Machinist. 1 Deze regelgeving: Is een aanvulling op het NedTrain Handboek Machinist/rangeerder NedTrain uitgave januari 2011

Vergelijkbare documenten
LOKALE REGELGEVING SPV ONDERHOUDSBEDRIJF ONNEN

Vakkennis Machinist Cluster 8: Rijden, rangeren en wegzetten

Formulierenboek. Directeur ProRail VL Kees van Dijk / Wilco van der Wolf. Herman Tijsma. Definitief. Van Auteurs. Projectleider

Vakkennis wijzigingsdocument Op de website VVRV update

VVRV cluster Rijden, rangeren en wegzetten, versie maart 2019

Vakkennis Machinist. Cluster 8 Rijden, rangeren en wegzetten. Huidige versie: Versie 4.0 vraag-antwoord structuur (IB, HB, IvdS, RvS, MV)

Vakkennis Machinist Cluster 7: Gereedmaken en vertrekken

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid

Feitenrapport. Onbemande gereedschapswagens rollen de buitendienststelling uit Zwijndrecht - Kijfhoek 15 juli Arbeidsongeval

Hoe te handelen bij aantreffen VWAM- Blokkering

CHECKLIST STS VOOR DE TREINDIENSTLEIDER

Bedieningsvoorschrift (BVS) Post T Wijlre. Emplacement Wijlre Post T Van Schin op Geul op spoor 1

VVRV cluster Bevoegdheidseisen, taken en verantwoordelijkheden machinist, versie maart 2019

ALGEMEEN REGLEMENT VAN HET PERSONEEL EN DE SOCIALE DIENSTEN BUNDEL TUCHTREGLEMENT

Symbolenlijst BVS en BVL voor treindienstleider VB, d.d. 01 mei 2018, versie 6

Gebruikers Voorschrift

1 van :12

INFRAROOD AFSTANDBEDIENINGSSYSTEEM (IRAB) Versie: 001

Formulierenboek. Directeur ProRail VL. Staf VLV, cluster VMK Staf VLV, cluster be- en bijsturing. Definitief

HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. Sein 5. Sein 5. Veilig.

Deel IV Bepalingen in verband met risico s van rijdende spoorvoertuigen. Titel IV Voorschriften toepasselijk tijdens rangeringen

Vakkennis Machinist Cluster 6: Beveiligingssystemen

Goederentrein en reizigerstrein botsen te Zwolle

RV uursrapportage bijna botsing na STS passage te Utrecht op 25 april 2012

Vakkennis Machinist Cluster 7: Gereedmaken en vertrekken

Kerntaak 1: Bereidt het rangeren, besturen en begeleiden van spoorvoertuigen voor

Vakbekwaamheidseisen (VBE) Kennis van de lijn baanvak Zwolle-Amersfoort v

Regeling spoorverkeer

Vakbekwaamheidseisen (VBE) Kennis van de lijn baanvak Haarlem-Leiden v

Onderzoeksrapport. Rapportagedatum 1 mei Onderzoeksnummer

PROVINCIAAL BLAD. Besluit tot vaststelling van het Tram Sein Reglement

CHECKLIST STS VOOR DE VERVOERDER

Regeling ter uitvoering van de artikelen 1, onderdeel e, 2, 9, 20, 26 en 38 van het Besluit spoorverkeer (Regeling spoorverkeer)

Digitale remmodule. Installatiehandleiding. Modellspielwaren GmbH Am Bahnhof 1 D Hatzfeld Vertaling: Koen Vaganée 1

Vakbekwaamheidseisen (VBE) Kennis van de lijn Leiden-Haarlem v

Regeling spoorverkeer

Feitenrapport. Botsing ketelwagon met lorrie in buitendienststelling Kijfhoek 15 juni Arbeidsongeval

Vragenset wegexamens 07A Ledn-Hfd v

HOOFDSTUK IV. Seinen op bepaalde plaatsen te geven. (Vaste seinen).

Sprinter SLT Utrecht Een kleine rondleiding door de nieuwe Sprinter (treinstel 2401) in Utrecht Cartesiusweg op 10 juni 2008.

