Begroting 2017 Wedeka Bedrijven Electronicaweg 29 9503 GA Stadskanaal Postbus 194 9500 AD Stadskanaal Telefoon 0599-692000 Fax 0599-696242 E-mail info@wedeka.nl Internet www.wedeka.nl
2
BEGROTING EN MEERJARENRAMING 2017 Inhoud blz. Hoofdstuk 1 Bericht van het Dagelijks Bestuur 5 Hoofdstuk 2 Programmaplan 7 Hoofdstuk 3 Verplichte paragrafen 3.1 Weerstandsvermogen 9 3.2 Onderhoud kapitaalgoederen 10 3.3 Financiering 10 3.4 Verbonden partijen 12 3.5 Bedrijfsvoering (inclusief investeringsoverzicht) 13 Hoofdstuk 4 Begroting en meerjarenraming 4.1 Financiële positie 17 4.2 Programmabegroting 19 4.3 Toelichting op de programmabegroting 20 4.4 Risicoparagraaf 26 4.5 Meerjarenraming 29 4.6 Vaststelling 30 3
4
HOOFDSTUK 1 BERICHT VAN HET DAGELIJKS BESTUUR Als gevolg van de verdere uitwerking van het Akkoord van Westerlee heeft het Provinciaal Bestuur ons, evenals Synergon, uitstel tot 15 oktober verleend voor het indienen van de begroting 2017. De begroting is om diezelfde reden, evenals in het voorgaande jaar, een overgangsbegroting die noodgedwongen in belangrijke mate nog een voortzetting is van het bestaande beleid, met dien verstande dat er geen instroom meer plaatsvindt en het conform het Akkoord van Westerlee - ingezette beleid om in de vorm van groepsdetachering SW-medewerkers buiten te plaatsen, wordt voortgezet. Wij zijn verheugd om te constateren dat Wedeka in het eerste halfjaar van 2016 hier zeer succesvol in is geweest. In deze periode zijn 212 fte s in de vorm van een groepsdetachering overgegaan naar een aantal commerciële bedrijven en een deelnemende gemeente en is het aantal externe plaatsingen met bijna 14% gestegen.. een prestatie van formaat, waarmee het totaal ruim verdubbeld is. De voorliggende begroting komt uit op een exploitatietekort van 3.026.000,-, dat voor het eerst volledig door de gemeenten zal moeten worden opgehoest, aangezien de reserve inmiddels volledig verdampt is. Hierdoor worden de financiële gevolgen van de invoering van de Participatiewet voor het eerst nadrukkelijk voelbaar voor onze gemeenten. Immers het bedrijfsresultaat kent nog steeds een plus van 2.297.000,-, maar het negatieve niet beïnvloedbare - subsidieresultaat stijgt naar 5.323.000,-. Overigens is het voorziene exploitatietekort, mede als gevolg van de Wet Lagere Inkomens Voordeel (LIV) nog ruim 450.000,- lager dan in de meerjarenraming was verwacht. een schrale troost. De bij de begroting horende meerjarenraming is opgesteld in het geheel van de businesscase die is opgesteld in het kader van de nadere uitwerking van het Akkoord van Westerlee. In deze businesscase is ter vergelijking, voor zowel Synergon als Wedeka, ook een zogenaamde stand alone variant opgenomen. In deze meerjarenraming wordt, vanwege de optredende krimp van het aantal SW-medewerkers, ook uitgegaan van een daling van het aantal ambtelijke medewerkers met 18 fte s, waarvan de helft door natuurlijk verloop en de andere helft door reorganisatie. Overigens daalt het ambtelijk bestand in de begroting 2017 al met 5,8 formatieplaatsen ten opzichte van 2015. Deze meerjarenraming zou dan uitkomen op een exploitatietekort in 2020 van 4.623.000,-, waarbij het bedrijfsresultaat nog steeds positief uitkomt op 2 miljoen, maar het negatieve subsidieresultaat door de verdergaande kortingen en ondanks de krimpende populatie stijgt naar 6,6 miljoen.. Het moge duidelijk zijn dat, voor zover dat al niet zo was, het subsidieresultaat en de ontwikkeling daarvan, als een molensteen om onze nek hangt en vrijwel niet op te lossen is in de bedrijfsvoering hoe hard we daar gezamenlijk ook aan werken. F.J.C. Boen Voorzitter 5
6
HOOFDSTUK 2 PROGRAMMAPLAN De concept begroting 2017 eindigt met een exploitatietekort van 3.026.000,-; hetgeen weliswaar substantieel lager is dan voorzien in de meerjarenraming, maar hoger is dan wij gehoopt hadden, gezien de invoering van de LIV, die een netto voordeel had moeten opleveren van ruim 1,1 miljoen ten opzichte van de verwachting. Helaas is dit gedeeltelijk teniet gedaan door de teleurstellende subsidieontwikkeling, zoals ook uitvoerig toegelicht onder het hoofdstuk Subsidieresultaat. Volkomen ten onrechte komt de subsidiekorting, door een verkeerde inschatting van de uitstroomcijfers door het ministerie, nu niet uit op 500,- per kop, maar op 847,- per se en wordt de rekening bij de gemeenten gelegd en niet waar hij hoort! In de begroting is rekening gehouden met de krimp en de daardoor dalende omzet en zijn ook de gerealiseerde groepsdetacheringen verwerkt, die een neerwaarts effect hebben op de omzet, maar tevens op de kosten. Aangezien de meeste posten in de begroting, als gebruikelijk, zijn voorzien van een uitvoerige toelichting, wordt hieronder slechts op hoofdlijnen gereageerd. De netto-opbrengsten laten ten opzichte van de begroting 2016 een