Vakbekwaamheidseisen (VBE) Kennis van de lijn baanvak Zwolle-Amersfoort v

Transcriptie

1 Vakbekwaamheidseisen (VBE) Kennis van de lijn baanvak Zwolle-Amersfoort v Nr. crit. criterium Vraagvariant 1 Vraagvariant 2 Vraagvariant 3 Richtlijn 2007/59 EU bijlage VI, punt 3 Kennis van de lijn, par.3.1: De exploitatievoorschriften (verandering van spoor, eenrichtingsverkeer, enz) 3 Gebruik van sporen op stations kan kopsporen, doorrijdsporen (ook op emplacementen) en perronsporen benoemen Op welke stations zijn er kopsporen, doorrijdsporen en perronsporen? Kies de 3 goede antwoorden a) Amf b) Amfs c) Avat d) Nkk e) Pt f) Hde g) Wz Welk station op dit baanvak heeft kopsporen? Kies de 3 goede antwoorden a) Station Zl b) Station Hde c) Station Ns d) Station Hd e) Station Avat f) Station Amfs Wat voor soort sporen zijn er op station Wz? a) Kopsporen b) Doorrijdsporen c) Perronsporen Richtlijn 2007/59 EU bijlage VI, punt 3 Kennis van de lijn, par.3.3: De identificatie van de baanvakken die voor een bepaalde manier van rijden kunnen worden gebruikt 19 Bijzonderheden baanvak: kan bijzonderheden van het baanvak noemen voor een bepaalde manier van rijden(bijvoorbeeld bijzondere gevaarpunten, onoverzichtelijke situaties) en vergrendelde aansluitingen op de vrije baan) en zo ja, waar voor zover beschikbaar op WVK en/of POI Welke bijzonder punt kent het baanvak Amf-Zl en waar? a) Wegrolgevaar te Eml b) Sein 2826 bij Htba c) Vergrendelde aansluiting op de vrije baan ter hoogte van Pt d) Geen bijzonder gevaarpunt Welke bijzonder punt kent het baanvak Amf-Zl en waar? a) Wegrolgevaar te Eml b)vergrendelde aansluiting op de vrije baan ter hoogte van Hde c). Geen bijzonder gevaarpunt Richtlijn 2007/59 EU bijlage VI, punt 3 Kennis van de lijn, par.3.4: De toepasselijke verkeersvoorschriften en de betekenis van het seingevingssysteem

2 18 Plaatselijke regelgeving: kan de plaatselijke regelgeving benoemen (baanvak en emplacement voor treinbewegingen) Eventueel kan naar plaatselijke regelgeving worden gevraagd (waar te vinden of wat staat erin), maar de informatie is momenteel niet eenduidig bekend en kan op dit moment niet worden gevraagd. Eventueel kan naar plaatselijke regelgeving worden gevraagd (waar te vinden of wat staat erin), maar de informatie is momenteel niet eenduidig bekend en kan op dit moment niet worden gevraagd. Eventueel kan naar plaatselijke regelgeving worden gevraagd (waar te vinden of wat staat erin), maar de informatie is momenteel niet eenduidig bekend en kan op dit moment niet worden gevraagd. 5 Plaatselijke snelheden > 40 km/h: kan aangeven waar plaatselijke snelheden gelden en kan de betreffende plaatselijke snelheid benoemen Wat is de plaatselijke snelheid ter hoogte van Eml (re-spoor) in de richting van Hd? De plaatselijke snelheid op dit punt is 130 km/h Wat is de plaatselijke snelheid op spoor 2 te Avat richting Amf? De plaatselijke snelheid op dit punt is 60.. km/h U rijdt van Eml naar Ns. Met welke plaatselijke snelheid krijgt u te maken ter hoogte van Hd? a) 80 km/h b) 100 km/h c) 110 km/h d) 120 km/h e) 140 km/h Richtlijn 2007/59 EU bijlage VI, punt 3 Kennis van de lijn, par.3.6: Het type beveiligingssysteem en de bijbehorende voorschriften 7 Type baanvakbeveiliging : kan de verschillende typen baanvakbeveiliging op een baanvak benoemen (beveiligd linkerspoor, enkelspoorbeveiliging, dubbelspoorbeveiliging, dubbel enkelspoor beveiliging)? Welk type baanvakbeveiliging heeft het baanvak tussen Amf en Amfs? a) Dubbel-enkelspoorbeveiliging b) Dubbelspoorbeveiliging c) Beveiligd linkerspoor d) Enkelspoorbeveiliging Welk type baanvakbeveiliging heeft het baanvak tussen Amfs en Avat? a) Dubbel-enkelspoorbeveiliging b) Beveiligd linkerspoor c) Enkelspoorbeveiliging d) Dubbelspoorbeveiliging Welk type baanvakbeveiliging heeft het baanvak tussen Zl en Avat? a) Dubbelenkelspoorbeveiliging b) Beveiligd linkerspoor c) Enkelspoorbeveiliging d) Dubbelspoorbeveiliging 8 Type treinbeveiligingssysteem: kan de verschillende typen treinbeveiligingssystemen op een baanvak Welk type treinbeveiliging heeft het baanvak tussen Zl en Amf? a) ATB EG b) ATB NG Heeft het baanvak tussen Amf en Zl ATB NG als beveiligingssysteem? a) Ja Heeft het baanvak B-A ERTMS als beveiligingssysteem? a) Ja

