Reg.nr: FLO/2012/13184 Pagina 1 van 8 GEMEENTE NUTH Raad: 18 december 2012 Agendapunt: RTG: 06 december 2012 AAN DE RAAD Onderwerp: Raadsvoorstel inzake bedrijfsplan en gemeenschappelijke regeling regionale Uitvoeringsdiensten (RUD). 1. Samenvatting Met de introductie van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is door de rijksoverheid, IPO en VNG gezocht naar meer samenwerking. Dit leidde tot de aanbeveling om te komen tot omgevingsdiensten, dan wel regionale uitvoeringsdiensten (RUD) in het land. Mede dankzij de adviezen van de Commissies Mans en Oosting zijn het Rijk, IPO en VNG in 2009 een zogenaamde package deal aangegaan over de uitvoering van de Wabo en de handhaving van VROM-taken. Hierbij vormde het basispakket een belangrijke basis voor samenwerking. Vanaf begin 2009 zijn in de provincie Limburg zowel ambtelijke als bestuurlijke conferenties georganiseerd waarbij de mogelijkheden voor de vorming van regionale uitvoeringsdiensten door alle betrokken partijen zijn verkend. In een bestuursconferentie van de Limburgse bestuurders is op 21 oktober 2009 in principe overeengekomen om één uitvoeringsdienst op de schaalgrootte van Zuid Limburg en één op de schaalgrootte van Noord- en Midden-Limburg in te richten. In Zuid-Limburg hebben de gemeenten en de provincie ervoor gekozen om de RUD Zuid-Limburg vorm te geven middels een Gemeenschappelijke regeling. Middels dit voorstel wordt uw raad geadviseerd in te stemmen met deelname aan deze gemeenschappelijke Regeling. Landelijke verplichting: 1 januari 2013 een RUD operationeel De verplichting vanuit de rijksoverheid is dat aan de gestelde kwaliteitscriteria moet worden voldaan en dat er per 1 januari 2013 een RUD operationeel dient te zijn, voor alle gemeenten en voor minimaal het basistakenpakket. De invulling daarvan is aan de provincie en gemeenten zelf. De afspraken met de rijksoverheid brengen een urgentie en een verplichting mee om tijdig te besluiten over de vorming van een RUD. Gezien deze verplichting is het zaak, dat bij deelname aan de Gemeenschappelijke Regeling onze belangen, zoals die nu zijn weggezet bij de IMD, goed worden weggezet. Vorming van de RUD Zuid-Limburg: budgettair neutraal De vorming van de RUD vindt budgettair neutraal plaats. Als het gaat om de begroting dan betekent budgettair neutraal dat de huidige kosten van de taakuitvoering inclusief de opslag voor overhead, zoveel minder gaan bedragen dan de voor het peiljaar 2012 gecorrigeerde kosten die straks moeten worden gemaakt bij de RUD Zuid-Limburg. Het aantal fte is gebaseerd op een normberekening die eerder in de conceptrapportage van april 2012 is uitgerekend. Door het toepassen van deze normberekening wordt gestreefd naar uniformering van het kwaliteits- en ambitieniveau voor de basistaken. Deze norm kan afwijken van de daadwerkelijk beschikbare formatie bij deelnemers. Actualisatie is altijd mogelijk. De definitieve in te brengen formatie wordt afhankelijk van de uiteindelijke uitkomsten per deelnemer- vastgesteld tijdens het proces van totstandkoming van de dienstverleningsovereenkomsten tussen deelnemers en de nieuwe RUD en kunnen dan afwijken van de nu berekende normformatie. Ook de formatie voor de specialistisch milieutaken kan dan nog afwijken. Bij grote verschillen kunnen ook afspraken gemaakt worden om in een periode tot 2015 naar de normformatie toe te groeien. 2. Doelstelling / Beoogd effect Het doel van de vorming van de RUD is om hogere kwaliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) te bereiken tegen lagere kosten: sneller, beter, goedkoper. De RUD Zuid-Limburg start met de inbreng van het basistakenpakket van alle 19 deelnemers, en in ieder geval de specialistische milieutaken voor de 3 centrumgemeenten Heerlen, Sittard- Geleen en Maastricht en de Intergemeentelijke Milieudienst (bestaande uit de gemeente Beek, Nuth en Stein) en de BRZO taken provinciebreed.