Cluster 2 Bevoegdheidseisen, taken en verantwoordelijkheden machinist

B-Voorschrift voor de bediening van wissel- en seininrichtingen

Borchwerf II; Roosendaal Overwegen Bosstraat en Gastelseweg

VWAM-verankering VIRM (eventueel in combinatie trek duw)

Wegbekendheid/kennis van de lijn machinist

In de periode december 2006 tot en met april 2007 passeren 13 reizigerstreinen van Veolia Transport, ten onrechte stoptonende seinen.

Formulierenboek. Herman Tijsma. VL VLV VMK/ Formulierenboek/Definitief. Definitief. Van Eigenaar. Kenmerk. Versie 3.0 Datum 2 januari 2015 Bestand

Onderzoeksrapport RV-08U0818

24-uursRapportage railongeval Amsterdam 21 april Datum 22 april 2012

Productie Services Veiligheid & Regelgeving Handboek Machinist

In de periode december 2006 tot en met september 2007 passeren negen reizigerstreinen van Connexxion ten onrechte stoptonende seinen

Thema-audit treindienstleiding niet centraal bediende gebieden (NCBG en) Treindienstleiding op rangeerterreinen voor reizigerstreinen

Specialistengroep WTS 806

Op 23 januari 2007 ontspoort om 6.15 uur een rangeerdeel zonder reizigers op het emplacement van Utrecht Centraal.

Rijweginstelling en roodseinpassages

Rijweginstelling en roodseinpassages

Eindrapport. Aanrijding medewerker te Meteren 13 oktober 2016

Handleiding voor modelbaan automatisering

Spoorwegveiligheid. Dit is een door Railned Spoorwegveiligheid verstrekte kopie van het originele

INFONAMIDDAG SPOORWEGEN ELEKTRISCHE ASPECTEN 16 / 12 / 2005 INFRABEL ANTWERPEN

Feitenrapport. Wagen over remslof geduwd Kijfhoek 18 juli BVR Ontsporing

Reizigerstrein passeert stoptonend sein

Concept ten behoeve van internetconsultatie maart/april 2016

OPLEIDING BEHANDELAAR LUCHTVRACHT EN BAGAGE

Alternatieve energiebronnen

HOOFDSTUK V. Seinen op treinen, rangeerdeelen en bijzondere voertuigen te geven.

RnV-NORMBLAD P-020 KOPIE. Spoorwegveiligheid. Vakbekwaamheidsnormen voor de treindienstleider, opzichter en brugwachter. Colofon

Voor electrische treinen gelden, behalve de hiervoor genoemde seinen, bovendien de in dit Hoofdstuk genoemde seinen.

Op dinsdag 21 november 2006 om uur botst te Arnhem een goederentrein frontaal tegen een reizigerstrein.

VWAM-verankering ICMm

Spoorcollege veiligheid / treinbeveiliging SpoorParade 17 oktober 2014

Onderzoeksrapport RV-06U0985. Op maandag 20 november 2006 om 10:00 uur botst te Rotterdam Centraal een rangeerdeel tegen een goederentrein.

Spoorwegveiligheid. Dit is een door Railned Spoorwegveiligheid verstrekte kopie van het originele

BASISPRINCIPES VAN DE SEININRICHTING

De wereld van de seinen

Nederlands seinenstelsel. op de modelbaan. Colofon. G. te Nuyl GtN NL seinenstelsel op de modelbaan. Auteur Kenmerk Versie 1.

24-Uurs rapportage bijna trein trein botsing na STS-passage van sein 1288 op spoor 13 te Utrecht CS d.d

Vakkennis Machinist. Cluster 7 Voorbereiden, gereedmaken en vertrekken

DICLAADSYSTEMEN MONTAGE EN GEBRUIK BlackBoxx met Type-2 contactdoos 3,7/11kW

interoperabel maar toch verschillend van Betuweroute Presentatie IRSE (Luc van Gerrevink) 15 februari 2008

Fleischmann Tachowagen HO

Indeling seinbeelden per examenprogramma machinist, d.d. februari 2012 gebaseerd op seinenboek 2007 bijlage 4 en mening experts

incidenten met videoschouwtreinen

Na plaatsing en beglazing kan het nodig zijn dat het raam nagesteld dient te worden. Raadpleeg hiervoor de G.U.-handleiding met instelmogelijkheden.