vrij forse daling zien van 1.125.000,- oftewel 7%. Deze daling kent een tweeledige oorzaak; allereerst natuurlijk als gevolg van de krimp van het aantal SW-medewerkers (ongeveer 625.000,-) en daarnaast als gevolg van de in het Akkoord van Westerlee gerealiseerde groepsdetacheringen ( 500.000,-). Tegenover het laatste staat een evenredige daling van de kosten waardoor het overall effectneutraal is, indien er geen medewerkers terugkeren. De geraamde opbrengsten uit Trajecten en de TDC s zijn op hetzelfde niveau gehouden. De salariskosten voor het ambtelijk personeel zijn, ondanks een structurele verhoging met 1,5%, verlaagd met 219.000,- doordat het aantal formatieplaatsen als gevolg van natuurlijk verloop met bijna 6 fte s daalt; hetgeen binnen de organisatie wordt opgevangen. In de overige kostenposten zijn de effecten van de groepsdetacheringen op basis van de realiteit verwerkt en de effecten van de krimp voor zover mogelijk naar evenredigheid. Het bedrijfsresultaat blijft daardoor vrijwel op het niveau van de begroting 2016 en komt uit op een plus van 2.297.000,-. Helaas stijgt het subsidieresultaat, zoals uitvoerig toegelicht, aanzienlijk omdat, zoals gememoreerd, de subsidiekorting per saldo hoger uitvalt dan aangenomen mocht worden namelijk 5.323.000,-, waardoor een negatief exploitatieresultaat van 3.026.000,- de uitkomst is. Alhoewel het bedrijfsresultaat dus nog steeds positief is, zelfs ruim 1 miljoen hoger dan in de eerdere meerjarenraming, is tegen de ontwikkeling van het subsidieresultaat geen kruid gewassen! Johan Mug Algemeen Directeur 7
8
HOOFDSTUK 3 VERPLICHTE PARAGRAFEN 3.1 WEERSTANDSVERMOGEN Het verlies over het boekjaar 2015 ten bedrage van 362.000,- is conform de Gemeenschappelijke Regeling ten laste geboekt van de algemene reserve van Wedeka. Daarmee komt de algemene reserve op 1.539.000,-. De gewijzigde begroting over 2016 sluit met een verlies van 2.580.000,-. Met de gemeenten is de afspraak gemaakt dat het saldo van de algemene reserve eerst in mindering zal worden gebracht, waarna de gemeentelijke bijdrage kan worden berekend. De algemene reserve zal aan het einde van 2016 teruggelopen zijn tot nul waardoor de aangesloten gemeenten vanaf 2017 het gehele exploitatietekort als gemeentelijke bijdrage moeten gaan betalen. In de loop van 2015 bleek dat de exploitatie veel gunstiger zou uitkomen dan verwacht waarbij al vroegtijdig kon worden berekend dat een gemeentelijke bijdrage financieel niet nodig zou zijn. De gemeenten hadden echter over dit boekjaar wel al een gemeentelijke bijdrage betaald van 2.253.000,-. In juni 2015 hadden de gemeenten aangegeven dat ze voornemens waren dat Wedeka deze bijdrage kon behouden om deze toe te kunnen voegen aan haar algemene reserve. Door de aangekondigde efficiencykorting op de rijkssubsidie en doordat er sinds 1 januari 2015 geen mensen meer in de Wsw kunnen instromen, lopen de tekorten en dus gemeentelijke bijdragen in de komende jaren, snel op. Het voornemen was om de algemene reserve in de jaren 2017 tot en met 2019 in 3 gelijke delen van 751.000,- te laten vrijvallen om zodoende de gemeentelijke bijdrage in deze jaren enigszins te dempen. De gemeenten hebben echter begin 2016 besloten om de betaalde gemeentelijke bijdrage over 2015 niet via de algemene reserve van Wedeka te reserveren, maar om dit bedrag terug te vorderen waarbij de gemeenten zelf een bestemmingsreserve zullen gaan vormen ter hoogte van het terugbetaalde bedrag. Voor 2017 is een exploitatieverlies geraamd van 3.026.000,-. Dit verlies zal dus in het geheel door de gemeenten moeten worden betaald. De SW-sector zal de komende jaren verder worden afgebouwd, waarbij er geen nieuwe instroom zal komen in de SW-bedrijven en waarbij de huidige populatie zoveel mogelijk bij reguliere werkgevers moet worden geplaatst. Dit zal grote gevolgen hebben binnen de organisatie van Wedeka Bedrijven. Daarnaast is er door de aangesloten gemeenten het Akkoord van Westerlee gesloten. Het voornemen is om Wedeka en Synergon in de nabije toekomst samen te voegen tot één bedrijf. Op dit moment wordt er een businesscase geschreven waarin de gevolgen van een fusie wordt weergegeven. De uitkomst van deze businesscase is nog niet bekend. In deze begroting is ook een meerjarenraming voor de jaren 2018-2020 opgenomen. In deze meerjarenraming is rekening gehouden met de afnemende SW-populatie. Omdat de verhouding SW-personeel ten opzichte van ongesubsidieerde personeel dan uit de pas gaat lopen, zijn de ambtelijke loonkosten verlaagd met een bedrag van 580.000,-. Indien de fusie tussen Wedeka en Synergon om wat voor reden dan ook niet doorgaat, zal Wedeka middels een reorganisatie van haar organisatie de verhouding weer recht moeten trekken. 9
