Indicatieve begroting Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant

Transcriptie

1 Indicatieve begroting Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Status Deze indicatieve begroting is bestemd voor de colleges van de deelnemers aan de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant. Het doel is om inzicht te bieden in het toekomstige kostenniveau van de Omgevingsdienst en om behulpzaam te zijn bij de besluitvorming over toetreding. Deze indicatieve begroting wordt in september gevolgd door de definitieve begroting. De definitieve begroting wordt opgesteld en aangeboden conform de spelregels van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Colofon Datum 20 juni 2012 Versie 2 Status Indicatieve begroting 1

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding Toelichting op de indicatieve begroting Naar een definitieve begroting Uitgangspunten Efficiëntie Exploitatiebegroting

3 1 Inleiding 1.1 Toelichting op de indicatieve begroting Deze notitie bevat de indicatieve begroting van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant. De indicatieve begroting is opgesteld in een periode dat volop wordt gewerkt aan de voorbereiding van de oprichting én de feitelijke inrichting van de dienst. Dat betekent dat keuzes zijn en worden gemaakt over de inrichting die tot meer definitieve cijfers leiden. In de indicatieve begroting zijn deze keuzes verwerkt. Ten behoeve van de besluitvorming door alle deelnemers is een Gemeenschappelijke Regeling opgesteld en is een Bedrijfsplan uitgewerkt. Het Bedrijfsplan bevat een beschrijving van diverse financiële onderwerpen. Een ervan is de exploitatiebegroting. In het bedrijfsplan is deze gebaseerd op gangbare aannames en kentallen. Inmiddels is een keuze gemaakt over de huisvesting van de omgevingsdienst en zijn adviezen uitgebracht over de ICT infrastructuur. Deze zijn verwerkt. Ten opzichte van het bedrijfsplan is de indicatieve begroting in deze notitie een meer nauwkeurige kostenraming. 1.2 Naar een definitieve begroting De indicatieve begroting heeft als functie om aan de colleges van de deelnemers aan de Omgevingsdienst een actueel inzicht te geven in de kostenraming. Op dit moment is dit nog een algemeen beeld (begroting van de dienst) en zijn enkele kostenonderdelen nog gebaseerd op aannames en kentallen. In september wordt de definitieve begroting opgeleverd. Deze gaat het volgende bieden: 1. Definitieve en meerjarige kostenraming op basis van de vastgestelde omvang van de dienst (werkprogramma en formatieplan zijn gereed). 2. Kostenverdeling over de programmadelen: a. Basistaken b. Verzoektaken c. Gemeenschappelijk taken / Meetdienst 3. Tarieven. 4. Per deelnemer inzicht in de huidige kosten en de kosten van de Omgevingsdienst voor de overgedragen taken. 5. Inzicht in de mate waarin de landelijke efficiëntiekorting door de Omgevingsdienst kan worden terugverdiend. 3

4 2 Uitgangspunten De indicatieve begroting is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: 1. Alle bedragen zijn exclusief BTW. Het streven is dat de Omgevingsdienst wordt aangemerkt als BTW-plichtig en daarmee de BTW op inkoop kan verrekenen. 2. Alle bedragen zijn gebaseerd op prijspeil Er is geen inflatiecorrectie toegepast. 3. De huisvestingslocatie is in de gemeente Tilburg. De huisvestingskosten zijn gebaseerd op een 10-jarencontract waarin de volgende kosten zijn meegenomen: huur, servicelasten, verbouwingskosten,kortingen. 4. Bij ICT is aangesloten op het advies van de werkgroep om het IT-systeem van de RMD als basis te nemen (centraal bedrijvensysteem, applicaties voor planning en control) en om Equalit te verzoeken om de IT-ondersteuning te leveren. In de indicatieve begroting zijn bij kostenposten waar dat van toepassing is de boekwaardes van de RMD opgenomen (waar nodig gecorrigeerd naar omvang van de Omgevingsdienst). Er is nog niet aangepast voor de overige kostenposten, omdat er nog geen aanbod van Equalit ligt. 5. Materiële kosten specialistische apparatuur (voorbeeld: meetdienst) zijn niet opgenomen. 6. De methode voor het bepalen van de risico s en de omvang en de opbouw van het weerstandsvermogen wordt nog uitgewerkt. Eventuele consequenties worden meegenomen in de definitieve begroting. Dit hangt af van het advies om weerstandsvermogen op te bouwen via de exploitatie (onderdeel uurtarief) of via een positief exploitatieresultaat. In de begroting is een post onvoorzien opgenomen. 7. De kostenomvang is gebaseerd op de volgende kentallen: a) Omvang van 250 productieve formatieplaatsen b) Gemiddeld salarisniveau schaal 10, trede 9 gemeentelijke CAO c) Productieve uren per FTE: d) Correctiefactor huisvesting: 44% (gebaseerd op deeltijdfactor van 90% en berekening van functiegerichte flexfactor op basis van gedeconcentreerd werken) e) Opslag opleidingskosten van 2% f) Opslag voor mobiliteitsbudget/loopbaanbegeleiding: 2% g) Opslag algemene personeelskosten: 11% primair personeel en 5% overig personeel h) Rentevoet: 5% i) Afschrijving voor ICT 5 jaar en voor overige investeringen 10 jaar j) Omvang van personeel overhead (voor 250 FTE primair) is 66,5 FTE: P&O: 6 Financiën: 9,5 Controller: 1 Facilitair: 13 Marketing en Communicatie: 2 Management: 13 Secretariaat/ondersteuning: 15 Kwaliteitszorg: 1,5 I&A: 5,5 4

