Bijlage 1 Verklarende woordenlijst

Vergelijkbare documenten
Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen

Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven

Bijlage 7. Wetgeving en Beleid

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

De Veranderende Zorgplicht

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

TOETSING VERBREED GRP

BELEIDSREGEL ONTHEFFING GEMEENTELIJKE ZORGPLICHT STEDELIJK AFVALWATER FLEVOLAND Gedeputeerde Staten van Flevoland,

Basisopleiding Riolering Module 1

Bijlage 1: Afkortingen en begrippen

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

Verordening Eenmalig Rioolaansluitrecht 2015

GRP Gemeente Tynaarlo. Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan.

Rioleringsbeheerplan Terschelling

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017

Hydraulische aspecten Alle bedragen zijn exclusief BTW nr Omschrijving kosten aanleg Jaar aanleg

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

Notitie. 1. Beleidskader Water

BERGBEZINKBASSIN (BBB) WEERSELO

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade.

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W²

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

17 mei Thema avond Gemeentelijk Rioolplan

datum dossiercode Samenvatting watertoets (korte procedure)

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens.

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari januari De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014

Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel

Besluit van 15 november 2007, houdende regels met betrekking tot het lozen vanuit particuliere huishoudens (Besluit lozing afvalwater huishoudens)

Voorstel besluit Samenvatting toelichting

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150;

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf

CVDR. Nr. CVDR305377_1

Toelichting Watertoets

Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W en verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater in gemeente Delfzijl

3 JUL mi. Afd. Pt) Opbergen 2 9 JUNI Hoogheemraadschap van Rijnland ingekomen:

Raadsvoorstel Krediet voor de voorbereiding en uitvoering van diverse maatregelen uit het Gemeentelijk Rioleringsplan

Water in Tiel. 1 Naast regionale wateren die in beheer zijn bij de waterschappen, zijn er rijkswateren (de hoofdwateren

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2018 en de bijbehorende tarieven vast te stellen.

Code: Datum: Samenvatting van de watertoets

agendanummer afdeling Simpelveld VII- 35 Leefomgeving 7 juni 2013 Riolering Kapelstraat/Wijnstraat, Hennebergstraat e.o.

: gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe)

SONENBREUGEL GEMEENTE

U heeft een watertoets uitgevoerd op de website Op basis van deze toets volgt u de normale procedure.

Gemeentelijk Riolerings Plan. Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018

Bijlage 1: Toelichting achtergronden en gebruik modelverordening voor de afvoer van hemelwater en grondwater

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/

Aansluitverordening riolering gemeente Overbetuwe Onderwerp: Aansluitverordening riolering gemeente Overbetuwe 2012

Verbreed GRP Coevorden Planperiode

Memo. Figuur 1 Overzicht plangebied en omgeving (bron: googlemaps) blad 1 van 7

Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater

Gemeente Nijkerk - Verordening afvoer regenwater en grondwater

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2019 vast te stellen.

Gezien het voorstel van het college, nr d.d.1 december 2015;

Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)(

Stedelijke wateropgave. (van traditionele rioolvervanging

Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Gemeentelijk Rioleringsplan Leidschendam-Voorburg

Toelichting watertoets

Betreft Uitbreiding bedrijfsterrein Van Ooijen, Parallelweg-west Woerden Afwatering terreinverharding

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm

gelezen het voorstel van het college van 18 september 2018, no. B ; gezien het advies van de raadscommissie van 15 november 2019;

datum dossiercode Geachte heer / mevrouw R.G. Zuidema,

De tariefsontwikkeling laat dan vanaf 2008 het volgende beeld zien: Belastingjaar Rioolheffing per zelfstandig gedeelte

gelezen het voorstel van het college van 10 november 2015, No. B B E S L U I T:

Ontheffing. Wet milieubeheer. EMEiEVINEiEiDIENST. ! ;r FUEVOLAND & EOEI EN VECHTSTREEK

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Valkenswaard

Lozingen. Dag uur. 60 min

Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie

Waterschap Hunze en Aa s Ontvangen d.d.: Documentnummer: Raakvlak waterbeheer: ja/nee. gemeente Assen Verbouwing woning Venestraat GM ASSEN

E u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d

GEMEENTEBLAD. Nr Aansluitverordening riolering Edam-Volendam

Gemeente Doetinchem. Gemeentelijk Rioleringsplan Doetinchem Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus 233.

Projectnummer Bedrijventerrein Smilde aspect Water"

Water in Eindhoven. Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans. 28 september Water in Eindhoven - Studiedag Lokaal waterbeleid, Antwerpen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gemeentelijk RioleringsPlan t/m 2013

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en

F. Buijserd burgemeester

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hulst

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan vast te stellen.

Wetstechnische informatie

Figuur 1 Zuiveringsinstallatie

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING

Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel

Rioleringsplan Tivolikerk te Eindhoven

Activiteitenbesluit milieubeheer

S 2(m. 6?. idü^dkfï. Hoogheemraadschap van Rijnland. Gemeente Haarlem t.a.v. G. Wanders Postbus PB Haarlem. uw kenmerk: uw brief/mail van:

Transcriptie:

Bijlage 1 Verklarende woordenlijst

VERKLARENDE WOORDENLIJST Afkortingen AMvB... Algemene Maatregel van Bestuur BBB... Bergbezinkbassin BBV... Besluit Begroting en Verantwoording BRP... Basisrioleringsplan CIW... Commissie Integraal Waterbeheer CUWVO... Commissie Uitvoering Wet Verontreiniging Oppervlaktewater Dwa... Droogweerafvoer (huishoudelijk en bedrijfsafvalwater) FTE... Fulltime-equivalent (formatieplaats) GRP... Gemeentelijk Rioleringsplan IBA... Voorziening t.b.v. Individuele Behandeling Afvalwater KRW... Kaderrichtlijn Water NBW... Nationaal Bestuursakkoord Water NEN... Nederlandse norm NPR... Nederlandse praktijkrichtlijn OAS... Optimalisatie Afvalwatersysteem Studie Hwa... Hemelwaterafvoer RWZI... Rioolwaterzuiveringsinrichting VNG... Vereniging Nederlandse Gemeenten WB21... Waterbeheer 21 e eeuw Wbb... Wet bodembescherming WHP2... Tweede provinciaal Waterhuishoudingsplan Wm... Wet milieubeheer WRW... Werkgroep Riolering West Nederland Wvo... Wet verontreiniging oppervlaktewater Woordenlijst Basisinspanning... term die de waterkwaliteitsbeheerders gebruiken voor het aanduiden van de inspanningen die elke gemeente moet uitvoeren of uitgevoerd hebben om de vuiluitworp uit de riolering tot een bepaald niveau te reduceren. Basisrioleringsplan... Voor een vergunningaanvraag opgesteld document met de huidige situatie van de riolering en de uit te voeren verbeteringsmaatregelen. Beheer... de opzet, ontwikkeling, aanleg, onderhoud en vervanging van riolering. Bemalingsgebied...Een rioleringsgebied waaruit het afvalwater door een gemaal wordt verwijderd. Berging... De inhoud van de riolering uitgedrukt in m 3 of in mm ten opzichte van het afvoerend oppervlak. Bergingsverlies... De vermindering van berging door permanente vulling in de riolering als gevolg van verzakkingen. Bergbezinkbassin... Reservoir voor de tijdelijke opslag van afvalwater waarin tevens slibafzetting plaatsvindt met een voorziening om het slib te kunnen verwijderen en waaruit overstortingen kunnen plaatsvinden.

