Meedoen mogelijk maken

Vergelijkbare documenten
Onderwerp Meedoen mogelijk maken, kadernota participatiewet Versienummer 1

Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst

Beleidskader en verordeningen Participatiewet Eddy van der Spek Eva Mercks

Participatiewet. 9 september raadscommissie EM - 1 -

Risicoanalyse en scenariostudie als onderbouwing van de Kadernota. Samenvatting

Arbeidsparticipatie naar vermogen

Toelichting kadernota werk & inkomensondersteuning

Presentatie Participatiewet & Wijzigingen Wwb. Commissie Samenleving Brielle

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 8. Lokale uitvoering Participatiewet. Datum: 13 mei Decosnummer: 192

DE PARTICIPATIEWET VOOR U ALS WERKGEVER

Initiatiefvoorstel PvdA-GroenLinks

Samenvatting van de antwoorden n.a.v. schriftelijke vragen over de Contourenbrief Participatiewet in de Vaste Kamercommissie SZW, dd.

De decentralisatie van arbeidsparticipatie. Louis Polstra

Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan

Beschut werk in Aanleiding

Toelichting kadernota werk & inkomensondersteuning

Informerende bijeenkomst Participatiewet. voor gemeenteraadsleden West-Friesland. Woensdag 14 mei 2014 Maandag 26 mei 2014

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

Deelplan Participatiewet Beleidsplan sociaal domein

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

Transitieplan. 12 september 2013

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014

Collegevoorstel. Onderwerp. Samenvatting. Voorstel. Registratienr.: BP Transitiearrangement tussen Gemeente en WSD

Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening

Een nieuwe taak voor gemeenten

Meedoen mogelijk maken

Voorgesteld besluit Het Meerjarenbeleidskader Participatiebeleid Werk en Wederkerigheid vast te stellen

Transformaties in rijks- en lokaal beleid. 19 september 2013 Jolanda Verbiesen

Inhoud. Participatiewet & Participatiebudget. Indicatie aantallen (bijstand en nieuw instrumentarium) Aanleiding en opdracht werkgroep

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014

BELEIDSKADERNOTITIE PARTICIPATIEWET HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

1 van 5. Registratienummer: Bijlage(n) 2 Onderwerp. Beleidsplan Participatiewet. Middenbeemster, 30 september Aan de raad

De Zijl Bedrijven Van sociale werkvoorziening tot Brug naar Werk. Jan-Jaap de Haan Wethouder Leiden

arbeid / dagbesteding Participatiewet

Oktober Participatiewet; kansen in samenwerking

Raadsstuk. Het college stelt de raad voor: 1. Het Koersdocument Werk en Inkomen vast te stellen en als beleidskader te hanteren.

Beleidsplan Participatiewet. Berkelland

onderwerp: Beleidsregels terugkeergarantie bij beëindiging begeleid werken in het kader van de Wsw

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december Beleidsplan Re-integratiebeleid

Kadernota Participatie en Inkomen. Raadsinformatieavond 14 januari 2014

Programma 7 Werk en inkomen

Ontwikkelingen in het sociale domein

M E M O. : de gemeenteraad. : het college van burgemeester en wethouders. Datum : oktober : analyse en maatregelen.

Doel. 1 Gemeenten kunnen met de voorziening beschut werken mensen in een dienstbetrekking laten werken. Het

Informatiebijeenkomst Veranderingen in de zorg

Notitie tijdelijke dienstverbanden medewerkers Risse

Participatiewet. Wetgeving

Werk, inkomen. sociale zekerheid

Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen

Doelgroep Voorziening Ondersteunende voorzieningen Loonwaarde 40-80% WML 2 en eventueel aangewezen op een Baanafspraakbaan

Workshop decentralisaties sociaal domein. 30 september 2013

Onderwerp : Financiele verkenning bestuursakkoord met betrekking tot de Wet Werken Naar Vermogen

De burgemeester, Mr. J.H.C. van Zanen

voorstel Beslisnota voor de raad Onderwerp Visie Wsw als onderdeel van de Participatiewet Versienummer 1 Portefeuillehouder F.M.

Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort

Factsheet. Participatiewet. Informatie voor de werkgever, juli 2014

Scenario Participatiewet Iedereen doet mee, niemand aan de kant

TRANSITIE Wwn w v n / hers r t s ruct c ure r rin i g S W S

Le L a e r a n n & & S h S a h r a e e b i b jie j e e n e k n om o s m t t S W S Zwolle 12 oktober

Participatiewet / Wsw. Raadsinformatieavond - 3 juli 2013

Programma. Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen?

Sociale werkbedrijven de toekomst

Startnotitie Werken naar Vermogen

Voortgangsrapportage Sociale Zaken

Voortgangsrapportage Sociale Zaken

Wajong en Participatiewet

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/004375/12040

MEEDOEN WERKT! PRESENTATIE participatiewet. in opdracht van Min. SZW

Officiële uitgave van Kompas, Gemeentelijk collectief voor werk, inkomen & zorg.

Participatiewet. 1 januari 2015

De Participatiewet in de praktijk. Heleen Heinsbroek NVRD themadag, 5 februari 2015

Ondertussen.. In de SW

Participatiewet Nieuwe opgaven Uitgangspunten Financiële keuzes

De bibliotheek actief in het sociale domein. Veranderende wetten en de rol van de bibliotheek daarbij

Bijlage 1 : Beschut werk

Visie op Participatie Transitieteam Sociale Zaken, juni Inleiding

Regionale Impact Participatiewet. 1. Participatiewet West-Brabant 2. Gecoördineerde werkgeversbenadering

Wet werken naar vermogen. perspectieven voor cliënten en gemeente?

Nota Nieuw Beschut Werk Brummen INT

Participatiewet en Quotumwet. Stand van zaken 9 januari 2014

Visie Participatiewet

Datum raadsvergadering 15 september 2016

Beleidsplannen Sociaal Domein

Beleidsregels Tegenprestatie in de Participatiewet ingaande 1 januari 2015 concept

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

Par$cipa$ewet. Inhoud. Opzet Effecten en scenario s. Wat is de huidige situa5e? Wat gaat er veranderen? Welke effecten ontstaan?

Overdrachtsdocument voor (nieuw) bestuur na de gemeenteraadsverkiezingen

Werkzoekenden in Westfriesland. Ik ben WerkSaam in Westfriesland.

JUNI 2013 DISCUSSIENOTA WSW. actief en betrokken. dewolden.nl

Programmabegroting

Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 30 oktober 2014 Onderwerp: Re-integratieverordening. Aan de raad. Participatiewet

SUBSIDIEKAART. 13 september Toelichting

Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u?

Overzicht instrumenten re-integratie

PARTICIPATIEWET. Maar nu.wat verandert er allemaal??