3.2 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN Het onderhoud aan de kapitaalgoederen van Wedeka Bedrijven wordt door de onderhoudsdienst deels in eigen beheer uitgevoerd en deels uitbesteed aan externe bedrijven of specialisten. Het onderhoud kan worden uitgesplitst naar diverse vormen: - werktuigbouwkundig onderhoud; - elektrotechnisch onderhoud; - bouwkundig onderhoud. Voor registratie en herkenning van productiemiddelen wordt een middelenbeheerssysteem gehanteerd. Middels dit systeem worden onder meer onderhoudsfrequenties, wettelijke keuringen, inspecties en machinegegevens geregistreerd. 3.3 FINANCIERING Algemene ontwikkelingen Via de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) is de treasury van gemeenten en overheidslichamen geregeld. Treasury is het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico s. Ingevolge de wet heeft Wedeka een treasurystatuut opgesteld en is in de begroting en jaarrekening een financieringsparagraaf opgenomen, waarin verantwoording over het treasurybeleid wordt afgelegd. Treasurybeheer Wedeka heeft een laag risicoprofiel doordat de rentepercentages van de langlopende leningen voor langere tijd vastliggen, er geen gebruik wordt gemaakt van derivaten en de gelduitzettingen gering zijn. In deze begroting zijn opgenomen: a. een toetsing van de wettelijk toegestane kasgeldlimiet aan de netto vlottende schuld; b. toetsing van de vastgestelde renterisiconorm aan de renterisico s van de vaste schuld; c. een weergave van de kredietrisico s; d. een financieringsoverzicht van de opgenomen geldleningen en de rentegevoeligheid hiervan. Ad a. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is een bedrag ter grootte van een (vastgesteld) percentage van het totaal van de jaarbegroting van Wedeka. Deze wordt getoetst aan de netto vlottende schuld. De netto vlottende schuld per kwartaal is het gemiddelde van de netto vlottende schuld op de eerste dag van iedere maand in het desbetreffende kwartaal. In het volgende overzicht wordt de omvang van de vlottende schuld getoetst aan de wettelijke norm. 10
Omschrijving Bedragen per kwartaal (x 1.000,-) 1 e kw 2 e kw 3 e kw 4 e kw Omvang van de begroting per 1 januari (= grondslag) 60.319 60.319 60.319 60.319 1. Toegestane kasgeldlimiet - in procenten van de grondslag 8,20% 8,20% 8,20% 8,20% - in een bedrag 4.946 4.946 4.946 4.946 2. Omvang vlottende korte schuld Opgenomen gelden korter dan 1 jaar - - - - Schuld in rekening-courant - - - - Gestorte gelden door derden korter dan 1 jaar - - - - Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld - - - - 3. Vlottende middelen Contante gelden in kas 10 10 10 10 Tegoeden in rekening-courant 190 190 190 190 Overige uitstaande gelden korter dan 1 jaar - - - - 4. Toets kasgeldlimiet Totaal netto vlottende schuld (2-3) - 200-200 - 200-200 Toegestane kasgeldlimiet (1) 4.946 4.946 4.946 4.946 Ruimte (+) c.q. overschrijding (-) (1-4) 5.146 5.146 5.146 5.146 Ad b. Renterisiconorm Het overzicht hierna brengt de renterisico s voor de vaste schuld in relatie tot de renterisiconorm in beeld. De renterisiconorm is een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de begroting voor het komende jaar. Deze wordt getoetst aan de verwachte vaste schuldpositie bij Wedeka, waarbij telkens de situatie aan het begin van het jaar wordt genomen. Omschrijving Bedragen per jaar (x 1.000,-) 2017 2018 2019 2020 Basisgegevens 1a. Renteherziening op vaste schuld o/g - - - - 1b. Renteherziening op vaste schuld u/g - - - - 2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) - - - - 3a. Nieuwe aangetrokken vaste schuld 940 940 940 940 3b. Nieuwe verstrekte lange leningen - - - - 4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b) 940 940 940 940 5. Betaalde aflossingen 940 940 940 940 6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5) 940 940 940 940 7. Renterisico op vaste schuld (2+6) 940 940 940 940 11
Omschrijving Bedragen per jaar (x 1.000,-) 2017 2018 2019 2020 Renterisiconorm 8. Omvang begroting van het komende jaar 60.319 60.319 60.319 60.319 9. Het bij Min. regeling vastgestelde % 20,0% 20,0% 20,0% 20,0% 10. Renterisiconorm (8x9) 12.064 12.064 12.064 12.064 Toets renterisiconorm 11. Ruimte (+) c.q. overschrijding (-) (10-7) 11.124 11.124 11.124 11.124 Ad c. Kredietrisico Wedeka kent geen risico s die voortvloeien uit de mogelijkheid op een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichting van de tegenpartij als gevolg van insolvabiliteit of deficit. Ad d. Financiering Door middel van onderstaand overzicht wordt inzicht gegeven in de samenstelling, de grootte en de rentegevoeligheid van de opgenomen lening. Omschrijving Bedragen per kwartaal (x 1.000,-) bedrag gemidd. invloed op rente gem.rente Stand per 1 januari 4.551 2,22% Nieuwe leningen 940 Reguliere aflossingen 940 Vervroegde aflossingen - Rente-aanpassing (oud percentage) - Rente-aanpassing (nieuw