Stageverslag Naam: Sanne Terpstra Studentnummer: 500646500 Stageplek: Gaasperdam (Cordaan) Stageafdeling: Gaasperplas Locatie stage: Amsterdam Zuidoost Stagebegeleider: Wapke Russchen Werkbegeleiders: Shuraima Honely en Carla Brahm 25 januari 2012 30 maart 2012
Inhoudsopgave Inleiding 2 Leerproces 3 - Opdracht 1: Beschrijving van de stage afdeling en schrijven stagewerkplan 3 - Opdracht 2: Sturen eigen leerproces 3 - Opdracht 3: Verlenen van zorg 5 - Opdracht 4: Preventieve zorg verlenen 6 - Opdracht 5: Geven van voorlichting 7 - Opdracht 6: Oriëntatie eigen geschiktheid voor beroep 7 - Persoonlijke leerdoelen vanuit SLB 8 Analyse leerproces 9 Conclusie Leerproces 9 Praktijkvoorbeelden 10 Aandachtspunten voor volgende periodes 11 Bijlagen 12 1
Inleiding Mijn stage is bijna afgelopen. Daarom is het ook tijd om terug te kijken op mijn stageperiode en te reflecteren op mijn leerproces. Dit doe ik aan de hand van mijn stageverslag. In dit stageverslag begin ik met het beschrijven van mijn leerproces, zowel de voorgenomen leerdoelen als het leerresultaat. Ik schrijf een analyse en conclusie over bevorderende en belemmerende factoren bij het praktijkleren die ik heb ervaren. Ik ga mijn leerproces toelichten met behulp van vijf praktijkvoorbeelden uit mijn stage. Bij elk praktijkvoorbeeld ga ik uitleggen waarom juist deze situatie voor mij het meest of bijzonder leerrendement heeft opgeleverd. Als laatste formuleer ik aandachtspunten voor een volgende onderwijsperiode en stageperiode. Deze passen bij de analyse en conclusie over het leerproces. Het doel van mijn stageverslag is het terugkijken op mijn stage en het leerproces. Hiernaast vooral het formuleren van aandachtspunten voor volgende stages en mijn opleiding. 2
Leerproces Voor het leerproces gebruik ik bijlage 1: Stagewerkplan. Als iets onduidelijk is of u meer informatie wilt, zie bijlage 1. Opdracht 1: Beschrijving van de stage afdeling en schrijven stagewerkplan Voornemens: Beschrijving van de stage afdeling uitwerken in mijn stagewerkplan en zelf oriënteren op de afdeling. In week 3 van mijn stage mijn stagewerkplan inleveren bij Wapke Russchen en Josanne Kers. Een voldoende beoordeling hiervoor ontvangen. Proces: Mijn stage begon op 25 januari. Ik heb een rondleiding gehad van mijn werkbegeleider en hierdoor ben ik wegwijs geworden op de afdeling. Ook heb ik gevraagd voor informatie over Cordaan van mijn werkbegeleider en deze informatie heb ik verwerkt in mijn stagewerkplan. Zelfs de dagplanning heb ik gevraagd van mijn werkbegeleider. Op 6 februari 2012 had ik de eerste versie van mijn stagewerkplan ingeleverd. Aan de hand van deze kreeg ik feedback en deze feedback heb ik verwerkt in mijn stagewerkplan. De tweede versie heb ik 19 februari ingeleverd. Resultaat: Een voldoende voor mijn stagewerkplan.(bijlage 2: Beoordelingsformulier stagewerkplan stage jaar 1) Leuke kennismaking met de afdeling. Opdracht 2: Sturen eigen leerproces Leerdoel 1: Ik ben in staat om binnen 2 weken alles te vinden(kleding van zorgvragers, handdoeken enzovoort) en ik weet hoe de dagplanning verloopt op mijn afdeling. Voornemens: Binnen twee weken mijn afdeling leren kennen. Dit doe ik door een rondleiding te vragen en elke week vanaf week 3 van mijn stage reflectieformulieren in laten invullen door mijn werkbegeleider. Voor mijn tussentijdse beoordeling wordt het beoordelingsformulier leergedrag en verpleegkundige attitude ingevuld door mijn werkbegeleider. Mijn verpleegkundige attitude beoordeelt ook mijn leerhouding. Proces: Ik heb een rondleiding gehad van mijn werkbegeleider. De eerste twee weken liep ik elke ochtend mee met mijn werkbegeleider of een andere collega. In week 2 van mijn stage ben ik zelfstandig zorgvragers gaan helpen. Begonnen met 1 per ochtend. In week 3 van me stage ben ik begonnen met reflectieformulieren laten invullen