Van Martin Heekelaar Datum 30 oktober 2012 Betreft

Onderwerp: Impact Sociaal Akkoord voor de Participatiewet

Wie ben ik? Turgut Hefti Arbeidsdeskundige en jurist UWV, Achmea DossierMeester

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017

Handreiking loonkostensubsidie

Transcriptie:

20 kies Sociale Zaken en Werkgelegenheid Beleid, Advies en Control Stadhuis Grote Kerkplein 15 Postbus 10007 8000 GA Zwolle Telefoon (038) 498 28 66 f.borchers@zwolle.nl www.zwolle.nl Meedoen mogelijk maken kadernota Participatiewet Opdrachtgever F.M. van As Opdrachtnemer Projectteam Participatiewet Versie B&W 1.1 Datum 27 mei 2013

Inhoudsopgave 1 INLEIDING 4 1.1 SOCIAAL DOMEIN 4 1.2 KEUZES MAKEN 5 1.3 OM WIE GAAT HET 6 2 KADERS 7 2.1 INLEIDING 7 2.2 ONZE UITGANGSPUNTEN 7 2.3 IEDEREEN WERKT 9 2.3.1 EIGEN KRACHT 9 2.3.2 RE INTEGRATIE NAAR WERK 9 2.3.3 ARBEIDSMARKTBELEID EN WERKGEVERSDIENSTVERLENING 10 2.3.4 WSW 11 2.4 IEDEREEN PARTICIPEERT 14 2.4.1 EIGEN KRACHT 14 2.4.2 MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE 14 2.5 EEN VANGNET VOOR IEDEREEN 15 2.5.1 EIGEN KRACHT 15 2.5.2 EEN STADSBREED VANGNET 15 3 FINANCIËLE KADERS 17 3.1 R IJKSMIDDELEN PARTICIPATIEWET 17 3.1.1 RISICOPARAGRAAF 17 3.1.2 ONGEDEELD PARTICIPATIEBUDGET 18 3.1.3 RE INTEGRATIE EN PARTICIPATIE 18 3.1.4 WSW 19 3.2 FINANCIERING INKOMENSDEEL 20 2

20 Datum 27 mei 2013 Titel Kadernota Participatiewet KERNBOODSCHAP Inhoud Iedereen doet mee in Zwolle. Wij vinden dat ieder mens waarde heeft, ongeacht zijn of haar maatschappelijke positie. Het is belangrijk erbij te horen, mee te tellen in de samenleving. In principe op eigen kracht, maar waar nodig met (tijdelijke) ondersteuning. Alle Zwollenaren die kunnen werken, werken naar vermogen. Alle Zwollenaren die (tijdelijk) niet kunnen werken zetten zich, door maatschappelijk te participeren, in voor hun eigen ontwikkeling en die van de stad. Deze kadernota gaat primair over werk en inkomen van burgers aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Mensen die op zoek zijn naar een baan, ontvangen een uitkering, een laag inkomen hebben uit arbeid of eigen onderneming of over mensen die begeleid of beschut werken. Voor deze burgers wordt naar verwachting op 1-1-2015 de Participatiewet van kracht. De wet maakt de gemeente primair verantwoordelijk voor deze grote groep burgers met in meer of mindere mate behoefte aan begeleiding op en naar de arbeidsmarkt. Deze wet gaat gepaard met bezuinigingen op de beschikbare Rijksmiddelen. Er komt een ongedeeld participatiebudget, wat fors lager is dan voorheen en ook op bij het begeleid en beschut werken voert het Rijk forse bezuinigingen door. Het moet anders en met minder geld. Daarbij wordt de noodzaak tot samenwerken met werkgevers, UWV, sociale werkbedrijven, maatschappelijke instellingen groter. We gaan op zoek naar nieuwe initiatieven en ondersteunen ideeën uit de gemeenschap. In deze nota schetsen we de kaders. We willen iedereen die een beroep op ondersteuning doet, begeleiden om zo snel mogelijk weer zelfstandig te zijn met betaalde arbeid of zelfstandige onderneming. We willen samen met werkgevers voldoende arbeidsplaatsen creëren, ook voor wie begeleiding nodig heeft op de werkplek. Als betaald werk nog geen (directe) optie is, willen we dat een ieder zich inzet voor de gemeenschap in het algemeen of voor zijn of haar leefomgeving in het bijzonder. Daarnaast bieden voor een ieder, die er recht op heeft, het vangnet van bijstand. /20 3

1 Inleiding 1.1 Sociaal Domein Op 17 december 2012 hebben wij onze visie op het Sociaal Domein Werken vanuit vertrouwen vastgesteld. Hierin hanteren we het uitgangspunt dat in Zwolle iedereen meedoet. In deze kadernota Participatiewet wordt een uitwerking gegeven aan deze visie ten aanzien van het meedoen van burgers op de terreinen werk en inkomen. Hierbij maken we gebruik van de mogelijkheden die de decentralisatie van taken van het Rijk naar de gemeente biedt, om de ondersteuning binnen het sociaal domein in samenhang vorm te geven. In onze visie op het Sociaal Domein constateren wij, dat burgers die om (inkomens) ondersteuning vragen veelal ook gebruik maken van andere ondersteuning binnen het Sociaal Domein. Inzet vanuit de ondersteuningsmiddelen van de Participatiewet, brengen wij zo veel mogelijk in samenhang met de ondersteuning vanuit andere hulpvragen Naar aanleiding van het Mondriaan akkoord (Sociaal Akkoord 11 april 2013) is nu de verwachting, dat de Participatiewet op 1 januari 2015 in werking zal treden. Deze wet moet voor één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt zorgen, waarbij de gemeente beleidsmatig en financieel leidend is. De wet vervangt (grotendeels) de huidige WSW, Wajong en het re-integratiedeel van de WWB. Wij zullen de mogelijkheden van de nieuwe Participatiewet binnen de visie van het Sociaal Domein uitwerken om te komen tot een samenhangende, integrale en effectieve ondersteuningsstructuur. Wat de uitwerking is van het Sociaal Akkoord op de daadwerkelijke wetsontwikkeling van de Participatiewet is nog onbekend. Onze visie gaat uit van de actuele informatie en is een uitwerking van onze visie op het Sociaal Domein. Waar mogelijk duiden we de gevolgen en de risico s die het Sociaal Akkoord met zich meebrengt. Dit maakt dat we hierbij nieuwe uitgangspunten neerzetten voor het beleid op terrein werk en inkomen. 4