percentage) - Stand per 31 december 4.551 2,22% 3.4 VERBONDEN PARTIJEN Wedeka Bedrijven is enig aandeelhouder van Wedeka B.V. In deze bv wordt in het kader van het gemeentelijke arbeidsmarktbeleid ten behoeve van de gemeenten inwoners met een WWBuitkering, een maatschappelijke baan, respectievelijk een leer-werktraject aangeboden bij diverse organisaties in de regio. De vennootschap fungeert als doorgeefluik ten behoeve van de gemeenten; de betaalde lonen worden door de gemeenten vergoed. Deze vergoeding wordt verhoogd met een bedrag voor de door de bv uitgevoerde werkzaamheden. Aangezien Wedeka Bedrijven daadwerkelijk de werkzaamheden voor de bv uitvoert, stuurt deze vervolgens weer een factuur aan de bv. Wedeka Bedrijven verantwoordt deze opbrengst onder diverse baten en lasten. Wedeka B.V. is tevens enig aandeelhouder van de besloten vennootschappen Combo Rotterdam, Combo Utrecht en Combo s-hertogenbosch. In geen van deze bv s vinden op dit moment activiteiten plaats. 12
De directie en het Dagelijks Bestuur van Wedeka vormen ook de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen van Stichting Baanderij. De Stichting Baanderij heeft echter een eigen begroting en jaarrekening. De kosten en opbrengsten worden één op één doorberekend aan Wedeka Bedrijven en zijn hier opgenomen in de exploitatie. De begroting van Baanderij sluit hierdoor met een exploitatiesaldo van nihil. 3.5 BEDRIJFSVOERING Investeringsbeleid In deze begroting wordt het resterende investeringsprogramma 2016 niet weer vermeld, maar de effecten van deze investeringen zijn wel meegenomen bij de afschrijvingskosten. Het investeringsbedrag is voor 2017 in vergelijking met 2016 160.000,- lager begroot. Deze besparing vloeit voort uit de detachering van groepen medewerkers uit de groenvoorziening en Businesspost, waardoor de investeringen niet meer voor rekening van Wedeka komen. Activa Levensduur Investerings- in jaren bedrag Divisie Industrie Gebouwen 15 jaar 50.000 Machines 10 jaar 190.000 Installaties 15 jaar 52.500 Inventarissen 10 jaar 90.000 Vervoermiddelen 8 jaar 30.000 412.500 Kringloop & Milieu Gebouwen 15 jaar 25.000 Machines 8 jaar 10.000 Installaties 15 jaar 5.000 Inventarissen 10 jaar 25.000 Vervoermiddelen 8 jaar 20.000 85.000 Divisie Groen & Infra Gebouwen 15 jaar 22.500 Machines 8 jaar 100.000 Installaties 15 jaar 5.000 Inventarissen 10 jaar 35.000 Vervoermiddelen 8 jaar 70.000 232.500 Divisie Trajecten Machines 10 jaar 10.000 Inventarissen 10 jaar 10.000 Vervoermiddelen 8 jaar - 20.000 Staf Computerapparatuur 5 jaar 100.000 Vervoermiddelen 8 jaar - 100.000 Totaal 850.000 13
Informatisering en automatisering De informatievoorziening binnen Wedeka is met name gericht op het ondersteunen van de bedrijfsprocessen. Hiervoor is hard- en software aanwezig voor de informatiesystemen ten behoeve van logistiek, financieel en personeel. De informatievoorziening kenmerkt zich door degelijkheid en bedrijfszekerheid. Om de continuïteit van al deze systemen te waarborgen zullen aanpassingen en investeringen worden uitgevoerd in zowel hard- als software. Op langere termijn moet er worden bezien of de aanwezige software voor logistiek moet worden vervangen. Dit is mede afhankelijk van de benodigde logistieke informatie en de in de toekomst gevoerde productieprocessen bij Wedeka. Ook moet er rekening worden gehouden met de continuïteit en onderhoudsmogelijkheden van de aanwezige logistieke software. Gezien het Akkoord van Westerlee wordt er ook hier uiterst terughoudend omgegaan met grote investeringen voor de toekomst. 14
Organisatiestructuur Algemeen Bestuur Dagelijks Bestuur Raad van Advies Directie Ondernemingsraad Personeelsmanagement Financiën & Control Bedrijfskundige Zaken Inkoop Technische Dienst Commercie Divisie Industrie Divisie Groen & Infra Divisie Trajecten WI Oosterkade GI Stadskanaal Trajectbegeleiding WI Electronicaweg GI Ter Apel Detacheringen WI Ter Apel GI Veendam WI Veendam Kringloop & Milieu 15
16
HOOFDSTUK 4 BEGROTING EN MEERJARENRAMING 4.1 FINANCIËLE POSITIE Balans Activa Vaste Activa 1-1-2017 31-12-2017 1-1-2017 31-12-2017 Passiva Eigen Vermogen Immateriele activa 32 14 Algemene Reserve - - Materiele vaste activa 7.942 7.710 Bestemmingsreserve 951 901 Financiele vaste activa 184 209 951 901 8.158 7.933 Vaste schulden Lening O/G 4.551 4.551 Volttende activa Kortlopende schulden Voorraden 500 500 Crediteuren 1.500 1.500 Uitzettingen 2.000 2.000 Overige schulden 3.500 3.500 Liquide middelen 94 269 Overlopende passiva 500 500 Overlopende activa 250 250 5.500 5.500 2.844 3.019 Totaal 11.002 10.952 11.002 10.952 Werkkapitaal va-vp 2.656-2.481- Mutatie werkkapitaal 175 Solvabiliteit 109,5% 108,9% 17
