Vragenset wegexamens 07A Ledn-Hfd v

Transcriptie

1 Vragenset wegexamens 07A Ledn-Hfd v nr criterium Vraagvariant 1 Vraagvariant 2 Vraagvariant 3 1 Dienstregelingspunten: De machinist kan op basis van de afkortingen de dienstregelingspunten benoemen en visualiseren waar dit dienstregelingspunt ligt. Wat is de juiste volgorde van de dienstregelingpunten vanaf Ledn naar Hfd? a. Ledn-Ssh-Wmd-Rvbr- Nvp-Hfdea-Hfdm-Hfd b. Ledn-Wmd-Ssh-Rvbr- Nvp-Hfdea-Hfdm-Hfd c. Ledn-Wmd-Ssh-Rvbr- Nvp-Hfdm-Hfdea-Hfd d. Ledn-Ssh-Rvbr-Wmd- Nvp-Hfdea-Hfdm-Hfd Welk dienstregelingspunt ligt tussen Ssh en Ledn? Gebruik de spoorse afkorting Dienstregelingspunt Wmd. Wat is de juiste volgorde van de dienstregelingpunten vanaf Ledn naar Hfd? a. Ledn-Ssh-Wmd-Rvbr-Nvp- Hfdea-Hfdm-Hfd b. Ledn-Wmd-Ssh-Rvbr-Nvp- Hfdea-Hfdm-Hfd c. Ledn-Wmd-Ssh-Rvbr-Nvp- Hfdm-Hfdea-Hfd d. Ledn-Wmd-Rvbr-Ssh-Nvp- Hfdea-Hfdm-Hfd 2 Stations & volgorde daarvan: De machinist kan stations in de juiste volgorde benoemen. (afkortingen) Welk station ziet u hier? Gebruik de spoorse afkorting Welk station ziet u hier? Gebruik de spoorse afkorting Welk station ziet u hier? Gebruik de spoorse afkorting Station Hfd. Station Ssh.. Station Nvp. 3 Spoornummering: De machinist kan de spoornummering van kopsporen Welk sporen op station Hfd zijn perronsporen? Welk sporen op station Ledn zijn kopsporen? Welke perronsporen op station Ledn zijn verdeeld in een a- en b-zijde?

2 doorgaande sporen binnen stations benoemen en visualiseren. (perrondelen) a. 1 en 5 b. 1 en 2 c. 4 en 209 d. 3 en 4 e. 209 en 210 a. 3, 4 en 5 b. 1 en 2 c. 511, 512 en 513 d. 515 en 516 e. 517 f. 514 a. 1 en 2 b. 8 en 9 c. 4 en 5 d. 3 en 4 4 Hoogste baanvaksnelheid (hoogst toegelaten snelheid op een baanvak): De machinist kan de hoogste baanvaksnelheid benoemen. Wat is de hoogst toegelaten snelheid tussen Hfd en Ledn? a. 100 km/h b. 130 km/h c. 140 km/h d. 160 km/h Wat is de hoogst toegelaten snelheid tussen Ledn en Hfd? De hoogst toegalaten snelheid is 160. km/h Wat is de hoogst toegelaten snelheid tussen Hfd en Ledn? De hoogst toegelaten snelheid is 160. km/h 5 Plaatselijke snelheden > 40 km/h: De machinist kan in chronologische volgorde de plaatselijke snelheden > 40 km/h benoemen. (volgorde rijrichting) Wat is de plaatselijke snelheid op spoor 10 te Ledn? De plaatselijke snelheid op dit punt is max..80 km/h Wat is de plaatselijke snelheid op spoor 6 te Ledn? a. 60 km/h b. 80 km/h c. 100 km/h d. 120 km/h e. 160 km/h Wat is de plaatselijke snelheid op de sporen 3 en 4 te Ledn? De plaatselijke snelheid op dit punt is max. 80. km/h 6 Afwijkingen van de standaardsituatie van seinen: De machinist kan, indien van toepassing, de afwijking van de standaardsituatie omtrent seinen benoemen. Welke afwijkende situatie van seinen is er op station Ledn, spoor 8a richting Gv? a. Sein 1042 is tegen perronwand geplaatst en is laat zichtbaar b. Sein 1043 is tegen perronwand geplaatst en is laat zichtbaar c. Sein 1050 staat half boven de overkapping Welke afwijkende situatie van seinen is er op spoor 4a te Ledn richting Gv? a. Sein 1070 is laat zichtbaar door kap b. Sein 1042 is laat zichtbaar, sein tegen perronwand c. Sein 1040 is laat zichtbaar, sein tegen perronwand Is er een afwijkende situatie van seinen op station Ledn, spoor 3a richting Gv en zo ja, wat?, sein 1042 is tegen perronwand geplaatst en is laat zichtbaar, er is geen afwijkende situatie c. Ja, sein 1042 staat half boven de overkapping