20 Datum 27 mei 2013 Titel Kadernota Participatiewet 1.2 Keuzes maken In deze nota staan we voor behoorlijke dilemma s; met minder middelen ondersteuning bieden aan meer mensen. Wij zien de oplossingen in efficiency en een eerlijke verdeling. Dit gaat gepaard met moeilijke keuzes, waarbij we blijven uitgaan van onze gedachte iedereen doet mee en iedereen telt mee. We maken de volgende keuzes die in de nota verder toegelicht zullen worden. We gaan nog meer een beroep doen op de eigen kracht van mensen en alleen diegenen die het echt nodig hebben ondersteuning op maat bieden naar werk en maatschappelijke participatie. Hoe hoger de zelfredzaamheid hoe meer de nadruk ligt op een collectief ondersteuningsaanbod. Hoe beperkter de zelfredzaamheid, hoe meer ruimte voor individuele ondersteuning (op maat). Door zoveel mogelijk op collectieve ondersteuning in te zetten en individueel maatwerk te bieden waar nodig, kunnen we met beperkte middelen meer mensen ondersteunen richting werk en maatschappelijke participatie. De gemeente organiseert met partners in de stad binnen het Sociaal Domein mogelijkheden tot maatschappelijke participatie en ontplooiing. Wijkgericht waar gewenst, gemeentebreed waar nodig. Tijdelijke dienstverbanden in de WSW worden na 1-1-2014 niet meer omgezet in vaste dienstverbanden. Alle WSW-medewerkers met een vast dienstverband op 1-1-2014 behouden alle rechten en plichten conform CAO-WSW. Het ongedeeld Participatiebudget kent geen doeluitkering (per medewerker) voor de WSW. We spreken daarom een reële inkoopprijs met de uitvoeringsorganisatie af in plaats van een tekortfinanciering achteraf. Goed voorbeeld doet goed volgen. We zullen als werkgever meer mensen met een arbeidshandicap of afstand tot de arbeidsmarkt een kans geven bij de ambtelijke organisatie van de gemeente Zwolle. /20 5

1.3 Om wie gaat het Voor de kaders van werk en inkomen staan ons o.a. de huidige Wet Werk en Bijstand (WWB) en de beoogde Participatiewet ter beschikking. Zoals gezegd staat de Participatiewet niet op zichzelf en vervangt het grotendeels bestaande wetgeving rondom de WSW en Wajong en de WWB. Veranderingen zijn voornamelijk gebaseerd op de (arbeids)participatie van burgers die qua inkomen een beroep doen op de gemeente. In Zwolle zijn medio april 2013 ongeveer 5500 huishoudens die leven op of onder de armoedegrens van 110% van de bijstandsnorm. Hiervan ontvangen ongeveer 2900 huishoudens een WWB uitkering. De andere hebben een overige uitkering, zoals WW of WIA omdat men lichamelijk of geestelijk afgekeurd is voor het uitoefenen van zijn of haar beroep. En van de 5500 huishoudens is een deel dat werkt tegen een laag inkomen uit arbeid of eigen onderneming. We zien een grotere instroom in de WWB vanuit de WW. In de eerste vier maanden van 2013 zijn gemiddeld ruim 40 aanvragen (WWB, BBZ, Ioaw en Ioaz) ingediend, tegenover gemiddeld ruim 30 aanvragen per week in 2012. Daarnaast zijn ongeveer 700 Zwollenaren werkzaam in een WSWdienstverband. Zij verrichten arbeid in een beschutte werkplek of onder begeleiding op een reguliere werkplek. We richten ons in deze kadernota op de burgers in Zwolle voor wie we op basis van de huidige wetgeving of in het kader van de Participatiewet een financiële verantwoordelijkheid hebben. Het betreft burgers: met een WWB-uitkering of een andere gemeentelijke uitkering (IOAW, IOAZ, ANW); die alleen onder begeleiding kunnen werken; beschut werken (nieuw); die voorheen onder de Wajong vielen maar onder de Participatiewet gaan vallen: jongeren met een arbeidshandicap die nog een verdiencapaciteit hebben, naar verwachting een instroom van ongeveer 50 a 60 jongeren per jaar; met een WSW-dienstverband; die geen uitkering ontvangen maar wel werk zoeken; de niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers). Omdat onze focus niet alleen op financiële verantwoordelijkheid ligt maar breder, kijken we daarbij tevens naar de samenhang met verantwoordelijkheden die we voor burgers hebben die vallen in de Wmo en de toekomstige Jeugdzorgwet. 6

20 Datum 27 mei 2013 Titel Kadernota Participatiewet 2 Kaders 2.1 Inleiding Het uitgangspunt in onze visie op het Sociaal Domein is ook hier krachtig van toepassing: Iedereen doet mee. En kan, naar vermogen, altijd en op velerlei wijze meedoen. Meedoen is, waar mogelijk, primair gericht op betaald werk en waar dit (tijdelijk) niet haalbaar is op maatschappelijke participatie. Ook tijdens de zoektocht naar betaald werk kunnen burgers op meerdere wijzen meedoen. We geven in deze nota de kaders weer van waaruit we het (wettelijk) beschikbare instrumentarium in willen gaan zetten. Na vaststelling van deze kaders zal in de uitwerking in worden gegaan op de keuze van de inzet van de instrumenten. Op welke wijze we de wettelijke instrumenten (loonkostensubsidie, beschut werken nieuw etc.) in kunnen zetten is afhankelijk van de uiteindelijke vormgeving van de Participatiewet. Die is op dit moment (april 2013) nog niet openbaar, maar in essentie wel bekend. We benoemen hier ook geen doelgroepen, maar volgen de integrale kijk op het individu. De burger die gebruik maakt van het vangnet en op zoek gaat naar betaald werk zal tijdens deze zoektocht maatschappelijk kunnen participeren. Bovendien heeft iedere situatie waarbij een (inkomens)ondersteuningsvraag wordt gesteld een andere samenhang met andere onderdelen van en leefgebieden binnen het Sociaal Domein. 2.2 Onze uitgangspunten Wij stellen bij de uitgangspunten de zelfredzaamheid van de inwoner centraal en kijken naar datgene wat de inwoner wel kan in plaats van zijn beperking. Een groot deel van de inwoners redt zichzelf en beschikt over voldoende zelf organiserend vermogen om tegenslagen op te vangen. Waar mensen dit niet kunnen, bieden we ondersteuning gericht op zelfredzaamheid. Wie (tijdelijk) niet in staat is om een inkomen te verwerven, kan een beroep doen op de gemeente voor inkomensondersteuning. Daarnaast hebben wij aanvullend, vanuit het armoedebeleid, mogelijkheden om een passend vangnet te bieden aan een ieder die dit nodig heeft. Dit is niet vrijblijvend. Wij gaan ervan uit dat iedereen die ondersteuning vraagt naar vermogen mag, kan en zal participeren in een stad waarin burgers hun eigen verantwoordelijkheid nemen. We bieden hen kansen, geloven in de competenties van alle Zwollenaren en verwachten individuele verantwoordelijkheidszin. Je blijft in de samenleving meedoen ook al heb je (tijdelijk) geen werk of ben je niet meer in staat je oude beroep uit te oefenen. /20 7