3 benoemen (zoals ATB EG, ATB NG, ETCS/ ERTMS, ATB+)? c) ETCS (ERTMS) d) ATB+ Richtlijn 2007/59 EU bijlage VI, punt 3 Kennis van de lijn, par.3.7: De stationsnamen en de positie en herkenning op afstand 2 Stations: kan ze noemen wanneer getoond in een afbeelding kan de locatie (volgorde) benoemen (alleen passief gebruik van afkortingen oftewel herkennen = van afkorting naar plaatsnaam en niet andersom) en/of POI Welk station rijdt u hier binnen richting Zl? Welk station nadert u hier vanuit de richting Amfs? Welk station rijdt u hier binnen richting Zl? Station Eml. Station Nk.: Station Amf.. 9 Oriëntatiepunten bij stations: kan aangeven wat relevante, baanvakspecifieke oriëntatiepunten zijn, bijvoorbeeld snelheidsbegrenzingsbord, verkenbord, seinbeeld, infrapunt en/of POI Wat is het oriëntatiepunt voor Avat als u van Amf naar Zl rijdt? a) Een seinbeeld b) Een verkenbord c) Net na viaduct snelweg U rijdt van Zl naar Amfs. Welke stations hebben een verkenbord als oriëntatiepunt bij rempunten? Kies de 3 goede antwoorden a. Wz b. Hde c. Ns U rijdt van Amfs naar Zl. Welke stations hebben een verkenbord als oriëntatiepunt bij rempunten? Kies de 4 goede antwoorden a. Avat b. Nkk c. Pt

4 d. Hd e. Eml f. Pt g. Nkk d. Eml e. Hd f. Ns g. Hde Richtlijn 2007/59 EU bijlage VI, punt 3 Kennis van de lijn, par.3.8: De signalering van de overgang op andere bedienings- of voedingssystemen h. Wz 11 Bovenleidingsysteem en hun bijzonderheden: kan aangeven dat er spanningssluizen en/of fasescheidingen zijn, kan aangeven dat op een bepaald deel van het baanvak geen bovenleiding aanwezig is kan, bij aanwezigheid van bovenleiding, de soort spanning noemen, indien afwijkend van 1800V nieuw Overgang bedieningssysteem: kan de overgang van CBG en NCBG vice versa herkennen (sein 333) Is er tussen Amf en Zl overal bovenleiding? a) Ja Passeert u tussen Amf en Zl een NCBG-gebied en zo ja waar? a) Bij Zlra b) Bij Ns c) Bij Eml d) Bij Pt e) Nergens Zijn er tussen Amf en Zl spanningssluizen en/of fasescheidingen? a) Ja spanningssluizen b) Ja, fasescheidingen c) Ja, spanningsluizen en fasescheidingen d) Nee Passeert u tussen Amf en Zl een NCBG-gebied en zo ja waar? a) Bij Amfs b) Bij Pt c) Bij Ns d) Bij Hde e) Bij Wz f) Bij Zlra Welke spanning heeft de bovenleiding op dit baanvak? a) 15000V b) 1800V c) 3000V d) 25KV Passeert u tussen Amf en Zl een NCBG-gebied en zo ja waar? a) Bij Avat b) Bij Pt c) Bij Hd d) Bij Hde e) Bij Wz f) Nergens Richtlijn 2007/59 EU bijlage VI, punt 3 Kennis van de lijn, par.3.9: De maximale snelheden voor de verschillende categorieën treinen waarop de machinist rijdt