Droogweerafvoer (dwa)... De hoeveelheid afvalwater die per tijdseenheid in een droog weer situatie via het rioolstelsel wordt afgevoerd. Drukriolering... Riolering waarbij het transport plaatsvindt door overdruk. Duurzaam gescheiden rioolstelsel... Een gescheiden rioolstelsel waarbij het neerslagwater indien mogelijk lokaal wordt geinfiltreerd en indien nodig vertraagd wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater. Exploitatie... de bedrijfseconomische baten en lasten van het product riolering die tot uiting komen in de begroting, de meerjarenraming en de jaarrekening. Emissie... Uitstoot van (vervuilende stoffen) First-foul-flush...Het eerste water dat afstroomt naar de riolering bevat vervuilde componenten (olie, bandenslijpsel, pak s e.d.). Dit water wordt de first-foul-flush genoemd, dat niet naar het oppervlaktewater mag worden afgevoerd. Freatisch grondwater... Grondwater waarin de stijghoogte (de waterdruk) alleen afhangt van de hoogte van de waterkolom. Het eerste grondwater dat men tegenkomt wanneer men gaat graven, is normaal gesproken freatisch. De bovengrens van het freatisch grondwater wordt het freatisch vlak genoemd. Dit is het niveau waar de stijghoogte nul is. Hoe dieper men onder het freatisch vlak komt, hoe groter de stijghoogte. Gemengd rioolstelsel... Rioolstelsel, waarbij afvalwater door één leidingstelsel wordt getransporteerd. Gescheiden rioolstelsel... Rioolstelsel, waarbij afvalwater exclusief neerslag door een separaat leidingstelsel wordt getransporteerd en neerslag eveneens door een afzonderlijk leidingstelsel (rechtstreeks naar oppervlaktewater of een infiltratievoorziening) wordt afgevoerd. Groot onderhoud... onderhoud van ingrijpende aard (lang-cyclisch onderhoud). Hemelwaterrioolstelsel... Rioolstelsel alleen bestemd voor de inzameling en het transport van neerslag Hydraulische berekening... Het door berekening bepalen van het hydraulisch functioneren van een rioolstelsel. Ingrijpmaatstaf... Grenstoestand waarbij ingrijpen in de actuele toestand noodzakelijk is en waarbij maatregelen moeten worden opgesteld. Klein onderhoud... onderhoud van geringe omvang dat veelal met een zekere regelmaat terugkeert (kort-cyclisch onderhoud). Kolk... Ingegraven bak voor de opvang van neerslag afkomstig van er op aangesloten oppervlakken, voor het laten bezinken van in dit water meegevoerde bezinkbare stoffen en voor de afvoer van dit water naar de riolering. Onderdrempelberging... De hoeveelheid water (in m 3 of in mm ten opzichte van het afvoerend oppervlak) die in het beschouwde rioolstelsel onder het niveau van de laagste overstortdrempel en boven het laagste inslagpeil kan worden geborgen. Onderhoud... uitvoering van preventieve / correctieve maatregelen om het rioolstelsel in goede staat te houden of te brengen. Essentieel verschil met investeringen is onderhoudsmaatregelen de geplande levensduur van het rioolstelsel niet verlengen. Overstort... Voorziening die in werking treedt bij hevige neerslag als het afvalwater niet meer in het stelsel kan worden geborgen en

niet voldoende snel naar de afvalwaterzuivering kan worden afgevoerd. Overstorting...De lozing van afvalwater via een overstort Pompovercapaciteit (poc)... Het deel van de pompcapaciteit dat beschikbaar is voor de regenwaterafvoer. Het andere deel van de capaciteit is beschikbaar voor de afvalwaterafvoer tijdens droog weer Randvoorziening... Vloeistofdichte voorziening als onderdeel van het rioolstelsel, die als doel heeft de lozing van vuil uit het rioolstelsel op oppervlaktewater te verminderen. Regenwaterafvoer... De hoeveelheid afvalwater die per tijdseenheid in een regenweersituatie via het rioolstelsel wordt afgevoerd. Rioolwaterzuiveringsinrichting... Het totaal van de grond, gebouwen en apparatuur voor de zuivering van rioolwater (RWZI) Stedelijk afvalwater... Huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater waarvan de houder zich - met het oog op de verwijdering daarvan - ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. Uitbreidingsinvestering... uitbreiding van het bestaande rioolstelsel door nieuwe aanleg in of t.b.v. een gebied waar nog geen riolering aanwezig is (het aantal aansluitingen neemt toe). Verbeterd gescheiden rioolstelsel... Gescheiden rioolstelsel met voorzieningen waardoor een deel van de neerslag wordt gezuiverd. Vervangingsinvestering... sloop en vervanging van een deel van het bestaande rioleringsstelsel, incl. maatregelen ter verbetering v.h. functioneren van het bestaande stelsel (het aantal aansluitingen wijzigt niet). Vrijvervalriool... Riool waardoor afvalwater door de zwaartekracht wordt getransporteerd. Vuiluitworp...Het totaal aan stoffen (niet zijnde water) geloosd uit een rioolstelsel op het oppervlaktewater via overstorten. Hierbij kan gedacht worden aan biologisch afbreekbare stoffen die bij afbraak in het water zuurstof verbruiken (BZV), aan stikstof en fosfaten en aan zware metalen. Vuilwaterrioolstelsel... Rioolstelsel voor de inzameling en het transport van huishoudelijk- en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag Waarschuwingsmaatstaf... Grenstoestand waarbij de actuele toestand discutabel is en nader onderzoek nodig is. Water op straat... Het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau. Wateroverlast... Het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau waarbij hinder of schade wordt ondervonden. Watertoets... Sinds 1 november 2003 is er een wettelijke verplichting om een watertoets uit te voeren bij ruimtelijke plannen (dat zijn streekplannen, streekplanuitwerkingen, regionale en gemeentelijke structuurplannen, bestemmingsplannen en vrijstellingsbesluiten op grond van art. 19, eerste lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO)) Met de watertoets dient bij het opstellen van ruimtelijke plannen inzichtelijk worden gemaakt wat de gevolgen zijn van een ruimtelijke ontwikkeling voor het waterbeheerssysteem en op welke wijze de ruimtelijke ontwikkeling en het waterbeheer op elkaar worden afgestemd.

Bijlage 2 Wetgeving en beleid

Wet milieubeheer Aanpassingen op grond van Wet gemeentelijke watertaken (Artikel III) Artikel 1.1 Eerste lid wordt als volgt gewijzigd: de begrippen huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater en de daarbij behorende omschrijvingen vervallen. De volgende begrippen met bijbehorende omschrijvingen worden ingevoegd: Bedrijfsafvalwater: afvalwater dat vrijkomt bij de door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, dat geen huishoudelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater of grondwater is; Huishoudelijk afvalwater: afvalwater dat overwegend afkomstig is van menselijke stofwisseling en huishoudelijke werkzaamheden; Openbaar hemelwaterstelsel: voorziening voor de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater, niet zijnde een openbaar vuilwaterriool, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast; Openbaar ontwateringsstelsel: voorziening voor de inzameling en verdere verwerking van grondwater, niet zijnde een openbaar vuilwaterriool, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast; Openbaar vuilwaterriool: voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast; Stedelijk afvalwater: huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater;. 4.8 Het gemeentelijke rioleringsplan Artikel 4.22 1. De gemeenteraad stelt telkens voor een daarbij vast te stellen periode een gemeentelijk rioleringsplan vast. 2. Het plan bevat ten minste: a. een overzicht van de in de gemeente aanwezige voorzieningen voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater als bedoeld in artikel 10.33, alsmede de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater als bedoeld in artikel 9a van de Wet op de waterhuishouding, en maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen voor de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, als bedoeld in artikel 9b van laatstgenoemde wet en een aanduiding van het tijdstip waarop die voorzieningen naar verwachting aan vervanging toe zijn; b. een overzicht van de in de door het plan bestreken periode aan te leggen of te vervangen voorzieningen als bedoeld onder a ; c. een overzicht van de wijze waarop de voorzieningen, bedoeld onder a en b, worden of zullen worden beheerd; d. de gevolgen voor het milieu van de aanwezige voorzieningen als bedoeld onder a, en van de in het plan aangekondigde activiteiten; e. een overzicht van de financiële gevolgen van de in het plan aangekondigde activiteiten. 3. Indien in de gemeente een gemeentelijk milieubeleidsplan geldt, houdt de gemeenteraad met dat plan rekening bij de vaststelling van een gemeentelijk rioleringsplan.

