Normjaartaakbeleid CSG Prins Maurits Middelharnis 1 augustus 2011
Inhoud 1. Wat is (normjaar)taakbeleid? 2. De normjaartaak uitgangspunten a. De lesdefinitie. b. Het voor en nawerk. c. De overige taken d. De deskundigheidsbevordering. 3. Het maximum aantal lessen per week en het aantal lesweken per jaar. 4. Berekening werktijdsfactor en klokuren normjaartaak. 5. De consequenties van de BAPOregeling, ouderschapsverlof en zwangerschapsverlof voor de normjaartaak. 6. Waarneemuren Normjaartaakbeleid CSG Prins Maurits Middelharnis 01082011 2
Hoofdstuk 1 Wat is (normjaar)taakbeleid? Begripsbepaling Taakbeleid is de optimale afstemming tussen het takenpakket van de school enerzijds en de capaciteiten en de beschikbare tijd van het personeel anderzijds, teneinde de organisatiedoelen van de school te realiseren. Hiermee beoogt taakbeleid dat: de strategische, onderwijskundige en organisatorische doelen die een school zich stelt, bereikt worden; de juiste persoon op de juiste plek zit; medewerkers bij voorkeur die taken uitvoeren waarin zij goed zijn en die en passen bij hun eigen wensen en mogelijkheden. het werk binnen een school evenredig verdeeld wordt over de medewerkers. Redenen voor taakbeleid: In de CAO is formeel vastgelegd dat de scholen een taakbeleid voeren op basis van de omvang van de normbetrekking. Een evenwichtige spreiding van de opgedragen werkzaamheden en werkdruk over het schooljaar. Het zo goed mogelijk realiseren van de doelstellingen van de school. Het optimaal benutten van het potentieel dat in de school aanwezig is. Het ontwikkelen van de capaciteiten van de docent in relatie tot de doelstellingen van de school. Het taakbeleid is een belangrijk instrument om op een professionele manier te werken binnen de CSG Prins Maurits. Werkwijze: Voor aanvang van het nieuwe cursusjaar, doch uiterlijk 1 juni wordt met ieder personeelslid afgesproken op welke manier de jaartaak wordt gevuld. Daarbij komen lestaak, overige taken en deskundigheidsbevordering ter sprake. Normjaartaakbeleid CSG Prins Maurits Middelharnis 01082011 3
Hoofdstuk 2 De Normjaartaak uitgangspunten Uitgangspunt is de afspraken die gemaakt zijn in de CAOVO. De regels die cursief zijn gedrukt, komen uit de CAOafspraken voort. De normjaartaak van een docent LB, LC en LD bedraagt 1659 klokuren. De normjaartaak kent drie onderdelen: o lesgevende taken o overige taken o deskundigheidsbevordering. De normering in tijd van deze drie onderdelen wordt vastgesteld op schoolniveau, waarbij er de verplichting is om minimaal 10% van de tijd te besteden aan deskundigheidsbevordering. De tijd voor de verschillende onderdelen mag niet ten koste gaan van elkaar. Dat wil zeggen dat de tijd voor deskundigheidsbevordering niet ten koste mag gaan van de tijd voor de lesgevende en overige taken. De tijd voor overige taken mag niet ten koste gaan van de deskundigheidsbevordering en de lesgevende taken. Het is mogelijk om een lesgevende taak te rekenen onder overige taak. Het is mogelijk om een overige taak te rekenen onder lesgevende taak. Bij de verdeling van de werkzaamheden over de week wordt de beschikbaarheidstabel van de CAO aangehouden. Iedere docent met een fulltime aanstelling krijgt een trekkingsrecht van 24 klokuren. Parttimers krijgen de uren naar rato. De docent is vrij om de 24 klokuren uit de lessentaak (incl. voor en nawerk) te halen of uit de nietlestaken. Vervolgens kan de docent de uren bij een andere taak voegen. De docent heeft ook de mogelijkheid de klokuren te verzilveren. De docent kan van jaar tot jaar invulling geven aan zijn trekkingsrecht. De docent maakt zijn keuze inzake het trekkingsrecht voor een schooljaar uiterlijk 15 maart daaraan voorafgaand aan de schoolleiding bekend. Een fulltime docent, die binnen het geldende taakbeleid met het maximum aan lesgevende taken is belast, kan aanspraak maken op een lesroostervrij dagdeel per week. Inzet van het trekkingsrecht op lestaken tast deze aanspraak niet aan. Geeft een docent