Reg.nr: FLO/2012/13184 Pagina 2 van 8 De vorming van de RUD sluit aan bij de afspraken die IPO, VNG en het Rijk landelijk gemaakt hebben ( Package-deal ) om via een bottom-up proces te komen tot de vorming van een dekkend netwerk van uitvoeringsdiensten. De vorming van deze uitvoeringsdiensten is verplicht, maar er is ruimte voor regionale invulling daarvan. Het Kabinet heeft bij herhaling aangegeven vast te houden aan deze verplichting en te verwachten dat de provincies en gemeenten er gezamenlijk voor zorgen dat uiterlijk per 1-1-2013 de uitvoeringsdiensten starten. Dit betekent, dat er op die datum een Gemeenschappelijke Regeling (GR) zou moeten zijn, waarbij dan tevens een kwartiermaker/directeur benoemd zou moeten zijn, om het ontwikkelingsproces verder vorm te geven. De vorming van de RUD bevordert ook de mogelijke overdracht en inbreng van taken van Rijk, provincie en waterschappen waarover op Rijksniveau overleg gevoerd wordt (eventuele overdracht vindt pas plaats als de gemeentelijke taakuitvoering voldoet aan de landelijke kwaliteitscriteria). Door de taken gezamenlijk te organiseren op Wgr-regioniveau kan samen met het Openbaar Ministerie en de Politie de milieucriminaliteit beter bestreden worden en kan de samenwerking met de Veiligheidsregio rond milieucalamiteiten beter worden vormgegeven. Uitgangspunt is, dat de RUD Zuid-Limburg in een bestaand gebouw wordt gehuisvest. Op basis van ruimtelijke, functionele en financiële eisen zal de meest geschikte locatie voor de RUD Zuid- Limburg moeten worden gevonden, bij 1 van de deelnemers. De provincie heeft inmiddels laten weten, dat zij huisvesting aanbieden, waarbij zij bereid zijn om de huisvestingskosten (inclusief ICT etc.) voor de eerste 2 jaren voor hun rekening zullen nemen, mits er een huurovereenkomst met de RUD kan worden afgesloten voor 7 jaar. Een uitgewerkt voorstel voor huisvesting zal in de loop van 2013 ter besluitvorming aan het bestuur van de RUD i.o worden voorgelegd. 3. Argumenten / Alternatieven c.q. opties / Toelichting Taken De RUD Zuid-Limburg start met de inbreng van het basistakenpakket van alle 19 deelnemers, de specialistische milieutaken voor in ieder geval de 3 centrumgemeenten Heerlen, Sittard-Geleen en Maastricht en de Intergemeentelijke Milieudienst (bestaande uit de gemeente Beek, Nuth en Stein) én de BRZO taken. Het loket voor vergunningaanvragen waar gemeenten bevoegd gezag voor zijn blijft bij de individuele gemeenten, het geheel van de uitvoerende taken (de backoffice) wordt volledig ondergebracht in de RUD. Bij de uitvoering door de RUD geldt dat partners de ondersteuning krijgen van de RUD op basis en naar rato waarvan zij formatie hebben ingebracht. De ingebrachte formatie wordt vertaald naar productieafspraken per jaar per partner. Dit is om te voorkomen dat partners relatief meer of minder producten en diensten krijgen dan waarop zij op basis van hun inbreng recht hebben. De individuele partners blijven te allen tijde verantwoordelijk voor (de omvang van) hun eigen ambitieniveau. De RUD wordt verantwoordelijk voor de kwaliteit van de geleverde producten en diensten. Organisatie Sturing Gemeenten en provincie blijven zelf bevoegd gezag; de uitvoering gebeurt in de RUD. De politiek/bestuurlijke verantwoordelijkheid blijft dus ook bij de colleges. Gemeenten en provincie mandateren de directeur van de RUD om namens hen de benodigde uitvoeringsbesluiten te nemen. De rechtsvorm van de RUD is een gemeenschappelijke regeling van de 19 deelnemende partijen. Dat is de meest eenvoudige en transparante manier van organiseren. Daarmee is de directe zeggenschap van gemeenten en provincie optimaal gewaarborgd. Het bestuur van de GR wordt gevormd uit de colleges van de deelnemende organisaties, omdat het een uitvoerende verantwoordelijkheid van de colleges betreft.
