1. Wat is taalontwikkeling?

Vergelijkbare documenten
Hoe verloopt taalontwikkeling?

Communicatieve vaardigheden bij jongens met Klinefelter. Dorothy De Maesschalck Logopediste COS Brussel

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd 0 tot 4 jaar

Spraak-taal 0-1½ jaar

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND

Adviezen stimulatie taalontwikkeling

Praten leer je niet vanzelf

Adviezen voor het bevorderen van de taalontwikkeling. Afdeling Logopedie

TAAL IS LEUK. Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren

Als praten niet vanzelf gaat

Taalontwikkeling bij baby s, peuters en kleuters

Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind?

maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) begint steeds meer woorden te herhalen en (na) te zeggen

WAT DOET DE LOGOPEDIST?

Ontwikkelingslijnen 0-4 jaar (MET extra doelen) - versie januari Naam kind. Taal Beginnende geletterdheid. Beginnende geletterdheid-fase 5

Leer- en ontwikkelingslijnen 0-7 jaar (ZONDER extra doelen) - versie januari Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling

PEUTERS MET TOS. Vroeg, 23 mei 2019, Utrecht. Marthe Wijs - van Lonkhuijzen

Leren praten. Praten gaat niet vanzelf, praten moet je leren. Een kind leert praten door horen, zien en doen.

Inhoud van de avond. Even voorstellen Gastspreker Hilde van der Vegt 0-1 jaar 1-2 jaar 2-3 jaar 3-4 jaar

Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

De Puk-poster. Goed voorbeeldgedrag. Een baby ontwikkelt zich razendsnel. Vaak lijkt. dit vanzelf te gaan. Toch is het belangrijk om ook

Ontdek de stem van het kind

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND

hoofd, hals en zenuwstelsel info voor de ouders Spraak- en taalstimulatie bij het jonge kind UZ Gent, Dienst Neus-, Keel- en Oorheelkunde

TAALSTOORNIS KINDEREN: PROBLEMEN MET DE PRODUCTIE VAN SPRAAKKLANKEN

Taalontwikkeling en communicatie bij het jonge kind

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd vanaf 4 jaar

Reader voor pedagogisch medewerkers

Achtergrondinformatie over NT2

Wat is een normale ontwikkeling?

Van Nul tot Taal. Doelgericht stimuleren van taal en communicatie

Sabine Wisman. Uitgeverij Ploegsma Amsterdam

ijn kind spreekt meerdere talen Tips voor meertalig opvoeden

Leer- en ontwikkelingslijnen 0-7 jaar (MET extra doelen) - versie januari Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

WAAROM VOORLEZEN? VOORWOORD WANNEER VOORLEZEN?

toont enthousiasme (lacht, kirt, trappelt met de beentjes)

Het is goed om een dagelijks ritueel te hebben, bv. even lezen en zingen voor het naar bed gaan.

Je spreekt thuis verschillende talen? Dat is goed voor je kind!

SPRAAK-, STEM- EN TAALSTOORNISSEN BIJ KINDEREN

Taal. Informatie over logopedie

Leer- en ontwikkelingslijnen 2-7 jaar (ZONDER extra doelen) - versie januari Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

KNO. Spraak-, stem- en taalstoornissen bij kinderen

Peutertijd. Op ontdekkingstocht met je kind. Jeugd en Gezin

Hoe en waarom kinderen communiceren

Afasie en logopedie informatie voor naasten/familie

PUK! Spelkaartjes behorende bij spelbord Pak een Puk!, thema Woordenschat & Taal.

Spraak-, stem- en taal- stoornissen bij kinderen

Stem-, spraak- en taalstoornissen

Audiologisch centrum, spraaktaalteam

Baby s houden van boeken! voorlezen leuk, gezellig én leerzaam!

Er zijn enkele dingen waar u als ouder al op kunt letten in de uitspraak van uw kind:

PRAATPRET

Nieuwsbrief leren. leren en studeren op de basisschool. nummer 7 maart Lieven Coppens

Accent op verhaal. Aan al deze doelen wordt gewerkt, toch duidt u best aan welke u in de verf wil zetten.

Verklarende woordenlijst bij de strategieën uit Praten doe je met z n tweeën voor ouders

LESMATERIAAL ONDERBOUW. Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect. Vo or Groep 1-

Aanvulling Woordenschat NT2

OMCIRKEL HET ANTWOORD DAT HET BESTE BIJ DIT KIND PAST

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

De Baha Softband horen vanaf het prille begin!