Hoofdstuk 10. Afvalstoffen Titel 10.1 Algemeen Artikel 10.2 1. Het is verboden zich van afvalstoffen te ontdoen door deze - al dan niet in verpakking - buiten een inrichting te storten, anderszins op of in de bodem te brengen of te verbranden. 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan, indien het belang van de bescherming van het milieu zich daartegen niet verzet, voor daarbij aangegeven categorieën van gevallen vrijstelling worden verleend van het verbod, bedoeld in het eerste lid. 3. Indien toepassing wordt gegeven aan het tweede lid, kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur in het belang van de bescherming van het milieu regels worden gesteld met betrekking tot het zich ontdoen van afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid. Titel 5. Het zich ontdoen, de inzameling en het transport van afvalwater Artikel 10.29a Een bestuursorgaan houdt er bij het uitoefenen van een bevoegdheid krachtens deze wet, voor zover die bevoegdheid wordt uitgeoefend met betrekking tot afvalwater, rekening mee dat het belang van de bescherming van het milieu vereist dat in de navolgende voorkeursvolgorde: a. het ontstaan van afvalwater wordt voorkomen of beperkt; b. verontreiniging van afvalwater wordt voorkomen of beperkt; c. afvalwaterstromen gescheiden worden gehouden, tenzij het niet gescheiden houden geen nadelige gevolgen heeft voor een doelmatig beheer van afvalwater; d. huishoudelijk afvalwater en, voor zover doelmatig en kostenefficiënt, afvalwater dat daarmee wat biologische afbreekbaarheid betreft overeenkomt, wordt ingezameld en naar een inrichting als bedoeld in artikel 15a van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren wordt getransporteerd; e. ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel d zo nodig na retentie of zuivering bij de bron, wordt hergebruikt; f. ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel d lokaal, zo nodig na retentie of zuivering bij de bron, in het milieu wordt gebracht en g. ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel d naar een inrichting als bedoeld in artikel 15a van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren wordt getransporteerd. Artikel 10.30 1. Het is verboden zich, anders dan vanuit een inrichting, van afvalwater of andere afvalstoffen te ontdoen door deze in een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater te brengen. 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor het brengen van: a. huishoudelijk afvalwater in een voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater; b. afvloeiend hemelwater in een openbaar hemelwaterstelsel of in een voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater, die blijkens het gemeentelijk rioleringsplan mede voor afvoer van afvloeiend hemelwater is bestemd,en c. grondwater in een openbaar ontwateringstelsel of in een voorziening voor de inzameling en het

transport van stedelijk afvalwater, die blijkens het gemeentelijk rioleringsplan mede voor afvoer van grondwater is bestemd. 2. Bij algemene maatregel van bestuur kan in het belang van een doelmatig beheer van afvalwater voor daarbij aangegeven categorieën van gevallen vrijstelling worden verleend van het verbod, bedoeld in het eerste lid. Artikel 10.31 De artikelen 10.21 tot en met 10.29 en titel 10.6 zijn niet van toepassing op het brengen van afvalwater en andere afvalstoffen in een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, het inzamelen en transporteren van afvalwater in een zodanige voorziening en het vanuit een zodanige voorziening afgeven van afvalwater aan een persoon die een zuiveringstechnisch werk beheert. Artikel 10.32 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in het belang van de bescherming van het milieu regels worden gesteld met betrekking tot het brengen van afvalwater en andere afvalstoffen in een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, anders dan vanuit een inrichting. Artikel 10.32a 1. De gemeenteraad kan bij verordening bepalen dat: a. bij het brengen van afvloeiend hemelwater of van grondwater op of in de bodem of in een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, wordt voldaan aan de in die verordening gestelde regels, en b. het brengen van afvloeiend hemelwater of van grondwater in een voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater binnen een in die verordening aangegeven termijn wordt beëindigd. 2. Van de mogelijkheid, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt geen gebruikgemaakt, indien van degene bij wie het afvloeiend hemelwater of grondwater vrijkomt redelijkerwijs geen andere wijze van afvoer van dat water kan worden gevergd. Artikel 10.33 1. De gemeenteraad of burgemeester en wethouders dragen zorg voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt bij de binnen het grondgebied van de gemeente gelegen percelen, doormiddel van een openbaar vuilwaterriool naar een inrichting als bedoeld in artikel 15a van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren. 2. In plaats van een openbaar vuilwaterriool en een inrichting als bedoeld in het eerste lid kunnen afzonderlijke systemen of andere passende systemen in beheer bij een gemeente, waterschap of een rechtspersoon die door de gemeente of waterschap met het beheer is belast, worden toegepast, indien met die systemen blijkens het gemeentelijk rioleringsplan eenzelfde graad van bescherming van het milieu wordt bereikt. 3. Op verzoek van burgemeester en wethouders kunnen gedeputeerde staten in het belang van de bescherming van het milieu, ontheffing verlenen van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, voor: a. een gedeelte van het grondgebied van een gemeente, dat gelegen is buiten de bebouwde kom, en b. een bebouwde kom van waaruit stedelijk afvalwater met een vervuilingswaarde van minder dan 2000 inwonerequivalenten wordt geloosd.

4. De ontheffing bedoeld in het derde lid kan, indien de ontwikkelingen in het gebied waarvoor de ontheffing is verleend daartoe aanleiding geven, door gedeputeerde staten worden ingetrokken. Bij de intrekking wordt aangegeven binnen welke termijn in de inzameling en transport van stedelijk afvalwater wordt voorzien. Artikel 10.34 Onze Minister stelt regels over het ontwerpen, bouwen, aanpassen en onderhouden van de voorzieningen voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater ter uitvoering van een voor Nederland verbindend verdrag of een voor Nederland verbindend besluit van een volkenrechtelijke organisatie. Artikel 10.35 1. Onze Minister stelt iedere twee jaar een rapport op, waarin de stand van zaken wordt beschreven met betrekking tot de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater en de afvoer van slib dat geheel of in hoofdzaak afkomstig is van de rioolwaterzuiveringsinrichtingen die door een provincie, een gemeente of een waterschap worden beheerd. 2. Van de vaststelling van het rapport wordt mededeling gedaan in de Staatscourant. 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de toepassing van het eerste lid. Deze regels kunnen voor burgemeester en wethouders de verplichting inhouden jaarlijks op een daarbij aangegeven wijze gegevens te verstrekken, die voor de opstelling van het rapport nodig zijn. Overige wetgeving en beleid Wet bodembescherming (Wbb) De Wbb kent een zorgplicht met betrekking tot de bodem. De Wbb verplicht iedereen alle maatregelen te nemen, die redelijkerwijs kunnen worden verlangd om verontreiniging van de bodem te voorkomen. Betreffende de riolering is het van belang, dat lekkages vanuit riolen naar het grondwater worden voorkomen. Rechtstreekse lozingen van afvalwater op of in de bodem dienen te worden gesaneerd. Het Lozingenbesluit bodembescherming, van kracht geworden per 1 juli 1990, is één van de praktische invullingen van deze wet en verbiedt in principe alle rechtstreekse lozingen van huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater en overige vloeistoffen op of in de bodem. Bestaande beperkte lozingen van huishoudelijk afvalwater binnen 40 m van de bestaande riolering (en omvangrijke lozingen binnen grotere afstanden, afhankelijk van de omvang) zijn per 1 juli 1993 verboden. De betreffende panden dienen te worden aangesloten op het rioolstelsel. Lozingen die niet onder deze categorieën vallen moeten ook worden beëindigd, maar er kunnen ook andere voorzieningen worden getroffen om aan de wet te voldoen. Verder kan een gemeente ook besluiten om de verbrede zorgplicht te hanteren. Het Lozingenbesluit schrijft voor, dat alle bodemlozingen zonder lozingsvergunning, dienen te zijn opgeheven vóór 1 januari 2005. Sinds 1995 kan het bevoegde gezag, in dit geval Gedeputeerde Staten van de Provincie-Zuid- Holland, een ontheffing verlenen om in de bodem te lozen voor gevallen waar riolering in de buurt is komen te liggen en waar recent systemen (IBA-, verwerkings- en inzamelingssystemen) zijn aangelegd die nog niet financieel zijn afgeschreven. Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) Volgens de Wvo is voor iedere directe lozing op oppervlaktewater een vergunning vereist. Overstortingen van water uit rioolstelsels vallen hier ook onder. Voor alle watergangen die niet in beheer en onderhoud zijn van het Rijk, wordt de Wvo-vergunning verleend door de Provincies. De Provinciale Staten van Zuid-Holland hebben deze vergunningverlening gedelegeerd aan de