Reg.nr: FLO/2012/13184 Pagina 3 van 8 De samenstelling van en de stemverhouding in het algemeen bestuur (AB) is als volgt: Partners Inbreng fte's Aantal leden AB Stemmen per lid Procentueel Beek 3,82 1 4 4 Brunssum 0,94 1 2 2 Eijsden-Margraten 0,92 1 2 2 Gulpen-Wittem 0,61 1 2 2 Heerlen 8,87 1 10 10 Kerkrade 1,92 1 4 4 Landgraaf 1,25 1 4 4 Maastricht 7,62 1 10 10 Meerssen 0,62 1 2 2 Nuth 2,42 1 4 4 Onderbanken 0,39 1 2 2 Schinnen 0,46 1 2 2 Simpelveld 0,44 1 2 2 Sittard-Geleen 8,12 1 10 10 Stein 3,92 1 4 4 Vaals 0,72 1 2 2 Valkenburg aan de Geul 0,70 1 2 2 Voerendaal 0,58 1 2 2 Provincie Limburg 32,36 1 30 30 Totaal 57,49 19 100 100% Tabel 1: Samenstelling van en de stemverhouding in het AB Het DB van het openbaar lichaam bestaat uit de voorzitter en twee of meer andere leden, door en uit het AB aan te wijzen. De aangewezen leden van het DB mogen niet allen afkomstig zijn uit dezelfde gemeente/provincie. De opzet van het DB kan ofwel gebeuren aan de hand van bijdrage in omvang, ofwel op basis van een geografische verdeling. De opzet van het DB wordt gekozen door het AB. Rol College (B&W en GS) en Gemeenteraad / Provinciale Staten (PS) De Colleges van de partners maken één- of meerjarige Dienstverleningsovereenkomsten (DVO s) met de RUD waarin wordt vastgelegd welke producten en diensten betreffende partner afneemt. Jaarlijks wordt dit geconcretiseerd in een werkplan per partner. In de DVO s kunnen partners maatwerkafspraken maken met de RUD. De financiële en inhoudelijke kaders worden door College en Raad / PS jaarlijks vastgelegd in de gemeente- / provinciale begroting. Het bestuur van de RUD stelt jaarlijks een begroting (nadat gemeenteraden en PS hun zienswijze daarop hebben gegeven) en een jaarverslag vast. De Colleges en Gemeenteraden / PS ontvangen deze ter kennisname. Met de vaststelling van het voorliggende bedrijfsplan en de GR gaan de Colleges en Raden / PS akkoord met het oprichten van de GR voor de RUD Zuid-Limburg. Vanaf dat moment wordt de betrokkenheid van de Colleges en Raden vormgegeven zoals hierboven geschetst. Inrichting De RUD Zuid-Limburg start met een formatie van circa 77 fte voor het primair proces voor de basistaken van alle 19 deelnemers, de specialistische milieutaken voor de 3 centrumgemeenten Heerlen, Sittard-Geleen en Maastricht en de Intergemeentelijke Milieudienst (bestaande uit de gemeente Beek, Nuth en Stein) en de BRZO taken. De organieke indeling (opbouw afdelingen) wordt één van de eerste opdrachten van het door de kwartiermaker/directeur ai aan te stellen managementteam. Het verdient aanbeveling de organisatie procesgericht in te richten,
Reg.nr: FLO/2012/13184 Pagina 4 van 8 aansluitend op de processen van de opdrachtgevende organisaties. De kwartiermaker/directeur ai wordt niet belast met personele aangelegenheden. 4. Eerdere besluitvorming 5. Past in strategische visie ja/nee (waarom niet) en welk programma Ja. Deelname aan de RUD betekent een voortzetting van operationele samenwerking op het gebied van milieu. 6. Relatie met bevolkingskrimp De overgang van de IMD naar de RUD heeft vooralsnog geen relatie met de bevolingskrimp. 7. Juridische aspecten / Wettelijk kader De rechtsvorm van de RUD is zoals gezegd een gemeenschappelijke regeling van de 19 deelnemende partijen. 8. Financiële aspecten Exploitatiekosten De exploitatie is gebaseerd op het aantal fte. Het aantal fte is bepaald op basis van een normberekening die eerder in de conceptrapportage van april 2012 is uitgerekend. Door het toepassen van deze normberekening wordt gestreefd naar uniformering van het kwaliteits- en ambitieniveau voor de basistaken. Deze norm kan afwijken van de daadwerkelijk beschikbare formatie bij deelnemers. Actualisatie is altijd mogelijk. De definitieve in te brengen formatie wordt afhankelijk van de uiteindelijke uitkomsten per deelnemer- vastgesteld tijdens het proces van totstandkoming van de dienstverleningsovereenkomsten tussen deelnemers en de nieuwe RUD en kunnen dan afwijken van de nu berekende normformatie. Ook de formatie voor de specialistisch milieutaken kan dan nog