Observatieformulier 1: De interacties van het kind met leidsters en leeftijdgenoten

Gesprekjes voeren Waar sta ik nu?

Leerlijn Spelontwikkeling. Leerlijnen voor leerlingen met een IQ tot 35

Taalontwikkeling: woordenschat en woordgebruik passieve woordenschat

OPVOEDTIPS VOOR JONGE OUDERS. 10 handige tips voor ouders van baby s en peuters

Taalontwikkeling bij kinderen met 22q11.2DS

Logopedie bij kinderen met een taalstoornis

Lesmap bij de voorstelling

Handleiding Fasewijzer 0-8 jaar - 1

Meertaligheid: Hoe werkt dat?

Leren praten Turks. Colofon. Hart voor Brabant

Observatieformulier Leerlijn Engelse taal (TPO) Groep 1 & 2

Libra R&A locatie AC Tilburg/Breda. Samen praten

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?

Bekijk het maar! met Suus & Luuk

Leren praten Arabisch

Mensen met afasie hebben moeite met taal, maar zij zijn niet gek!

Introductie logopediepraktijk. Van brabbelen tot babbelen. Ons team van logopedisten. Doelstellingen informatieavond.

HOE STIMULEREN WIJ DE SOCIAAL- EMOTIONELE ONTWIKKELING?

Welke moeilijkheden kunnen optreden bij mensen met afasie?

s Speelbrief ZO LEES IK PIPPO PIPPO-thema prentenboeken JULI 2017 Speelbrief - Juli p1

TOS ervaar en neem mee! SPO de Liemers

Afasie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

ER KOMT EEN VRIENDJE BIJ AAPJE PIPPO

Omgaan met. meer- en anderstaligheid. op school

TALEN JE LEVEN! Informatie over meertalig opvoeden voor ouders en opvoeders

Vroegtijdige herkenning van taalontwikkelingsstoornissen (TOS)

Waar kunt u nu aan merken dat uw kind niet goed hoort of moeite heeft met luisteren?

Hatsjoe! heb je pijn? Dit zijn mijn wangetjes. Activiteiten. Voorleesverhaa I. Spelenderwijs ontwikkelen LIEDJES :=-

Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties

LEESTIP. Speel- & Leerbrief JUNI Marja Baeten. Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar BABY S ZIJN OVERAL JUNI 2015.

TALEN JE LEVEN! MEER WETEN? Informatie over meertalig opvoeden voor ouders en opvoeders. Heb je vragen over meertalig opvoeden? Neem contact op met:

Gehoorverlies bij kinderen

Leerlijn Sociaal-emotionele ontwikkeling

Signaleringslijst voor Kleuters 2.0 1)

Waarom dit boek? 7. 1 De ik-fabriek, wat is dat? Lichaamsseintjes Je lichaam is net een fabriek 17

1 Taal en TOS in het algemeen

Iedereen kan last krijgen van stemproblemen en het komt zowel bij kinderen als bij volwassenen voor.

LEESTIP. Speel- & Leerbrief MEI Marja Baeten. Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar ZE KOMEN VOOR DE VRIENDJES! MEI 2015.

Transcriptie:

1. Wat is taalontwikkeling? Mensen willen graag hun wensen, gevoelens en ervaringen delen met anderen. Dit doen ze zowel met woorden als met hun lichaam (lachen, huilen, wijzen,...). Een kind leert daarvoor eerst zijn lichaam gebruiken. Wanneer kinderen leren dat er meer is dan hier en nu, zijn mimiek en lichaamstaal niet langer voldoende en begint het kind aan het einde van het eerste levensjaar te experimenteren met de gesproken taal. Vanaf de lagere school zullen kinderen leren dat er naast de gesproken taal ook een geschreven taal bestaat. 2. Hoe verloopt de normale taalontwikkeling van een kind? a. 0 tot 6 maanden In het begin communiceert uw kind nog niet met een doel, maar als ouder reageert hierop alsof dat wel zo is. Hierdoor leert het kind wat het met communicatie kan verkrijgen. In de eerste maanden gebruikt een baby zijn lichaam: huilen, lachen, kijken, bewegen of geluid maken. Uw kind reageert op uw stem of op geluiden in de omgeving. Vanaf vier maanden raakt de baby steeds meer geïnteresseerd in anderen en neemt het zelf meer initiatief. Hij begint geluiden te maken en vindt het leuk om zichzelf te horen. b. 6 tot 12 maanden Op de leeftijd van 6 à 7 maanden begint uw baby te brabbelen: dadada, bababa,... Soms klinkt het al alsof uw baby papa of mama zegt in zo n brabbelreeks. Vanaf 8 maanden kan het kindje vragen om een spelletje, troost zoeken of protesteren. Uw kind leert enkele simpele gebaren zoals wijzen, nee schudden en zwaaien. Als het dit gaat combineren met geluiden en blikrichting kunt u hem steeds makkelijker begrijpen. Uw kind begrijpt enkele namen van personen en voorwerpen uit zijn omgeving, maar de voorwerpen moeten wel zichtbaar zijn voor het kind. c. Eén jaar Uw kind brabbelt veel en gevarieerd, waardoor het steeds meer klinkt als de taal. Rond de eerste verjaardag verschijnen de eerste woordjes, maar de verschillen tussen kinderen zijn zeer groot (tussen 8 en 18 maanden). In het begin gebruikt uw kind een tiental losse woorden, die verwijzen naar mensen, voorwerpen of gebeurtenissen in het hier-en-nu. Een woord kan verschillende betekenissen hebben; bijvoorbeeld papa kan betekenen: Daar is papa, Die fiets is van papa of Papa, til me op.

De lichaamstaal, de mimiek en de gebaren blijven nog erg aanwezig. Het kind begrijpt op dit moment meer woorden dan het kan zeggen. Ook reageert uw kind op zijn eigen naam en begrijpt het al eenvoudige opdrachten ( Pak de bal ). c. 18 tot 24 maanden Als een kind 18 maanden oud is, kent het meestal enkele woordjes, maar deze zijn nog niet altijd correct uitgesproken. Als uw kind ongeveer 50 woorden kent, leert het plots aan een enorme snelheid nieuwe woorden bij (woordenschatspurt). Op dat moment begint uw kind losse woorden samen te voegen tot de eerste twee-woordzinnen, zoals papa auto. Gelukkig praat uw kind nu vooral over het hier-en-nu, zodat u gebruik kan maken van de situatie om uw kind te begrijpen. U kunt nu korte gesprekjes met uw kind voeren. d. 2 tot 3 jaar Uw kind gebruikt de taal om gesprekjes te voeren en van alles te leren. Uw kind leert opeens zeer veel nieuwe woorden en zegt zijn eigen naam. Het kind spreekt steeds meer in zinnen (van 3, 4 en 5 woorden), het stelt vragen en leert werkwoorden vervoegen (vb.: Ik ben gevallen ). Ook leert uw kind lidwoorden, voorzetsels (in, op), voornaamwoorden (ik, jij) en meervouden te gebruiken (vb.: auto s, maar ook koeies ). Het besef van tijd ontstaat, waardoor uw kind woorden zoals morgen en straks zal gebruiken. Deze tijdsaanduidingen worden nog ruim gebruikt. De gebeurtenis van gisteren kan net zo goed een week geleden plaats hebben gevonden. Het kind vertelt ook waar iets is en kan nu ook gevoelens beschrijven. Uw kind oefent volop met alle nieuwe woorden en taalregels waardoor het soms fouten maakt. Soms lijkt het alsof uw kind meer fouten maakt dan eerst. Deze fouten laten echter zien dat uw kind op zoek is naar regels. Het kind leert uiteindelijk de juiste toepassingen vanzelf door uw goede voorbeeld. Uw kind begint korte, maar nog onsamenhangende verhalen te vertellen. Door uw kind vragen te stellen kunt u uw kind helpen om zijn boodschap toch over te brengen. Uw kind snapt eenvoudige zinnen. Op simpele vragen zoals Wat ben je aan het doen? kan het antwoord geven. Het kind kan eenvoudige aanwijzingen en dubbele opdrachten opvolgen, zoals Pak je pyjama en trek hem aan. Ook simpele gebeurtenissen en eenvoudige verhaaltjes uit een boek worden nu begrepen. e. 3 tot 4 jaar Een kind van deze leeftijd voert al hele gesprekjes. U hoeft hem bijna niet meer te helpen om iets duidelijk te maken. De grammaticale structuur is vaak nog afwijkend van de volwassen grammaticale structuur. Langzaamaan gaat uw kind twee of meer ideeën met elkaar verbinden zoals Als ik later een grote meneer ben, ga ik ook naar de kapper. Uw kind wil op deze leeftijd alles weten en stelt eindeloos vragen naar het waarom. Doordat het kind u het een en ander hoort vertellen, leert het stap