Kasstroomoverzicht (x 1.000,-) Herkomst van middelen Afschrijving vaste activa 1.100 Aflossing lening fietsproject 175 Opname lening 940 Bijdragen gemeenten in tekort 3.026 5.241 Besteding van middelen Investeringen 850 Verstrekkingen leningen fietsproject 200 Vrijval bestemmingsreserve 50 Resultaat 2017 3.026 Aflossing leningen 940 5.066 Mutatie financieringsoverschot (- = afname) 175 Voorraden 0 Uitzettingen 0 Liquide middelen 175 Overlopende activa 0 175 Crediteuren 0 Overige schulden 0 Overlopende passiva 0 0 Mutatie werkkapitaal 175 18
4.2 PROGRAMMABEGROTING (x 1.000,-) Omschrijving Begroting Begroting Jaarrekening 2017 2016 2015 Omzet 17.975 19.100 20.182 Voorraadmutaties - - - 56 Bruto bedrijfsopbrengsten 19.100 20.126 Kosten grondstoffen c.a. - 3.000-3.000-3.168 Totaal netto opbrengsten 14.975 16.100 16.958 Overige kosten Wsw 722 850 796 Salariskosten c.a. ambt.pers. 6.177 6.396 6.332 Afschrijvingskosten activa 1.100 1.223 1.166 Dienstverlening derden 483 517 403 Overige bedrijfskosten 4.109 4.628 4.377 Diverse lasten 15 15 81 Rentelasten 100 100 65 Diverse baten - 15-15 - 131 Onttrekking bestemmingsreserve - 50-50 - 50 Buitengewone lasten 37 36 50 Bedrijfs- en financieringslasten 12.678 13.700 13.089 Bedrijfsresultaat 2.297 2.400 3.869 Rijksbijdragen 39.253 43.060 45.645 Loonkosten Wsw-personeel 43.836 47.300 49.364 Begeleid Werken 740 740 512 Totaal loonkosten Wsw 44.576 48.040 49.876 Subsidieresultaat - 5.323-4.980-4.231 Totaal exploitatieresultaat - 3.026-2.580-362 Onttrekking algemene reserve - 1.539 362 Gemeentelijke bijdrage 3.026 1.041 - Resultaat na bestemming - - - 19
4.3 TOELICHTING OP DE PROGRAMMABEGROTING (x 1.000,-) BEDRIJFSRESULTAAT Begroting Begroting Jaarrekening 2017 2016 2015 Netto-opbrengsten Divisie Industrie: Industriële vestigingen 4.130 4.510 4.768 Kringloop & Milieu 1.008 1.070 1.106 Divisie Groen & Infra 5.727 6.320 6.572 Divisie Trajecten 4.110 4.200 4.512 Totaal 14.975 16.100 16.958 Opbrengsten per fte (excl. Begeleid Werken) Aantal fte s 1.475 1.540 1.645 Opbrengsten per fte (in euro s) 10.153 10.455 10.308 De netto-opbrengsten laten ten opzichte van de begroting 2016 een daling zien van 1.125.000,- ofwel 7,0%. Ten opzichte van de jaarrekening 2015 is er een daling van 1.983.000,-. Per fte (= fulltime arbeidsplaats) is er een afname ten opzichte van de begroting 2016 van 3,0%. In verband met het Akkoord van Westerlee heeft de Provincie Groningen ons bij uitzondering uitstel gegeven om de begroting voor 15 oktober bij hen aan te leveren. In het Akkoord van Westerlee staat opgenomen dat 60% van de werknemers bij externe werkgevers geplaatst moeten gaan worden. Inmiddels zijn er groepen groenmedewerkers gedetacheerd bij externe bedrijven. De gemeente Stadskanaal heeft de groenwerkzaamheden bij Wedeka weggehaald en deze uitbesteed bij 4 commerciële bedrijven onder de voorwaarde dat de werkzaamheden uitgevoerd worden door medewerkers van Wedeka. De gemeente Veendam is voornemens om de medewerkers van Wedeka zelf aan te gaan sturen. De Businesspost is vervreemd aan een commerciële partij. De detacheringsopbrengst is per saldo ruim 500.000,- lager dan de opbrengst die Wedeka zelf zou realiseren indien de medewerkers ongewijzigd voor rekening en risico van Wedeka de werkzaamheden uitgevoerd zouden hebben. Hier tegenover staat wel een kostenbesparing die gerealiseerd kan worden doordat de kosten niet meer voor rekening komen van Wedeka. Indien alle medewerkers bij de inlenende partij gedetacheerd blijven, zal het financiële resultaat onder de streep ongeveer gelijk blijven. De netto opbrengsten lopen in de begroting 2017 door de uitstroom van medewerkers ook verder terug met 625.000,- waardoor de opbrengst terugloopt van 16.100.000,- naar 14.975.000,-. Hierbij is de aanname gedaan dat de huidige TDC-bijdragen van de aangesloten gemeenten op hetzelfde niveau ( 2.275.000,- op jaarbasis) zullen blijven als in 2015 en 2016. De geraamde opbrengsten van de industriële vestigingen zijn ten opzichte van de begroting 2016 380.000,- lager begroot. De verlaging wordt enerzijds veroorzaakt door het teruglopen van de aantallen medewerkers en anderzijds door lagere opbrengsten van de Businesspost. 20
Door het detacheren van de medewerkers zal de opbrengst 186.000,- lager uitkomen dan indien de werkzaamheden onverminderd voortgezet zouden zijn. De begrote opbrengsten zijn er op gebaseerd dat de beter renderende werksoorten van de divisie Industrie zoals metaal, post, hout en polijsterij zoveel mogelijk op het huidige niveau worden gehouden. De opbrengsten van de afdeling Kringloop & Milieu zijn voor 2017 62.000,- lager begroot dan in 2016. Ook hier is minder personeel beschikbaar waardoor er minder werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden waardoor de opbrengst ook hier zal teruglopen. De begrote opbrengsten voor de divisie Groen & Infra zijn voor 2017 593.000,- lager begroot dan in 2016. Deze daling wordt ook hier veroorzaakt