Uitgangspunt hierbij is dat iedereen mee blijft doen. Zowel inwoners die (tijdelijk) geen werk hebben of inwoners met een arbeidshandicap, iedereen blijft participeren naar vermogen in onze samenleving. We bieden ondersteuning zodat iedereen kan blijven participeren.. Wij willen dat een ieder die beroep doet op de gemeenschap zich naar vermogen inzet om weer zelf in het levensonderhoud te kunnen voorzien. En als dat (langdurig) niet meer mogelijk is, dan zich naar vermogen voor zijn/haar eigen ontwikkeling of diezelfde gemeenschap in te zetten. Hierbij vinden we het belangrijk dat men iets doet. Iets dat bijdraagt aan de eigen ontwikkeling, gezondheid, levenstandaard en de leefomgeving of de (wijkgerichte) gemeenschap. De omslag waarbij de zelfredzaamheid van de burger centraal komt te staan en waarbij we uitgaan van een integrale benadering, vraagt om een andere aanpak. Deze bestaat uit: Regie bij burger o We gaan van de eigen kracht van de burger. Deze maakt zelf een persoonlijk actieplan waarbij wij de faciliteiten bieden bij het oplossen van zijn eigen problemen in plaats van trajecten in te zetten teneinde het probleem voor ze op te lossen. Ondersteuning op maat o We gaan uit van individueel maatwerk en bieden een ondersteuning die aansluit bij de individuele situatie en gebruikt maakt van de eigen kracht en die van het netwerk. We leggen de individuele afspraken vast in een persoonlijk actieplan - dat primair de verantwoordelijkheid is van de burger - als er een beroep op ondersteuning voor werk en inkomen gedaan wordt. Eén aanpak per huishouden o De ondersteuning wordt georganiseerd in samenhang met andere gemeentelijke taken en in samenwerking met andere maatschappelijke partners in de stad. Wijkgericht o Wij zorgen voor een samenhangend ondersteuningsaanbod. We sluiten aan bij de sociale wijkteams en het voeren van keukentafelgesprekken bij multiproblematiek. 8

20 Datum 27 mei 2013 Titel Kadernota Participatiewet 2.3 Iedereen werkt 2.3.1 Eigen kracht In onze visie op het sociaal domein is zelfredzaamheid naar vermogen het streven en is duurzame sociaal economische zelfredzaamheid in de vorm van werk het hoogste doel. Burgers zijn primair zelf verantwoordelijk voor het vinden van een betaalde baan. Iedereen die naar vermogen kan werken doet dat ook. De meeste Zwollenaren zijn prima zelf in staat om een betaalde baan te vinden. Hierbij zetten ze hun eigen kracht en talenten in en maken ze gebruik van o.a. hun eigen sociale netwerk, vacaturesites en uitzendbureaus. Mensen die niet op eigen kracht aan werk kunnen komen bieden we, samen met werkgevers en maatschappelijke organisaties, ondersteuning op maat. Wij vinden het reëel dat burgers - zolang deze geen betaald werk hebben gevonden en ondersteuning van de gemeenschap ontvangt zich, naast het zoeken naar betaald werk, ook maatschappelijk nuttig inzetten. 2.3.2 Re-integratie naar werk Met onze aanpak waarin de werkzoekende zoveel mogelijk zelf de regie voert over zijn of haar kortste weg naar werk en de gemeente daar waar nodig advies of ondersteuning biedt, hebben we goede resultaten geboekt in 2012. Deze aanpak waarin de eigen kracht en de eigen verantwoordelijkheid van de werkzoekende voorop staan continueren we. Hierbij zijn we ons ervan bewust dat we door de verwachte komst van de Participatiewet en de verdere daling van het participatiebudget keuzes moeten maken. De uitdaging is om met minder middelen meer mensen ondersteuning te bieden naar werk. Ons vertrekpunt bij het maken van keuzes wordt gevormd door het uitgangspunt dat we nog meer een beroep gaan doen op de eigen kracht van mensen en alleen diegenen die het écht nodig hebben ondersteuning op maat bieden naar werk. Iedereen maakt zelf een persoonlijk actieplan en is ook zelf actief bezig met de uitvoering hiervan. Op basis van dit persoonlijke actieplan kunnen gebleken succesvolle trajecten (bijv. WorkFast) worden voortgezet als maatwerk binnen dit persoonlijk actieplan. Dit betekent dat we de mate van ondersteuning afstemmen op de mate van de zelfredzaamheid (de eigen kracht) van de werkzoekende. Hoe hoger de zelfredzaamheid hoe meer de nadruk ligt op een collectief ondersteuningsaanbod. Hoe beperkter de zelfredzaamheid, hoe meer ruimte voor individuele ondersteuning (maatwerk). Door zoveel mogelijk op collectieve ondersteuning in te zetten en individueel maatwerk te bieden waar nodig, kunnen we met beperkte middelen meer mensen ondersteunen richting werk. Met betrekking tot de doelgroep jongeren tot 27 jaar maken we hierop een uitzondering. Een jongere met of zonder uitkering op zoek naar werk of een opleiding bieden we vanaf het eerste contact ondersteuning op maat. Dit doen we vanuit ons jeugdbeleid en vanuit onze regionale aanpak van de jeugdwerkloosheid. Uit onze eigen ervaringen en de ervaringen vanuit de gemeenten in de arbeidsmarktregio IJsselvechtstreek, blijkt dat jongeren pro-actief ondersteund moeten worden om te voorkomen dat ze het onderwijs vroegtijdig verlaten of zonder werk komen te zitten. /20 9