voor stap de wereld te begrijpen. Door de vele antwoorden op de waarom - vragen leert uw kind tevens een moeilijke zinsconstructie beheersen. Taal wordt zo steeds meer gebruikt om mee te denken, te leren en te fantaseren. Uw kind gebruikt taal om zijn eigen gedrag en dat van anderen te sturen of te beïnvloeden, om van te voren plannen te maken, om te anticiperen op wat er gaat gebeuren, om te vertellen over dingen die zijn gebeurd en om een fantasiewereld te scheppen. 3. Hoe kan ik de taal van mijn kind stimuleren? a. 0 tot 6 maanden Als u samen met uw kind om-de-beurt geluid gaat maken komt het beurtwisselen van de taalontwikkeling op gang. Dit is een belangrijke vaardigheid in het voeren van gesprekjes met anderen. Praat rustig en vriendelijk tegen uw baby. Zing en lach met uw kind mee. Benoem de personen en dingen om het kindje heen ( Daar is papa, Kijk de poes ). En vertel uw kind steeds wat u aan het doen bent ( Zo, ik ga je wassen ). Geef uw kind boekjes van stof of plastic en kijk samen naar de plaatjes. b. 6 tot 12 maanden Spelletjes met uw baby zijn voorlopig eenvoudig. Liedjes zingen is fantastisch, zeker als er allerlei spannende geluiden en bewegingen aan te pas komen. Ook kiekeboe-spelletjes zijn favoriet. Zo leert het kindje dat iets dat even weg is, weer terugkomt. Door het maken van geluiden of bewegingen met zijn hele lichaam laat het u weten dat het spelletje door moet gaan! c. Eén jaar Maak veranderingen met uw stem, dit vindt uw kind leuk. Laat uw kind het plezier van communiceren zien. Moedig alle vormen van wederzijdse communicatie aan: gekke bekken trekken, (glim)lachen, aankijken, kiekeboespelletjes. Geef uw kind boekjes van hard karton, stof of plastic en bekijk en beschrijf samen de plaatjes. d. 18 tot 24 maanden Gebruik eenvoudige en korte zinnen. Herhaal de woorden die uw kind niet goed uitspreekt op de correcte manier, maar vraag niet aan het kind om ook correct te herhalen. Het is beter om niet in peutertaal te praten. Als uw kind Auto toet zegt kunt u antwoorden met: Daar rijdt een auto. De auto doet toet toet. e. 2 tot 3 jaar U kunt de woordenschat van uw kind vergroten door voorwerpen te benoemen en door te vertellen wat u aan het doen bent. Leg de woorden die het kind niet begrijpt uit door iets te laten zien, ruiken, voelen of proeven of door iets voor te doen, een foto of een tekening ervan te laten zien. Op deze leeftijd spreekt uw kind de woorden nog niet goed uit. Vraag uw kind niet om het woord goed te herhalen, maar geef zelf het juiste voorbeeld. Door uw goede voorbeeld leert het kind de juiste uitspraak vanzelf. Als uw kind televisie kijkt, kijk dan met het kind mee en praat over wat jullie zien.