door mijn werkbegeleiders dit hebben zij elke week gedaan. Voor mijn tussentijdse beoordeling heb ik het beoordelingsformulier leergedrag en verpleegkundige attitude nog in laten vullen door mijn werkbegeleider. Resultaat: Elke week vanaf week 3 van mijn stage heb ik feedback ontvangen via een reflectieformulier (Bijlage 3: Reflectieformulieren). Niet allemaal zijn ze ingevuld helaas. Hierin is te zien hoe mijn werkbegeleiders vonden dat ik functioneerde op de afdeling. Ook mijn beoordelingsformulier leergedrag is beoordeelt met een voldoende (Bijlage 4: Beoordelingsformulier leergedrag). Mijn verpleegkundige attitude is ook beoordeelt met een voldoende (Bijlage 6: Verpleegkundige attitude). Zelf leuke kennismaking met afdeling gehad. 3
Leerdoel 2: Ik ben in staat om binnen 6 weken met de 4 bewoners waar ik zorg aan verleen om deze op een juiste manier te benaderen en ermee te communiceren op de afdeling. Voornemens: Op een juiste manier te communiceren met de zorgvragers op mijn afdeling binnen 6 weken. Ik vraag specifieke feedback over communicatie van mijn werkbegeleider en schrijf zelf ook een stukje over communicatie. Hiernaast wordt voor mijn tussentijdse beoordeling het beoordelingsformulier leergedrag en mijn verpleegkundige attitude ingevuld. Mijn verpleegkundige attitude beoordeelt ook mijn inlevingsvermogen en respect. Proces: Al vanaf dag 1 van mijn stage moest ik veel communiceren met de zorgvragers. Elke bewoner is anders en wordt op een andere manier benadert. Ook is het wisselend of een bewoner goed kan praten of juist minder of niet. Hiernaast heb ik ook te maken met slechthorendheid. Over het algemeen ging het steeds beter naarmate ik langer stage liep. Met 1 bewoner had ik het meeste moeite want die had naast haar dementie ook een persoonlijkheidsstoornis. Heb feedback gekregen van mijn werkbegeleider over communicatie. Zelf heb ik ook een stukje geschreven over hoe het mij is bevallen communiceren met demente ouderen. Voor mijn tussentijdse beoordeling is het beoordelingsformulier leergedrag en verpleegkundige attitude ingevuld door mijn werkbegeleider. Resultaat: De specifieke feedback op communicatie en mijn stukje over communicatie hieraan is te zien hoe het ging (Bijlage 5: Communicatie). Mijn beoordelingsformulier leergedrag is beoordeelt met een voldoende (Bijlage 4: Beoordelingsformulier leergedrag). Mijn verpleegkundige attitude is ook beoordeelt met een voldoende (Bijlage 6: Verpleegkundige attitude). Leerdoel 3: Ik ben in staat om aan het einde van me stage om te gaan met agressie van de zorgvragers op de afdeling en weten wat ik moet doen in deze situaties. Voornemens: Agressie voorkomen tijdens mijn stageperiode. Als het wel voorkomt dan goed er mee leren omgaan. Zelf een stukje schrijven over agressie plus een stappenplan over het herkennen en voorkomen. Hiernaast voor mijn tussentijdse beoordeling wordt mijn verpleegkundige attitude beoordeelt. Mijn verpleegkundige attitude beoordeelt ook mijn flexibiliteit. Proces: Weinig agressie tegen gekomen in mijn stageperiode. Eigenlijk alleen van de mevrouw met dementie en een persoonlijkheidsstoornis. Dit was niet alleen op mij gericht maar op eigenlijk iedereen die op de afdeling werkte. Tegen mij was het vooral omdat ik in haar ogen nog te jong was en geen echte zuster hierdoor wou ze niet naar me luisteren als ik tegen haar moest zeggen dat ze iets niet mocht. De eerste paar dagen had ik er wel moeite mee maar al snel, vooral na een gesprek met mijn werkbegeleider hierover, kwam ik achter dat ik er niks aan kon veranderen en hierdoor wat afstand moest nemen van deze mevrouw. Stukje over agressie niet geschreven door tijd tekort. Kon vaak moeilijk mijn studie uur opnemen. Omdat het erg druk op de afdeling was en mijn begeleiding wou dat ik bleef. Voor mijn tussentijdse beoordeling is mijn verpleegkundige attitude beoordeelt door mijn werkbegeleider. Resultaat: Mijn stukje over agressie is niet gelukt. Dit kwam omdat ik te weinig mijn studie uur op nam en hierdoor minder tijd aan mijn studie besteden. Mijn verpleegkundige attitude is beoordeelt met een voldoende (Bijlage 6: Verpleegkundige attitude). 4
