STARTDOCUMENT STAGE JAAR 2 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent Naam student: Studentnummer: Klas: Voltijd/Deeltijd SLC coach: Stageperiode leerjaar 2 voltijd: Code kwartaal 1 :OVKSTG01P2 Code kwartaal 2 :OVKSTG02P2 studiepunten:6 studiepunten:2 Stageperiode leerjaar 2 deeltijd: Code kwartaal 1 :OVKSTG01P2 Code kwartaal 2 :OVKSTG02P2 studiepunten:6 studiepunten:2 Datum van inleveren: Stage-instelling Stage-afdeling: Praktijkbegeleider+ tel: Werkbegeleider/ster: Instellingsdocent: Certificaat diagnostische toets (voorbereiding stage) toegevoegd: ja/nee
1 Inleiding Tijdens deze stage in het tweede leerjaar zal ik verder werken aan de competenties op niveau 2. Het startdocument bevat naast onderdelen die zijn voorgeschreven, stukken in de gekleurde kaders die door mijzelf zijn ingevuld. Dit startdocument is het basisdocument voor mijn stage. Tijdens deze stage staan de competenties 1 t/m 5, 10 en 12 op niveau 2 (zie bijlage 1) centraal. 2 Beginsituatie Ik stel mijzelf voor, wie ben ik? Wat kan ik al? Geef aan in hoeverre je competenties al beheerst in relatie tot je stage. Geef daarbij aan welke KPB s je hebt laten beoordelen (nummers volstaan). Eerdere ervaringen uit stage. Maximaal 400 woorden. 3 Situatiebeschrijving van de stageplaats Met daarin (kort en krachtig beschreven) in ieder geval: - Stageplaats/ -instelling - Visie op zorg - Soort afdeling - Doelgroep/patiëntengroep - Veel voorkomende zorgvragen/ - Hoe je begeleid wordt 4 Einddoelen voor de stage In dit hoofdstuk staan alle activiteiten die ik tijdens de stage zal uitvoeren. 4.1 Persoonlijke leerdoelen en competenties In deze paragraaf heb ik vastgelegd aan welke leeractiviteiten ik ga werken tijdens de stage. Hierbij heb ik onderscheid gemaakt tussen persoonlijke leeractiviteiten ten behoeve van mijn persoonlijke leerdoelen en leeractiviteiten ten behoeve van de te behalen competenties tijdens mijn stage. Deze (verplichte) competenties met bijbehorende gedragsindicatoren staan in bijlage 1 opgesomd en zullen het uitgangspunt zijn voor mijn leeractiviteiten. 4.1.1 Persoonlijke leerdoelen De persoonlijke leerdoelen komen voort uit de samenvatting van de stage in leerjaar 1 en mijn persoonlijk portfolio. Deze kunnen betrekking hebben op de SWOT analyse en leerpunten uit mijn eerdere stage. Voor de komende stageperiode wil ik de volgende persoonlijke leerdoelen uitvoeren: 1. 2. 2
4.1.2 Competenties Om de competenties tijdens de stage te behalen heb ik verschillende leeractiviteiten opgenomen in mijn startdocument. Deze leeractiviteiten zijn per competentie uitgewerkt. Ik zorg ervoor dat ik met deze leeractiviteit(en) de competenties aantoon met behulp van de gedragsindicatoren voor leerjaar 2 (bijlage 1). Daarnaast maak ik een keuze uit de korte praktijkbeoordelingen (bijlage 2) die bij de leeractiviteiten worden opgenomen. In onderstaande tabel heb ik de volgende activiteiten opgenomen: Ik formuleer voor de competenties 1 t/m 5 en 10 leeractiviteiten op niveau 2. Indien van toepassing voor deze stage formuleer ik voor competentie 5 minimaal 1 leeractiviteit ter voorbereiding op leerarrangement 7 Preventie, in kwartaal 3. Ik streef ernaar om zoveel mogelijk te voldoen aan de gedragscriteria die hierbij horen voor jaar 2. Ik formuleer minimaal 1 leeractiviteit