Op vrijdag 4 november 2005 om uur ontspoort trein op beweegbaar kruis 3 A/B te Eefde

Brancherichtlijn Oversteken van sporen

NS Reizigers Materieel. Materieelgids Sprinter Lighttrain (SLT) serie

Vragenset wegexamen 33 E Harmelen aansluiting Utrecht centraal vice versa v

Landelijk Reglement Veilig Werken Aan Materieel (VWAM) Verantwoording

Spoorwegveiligheid. Afsluiten noodrem

Vragenset open vragen PB lijst kennis van de lijn/wegexamen V4 Traject:A-B vice versa Naam PEX: Naam kandidaat: Datum:

nr criterium Vraagvariant 1 Vraagvariant 2 Vraagvariant 3

Spoorwegveiligheid. Beremming en Remproeven

Een eenvoudig, robuust en duurzaam spoorsysteem. Jan Koning, 6 november 2013, KIVI NIRIA Jaarcongres, TU Eindhoven

16.00 uur Holland opera uur Leo van dongen. Materieeltechniek en onderhoud: vakmanschap op het spoor

Vragenset wegexamen 17 Barneveld aansluiting Ede Wageningen vice versa

Bijna-botsing tussen twee reizigerstreinen bij Hattemerbroek Aansluiting. Bevindingen naar aanleiding van de bijna-botsing op 2 september 2013

Trein passeert gedoofd sein bij de Zaanbrug

Wat gaan we behandelen

Inleiding Treinbeveiliging

Transcriptie:

Machinist 1 Deze regelgeving: Is een aanvulling op het NedTrain Handboek Machinist/rangeerder NedTrain uitgave januari 2011 2 Gebieden: gebied verantwoordelijk bestaat uit de sporen - WZ, vanaf sein 2; - WY, vanaf sein 4; 40 Km Treindienstleider - WX, vanaf sein 8; CBG - 210; - 3201 t/m 3204; - C1 t/m C15. 10 Km op zicht 5 Km op zicht Treindienstleider NCBG HSA OB - C21 t/m C35; - 327 t/m 344 - Fl, F2, F3, F4, F11,F12 - W1 t/m W5-361 t/m 365; - 370,373 - W8-3301 t/m 3307. - 3211 t/m 3215, 3217-3205 t/m 3209, 3216 (HSA OB) 3 In dienst komen / uit dienst gaan van machinisten die werken in dienst van en voor NedTrain. U meldt zich in en uit dienst bij de procesleider. Pag. 1/8

4 Voorkomen geluidsoverlast Om geluidsoverlast te voorkomen en/of te beperken, gelden voor de volgende maatregelen: Gebruikt de tyfoon uitsluitend in noodgevallen ter afwending van naderend gevaar; Maximum snelheid in het NCBG gebied is 10 km/h; 5 Spreekverbinding Tijdens de dienst bent u in het bezit van een werkende portofoon. U communiceert volgens de regels van de gespreksdiscipline. Na afloop van de dienst plaatst u de portofoon in de daarvoor bedoelde oplaadstations. 6 Werkplekbeveiliging Opgesteld materieel kan zijn beveiligd tegen wegrijden i.v.m. werkzaamheden daaraan. Bijvoorbeeld: bij het NSR mat een noodremtrekker voorzien van een hangslot en bij Hispeed materieel een vlag aan beide zijde van de trein. Het is niet toegestaan bovenstaande beveiligingen te verwijderen of andere maatregelen te nemen om het materieel te verplaatsen. Bij aantreffen van een werkplekbeveiliging, neemt u contact op met de Treindienstleider. 7 Rangeren/rijden U rangeert volgens het activiteitenplan Wgm. Aanvullende of afwijkende rangeeropdrachten ontvangt u van de procesleider. 8 Begeleiden U begeleidt een omgeleide reizigerstrein in het NCBG gebied WGM Pag. 2/8

9 Rangeerproces 9.1 Rangeerproces U krijgt opdracht voor een rangeerbeweging van de Pcl NedTrain SB of van de medewerker HSA OB U krijgt toestemming van de treindienstleider WGM voor een rangeerbeweging op de volgende manieren: Rijwegniveau Tijdruimte slot niveau U krijgt toestemming voor een rangeerbeweging in het OB van de medewerker HSA OB. 9.2 Rangeren Hispeed materieel Als u rangeert met Hispeed materieel maakt u gebruik van de stoelhoezen ter voorkoming van vervuiling van de cabines. Getrokken Hispeed materieel brengt u voor, nadat u eerst ter plaatse een kleine remproef heeft genomen en model 4004 heeft geplaatst (conform procedure OB 01) 10 Rangeren in het Technisch Centrum 10.1 Als u een rangeeropdracht uitvoert in het TC: verwijdert de remslofinrichting van de rails en plaatst deze na passeren direct terug; U bedient zelf de remslofinrichting en de loodsdeur. Het lichtsein voor de loodsdeur komt uit de stand stop wanneer: de loodsdeur geheel geopend is; de remslofinrichting open ligt; geen HS kabels aangesloten zijn aan voertuigen op sporen 1 en 2. Pag. 3/8