doordat er ook voor deze divisie minder personeel beschikbaar is en daarnaast zijn er 150 fte s gedetacheerd bij 4 commerciële partijen en bij de gemeente Veendam. Ook hier zijn de detacheringsopbrengsten lager dan de opbrengsten die Wedeka zelf had kunnen realiseren. Zoals eerder ook al gememoreerd staan hier wel kostenbesparingen tegenover. Deze kostenbesparingen zijn nagenoeg gelijk aan de lagere detacheringsopbrengst waardoor het bijna geen invloed heeft op het exploitatieresultaat. Het is hierbij wel essentieel dat de medewerkers allemaal bij de inlenende partijen blijven werken en niet, om wat voor reden dan ook, terugkomen bij Wedeka. De netto opbrengsten in de divisie Trajecten zijn voor 2017 geraamd op een bedrag van 4.110.000,-; dit is 90.000,- lager dan in de begroting van 2016. De opbrengsten van deze divisie bestaan enerzijds uit opbrengsten uit het detacheren van personeel en schoonmaakactiviteiten en anderzijds uit de opbrengsten van re-integratie van mensen met een uitkering. De divisie Trajecten is binnen Wedeka verantwoordelijk voor het plaatsen van mensen bij reguliere werkgevers in het kader van Begeleid Werken. Ten opzichte van de begroting 2017 is het aantal fte s in Begeleid Werken gelijk gehouden aan 2016. Op dit moment (mei 2016) zijn er 48 fte s in het kader van Begeleid Werken werkzaam bij derden. De verhoogde taakstelling voor 2016 komt mede voort uit het voornemen van de gemeente Veendam om zoveel mogelijk medewerkers met een aflopende arbeidsovereenkomst in Begeleid Werken te plaatsen. Begeleid Werken houdt in dat een werknemer van Wedeka in dienst treedt van een werkgever waarbij een deel van de rijkssubsidie, afhankelijk van de loonwaarde van betrokken werknemer, door Wedeka wordt doorbetaald. De daling in opbrengsten wordt hier ook volledig veroorzaakt doordat er minder personeel beschikbaar is waardoor er ook minder opbrengst gegenereerd kan worden. De begrote opbrengsten uit Trajecten en het TDC zijn voor 2017 op hetzelfde niveau gehouden als in de begroting van 2016 was opgenomen. Begroting Begroting Jaarrekening 2017 2016 2015 Overige personeelskosten Wsw 722 850 796 Hieronder vallen o.a. de reiskosten woon-werkverkeer ( 211.000,-), bedrijfsgeneeskundige zorg ( 128.000,-), opleidingskosten ( 100.000,-), kosten voor werkkleding ( 137.000,-), kosten voor kerstpakketten ( 60.000,-), vakbondsbijdrage ( 45.000,-) en kosten voor jubilea ( 83.000,-). 21
Hier tegenover staat een opbrengst voor de Subsidieregeling Praktijkleren ( 150.000.-). De daling van de personeelskosten ten bedrage van 128.000,- heeft als hoofdoorzaak de daling van de gemiddelde personeelsstand (van gemiddeld 1.540 fte s in 2016 naar gemiddeld 1.475 fte s in 2017). Begroting Begroting Jaarrekening 2017 2016 2015 Salariskosten c.a. ambtelijk personeel Salariskosten ambtelijk personeel 6.057 6.276 6.223 Overige personele kosten ambt. personeel 120 120 109 Totaal salariskosten ambt. personeel 6.177 6.396 6.332 Aantal fte s 86,96 92,26 96,38 Gedet.ambt./directievoering EMCO-groep -/- 4,59 -/- 4.09 -/- 4,96 82,37 88,17 91,42 Salariskosten per fte (in euro s) 73.534 71.181 68.070 Door met name 5,8 ambtelijke formatieplaatsen minder te begroten, zijn de salariskosten 219.000,- lager dan de begroting van 2015. De CAO voor het ambtelijk personeel loopt af op 1 mei 2017. In de begrote salariskosten is rekening gehouden met een structurele loonsverhoging van 1,5%. Afschrijvingskosten 1.100 1.223 1.166 De afschrijvingskosten zijn gebaseerd op de huidige staat van afschrijvingen, het resterende investeringsprogramma 2016 en het investeringsplan 2017 (zie paragraaf 3.5). De begrote afschrijvingskosten voor 2017 zullen lager uitkomen dan de werkelijke afschrijvingskosten over 2015. Dit wordt veroorzaakt doordat er in 2016 en ook in 2017 minder geïnvesteerd hoeft te worden door het uitplaatsen van medewerkers. Kosten dienstverlening derden 483 517 403 In de begroting 2017 is, net als in de begroting 2016, rekening gehouden met extra ondersteuning die moet worden ingehuurd voor de vele trajecten die binnen ons bedrijf worden uitgevoerd. In de Kringloopwinkels wordt gewerkt door een aantal medewerkers uit andere subsidieregelingen, waarvoor een (beperkte) inleenvergoeding wordt betaald. Naast de kosten van externe ondersteuning worden onder kosten dienstverlening derden onder andere begrepen de kosten van uitbesteding salarisadministratie, juridische expertise en de kosten welke samenhangen met ISO, VCA etc. Wedeka voert daarnaast ook veel administratieve werkzaamheden uit die voortvloeien uit het aannemen van mensen vooruitlopend op een dienstverband bij Wedeka. De opbrengsten die hiermee gemoeid zijn worden in mindering gebracht op de post kosten dienstverlening derden. Per saldo dalen de kosten ten opzichte van de begroting 2016 door onder andere de beëindiging van het inhuren van een medewerker van de Technische Dienst. 22