3 7 Type baanvakbeveiliging: De machinist kan aangeven welke soorten baanvakbeveiliging voorkomen, Welk type baanvakbeveiliging heeft het baanvak tussen Hfd en Ledn? a. Dubbel-enkelspoorbeveiliging b. Automatisch blokstelsel met rijrichtingkering c. Enkelspoorbeveiliging d. Beveiligd linkerspoor Welk type baanvakbeveiliging beeft het baanvak tussen Ledn en Hfd? a. Beveiligd linkerspoor b. Dubbelspoorbeveiliging c. Enkelspoorbeveiliging d. Dubbel enkelspoor beveiliging Welk type baanvakbeveiliging heeft het baanvak tussen Ledn en Hfd? a. Dubbelenkelspoorbeveiliging b. Dubbelspoorbeveiliging c. Beveiligd linkerspoor 8 Type treinbeveiligingssysteem: De machinist kan aangeven welke typen treinbeveiligingssysteem voorkomen. Heeft het baanvak tussen Ledn en Hfd ATB NG als beveiligingssysteem? Heeft het baanvak ERTMS als beveiligingssysteem? Welk type treinbeveiliging heeft het baanvak tussen Ledn en Hfd? a. ATB EG b. ATB NG c. ETCS (ERTMS) d. ATB+ 9 Oriëntatiepunten bij rempunten: De machinist kan baanvakspecifieke oriëntatiepunten benoemen die relevant zijn om de rempunten voor jezelf te bepalen. (sein, verkenbord (waar), ander infrapunt Wat is het oriëntatierempunt voor Nvp? a. Seinbeeld b. Een verkenbord c. Een infrapunt Wat is het oriëntatierempunt voor Ssh? a. Seinbeeld b. Een verkenbord c. Een infrapunt Wat is het oriëntatierempunt voor Ledn komende vanuit de richting Hfd? a. Seinbeeld b. Een verkenbord c. Een infrapunt 10 Plaatsen waar doorgewisseld kan worden op de vrije baan (en/of om opzij genomen te worden): Waar is het tussen Hfd en Ledn mogelijk om opzij genomen te worden? a. Dat is nergens mogelijk b. Bij Ssh Is er een wachtspoor tussen Hfd en Ledn? Is er tussen Ledn en Hfd een mogelijkheid om opzij genomen te worden?, bij Wmd

4 De machinist kan de plaatsen waar door-gewisseld kan worden op de vrije baan benoemen. c. Bij Nvp b. Ja, bij Ssh c. Nee, dat is niet mogelijk 11 Bovenleidingsysteem en bijzonderheden: De machinist kan sporen benoemen waar spanningssluizen en fasescheidingen zijn, waar geen bovenleiding aanwezig is en bij aanwezigheid van bovenleiding de soort spanning, indien afwijkend van 1800V. = 3000V, 15000V, 25KV) Zijn er tussen Hfd en Ledn spanningssluizen en/of fasescheidingen? spanningssluizen b. Ja, fasescheidingen c. Ja, spanningsluizen en fasescheidingen d. Nee Welke spanning heeft de bovenleiding op dit baanvak? a V b. 1800V c. 3000V d. 25KV Waar moet u op letten op de Rvbr? a. Altijd stroomafnemer laten zakken b. De brug heeft geen bovenleiding c. Geen bijzondere aandachtspunten 12 Spanningsloze gedeeltes: De machinist kan benoemen waar spanningsloze gedeeltes voorkomen in het baanvak. 13 Aansluitende baanvakgedeelten: Welke baanvakaansluiting ligt er tussen station Hfd en station Ledn? De machinist kan aansluitende baanvakgedeelten benoemen tussen uitrijsein van het vertrekstation en inrijsein van aankomststation met de officiële naam van de aansluiting en of de kilometrering verandert en waar. a. Ssh b. Nvp c. Hfdea