4. Wanneer moet ik me zorgen maken over de taalontwikkeling van mijn kind? Wanneer uw kind volgende mijlpalen niet behaalt, kan het aangewezen zijn om uw zorgen uit te spreken tegen de leerkracht of een CLB-medewerker. Zij zullen samen met u bekijken of het zinvol is om een logopediste te contacteren. De logopediste zal een onderzoek plannen om te bekijken of logopedische begeleiding noodzakelijk is. Indien nodig zal ze jullie doorverwijzen voor noodzakelijk aanvullend onderzoek. 18 maanden: het kind zegt nog geen woord of het praat bijna uitsluitend in klinkers het kind schijnt weinig taal te begrijpen uw kind huilt veel, is gefrustreerd of boos, omdat anderen hem niet begrijpen. uw kind gebruikt weinig lichaamstaal 2-2,5 jaar: het kind kent nog maar weinig woorden het kind maakt nog geen tweewoordzinnen 3-4 jaar: het kind maakt nog geen korte zinnetjes het kind is grotendeels onverstaanbaar voor vreemden de gebrekkige taal belemmert uw kind in het contact met andere kinderen. Uw kind begrijpt de talig aangeboden informatie in de klas niet. 4-4,5 jaar: het kind kan nog geen verhaaltje of gebeurtenis vertellen het kind spreekt nog niet alle klanken goed uit andere kinderen en volwassenen maken negatieve opmerkingen over de spraak en taal van uw kind uw kind praat heel eentonig, extra luid of zeer stil uw kind praat erg snel, laat veel klanken weg of vervormt woorden 5 jaar: de kleuter maakt nog geen goede zinnen. de kleuter bezit niet de nodige voorschoolse vaardigheden op het vlak van taal: hakken en plakken uw kind spreekt met te veel of te weinig neusklank 5. Wat is het verschil een vertraagde spraak- en taalontwikkeling en een taalstoornis? Er is sprake van een vertraagde taalontwikkeling wanneer een kind op taalgebied beduidend achterblijft of negatief afwijkt in vergelijking met leeftijdsgenootjes. Bij een vertraagde taalontwikkeling kunnen zich problemen voordoen in het begrijpen van de gesproken taal, het vormen van correcte en voldoende lange zinnen, een beperkte woordenschat of moeilijkheden met het vertellen van een correct opgebouwd en samenhangend verhaal. Een vertraagde taalontwikkeling kan samenhangen met een algehele ontwikkelingsachterstand, een informatieverwerkingsprobleem of een gehoorprobleem. Tevens spelen psychologische factoren, sociale factoren en de aard en hoeveelheid taalaanbod een rol.

Bij een vertraagde spraak- en taalontwikkeling zien we een gelijkmatige achterstand voor de verschillende gebieden. Het kind begrijpt en spreekt op dezelfde manier als een kind van een jongere leeftijd. Bij een taalstoornis daarentegen merken we dat kinderen verschillend ontwikkelen voor bepaalde delen van de taal. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat een kind veel beter begrijpt dan het kan spreken. Door een taalontwikkelingsstoornis kunnen leerstoornissen en sociaal-emotionele problemen ontstaan. 6. Wat doet een logopedist? Het is van groot belang dat een taalontwikkelingsstoornis zo vroeg mogelijk gedetecteerd wordt, zodat een eventuele behandeling tijdig kan worden opgestart. De logopedist onderzoekt de taalontwikkeling van het kind zorgvuldig. Het is belangrijk zo veel mogelijk informatie te verzamelen, zodat er zo gericht mogelijk aan de taalontwikkeling kan worden gewerkt. Dat begint bij een eerste gesprek met kind en ouders. Tijdens het eerste gesprek wordt onder meer duidelijk wat de hulpvraag is, hoe de ontwikkeling van het kind gelopen is en wat ouders zelf hebben gedaan om de taalontwikkeling te stimuleren. De taalonderzoeken worden veelal afgenomen met gestandaardiseerde testen. Met deze testen wordt het talige niveau van een kind in vergelijking met zijn leeftijdsgenootjes bepaald. Er kan onderzoek verricht worden naar het taalbegrip, de taalproductie en communicatievaardigheden. Naar aanleiding van de uitslagen van de taalonderzoeken en verzamelde informatie wordt een diagnose gesteld. In overleg met de ouders wordt een plan gemaakt om zo gericht mogelijk aan de taalontwikkeling te kunnen gaan werken. Er bestaat indirecte en de directe therapie. Bij de indirecte therapie worden de ouders door de logopedist geïnformeerd en geïnstrueerd hoe ze de taalontwikkeling zo goed mogelijk kunnen stimuleren. De ouders leren hoe ze in allerlei dagelijkse situaties extra aandacht aan de taal van het kind kunnen besteden. Het kind krijgt op deze manier veel mogelijkheden om taal te koppelen aan ervaringen. Bij de directe therapie werkt de logopedist met het kind. Ze bevordert een optimale communicatie. Daarnaast wordt het taalgedrag van het kind in de gaten gehouden en wordt daar zo goed mogelijk met het eigen taalaanbod op ingespeeld. Samenwerking met de ouders is uiterst belangrijk. Ouders worden nauw bij de behandeling betrokken, zodat de taalontwikkeling ook thuis goed gestimuleerd kan worden en het kind de kans krijgt om de taal zo goed mogelijk te kunnen ontwikkelen. Tevens is het zinvol om samen te werken met leerkrachten en andere behandelaars, zodat er zo effectief mogelijk aan de hulpvraag kan worden gewerkt.