriek, een apotheek, de bakkerij, je beste vriend, een slagerij, een bank, de leerkracht, een bioscoop, een autofabriek, de familie Jansen, een koper van vis, de visverkoper, een tapijtfabriek, een landbouwbedrijf, een weverij, een uitgeverij Denk eraan dat je af en toe ook consu-mindert! Als je een goed of een dienst koopt, dan ben je een consument Anders gezegd, je consumeert En wat bedoelt de uil hiernaast? Hij bedoelt dat we af en toe dingen kopen die we dan toch niet gebruiken Of we kopen te veel en gooien het weg Dat is een vorm van verspilling En dat moeten we vermijden We hadden die goederen net zo goed niet kunnen kopen Vandaar consuminderen in plaats van consu Lukt het om in te vullen? Kun je het besluit hieronder ook aanvullen? Kies uit: consument verlenen vervaardigen Produceren is goederen, diensten, maar ook goederen en diensten dichterbij de brengen 6 Het spel van vraag en aanbod Om te kunnen leven moeten we een inkomen hebben Daarom moeten we werken of arbeid verrichten Loon is een heel gevoelig onderwerp We verdienen niet allemaal evenveel Hoeveel precies een bedrijf betaalt aan een werknemer is van verschillende factoren afhankelijk De opleiding, de ervaring, het aantal jaren dienst en de winst die het bedrijf maakt, kunnen een rol spelen Een bedrijf houdt ook rekening met wat de concurrentie betaalt voor vergelijkbaar werk Verder zijn er werknemersorganisaties of vakbonden die het voor de aangesloten leden werknemers opnemen En er is het spel van vraag en aanbod In de onderstaande tabel is weergegeven hoeveel uren per week Rob bereid is te werken tegen verschillende uurlonen Dat aantal uren arbeid noemen we de aangeboden hoeveelheid, want Rob biedt zijn arbeid aan Anderzijds vraagt de ondernemer mensen die willen komen werken In de laatste kolom is weergegeven hoeveel uren arbeid de ondernemer wil vragen tegen de vermelde uurlonen Dat is de gevraagde hoeveelheid arbeid 30 KANT EN KLAAR plus - DIFFERENTIATIE 6 e leerjaar / groep 8

uurloon in EUR 2,50 5,00 10,00 20,00 50,00 100,00 aangeboden hoeveelheid arbeid ( uren per week ) 0 10 20 30 40 50 gevraagde hoeveelheid arbeid ( uren per week ) 60 50 40 30 20 0 1 Hoeveel uren wil Rob werken tegen een uurloon van 10,00 EUR? 2 Hoeveel uren arbeid wil de baas van Rob vragen als het uurloon 50,00 EUR is? De gegevens van de eerste en tweede kolom zijn op de grafiek voorgesteld 120 100 uurloon in EUR 80 60 40 20 0 0 10 20 30 40 50 60 70 hoeveelheid arbeid = aanbodcurve = vraagcurve 3 Vul in Kies het juiste woord uit tussen de haakjes Het uurloon plaatsen we op de (horizontale / verticale) as De hoeveelheid arbeid plaatsen we op de (x-as / y-as) 4 Om een curve te tekenen, plaatsen we eerst stippen op de juiste plaats in de grafiek Zoek aan de hand van de eerste en tweede kolom van de tabel en de grafiek uit hoe de stippen die je ziet geplaatst werden De curve die ontstaat door de aangeboden hoeveelheid bij verschillende uurlonen voor te stellen, noemen we de aanbodcurve Is de aanbodcurve een stijgende of een dalende curve? Daar is een verklaring voor: Hoe groter het uurloon, hoe (meer / minder) uren de werknemer wil werken KANT EN KLAAR plus - DIFFERENTIATIE 6 e leerjaar / groep 8 31