5 14 Onbeveiligde openbare overwegen, overpaden, landhekken op de vrije baan: De machinist kan aangeven op welk deel van het baanvak onbeveiligde overwegen, overpaden, landhekken zijn, op de vrije baan. Is er tussen Hfd en Ledn een onbeveiligd overpad en zo ja waar?, bij km 23.3 b. Ja, bij km 33.3 c. Nee, er is geen onbeveiligd overpad Zijn er tussen Ledn en Hfd overpaden met een landhek en zo ja waar?, bij km 36.0 b. Ja, bij km 25.3 C Nee, er zijn geen overpaden met een landhek Is er tussen Hfd en Ledn een onbeveiligde overweg en zo ja waar?, bij km 23.3 b. Ja, bij km 33.3 c. Nee, er is geen onbeveiligde overweg 15 (on)beveiligde overwegen en overpaden op en direct achter een station: De machinist kan aangeven waar beveiligde overwegen en overpaden op en direct achter een station zich bevinden. Ligt er op en/of direct achter station Hfd een beveiligd overpad? Zijn er tussen Led en Hfd overwegen en overpaden op of direct achter een station?, er zijn één of meer beveiligde overwegen b. Ja, er zijn één of meer beveiligde overpaden c. Ja, er zijn overwegen en overpaden d. Nee, er zijn geen overwegen of overpaden Ligt er op en/of direct achter station Ssh een beveiligd overpad? 16 Specifieke kenmerken van flyovers, bruggen en dive-unders: De machinist kan specifieke kenmerken van fly-overs, bruggen, dive- unders, aangeven en waar deze zich op het baanvak bevinden. (looppaden binnen/buiten pvr wibr) Welk kenmerk heeft de brug bij Rvbr? a. Beweegbaar zonder bovenleiding b. Beweegbaar met bovenleiding c. Niet beweegbaar Waar verspringt de kilometrering op het baanvak Ledn-Hfd v.v.? a. Direct na station Ledn b. Ter hoogte van Wmd (fly over) c. Bij de aansluiting HSL Wat is een specifiek kenmerk op de fly over met de aansluiting Ledn-Hlm komende vanuit de richting Ledn? a. Kilometrering verspringt b. Geen specifiek kenmerk 17 Specifieke kenmerken van

6 tunnels en verdiepte bakken: De machinist kan veiligheidskenmerken van tunnels en verdiepte bakken benoemen (aantal buizen, bijzonderheden vluchtweg). 18 Plaatselijke regelgeving: De machinist kan de plaatselijke regelgeving (van baanvak en emplacement voor treinbewegingen) benoemen (in handboek of elders). 19 Bijzonderheden baanvak: bijv De machinist kan bijzonderheden op het baanvak benoemen. verhoogd risico op gladde sporen; onoverzichtelijke situaties; vergrendelde aansluitingen op de vrije baan. 20 Informatie stations met betrekking tot vertrekken: De machinist kan informatie over vertrekken op stations benoemen. Bijv. onoverzichtelijke punten; wel/geen sleutelkastje aanwezig. Wat is bij vertrek linkerspoor uit Hfd richting Ledn een kenmerk van baanvak Hfd-Ledn? a. Het is niet mogelijk verder te rijden dan sein 1226, indien de brug over de Haarlemmer Ringvaart is geopend b. Het uitrijsein is niet goed te Wat is bij vertrek uit Ledn richting Nvp een kenmerk van baanvak Ledn-Hfd? a. Er is geen vertreklicht b. Het is niet mogelijk om naar het linkerspoor te vertrekken bij geopende brug over de Haarlemmer Ringvaart

7 zien c. Dwergsein onder aan de perronrand d. Er zijn geen specifieke kenmerken c. Er is geen vertreklicht, wel een sleutelkastje d. Er zijn geen specifieke kenmerken 21 Informatie stations met betrekking tot aankomen: De machinist kan informatie over aankomen/naderen op stations benoemen, betreffende slecht waarneembare seinen en afwijkende stopplaatsen, onoverzichtelijke punten, oriëntiepunten die ook bij slecht zicht te zien zijn 22 De machinist kan aangeven wat veilige looproutes zijn voor het omrijden van materieel. Wat is een veilige looproute op station Ledn voor omrijden van materieel? a. Spoor 6 en 7 c. Spoor 9 en 10 b. Spoor 512 en 516 d. Binnendoor lopen Wat is een veilige looproute op station Ledn voor omrijden van materieel? a. Spoor 9 en 10 b. Spoor 512 en 516 c. Spoor 513 en 515 d. Binnendoor lopen 23 De machinist kan aangeven of het spoor op een helling ligt, met gebruikmaking van verschillende categorieën.

8 De locaties en promillages zijn momenteel niet bekend. De notering in categorieën kan daarom worden overgeslagen. Wel locatie en risico Aantal beschikbare vragen voor deze SAP code Maximaal aantal vragen in het examen Aantal vragen in het examen