Begroting Begroting Jaarrekening 2017 2016 2015 Overige bedrijfskosten Huur- en leasekosten 360 451 402 Onderhoudskosten 1.398 1.481 1.527 Energiekosten 1.103 1.225 1.097 Belastingen en verzekeringen 356 376 372 Indirecte productiekosten 307 378 341 Algemene kosten 585 717 638 Totaal overige bedrijfskosten 4.109 4.628 4.377 De overige bedrijfskosten zijn begroot op basis van het werkelijke niveau over 2015 en het verwachte niveau over 2016. De overige bedrijfskosten zullen met name lager uitkomen door het teruglopende aantal medewerkers en door de groepsdetacheringen. Diverse lasten 15 15 81 In deze post worden de incidentele lasten, zoals onder andere voorraadverschillen, afboekingen op debiteuren en schades verantwoord. Rentelasten 100 100 65 De begrote rentelasten zijn voor 2017 gebaseerd op de lasten van de vaste geldleningen van Wedeka en een gering bedrag voor rentekosten, verbandhoudend met rekeningcourantkrediet. De algemene reserve is teruggelopen naar nihil, waardoor de gemeenten de tekorten van Wedeka moeten financieren. Hierdoor hoeft er geen extra vreemd geld te worden aangetrokken. Diverse baten 15 15 131 In deze post worden de incidentele baten zoals o.a. voordelige herwaarderingsverschillen van voorraden, schade-uitkeringen, ziekengelden van Wedeka BV en boekwinsten bij verkoop van activa verantwoord. Onttrekking bestemmingsreserve 50 50 50 Met ingang van 2013 wordt er jaarlijks een bedrag van 50.000,- ten gunste van het resultaat en ten laste van de bestemmingsreserve geboekt. Deze bestemmingsreserve is gevormd uit de algemene reserve die bij de overname van Baanderij is meegekomen. Een deel van deze reserve, een bedrag van 1.140.788,- moet volgens afspraak gebruikt worden voor nieuwe huisvesting, waardoor het op de balans als bestemmingsreserve zal worden opgenomen. In de loop van 2013 is de bouw van de nieuwe kringloopwinkel afgerond waarna het nieuwe gebouw in gebruik is genomen. De vrijval van de bestemmingsreserve is gelijk aan de afschrijvingskosten. Buitengewone lasten 37 36 50 23
Onder deze post worden de inactieve ambtenaren verantwoord. In de begroting 2017 is rekening gehouden met 0,5 inactief persoon. SUBSIDIERESULTAAT Begroting Begroting Jaarrekening 2017 2016 2015 Rijksbijdragen 39.253 43.060 45.645 Aantal s.e. s 1.595 1.660 1.750,8 Aantal s.e. s Begeleid Werken 60 60 40 Subsidie per s.e. 24.610 25.940 26.071 Deze bijdrage wordt ontvangen via de aangesloten gemeenten. In tegenstelling tot voorgaande jaren zal er vanaf 2017 geen verrekening meer plaatsvinden met buitengemeenten. Het kabinet was voornemens om de subsidie vanaf 2015 jaarlijks af te bouwen met een bedrag van 500,- per s.e. Met ingang van 2015 is er een nieuw verdeelmodel geïntroduceerd. In tegenstelling tot het vorenstaande wordt de subsidie niet meer afgerekend per s.e. maar ontvangt iedere gemeente, als onderdeel van het Participatiebudget, een lumpsum bedrag voor de SW. De subsidie wordt eerst in september/oktober van het voorgaande jaar voorlopig vastgesteld waarna het in april/mei definitief wordt vastgesteld. Deze definitieve vaststelling is dan gebaseerd op het werkelijk gerealiseerde aantal s.e. s van het voorgaande jaar (T-1). Vanaf 2015 zullen er geen nieuwe werknemers in de SW instromen waardoor het aantal s.e. s jaarlijks zal teruglopen. Inmiddels zijn de definitieve budgetten per gemeente voor 2016 bekendgemaakt waarbij het ministerie ook voor 2017 de voorlopige subsidies bekend heeft gemaakt. In de toekenning is, bij gebrek aan het onderliggende berekeningsmodel, weinig logica te ontdekken waardoor de bedragen bijna niet teruggerekend kunnen worden. In voorgaande subsidieprognoses heeft het ministerie steeds gerekend met een te optimistische uitstroom uit de SW. In werkelijkheid zijn er landelijk 1.679 s.e. s minder uitgestroomd dan men had ingecalculeerd. De subsidie per s.e. wordt berekend door het macrobudget te delen door het aantal s.e. s dat in dat jaar nog werkzaam is. Het budget per s.e. daalt hierdoor niet met de aangekondigde 500,- per jaar maar met 1.014,- in 2016 ten opzichte van 2015. Het ministerie laat hierdoor het risico van minder landelijke uitstroom neerkomen op de SWbedrijven en dus op de Nederlandse gemeenten. De vraag is of dit terecht is! Na de genoemde efficiencykorting van 1.014,- per s.e. is het macrobudget in 2016 verhoogd met een bedrag van 46,5 miljoen in verband met de cao-afspraak uit december 2015. Om de langlopende cao-onderhandelingen vlot te trekken heeft de staatssecretaris toegezegd dat de SW-medewerkers jaarlijks een loonsverhoging zullen krijgen gelijk met de ontwikkeling van het minimumloon waarbij als minimum zou gelden de LPO (loon prijs ontwikkeling) die ingeschat werd op 2% in 2016. De subsidie zal hierdoor in 2016 uitkomen op een bedrag van 25.457,- per jaar. In 2017 loopt dit bedrag verder terug naar 24.610,-. Opnieuw dus een efficiencykorting van 847,- per s.e. per jaar in plaats van de aangekondigde korting van 500,- per s.e. Bovenstaande extra kortingen in 2016 en 2017 leveren een extra verlies op van 1.373.295,- in de exploitatiebegroting 2017(1.595 s.e. s x (514 + 347)). Loonkosten Wsw-personeel 43.836 47.300 49.364 24