waterschappen/zuiveringsschappen, in het geval van de gemeente Stein het waterschap Roer en Overmaas. Voor de overstortingen van rioolwater en de lozing van gezuiverd afvalwater van een afvalwaterzuiveringsinstallatie op oppervlaktewater zijn de maatregelen omschreven in het Lozingenbesluit Wvo stedelijk afvalwater, die per 1 april 1996 van kracht is. Het Lozingenbesluit Wvo huishoudelijk afvalwater (24 januari 1997) behandelt (uitsluitend) beperkte en omvangrijke lozingen van huishoudelijk afvalwater. Lozingen van overige vloeistoffen en koelwater op het oppervlaktewater blijven vergunningsplichtig onder de Wvo, of vallen onder andere AMvB s. Het Lozingsbesluit Wvo huishoudelijk afvalwater is in grote lijnen identiek aan het Lozingsbesluit bodembescherming. Ook voor de lozing op oppervlaktewater geldt dat de ongezuiverde lozingen vóór 1 januari 2005 dienen te zijn opgeheven. Provinciaal Waterhuishoudingsplan /Stroomgebiedsbeheerplan In de Wet op de waterhuishouding (1989) heeft de provincie de taak gekregen om de hoofdlijnen van het waterbeleid vast te leggen in een plan, gericht op integraal waterbeheer. Richtinggevend voor dit Waterhuishoudingsplan is de vigerende Vierde nota waterhuishouding van het Rijk. In het provinciaal Waterhuishoudingsplan wordt het rijksbeleid vertaald naar regionaal niveau. Het beheer van het oppervlaktewater wordt geoperationaliseerd in de stroomgebiedbeheerplannen van de waterschappen. Behalve als strategisch plan voor de waterhuishouding dient het Waterhuishoudingsplan ook als beheersplan voor het grondwater. In het grondwaterbeheersplan legt de provincie de richtlijnen vast voor het eigen operationele grondwaterbeheer. Vierde Nota Waterhuishouding Van overheidswege wordt het groeien naar een Duurzaam Stedelijk Waterbeheer meer en meer gestimuleerd. Deze visie is onder andere geuit in de 4e Nota Waterhuishouding. Hierin wordt onder andere gestreefd naar een hoogwaardig woon- en leefklimaat met zoveel mogelijk gesloten waterkringlopen. Binnen de 4e Nota Waterhuishouding (1998) is het rijksbeleid betreffende waterbeheer verwoord. Het stedelijke waterbeheer is hierin een belangrijk aandachtspunt. Voor het bereiken van de genoemde doelstelling en streefbeelden worden de begrippen integraal waterbeheer, gebiedsgericht beleid en duurzaamheid door vergroting van veerkracht genoemd. Voor de riolering is het volgende gesteld. Voor bestaande wijken dient voldaan te worden aan de door de CUWVO/CIW gedefinieerde basisinspanning. Voor nieuwbouwlocaties dient een duurzaam gescheiden stelsel overwogen te worden. Hierbij gaat er echter de voorkeur naar uit om te kiezen voor het afkoppelen c.q. het niet aansluiten van verhard oppervlak en infiltratie of hergebruik (beperkt tot toiletspoeling of tuinbesproeiing) van regenwater in combinatie met een gescheiden rioolstelsel voor huishoudelijk en bedrijfsafvalwater (droogweerafvoer). Planologische Kern Beslissing (PKB) van de vijfde nota ruimtelijke ordening Sinds oktober 2001 is voor nieuwe bestemmingsplannen de watertoets verplicht gesteld en sinds november 2003 wordt deze binnen de PKB van de 5e Nota Ruimtelijke Ordening ook wettelijk voorgeschreven. De watertoets is het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het gehele proces dient uiteindelijk als onderdeel van het bestemmingsplan te worden beschreven en te worden verantwoord in een waterparagraaf. Binnen dit proces dient een (schets)ontwerp van de toekomstige waterhuishouding te worden opgesteld, waarin de omgang met regenwater en afvalwater wordt beschreven. Hierbij wordt gestreefd naar een integrale benadering van de totale waterhuishouding binnen een plangebied. Startovereenkomst Waterbeheer 21e eeuw: Rijk, IPO, Unie van Waterschappen, VNG Als gevolg van de wateroverlastproblemen in de grote rivieren en afwaterende gebieden eind van de vorige eeuw is men tot het besef gekomen dat de omgang met regenwater om een ander beleid vraagt. Het doel van de startovereenkomst is de totstandkoming van een gemeenschappelijke aanpak