We gaan bij de ondersteuning van een burger naar betaald werk (of maatschappelijke participatie) niet uit van de beperkingen maar van de mogelijkheden die iemand heeft en we sluiten hierop aan door het bieden van maatwerk. We wijzen mensen op wat ze goed kunnen. Hierdoor groeit het zelfbewustzijn. Dit ontstaat door iemand werkervaring op te laten doen binnen een regulier bedrijf en een CV op te laten bouwen, hetgeen een positieve invloed heeft op het vinden van een baan. De ondersteuning is afgestemd op de competenties en de situatie van de burger en de mogelijkheden die de arbeidsmarkt of de samenleving biedt. Door deze elementen mee te nemen kan optimaal worden ingezet om tot een succesvolle match te komen. Hiervoor is het van belang dat de consulent als professional de ruimte heeft om op basis van zijn of haar kennis van de situatie het juiste arrangement te bieden; een arrangement gericht op werken naar vermogen of maatschappelijke participeren naar vermogen waarbij rekening wordt gehouden met eventuele andere problemen die spelen binnen het sociaal domein. Zo ontstaat een praktijk waarin de burger op basis van de individuele mogelijkheden en zijn of haar omgeving ondersteuning op maat ontvangt dat tot optimale participatie leidt. Ons uitgangspunt bij arbeid is dat altijd 100% van het wettelijk minimum moet gelden. Wel kan het zijn dat iemand als onderdeel van zijn re-integratie en ontwikkeling een inkomen heeft oplopend naar het wettelijk minimumloon. Uitgangspunt hierbij is dat er sprake is van een tijdelijke situatie waarbij er perspectief is op een reguliere baan. 2.3.3 Arbeidsmarktbeleid en werkgeversdienstverlening We investeren in de ontwikkeling van Zwollenaren met een gemeentelijke uitkering, maar we investeren ook in het verder vergroten van de betrokkenheid van werkgevers bij al onze werkzoekende inwoners en het stimuleren van de werkgelegenheid. We gaan uit van de vraag van de arbeidsmarkt; de vraag van de arbeidsmarkt bepaalt de scholing en training die we onze werkzoekenden bieden. Voor hen die ondersteuning nodig hebben bij het vinden van een betaalde baan willen wij (digitale) instrumenten bieden om voor hen de arbeidsmarkt toegankelijk te maken. Dit doen we in samenwerking met o.a. gemeenten in de arbeidsmarktregio IJsselvechtstreek, uitvoeringsorganisaties, uitzendbureaus en UWV door middel van het bij elkaar brengen van vraag en aanbod op onze arbeidsmarkt. De regionale werkgeversdienstverlening stelt alle betrokken partijen (regiogemeenten, UWV en sw-bedrijven) beter in staat om in de vraag van werkgevers te voorzien. Eenzelfde werkwijze biedt werkgevers duidelijkheid. Zwolle als centrumgemeente neemt hierin het voortouw en neemt hiervoor de gemaakte afspraken met werkgevers die zijn vastgelegd in de strategische allianties als basis. In de allianties die met bedrijven zijn gesloten in het kader van onze lokale dienstverlening zijn afspraken gemaakt over het aantal mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die binnen de bedrijven kunnen werken. Het betreft een stageplaats, een werkervaringsplaats, een 10

20 Datum 27 mei 2013 Titel Kadernota Participatiewet leerwerkbaan of een reguliere baan. We blijven in gesprek met werkgevers. Met hun input en wensen gaan we in samenwerking met het UWV, de regiogemeenten en swbedrijven, (nadere) afspraken maken over de inschakeling van de doelgroepen die onder de Participatiewet gaan vallen. Kanttekening hierbij: op dit moment is nog onbekend hoe het sociaal akkoord landt in de Participatiewet. Wat precies de agenda zal zijn in ons gesprek met werkgevers is nu dus nog onduidelijk. We leggen daarnaast meer de verbinding tussen de 3 O s: overheid, onderwijs en ondernemers. Een concreet voorbeeld: Naast de middelen die de gemeenten ontvangen voor de aanpak van jeugdwerkloosheid krijgen ook onderwijsinstellingen en sectoren op de arbeidsmarkt geld tot hun beschikking voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid. Tevens wordt gezamenlijk cofinanciering ingezet. Het streven is, met een bundeling van expertise en middelen, te komen tot een integrale succesvolle aanpak voor de langere termijn. Het bevorderen van werkgelegenheid en het bestrijden van werkloosheid staat centraal in ons arbeidsmarktbeleid. We richten ons arbeidsmarktbeleid op vier thema s: 1. Matching vraag en aanbod: we investeren in werkzoekenden en werkgevers. 2. Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt: we streven gezamenlijk (onderwijs, provincie, Rijk en ondernemers) naar een opleidingsaanbod dat is afgestemd op de vraag in de toekomst. 3. Vestigingsklimaat: profileren van Zwolle als werkstad. 4. Social Return on Investment (SROI): bij de inkoop van diensten maakt de gemeente Zwolle SROI afspraken overeenkomstig het inkoopbeleid. In onze visie verwachten wij veel van partners in de stad. Zowel non-profit als profit instellingen worden als werkgever aangesproken op hun sociale en maatschappelijke verantwoordelijkheid. De gemeente (ambtelijke organisatie) heeft ook zelf als werkgever een maatschappelijke verantwoordelijkheid en een voorbeeldfunctie hierbij. Wat wij van onze partners (werkgevers) in de stad verwachten doen we zelf ook. In de praktijk betekent dit een personeelsbeleid dat actief personen met een arbeidshandicap of achterstand op de arbeidsmarkt werft en werk biedt. Dit willen we bereiken door ze in (vaste) dienst te nemen, dan wel door detachering of werkervaringsplaatsen (stage) werkzaam voor de gemeente te laten zijn. Maar ook door de naleving van een stevig Sociaal Return of Investment (SROI) beleid bij aanbestedingen. Jaarlijks willen we de resultaten van dit personeelsbeleid in ons sociaal jaarverslag rapporteren en hieraan aandacht besteden in het burgerjaarverslag. 2.3.4 WSW Met de invoering van de Participatiewet gaat de WSW op slot. Dit houdt in, dat er geen nieuwe instroom na 1-1-2015 meer plaatsvindt. Omdat er geen instroom meer is zal ook de wachtlijst voor de WSW verdwijnen. Alle burgers met een WSW-indicatie behouden deze indicatie als toegang tot nieuwe voorzieningen binnen de Participatiewet (bijvoorbeeld beschut werken en loonkostensubsidie). En waar nu bijna 700 mensen met een WSW-dienstverband werkzaam zijn bij de Wezo, zal dit door natuurlijk /20 11

verloop geleidelijk teruglopen naar nihil rond het jaar 2050. De kosten voor WSWdienstverlening bedraagt gemiddeld per WSW-medewerker tussen de 25.000 en 30.000 euro per jaar, terwijl de Rijksbijdrage berekend wordt op ongeveer 22.000 euro. Wij willen de kosten per WSW-medewerker beperken door rekening te houden met aan de inverdiencapaciteit bij detachering en het beschikbare werkaanbod in het SW-bedrijf. Garantie WSW medewerkers De instroom in de WSW stopt per 1-1-2015. Dit betekent niet, dat er dan geen WSWmedewerkers meer zijn, maar dat er geen nieuwe WSW-medewerkers meer bij komen. WSW-medewerkers met een vast dienstverband hebben conform wetgeving WSW en de CAO-WSW recht op werkaanbod tot pensionering. Aan deze rechten wordt niet getornd. In april 2013 hebben bijna 100 personen een tijdelijk dienstverband. Na 1-1-2014 zullen tijdelijke dienstverbanden niet meer worden omgezet in vaste dienstverbanden. Dit betekent voor bijna veertig personen dat zij nog wel in aanmerking komen voor een vast dienstverband. Voor de overige geldt dat de tijdelijke dienstverbanden tot de maximale duur binnen de wettelijke mogelijkheden van de Wet Flex & Zekerheid (drie contracten of maximaal 3 jaar) worden verlengd. In deze periode wordt intensief ingezet op doorplaatsing op de reguliere arbeidsmarkt met behulp van de ons ter beschikking staande middelen. Ook zullen - daar waar de taakstelling tot 1-1-2015 het toelaat - personen op de wachtlijst nog een tijdelijk dienstverband worden aangeboden met het zelfde doel. Een ieder die uiteindelijk niet in vaste dienst wordt genomen wordt even als WSWgeïndiceerde personen op de wachtlijst gezien als de nieuwe doelgroep binnen de Participatiewet. Voor hen gelden alle rechten en plichten als alle andere arbeidsgehandicapte Zwollenaren met een bijstandsuitkering. En dus ook alle nieuwe voorzieningen binnen de Participatiewet en het Sociaal Domein. Na het tijdelijk dienstverband ontvangen deze medewerkers een (korte) periode WW en vallen deels terug op de oude uitkeringssituatie - bijvoorbeeld bijstand, Wajong, Wia of andere inkomsten (bijvoorbeeld vermogen, verdienende partner). Naar verwachting zal 50% na de WW periode een beroep doen op de bijstand. Daarom zullen wij voor de intensieve inzet samenwerking zoeken met het UWV. Uitvoeringsorganisatie WSW In het Sociaal Akkoord wordt gesproken over een nieuwe organisatie die verantwoordelijk is voor alle arbeidsgehandicapten met een arbeidshandicap minder dan 80%. Of deze nieuwe organisatie (35 werkbedrijven over heel Nederland) ook de WSW-bedrijven in de arbeidsmarktregio IJsselvechtstreek gaat vervangen is in april 2013 nog niet duidelijk. We gaan in deze nota dus uit van de huidige situatie. De huidige uitvoeringsorganisatie WSW - Wezo NV - zal zich flexibel moeten aanpassen aan het snel afnemend volume aan werknemers en productiecapaciteit. De 12