afwijken. Bij grote verschillen kunnen ook afspraken gemaakt worden om in een periode tot 2015 naar de normformatie toe te groeien. Voor Nuth en de beide andere IMD-gemeenten is het uitgangspunt, dat de IMD in zijn totaliteit overgaat naar de RUD. Daarnaast is in het bedrijfsplan uitgegaan van een personele overhead van 24% die vanaf de start wordt gehanteerd. De overhead is bewust laag gehouden, ervaringscijfers van andere uitvoerende organisaties leren dat dit overheadpercentage voor uitvoerende taken voldoende moet zijn. Gemeenten en de Provincie worden dus gevraagd om hun huidige personeel voor de betreffende primaire taken (milieuvergunningverlening en handhaving) in te brengen en daarnaast budget voor 24% formatie mee te geven voor overheadtaken (management, secretariaat, bedrijfsvoering). Daarnaast brengen gemeenten hun materiële budgetten, die zij besteden voor milieuvergunningverlening en -handhaving, in. De totale begroting van de RUD Zuid-Limburg bedraagt circa 7,5 miljoen Euro op jaarbasis. Opstartkosten Voor het neerzetten van de RUD Zuid-Limburg moet een eenmalige investering worden gedaan, die vanwege de eis van budgetneutraliteit moet worden terugverdiend. Deze eenmalige investering is de opstartbegroting die voor de RUD Zuid-Limburg een bedrag van circa EUR 780.000 beslaat. De opstartkosten van de RUD Zuid-Limburg moeten voorgefinancierd worden door alle deelnemers aan de RUD Zuid-Limburg. Gemeenteraden en PS moeten vooraf extra budget toekennen om de opstartkosten te dekken. Het terugverdienen van de opstartkosten is een zaak van de individuele deelnemers. Er wordt echter bij de start van de RUD Zuid-Limburg direct inverdiend door de deelnemers omdat exploitatie van de RUD Zuid-Limburg beduidend lager is dan de huidige begrotingen van de deelnemers. Er ontstaat dus direct een besparing aan de voorkant. De keuze is aan de deelnemers zelf of zij deze besparing gebruiken voor de financiering van de opstartkosten of dit geld anderszins besteden. Voor de verdeling van de projectkosten is een verdeling gemaakt met percentages. Voor het bepalen van deze percentages kunnen geen objectieve criteria als inwoners of aantallen
Reg.nr: FLO/2012/13184 Pagina 5 van 8 bedrijven worden gehanteerd vanwege de betrokkenheid van de provincie. De provincie heeft bijvoorbeeld veel minder maar wel veel zwaardere bedrijven in haar pakket. Om die reden is een versleuteling ontwikkeld waarbij financiële inbreng leidend is. Partners Inbreng fte's Inbreng fte's in % Verdeling opstartkosten Beek 1,02 1,33% 10.372,41 Beek (specialistiche taken vanuit de IMD) 2,81 3,54% 28.637,35 Brunssum 0,94 1,23% 9.625,05 Eijsden Margraten 0,92 1,20% 9.360,83 Gulpen Wittem 0,61 0,79% 6.182,68 Heerlen 3,42 4,46% 34.808,71 Heerlen (specialistische taken) 5,45 7,11% 55.542,20 Kerkrade 1,92 2,51% 19.582,26 Landgraaf 1,25 1,63% 12.720,16 Maastricht 4,19 5,46% 42.652,18 Maastricht (specialistische taken) 3,43 4,47% 34.955,92 Meerssen 0,62 0,81% 6.295,91 Nuth 1,53 2,00% 15.626,55 Nuth (specialistische taken vanuit de IMD) 0,89 1,16% 9.070,19 Onderbanken 0,39 0,50% 3.940,61 Schinnen 0,46 0,60% 4.725,71 Simpelveld 0,44 0,57% 4.446,40 Sittard Geleen 4,02 5,24% 40.938,54 Sittard Geleen (specialitische taken) 4,10 5,35% 41.784,04 Stein 1,42 1,85% 14.471,55 Stein (specialitische taken vanuit de IMD) 2,50 3,26% 25.478,07 Vaals 0,72 0,94% 7.315,04 Valkenburg aan de Geul 0,70 0,91% 7.126,31 Voerendaal 0,58 0,75% 5.873,17 Provincie Limburg 32,36 42,21% 329.788,17 Totaal 76,67 100% 781.320,00 Tabel 2: Verdeling van de opstartkosten In het bestuurlijk overleg van 13 september 2012 is door de provincie toegezegd dat zij wil bekijken of zij een substantieel groter deel (dan noodzakelijk op basis van de bovenstaande tabel) van de opstartkosten voor haar rekening kan en wil nemen. De provincie komt hier nog op terug. Efficiencywinst en kwaliteitsverbetering Door bundeling van taken in de RUD Zuid-Limburg neemt niet alleen de kwaliteit toe, maar kan er ook efficiënter gewerkt worden. In een periode van 4 jaar voor de deelnemende gemeenten wordt toegewerkt