van rijk, provincies, gemeenten en waterschappen bij de aanpak van de wateroverlastproblematiek en de daarmee samenhangende veiligheid. Een integrale aanpak met plannen op andere beleidsterreinen dient te allen tijde plaats te vinden. De startovereenkomst is voor alle partijen de opstap naar een nationaal bestuursakkoord water. Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW): Rijk, IPO, Unie van Waterschappen, VNG Conform een van de doelstellingen van de Startovereenkomst Waterbeheer 21e eeuw is in juli 2003 het NBW gesloten met daarin taakstellende afspraken over doelen en maatregelenpakketten die nodig zijn om de waterhuishouding op orde te brengen en te houden, rekening houdend met klimaatverandering, bodemdaling en verstedelijking inclusief financiële dekking. Dit leidt daarom tot het in beeld brengen van de stedelijke wateropgave. De stedelijke wateropgave is de opgave die in een gemeente heeft om in 2015 het watersysteem op orde te hebben en vervolgens op orde te houden richting 2050 om wateroverlast zoveel mogelijk te voorkomen. Deze opgave wordt gegeven in de vorm van maatregelen (m3 berging, m3/sec afvoer), ruimtebeslag (m2), kosten en beoogde overstromingsrisico (eens in de X jaar). De stedelijke wateropgave is bedoeld om wateroverlast te voorkomen die kan ontstaan door: Oppervlaktewater dat buiten haar oevers treedt; Een te beperkte afvoer van regenwater, afkomstig van verharde oppervlakken; Het grondwater. In artikel 4 van het akkoord is het volgende vastgelegd voor de stedelijke wateropgave: Gemeenten en waterschappen stellen vóór de eerste helft van 2006 gemeentelijke waterplannen op, voorzover dit uit oogpunt van tenminste de wateroverlastproblematiek door partijen noodzakelijk wordt gevonden. Partijen houden daarbij rekening met de ruimteclaim voortvloeiend uit de toepassing van de (werk)normen en geven de samenhang met de deelstroomgebiedsvisie aan. Rijksvisie Waterketen (Rijk) In april 2003 is door de ministeries van VROM, V&W, BiZa, EZ&F vanuit hun rijksverantwoordelijkheid een gezamenlijke visie op de waterketen gegeven. Doelstelling is de publieke belangen in relatie tot de waterketen te borgen en de kaders voor uitvoering te formuleren. In de waterketen is milieu-, financiële en maatschappelijke winst te behalen bij een verbeterde afstemming binnen de waterketen (vooral tussen riolering en zuivering) en afstemming tussen waterketen, watersysteem en leefomgeving. Beleidsbrief regenwater en riolering (Rijk) Naar aanleiding van één van de acties uit de Rijksvisie Waterketen, namelijk herijking van het regenwaterbeleid, is door de Staatssecretaris van VROM in juni 2004 de Beleidsbrief regenwater en riolering naar de Tweede Kamer gestuurd. De herijking heeft geresulteerd in een verdere invulling van het regenwaterbeleid, gericht op een duurzame wijze van omgaan met regenwater. In deze brief wordt het regenwaterbeleid geformuleerd. Er worden vier pijlers van het regenwaterbeleid genoemd, namelijk: Aanpak bij de bron: het voorkomen van verontreiniging van regenwater; Regenwater vasthouden en bergen; Regenwater gescheiden van afvalwater afvoeren; Integrale afweging op lokaal niveau. In deze brief wordt tevens aandacht gegeven aan het Interdepartementaal BeleidsOnderzoek (IBO) bekostiging Waterbeheer en het daarbij behorende kabinetsstandpunt dat op 16 februari 2004 is verschenen. Voor afkoppelen van regenwater van de riolering is aangegeven dat doelmatigheid bij de uitvoering van het regenwaterbeleid een belangrijke rol speelt en uitvoering van het beleid daarom gebaat is bij samenloop van uitvoering met andere ingrepen in de openbare ruimte. Integrale afweging op lokaal

niveau tussen waterschap, gemeente en andere relevante actoren is hierbij noodzakelijk. De in de 4 e Nota Waterhuishouding genoemde afkoppelpercentages zijn hiermee daarom komen te vervallen. Kaderrichtlijn Water (EG) De EG Kaderrichtlijn Water (KRW) is erop gericht om betere voorwaarden te scheppen om aquatische systemen voor verdere achteruitgang te behoeden en/of te herstellen. Hiertoe biedt de KRW een kader waarbinnen samenhang aangebracht kan worden bij beheer van water, grondwater en bodem. Hierbij wordt uitgegaan van stroomgebieden. Gemeenschappelijke uitgangspunten voor water en bodembeheer dienen voor de stroomgebieden te worden opgesteld. Doelstelling is dat het oppervlaktewater en grondwater in de EU van een goede chemische en ecologische kwaliteit in 2015 is. De kaderrichtlijn is (vooralsnog) niet gericht op verbetering van het kwantiteitsaspect. Nieuwe regelgeving: Integrale Waterwet (IWW) In september 2006 is het wetsvoorstel voor de nieuwe Waterwet ingediend bij de Tweede kamer. Op 22 maart 2007 heeft de eerste hoorzitting over dit voorstel plaatsgevonden in de Tweede kamer, waarbij verschillende betrokken partijen uit de markt en maatschappelijke organisaties gehoord zijn. In de nieuwe waterwet neemt het Nationale Waterplan een centrale plaats in. Iedere zes jaar presenteert het ministerie een dergelijk plan dat de nota Waterhuishouding vervangt. Het plan krijgt de status van een ruimtelijke structuurvisie en daarmee krijgt het waterbeleid ook een formele status in het landelijke ruimtelijke ordeningsbeleid. Ook het nationale beleid dat voortkomt uit de Kaderichtlijn Water (KRW) en de nota Waterbeheer 21ste eeuw (WB21) krijgt zijn neerslag in het Nationale Waterplan. Verder stroomlijnt de nieuwe superwaterwet ook alle vergunningen op het gebied van het waterbeheer. Er is straks alleen nog maar sprake van één reguleerde watervergunning. De Waterwet geldt op het gebied van het waterbeheer voor alle vergunningplichtige handelingen. De verwachting is dat de wet in 2009 in werking treedt.

Bijlage 3 Investering per jaar planperiode 2010-2014

Planjaar 2010 bedragen excl. btw A Lopende investeringen (kapitaallasten) 883.305,00 B Hydraulische aspecten (kapitaallasten) 17.198,00 Mtrgln Waterplan 7a/b: Omgeving Kruisstraat en buffers Broekbeek en Ur 505.000,- Mtrgln Waterplan 16: Catsop, Weg achter de Weide 30.000,- GGA Kerensheide 1.400.000,- en 270.000,-** Rioolvergroting / afkoppelen Vaartstraat 40.355,- Rioolvergroting / afkoppelen Moutheuvel 139.550,- Uitvoering Steenwegstraat 60.000,- BBB Broek revisatie (doorgeschoven) 400.000,-** Rioolvervanging Bergstraat 200.000,-** aanbrengen overstortregistratie 65.000,- Grondwatermeetnet / nulsituatie 20.000,- C Bijkomende rioleringswerken (kapitaallasten) 0,00 D Klein onderhoud en bedrijfsvoering incl. 751.348,00 E Kosten reinigen en inspectie exploitatielasten* 664.348,00 ophogen 20 st putranden 20.000,00 kolken reinigen 2x/jaar 17.000,00 subsidie afkoppelen 50.000,00 F Kosten plannen 105.000,00 Educatie bewustwording "Water in de Stad 10.000,00 Overstort Steenwegstraat 15.000,00 actualiseren WVO-vergunning 5.000,00 0 situatie evaluatie WBL/NEN/RIE 50.000,00 onderzoek waterbodem 5.000,00 communicatie 10.000,00 promotie 10.000,00 H Renovatie riolering (kapitaallasten) 9.748,00 Totaal 1.766.599,00 * hieronder vallen: Waterverbruik, Telefoonkosten, Stortkosten, Overig onderhoud, Advieskosten, Groot onderhoud rio, calamiteitenonderhoud, Beheer en onderhoud, lasten heffing en invordering, straatreinigen 50%, contributie dotatie, Rioolreiniging inspectie, energie, personeel, belastingen ** Financieel reeds opgenomen bij lopende investering

Planjaar 2011 bedragen excl. btw A Lopende investeringen (kapitaallasten) 955.066,00 B Hydraulische aspecten (kapitaallasten) 82.604,00 Mtrgln Waterplan 4: Stein omgeving Nijverheidsweg: 1.155.000,- Mtrgln Waterplan 16: Catsop, Weg achter de Weide 5.000,- Rioolvergroting van Oldenbarneveldstraat 32.990,- Rioolvergroting R. de Beerenbroucklaan 190.520,- C Bijkomende rioleringswerken (kapitaallasten) 309,00 D Klein onderhoud en bedrijfsvoering incl. 756.689,00 E Kosten reinigen en inspectie exploitatielasten* 669.689,00 ophogen 20 st putranden 20.000,00 kolken reinigen 2x/jaar 17.000,00 subsidie afkoppelen 50.000,00 F Kosten plannen 53.000,00 meten en monitoren grondwater 5.000,00 actualiseren kostendekkingsplan 8.000,00 Educatie bewustwording "Water in de Stad 10.000,00 onderzoek waterbodem 5.000,00 communicatie 10.000,00 promotie 10.000,00 kaartmateriaal hemelwatervoorzieiningen 5.000,00 H Renovatie riolering (kapitaallasten) 13.981,00 Totaal 1.861.649,00 * hieronder vallen: Waterverbruik, Telefoonkosten, Stortkosten, Overig onderhoud, Advieskosten, Groot onderhoud rio, calamiteitenonderhoud, Beheer en onderhoud, lasten heffing en invordering, straatreinigen 50%, contributie dotatie, Rioolreiniging inspectie, energie, personeel, belastingen