20 Datum 27 mei 2013 Titel Kadernota Participatiewet toekomst van de uitvoeringsorganisatie op langere termijn is sterk afhankelijk van onze visie op het Sociaal Domein en de uitwerkingen van het Sociaal Akkoord. We zien hierbij samenwerking met andere partners in de stad noodzakelijk als het gaat om de ondersteuning aan mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt en de arbeidsmatige maatschappelijke participatie. In de uitwerking op het raadsbesluit van 21 januari 2013 zal later dit jaar een voorstel aan de raad worden gedaan om tot vereenvoudiging van de bestuursstructuur van de Wezo te komen. Dit zal bijdragen aan de gewenste flexibiliteit van de uitvoeringsorganisatie. /20 13

2.4 Iedereen participeert In het huidig collegeakkoord 2010-2014 heeft het college stevig ingezet op meedoen. Niet alleen doet iedereen mee, iedereen telt ook mee! Iedereen heeft namelijk kwaliteiten, en wij willen iedereen de kans geven zijn of haar kwaliteiten te ontwikkelen en in te zetten, naar eigen kunnen. In de afgelopen periode hebben we ons samen met de partners in de stad succesvol ingezet om (maatschappelijke) participatie van onze burgers te bevorderen. Dit sluit aan op de visie van het Sociaal Domein. We zullen hierop voortbouwen. Maatschappelijke participatie (meedoen) is de basis van onze visie op het Sociaal Domein. Het gaat daarbij niet alleen om het participeren op zich, maar vooral op de verbinding tussen erbij horen, voorkomen sociaal isolement en het verkrijgen van tijdige signalen van multi-problematiek. 2.4.1 Eigen kracht Met de slogan Iedereen doet mee in onze visie op het Sociaal Domein willen we benadrukken dat niemand aan de zijlijn staat. Waar mogelijk neemt de burger hiervoor zelf zijn of haar verantwoordelijkheid en zet zijn of haar competenties in voor de eigen ontwikkeling of het maatschappelijk belang. We willen daarbij de ondersteuning aanbieden vanuit de wijkgerichte gedachte. 2.4.2 Maatschappelijke Participatie Iedereen doet er toe: ook mensen die (tijdelijk) niet kunnen werken. Ook zij dragen hun steentje bij aan de samenleving. Een beroep doen op het gemeentelijk vangnet mag niet leiden tot inactiviteit of sociaal isolement. Mantelzorg, vrijwilligerswerk in sport, cultuur, kerk of anderszins. Soms doe je er een beroep op, soms lever je zelf een bijdrage. Als ondersteuning richting maatschappelijke participatie nodig is, wordt dit zoveel mogelijk collectief geregeld. Via subsidierelaties met vele organisaties in de stad op de terreinen welzijn, zorg, cultuur, sport, onderwijs wordt de maatschappelijke participatie van de burgers van Zwolle bevorderd. We zetten hier niet alleen specifiek individuele trajecten voor in vanuit het participatiebudget. Maatschappelijke participatie organiseert de burger zoveel mogelijk op eigen kracht en daar waar nodig worden via de gemeente partners in de stad betrokken. Als je een beroep doet op gemeentelijk vangnet, verwachten we hier inzet voor terug. In de eigen wijk of gemeentebreed. Hierover worden afspraken gemaakt en deze maken onderdeel uit van het persoonlijk actieplan. De consulent is betrokken in de wijk en levert een bijdrage aan een multidisciplinaire aanpak. 14

20 Datum 27 mei 2013 Titel Kadernota Participatiewet 2.5 Een vangnet voor iedereen 2.5.1 Eigen kracht Als gemeente hebben we wettelijke taken om een vangnet te bieden aan wie niet in eigen levensonderhoud kan voorzien, zoals de Wet werk en bijstand. We willen als gemeente graag iedereen die het nodig heeft dit vangnet kunnen bieden. Het collegeakkoord is duidelijk: niemand hoeft in armoede te leven. Armoede levert vaak als ongewenst effect dat mensen niet meer in de samenleving participeren en dat (in die huishoudens aanwezige) kinderen er de dupe van worden. Dat allemaal is voor het college onwenselijk: iedereen telt mee en moet gelegenheid hebben om mee te doen. Doel van het armoedebeleid is dan ook om een vangnet te kunnen bieden voor wie niet in voldoende mate zelfstandig in eigen levensonderhoud kan voorzien en participatie voor iedereen met laag inkomen mogelijk te maken. Dit willen we samen met burgers, bedrijven, maatschappelijke instellingen mogelijk maken. 2.5.2 Een stadsbreed vangnet Bijstandsverlening en armoedebestrijding doen we door op verschillende manieren bijstand te verlenen, waarbij onze rol verschillend is. We onderscheiden daarbij drie vormen van bijstand. Onze rol verschilt bij deze drie vormen. We werken hierbij nauw samen met partners om een stadsbreed vangnet te kunnen bieden. Ook met het verlenen van vormen van bijstand sluiten we aan bij het wijkgericht werken. 1. Onderlinge bijstand Wij willen samen met burgers en partners ervoor zorgen dat burgers in Zwolle zoveel mogelijk armoede- en schuldenvrij worden. We verwachten dat we met elkaar een stevig vangnet kunnen vormen door nauwe samenwerking, zodat niemand door het ijs hoeft te zakken. Met het armoedepact Zwolle Armoedevrij! hebben we gezamenlijk met een groot aantal partijen uit de stad onze ambities uitgesproken om armoede te bestrijden. We zijn trots op de vele initiatieven en betrokken partijen rond armoedebestrijding en schulddienstverlening die onze stad kent: kerken, maatschappelijke instellingen, particulieren initiatieven, ook van ervaringsdeskundigen. Gezamenlijk zetten we in op preventie van armoede, risicobeperking, aanpak van problematische schulden en verstrekken van noodhulp. Iedereen heeft daarbij verschillende rollen. Onze rol bij onderlinge bijstand is actief en volgend: we zijn één van de vele partijen. De gemeente is niet leidend, noch (als enige) verantwoordelijk en zal niet altijd een initiatief met een geldelijke bijdrage steunen. We agenderen en faciliteren en waarderen particulier initiatief, zodat stadsbrede armoedebestrijding voldoende aandacht krijgt. 2. Bijstand Met het verstrekken van bijstand voor kosten levensonderhoud vervullen we onze wettelijke taak en bieden we zo een vangnet voor wie niet in eigen levensonderhoud kan voorzien. Onze rol hierbij is bepaald door wat de wet ons voorschrijft. /20 15