overuren, dan vervalt daarmee de aanspraak op een roostervrij dagdeel, omdat de extra uren ook op een goede manier ingeroosterd moeten worden. Startende docenten krijgen in het eerste jaar van de reguliere aanstelling een reductie van 20% van de lessentaak. Deze tijd kunnen ze gebruiken voor begeleiding en voorbereiding van het werk. Onder een startende docent wordt verstaan de docent met een reguliere aanstelling in een leraarsfunctie, ongeacht de omvang van de betrekking. De 20% heeft betrekking op de in het taakbeleid van de school vastgestelde lestaak bij een vergelijkbare aanstelling. Een voorafgaande LIO of vervangingsaanstelling heeft dus geen beperkende invloed op deze afspraak (CAO20092010). Voor het begin van het nieuwe cursusjaar, doch uiterlijk 1 juni, is de concrete vulling van de jaartaak in overleg met de docent vastgesteld. Dit overleg wordt gevoerd door een directielid of teamleider. Aan het begin van het cursusjaar ontvangt iedere docent een overzicht van de normjaartaak waarin deze onderdelen staan beschreven. Gaandeweg de cursus kan, in bijzondere gevallen, in overleg met de docent, de invulling van de jaartaak worden bijgesteld door de directie. Normjaartaakbeleid CSG Prins Maurits Middelharnis 01082011 4
Hoofdstuk 2a De Normjaartaak de lesdefinitie Lesdefinitie Een les is een gepland moment voor een klas, waarop aan leerlingen onderwijs wordt gegeven, dan wel prestaties van een of meer leerlingen aan een mondeling of schriftelijk onderzoek worden onderworpen. Aan een les zit per definitie voor en nawerk. Een les duurt 50 minuten. Nadere specificering Ingeroosterde uren waaraan geen voor en nawerk zit vallen niet onder de definitie lestijd. Voorbeelden: o Zstilte uren. o Uren zonder voor en nawerk o Waarneemuren voor een collega. o Surveillance o Mentorgesprekken / coachgesprekken Studielessen en begeleidingsuren vallen wel onder de definitie van een les. Normjaartaakbeleid CSG Prins Maurits Middelharnis 01082011 5
Hoofdstuk 2b De Normjaartaak het voor en nawerk De term voor en nawerk is verbonden met het begrip les. Werkzaamheden die voortkomen uit het gegeven dat er les wordt gegeven kunnen vallen onder dit begrip. Hieronder wordt dit nader gespecificeerd. Aan de som van de uren voor het lesgeven wordt een opslagfactor toegekend, zodat de werkzaamheden die uit het lesgeven voortvloeien of daar mee verbonden zijn, gedaan kunnen worden. In de jaartaak is daarmee aangegeven hoeveel uren er beschikbaar zijn voor deze werkzaamheden. Er is een uniforme opslagfactor waarbij er geen onderscheid gemaakt wordt tussen vakken en klassen waarin les wordt gegeven. Werkzaamheden die vallen onder het voor en nawerk. voorbereiding lessen voorbereiding dagopeningen correctiewerk werkzaamheden t.b.v. lessen rapportvergaderingen invoeren van cijfers invoeren van gegevens in en raadplegen van het leerling volgsysteem, t.b.v. het lesgeven sectievergaderingen De opslagfactor die wordt gehanteerd is: 0,60. Normjaartaakbeleid CSG Prins Maurits Middelharnis 01082011 6
Hoofdstuk 2c De Normjaartaak de overige taken De lijst in bijlage A is een opsomming van taken die geheel of gedeeltelijk onder de overige taken van de jaartaak vallen. De lijst is niet volledig en kan jaarlijks aangepast worden. Eenmaal per jaar wordt de lijst vastgesteld in overleg met de MR. Bij het niet voorkomen op de lijst bepaalt de directie of dit een taak is die kan worden geplaatst onder overige taken. Iedere docent krijgt twee maal per jaar een overzicht van de stand van de overige taken. Het beleid is er op gericht dat de uren in de overige taken elk jaar volledig zijn gevuld. Uren kunnen niet gespaard worden voor een volgend cursusjaar. Een teveel aan gewerkte uren wordt uitbetaald. Een tekort aan uren wordt in principe in het volgende cursusjaar ingehaald. De mogelijkheid bestaat dat een tekort aan uren voor de overige taken wordt overgeheveld naar een lesgevende taak. Docenten die op 1 augustus van het cursusjaar tussen de 52 en 55 jaar zijn krijgen een reductie van 20 klokuren op de overige taken. Docenten die op 1 augustus van het cursusjaar 56 jaar of ouder zijn krijgen een reductie van 40 klokuren op de overige taken. Voor de docent in een deeltijdbetrekking worden bovenstaande afspraken op overeen- komstige wijze, naar rato, toegepast. Normjaartaakbeleid CSG Prins Maurits Middelharnis 01082011 7