Planjaar 2012 bedragen excl. btw A Lopende investeringen (kapitaallasten) 941.140,00 B Hydraulische aspecten (kapitaallasten) 166.774,00 Mtrgln Waterplan 9: Maasband Kern 375.000,- Mtrgln Waterplan 16: Catsop, Weg achter de Weide 5.000,- C Bijkomende rioleringswerken (kapitaallasten) 2.928,00 D Klein onderhoud en bedrijfsvoering incl. 762.010,00 E Kosten reinigen en inspectie exploitatielasten* 675.010,00 ophogen 20 st putranden 20.000,00 kolken reinigen 2x/jaar 17.000,00 subsidie afkoppelen 50.000,00 F Kosten plannen 45.000,00 meten en monitoren grondwater 5.000,00 Educatie bewustwording "Water in de Stad 10.000,00 onderzoek waterbodem 5.000,00 communicatie 10.000,00 promotie 10.000,00 kaartmateriaal hemelwatervoorzieiningen 5.000,00 H Renovatie riolering (kapitaallasten) 19.224,00 Totaal 1.937.076,00 * hieronder vallen: Waterverbruik, Telefoonkosten, Stortkosten, Overig onderhoud, Advieskosten, Groot onderhoud rio, calamiteitenonderhoud, Beheer en onderhoud, lasten heffing en invordering, straatreinigen 50%, contributie dotatie, Rioolreiniging inspectie, energie, personeel, belastingen

Planjaar 2013 bedragen excl. btw A Lopende investeringen (kapitaallasten) 940.491,00 B Hydraulische aspecten (kapitaallasten) 164.160,00 Mtrgln Waterplan 16: Catsop, Weg achter de Weide 5.000,- C Bijkomende rioleringswerken (kapitaallasten) 10.163,00 D Klein onderhoud en bedrijfsvoering incl. 762.010,00 E Kosten reinigen en inspectie exploitatielasten* 675.010,00 ophogen 20 st putranden 20.000,00 kolken reinigen 2x/jaar 17.000,00 subsidie afkoppelen 50.000,00 F Kosten plannen 45.000,00 meten en monitoren grondwater 5.000,00 Educatie bewustwording "Water in de Stad" 10.000,00 onderzoek waterbodem 5.000,00 communicatie 10.000,00 promotie 10.000,00 kaartmateriaal hemelwatervoorzieiningen 5.000,00 H Renovatie riolering (kapitaallasten) 22.803,00 Totaal 1.944.627,00 * hieronder vallen: Waterverbruik, Telefoonkosten, Stortkosten, Overig onderhoud, Advieskosten, Groot onderhoud rio, calamiteitenonderhoud, Beheer en onderhoud, lasten heffing en invordering, straatreinigen 50%, contributie dotatie, Rioolreiniging inspectie, energie, personeel, belastingen

Planjaar 2014 bedragen excl. btw A Lopende investeringen (kapitaallasten) 945.142,00 B Hydraulische aspecten (kapitaallasten) 161.547,00 Mtrgln Waterplan 16: Catsop, Weg achter de Weide 5.000,- C Bijkomende rioleringswerken (kapitaallasten) 16.615,00 D Klein onderhoud en bedrijfsvoering incl. 762.010,00 E Kosten reinigen en inspectie exploitatielasten* 675.010,00 ophogen 20 st putranden 20.000,00 kolken reinigen 2x/jaar 17.000,00 subsidie afkoppelen 50.000,00 F Kosten plannen 95.000,00 meten en monitoren grondwater 5.000,00 Opstellen GRP 30.000,00 Herberekening BRP 20.000,00 Educatie bewustwording "Water in de Stad" 10.000,00 onderzoek waterbodem 5.000,00 communicatie 10.000,00 promotie 10.000,00 kaartmateriaal hemelwatervoorzieiningen 5.000,00 H Renovatie riolering (kapitaallasten) 23.599,00 Totaal 2.003.913,00 * hieronder vallen: Waterverbruik, Telefoonkosten, Stortkosten, Overig onderhoud, Advieskosten, Groot onderhoud rio, calamiteitenonderhoud, Beheer en onderhoud, lasten heffing en invordering, straatreinigen 50%, contributie dotatie, Rioolreiniging inspectie, energie, personeel, belastingen

Bijlage 4 Evaluatiematrix voorgaande GRP

Versie: 28-9-2009 Evaluatie Leeswijzer In de tabel staat per thema een (sub)omschrijving van de uit te voeren werkzaamheden, inclusief de planperiode. Iedere (sub)omschrijving omvat een evaluatie van de stand van zaken en een verantwoording voor het al dan niet uitvoeren van de werkzaamheden. Indien het geplande uitvoeringsjaar niet gehaald is, wordt een nieuwe planperiode bepaald. De evaluatie met verantwoording maakt duidelijk of een (sub)omschrijving is uitgevoerd, en eventueel waarom het geplande jaar niet is gehaald. Ook wordt in deze kolom het risico ingeschat van het niet halen van de geplande planperiode. Indien de planperiode niet gehaald is, wordt (indien nodig) een nieuwe planperiode uitvoering vastgesteld. In de kolom planperiode uitvoering is het (geplande) uitvoeringsjaar of -periode aangegeven. Indien het uitvoeringsjaar of periode in het verleden ligt, is het jaartal groen gekleurd. De actie is reeds uitgevoerd. Indien het uitvoeringsjaar of periode in de toekomst ligt, is het jaartal rood gekleurd. De actie dient nog uitgevoerd te worden. De financiële consequentie bij groen gekleurde uitvoeringsjaren of perioden is dat het benodigde budget al (gedeeltelijk) besteed is. Bij rood gekleurde uitvoeringsjaren of perioden dient het benodigde budget opgeschoven te worden naar het nieuw geplande uitvoeringsjaar of periode.