5 4 Maximum toegestane snelheid op een baanvak: kan aangeven wat de maximum toegestane snelheid op een baanvak/traject is Wat is de maximum toegestane snelheid tussen Zl en Amf? De maximum toegestane snelheid is 140. km/h Wat is de maximum toegestane snelheid tussen Zl en Amf? a) 100 km/h b) 110 km/h c) 130 km/h d) 140 km/h e) 160 km/h Wat is de maximum toegestane snelheid tussen Amf en Zl? De maximum toegestane snelheid is km/h Richtlijn 2007/59 EU bijlage VI, punt 3 Kennis van de lijn, par.3.10: Het topografisch profiel 1 Dienstregelingpunten: kan ze noemen wanneer getoond in een afbeelding kan de locatie (positie ten opzichte van station bijvoorbeeld) benoemen en/of POI Wat is de juiste volgorde van de dienstregelingpunten vanaf Amfs in de richting van Zl? a. Amfs-Avat-Nkk-Pt-Eml-Ns- Hd--Hde-Wz-Htba-Zlra-Zl b. Amfs-Avat-Nkk-Pt-Eml-Hd- Ns-Hde-Htba-Wz-Zlra-Zl c. Amfs-Avat-Nkk-Pt-Eml-Hd- Ns-Hde-Wz-Htba-Zlra-Zl d. Amfs-Avat-Nkk-Pt-Eml-Hd- Ns-Hde-Wz-Zlra-Htba-Zl Wat is de juiste volgorde van de dienstregelingpunten vanaf Zl in de richting van Amfs? a. Amfs-Avat-Nkk-Eml-Pt-Hd-Ns- Hde-Wz-Htba-Zlra-Zl b. Amfs-Avat-Nkk-Pt-Eml-Hd-Ns- Wz-Hde-Htba-Zlra-Zl c. Amfs-Avat-Nkk-Pt-Eml-Hd-Ns- Wz-Htba-Hde-Zlra-Zl d. Amfs-Avat-Nkk-Pt-Eml-Hd- Ns-Hde-Wz-Htba-Zlra-Zl Welk dienstregelingspunt ligt tussen Wz en Zlra? Dienstregelingspunt Htba 10 Plaatsen waar doorgewisseld kan worden op de vrije baan: kan dienstregelingpunt/ infrapunt benoemen waar doorgewisseld kan worden op de vrije baan (om opzij genomen te worden) Is er tussen Zl en Amfs een mogelijkheid om door te wisselen? a. Ja, bij Wz b. Ja, bij Hde c. Ja, bij Hd d. Ja, bij Eml Waar is het tussen Pt en Zl mogelijk om door te wisselen? a. Dat is nergens mogelijk b. Bij Hd c. Bij Wz d. Bij Avat Op welke station op het baanvak Nkk-Ns is er een wachtspoor? Station.. Pt....

6 13 Aansluitende baanvakgedeelten: kan aansluitende baanvakgedeelten/aansluitingen noemen (al dan niet in een afbeelding) kan aangeven of en waar de kilometrering verandert kan aangeven of en waar de exploitatiewijze kan wijzigen (b.v. van conventioneel spoor naar HSL v.v.) en/of POI e. Ja, bij Avat Waar wijzigt de kilometrering op het baanvak Amf-Zl? a) Bij Wz b) Bij Pt c) Bij Zlra d) Bij Ama e) Bij Htba Welk aansluitend baanvak ligt er tussen station Amf en Nk? a) Amf-Apd b) Amf-Bnva c) Amf-Amfs Bij welk dienstregelingpunt sluit het baanvak Lls-Zl aan op de lijn Amf- Zl? Dienstregelingspunt Htba 14 Onbeveiligde openbare overwegen en overpaden op de vrije baan: kan aangeven of er op het baanvak onbeveiligde overwegen en overpaden zijn Is er tussen Avat en Wz een onbeveiligde overweg en zo ja waar? a. Ja, tussen Avat en Nkk b. Ja, tussen Nkk en Eml c. Ja, tussen Eml en Wz d. Nee, er is geen onbeveiligde overweg Is er tussen Wz en Avat een onbeveiligd overpad en zo ja waar? a. Ja, tussen Wz en Ns b. Ja, tussen Ns en Eml c. Ja, tussen Eml en Pt d. Ja, tussen Pt en Nkk e. Ja, tussen Nkk en Avat f. Nee, er is geen onbeveiligd overpad Liggen er op het baanvak Amf-Zl onbeveiligde openbare overwegen en overpaden op de vrije baan? a) Ja 15 Beveiligde en onbeveiligde overwegen en overpaden op en direct achter een station: kan aangeven of er beveiligde en onbeveiligde overwegen en overpaden op en/of direct achter een station Op welke stations op het baanvak Zl-Amfs ligt er direct na het station een overweg of overpad? Kies de 3 goede antwoorden a. Wz Op welke stations op het baanvak Amfs-Zl ligt er direct na het station een overweg of overpad? a. Avat Zijn er tussen Pt en Zl overwegen en/of overpaden op of direct achter een station? a) Ja, er zijn één of meer beveiligde overwegen b) Ja, er zijn één of meer beveiligde overpaden

