HET EFFECT VAN EEN METHODE OP HET LEERRENDEMENT. Een onderzoek naar motivatie en werkhouding in het mbo onderwijs

Vergelijkbare documenten
Verleg je grenzen! Waarom kiest ú voor de nieuwe Taalblokken? Taalblokken Engels Brochure MBO

Verleg je grenzen! Waarom kiest ú voor het nieuwe Taalblokken? Taalblokken Engels Brochure MBO

Verleg je grenzen! Compleet vernieuwd! Waarom kiest ú voor de nieuwe Taalblokken? Taalblokken Nederlands Brochure MBO

Verleg je grenzen! Waarom kiest ú voor het nieuwe Taalblokken? Taalblokken Nederlands Brochure MBO

WHITEPAPER Nectar 5 e editie onderbouw

Whitepaper Moderne Wiskunde 12 e editie onderbouw

Taal & Rekenen ThiemeMeulenhoff

Verslag onderzoek rekencursus Online of Boek. Stefan Akkerman Joep Lagrand Ron Leuven

Docenten die hun onderwijs meer willen afstemmen op de individuele verschillen tussen leerlingen en hun leeropbrengst willen vergroten.

INLEIDING VERANTWOORDING 1

KeCo De leerling actief!

Vier in balans monitor Kennisnet 2012 docenten. ICT-monitor Kennisnet 2012

De nieuwe methodesite Traject Nederlands. Voor docenten Traject Nederlands Studiejaar

TUSSENRAPPORTAGE INTENSIVERINGSTRAJECT REKENONDERWIJS VO. mei 2015

Samen Zichtbaar Verbeteren. kort cyclisch verbeteren van het onderwijsleerproces

RAPPORTAGE ONDERZOEK CLIËNTTEVREDENHEID 2012 CARE COMPANY. april 2012, uitgevoerd door: Wij maken het duidelijk.

GPS Rekenen. Producten en prijzen GPS Rekenen. Volwassen en Eigentijds. Volwassen en Eigentijds 1. GPS Rekenen

Nieuwe didactiek vwo 2 en 3 Connect College: resultaten van een onderzoek. Prof. dr. Perry den Brok

Rapport onderzoek Afgevaardigden

Samenvatting en aanbevelingen van het onderzoek onderwijs & ICT voor School X

Whitepaper Nieuw Nederlands 6 e editie onderbouw

Whitepaper Getal & Ruimte 12 e editie havo/vwo onderbouw

KeCo De leerling actief! K. Langendonck. Werkgroep 14. De Nassau SG Breda

obs Willem Eggert Herstelonderzoek

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK HAVO

Rekenvaardigheden toetsen in een mbo koksopleiding

TREND RAPPORTAGE KWALITEITSVRAGENLIJST RAPPORTAGE 2E MONTESSORISCHOOL HET WINTERKONINKJE,

Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg. Selectie onderzoeksresultaten van de meting ViA-E docenten 2014

Implementatiebegeleiding Van jaarplanning tot lesplanner

Scenario: theoretisch blok (voorbeeldscenario / blauwdruk van een leerpraktijk)

Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen

GPS Rekenen. Producten en prijzen GPS Rekenen. Volwassen en Eigentijds. Volwassen en Eigentijds 1. GPS Rekenen

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Implementatiebegeleiding Van jaarplanning tot lesplanner

Vier in balans-monitor 2017: de hoofdlijn. 28 juni 2017

Whitepaper Pincode 6 e editie tweede fase

Goed voorbereid naar het centrale rekenexamen. Yvonne Olgers Peter Hoogendijk

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Tilburg

Verantwoording van de te bezoeken les

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Onderzoeksvraag 1. Aanleiding

ONDERZOEK. Heterogene en homogene klassen 3 H/V

Analyseformulieren bij de toets: wat levert het op?

Opdrachten speciaal herontworpen voor eerstejaars studenten

Lab to Learn leren met morgen VOORBEELDRAPPORTAGE EDUCHECK MBO. EJ"Chec Ra pp. orfa e. Ij IT-workz. liorl

Onderwijs op maat voor jou!

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch

Training & Support: "Hoe beter je het na de training oppakt, hoe hoger het rendement van de training!"

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Bonifatius Mavo VMBOGT

GPS Rekenen. Producten en prijzen GPS Rekenen. Volwassen en Eigentijds. Volwassen en Eigentijds 1. GPS Rekenen

Samenvatting en conclusies

secretaresse! niveau 3 en! management assistent niveau 4!

Hoe werkt u met Getal & Ruimte 12 e editie vmbo

Rekenen op het vo. Tussenrapportage Intensiveringstraject rekenen vo

RESULTATEN. Rapportage Klimop, Aalten

REGIONAAL OPLEIDINGENCENTRUM KOP VAN NOORD-HOLLAND

RESULTATEN. Rapportage Triangel, Aalten

Evaluatieverslag deelproject Vraagsturing op basis van OER November December 2009

Sita (VWO2) Aaron Sams. Natuurkunde en Flipping the Classroom

ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar

Onderwijs met ict - studenten lerarenopleiding Bijlage: Tabellen

KINDEREN DIE MEER KUNNEN

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties)

Informatieavond Byod onderwijs

Lab to Learn leren met morgen VOORBEELDRAPPORTAGE EDUCHECK VO. EJ"Chec Ra pp. orfa e. Ij IT-workz. liorl

Rapportage Evaluator

Ict-gebruik in het onderwijs 2017 Stand van zaken per sector

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Leeuwenhartschool

Docent LB. Inhoudsopgave. Docent LB Inter-persoonlijk. Leesinstructies Rapportgegevens

De rol van de schoolleider bij het systematisch gebruiken van data voor onderwijsverbetering

Scenario s voor Leren op Afstand in het MBO

Evaluatie van de pilots voor het project Toetsing: makkelijker kunnen we het niet maken, wel leuker!

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017

Presentatie Digitalisering & Chromebooks. mei-juni 2019 (bijgewerkte versie)

Producten en prijzen 2014 Groen Nederlands Groen Rekenen

Uitleg bij de resultaten. Kleuring in de rapportage. Resultaat & Actie

Workshop Differentiatie. Oké, is het duidelijk zo? Iedereen beklimt dus deze boom.

Wat is duaal inburgeren?