naar 5% efficiencywinst. De provincie heeft reeds voor de inbreng in de RUD een efficiencywinst ingeboekt. Frictiekosten De incidentele frictiekosten die gemeenten en provincie als gevolg van de oprichting van de RUD Zuid-Limburg maken, komen voor eigen rekening. De hoogte daarvan zal per gemeente verschillen. Het gaat om potentiële kosten die omlaag gebracht kunnen worden door gerichte maatregelen. Personele frictiekosten kunnen voorkomen worden door zoveel mogelijk medewerkers over te laten gaan naar de RUD dan wel vacatures mee te geven. Gezien het uitgangspunt, dat de gehele IMD over gaat naar de RUD zal er voor de IMD-gemeenten geen sprake zijn van personele frictiekosten. Ook materiële frictiekosten kunnen door gerichte maatregelen worden beperkt. Voor een deel blijven er frictiekosten voor de eerste jaren. Als uitgangspunt kan daarbij gehanteerd worden dat in de praktijk de materiële frictiekosten in maximaal drie jaar kunnen worden teruggebracht naar nul door gerichte maatregelen/bezuinigingen (bijvoorbeeld als volgt: jaar 1: max. 100%, jaar 2: max. 60%, jaar 3: max. 40%).
Reg.nr: FLO/2012/13184 Pagina 6 van 8 Voor de Nuthse situatie wordt het volgende nog naar voren gebracht. In het Bedrijfsplan wordt er van uitgegaan dat de IMD gemeenten niet alleen de basistaken maar ook de specialistische milieutaken inbrengen. Volgens het schema bij 2.09 in het Bedrijfsplan is dat voor de IMD 10,17 fte. Tot dit aantal is gekomen op basis van een uitvraag waarbij is gekeken naar de basistaken en de Wabo-taken. De IMD doet echter meer dan deze taken, zoals ook energiebeleid. Verder is de formatie van de directeur van de IMD niet meegenomen in de formatie in het Bedrijfsplan. De genoemde 10,17 fte is dan ook niet de hele IMD, want die bestaat uit 12,6 fte. Dat is echter inclusief een zieke medewerker die naar alle waarschijnlijkheid afscheid zal nemen van de IMD. De formatie die over zal moeten gaan naar de RUD komt daarmee op 11,6 fte. Wat betreft de kosten, gaat het voorstel uit van voorfinanciering van de projectkosten. In principe is dit begrijpelijk, echter in onze begroting is hier geen rekening mee gehouden. Het bedrijfsplan gaat voor de gemeente Nuth uit van een bedrag van afgerond 25.000,- aan opstartkosten. Hiervoor zal dus nog dekking voor moeten worden aangewezen. In onderstaande tabel zijn de kosten van de IMD nu opgenomen - dat zijn de kosten inclusief 70 % van de loonwaarde van een zieke medewerker en de kosten van de RUD zoals die genoemd staan in het voorliggend concept bedrijfsplan. IMD Bedrijfsplan nu 2013 350.000 238.000 2014 350.000 238.000 2015 350.000 235.000 2016 350.000 230.000 Uit dit overzicht zou opgemaakt kunnen worden dat vanaf 2013 de bijdrage aan de RUD lager wordt dan de bijdrage aan de IMD nu. Hierbij moeten echter een aantal opmerkingen worden gemaakt. a. Correctie IMD. Omdat de zieke medewerker niet over gaat naar de RUD, en eerder is besloten deze functie niet meer in te vullen ter voorkoming van boventalligheid bij overgang naar de RUD, dient voor een goede vergelijking de exploitatiebijdrage van de RUD afgezet te worden tegen een gecorrigeerde bijdrage IMD. Als de loonkosten van de zieke medewerker uit onze bijdrage aan de IMD worden gehaald, betekent dit een verlaging van circa 17.300. (berekening: totale loonsom 70.000; reeds gekort 30% nog te corrigeren 70% is 52000 : 3 is 17.300). b. Correctie formatie bedrijfsplan. Wat betreft de exploitatiebegroting wordt opgemerkt dat in de berekeningen in het bedrijfsplan rekening is gehouden met een formatie van basistaken en specialistische milieutaken van 10,17 fte. De formatie van de IMD is echter zoals hierboven uiteen is gezet 11,6 fte. Als we het verschil van 1,43 fte (11,6 minus 10,17 fte) globaal verrekenen, naar de Nuthse bijdrage dan betekent dit ca. 47.000 extra bijdrage voor Nuth. (toelichting berekening: 238.000 / 2,42 fte Nuth maal (2,42 fte plus 1,43 fte / 3) is 285.000 Als dit bedrag afgezet wordt tegen de in het bedrijfsplan becijferde Nuthse bijdrage groot 238.000, dan is dat een verschil van ca. 47.000).