Het ministerie heeft aangegeven dat WWB wetsvoorstellen naar aanleiding van het Regeerakkoord, waaronder de huishouduitkeringstoets, de algehele arbeids- re-integratieplicht en de verplichte tegenprestatie naar vermogen en uitsluiting op grond van taal-en kledingvoorschriften in september 2013 naar de Tweede Kamer gaan. Naar verwachting zullen deze per 1 juli 2014 in werking treden. Wat dat inhoudt voor ons gemeentelijk beleid en uitvoering zal nog helder moeten worden. We voeren, zoals al in de begroting voor 2012 besloten, geen bovenwettelijk inkomensbeleid meer. We streven er naar dat iedereen zo veel mogelijk en zo snel mogelijk weer zelfstandig in eigen onderhoud kan voorzien. We ondersteunen mensen hierbij in het vinden van betaald werk uit loondienst of eigen onderneming. Als een eigen inkomen verwerven niet mogelijk is participeert men naar vermogen. Burgers moeten er op kunnen vertrouwen dat het vangnet van bijstand gebruikt wordt door wie er recht op heeft en richten ons handhavingsbeleid hierop in. 3. Bijzondere bijstand Voor onvoorziene kosten verstrekken we bijzondere bijstand aan iedereen die hiermee geconfronteerd wordt. Bij bijzondere bijstand hebben we als gemeente enige beleidsvrijheid, maar veel zaken zijn wederom wettelijk bepaald. Bij het verstrekken van bijzondere bijstand gaan we, net als bij de Wmo-individuele voorzieningen, in gesprek met de klant om na te gaan hoe we maatwerk kunnen bieden. Hierbij gaat het om individuele omstandigheden en gaan we nog meer dan voorheen kijken of er andere oplossingen mogelijk zijn voordat een beroep op de gemeente wordt gedaan. Als er een beroep op de gemeente wordt gedaan, dan gaan collectieve oplossingen voor individuele. Zo regelen we vergoeding van ziektekosten collectief en niet individueel. Hiermee zorgen we ervoor dat van het beschikbare budget, zo min mogelijk geld aan uitvoeringskosten besteed wordt. Zodra er een beroep wordt gedaan voor bijstand vinden wij een adequate afhandeling van de ondersteuningsvraag door de gemeente vanzelfsprekend. In het Regeerakkoord wordt gesproken over 100 miljoen (landelijk) extra voor armoedebeleid. Hiervoor wordt ook een pakket aan maatregelen genoemd, waaronder individualisering van de langdurigheidstoeslag, minder categoriale bijzondere bijstand en extra geld voor het landelijke Jeugdsportfonds en Sportimpuls. Ook hier zullen we eerst de wettekst af moeten wachten om de gemeentelijke beleidsvrijheid te weten. Er is nog niets bekend over de maatwerkvoorziening voor chronisch zieken en gehandicapten waarvoor de verantwoordelijkheid in 2015 bij de gemeente komt te liggen. Wel is bekend dat het om een halvering van het budget gaat van de huidige regelingen. Ook met alle andere wijzigingen in zorg, AWBZ, huishoudelijke hulp, zou bij deze groep een sterke stapeling van maatregelen terecht kunnen komen. Dit kan gevolgen hebben voor het aantal aanvragen bijzondere bijstand.. 16

20 Datum 27 mei 2013 Titel Kadernota Participatiewet 3 Financiële kaders Inleiding In de huidige financieringsstructuur is er sprake van doeluitkeringen. Zo ontvangt de gemeente apart een budget voor de re-integratie en participatie van uitkeringsgerechtigden (Participatiebudget), ontvangt het UWV een re-integratiebudget voor de Wajong en de GR WEZO via de aangesloten gemeenten de Rijksbijdrage WSW. In de Participatiewet is er sprake van een ongedeeld budget voor de onderkant van de arbeidsmarkt waarvoor de gemeente verantwoordelijk is. Met dit ongedeeld participatiebudget zal aanzienlijk minder Rijksmiddelen naar de gemeente gaan. In 2010 ontving Zwolle bijna 30 miljoen euro, in 2015 zullen dit naar verwachting minder zijn dan 20 miljoen euro en in 2020 (op basis van de huidige doorrekeningen) ongeveer 17,5 miljoen euro. De inzet van deze middelen willen wij effectief en eerlijk verdelen over alle Zwollenaren die een beroep moeten doen op onze ondersteuning. Collectief en terughoudend waar mogelijk, maatwerk waar nodig. Hierbij ontkomen we niet aan pijnlijke keuzes voor individuen om voor een brede groep meer mogelijk te maken. We geloven in de vindingrijkheid en creativiteit van onze burgers, hun sociaal netwerk, onze partners in de stad en in eigen medewerkers. We willen slimme verbindingen binnen het Sociaal Domein effectief en efficiënt inzetten en verwachten inverdieneffecten door de preventieve inzet van de sociale wijkteams en de keukentafel gesprekken. We geven u nu inzicht in de Rijksmiddelen behorend bij de Participatiewet, maar zullen bij het uitwerken van concrete plannen denken in een integrale begroting voor het gehele Zwolse Sociaal Domein. 3.1 Rijksmiddelen Participatiewet Met invoering van de Participatiewet blijft het inkomensdeel en de bekostiging van de uitvoering ongewijzigd, maar het Participatiebudget ondergaat een drastische wijziging. De budgetten van WWB en WSW worden samengevoegd (en aangevuld met een klein deel vanuit de Wajong) en volledig ontschot aan de gemeente aangeboden. Hoe het budget per gemeente wordt berekend is pas na 1 augustus 2013 bekend. Het is daarom nog onmogelijk de financiële risico s in te schatten. 3.1.1 Risicoparagraaf De gevolgen van het Sociaal Akkoord van april 2013 zijn bij het schrijven van deze kadernota onvoldoende helder om er concreet rekening mee te houden. Vragen en risico s die het Sociaal Akkoord met zich mee brengen zijn: Worden de bezuinigingen op de WSW ook een jaar uitgesteld net als het beëindigen van de instroommogelijkheden? Hoe worden de kosten van de 35 werkbedrijven gedekt? Komt er een uitname uit het ongedeeld landelijk Participatiebudget? Moeten gemeenten in onderling overleg kosten delen? Is de verdeelsystematiek nog steeds per 1 augustus 2013 bekend? /20 17