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

Naam: School: basisschool voortgezet onderwijs Plaats: Leeftijd: Aantal jaar onderwijservaring:

Handleiding DISK: Lesgeven met DISK

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Inhoudsopgave. Inleiding 3. Lesplan 4. Voorafgaand aan de les 5. Les opzet 6. Start met inloggen 7. Welke vragen kunt u verwachten 12

Item RTL4 journaal 3 oktober 2015 over Deltion afstandsleren

Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik

Vragenlijst Schoolverlaters 2015

Docentevaluaties: zó geef je studenten een stem

Inhoud. Veenendaal, Onderwerp: verantwoording van ons onderwijs. Beste ouder(s)/verzorger(s),

Overzicht verbeteringen Rekenblokken MBO

Beste Rekenidee MBO DEEL 2. Woord vooraf

toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011

Differentiëren naar leerlingniveau met behulp van ICT als oefenomgeving. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Ontwerponderzoek Janneke Metselaar Vak: Aardrijkskunde ILO - Universiteit van Amsterdam 4 april 2013

Transcriptie:

HET EFFECT VAN EEN METHODE OP HET LEERRENDEMENT Een onderzoek naar motivatie en werkhouding in het mbo onderwijs

ACHTERGROND Een van de belangrijkste doelstellingen van Malmberg bij het ontwikkelen van lesmethodes is het verhogen van leerrendement. Wat draagt hieraan bij en hoe scoren onze methodes hierop, ook ten opzichte van andere methodes. Om hier meer inzicht te hebben we gedurende schooljaar 15-16 een Leerrendement onderzoek laten uitvoeren door De Digitale Leerschool in samenwerking met de Universiteit van Maastricht. Dit is een onafhankelijk onderzoeksbureau gespecialiseerd in de effecten van digitale lesmethoden. Het rapport biedt veel nieuwe en relevante inzichten die we graag met betrokkenen uit het mbo willen delen.

SAMENVATTING LEERRENDEMENT Leerrendement is een combinatie van een toename van kennis, motivatie, concentratie en planningsvaardigheden. Echter, om het effect van kennistoename goed te kunnen meten is langdurig onderzoek vereist met voldoende homogeen samengestelde groepen. Dit viel buiten de scope van dit onderzoek. De focus van dit onderzoek lag op de andere drie componenten van Leerrendement namelijk, Motivatie, Concentratie en Planningsvaardigheden. Docent heeft cruciale rol Uit het onderzoek blijkt dat de docent de grootste toegevoegde waarde op het leerrendement heeft. Ook de student geeft aan dat zij meer worden gestimuleerd door de docent dan door de methode. De methode speelt een belangrijke rol in het ondersteunen van docenten: o Het aanbieden van een juiste variatie aan klassikaal/individueel lesgeven, folio/online en door directe feedback. o Een goede methode ondersteunt de docent door studenten te ondersteunen met een gebruiksvriendelijk programma. o Door ze te helpen het optimale uit een methode te halen, zowel functioneel (wat kan de methode allemaal) als didactisch. Het combineren van klassikaal en individueel lesgeven binnen een lesuur verhoogt de concentratie van de studenten. Het gebruik van zowel digitaal als boeken verhoogt de concentratie en de planningsvaardigheden. Een student wil vooral snelle respons (directe feedback, 24/7 ondersteuning, direct resultaat) een digitale methode kan dit goed geven, maar het is niet voldoende om dit alleen in te zetten. Ook hier is een docent noodzakelijk. De student wil zichzelf nog wel eens overschatten. Het merendeel werkt het liefst digitaal, terwijl dit niet altijd een positief effect heeft op concentratie en planningsvaardigheden. De rol van de docent is hierin cruciaal. Zwakkere studenten zijn het meest geholpen met het werken vanuit een boek. Zij hebben meer behoefte aan uitleg van de docent en zullen met een digitaal programma sneller vastlopen. Zelfstandig werken levert een positieve bijdrage aan het leerrendement.

Overschat de methode niet; feedback van de docent blijft essentieel (bekijk als docent dit samen met de student) en de docent kan het best bepalen welk materiaal het best aansluit bij de beleveniswereld van zijn of haar klas. Een methode heeft tijd nodig om in de vingers te krijgen: zorg dat je volledig begrijpt hoe de methode in elkaar zit en laat je helpen door je uitgeverij. MALMBERG METHODE VERSUS ANDERE METHODES In dit onderzoek is een vergelijking gemaakt tussen de methodes van Malmberg (Taalblokken en Rekenblokken) en een andere uitgever, in dit rapport aangegeven als Uitgeverij X en Methode Y of Methode Z. De belangrijkste conclusies zijn: Motivatie en planningsvaardigheden zijn gestegen bij studenten die deel hebben genomen aan de pilot van Taalblokken en Rekenblokken. Deze stijging is niet geconstateerd bij studenten die met Methode Y van Uitgeverij X gewerkt hebben. Alle docenten vinden Taalblokken en Rekenblokken een verbetering voor studenten t.o.v. de methode die ze gebruikten voor de pilot. Met Taalblokken en Rekenblokken kunnen ze prettiger lesgeven. Docenten zeggen: Taalblokken bevat meer didactische elementen dan Methode Y. Methode Y wordt gezien als een oefenprogramma, Rekenblokken als een rekenmethode. Rekenblokken komt als meest gebruiksvriendelijke programma uit het onderzoek.

OPZET ONDERZOEK Dit Leerrendement onderzoek is gehouden onder scholen die een pilot van Rekenblokken of Taalblokken hebben uitgevoerd. Gedurende een periode van gemiddeld drie maanden hebben zij naast of in plaats van hun bestaande methode gewerkt met Taalblokken of Rekenblokken, in hun eigen klas met hun eigen studenten. Zowel de docenten als studenten zijn betrokken in het onderzoek. De totale onderzoekspopulatie bedraagt om 465 studenten in de post-test (0-meting) en 207 studenten in de pre-test (na-meting). Het onderzoek bestond uit zowel een kwantitatief als een kwalitatief gedeelte. De kwantitatieve resultaten zijn verkregen middels het gevalideerd meetinstrument Leerkwaliteit in beeld, ontwikkeld door Universiteit van Maastricht. Dit is een online vragenlijst die door mbo studenten op basis van zelfevaluatie op twee momenten (start en eind van de pilot periode) is ingevuld. De kwalitatieve resultaten zijn enerzijds verkregen middels interviews met 17 taal- en rekendocenten in het mbo. Daarnaast zijn kwalitatieve vragen tijdens de tweede meting (aan het einde van de pilot periode) toegevoegd aan het meetinstrument Leerkwaliteit in beeld en door mbo studenten beantwoord. DOELSTELLING Het doel van het praktijkonderzoek is om het effect van gebruikte taal- en rekenmethodes op het leerrendement van mbo studenten in kaart te brengen. Het betreft de methodes Taalblokken en Rekenblokken van Malmberg, alsmede Methode Y van Uitgever X. Daarnaast heeft het onderzoek als doel om de ervaringen van taal- en rekendocenten in het mbo en hun studenten ten aanzien van de gedurende de pilot gebruikte taal- of rekenmethode in kaart te brengen, om zodoende de resultaten van een bepaalde context te kunnen voorzien.

