Socratisch gesprek over aspect 2 De manier waarop je jezelf waarneemt Dishoek, dinsdag 20 september 2016, 7 deelnemers Kernmoment/Ervaring: Een van de deelnemers heeft een ervaring voorbereid, zodat we direct met haar ervaring kunnen beginnen. Het kernmoment/hittepunt: Man en vrouw uit mijn straat die met de hond lopen zeggen mij geen gedag terwijl ik hen wel altijd groet. Vooral de man vind ik heel vervelend. Een keer zag ik hem tegemoetkomen en toen dook hij ineens een steeg in met zijn hond. Dat vond ik een heel vervelend moment, alsof hij echt wegloopt voor mij. Die vrouw heb ik later bij Emergis gezien, zij is hulpverlener. Toen sprak ik haar aan, jij bent toch mijn buurvrouw. Ja zei ze toen, maar later op straat zei ze toch niets. Wat denk je: Ik zeg ook geen gedag meer Ik weet niet waarom, ik heb ze toch niets misdaan? Ik ben alleen vriendelijk. Wat is er mis met mij? Zijn zij de mensen die mij misschien gevonden hebben na mijn suicidepoging? Wat voel je: Afgewezen, ik ken de reden niet, onzekerheid. Ik voel me niet gezien, ontkent. Wat doe je: Ik doe niets. Wat is de onderzoeksvraag die volgens de casusgever bij dit kernmoment hoort? Hoe kan ik mij gelijkwaardig voelen als ik mij niet gezien voel? Volgt de verheldering van het kernmoment door de andere deelnemers, zodat de deelnemers zich in haar situatie kunnen plaatsen, als zichzelf. 10 minuten focus op verplaatsing. Opbrengst vanuit de verschillende gespreksdeelnemers: Wat denk je: a. Wat is er mis, twijfelt aan mezelf, zit er iets raars aan mijn kleding fout, is mijn haar gek? 1
b. Wat een rare mensen, wat is je probleem? c. Ik denk als je niks wilt zeggen dan toch lekker niet d. Negeren die hap! e. Wat een vreemde knakker. Is hij misschien bang voor mij? Kan hij me misschien niet aan, het contact met mij niet aan? f. Misschien wil hij een extra rondje lopen? Wat voel je: a. Ik voel me afgewezen b. Ik voel afstand, laat het afglijden, ik voel me nonchalant, ik hoef niks met ze c. Ik voel me erboven staan omdat ik ze niet ken en dan doet het me niets. Ik ga ze pesten, zeg: he daar hebben we de buren. Maar dat kan alleen omdat ik ze niet echt ken. d. Het voelt niet leuk e. Ik voel me geïntrigeerd, nieuwsgierig f. Ik heb lak aan die lui, ik mag er zijn. Ik voel me sterk en onaangedaan Wat doe je: a. ik kijk heel vriendelijk naar de mensen b. ik zeg in mezelf: dan niet joh! c. Bij de man doe ik niets. Later zou ik wel tegen de vrouw zeggen: he, daar is de buurvrouw! d. Ik spreek ze aan, ik zeg iets over of via de hond. Bijvoorbeeld: wat een raar baasje heb jij. Ik zoek een aanknopingspunt, ik zorg dat ik in beeld kom, dat ik gezien wordt. Actief. e. Ik stap eropaf om te kijken of wat ik denk klopt. Ik vraag het hem. f. ik loop lekker door en geniet van de natuur, herfst. Wat is je antwoord op de onderzoeksvraag? a. Ik bedenk hoe belangrijk die man nou eenmaal is voor mij. Wil ik wat met hem? Zo nee? Dan maakt het me niets uit. Ik mag er zijn, als hij mij niet wil (groeten) dan heeft hij pech dat hij me niet in zijn omgeving wil. b. Door erboven te staan voel ik me gelijkwaardig c. Als ik gezien wil worden raak ik over de zeik als ik die persoon ken. Als ik die ander niet ken doet het me niks. Ik zoek de oorzaak bij mezelf. Ik weet niet hoe ik me dan gelijkwaardig kan voelen, het antwoord is, dat lukt me gewoon niet. d. Ik kan me niet gelijkwaardig voelen want ze zijn gewoon niet geïnteresseerd in mij. e. Door me gelijkwaardig te voelen bij mensen die mij wel zien. Ik voel dan bevestiging, dit werkt voor mij f. Door jezelf te zijn als je jezelf als waardevol persoon ziet dan ben je minder afhankelijk van wat de anderen in jou zien. 2