Versie: 28-9-2009 Evaluatie, verantwoording en risico omschrijving Subomschrijving Planperiode gepland Optimalisatiestudie Afvalwater Systeem (OAS) Planperiode uitvoering Industrieterrein Kerensheide Onderzoeksopdracht Capaciteit gemalen/wervelv entielen aanpassen: Sanderboutlaan Noord&Zuid (BPS) onderzoeksopdracht Uitbreiding BBB Stein ( t Broek) vervalt. Overige acties basisinspanning - onderzoek gescheiden of gemengd rioolstelsel 2004 - onderzoek is meegenomen in revitalisatie 2005 - na inventarisatie Sanderboutlaan Noord & Zuid (BPS) en industrieterrein Kerensheide aanpassen van de doorvoercapaciteiten aan de berekening - of in kader RTC kleiner gemaal bijplaatsen en wervelventielen vervangen door gemalen - verhard gerioleerd oppervlak (1) - limiteren doorvoer naar benedenstrooms rioleringsgebied (2) - uitbreiden van stuwberging in Stein-Centrum - Verhogen van een overstortdrempel en verzwaren van een aantal leidingen - Beter benutten BBB Reekstraat door aanleg vier stuwputten tussen Elsloo en Elsloo Zuid (2) - aanleg open berging Scharberg W+O, Meeldert en Elserveld (1) - Maasband: handhaven huidige situatie met te hoge poc óf aanleg BBB van 40m3 (2) 2005 - nieuw rioleringsbestand onderzoek/berekening geactualiseerd in 2008 09/13 - uitwerking actiepunt GRP+ 2005 2004 - Afgerond (1) 2008 (1) 2004 - Actiepunt GRP+ (2), verhard oppervlak is benodigd om 09/13 (2) benodigde berekeningen te maken. 2005 - Aanpassingen bovenstrooms uitgevoerd (1a) 06/07 (1a) 2004 (Keerenderkerkweg en Houterend). Sanderboutlaan (Kerensheide) nog uitvoeren (+ eventueel overige 2009 (1b) 2004-2006 aanpassingen) (1b) - Geactualiseerd bestand, onderzoeksopdracht 2008. Bij 2008 omvangrijke benodigde maatregelen uitvoering 2013. Investeringskrediet doorschuiven. 2009 09/13 Gerealiseerd 05/06 2005 - berging gereed (1) 05/06 - gekozen voor handhaven hoge poc ivm geringe omvang probleem (2) 2005

Versie: 28-9-2009 Treffen van extra maatregelen boven op de basisinspanning. De volgende maatregelen zijn concreet: - Treffen extra maatregelen in het kader van kwaliteitsspoor en milieu bovenop de basisinspanning. Voorkeursvariant - Overstort Elsloo: aanmerken als niet kwetsbare overstort op de Maas - Overstort Reekstraat: aanbrengen groene buffer i.c.m. benodigde buffer waterschap - Overstort het Broek: aanbrengen groene buffer i.c.m. benodigde buffer waterschap Haalbaarheid afkoppelen 2004 - Niet uitgevoerd, inmiddels gewijzigde wetgeving (KRW). Budget toen niet voorhanden - Actiepunt GRP+ welke en of extra maatregelen genomen gaan worden (zie hieronder bij voorkeursvariant). De voorkeursvariant is vastgesteld door college. Definitieve vaststelling van de maatregelen in het GRP+ 09/13 2008 Onderzoeksopdracht - uitwerking structuurschets middels integrale gebiedsgewijze aanpak d.d. mei 2004. Per project bekijken wat haalbaar is met afkoppelen (1) - Kostenverhaal afkoppelen via rioolrecht? (2) - Aanvragen afkoppelsubsidie bij WRO/Provincie (3) 2004 2004 2006 - lopend / blijvende actie (1). GGA Nieuwdorp deels afgekoppeld. GGA Kerensheide lopend Pilotproject afkoppelen. - GRP+ (2) - Bij ieder project worden mogelijkheden bekeken en kansen aangegrepen (3) Toekomstige afkoppelambitie in GRP+ opnemen. 09/13 09/13 09/13 Samenwerking Keuze vorm samenwerking WBL/gemeente - Onderzoek naar mogelijke samenwerking WBL/gemeente 2005 2005 Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) maatregelen Samenwerking Beheer en Onderhoud en WBL pompgemalen, gestart 2006 Pilotprojecten meten en monitoren en gegevensbeheer 03/07 2008 Conform BRP (basis rioleringsplan) - Diependaalstraat vergroten leidingen 5212.1 t/m 5219.1 Wordt vervangen door afkoppelen. (3) - Brugstraat vergroten leidingen (3) - Steeg vergroten leidingen (3) - Heerstraat-Noord vergroten leidingen (1) - Houterend vergroten leidingen (3) 03/07 - GGA Kerensheide (1) - Regulier onderhoud lopend (2) - Gerealiseerd (3) De maatregelen zijn uitgevoerd, uitgezonderd maatregelen in GGA 2009 (1a) 03/07 (2) 03/07 (3)

Versie: 28-9-2009 - Opheffen overstort P3650 (3) Kerensheide (1a). - Overstortberging Oud Urmond t Bath benutten (3) - Knevelen putdeksels t Bath (3) - Regelmatig reinigen of doorspoelen leidingen t Bath (2) - Aanleg BBB 655 m3 Kappelerweg (Urmond Oost) (3) Investeringsbudget BBB Battenweg Meers duurder uitgevallen dan - Opheffen wateroverlast Veestraat (3) begroot. Aanvullende kredieten zijn door de raad beschikbaar - Van Praatstraat vergroten leidingen (3) gesteld in 2005. - Heerstraat-Zuid /Den Hoekstraat vergroten leidingen (3) - Knevelen putten transportriool Elsloo Stein (3) - Aanleg BBB 350m3 Battenweg (Meers) (3) - Aanpassen drempelhoogte overstortput Battenweg (3) Voorstudie BBB - Raadhuisstraat verhogen drempel stuwput (1) 2003 Gerealiseerd (1) 03/07 Elsloo, - Schoolstraat verhogen drempel stuwput (1) 2003 Investeringsbudget BBB Kasteel Elsloo duurder uitgevallen dan Nieuwdorp en - Wijngaardstraat ombouw controleput naar stuwput (1) 2003 begroot. Aanvullende kredieten zijn door de raad beschikbaar Stein Zuid - St. Gillesstraat ombouw controleput naar stuwput (1) 2003 gesteld in 2005. Onderzoeksopdracht - Maasberg aanleg BBB 900 m3 Kasteel Elsloo (1) 2003 Algemeen - Aansluiten panden buitengebied 28 stuks (1) 2003 - Gerealiseerd (1) 03-07 - Opstellen afkoppelplan (2) 2005 - Eerste projecten in het kader van afkoppelen hemelwater - Per project bij uitbreidingen afkoppelmogelijkheden bekijken (3) zijn uitgevoerd (2). Toekomstige afkoppelambitie wordt in - Aanvullende maatregelen risicovolle overstorten (4) 2008 het GRP+ vastgesteld. - Lopend, blijvende actie (3) - Afgerond (4). Voorkeursvariant is vastgesteld door college, definitieve keuze in GRP+ wateroverlast - oplossen 55 wateroverlastlocaties 06/07 Afgerond behoudens locaties gelegen in GGA Kerensheide 06/08 Rioolrenovaties Tijdens planperiode gewijzigde uitvoeringsmethode door introductie Gebieds Gewijze Aanpak (GGA). Gerealiseerd conform GGA Meers/ Nieuwdorp. Restant rioolvervangingen (10 straten) zijn eveneens uitgevoerd. Kerensheide / Kattekop in voorbereiding. 03/07 2008