RESULTATEN KWANTITATIEF ONDERZOEK RESULTATEN NULMETING Tabel 1 geeft weer tussen welke groepen significante verschillen en/of tendensen zijn vastgesteld voor de elementen motivatie, concentratie en planning tijdens de nulmeting. De significante verschillen en/of geconstateerde tendensen zijn blauw gearceerd. Tabel 1 Overzicht significantie in verschillen tussen groepen tijdens pre-test (N = 465) Uit deze tabel blijkt, dat studenten Nederlands significant hoger scoorden dan de studenten Rekenen op motivatie en planningsvaardigheden bij aanvang van het vak. Daarnaast blijkt, dat studenten met niveau 4 significant het hoogst scoorden op motivatie. Ten slotte zijn de verschillen tussen de overige groepen vrij gering. Dat houdt in dat bij aanvang van de pilot geen significante verschillen geconstateerd zijn op motivatie, concentratie en planning tussen studenten die met verschillende taal- of rekenmethodes aan de slag gingen gedurende de pilot. RESULTATEN NAMETING De volgende tabel geeft weer of er tussen de verschillende groepen significante verschillen en/of tendensen zijn vastgesteld voor de elementen motivatie, concentratie en planning tijdens de nameting.

Tabel 2 Overzicht significantie in verschillen tussen groepen tijdens post-test (N = 207) Er blijken significante verschillen te zijn vast te stellen tussen de studenten die Nederlands of Rekenen volgen, waarbij de studenten Rekenen hoger scoren op concentratie dan de studenten Nederlands. Daarnaast blijkt er een tendens te zijn, dat studenten die gebruik maken van het boek het hoogst scoren op concentratie, gevolgd door studenten die zowel het boek als het computerprogramma gebruiken en uiteindelijk gevolgd door studenten die het computerprogramma gebruiken. Ook blijkt uit de analyses dat studenten die zowel het boek als het computerprogramma gebruiken gemiddeld hoger scoren op planningsvaardigheden als studenten die alleen het boek of het computerprogramma gebruiken. Dit verschil is echter niet significant. Tevens blijkt dat studenten die een combinatie van klassikale les en individuele begeleiding krijgen het hoogst scoren op concentratie. Ook dat verschil is echter niet significant. Ten slotte blijkt, dat studenten met niveau 3 significant hoger scoren op concentratie dan studenten met niveau 2. RESULTATEN VERSCHIL SCORES VOORMETING EN NAMETING Het kwantitatieve onderzoek heeft geen (significante) verschillen aangetoond in leerrendement. Het feit of een student met een verschillende methode gewerkt heeft, blijkt op basis van deze resultaten geen invloed te hebben op de elementen motivatie, concentratie en planning. Uit de analyses wordt duidelijk, dat de verschillen tussen de groepen gedurende de pilot niet zo groot zijn geweest.

KWALITATIEF ONDERZOEK INLEIDING Dit hoofdstuk bevat de kwalitatieve resultaten die via interviews verkregen zijn bij taal- en rekendocenten binnen het onderzoek naar leerrendement van taal- en rekenmethodes binnen het mbo. Daarnaast hebben studenten meerdere open vragen beantwoord bij de tweede meting van het meetinstrument Leerkwaliteit in beeld. SAMENVATTING KWALITATIEF ONDERZOEK In dit kwalitatieve onderzoek staat de vraag centraal: Wat zijn de ervaringen van taal- en rekendocenten ten aanzien van de taalof rekenmethode die door hen gebruikt is in de lessen gedurende de pilot periode? Hiertoe zijn zeventien docenten geïnterviewd, waarbij de thema s van het Vier in Balans model als referentiekader diende. Wanneer deze thema s als uitgangspunt genomen worden, kunnen de resultaten als volgt worden weergegeven: VISIE T.A.V. DE ROL VAN ICT Binnen enkele ROC of AOC instellingen wordt het gebruik van ICT beleidsmatig gestimuleerd, echter in de meeste gevallen bepalen de afdelingen zelf in welke mate gebruik wordt gemaakt van ICT in hun onderwijs. Het aansluiten bij de belevingswereld van studenten en het makkelijker kunnen monitoren van resultaten wordt door het merendeel van geïnterviewde docenten benoemd als argument voor het inzetten van een digitale methode. De belangrijkste reden die genoemd wordt waarom door collega s niet gewerkt wordt met de digitale versie van een methode is het gebrek aan ICT vaardigheden.

KWALITEIT LEERMATERIAAL VOLGENS DOCENTEN Reken- en taaldocenten geven aan dat de vernieuwde versies van Taalblokken en Rekenblokken qua vormgeving en lay-out sterk verbeterd zijn. De instaptoetsen met gekoppelde individuele leerroute bieden goede mogelijkheden voor sterke studenten, de zwakke studenten blijken meer gebaat bij de folio versie van de methode. Rekenblokken, Taalblokken en Methode Y worden als gebruiksvriendelijk beschouwd. De gegeven feedback** is te beperkt bij alle drie de gebruikte digitale methodes tijdens de pilot periode, wat ten koste gaat van het leereffect bij studenten. De meerderheid van docenten vindt dat het kunnen behalen van bolletjes binnen Taalblokken en Rekenblokken de studenten motiveert. Docenten die volledig digitaal werken zien grote voordelen in het monitoren van resultaten en het kunnen volgen van een eigen leerroute. Docenten die deels of geheel met de folio versie werken van de methode hebben meer het gevoel van overzicht in de klas dan wanneer ze dit niet zouden doen. De teksten en opdrachten uit alle drie de methodes sluiten beperkt aan op de beroepsspecifieke context* waar studenten voor opgeleid worden. De meerderheid van docenten vindt dit geen groot probleem, omdat examens ook algemeen en breed van aard zijn. Alle docenten die deels of geheel gebruik maken van de digitale versie van hun methode, zijn van mening dat het monitoren van resultaten van studenten erg handig werkt en tijd bespaart. Op één docent na adviseren alle docenten na het werken met Rekenblokken of Taalblokken gedurende de pilot periode, om hier mee door te gaan in het volgende studiejaar. * Binnen Taalblokken is een groot gedeelte van de inhoud beroepsgericht. Tijdens de pilot is echter gewerkt met het generieke gedeelte van Taalblokken. KWALITEIT LEERMATERIAAL VOLGENS STUDENTEN Alle studenten, ongeacht de methode, geven zowel als pluspunt als tip uitleg bij de opdrachten aan. Over de volledigheid of onvolledigheid hiervan zijn de meningen bij iedere methode verdeeld. Duidelijk is dat uitleg zwaar weegt bij de beoordeling van de methode**. Studenten die werkten met Rekenblokken geven aan dat ze de lay-out van het programma mooi vinden. Van de in totaal 43 tips werd er 11 maal benoemd dat de uitleg bij de opdrachten niet voldoende was bij Rekenblokken.