Leerdoel 4: Ik ben in staat om aan het einde van de stage feedback te ontvangen door middel van bijlage 8 of mondeling of stukje tekst van mijn werkbegeleiders. Voornemens: Elke week vanaf week 3 een reflectieformulier in laten vullen door mijn werkbegeleider. Hiernaast heb ik leerdoelen waar ik specifieke feedback krijg. Proces: Al vanaf week 1 van mijn stage kreeg ik feedback van zowel werkbegeleiders als mijn collega s. Aan het begin vooral positieve feedback dus dat was altijd welkom. Zodra ik feedback kreeg waar ik iets aan moet veranderen, deed ik dit meteen. Heb geen problemen ervaren met het feedback ontvangen. Al mijn feedback heb ik verzameld en deze verwerk ik in mijn stageverslag. Vanaf week 3 van mijn stage heb ik reflectieformulieren in laten vullen door mijn werkbegeleiders. Resultaat: Elke week vanaf week 3 van mijn stage heb ik feedback ontvangen via een reflectieformulier (Bijlage 3: Reflectieformulieren). De laatste paar weken is het niet meer gelukt om mijn reflectie formulieren in te laten vullen. Dit vooral omdat het erg druk was op de afdeling. Hiernaast staan in de bijlage alle andere formulieren en specifieke feedback die bij andere leerdoelen worden behandelt. Opdracht 3: Verlenen van zorg Leerdoel 1: Ik ben in staat om binnen 6 weken zelfstandig 4 zorgvragers die ik zelf heb gekozen op de afdeling te wassen en aan te kleden zowel zorgvragers die kunnen lopen als zorgvragers die in een rolstoel zitten. (inclusief douchen) Voornemens: Binnen 6 weken beheers ik de zorg voor 4 zorgvragers. De eerste 2 weken vooral meekijken met een collega of werkbegeleider. In week 2 of 3 twee zorgvragers zelfstandig verzorgen. In week 4 of 5 een derde zorgvrager nemen die in een rolstoel zit. In de zesde week een vierde zorgvrager verzorgen. In week 7 het beoordelingsformulier verpleegtechnische vaardigheden in laten vullen door mijn werkbegeleider. Vanaf week 3 van mijn stage wordt elke week een reflectieformulier ingevuld door mijn werkbegeleider. Voor de tussentijdse beoordeling beoordelingsformulier participeren beroepsuitoefening in laten vullen door werkbegeleider. Proces: Aan het begin van mijn stage meegelopen met collega s en mijn werkbegeleider tijdens het uit bed halen van de bewoners en hun zorg. Hiernaast ook met het eten geven van bewoners, naar de toilet brengen enzovoort. In week 2 heb ik twee zorgvragers overgenomen, deze heb ik zelfstandig elke ochtend voorzien van hun zorg. In week 5 heb ik een derde zorgvrager verzorgd die in een rolstoel zit. In week 5 ging 1 bewoner weg die ik verzorgde maar er kwam er ook 1 voor in de plaats die ik nu verzorg elke ochtend. Deze bewoner heeft een suprapubisch katheter. In week 7 pas een vierde zorgvrager er bij genomen. Wel in week 7 het beoordelingsformulier verpleegtechnische vaardigheden in laten vullen door een werkbegeleider. Elke week vanaf week 3 is er een reflectieformulier ingevuld door mijn werkbegeleider en voor de tussentijdse beoordeling het beoordelingsformulier participeren beroepsuitoefening in laten vullen door mijn werkbegeleider. Resultaat: In week 7 het beoordelingsformulier verpleegtechnische vaardigheden in laten vullen door een werkbegeleider en een voldoende voor wassen en aankleden gekregen (Bijlage 8: Beoordelingsformulier verpleegtechnische vaardigheden). Elke week vanaf week 3 van mijn stage heb ik feedback ontvangen via een reflectieformulier van mijn werkbegeleider (Bijlage 3: Reflectieformulieren). Laatste weken is dit dus niet meer gelukt door drukte op de afdeling. 5
