1 Bijdrage raadsvergadering donderdag 21 januari 2016 Fractie VVD Vlaardingen Stadsgehoorzaal, Onze bijdrage geldt de agendapunten 9 en 10 gezamenlijk., Willen en kunnen. Het college wil erg veel, heeft veel ambities en dat is fijn voor de stad. De vraag of het college ook kan wat zij wil........negeert zij echter nog te vaak. Ambities hebben is prima maar investeren in zaken die je niet kunt of wilt financieren is op zijn minst onhandig. Als je van tevoren met enige zekerheid zou kunnen weten dat je het niet kunt en het toch doet zijn ernstige kwalificaties voor een dergelijk beleid passend. Overigens voorzitter en dit geheel terzijde, het valt op dat het college kennelijk overweegt de stadgehoorzaal te hernoemen. In vele uitingen wordt inmiddels een andere naam voor de stadsgehoorzaal gebruikt. Wij zien een voorstel voor deze naamwijziging t.z.t. wel tegemoet maar verzoeken u de huidige naam te laten blijven gebruiken tot deze raad eventueel een nieuwe naam heeft vastgesteld.
2 Terug naar het huidige voorstel. Het college stelt de raad voor door te gaan en in te stemmen met de nieuwe exploitatieopzet van de stadsgehoorzaal. De VVD begrijpt dat u dit wilt maar is er nog verre van overtuigd dat u dit voornemen op de door u voorgestelde wijze kunt uitvoeren. Instemmen met een collegevoorstel, hoe sympathiek ook, zonder de overtuiging dat het uitvoerbaar is kwalificeert de VVD als onzorgvuldig of zelfs laakbaar. De VVD ziet zich opnieuw, zoals vaker gedurende deze collegeperiode, geconfronteerd met het dilemma van willen zonder te weten of we het kunnen. Hier wreekt zich opnieuw het gemis van een Stadsvisie. Een Stadsvisie waar in alle wensen zijn geïnventariseerd inclusief alle benodigde investeringen. Een Stadsvisie waarin vervolgens keuzes zijn gemaakt en waarin ook is opgesomd wat we wel en niet willen en/of kunnen realiseren. Kortom een stadsvisie waarin staat beschreven hoe de stad eruitziet aan het einde van de planperiode. Het collegevoorstel laat vele vragen open en geeft weinig antwoorden. Ook tijdens de commissievergadering, gewijd aan dit voorstel, bleven vele vragen onbeantwoord. U zegt aan te sturen op een, ook door de VVD gewenste, doorstart van ons theater in de stadsgehoorzaal. De VVD heeft echter sterk de indruk gekregen dat u in werkelijkheid niet aanstuurt op een doorstart maar streeft naar een transitie van de huidige Stadsgehoorzaal. Een transitie die moet leiden naar de ombouw van een professioneel theater naar een centrum voor zalenverhuur onder de paraplu van, nóg een culturele broedplaats. Tegen een dergelijk voornemen heeft de VVD grote bezwaren. 1. De vraag of we de exploitatie kunnen betalen is slechts zeer summier onderzocht, er is geen accountantsrapport over de kwartaalcijfers laat staan dat er een onafhankelijk onderzoek heeft plaats gevonden naar de nieuwe exploitatieopzet. Een zgn. risicoanalyse.