5 3 Efficiëntie Het Gemeentefonds is vanaf 2012 verlaagd met een landelijke efficiëntiekorting die is gebaseerd op een landelijke berekening van kostenvoordelen van RUD s. Strikt genomen (in circulaires) heeft deze geen relatie met de RUD s. Het bedrag dat is uitgenomen uit het Gemeentefonds wordt landelijk gereserveerd voor eventuele tegenvallers bij de hervorming van de sociale werkvoorziening. Als de gereserveerde middelen niet nodig zijn dan kunnen uiterlijk in 2015 landelijke afspraken worden gemaakt over de bestemming van de gereserveerde middelen. Het Portefeuillehoudersoverleg heeft verzocht de landelijke korting te vertalen naar de begroting van de Omgevingsdienst voor zover het de landelijke basistaken betreft. Dit betekent dat de gemeenten een kostenvoordeel van behalen ten opzichte van de huidige situatie. De begroting van de Omgevingsdienst dient inzichtelijk te maken: - Of en hoe een besparing is te realiseren van op de gemeentelijke kosten. - Hoe de besparing is verdeeld over de individuele gemeenten. Een efficiëntievoordeel / kostenvoordeel van de Omgevingsdienst is te realiseren via een combinatie van - de volgende opties: 1) De Omgevingsdienst heeft lagere operationele kosten dan gemeenten in de huidige situatie 2) De kosten voor materiële faciliteiten dalen 3) De productiviteit stijgt Deze opties en de financiële consequenties hiervan worden uitgewerkt in de definitieve begroting die in september wordt opgeleverd. 5

6 4 Exploitatiebegroting Hieronder staat indicatieve begroting. In de kolom april 2012 de cijfers uit het definitieve bedrijfsplan. In de kolom juni 2012 de recente cijfers. NUMMER POST April 2012 Juni PERSONEEL Primair proces 1.0 Fte 250,0 250,0 1.1 Personeelskosten Opleidingskosten Mobiliteitsbudget/loopbaanbegeleiding Algemene personeelskosten Inhuur bij ziekte (opvang primaire productie) PERSONEEL Overhead 1.0 Fte 67,5 67,5 1.1 Personeelskosten Opleidingskosten Algemene personeelskosten UITBESTEDING Onderzoeken, advies KAPITAALLASTEN Kapitaallasten meubilair Kapitaallasten vergaderruimte Kapitaallasten ICT Kosten met betrekking tot ICT hardware Kapitaallasten verbouwing pand - 4 OVERIGE DIRECTE KOSTEN Materiële lasten primair proces Wagenpark / materieel Huur pand Servicekosten pandgebonden Servicekosten werkplekken Vergoeding decentrale werkplekken INDIRECTE KOSTEN Huisvesting (pandgebonden) Huisvesting (dienstgebonden ICT jaarlijkse exploitatielasten Accountant / Advies financieel, belastingen ONVOORZIEN Onvoorzien Totaal

7 Ten opzichte van de begroting in het bedrijfsplan zijn de huisvestingskosten aangepast en enkele ICT-kostenposten aan het advies van de werkgroep ICT om gebruik te maken van bestaande software van de RMD. De invloed op de begroting is een iets hogere kostenraming (stijging van ). De consequenties voor de voorlopige, gemiddelde tariefberekening is: Tariefonderdeel Bedrijfsplan april Begroting juni Totale kosten per fte primair proces Totale uurtarief (o.b.v uur) Bijdrage overhead % totaal overhead (personeel en materieel) 37,2% 37,4 % opslag overhead in % 59,3% 59,7% Het gemiddelde uurtarief blijft gelijk. 7