Beoordelingsformulier participeren beroepsuitoefening beoordeelt met een voldoende (Bijlage 7: Beoordelingsformulier participeren beroepsuitoefening). Leerdoel 2: Ik kan binnen 6 weken een actieve tillift(sara) bedienen. Voornemens: In week 4 of 5 een bewoner verzorgen die in een rolstoel zit, die een actieve tillift nodig heeft. In week 7 het beoordelingsformulier verpleegtechnische vaardigheden in laten vullen door mijn werkbegeleider. Vanaf week 3 van mijn stage wordt elke week een reflectieformulier ingevuld door mijn werkbegeleider. Voor de tussentijdse beoordeling beoordelingsformulier participeren beroepsuitoefening in laten vullen door werkbegeleider. Proces: In week 4 meegekeken met collega s of werkbegeleider als ze gebruikt maakte van een actieve tillift. Soms dingen overnemen tijdens het besturen van de actieve tillift. In week 5 heb ik een derde zorgvrager verzorgd die in een rolstoel zit en die gebruikt maakt van de actieve tillift. In week 7 het beoordelingsformulier verpleegtechnische vaardigheden in laten vullen door een werkbegeleider. Vanaf week 3 is elke week een reflectieformulier ingevuld door mijn werkbegeleider. Voor de tussentijdse beoordeling is een beoordelingsformulier participeren beroepsuitoefening ingevuld door mijn werkbegeleider. Resultaat: In week 7 het beoordelingsformulier verpleegtechnische vaardigheden in laten vullen door een werkbegeleider en een voldoende voor actieve tillift(sara) gekregen (Bijlage 8: Beoordelingsformulier verpleegtechnische vaardigheden). Elke week vanaf week 3 van mijn stage heb ik feedback ontvangen via een reflectieformulier van mijn werkbegeleider (Bijlage 3: Reflectieformulieren). Laatste weken niet gelukt door drukte op de afdeling. Beoordelingsformulier participeren beroepsuitoefening beoordeelt met een voldoende (Bijlage 7: Beoordelingsformulier participeren beroepsuitoefening). Opdracht 4: Preventieve zorg verlenen Leerdoel 1: Ik ben in staat om binnen 7 weken te voorkomen dat de zorgvrager valt en herkennen wanneer er een verhoogde kans bestaat op vallen. Voornemens: In week 7 een stukje schrijven over valpreventie, protocollen en de wet BOPZ en deze laten ondertekenen door mijn werkbegeleider. Vanaf week 3 van mijn stage wordt elke week een reflectieformulier ingevuld door mijn werkbegeleider. Voor de tussentijdse beoordeling beoordelingsformulier participeren beroepsuitoefening in laten vullen door werkbegeleider. Proces: In week 4 al informatie gevraagd van mijn werkbegeleiders over valpreventie protocollen op de afdeling. Pas in week 8 stukje geschreven over valpreventie en laten ondertekenen door mijn werkbegeleider. Vanaf week 3 is elke week een reflectieformulier ingevuld door mijn werkbegeleider. Voor de tussentijdse beoordeling is een beoordelingsformulier participeren beroepsuitoefening ingevuld door mijn werkbegeleider. Resultaat: Stukje over valpreventie, protocollen en de wet BOPZ ondertekent door mijn werkbegeleider (Bijlage 9: Valpreventie). Over de wet BOPZ wist ik eigenlijk te weinig. Elke week vanaf week 3 van mijn stage heb ik feedback ontvangen via een reflectieformulier van mijn werkbegeleider (Bijlage 3: Reflectieformulieren). Laatste weken door drukte op de afdeling niet meer 6
gelukt. Beoordelingsformulier participeren beroepsuitoefening beoordeelt met een voldoende (Bijlage 7: Beoordelingsformulier participeren beroepsuitoefening). Opdracht 5: Geven van voorlichting Leerdoel 1: Ik ben in staat om binnen 5 weken een zorgvrager uit te leggen waarom hij of zij zijn drinken moet opdrinken omtrent zijn vochtlijst die bij gehouden moet worden. Voornemens: In de middag meehelpen met het eten en drinken van de bewoners. Vooral een bewoner er op wijzen dat hij of zij nog drinken heeft staan. Vanaf week 3 van mijn stage wordt elke week een reflectieformulier ingevuld door mijn werkbegeleider. Voor de