voor competentie 12 waarin ik een presentatie, klinische les, training- en/of bijscholingsactiviteiten beschrijf die ik verzorg aan collega s van de eigen afdeling of daarbuiten. Ik formuleer voor competentie 12 leeractiviteiten naar aanleiding van de diagnostische toets leerstation zorg. Wanneer vanuit de stage-instelling leeractiviteiten en/of doelen worden gegeven heb ik deze opgenomen in onderstaand schema en gekoppeld aan de competenties. Tijdens de stage voer ik 8 korte praktijkbeoordelingen (KPB s) uit. De KPB s worden beoordeeld tijdens de stage. Tijdens de 1 e beoordeling minimaal 6 KPB s en tijdens de 2 e beoordeling de 2 andere KPB s. Zie het werkcahier korte praktijkbeoordelingen voor de exacte omschrijving van de opdrachten van de KPB s en het beoordelingsformulier KPB s, waarin ook nadrukkelijk aandacht is voor houding en communicatieve vaardigheden. In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van de KPB s voor leerjaar 2. Zowel bij de leeractiviteiten als in de bijlage heb ik aangegeven aan welke KPB s ik ga werken. Competentie 1.. Leeractiviteit (meerdere per competentie mogelijk)... 12. 4.3 Professionele beroepshouding Om de ontwikkeling van mijn professionele beroepshouding tijdens de stage te volgen laat ik door mijn werk-/praktijkbegeleider voorafgaand aan de 1 e én de 2 e beoordeling minimaal 2 collega s de 360 graden feedback formulieren invullen. Zelf vul ik ook volgens de afspraken in de stagehandleiding het 360 graden feedbackformulier in. Tijdens de 1 e en 2 e beoordeling zorg ik ervoor dat een samenvatting van de 360 graden feedback gebaseerd op de 3 thema s 1) werknemershouding, 2) leerhouding en 3) beroepshouding aanwezig is. Daarnaast beschrijf ik voorbeeld situaties als bewijs voor mijn houding. Dit onderdeel maakt deel uit van competentie 12 (naast de leeractiviteiten die ik in bovenstaande tabel heb beschreven). 4.4 Beroepsproduct: Tijdens de stage werk ik aan het beroepsproduct Een keten van zorg; de psychiatrie is overal. Ik krijg de mogelijkheid tijdens de stage om hieraan te werken. De instelling ondertekent het beroepsproduct wanneer door mij is aangetoond dat ik er daadwerkelijk 3
aan heb gewerkt en het zorgpad aansluit bij de gekozen doelgroep. Het product wordt op school beoordeeld en becijferd en maakt geen deel uit van de studiepunten voor de stage. 5. Beoordeling Er zijn twee beoordelingen tijdens deze stage: de eerste na 8-10 weken en de tweede aan het eind van de stage. 5.1 Eerste beoordeling Na 10-12 weken stage zal ik bij aanvang van het beoordelingsgesprek een presentatie (max 15 minuten) houden met daarin: een samenvatting van de 360 graden beoordelingen (max 1A4), voorbeeldsituaties van mijn gedrag, de 6 KPB s, de stand van zaken m.b.t. de leeractiviteiten, mijn vorderingen m.b.t. de competenties en tenslotte mijn planning (max 1 A4) voor de tweede helft van de stage. Ik maak daarbij gebruik van een eigen gekozen presentatievorm (bijvoorbeeld: powerpoint, mindmap, film) Na de presentatie volgt de beoordeling. Ik krijg 6 studiepunten als: - ik voortgang geboekt heb ten aanzien van mijn persoonlijke leerdoelen en competentie leerdoelen; - ik inzicht geef in wat ik moeilijk vind en leuk vond tot nu toe; - er 6 KPB s afgetekend (en daarmee positief beoordeeld) zijn; - professionele