Wanneer het lichtsein onder deze voorwaarden niet uit de stand stop komt, rijdt u het sein niet voorbij en licht de treindienstleider in over deze seinstoring. Na het uitrijden van de loods sluit u de deuren en plaatst u de remslofinrichting terug op het spoor, controleert of het sein in de stand stop komt. Bij storing meldt u dit aan de treindienstleider. 10.2 Luchtbalgen spoor W3 Voor het binnenrijden of uitrijden op spoor W3 opent u beide loodsdeuren en luchtbalgen. U opent eerst de deur en de balg die u niet zal passeren, daarna de deur en balg waar u binnen- of uitrijdt. Nadat het materieel binnen of buiten staat, sluit u de deuren of de balg. 10.3 Koppelen/ontkoppelen op sporen met een werkput Bij koppelen of ontkoppelen boven werkputten gebruikt u een putrooster. U bent zelf verantwoordelijk voor een juiste plaatsing van dit rooster. 10.4 Vastzetten materieel in het TC 10.4.1 Koppelen U gaat na of materieel voor het koppelen pneumatisch geremd staat. Als de pneumatische rem van het te koppelen materieel defect of niet aanwezig is, zorgt u dat stopblokken geplaatst zijn. Direct na het koppelen verwijdert u de stopblokken en legt deze terug op bestemde plaats. 10.4.2 Ontkoppelen U zorgt ervoor dat materieel voordat het wordt ontkoppeld, pneumatisch geremd staat. Direct na het ontkoppelen zet u het materieel vast met stopblokken. Als de pneumatische rem defect of niet aanwezig is, plaatst u voor het ontkoppelen stopblokken. Pag. 4/8

10.5 Bovenleiding spoor 3 TC Alleen als in het technisch centrum de rode HS sig/lampen constant branden staat er bovenleiding spanning op spoor 3, en kan men de treinen elektrisch verplaatsen 10.5.1 Hoogspanningsaansluiting spoor 1 en 2 in het TC Rijtuigen mogen alleen verplaatst worden wanneer de HS-installatie is afgeschakeld. U verplaatst uitsluitend rijtuigen van spoor 1 of 2 nadat u heeft geconstateerd dat: geen waarschuwingsbord ( hoogspanning 1800 V aanwezig ) op het voertuig is geplaatst; de HS-signaleringslampen (groen en rood) van het betreffende spoor groen licht tonen; 11 Rangeren in het HSA OB 11.1.1 Aan de westzijde voor het inrijden HSA OB sporen 3206, 3207, 3208, of 3209. U stopt voor het S-bord en voert de opdracht uit. U krijgt de opdracht van de medewerker van het HSA OB en voert deze uit. 11.1.2 Aan de westzijde vóór het oprijden richting KWB sp. 3205. U stopt voor het S-bord en voert de opdracht uit. Medewerker HSA OB verwijderd het StopOntsporingsBlok en u voert vervolgens zijn opdracht uit. 11.1.3 Aan de westzijde vanaf het spoor 3205 KWB richting sein 3224. U krijgt toestemming van de medewerker HSA OB om materieel te mogen verplaatsen richting sein 3224 en houdt rekening met het SOB. Pag. 5/8