tussentijdse beoordeling beoordelingsformulier participeren beroepsuitoefening in laten vullen door werkbegeleider. Proces: Elke middag heb ik mee geholpen met het eten en drinken van de bewoners. Zelf heb ik in week 7 een ochtend in de keuken geholpen. Hierdoor heb ik ook de vochtlijsten zelf ingevuld. Vanaf week 3 is elke week een reflectieformulier ingevuld door mijn werkbegeleider. Door drukte de laatste weken niet meer gelukt. Voor de tussentijdse beoordeling is een beoordelingsformulier participeren beroepsuitoefening ingevuld door mijn werkbegeleider. Resultaat: Elke week vanaf week 3 van mijn stage heb ik feedback ontvangen via een reflectieformulier van mijn werkbegeleider (Bijlage 3: Reflectieformulieren). Door drukte de laatste weken niet meer gelukt. Beoordelingsformulier participeren beroepsuitoefening beoordeelt met een voldoende (Bijlage 7: Beoordelingsformulier participeren beroepsuitoefening). Eigenlijk is dit leerdoel niet helemaal gelukt omdat je aan demente ouderen moeilijk voorlichting kan geven omdat ze dingen vrij snel weer vergeten waren. Opdracht 6: Oriëntatie eigen geschiktheid voor beroep Periode 2 van mijn school was afgerond en in periode 3 zou ik stage lopen. Bijna moest ik in periode 4 stage lopen omdat het stage bureau geen plekken had. Een van mijn laatste lessen op school, hoorde ik van een jongen dat hij ging stoppen met zijn opleiding en dat hij wel een stage plek had in Amsterdam. Meteen dezelfde dag ben ik naar het stage bureau gegaan en heb ik zijn stage plek overgenomen. Het enige vervelende was dat ik zelf in Alkmaar woon. Elke ochtend moest ik om 5 uur op om de trein van 6 uur te halen naar Amsterdam. De eerste paar weken was dit prima te doen maar op de helft van me stage merkte ik dat het steeds vermoeiender werd, ook voelde ik me minder lekker. Vooral omdat ik steeds meer verslagen en andere dingen moest doen aan school. Naast de lange reistijd vond ik het werken als verpleegkundige erg leuk omdat het elke dag anders is. Dit vond ik erg fijn want een kantoorbaan zit ik niet op te wachten. Het gaf mij veel voldoening dat de bewoners het echt leuk vonden dat ze werden geholpen of dat er iemand was om mee te praten. Niet elke bewoner natuurlijk maar bij de meeste had ik wel het gevoel dat ze het erg leuk vinden als er iemand met hun kwam praten. De professionele relatie met de bewoners heb ik als goed ervaren. De samenwerking met collega s is mij over het algemeen goed bevallen. Kan niet met iedereen opschieten natuurlijk maar conflicten zijn er niet geweest. Vond het fijnste dat ik meer te zeggen heb over de werkzaamheden dan bijvoorbeeld bij mijn bijbaan. Heb alleen ochtend diensten gedraaid misschien daarom ook de vermoeidheid, ben toch meer een avondpersoon. Wil nog wel een avonddienst draaien en hoop dat ik dat deze laatste weken nog kan doen. Ik vind zelf dat mijn sterkste kwaliteit in dit beroep mijn geduld en dat ik serieus ben. Ik heb namelijk erg veel geduld en 7
dat is nodig als je werkt met demente ouderen maar ook met patiënten in het algemeen. Dat ik serieus ben vind ik ook erg belangrijk hierdoor neem ik de problemen van bewoners serieus. Mijn aandachtspunten vind ik vooral mijn voorbereiding en mijn tijdsplanning. Ik stel nog te veel uit tot het laatste moment en hierdoor kwam ik in tijdsnood. Ook qua tijdsplanning kan ik dingen verbeteren, had teveel voor de tussentijdse beoordeling en in de laatste weken gepland. Het is 100% zeker dat ik door ga met deze opleiding. Dit komt vooral omdat ik bij deze opleiding echt het gevoel heb dat ik iets nuttigs doe voor anderen. Ook niet onbelangrijk dat deze opleiding mij goed lukt qua toetsen. Persoonlijke leerdoelen vanuit SLB 1. Feedback ontvangen. Voornemens: Door middel van leerdoel 4 van opdracht 2: sturen eigen leerproces hier aan werken. Proces: Elke week vanaf week 3 reflectieformulieren in laten door mijn werkbegeleider. Ook andere leerdoelen met specifieke feedback en andere beoordelingsformulieren in laten vullen door mijn werkbegeleider. Geen problemen ervaren qua feedback krijgen. Resultaat: Elke week vanaf week 3 van mijn stage heb ik feedback ontvangen via een reflectieformulier (Bijlage 3: Reflectieformulieren). De laatste weken niet meer gelukt door de drukte op de afdeling. Hiernaast staan in de bijlage alle andere formulieren en specifieke feedback die in andere leerdoelen worden behandelt. 