beroepshouding voldoende beoordeeld is; - ik heb laten zien dat ik aan mijn persoonlijke- en stageleeractiviteiten heb gewerkt; - ik een plan van aanpak heb gemaakt voor het tweede deel van de stage. Tijdens deze eerste beoordeling zijn mijn werkbegeleider en praktijkopleider aanwezig. Als ik nog niet voldoe aan bovenstaande criteria of de afspraak door mijn toedoen te laat is ingepland, betekent dit een onvoldoende beoordeling. De herkansing vindt plaats gedurende de tweede helft van de stage en wordt beoordeeld tijdens het tweede beoordelingsgesprek. 5.2 Tweede beoordeling Aan het eind van de stage vindt het tweede en tevens laatste beoordelingsgesprek plaats. Ook deze beoordeling start met een presentatie. In deze presentatie komt het volgende aan bod: een samenvatting van de tweede ronde van 360 graden beoordelingen, de 2 KPB s, de mate waarin en wijze waarop ik mijn leeractiviteiten behaald heb. De 2 studiepunten behaal ik aan het eind van mijn stage als: - ik mijn persoonlijke leerdoelen in voldoende mate behaald heb; - ik de competenties in voldoende mate behaald heb; - de 2 KPB s afgetekend (en daarmee positief beoordeeld) heb; - professionele beroepshouding voldoende beoordeeld is; Tijdens deze tweede beoordeling zijn mijn werkbegeleider en instellingsdocent aanwezig. Als ik niet aan bovenstaande criteria voldoe aan het eind van de stage zullen in overleg tussen instellingsdocent, werkbegeleider en mijzelf SMART afspraken voor het vervolg gemaakt worden. Ik laat het beoordelingsformulier door de instellingsdocent ondertekenen om de beoordeling vast te stellen. Ik voeg het beoordelingsformulier toe aan mijn portfolio. 4
6. Planning Ik heb dit startdocument in week 2 van de stage afgerond en de datum van inleveren op de voorpagina genoteerd. Daarnaast heb ik de volgende afspraken kortgesloten met mijn werkbegeleider en instellingsdocent: Eerste beoordeling (na 8 weken stage) door praktijkbegeleider en werkbegeleider, instellingsdocent op afstand Tweede beoordeling (aan het eind van de stage) door praktijkbegeleider en instellingsdocent. Datum Tijd Plaats 7. Opsomming van verwijzingen - Werkcahier Korte praktijkbeoordelingen (zie www.hogeschoolrotterdam.nl/ivg) - Stagehandleiding jaar 2 (zie www.hogeschoolrotterdam.nl/ivg) - Beoordelingsformulier stage jaar 2 (zie www.hogeschoolrotterdam.nl/ivg) 5
Bijlage 1 Te behalen competenties en bijbehorende gedragsindicatoren en niveau gedurende stage HBOV leerjaar 2 Competentie 1 (op niveau 2 te behalen) Om de last van ziekte, handicap of sterven te verlichten, verleent de hbo-verpleegkundige op een professioneel verantwoorde wijze verpleegkundige zorg op menselijke maat. Gedragsindicator: De student: 1. voert een anamnese / intakegesprek met patiënten met een eenvoudige zorgvraag en stelt op basis hiervan een zorgplan op volgens de standaard van de afdeling en verantwoordt de gekozen zorgaanpak op basis van evidence, legt dagelijks verslag van de verleende hulp / interventies aan patiënten met een complexe zorgvraag. Verslaglegging gebeurt volgens de standaard van de afdeling en verantwoording van de gekozen zorgaanpak op basis van evidence, daarbij rekening houdend met de privacy van de zorgvrager. 