Bij Methode Y werd van de 43 tips 10 maal benoemd dat er te veel opdrachten in het werkboek staan. Bij Methode Y zijn de studenten vooral positief over de duidelijke uitleg in het boek en de overzichtelijkheid van het boek. 41% van de pluspunten van Taalblokken Nederlands ging over de gebruiksvriendelijkheid van het digitale programma. Dit werd als erg positief ervaren. Ook bij Taalblokken Engels en Duits was dit het meest genoemde pluspunt. Behoefte aan meer inzicht bij gemaakte fouten in het programma Taalblokken Nederlands en Engels werd als meest voorkomende tip genoemd. Bij Taalblokken Duits is de meest genoemde tip om de kwaliteit van de vragen te verbeteren. ** Inmiddels is bij zowel Taalblokken als Rekenblokken goed/fout feedback toegevoegd. Een student ziet bij de lessen na drie pogingen wat het goede antwoord was en kan dit vergelijken met zijn gegeven antwoord. Bij de lestoetsen krijgt hij inzicht in wat zijn gegeven antwoord is en of dit goed of fout is. DESKUNDIGHEID EN VAARDIGHEDEN De eigen ICT vaardigheden worden door docenten als voldoende beschouwd. Wel wordt aangegeven dat er veel collega s zijn waarbij training en opleiding noodzakelijk is om ze meer gebruik te laten maken van ICT in hun onderwijs. Ook van studenten wordt aangegeven dat de ICT vaardigheden op orde zijn. Uit de interviews blijkt wel dat studenten die de verzorgende opleidingen volgen meer moeite hebben met ICT. ICT RANDVOORWAARDEN Uit de interviews blijkt dat bij het merendeel van de ROC of AOC instellingen recentelijk is geïnvesteerd in ICT randvoorwaarden. Ondanks enkele problemen t.a.v. connectiviteit, blijkt dit onderdeel goed op orde binnen de instellingen.

BIJLAGE 1: UITGEBREIDE RESULTATEN DE GEBRUIKTE LEERMETHODES De zeventien geïnterviewde docenten maakten gebruik van de methodes van uitgeverij Malmberg of van Uitgeverij X. Tabel 3 Gebruikte leermethodes RESPONDENTEN KWALITATIEF ONDERZOEK Er hebben 17 docenten deel genomen aan een interview. Daarnaast is van 205 mbo- studenten middels het meetinstrument Leerkwaliteit in beeld kwalitatieve data verkregen. In onderstaand overzicht staan per methode het aantal studenten weergegeven. Daarbij is ook aangegeven op welke manier de studenten het vak gevolgd hebben: volledig vanuit het papieren boek, volledig met de digitale versie of een combinatie hiervan. Tabel 4 Aantal studenten per lesvorm

WIJZE VAN INZET VAN DE METHODE Om een beeld te kunnen vormen van de wijze waarop de gebruikte taal- of rekenmethode binnen de pilot is ingezet, zijn de docenten gevraagd naar de manier waarop ze dit gedaan hebben. Daarbij is gevraagd naar de keuze voor folio of digitaal (of een combinatie daarvan). GEKOZEN LESVORM DOOR DOCENTEN In onderstaande grafiek wordt weergegeven met welke lesvorm door een docent is gewerkt. Van de zeven docenten die een combinatie van digitaal en folio gebruiken, geven vijf docenten aan dat de beter presterende studenten een voorkeur hebben voor het werken met de digitale versie. Studenten die wat meer moeite met het vak hebben en behoefte hebben aan meer toelichting en achtergronden, geven de voorkeur aan de folio versie van de methode. Daarnaast geldt bij vijf docenten dat studenten hebben aangegeven dat ze de combinatie prettig vinden en niet alleen maar achter de laptop of computer willen werken. Grafiek 1 Gekozen lesvorm door docenten

Studenten hebben aangegeven aan welke lesvorm (folio, digitaal of combinatie) ze de voorkeur geven. In onderstaande tabellen staan de resultaten per methode weergegeven. Rekenblokken Tabel 5 Voorkeur lesvorm Rekenblokken Een kleine meerderheid van de studenten (56%) die gewerkt heeft met de digitale versie van Rekenblokken geeft aan dat de huidige lesvorm die ze genoten hebben ook de lesvorm is die hun voorkeur heeft. Daarnaast heeft 16% van de studenten naast het computerprogramma graag ook de beschikking over de folio versie van de methode. Tot slot geeft 28% van de studenten die met de digitale versie van Rekenblokken gewerkt hebben de voorkeur aan alleen het werken met de folio versie van de methode. De twee studenten die deels met de folio versie en deels met de digitale versie gewerkt hebben, geven aan dat ze het liefst alleen met de folio versie van de methode werken. Methode Y Tabel 6 Voorkeur lesvorm Methode Y De twee studenten die gewerkt hebben met de digitale versie van Methode Y geven aan dat de huidige lesvorm die ze genoten hebben ook de lesvorm is die hun voorkeur heeft.