Hoofdstuk 2d De Normjaartaak de deskundigheidsbevordering Binnen de normjaartaak van de leraar wordt 170 uur aangemerkt als uren ten behoeve van deskundigheidsbevordering. De invulling van 50% van de uren voor deskundigheidsbevordering kan door de school worden ingevuld, in relatie met het scholingsbeleid en het persoonlijk ontwikkelingsplan. Een deel van de teamvergaderingen wordt benoemd als deskundigheidsbevordering. De school rekent hier op jaarbasis 10 klokuren voor (bij een werktijdsfactor van 1,0). Functioneringsgesprekken en POPgesprekken worden ook onder deskundigheidsbevordering gerekend. Hiervoor wordt per gesprek 2 klokuren gerekend. De overige 50% van de uren moet door de docent zelf worden ingevuld. Iedere docent heeft een trekkingsrecht op scholing van 500 euro. De docent kan dit budget naar eigen inzicht inzetten. De schoolleiding kan scholing opleggen. Normjaartaakbeleid CSG Prins Maurits Middelharnis 01082011 8
Hoofdstuk 3 Het maximum aantal lessen per week en het aantal lesweken per jaar Voor de berekening van de lesgevende taak wordt gerekend met een maximaal aantal weken van 37,5. Specifieke afspraken voor de docent in een volledige betrekking: o deze geeft gemiddeld 24 lessen van 50 minuten per week o het maximaal aantal lessen op jaarbasis is daarmee 900. Dat is omgerekend maximaal 750 klokuren op jaarbasis. In onderling overleg kan de docent worden belast met maximaal 28 lesuren van 50 minuten per week met dien verstande dat zulks: o instemming behoeft van de individuele docent; o telkens voor ten hoogste een schooljaar wordt bepaald; o niet leidt tot verdringing van andere personeelsleden. In verband met periodisering kan in voorkomende gevallen de lessentaak gedurende een periode verhoogd worden met maximaal 3 lessen, mits door deze verhoging: o het totale aantal lessen op jaarbasis niet wordt overschreden en o opeenvolgende piekbelasting niet voor komt. Voor de docent in een deeltijdbetrekking worden bovenstaande afspraken op overeen- komstige wijze, naar rato, toegepast. Normjaartaakbeleid CSG Prins Maurits Middelharnis 01082011 9
Hoofdstuk 4 Berekening werktijdsfactor en klokuren normjaartaak De werktijdsfactor wordt gebaseerd op grond van het gemiddeld aantal lessen per week. In de huidige systematiek komt dat neer op het volgende. Een volledige baan bestaat uit 24 lessen per week. Dat komt neer op een werktijdsfactor (wtf) van 1,0. Eén les per week staat gelijk aan een werktijdsfactor van 1/24 = 0,0417 Het aantal lesweken voor de normjaartaakberekening is 37,5. Klokuren normjaartaak: 1659 Lesgevende taken Het aantal klokuren voor de lesgevende taak bedraagt: 24 x 50/60 x 37,5 = 750 klokuren. Factor vnw. 0,60 = 450 klokuren Totaal 1200 klokuren Overige taken Het aantal klokuren voor de overige taken is 289. Deskundigheidsbevordering Het aantal klokuren voor deskundigheidsbevordering is 170. Normjaartaakbeleid CSG Prins Maurits Middelharnis 01082011 10
Hoofdstuk 5 De consequenties van de BAPOregeling, ouderschapsverlof en zwangerschapsverlof voor de normjaartaak De BAPOregeling geeft een vermindering van het aantal lessen. In de CAO staat het maximale aantal klokuren BAPO aangegeven. Indien het aantal klokuren lesvermindering minder is dan het aantal klokuren BAPO, zullen de overige taken en deskundigheidsbevordering met het aantal klokuren verminderd worden zodat het volledige aantal klokuren BAPOverlof wordt bereikt. De grootte van het BAPOverlof wordt apart aangegeven op het overzicht van de normjaartaak. Docenten kunnen gebruik maken van een BAPOvariant waarbij er geen financiële consequenties zijn. Deze regeling is als volgt: o De uren voor BAPO (170 uur of 340 uur) worden verwaard naar 100% uren in plaats van 65% (CAO). Men levert BAPOuren in tegen het percentage waarvoor anders salaris zou worden ingeleverd: 170 uur BAPO wordt 111 uur BAPO zonder salariskorting. 