11.1.4 Aan de oostzijde. Vóór het bedienen van de StopOntsporingsBlokken voor de sporen 3212 en 3213 ter hoogte van de SRV seinen 16 of 26 vraagt u eerst toestemming aan de treindienstleider. Bovenleiding kan geaard zijn. 11.1.5 Aan de oostzijde voor het inrijden HSA OB sporen 3206, 3207, 3208 of 3209. U stopt voor het S-bord en wacht op de opdracht van de medewerker van het HSA OB en voert deze uit. 11.1.6 Aan de oostzijde richting KWB spoor 3216 Het vergrendelde rechtsleidende wissel 3231 wordt ontgrendeld door de medewerker van het HSA OB en door u linksleidend gelegd. Na het passeren van het wissel legt u het wissel weer rechtsleidend en de medewerker HSA OB vergrendeld deze. 11.1.7 Bovenleiding sporen 3206 t/m 3209 in het HSA OB. Alleen als de rode lamp boven het spoor met aanduiding van de juiste hoogspanning 1,5 kv, 3 kv of 25 kv brandt, staat er spanning op de bovenleiding en kan men de treinen elektrisch verplaatsen. 11.1.8 Verplaatsen materieel in het HSA OB. U overtuigt zich er van dat er geen kabels of slangen zijn aangesloten, alle kasten en luiken zijn gesloten en er geen personeel aan het werk is aan het materieel welke u wilt gaan verplaatsen. U voert de opdracht van de medewerker van het HSA OB uit. Op de sporen 3206 en 3207 overtuigt u zich van de stand van de slagbomen voor de aardwindsporen. U rijdt met een snelheid van max. 5 km/h U kunt een trein naar buiten rijden na opdracht van de medewerker HSA OB. De witte lamp naast de deur van het betreffende spoor moet wit branden. Pag. 6/8

11.1.9 Uitrijden via westzijde Nadat het bediend sein uit de stand stop is gekomen of vrijgave rangeren toont, verplaatst u het materieel naar de sporen 3201, 3202, 3203 of 3204 aan de westzijde van het HSA OB. 11.1.10 Uitrijden via oostzijde na vragen en krijgen van de toestemming van de treindienstleider verplaatst u het materieel naar de sporen 3212, 3213, 3214 of 3215 aan de oostzijde van het HSA OB. 11.2 Koppelen/ontkoppelen op de sporen in het HSA OB. Bij koppelen of ontkoppelen op de sporen gebruikt u een heftafel. U bent zelf verantwoordelijk voor een juiste plaatsing van deze heftafel. 11.3 Vastzetten materieel in het HSA OB. 11.3.1 Koppelen. U gaat na of materieel voor het koppelen pneumatisch geremd staat. Als de pneumatische rem van het te koppelen materieel defect of niet aanwezig is, zorgt u dat stopblokken geplaatst zijn. Direct na het koppelen verwijdert u de stopblokken en legt deze terug op bestemde plaats. 11.3.2 Ontkoppelen. U zorgt ervoor dat materieel voordat het wordt ontkoppeld, pneumatisch geremd staat. Als de pneumatische rem defect of niet aanwezig is, plaatst u voor het ontkoppelen stopblokken. 12 Stoten Op het gehele emplacement is stoten verboden. 13 Beremming rangeerdeel U rangeert op lucht. U neemt na het aankoppelen van voertuigen altijd een verbinding proef. (conform handboek) Pag. 7/8

Indien beremming van de te verplaatsen voertuigen niet mogelijk is, rangeert u stapvoets. 14 Treinwasmachine Voordat u gaat wassen: sluit u alle ramen en deuren van het materieel; overtuigd u zich er van dat de stroomafnemers neer zijn; zorgt u dat alle te berijden wissels in de juiste stand liggen en de sporen vrij zijn van materieel. maakt u de keuze voor het wasproces op aanwijzing van de procesleider. vraagt u de procesleider om een begeleider bij onvoldoende zicht of bij een defect aan een monitor van de wasmachine. De begeleider, voorop het rangeerdeel, heeft uitsluitend tot taak het rangeerdeel tot stilstand te brengen bij naderend gevaar; Tijdens het wasproces bewaakt u de rijweg, de rangeerbeweging en het wasproces via de monitoren in de bedieningsruimte. 15 Beschadigd of opengereden wissel Na openrijden van een wissel overtuigd u zich er van of het wissel niet beschadigd is voor u verder rijd. Bij bij het constateren van beschadigingen aan het wissel, is het verboden deze te bedienen of te berijden, voordat onderzoek is uitgevoerd. U geeft hiervan melding aan de treindienstleider. 16 Wisselstoring handwissels Wanneer u constateert dat een wissel, na tweemaal dezelfde bedieningshandeling te hebben verricht, niet op de juiste wijze reageert, meldt u dit aan de treindienstleider. Pag. 8/8