Van de studenten die deels met de folio versie en deels met de digitale versie gewerkt hebben, geeft 61% de voorkeur aan de huidige manier van werken. Daarnaast geeft 22% van deze groep studenten de voorkeur aan het volledig met de digitale versie werken, terwijl 17% de voorkeur geeft aan de folio versie van Methode Y. Taalblokken Tabel 7 Voorkeur lesvorm Taalblokken De meerderheid van studenten (67%) die gewerkt hebben met de digitale versie van Taalblokken geeft aan dat de huidige lesvorm die ze genoten hebben ook de lesvorm is die hun voorkeur heeft. Een kleine 15% van deze groep studenten heeft naast het computerprogramma graag ook de beschikking over de folio versie van de methode. Ruim 18% prefereert het werken met alleen de folio versie van de methode. Wanneer naar de gehele groep mbo studenten wordt gekeken, kan gesteld worden dat 56% van de studenten de voorkeur geeft aan het alleen maar werken met de digitale versie van een methode, 20% het liefst deels digitaal en deels met de folio versie wilt werken en dat 24% het liefst met de folio versie van de methode werkt. Tot slot geldt wanneer naar de gehele groep mbo studenten wordt gekeken, dat 64% van de groep studenten die de voorkeur geeft voor het werken met de digitale versie van een methode niveau 3F studenten zijn. De resterende 36 % van deze groep betreft studenten van 2F niveau. Deze bevinding lijkt een tendens aan te tonen dat sterkere studenten een voorkeur hebben voor het werken met een digitale versie van een methode. In het vervolg van dit rapport wordt hier verder op ingegaan, wanneer de ervaringen van docenten op dit aspect aan bod komen.

DIDACTISCHE INVULLING VAN DE LESSEN DOOR DOCENTEN Alle taal- en rekendocenten geven aan dat ze zowel klassikale uitleg aan studenten geven als dat ze studenten individueel laten werken. Vaak wordt een onderwerp, thema of hoofdstuk gestart met een klassikale uitleg door de taal- of rekendocent, waarna studenten zelfstandig aan de slag gaan. De taalof rekendocent is hierbij beschikbaar voor aanvullende uitleg. Alle docenten gaven dan ook aan dat ze de rol van docent vooral als begeleider van het onderwijsproces beschouwen. Twee taaldocenten die gewerkt hebben met Taalblokken van Nederlands gaven aan dat zij ook een rol zien in het koppelen van onderwerpen waar studenten mee aan de slag moeten gaan. Aangezien Taalblokken in domeinen werkt en studenten uiteindelijk op vaardigheden getoetst worden, pikken zij als docent alsnog de benodigde onderwerpen eruit. Een tweetal rekendocenten en twee taaldocenten benoemen daarbij expliciet de taak om te zorgen voor verrijkingsmateriaal voor sterke studenten en extra ondersteuning voor de zwakkere studenten. Dus niet alleen de docent die er voor de studenten is bij vragen, maar ook een actieve houding in het bieden van steun. Met name de rekendocenten die gewerkt hebben met Rekenblokken geven aan dat hun klassikale uitleg minder wordt als studenten eenmaal hun individuele leerroute in zijn gegaan. Ze geven aan dat de behoefte aan klassikale uitleg dan minder wordt. Indien studenten hier behoefte aan hebben, dan geven ze dit zelf aan. Zowel de docenten als hun studenten vinden dit een prettige manier van werken. Op basis van de ervaringen van deze docenten kan gesteld worden dat Rekenblokken zelfstandig werken van studenten stimuleert. Twee taaldocenten die hebben gewerkt met Taalblokken geven aan dat ze aanvullend eigen lesmateriaal gebruiken voor de klassikale uitleg, waarna studenten verder gaan met de opdrachten uit Taalblokken. Aan studenten is ook gevraagd welke lesvorm (klassikaal of individueel) zij prefereren. Onderstaande grafiek laat zien dat studenten die volledig met de folio versie van een methode werken, de voorkeur geven aan klassikale uitleg/lessen. Studenten die met de digitale versie van een methode werken geven duidelijk aan dat zij geen voorkeur hebben voor klassikale les.

1. VISIE TEN AANZIEN VAN DE ROL VAN ICT VISIE VAN DE INSTELLING Een tweetal docenten geeft aan dat het gebruik van ICT in het onderwijsproces beleidsmatig wordt gestimuleerd. Bij de overgrote meerderheid van ROC of AOC instellingen van de geïnterviewde docenten bepalen vooral de afdelingen zelf in welke mate ICT wordt ingezet tijdens de lessen. De inzet van ICT hangt daarbij ook af van de betreffende opleiding. Bij een opleiding waar een laptop verplicht wordt gesteld om deel te nemen aan de opleiding wordt vanzelfsprekend ook relatief veel ICT ingezet en dus ook veel gebruik gemaakt van digitale content. Hierbij kan gedacht worden aan opleidingen als bouwkunde of grafische opleidingen. Een rekendocent geeft aan dat het vanuit de directie wel wordt gestimuleerd om examen trainingen digitaal te verzorgen, aangezien de examens ook digitaal afgenomen worden. VISIE DOCENT T.A.V. ICT & ONDERWIJS Van de geïnterviewde docenten ziet 82% een grote rol voor ICT in hun onderwijs. Een belangrijk argument dat genoemd wordt is de mogelijkheid om eenvoudig inzicht te krijgen in voortgang van studenten. Daarnaast wordt het aansluiten bij de belevingswereld van jongeren genoemd. Enkele taaldocenten geven aan dat ze in vergelijking met voorgaande jaren juist minder gebruik zijn gaan maken van de digitale versie van de gebruikte methode. Belangrijkste reden voor hen is dat ze meer interactie met studenten willen en dat ze studenten meer willen laten samenwerken. Zij beschouwen de digitale versie van een methode vooral als een individuele en zelfstandige leeromgeving. Opvallend is dat vijf docenten ICT als belemmering zien om persoonlijk contact te maken met studenten, terwijl twee docenten hiermee juist mogelijkheden zien om studenten persoonlijke aandacht te geven en begeleiding op maat te kunnen bieden. Twee docenten Taalblokken gaven aan dat studenten na enkele weken gewerkt te hebben met Taalblokken toe waren aan beroepsgerichte lessen met meer interactie. Dat werd dan ook aangeboden. RANDVOORWAARDEN VOOR HET WERKEN MET DIGITAAL LEERMATERIAAL Uit de interviews blijkt dat de belangrijkste reden om niet met de digitale versie van een methode te werken, het gebrek aan ICT vaardigheden van docenten is. Een deel van de collega s van vier geïnterviewde blijken dusdanig beperkt in hun ICT kennis en vaardigheden, dat ze het gebruik van het folio materiaal niet willen verminderen. Gerichte training van deze collega s op het gebied van inzet ICT in het onderwijs wordt hierbij als zeer waardevol benoemd. Enkele geïnterviewde docenten zagen hierbij ook een mogelijke rol voor de uitgever van de gebruikte methode.