2. Uitstelgedrag voorkomen. Voornemens: Me houden aan de tijdsplanning in het stagewerkplan. Proces: De eerste paar weken ging dit erg goed. Na mijn tussentijdse beoordeling is het wat minder geworden. Moest nog veel afmaken in de laatste weken. Resultaat: Bijna al mijn beoordelingsformulieren zijn ondertekent en de andere leerdoelen af (zie de Bijlagen). Maar nog steeds te veel niet gelukt. Voor de volgende stageperiode betere tijdsplanning maken en eerder op de hoogte van alle formulieren zijn. 3. Voor mezelf opkomen. Voornemens: Door middel van leerdoel 3 van opdracht 2: sturen eigen leerproces hier aan werken. Proces: Schrijven van stukje over agressie en laten ondertekenen door werkbegeleider en mijn verpleegkundige attitude halen. Resultaat: Mijn stukje over agressie is niet gelukt. Mijn verpleegkundige attitude is beoordeelt met een voldoende (Bijlage 6: Verpleegkundige attitude). Kan nog beter voor mezelf opkomen want liet te vaak mijn studie uur schieten om de afdeling te helpen. 8
Analyse leerproces Het mooiste aan praktijkleren is dat bijna alles wat ik geleert heb op school in het echt kan uitvoeren in de stageperiode. Ook doe ik voordat ik afstudeer al ervaring op in de praktijk. Hiernaast kom ik op verschillende werkplekken. Hierdoor kan ik beter een keuze maken over wat ik wel en wat ik niet wil later. Het vervelendste aan praktijkleren vind ik het bewijs verzamelen dat ik een leerdoel heb gehaald aan de hand van formulieren en dergelijke. Dit is me redelijk goed gelukt maar soms iets te laat. Door de verslagen en het werken is de stageperiode een van de drukste periode in mijn schooljaar. Hierdoor moet ik een goede planning hebben en mij hier aanhouden. Ook hier moet ik eerder aan beginnen en een betere planning maken. Conclusie leerproces Over het algemeen heeft praktijkleren meer voordelen dan nadelen. En de nadelen die ik heb ervaren kan ik verbeteren door eerder te beginnen met verslagen en een betere tijdsplanning te maken. 9
Praktijkvoorbeelden 1. Een bewoner op de afdeling is vaak agressief vooral als ze haar zin niet krijgt. Ze weet eigenlijk alles beter en vooral omdat ik jong ben weet ze het nog beter. Het begon vooral met verbaal schelden tegen collega s in mijn eerste week. Er was ook veel onduidelijkheid of ze in de ochtend wel op haar kamer mocht of niet. Iedere collega zei eigenlijk iets anders hier over. Toen ik op een ochtend op haar kamer moest zijn en zij ook naar binnen kwam, wou ik haar weg sturen maar dat wou ze echt niet. Het maakte niet uit wat ik zei, uiteindelijk heb ik mijn werkbegeleider erbij gehaald omdat ze begon te slaan. Naar mijn werkbegeleider wou ze ook niet naar luisteren. Ik ben hier erg van geschrokken. Volgende keer dus de deur dicht om dit te vermijden. Zelfs als ik bezig was met andere dingen bleef ze me lastig vallen. Dan zetten ze de tv keihard aan, wou ik hem zachter zetten werd ze boos. Daarna begon ze een tijdje alle lichten uit te doen en alle ramen moesten ook dicht. Zodra ik het licht weer aan wou doen werd ze boos. Als ik een andere bewoner wou helpen, moest ze zich er ook mee bemoeien. Oftewel ze kon behoorlijk op je zenuwen werken. Ik heb erg veel van deze situaties geleerd en van deze vrouw. Vooral dat niet iedereen geholpen wil worden maar ik dit wel moet doen. Dat ik soms beter