De verdeelsystematiek is de basis voor de financiële risico analyse. Het grootste financiële risico schuilt in de wettelijke verplichtingen aan WSW-medewerkers. De opgebouwde (CAO)rechten van deze medewerkers in het verleden, maken dat de te betalen loonkosten en bijkomende kosten gemiddeld hoger zijn dan de bedragen die worden gehanteerd in de berekening van het macro landelijk ongedeeld Participatiewet. 3.1.2 Ongedeeld Participatiebudget Met dit ongedeeld Participatiebudget verwachten we de volgende kosten te dekken. De inzet van alle instrumenten om burgers te laten re-integreren en participeren De uitvoering van de WSW is een wettelijke verplichting, waarbij wij de huidige CAO rechten van WSW-medewerkers waarborgen. De inzet van de nieuwe mogelijkheid, beschut werken, waarbij wij bij een fulltime dienstverband deelnemers een salaris op basis van 100% van het minimumloon verstrekken De inzet van loonkostensubsidie voor arbeidsgehandicapten <80%, waarbij de hoogte mede wordt berekend op basis van de loonwaarde De bekostiging van (eigen) personeel die als re-integratie consulent directe begeleiding biedt in het kader van de hiervoor genoemde punten. Wie betaalt, die bepaalt. De hierboven genoemde bekostiging vanuit het ongedeeld participatiebudget is gebaseerd op de actuele informatie uit de contouren van de Participatiewet en het Sociaal Akkoord. Wij willen echter met de gedecentraliseerde beleidsverantwoordelijkheid ook de volledige vrijheid hebben de beperkte middelen naar eigen inzicht in te zetten. Wij zullen ons hier (o.a. via de VNG en DIVOSA) hard voor maken in de nog te voeren onderhandelingen met het Ministerie. 3.1.3 Re-integratie en participatie De inzet van de middelen is consistent aan onze visie op de eigen kracht van de Zwollenaar. De gemeente draagt financieel waar mogelijk primair bij aan de reintegratie van diegenen die gemotiveerd voor de arbeidsmarkt zijn, maar door persoonlijke belemmeringen ondersteuning nodig hebben. We denken hierbij aan de arbeidsgehandicapten en langdurig werklozen met een reële arbeidscapaciteit voor de reguliere arbeidsmarkt. We willen ook hier (zie 3.1.2) zelf invloed houden op de bemiddeling van burgers met een arbeidshandicap en dus de loonwaarde en de hoogte van de loonkostensubsidie bepalen. 1 Wij willen deze middelen o.a. in zetten voor het nieuwe beschut werken in samenhang met de arbeidsmatige dagbesteding om zo efficiënt vorm te kunnen geven aan een goed en passend werkaanbod voor de gehele doelgroep. 1 In de afspraken van het Sociaal Akkoord wordt deze bevoegdheid bij en nieuw te vormen organisatie van UWV en CIZ neergelegd, waardoor gemeente de invloed op de hoogte van de in te zetten middel mist. 18

20 Datum 27 mei 2013 Titel Kadernota Participatiewet De gemeente draagt financieel in mindere mate bij aan de re-integratie van burgers die een klein steuntje in de rug nodig hebben. We denken hierbij aan korte collectieve sollicitatietrainingen, beroeps- en opleidingsadviezen voor jongeren, vacatureverwerving en matching in combinatie met onze werkgeversdienstverlening. De gemeente draagt financieel niet of nauwelijks bij aan de re-integratie van burgers met een hoge mate van zelfredzaamheid. We denken hierbij aan Zwollenaren met een goede opleiding, reële werkervaring, reel arbeidsmarktperspectief en voldoende competenties om zich op de arbeidsmarkt te redden. Naast de inzet van de middelen uit het ongedeeld participatiebudget spreken wij partners in de stad aan op bijdrage aan de mogelijkheden voor maatschappelijke participatie van burgers met een (inkomens)ondersteuningsvraag. De ondersteuning naar (maatschappelijke) participatie wordt in nauwe samenhang met andere onderdelen uit het Sociaal Domein samengesteld en bekostigd. 3.1.4 WSW Het grootste financiële risico ligt bij de uitvoering van de WSW. De gemeente ontvangt niet langer een vaste bijdrage per WSW-medewerker (gerekend in arbeidsjaren) maar een totaalbedrag gebaseerd op een nog vast te stellen landelijk verdeelsystematiek. Bij de berekening van het landelijk macrobudget werkt het Ministerie vanaf 2019 met een fictief bedrag van 22.000 euro waar in 2010 dit bedrag nog ruim 27.000 euro was. Wij bepalen met de uitvoeringsorganisatie (Wezo of diens rechtsopvolger) een reële inkoopprijs voor de WSW-dienstverlening, waarbij uit wordt gegaan van salaris en bijkomende kosten minus de verdiencapaciteit van de WSW-medewerkers. Deze inkoopprijs zal hoger zijn dan het genoemde fictieve bedrag van 22.000 euro. Bij de bepaling van deze inkoopprijs wordt ook gekeken naar andere organisaties in het land. Hierdoor ontstaat geen open eindfinanciering voor de dienstverlening WSW. Het incidentele financiële risico van exploitatieresultaat van de uitvoeringsorganisatie wordt hiermee kleiner. Eventuele tekorten hebben dan aantoonbaar een relatie met de bedrijfsvoering. Naarmate de kosten van de WSW een groter deel van het ongedeeld Participatiebudget beslaat is er minder beschikbaar voor de andere doelgroepen. Door tijdelijke dienstverbanden van WSW-medewerkers niet te verlengen komt er vanaf 2017 binnen het ongedeeld Participatiebudget structureel minimaal bijna 400.000 en maximaal ruim 2 miljoen euro 2 beschikbaar voor de gehele doelgroep arbeidsgehandicapte burgers met een bijstandsuitkering. Dus ook voor de betrokken WSW-medewerkers die geen vast dienstverband krijgen en onder de Participatiewet komen te vallen. 2 Afhankelijk van de genoemde verdeelsystematiek /20 19

3.2 Financiering inkomensdeel Voor het verstrekken van bijstandsuitkeringen wordt door het Ministerie van SZW gewerkt aan een nieuw verdeelsysteem van het totale macrobudget over de gemeentes en de risico s die we als gemeente lopen over meer instroom of minder uitstroom. De nieuwe verdeelsystematiek gaat in per 2014. 20