3 2. Tegenover de door de interim directie van de Stadsgehoorzaal genoemde positieve financiële prognoses staan een substantieel aantal door diezelfde interim directie expliciet opgesomde risico s. 3. Het voornemen af te zien van een, op de werkelijke kosten gebaseerde huurprijs, gecompenseerd door een versluierde subsidie trekt een financieel rookgordijn op. 4. Het is nu niet meer duidelijk hoe de kosten voor de instandhouding van het pand betaald gaan worden. 5. Elke vorm van transparantie betreffende de gevoteerde subsidies verdwijnt hier mee in de mist. Dit klemt des te meer daar Vlaardingen hier in het verleden leergeld voor heeft moeten betalen. 6. Er zijn al vele culturele broedplaatsen bijv. Kade 40 en de Kroepoekfabriek. 7. Vlaardingen beschikt over een ruim aanbod, commercieel geëxploiteerde, te huren zalen. 8. Het is de VVD niet bekend dat er een structureel tekort is aan te verhuren zalen en of culturele broedplaatsen op basis waarvan uitbreiding van het aanbod door de gemeente urgent zou kunnen zijn. 9. Deze mogelijk overbodige uitbreiding van het aanbod, door de gemeentelijke overheid, leidt mogelijk tot prijsbederf en wellicht tot oneerlijke concurrentie door diezelfde overheid. Dit brengt ons tot de belangrijke vraag of de gemeentelijke overheid marktverstorend gaat optreden als gevolg van oneerlijke concurrentie. Deze oneerlijke concurrentie ontstaat als de overheid producten of diensten aanbiedt en daarbij lagere tarieven dan marktconform hanteert. De landelijke overheid heeft wetgeving in het leven geroepen, de Wet Markt en Overheid om hier paal en perk aan te stellen. Het college heeft er terecht zeer veel tijd aan besteed om uit te zoeken of de nu voorgestelde exploitatie van de Stadsgehoorzaal wel of niet strijdig is met deze Wet Markt en Overheid. Zo veel tijd dat het college geen tijd meer beschikbaar heeft de gemeenteraad in voldoende mate te informeren over de vraag of het hier wel of niet het geval is. Het college volstaat met de mededeling dat dit niet het geval is en dat de raad dit dus maar op haar gezag moet aannemen. En dit voorzitter,
4 Dit kan en mag u niet verwachten van een raad die is aangesteld om uw beleid te controleren. Controleren betekent in dit geval dat de raadsleden zich er persoonlijk van overtuigen of dit in het onderhavige geval niet aan de orde is. Controleren vergt dus beschikking krijgen over voldoende en relevante informatie. De VVD is van mening dat het aan deze benodigde informatie, verstrekt door het college, tot nu heeft ontbroken. Dit klemt des te meer daar er in het land momenteel veel vragen leven over oneerlijke concurrentie en een aantal leden van de 2 e kamer inmiddels om een snelle evaluatie van de Wet Markt en Overheid hebben gevraagd. Een zorgvuldige toetsing van de vraag of de door het college gewenste zalenverhuur wel of niet als marktverstorend beoordeeld moet worden is dus noodzakelijk De VVD brengt u in herinnering de cri de cour van de wethouder Cultuur die eruit bestaat dat de gemeenteraad hem met een onmogelijke opdracht heeft opgezadeld. De opdracht een doorstart van de Stadsgehoorzaal mogelijk te maken zonder de wethouder de noodzakelijke financiële middelen ter beschikking te stellen. De VVD aarzelt of wij op basis van de door ons ingebrachte argumenten willen instemmen met het collegevoorstel. Afsluitend resumeren wij onze bezwaren: 1. Het college streeft kennelijk niet naar een doorstart maar naar een transitie. 2. Het ontbreekt aan onafhankelijk onderzoek naar de voorgestelde exploitatieopzet. De risico-analyse. 3. De subsidiestromen worden uitermate ondoorzichtig. 4. De wethouder Cultuur verwijt de raad niet de benodigde middelen beschikbaar te willen stellen. 5. Vlaardingen beschikt al over vele culturele broedplaatsen; uitbreiding is dus niet opportuun. 6. Niet zeker is of er voldoende vraag is naar extra zalenverhuur. 7. De vraag of de voorgestane activiteiten wel of niet als concurrentievervalsend aangemerkt zullen worden is op basis van de door het college verstrekte informatie niet te beantwoorden. 8. Van de raad kan op basis van de verstrekte informatie niet gevergd worden dat zij inhoud geeft aan haar controlerende taak op een wijze die de toets der kritiek kan doorstaan.
5 Willen en Kunnen Het college heeft de VVD er nog niet van kunnen overtuigen dat we de voorgestelde exploitatieopzet van de Stadsgehoorzaal zouden moeten willen. Zij is er ook nog niet van overtuigd dat het College deze opzet wel wil. Wij stellen het college voor het voorstel in te trekken en meer tijd uit te trekken om de VVD en daarmee de gemeenteraad er van te overtuigen dat uw college het voorstel op een verantwoorde wijze daadwerkelijk kan uitvoeren en dat wij het voorstel zouden moeten willen omarmen. Stemverklaring stadsgehoorzaal, de twijfels zijn niet weggenomen bij de VVD. Met name Het ontbreken van de onafhankelijke risico-analyse de lange lijst van opgesomde risico s door de interimdirectie zelf van de stadsgehoorzaal, het ontbreken van gegevens waaruit blijkt dat Vlaardingen kampt met een structureel tekort aan zalen voor de verhuur. maken dat de VVD niet instemt met de collegevoorstellen onder agendapunt 9 en 10.