Reg.nr: FLO/2012/13184 Pagina 7 van 8 Onderstaand worden de gecorrigeerde bijdrages tegen elkaar afgezet: IMD gecorrigeerd Bedrijfsplan gecorrigeerd 2013 332.700 285.000 2014 332.700 285.000 2015 332.700 282.000 2016 332.700 278.000 Conclusie die op basis van deze gecorrigeerde gegevens kan worden getrokken is dat de kosten voor de RUD voor de gemeente Nuth jaarlijks onder de huidige bijdrage aan de IMD zullen blijven. (Rijks)bezuinigingen Het Kabinet heeft de algemene uitkering van het gemeentefonds met 100 miljoen Euro gekort, omdat verwacht wordt dat de RUD-vorming efficiencywinst voor gemeenten oplevert. Acties van IPO en VNG om de korting van tafel te krijgen bleven zonder resultaat. Wel is de korting niet meer gelabeld aan de uitvoering van VTH-taken zodat er formeel geen relatie meer is met de RUD-vorming. De bezuinigingen waar gemeenten en provincies momenteel mee geconfronteerd worden noopt wel tot een efficiëntere uitvoering van de taken. Deze bezuinigingen zijn een extra reden om deel te nemen aan de RUD Zuid-Limburg omdat de RUD Zuid-Limburg vanaf 2017 structureel tot een lagere begroting van ruim EUR 1,4 miljoen ten opzichte van de totale huidige budgetten van de deelnemers kan komen. Daarmee kunnen provincie en gemeenten een deel van hun bezuinigingen opvangen. 9. Communicatie en Burgerparticipatie Het proces van overgang naar de RUD zal communicatief begeleid worden met persberichten en mailings voor de burgers en de bedrijven in onze gemeente. 10. Risico s De achterblijvende kosten voor onze gemeente zijn met name de kosten van de IMD, die op basis van lopende contracten nog doorlopen als de taken al zijn ondergebracht bij de RUD (i.c. huisvestingskosten ICT-kosten etc.). Een aandachtspunt zijn de kosten van de huidige directeur van de IMD. Deze kosten kunnen niet als taakkosten worden ingebracht bij de RUD, maar zullen onder de ondersteunende overheadkosten moeten worden gebracht. Overleg hierover dient nog te worden gestart. Aangezien op dit moment nog onvoldoende kan worden ingeschat hoe hard de cijfers in het Bedrijfsplan zijn en er ook nog geen volledig zicht is op de frictiekosten en eventueel overige nog bijkomende kosten is in overleg met de twee IMD-partners afgesproken om het Bedrijfsplan nu voorlopig vast te stellen. In de uitwerking van de nog af te sluiten dienstverleningsovereenkomst met de RUD worden dan vervolgens een aantal uitgangspunten gehanteerd, die tot zekerstelling moeten leiden. Hierbij zal het college zich late leiden door de overwegingen, dat: a. De inbreng van de diensten voor de gemeente Nuth tenminste budgetneutraal blijkt te zijn t.o.v. het huidige aan de IMD Beek-Nuth-Stein besteedde budget; daarbij de financiële taakstelling die de IMD voor de komende jaren heeft in aanmerking genomen wordt; b. de huidige IMD- formatie in zijn geheel over gaat naar de RUD; c. daarbij het principe van mens volgt werk wordt gehanteerd; d. de taken, die de IMD momenteel vervult, ook door de RUD zullen worden geleverd;