2. weegt op basis van de situatie, de zorgvraag en de kenmerken van de patiënt voortdurend af welke aanpak nodig is en welke informatie verstrekt moet worden aan de patiënt en informeert en overlegt met de familie / naaste(n) van de patiënt over de zorgaanpak. Houdt rekening met de (soms strijdige) belangen van de patiënt, de organisatie en eventuele andere belanghebbenden, past het handelen hierop aan. Competentie 2 (op niveau 2 te behalen) Om risico s voor de gezondheid en complicaties van onderzoek of behandeling te verminderen, past de hbo-verpleegkundige primaire, secundaire en tertiaire preventie toe. Gedragsindicator: De student: 1. Analyseert de gezondheidsrisico s van een bepaalde patiënt(engroep) en stelt hiervoor een preventieplan op, waarin wordt verantwoord hoe de gekozen preventieve interventie(s) aansluiten op het doel van de preventie en de kenmerken van de patiënt(engroep) en schept een klimaat (ruimte, sfeer, etc.) waarin de gekozen preventieve interventie een zo groot mogelijk effect kan bereiken bij de doelgroep. Competentie 3 (op niveau 2 te behalen) Om een gezonde leefstijl bij patiënten en hun familieleden te bevorderen geeft de hboverpleegkundige op basis van een programmatische aanpak informatie, voorlichting en advies aan individuen en groepen. Gedragsindicator: De student: 1. Maakt een situatieanalyse op basis waarvan wordt besloten of GVO nodig is. Maakt een afweging van de voor- en nadelen van bepaalde voorlichtingsmethoden, media en/of materialen voor een bepaalde doelgroep en maakt een onderbouwde keuze en stemt het taalgebruik, het tempo en de stijl van informatieverstrekking af op de doelgroep zodat de boodschap zo goed mogelijk overkomt. 6
Competentie 4 (op niveau 2 te behalen) Om de zorg te laten verlopen als een continu en integraal proces dat gericht is op het welzijn van de zorgvrager coördineert de hbo-verpleegkundige de zorg. Gedragsindicator: De student: 1. coördineert de zorg voor een patiëntengroep (minimaal 2 patiënten) met een eenvoudige zorgvraag, zorgt voor een effectieve en efficiënte planning van interventies / activiteiten en signaleert (wijzigingen in) de behoeften van de patiënt en informeert de juiste actoren (artsen, paramedici, maatschappelijk werker, etc.) hierover zodat de juiste interventies worden ingezet en zorgt voor een duidelijke verslaglegging van de verleende zorg aan de patiënt(engroep) in het kader van de overdracht van de zorgverlening aan collega s. 2. kent de wet- en regelgeving die van invloed kan zijn op de patiënt / de zorgsituatie, de mogelijkheden en beperkingen van de organisatie en van jezelf als verpleegkundige, en houdt hier rekening mee bij de zorgverlening en houdt rekening met de rechten en plichten van de patiënt. Competentie 5 (op niveau 2 te behalen) Om te zorgen dat de doelen van een preventieprogramma worden gerealiseerd, coördineert de hboverpleegkundige de afgesproken activiteiten. Gedragsindicator: De student: 1. Levert een bijdrage aan de organisatie van preventieve activiteiten (bijv. opstellen uitnodigingsbrief, benaderen van de doelgroep, uitnodigen gastsprekers, opstellen van een vragenlijst voor het vaststellen van het beginniveau van de doelgroep, etc.) Competentie 10 (op niveau 2 te behalen) Om stagiaires en collega-verpleegkundigen en verzorgenden te steunen in hun professionele identiteit, staat de hbo-verpleegkundige de collega met raad en daad ter zijde. Gedragsindicator: De student: 1. Geeft collega s en teamleden concrete feedback op hun functioneren en hanteert hierbij gesprekstechnieken en de regels voor het geven van feedback. 2. Vervult een voorbeeld rol. 7