En waarom is dat jouw antwoord? a. Zo werkt dat voor mij, blijkt uit ervaring. Zo kan ik het hanteren. b. Ik ben het beu om altijd maar vredestichter te zijn, op dit moment ben ik gewoon recalcitrant. c. Het lukt me niet me gelijkwaardig te voelen als mensen die ik ken mij niet zien d. Dat is nou eenmaal zo, ik weet dat je mensen niet kan veranderen e. Het werkt voor mij zo, Heb je een probleem? Kun je het repareren? Ja. Nee. Geen zin om je druk te maken. Nee. Idem. Ja. Nee. Idem. In alle gevallen niets aan te doen. f. Zo te denken heb ik me als doel gesteld Wat is de essentie van deze kwestie? Wat gaat mij aan het hart? Voorafgaand aan het werken met de deugden wordt de essentie zoals die door de verschillende deelnemers gevoeld wordt verwoord: Voorbeeldgever: ik wil me gelijkwaardig, waardevol voelen. De anderen a. Ik ben niet de mindere van een ander, ik mag er zijn b. Voldoende/genoeg eigenwaarde hebben c. Je afgewezen of ongelijkwaardig voelen is voor iedereen verschillend hoe je ermee omgaat. Je mag het altijd voelen, het veranderen is niet aan iedereen gegeven. d. Mijn eigen leven staat bovenaan e. Je eigen welbevinden staat bovenaan f. Ik ben er, ik mag er zijn, ik zorg voor mezelf, ik zie mijzelf en mag gezien worden. De klassieke deugden: 1. Fortitudo/Moed: De juiste vorm van bezieling en verontwaardiging. Het vermogen je angst te dragen, je kleine zelf te overwinnen en ondanks je bangheid te doen wat je behoort te doen. Moed is de balans tussen overmoed en lafheid. Vraag: Welke moed heb ik nodig om recht te doen aan de essentie van deze Verschillende deelnemers: Voorbeeldgever: de moed om rechtop te lopen, handen in je zakken en borst vooruit. a. Loslaten dat ik in dienst ben van een ander b. De confrontatie met mezelf aan te gaan 3
c. De moed dat ik mezelf afgewezen mag voelen, ik mag daar ongelukkig over zijn. d. Moed om op je eigen gevoel af te gaan e. Kracht uit jezelf halen f. Vastberadenheid en doorzettingsvermogen 2. Temperantia/Maat De beteugeling van de begeerte. Jezelf te beheersen, niet mee te laten slepen door je behoeften en neigingen, maar ze ook niet te ontkennen. Maat houden betekent meestal dat je iets moet offeren/opgeven: Vraag: Wat heb ik op te geven/te offeren als ik recht wil doen aan de essentie van deze Voorbeeldgever: ik offer mijn veilige gevoel, mijn gevoel van me minder voelen is ook een soort veilig gevoel. (Let op: iets offeren of opgeven doet altijd een beetje pijn, het moet wel iets zijn wat je liever niet kwijt wilt!) a. Je somberheid opgeven (je kunt er zeer aan gehecht zijn, ook al weet je dat het je pijn doet). Je zelfbeschadiging opgeven, jezelf naar beneden halen kan ook verslavend zijn b. verleidingen weerstaan die je eigenwaarde naar beneden halen c. dat het me gaat lukken om ermee om te gaan d. ik offer mijn gevoel voor morele verplichtingen e. dat ik niet alles precies kan weten, ik offer een beetje zekerheid, daar komt onwetendheid voor in de plaats. f. je offert dat wat je was voor wat je nu bent 3. Prudentia/Bezonnenheid/Verstandigheid: Een combinatie van realisme en verbeeldingskracht, de rede. Laat je niet meeslepen door illusie, maar laat je ook niet beperken door de werkelijkheid. Vraag: Wat heb ik onder ogen te zien als ik recht wil doen aan de essentie van deze Voorbeeldgever: Ik mag/moet mezelf toestaan om me waardevol te voelen! a. Dat het me niet in één maand lukt, dat het met kleine stapjes en ups en downs gaat b. Dat een ander niet perse mijn waarheid voor waar aan hoeft te nemen c. Dat het met kleine stapjes gaat 4
d. Het kost me te veel, ik lever teveel van mezelf in e. Mijn eigen welbevinden bovenaan stellen kan afbreuk doen aan het welbevinden van de ander f. Dat ik recht heb op plezier in mezelf 4. Justitia/Rechtvaardigheid: De hoogste van de vier kardinale deugden. De kunst van het geheel, de kunst ervoor te zorgen dat ieder een aandeel, plaats, taak heeft in het geheel/gemeenschap. De juiste orde, burgerschap, sociale cohesie. Vraag: Wat is goed voor het geheel als ik recht wil doen aan de essentie van deze Voorbeeldgever: de mensen mogen erop vertrouwen dat het goed komt met mij! a. doordat ik mezelf waardeer en accepteer voeg ik iets toe aan de buitenwereld b.? c. Door mezelf goed te voelen, word ik gemakkelijker met mezelf en voor de wereld. d. Probeer een goed mens te zijn voor jezelf en de wereld. e. Als ik een ander tekort doe voelt dat niet goed, laat staan als ik mezelf tekortdoe, hoe moet dat niet voelen? f. Er is geen reden om me minder te voelen Afsluiting: Voor de volgende keer: een aspect per keer is genoeg. Liever geen tijdsdruk. We beginnen weer vanaf de ervaring. Meer korte pauzes. 4 oktober is de volgende keer: wie deelt een ervaring? 5