7 zijn en zo ja, bij welk station b. Hde c. Hd d. Eml e. Pt f. Avat b. Nkk c. Pt d. Eml e. Hd f. Ns g. Hde c) Ja, er zijn overwegen en overpaden d) Nee, er zijn geen overwegen of overpaden 16 Kenmerken van fly-overs, bruggen en dive-unders voor zover relevant voor de veiligheid van personeel en reizigers: kan aangeven welke infrapunten (kunstwerken) zich op het baanvak bevinden kan kenmerken van flyovers, bruggen, diveunders aangeven (bijvoorbeeld beweegbare brug, looppad binnen of buiten profiel van vrije ruimte, wibr aanwezig) op WVK en/of POI Waar ligt op het baanvak Amf-Wz een fly over? a. Tussen Amf en Amfs b. Tussen Amfs en Eml c. Tussen Eml en Hd d. Tussen Hd en Wz e. Tussen Wz en Zl Welk kenmerk heeft de IJsselbrug tussen Wz en Zl? a. Beweegbaar zonder bovenleiding b. Beweegbare hefbrug c. Niet beweegbaar d. Looppaden buiten PVR e. Looppaden binnen PVR Welk kenmerk heeft de IJsselbrug tussen Wz en Zl (richting Zl)? a. Beweegbaar zonder bovenleiding b. Beweegbare hefbrug c. Niet beweegbaar d. Looppad buiten PVR aan beide zijden e. Looppad buiten PVR alleen aan rechterzijde 17 Veiligheidskenmerken van tunnels en verdiepte bakken: kan aangeven welke infrapunten (kunstwerken) zich op het baanvak bevinden kan veiligheidskenmerken van tunnels en verdiepte bakken benoemen (aantal buizen, bijzonderheden

8 vluchtweg) op WVK en/of POI Richtlijn 2007/59 EU bijlage VI, punt 3 Kennis van de lijn, par.3.11: Bijzondere remsituaties zoals op steile hellingen 23 Hellingen en aflopend spoor: kan aangeven of er op het baanvak een helling is (voor zover van belang voor de veiligheid) kan aangeven dat er L- en H-seinen staan Heeft dit baanvak een helling waar u rekening mee dient te houden? a) Ja Waar bevindt zich op dit baanvak een helling met risico van wegrollen? a) Bij Htba b) Bij Hd c) Bij Hde d) Nergens Heeft dit baanvak L- en H-seinen? a) Ja, ter hoogte van Htba Richtlijn 2007/59 EU bijlage VI, punt 3 Kennis van de lijn, par.3.12: Bijzonderheden met betrekking tot bediening; bijzondere seinen, borden, voorwaarden voor vertrek, etc. 6 Afwijkingen van de standaardsituatie van seinen op de vrije baan: kan, indien van toepassing, de afwijking van de standaardsituatie omtrent seinen benoemen (hoog/laag, links/rechts, zichtbaarheid) op WVK en/of POI Welke afwijkende situatie van seinen is er bij Htba linkerspoor ter hoogte van de fly-over komende vanuit de richting Wz? a. Herhalingssein 2850R aan de linkerzijde van het spoor voor sein 2850 b. Herhalingssein 2820R aan de linkerzijde van het spoor voor sein 2820 c. Herhalingssein 2820R aan de rechterzijde van het spoor voor sein 2820 Welke afwijkende situatie van seinen is er bij Htba komende vanuit de richting Zl? a. Geen afwijkende situatie b. Sein 877 heeft een herhalingssein c. Sein 878 is een herhalingssein 20 Informatie over vertrekken op stations: kan informatie die Wat is bij vertrek uit station Eml spoor 2 richting Amf een kenmerk van station Eml? Wat is bij vertrek uit Wz richting Zl een kenmerk van station Wz? Wat is bij vertrek van station Avat richting Amf een kenmerk van dit

9 relevant is voor het vertrek noemen (bijvoorbeeld onoverzichtelijke punten, sleutelkastje en afwijkingen van de standaardsituatie van seinen) voor zover beschikbaar op WVK en/of POI a) Het uitrijsein is niet goed zichtbaar b) Er is geen vertreklicht, wel een sleutelkastje c) Sleutelkastje voor noodbediening overweg aanwezig d) Er zijn geen specifieke kenmerken a) Het uitrijsein is niet goed te zien b) Dwergsein onder aan de perronrand c) Er zijn geen specifieke kenmerken d) Sleutelkastje voor noodbediening overweg aanwezig station? a. Voor vertrek van spoor 1 moet HC sleutelkastje bedienen b. Voor vertrek van spoor 2 moet HC sleutelkastje bedienen c. Voor vertrek van spoor 3 moet HC sleutelkastje bedienen 21 Informatie over aankomen op/naderen van stations: kan informatie die relevant is voor de nadering van/aankomst op een station noemen (bijvoorbeeld slecht waarneembare seinen, onoverzichtelijke punten, afwijkende stopplaatsen, oriëntatiepunten) Totaal aantal vragen

10