Competentie 12 (op niveau 2 te behalen) Om de kwaliteit van het verpleegkundig beroep op het vereiste peil te houden zodat het kan voldoen aan de maatschappelijke criteria, werkt de hbo- verpleegkundige actief aan de bevordering van de eigen deskundigheid en die van de beroepsgroep. Gedragsindicator: De student: 1. Reflecteert op het eigen beroepsmatig handelen en toetst dit aan de kaders van het beroep (beroepscode, wet- en regelgeving) en toont een realistisch beeld van het eigen kunnen en de grenzen hiervan op dit moment 2. Neemt actief deel aan professionaliseringsactiviteiten (nascholing, klinische lessen, congressen, volgen van vakliteratuur, etc.) en stelt het eigen beroepsmatig handelen op basis hiervan bij. 8
Bijlage 2 Korte praktijkbeoordelingen leerjaar 2 Nr. Titel Competentie 11 Anamnesegesprek II 1 12 Coaching I 10 13 Het voeren van een slecht-nieuwsgesprek 1 14 Het in kaart brengen van blinde vlekken 1 15 Overdracht, manipulatie of claimen 1 16 Toedienen van medicatie 1 17 Wondzorg 1 18 Werkplanning maken 4 19 Patiëntenveiligheid 1 20 Zorgplan opstellen en uitvoeren 1,4 Kies uit nummer 11 t/m 20 de 8 KPB s uit voor deze eerste stage in leerjaar 2. Arceer de gekozen KPB s in bovenstaande tabel. Neem de KPB s op in je startdocument, 6 KPB s in kwartaal 1 en 2 KPB s in kwartaal 2. NB: je maakt per stage een startdocument. Indien niet alle KPB s op deze stage te behalen zijn: geef hieronder aan welke van bovenstaande je inruilt voor een andere uit het werkcahier en/of welke KPB je samen met je werkbegeleider hebt opgesteld. Voor deeltijdstudenten: Aanvulling: indien KPB s reeds behaald zijn wordt in overleg met de werkbegeleider vastgesteld welke KPB je inruilt voor een andere KPB. 9
BEOORDELINGSFORMULIER STAGE JAAR 2 Student: Studentnummer: Instellingsdocent: Instelling: Afdeling: Telefoon: Begeleider: Functie: Email: Toelichting: Oordeel over onderdelen wordt uitgedrukt in goed (G), voldoende (V) en onvoldoende (O). Het eindoordeel wordt vastgelegd in een cijfer. Zowel bij de eerste als bij de tweede beoordeling worden 10 oordelen gegeven. Hieronder een toelichting op de wijze waarop het cijfer voor elke beoordeling tot stand komt: Eindoordeel 1 e en 2 e beoordeling: Bij 1 of meer keer onvoldoende : 5 of lager Bij minder dan 3 keer goed : 6 of 7 Bij 5 of 6 keer goed : 8 of hoger Datum 1 e beoordeling: Oordeel Datum 2 e beoordeling: Oordeel 10
PERSOONLIJKE LEERDOELEN EN COMPETENTIES 1 Student presenteert op welke wijze en in welke mate de leerdoelen en leeractiviteiten behaald zijn; tijdens de eerste beoordeling aangevuld met een plan voor de tweede helft van de stage. 1.1 PERSOONLIJKE LEERDOELEN 1e beoordeling: -Leerdoelen en leeractiviteiten zijn gebaseerd op portfolio en aandachtspunten uit eerdere stage -Leeractiviteiten zijn logisch afgeleid van de gedragsindicatoren en er is aan gewerkt - Er is een plan opgesteld voor 2e helft stage. 