Bijlage 5 Doelen, functionele eisen, maatstaven & meetmethoden

Tabel 3-1 Doelen, functionele eisen en maatstaven voor de rioleringszorg (stedelijk afvalwater en regenwater) Doelen Functionele Eisen Maatstaven 1. Inzameling van het binnen gemeentelijk gebied geproduceerde stedelijk afvalwater. 2. Inzameling van het regenwater dat niet mag of kan worden gebruikt voor de lokale waterhuishouding. 3. Transport van het ingezamelde water naar een geschikt lozingspunt. 4. Ongewenste emissies naar oppervlaktewater, bodem en grondwater voorkomen. a. Alle percelen binnen het gemeentelijk grondgebied waar stedelijk afvalwater vrijkomt, moeten zijn voorzien van een aansluiting op de riolering, uitgezonderd specifieke situaties waarbij lokale behandeling doelmatiger is. b. De objecten moeten in goede staat zijn. c. Er dienen geen ongewenste lozingen op de riolering plaats te vinden. a. Alle percelen binnen het gemeentelijk grondgebied waar regenwater vrijkomt en dit niet direct op eigen terrein of in de directe omgeving kan worden verwerkt, moeten zijn voorzien van een aansluiting op de riolering. b. De objecten moeten in goede staat zijn. c. De instroming in riolen via de kolken dient ongehinderd plaats te vinden a. De afvoercapaciteit van de riolering moet voldoende zijn om bij droogweer het aanbod van stedelijk afvalwater te kunnen verwerken. b. De afvoercapaciteit van de riolering moet voldoende zijn om het aanbod van water bij hevige neerslag te kunnen verwerken, uitgezonderd in bepaalde buitengewone omstandigheden. c. Het afvalwater dient zonder overmatige aanrotting de RWZI te bereiken. d. De afstroming dient gewaarborgd te zijn. a. Riolen en andere objecten dienen in hoge mate waterdicht te zijn, zodanig dat de hoeveelheid intredend grondwater (lekwater) en (eventueel) uittredend rioolwater beperkt blijven. b. De vervuilingstoestand van de riolering dient acceptabel te zijn. c. De vuiluitworp door overstortingen op oppervlaktewater dient beperkt te zijn. d. De vuiluitworp door regenwaterlozingen op oppervlaktewater dient beperkt te zijn. a. Alle percelen zijn voorzien van een aansluiting op de riolering, tenzij een lokale behandeling van het afvalwater (IBA) doelmatiger is. b. Ingrijpmaatstaven voor stabiliteit en waterdichtheid mogen niet voorkomen conform NEN 3398. c. Er dienen geen overtredingen te zijn van de lozingsvoorwaarden conform de Wet Milieubeheer. a. Schoon regenwater eerst infiltreren of direct afvoeren op oppervlaktewater. Is dit niet mogelijk dan het regenwater gescheiden aanbieden op de riolering. Schoon regenwater niet afvoeren naar de RWZI. Regenwater uit een verbeterd gescheiden stelsel mag wel beperkt worden afgevoerd naar de RWZI. b. Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid en stabiliteit mogen niet voorkomen. c. Plasvorming bij straatkolken dient beperkt te zijn a. - Optimaal stelselontwerp, opgesteld conform de landelijke normen en richtlijnen (o.a. Leidraad Riolering). - Uitgaande van 10-15 l/inw/uur en alle afvalwaterhoeveelheden van grootverbruikers mag de maximale vullingsgraad in een vuilwaterstelsel niet meer dan 50% bedragen. b. - Optimaal stelselontwerp, opgesteld conform de landelijke normen en richtlijnen (o.a. Leidraad Riolering). - Wateroverlast op particulier terrein mag niet optreden. - Water op straat mag maximaal 1x per 2 jaar optreden, lokaal en gedurende korte tijd (theoretisch). c. De verblijftijd van het afvalwater is maximaal 18 uur. d. - Ingrijpmaatstaven voor afstroming mogen niet voorkomen. - Alle inslagpeilen gemalen moeten onder b.o.b. laagst inkomend riool liggen. a. Ingrijpmaatstaven voor lekkage, inhangende rubberring, verplaatsingen, beschadigingen en wortelingroei, conform NEN 3398, mogen niet voorkomen. b. Ingrijpmaatstaven voor afstroming mogen niet voorkomen. c. - De vuiluitworp mag de doelstelling voor de oppervlaktewaterkwaliteit niet in gevaar brengen; - De vuiluitworp moet voldoen aan de door de waterbeheerder geformuleerde eisen (basisinspanning). - Bij renovatieplannen dient het rioleringsstelsel minimaal te voldoen aan de vuiluitworp van een verbeterd gescheiden rioleringssysteem (in feite basisinspanning) d. - De vuiluitworp mag de doelstelling voor de oppervlaktewaterkwaliteit niet in gevaar brengen; - De vuiluitworp moet voldoen aan de door de waterbeheerder geformuleerde eisen (basisinspanning).

Doelen Functionele Eisen Maatstaven 5. Geen overlast voor de omgeving wordt veroorzaakt (in de breedste zin van het woord). 6. Effectief rioleringsbeheer a. De bedrijfszekerheid van de gemalen en andere objecten dient in voldoende mate gewaarborgd te zijn. b. De stabiliteit van de riolen dient zodanig gewaarborgd te zijn dat instortingen zich niet voordoen. c. De riolering dient zodanig te worden ont- en belucht dat overlast door stank wordt voorkomen. d. Overlast tijdens werkzaamheden aan de riolering dient beperkt te zijn. a. Het rioleringsbeheer dient zo goed mogelijk te worden afgestemd met andere gemeentelijke taken. b. De gebruikers van de riolering dienen bekend te zijn en ongewenste lozingen dienen te worden voorkomen. c. Er dient inzicht te bestaan in de toestand en het functioneren van de riolering. d. Er dient zoveel mogelijk gebruik te worden gemaakt van duurzame en milieuvriendelijke materialen. e. Er dient een klantvriendelijke benadering te worden nagestreefd. a. - Storing van gemalen mag niet leiden tot overlast; - Storingen dienen binnen 24 uur te zijn verholpen; - Gemalen dienen van een storingsmelder te zijn voorzien, welke is aangesloten op een centrale post; - Gemalen dienen van 2 alternerende pompen te zijn voorzien die als elkaars reserve fungeren. Dit geldt niet voor drukriolering en RWA gemalen. b. Ingrijpmaatstaven voor stabiliteit mogen niet voorkomen. c. Er mag geen overlast door stank optreden. d. - Er moet afstemming zijn met werkzaamheden met andere diensten en nutsbedrijven. - Verkeersomleidingen door woongebieden zoveel mogelijk vermijden. - Bereikbaarheid zoveel mogelijk handhaven. a. De relatie en samenhang met de overige gemeentelijke taken inzichtelijk maken in beheerplannen en uitvoeringsprogramma s. b. Naleving van vergunningen moet afhankelijk van de aard van de bedrijven, eenmaal per jaar (milieucategorie IV) tot eenmaal per 6 jaar (milieucategorie II)worden gecontroleerd. De controlefrequentie voor milieucategorie I gebeurt op basis van klachten. Er mogen geen illegale aansluitingen voorkomen. c. - Directe toegankelijkheid en beschikbaarheid van alle relevante rioleringsgegevens; - Jaarlijkse inspecties van 8% van de riolering; - Doorlooptijd verwerken revisiegegevens maximaal een half jaar; - Actualiseren/herberekening bij significante veranderingen in de openbare ruimte. d. Toepassing van o.a. nationaal pakket Duurzaam Bouwen of Dubo-Catalogus. e. Beschikken over een klachtenmeldpunt en klachtenregistratie. Klachten dienen binnen 24 uur in behandeling te worden opgenomen en zo spoedig mogelijk te worden afgehandeld. Tabel 3-2 Doelen, functionele eisen en maatstaven voor de grondwaterzorg Doelen Functionele Eisen Maatstaven 1. Inzicht verkrijgen naar structurele grondwaterproblemen binnen het gemeentelijk gebied. a. Er dient inzicht te bestaan in de aanwezige grondwaterstanden binnen het gemeentelijk grondgebied. b. Vaststellen van definitie structurele grondwateroverlast. c. Er dient inzicht te bestaan in structurele grondwateroverlast bij particulieren. a. Aanleg van een grondwatermeetnet met een voldoende dichtheid, waarbij dataverzameling geautomatiseerd dient plaats te vinden. Meetgegevens jaarlijks evalueren. b. De definitie van overlast: - moet aansluiten bij de landelijke richtlijnen. - structureel van karakter zijn; - er moeten meerdere percelen bij betrokken zijn; - zich voor doen in leefruimtes (water in een kelder is dus geen grondwateroverlast); c. Opzetten van een klachtenregistratiesysteem in de eerste helft van 2009.