Ondersteuning en begeleiding kan helpen om de drempel te verlagen om meer gebruik te maken van een digitale methode. Malmberg heeft deze ondersteunende rol gedurende de pilot volgens enkele docenten naar grote tevredenheid vervuld. Afstemming met docenten om deze ondersteuning vorm te geven gedurende het studiejaar is vandaar aan te bevelen. Tot slot gaf een docente rekenen die gewerkt heeft met Methode Y aan dat de kenmerken van deze digitale methode ook een reden is voor haar collega s om niet over te stappen op deze digitale versie. Studenten krijgen pas aan het eind van het hoofdstuk gerichte feedback en dat is een groot nadeel in vergelijking met het papieren boek, aldus de rekendocente. Dus naast de eigen vaardigheden kunnen ook kenmerken van een digitale methode een rol spelen om daar wel of niet mee te werken. Vier geïnterviewde docenten blijken dusdanig beperkt in hun ICT kennis en vaardigheden, dat ze het gebruik van het folio materiaal niet willen verminderen. Gerichte training van deze collega s op het gebied van inzet ICT in het onderwijs wordt hierbij als zeer waardevol benoemd.

2. KWALITEIT LEERMATERIAAL In dit onderdeel staan de ervaringen van docenten en studenten rondom de gebruikte methode gedurende de pilot periode centraal. De ervaringen ten aanzien van zowel de digitale versie als de folio versie van de gebruikte methode worden hier beschreven. Er is een groot aantal stellingen voorgelegd aan studenten. De resultaten van stellingen staan in de bijlage beschreven. De stellingen waarvan de uitkomsten tot bepaalde uitspraken of tendensen leiden, worden in het vervolg van dit verslag toegelicht. Voordat op specifieke onderdelen van de gebruikte methodes wordt ingegaan, wordt eerst de algemene indruk gedurende de pilot periode van de taal-en rekendocenten beschreven. ALGEMENE INDRUK DOCENTEN VAN GEBRUIKTE METHODE REKENBLOKKEN Ten aanzien van Rekenblokken zijn de vier geïnterviewde rekendocenten die ermee gewerkt hebben over het algemeen tevreden. De frisse uitstraling van de digitale versie van Rekenblokken wordt door alle rekendocenten expliciet benoemd. Twee rekendocenten gaven echter aan dat het binnen de digitale versie van Rekenblokken soms juist lastig is om te navigeren door pagina s en het op het scherm niet altijd duidelijk te zien is waar je je bevindt in het hoofdstuk. De andere rekendocenten hebben het navigeren door de hoofdstukken niet als een probleem ervaren. TAALBLOKKEN Ten aanzien van Taalblokken zijn de geïnterviewde docenten tevreden met de gebruikte methode tijdens de pilot. De zeven geïnterviewde taaldocenten hebben ofwel op 2F ofwel op 3F niveau gewerkt met Taalblokken. Ze beschrijven Taalblokken als een praktische methode waarin kwalitatief goede teksten staan. METHODE Y Zowel de docenten die momenteel met de online versie van Methode Y werken als de docenten die er in het recente verleden mee gewerkt hebben, geven aan dat het een gebruiksvriendelijke methode is. Echter, alle rekendocenten die ervaring hebben met Methode Y gaven aan dat deze methode beschouwd moet worden als een soort oefeningenbank. Deze digitale versie biedt geen theoretische uitleg, maar louter oefeningen. Deze docenten die er ervaring mee hebben beschouwen dit als een gebrek aan didactiek in deze digitale versie. Rekendocenten geven aan dat met name de sterkere studenten hier goed mee uit de voeten kunnen, maar zwakkere studenten de voorkeur aan het papieren boek geven. Daarin staat namelijk meer uitleg en achtergronden, waaraan zwakkere studenten meer behoefte hebben.

Daarbij gaven twee rekendocenten aan dat ze zich zorgen maken over het te lage niveau van opdrachten en toetsen binnen Methode Y. Volgens een van deze rekendocenten is dit een van de redenen waarom binnen hun afdeling is besloten om komend studiejaar naar Rekenblokken over te stappen. METHODE Z Twee docenten Nederlands die voorheen met de methode Nederlands van Uitgeverij X hebben gewerkt benadrukken dat ze dat vooral als een grote oefeningenbank beschouwden, met te weinig ruimte voor didactische aspecten. Een van deze docenten gaf aan dat bij Methode Z het precieze antwoord op vragen gegeven moest worden, anders werd het fout geteld. Dit leidde tot veel irritatie bij studenten. Hun ervaring met Taalblokken is dat hierin veel meer didactische elementen in zitten dan Methode Z van Uitgeverij X. Dit is een belangrijke reden waarom binnen hun afdeling voor komend schooljaar voor Taalblokken is gekozen. In Taalblokken staan veel meer didactische elementen dan in Methode Z van Uitgeverij X. Daarom stappen wij over naar de taalmethode van Malmberg. Een andere docent Nederlands vond de methode van Uitgeverij X in vergelijking met Taalblokken minder attractief. De kleurstelling was te hard en de onderwerpen spraken de studenten ook minder aan. Waar deze docent wel over te spreken was, waren de toetsen binnen Methode Z. GEBRUIKSVRIENDELIJKHEID METHODES Qua gebruiksvriendelijkheid geeft de overgrote meerderheid van docenten aan dat zowel de folio versie als de digitale versie van Rekenblokken, Taalblokken en Methode Z, hierop voldoende tot ruim voldoende scoren. Zeker in vergelijking met eerder gebruikte methodes is hier een vooruitgang geconstateerd. Hierbij gaf een tweetal rekendocenten die met Rekenblokken gewerkt hebben in de pilot periode aan dat het erg hielp dat iemand van Malmberg een persoonlijke toelichting kwam geven op locatie. Echter, twee andere rekendocenten beschrijven dat het navigeren binnen de digitale versie van Rekenblokken soms tot problemen leidde bij studenten. Dan moest er teveel gescrold worden of studenten zagen niet goed in welk hoofdstuk ze zich bevinden. De meerderheid van de studenten geven zowel bij de digitale versie als de folio versie van de gebruikte aan dat de methode in ruime mate gebruiksvriendelijk is, zoals te zien is in onderstaande grafieken waarin gemiddelde scores per groep weergegeven worden.