iemand kan negeren en het conflict vermijden dan er tegen in gaan. Het verbaal schelden en conflicten heb ik niet persoonlijk opgevat want het past bij haar ze heeft een persoonlijkheidsstoornis en alzheimer ook kan het komen door frustratie van de bewoner zelf. Hiernaast heb ik geleerd waar mijn grens is en daar is deze vrouw overheen gegaan toen ze me sloeg. Ook heb ik tegen haar gezegd dat dit niet kan. 2. Tijdens de samenwerking met andere collega s heb ik te maken met veel verschillende mensen en gewoontes. Zelf heb ik nog nooit in een multiculturele omgeving gewerkt en deze afdeling was hierdoor ook mijn eerste ervaring hiermee. Het grootste verschil met andere bijbaantjes was dat de collega s op de afdeling veel directer zijn in communiceren. Over het algemeen hebben ze een luidere stem en een directere manier van communiceren en ik had soms het gevoel dat ik iets fout had gedaan. Al snel werd me duidelijk dat het niet zo bedoeld werd. Ik heb geleerd dat je sommige dingen bespreekbaar moet maken dit is beter voor de samenwerking. Ook vond ik het een hele leuke ervaring om te werken met mensen die een hele andere cultuur en opvattingen hebben. Ik heb veel bewondering voor het feit dat ze vaak een kind opvoeden en daarnaast fulltime werken. 3. In de eerste paar weken van mijn stage was ik verantwoordelijk voor de zorg van een bewoner. Al snel kwam ik er achter dat deze meneer het iets te leuk vond om zoentjes te krijgen. Al snel wou hij zoentjes op zijn mond van me. Dit heb ik meteen geweigerd en bespreekbaar gemaakt met mijn werkbegeleider. Ik heb geleerd dat ik snel mijn grenzen aan moet geven. 4. In week 6 heerste er een virus op de afdeling. Het norovirus, dit virus zorgt voor waterdunne diarree, overgeven en griep. Ook de bewoners die ik verzorgde hadden last van het virus. Dan deed ik de inco uit bij een van de bewoners die ik elke ochtend verzorg en dan ontdekte ik dat er heel veel diarree in zat. Dit zorgde voor meer werk op de afdeling en hierdoor moest ik ook meer doen. Bij elke bewoner moest je handschoenen aan en een schort om. In dit alles is er ook nog een bewoner overleden aan de gevolgen van het virus. Ik heb geleerd dat er vaak onverwachtse dingen gebeuren op een psychogeriatrische afdeling. Ook heb ik het belang van hygiëne geleerd bij deze kwetsbare groep. 10
5. Zodra er op de afdeling spraken was van extra activiteiten zoals zingen, dansen of film kijken, waren veel bewoners erg blij. De mevrouw die vaak agressief was, was poeslief zodra ze mee mocht met een activiteit. Ik heb vaak meegeholpen met bewoners naar beneden brengen, ben zelf bij muziektherapie aanwezig geweest en heb nog meegeholpen met een activiteit, knikkersjoelen. Ik heb geleerd dat deze extra activiteiten erg belangrijk voor de bewoners zijn en ze zorgen voor meer gezelligheid op de afdeling. Ook vond ik het leuk om op een andere manier met bewoners om te gaan en te ervaren wat zij van deze activiteiten vonden. Aandachtspunten voor volgende periodes Mijn grootste aandachtspunt is de tijdsplanning en uitstelgedrag vermijden. Voor de volgende stageperiode moet ik beter geïnformeerd zijn over de formulieren of de criteria waar ik mezelf in moet bewijzen. Hiernaast moet ik een betere tijdsplanning maken. Voordat de volgende periode begint, ga ik tijdsplanningen maken. Hierdoor zorg ik dat er minder stress is en een beter voorbereiding op de vakken. Ook beter voor mezelf opkomen en mijn studie uur opnemen. 11
Bijlagen Bijlage 1: Stagewerkplan Bijlage 2: Beoordelingsformulier stagewerkplan stage jaar 1 Bijlage 3: Reflectieformulieren Bijlage 4: Beoordelingsformulier leergedrag Bijlage 5: Communicatie Bijlage 6: Verpleegkundige attitude Bijlage 7: Beoordelingsformulier participeren beroepsuitoefening Bijlage 8: Beoordelingsformulier verpleegtechnische vaardigheden Bijlage 9: Valpreventie 12