340 uur BAPO wordt 221 uur BAPO zonder salariskorting. o Deze regeling impliceert dat: bij 111 uur BAPO er 2 lesuren minder worden gegeven. bij 221 uur BAPO er 4 lesuren minder worden gegeven. o Een eenmaal gemaakte keuze voor de BAPOvariant kan worden gewijzigd naar de wettelijke BAPOregeling. o Wijziging van de wettelijke BAPOregeling naar de BAPO variant kan alleen als dit niet leidt tot verdringing van andere docenten. o Deze constructie mag niet leiden een verhoging van de werktijdsfactor boven de oorspronkelijke benoemingsomvang. Docenten die gebruik maken van de ouderschapsverlofregeling of zwangerschapsverlof- regeling krijgen een vermindering van uren in de overige taken en de deskundigheidsbevordering naar rato van het aantal uren verlof. Normjaartaakbeleid CSG Prins Maurits Middelharnis 01082011 11
Hoofdstuk 6 Waarneemuren In principe kan iedere docent gevraagd worden om een les van een afwezige collega waar te nemen. Binnen het taakbeleid wordt deze taak gerekend onder de overige taken. Om de belasting voor de docenten niet te groot te laten worden, is er een aantal randvoorwaarden. Een docent krijgt in het rooster vaste momenten waarop hij/zij voor een waarneemles kan worden ingezet. Zo kan een docent vooraf rekening houden met een mogelijke inzet bij een waarneemles. De docent moet op die momenten beschikbaar zijn. Als een docent niet genoeg ruimte heeft in de overige taken, wordt hij/zij alleen na toestemming ingezet. De gegeven uren worden uitbetaald. Het maximale aantal waarneemuren per week is 3. Docenten die een waarneemuur geven, krijgen per gegeven les, een klokuur in de overige taken. Per vast aangegeven roostermoment krijgt een docent 5 klokuren op jaarbasis in de overige taken. Bij overmacht kunnen ook docenten ingezet worden voor een waarneemuur buiten de vaste roostermomenten. Bij voorkeur worden de waarneemlessen gegeven in klassen waaraan de docent zelf ook les geeft. Normjaartaakbeleid CSG Prins Maurits Middelharnis 01082011 12
Bijlage A. Lijst met overige taken Nr Omschrijving Klokuren Opmerkingen 1 Personeelsvergaderingalgemeen 2 Per keer 2 Teamvergaderingen 10 Per jaar. Deels desk.h. bevordering 3 Mentoraat 2040 Soms deels in de lestaak opgenomen 4 Jaaropening/sluiting/kerstviering leiden 10 5 Bijwonen viering 1 6 Eten met de klas 030 Afhankelijk van wtf. Wtf x 30 7 Open dag 6 8 Excursie var. Kan deels onder lessen vallen 9 Commissie algemeen var. 10 Commissie onderwijs var. Deels deskundigheidsbevordering 11 Contactavond var. Tijdsduur van de gesprekken 12 Internationalisering 30 13 Surveilleren examen var. Kan deels onder lessen vallen 14 Toezicht houden pauze 10 Per keer ingezet op jaarbasis 15 Onderwijsvernieuwingen var. Deels desk.h. bevordering 16 Organisatie / uitvoeren algemene activiteiten var. Kan ook deels onder lestaak 17 Afdelingsvergaderingen PRO 20 Per jaar. Deels desk.h. bevordering 18 Zuren stilte uur 1 Per les 19 Waarneemuren 1 Per waarneemuur, vaste voet 5 20 Coachingsgesprekken met leerlingen PRO 30 Per jaar 21 Ontwikkelgroep var. Deels deskundigheidsbevordering 22 Klankbordgroep var. 23 Begeleiden stagiair/docent var. 24 Bijwonen voorlichtingsavond 3 25 Meedoen sportdag var. Kan deels onder lessen vallen 26 Langlaufen / kanoën var. Kan deels onder lessen vallen 27 Schaatsen var. Kan deels onder lessen vallen 28 Zeilen var. Kan deels onder lessen vallen 29 Kooractiviteiten var. Kan deels onder lessen vallen 30 Cultuurclub 20 31 Liturgische ondersteuning 3 32 Maken Bijbelrooster 1030 33 Vertrouwenspersoon leerlingen 10 34 Werkzaamheden lokaalverantwoordelijke 10 35 Diplomauitreiking 3 36 Huisbezoek leerling 1 Per bezoek Normjaartaakbeleid CSG Prins Maurits Middelharnis 01082011 13