Studenten beoordelen de digitale versie van Taalblokken op gebruiksvriendelijkheid gemiddeld met een 7,8 en de folio versie gemiddeld met een 8,1 Een nuancering die hierbij moet worden gemaakt is dat bij de groepen Rekenblokken beide, Uitgeverij X computer en Taalblokken folio sprake is van twee of zelfs slechts één respondent. Daardoor kan niet op basis deze resultaten gesteld worden dat sprake is van een bepaalde tendens. Studenten beoordelen de digitale versie van Rekenblokken op gebruiksvriendelijkheid gemiddeld met bijna een punt hoger dan de digitale versie van Methode Y.

MOGELIJKHEDEN OM REKENING TE HOUDEN MET VERSCHILLEN Zowel de taal- als rekendocenten vinden dat ze met de digitale versies van de methodes goed in staat zijn om rekening te houden met verschillen tussen studenten. De individuele leerroute die volgt uit de instaptoetsen, biedt studenten de kans om op eigen tempo en niveau verder te werken. Alle docenten die zowel de digitale versie als de folio versie van de methode inzetten, geven aan dat zwakkere studenten meer baat hebben bij het werken met het papieren boek en dat sterkere studenten voorkeur hebben voor de digitale versie van de methode. Docenten zijn unaniem van mening dat zwakkere studenten meer baat hebben bij het papieren boek en sterkere studenten voorkeur hebben bij de digitale versie. Deze groep docenten ervaart ook dat studenten het prettig vinden dat ze een keus hebben. Deze docenten zien namelijk dat er een behoorlijke groep studenten is die het fijner vindt om te leren met een papieren boek in plaats vanaf de computer of laptop. En dan moet je ze deze mogelijkheid ook gewoon bieden, aldus een docent rekenen. Alle docenten geven aan dat er geen sprake is van verdieping of extra uitdagende opdrachten binnen de door hen gebruikte methode. Op dat gebied zijn er dus geen dus geen mogelijkheden om te differentiëren op niveau tussen studenten. Vier taaldocenten geven aan dat zoiets nou bij uitstek bij een van de taken van een docent hoort, namelijk het kunnen bieden van verrijking of juist extra toelichting aan studenten die daar baat bij hebben. Uiteraard is het voor docenten wel gewoon mogelijk om studenten na de inhoud van 2F het niveau 3F aan te bieden. Ook studenten zijn bevraagd naar de mate waarin de gebruikte methodes in staat zijn om rekening te houden met verschillen tussen studenten. Een van de verschillen die er bestaan tussen studenten is het tempo waarin gewerkt wordt. Vandaar dat studenten bevraagd zijn naar de mate waarin ze op hun eigen tempo met de opdrachten bezig kunnen zijn. Uit onderstaande grafieken blijkt dat de digitale versie van de methodes volgens studenten goed in staat zijn om rekening te houden met het tempo waarin studenten willen werken.

BIEDEN VAN ADEQUATE FEEDBACK De taal- en rekendocenten geven aan dat de digitale methodes het voordeel hebben dat directe feedback gegeven wordt. Echter, de aard van de feedback is nog erg beperkt. Alle taal- en rekendocenten, ongeachte met welke digitale methode ze gewerkt hebben, vinden dat de mate van feedback bij gemaakte opdrachten beter zou kunnen. Studenten krijgen direct te zien of het antwoord goed of fout is, maar ze krijgen niet te zien waarom dit zo is. Dit gaat ten koste van het leereffect en dat is zonde *, aldus een rekendocent. Een docente Engels geeft aan dat de feedback in de vorm van sterren enerzijds motiveert, maar qua 2 leereffect weinig oplevert. Na drie keer een fout antwoord te hebben gegeven krijgen studenten een rood kruis, zonder dat ze weten wat er mis is gegaan. Vandaar dat zij in het totaaloverzicht nagaat bij welke vragen weinig sterren behaald zijn. Bij die vragen of onderwerpen geeft ze dan extra uitleg, ofwel klassikaal ofwel binnen kleinere groepjes. *Inmiddels is dit bij Rekenblokken wel het geval. In de lessen zien de studenten na drie pogingen wat het goede antwoord is en bij de lestoetsen zien ze of hun ingevulde antwoord goed of fout was. 6,6 7 Contextrijk In dit onderdeel is aan de docenten gevraagd of ze de teksten en opdrachten voldoende vinden aansluiten op de belevingswereld van studenten. Daarbij is ook gevraagd of er voldoende aansluiting is op de context van het beroepsveld waar studenten zich op aan het voorbereiden zijn. Alle taal- en rekendocenten geven aan dat de teksten en opdrachten redelijk tot goed aansluiten op de belevingswereld van studenten. De taaldocenten die met Taalblokken gewerkt hebben zijn het meest positief over de mate van aansluiting op de belevingswereld van studenten, namelijk zes van de zeven geïnterviewde taaldocenten. Ook studenten geven aan dat de vragen in beperkte mate aansluiten op het beroep waar ze voor opgeleid worden en/of hun belevingswereld. Dit geldt zowel voor studenten die met de digitale versie van een methode gewerkt hebben als voor studenten die ervaring hebben met de folio versie, zoals in onderstaande grafieken te zien is. NB: tijdens de pilot periode is binnen Taalblokken gewerkt met het generieke gedeelte. Er is binnen Taalblokken een groot aanbod beroepsgerichte modules.