2e beoordeling: Persoonlijke leeractiviteiten zijn in voldoende mate uitgevoerd en gebaseerd op portfolio en eerdere aandachtspunten. Oordeel G / V / O G / V / O Toelichting op oordeel 1.2 COMPETENTIES (ook afdelingsgerelateerd) 1 e beoordeling: -Leeractiviteiten op niveau 2 opgesteld 2, voor competentie 1t/m5, 10 en 12? 34 -Geeft inzicht in reeds ondernomen leeractiviteiten Oordeel G / V / O Toelichting op oordeel 1 Zie startdocument 2 Zie voor een beschrijving van het gewenste niveau: bijlage 1 startdocument 3 Indien onvoldoende: in plan voor 2 e helft van de stage ondervangen. Concrete afspraken maken (instellingsdocent-werkbegeleider-student). 11
-Plan 2 e helft aanwezig. 6 KPB s behaald G / V / O 2 e beoordeling: Leeractiviteiten op juiste niveau behaald voor competentie 1 t/m 5, 10 en 12. 2 KPB s behaald (8 totaal stage) Oordeel G / V / O G / V / O Oordeel Toelichting op oordeel Toelichting op oordeel 2. PROFESSIONELE BEROEPSHOUDING 1. Werknemershouding (samenwerking, organisatievermogen, werkinstelling, kwaliteit, kwantiteit) Student presenteert: Samenvatting 360 graden beoordeling + voorbeeldsituaties als bewijs van goede werknemers-, leer en beroepshouding. Oordeel 1e beoordeling G / V / O Oordeel 2e beoordeling G / V / O 2. Leerhouding G / V / O G / V / O 3. Beroepshouding: G / V / O G / V / O Toelichting 1 e beoordeling 5 Toelichting 2 e beoordeling 5 Het oordeel komt tot stand door ervaringen van werkbegeleider en instellingsdocent in combinatie met de presentatie (incl. reflectie) van de student. 12
1 e beoordeling Indien 1 van bovenstaande onderwerpen van de 1 e beoordeling met een onvoldoende beoordeeld wordt, is het eindoordeel onvoldoende en worden afspraken gemaakt voor de 2 e kans. Eindoordeel (cijfer gebaseerd op oordelen over bovenstaande items) 1 e kans Eindoordeel 1 e en 2 e beoordeling: Bij 1 of meer keer onvoldoende : 5 of lager Bij minder dan 3 keer goed : 6 of 7 Bij 5 of 6 keer goed : 8 of hoger Indien onvoldoende, noteer hier de afspraken voor de herkansing gedurende 2 e helft stage. Deze afspraken worden tijdens het tweede beoordelingsgesprek getoetst. 6 Datum en handtekening : werk-/praktijkbegeleider instellingsdocent student Eindoordeel (cijfer gebaseerd op oordelen over bovenstaande items) 2 e kans Datum en handtekening : werk-/praktijkbegeleider instellingsdocent student 6 Indien gedurende 2e helft van de stage de afspraken zijn behaald wordt eind kwartaal 2 het cijfer ingevuld als herkansing voor kwartaal 1. 13
2 e beoordeling Indien 1 van bovenstaande onderwerpen met een onvoldoende beoordeeld wordt, is het eindoordeel onvoldoende en worden afspraken gemaakt voor de 2 e kans. Eindoordeel (cijfer gebaseerd op oordelen over bovenstaande items): 1 e kans Eindoordeel 1 e en 2 e beoordeling: Bij 1 of meer keer onvoldoende : 5 of lager Bij minder dan 3 keer goed : 6 of 7 Bij 5 of 6 keer goed : 8 of hoger Indien onvoldoende, noteer hier de afspraken voor de herkansing zo specifiek mogelijk (welke doelen nog te behalen, in welke periode, zo mogelijk op welke stageplek, wanneer af te ronden 7 ) Eindoordeel (cijfer gebaseerd op oordelen over bovenstaande items) 2 e kans Datum en handtekening : werk-/praktijkbegeleider instellingsdocent student 7 Afronding van de herkansing in principe binnen het lopende studiejaar wanneer dit in overleg is vastgesteld. 14
Noteer hier tips en tops, die de student mee kan nemen voor zijn/haar verdere ontwikkeling: Tips Tops 15
16