Bovenstaande resultaten tonen aan dat studenten zowel voor Taal- als Rekenblokken alsmede Uitgeverij X ruimte voor verbetering zien voor wat betreft het aansluiten van de vragen op de belevingswereld of het toekomstige beroep. EFFICIËNT KLASSENMANAGEMENT Docenten werden gevraagd of zij vinden dat de gebruikte methode bijdraagt aan een meer efficiënt klassenmanagement. Daarmee wordt bijvoorbeeld bedoeld of dat het gebruik van de methode bijdraagt aan het minder tijd kwijt zijn met het inrichten van lessen, het monitoren van (tussentijdse) resultaten of het coördineren van leeractiviteiten. Het monitoren van resultaten van studenten werkt erg handig en bespaart tijd. Vrijwel alle docenten die deels of geheel gebruik maken van de digitale versie van hun methode, zijn van mening dat het monitoren van resultaten van studenten erg handig werkt en tijd bespaart. Met name de taaldocenten die tijdens de pilot met Taalblokken gewerkt hebben, zijn hier erg uitgesproken en positief over. Zes van de zeven taaldocenten gaven aan dat ze dit een sterk onderdeel van Taalblokken vinden. De rekendocenten die met Rekenblokken of Methode X hebben gewerkt waren hier ook naar eigen zeggen in voldoende mate tevreden over. Een docent Engels krijgt binnen Taalblokken via de totaal overzichten een goed beeld van welke opdrachten goed en minder goed gemaakt werden. Op deze manier heeft zij een hulpmiddel om te kunnen bepalen op welke onderwerpen bij welke studenten ze extra uitleg kan geven. Dus het maakt haar in die zin ook effectiever in haar uitleg. Ook de combinatie van instaptoets-persoonlijke leerroute vindt deze groep docenten erg prettig, omdat studenten automatisch het passende aanbod voorgeschoteld krijgen. Dit geldt zoals gezegd voor zowel Rekenblokken, Taalblokken als Methode Y. Docenten die een combinatie van de folio versie en de digitale versie van de methode gebruiken, hebben niet het gevoel dat klassenmanagement efficiënter is geworden. Maar deze docenten geven ook aan dat ze hier geen last van hebben. Twee taaldocenten en een rekendocent geven aan dat ze het gevoel hebben dat ze met het werken in het boek juist meer overzicht hebben en beter inzicht hebben in waar de studenten mee bezig zijn. Anders verschuilen ze zich alsmaar achter de laptop en heb ik moeite om ze te volgen, aldus een taaldocent. Een docent rekenen werkt zoveel mogelijk uit het boek en vindt het geen probleem om resultaten na te kijken en digitaal in het programma Excel te verwerken. Fluitje van een cent, aldus de rekendocent.

VERLOOP LEERPROCES Binnen dit onderdeel draaide het om wat de docenten is opgevallen gedurende de pilot periode ten aanzien van het gedrag, de motivatie en de betrokkenheid van studenten. Het merendeel van docenten gaf aan dat de pilot periode te kort was om hier echt een bepaalde ontwikkeling of verandering in te constateren. Drie taaldocenten gaven echter wel aan dat ze een duidelijk verschil merkten nu ze drie tot vijf maanden met Taalblokken hadden gewerkt. Een docent Nederlands die gedurende vijf maanden met Taalblokken gewerkt had, merkte wel duidelijk dat het systeem van sterren de studenten een extra motivatie gaf om de opdrachten zo goed mogelijk te maken. Hetzelfde geldt voor een andere docent Nederlands, die letterlijk gevraagd had aan zijn studenten waar ze meer door gemotiveerd werden. Vrijwel alle studenten spraken hun voorkeur uit voor Taalblokken, waar ze voor de pilot periode met Methode Z van Uitgeverij X hadden gewerkt. Een docente merkte dat haar studenten met Taalblokken meer betrokken waren en voor haar gevoel ook meer vooruitgang boekten. Deze docente werkt bovendien ook met een groep allochtone jongeren en ook zij maken grotere sprongen vooruit sinds ze met Taalblokken werken. Ik ben zeer enthousiast over het resultaat van de laatste maanden, aldus de docente. Twee docenten Nederlands merken dat hun studenten na enkele lessen met Taalblokken toe zijn aan enkele meer beroepsgerichte lessen. Dat bieden ze dan ook. Deze docenten benoemen trouwens ook het belang van het onder de knie hebben van de methode van de docent. Zij merkten dat zodra studenten ervaren dat de docent boven de methode staat en precies weet hoe alles werkt, de studenten zelf ook meer betrokken zijn en de lessen soepeler verlopen. Een docent rekenen was van mening dat de motivatie van studenten niet afhankelijk is van de methode, maar van de docent. Ook aan studenten is gevraagd in welke mate de gebruikte methode een stimulerende werking op hen heeft. Uit onderstaande grafiek blijkt dat studenten zowel de digitale versie als folio versie van Taalblokken gemiddeld voldoende beoordelen. Bij Rekenblokken valt de lage score gemiddelde van 4,5 op, maar zoals aangegeven is dit een score op basis van twee respondenten.

Studenten geven aan dat docenten een belangrijke rol spelen bij motiveren in de les Tot slot zijn studenten in dit onderdeel bevraagd naar de mate waarin het leerprogramma het leren van het vak leuker maakt. Onderstaande grafiek toont de resultaten.

3. DESKUNDIGHEID EN VAARDIGHEDEN ICT VAARDIGHEDEN DOCENTEN Het merendeel van de geïnterviewde taal- en rekendocenten die deels of geheel met de digitale versie van de methode werken, beschouwt de eigen ICT vaardigheden als voldoende om hiermee uit de voeten te kunnen. Daar is de gebruikte digitale methode ook gebruiksvriendelijk genoeg voor, aldus de docenten. De hoog gewaardeerde gebruiksvriendelijkheid van de methode geldt zowel voor de taal- en rekenmethodes van Malmberg als Methode Y van Uitgeverij X. ICT VAARDIGHEDEN STUDENTEN De ICT vaardigheden van studenten worden door docenten overall als redelijk tot goed in orde beschouwd. Bij bepaalde technische of grafische opleidingen krijgen studenten lessen in het werken met laptops/computers/mediawijsheid, waardoor zij hun vaardigheden in ieder geval op orde hebben. Uit de interviews blijkt dat bij studenten die een opleiding volgen in de richting van de meer verzorgende beroepen het gebrek aan ICT vaardigheden nog wel eens tot bepaalde problemen kan leiden. Dit uit zich voornamelijk in een moeizaam traject van aanmaken en koppelen van accounts met de ELO en inlog problemen. Studenten beschouwen hun eigen ICT vaardigheden als voldoende, zoals in onderstaande grafiek te zien is.

4. ICT RANDVOORWAARDEN Uit de interviews blijkt dat bij het merendeel van de ROC of AOC instellingen recentelijk is geïnvesteerd in ICT randvoorwaarden. Met name het aantal WIFI acces points is verhoogd, zodat er betere internetverbindingen gerealiseerd zijn. Een taaldocent geeft aan dat hij verwacht dat er binnen niet al te lange termijn zal worden overgestapt op BYOD. Ondanks enkele problemen met connectiviteit gedurende het schooljaar, geeft geen van de geïnterviewde docenten aan dat de beperkte infrastructuur een reden is om minder gebruik te maken digitale content of andere ICT hulpmiddelen.