Aantal fte s (exclusief Begeleid Werken) 1.475 1.540 1.645 Loonkosten per fte (in euro s) 29.719 30.714 30.007 De post Wsw-loonkosten is ten opzichte van de begroting 2016 salderend met 3.464.000,- gedaald. Deze daling aan loonkosten is enerzijds toe te schrijven aan de daling van het te begroten aantal fte s met 65. Daarnaast zal met ingang van 2017 de wet Tegemoetkoming Loondomein worden ingevoerd. Onderdeel van deze wet is de LIV (Lage Inkomens Voordeel) die vanaf 2017 ook zal worden ingevoerd. Dit is een subsidie voor werkgevers om de drempel te verlagen om werknemers in dienst te nemen. Alle werkgevers in Nederland zullen voor medewerkers met een minimumloon van 100%-110% een subsidie ontvangen van 2.000,- en voor medewerkers met een loon van 110%-120% van het minimumloon een subsidie van 1.000,-. De genoemde bedragen zijn gebaseerd op een werkweek van 38 uur en zullen naar evenredigheid worden uitbetaald. Voorwaarde is verder dat de werknemer minimaal 24 uur per week werkt. Voor Wedeka zal het voordeel naar verwachting uitkomen op een bedrag van 1.186.000,-. In december 2015 zijn er nieuwe cao-afspraken gemaakt waarbij is overeengekomen dat de lonen van de SW-medewerkers jaarlijks zullen stijgen gelijk met de stijging van het minimumloon. De staatssecretaris heeft toegezegd dat deze kostenverhoging zal worden gecompenseerd in de rijkssubsidie. In de begroting is geen rekening gehouden met deze afspraak omdat deze nagenoeg kostenneutraal zal verlopen. De gemiddelde loonkosten per fte dalen ten opzichte 2016 doordat de medewerkers die uitstromen over het algemeen een relatief hoger salaris verdienen waardoor de gemiddelde loonkosten dalen. Begroting Begroting Jaarrekening 2017 2016 2015 Kosten Begeleid Werken 740 740 512 Wedeka voert het Begeleid Werken zelfstandig uit. Het kabinet heeft als beleid om zoveel mogelijk werknemers bij reguliere werknemers te plaatsen. Op dit moment (mei 2016) zijn er 48 s.e. s in Begeleid Werken geplaatst. De doelstelling is om in 2017 gemiddeld 58 fte s te plaatsen. Deze extra 10 fte s zullen moeten worden gerealiseerd door de medewerkers uit de gemeente Veendam met een tijdelijke overeenkomst te plaatsen bij externe werkgevers. De kosten 2017 zijn gebaseerd op de te betalen loonkostensubsidie aan externe werkgevers en incidentele externe ondersteuning. Onttrekking aan algemene reserve - 1.539 362 Met de aangesloten gemeenten was afgesproken dat de te veel betaalde gemeentelijke bijdrage over 2015, ten bedrage van 2.253.000,-, kon worden toegevoegd aan de Algemene Reserve. Dit bedrag zou in de jaren 2017 tot en met 2019 in gelijke bedragen vrijvallen ten gunste van het resultaat om zodoende de gemeentelijke bijdrage voor deze jaren te dempen. De jaarrekening over 2015 is nog niet definitief vastgesteld maar inmiddels hebben de gemeenten aangegeven dat ze het bedrag van 2.253.000,- terug willen hebben. Ze hebben aangegeven dat ze dit bedrag zelf als bestemmingsreserve gaan reserveren om te gebruiken om de oplopende tekorten van Wedeka, veroorzaakt door de subsidiekorting, mee te financieren. 25
Hierdoor is er voor 2017 geen algemene reserve meer over waardoor de aangesloten gemeenten het gehele exploitatietekort als gemeentelijke bijdrage moeten bijbetalen. Begroting Begroting Jaarrekening 2017 2016 2015 Gemeentelijke bijdragen 3.026 1.041 0 Aangezien de algemene reserve van Wedeka in 2016 is teruggelopen tot nihil, zullen aangesloten gemeenten het gehele exploitatietekort van Wedeka moeten dekken. Dit bedrag zal verdeeld worden op basis van het aantal geplaatste fte s per gemeente. Buitengemeenten betalen op basis van wetgeving niet mee aan het nadelige saldo. Op basis van de huidige personeelsstand zou dit voor de gemeentelijke bijdragen ongeveer het volgende beeld geven. percentage 2017 Gemeente Borger-Odoorn 9,0% 272.897 Gemeente Menterwolde 7,2% 217.422 Gemeente Stadskanaal 42,0% 1.272.415 Gemeente Veendam 24,3% 733.823 Gemeente Vlagtwedde 17,5% 529.443 Totaal 100% 3.026.000 Resultaat na bestemming 0 0 0 4.4 RISICOPARAGRAAF Om de begroting 2017 goed te kunnen beoordelen, zijn hieronder alle bekende risico s die in de begroting besloten liggen, weergegeven: Aangezien de aangesloten gemeenten samen met de Provincie Groningen, het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de sociale partners het Akkoord van Westerlee hebben getekend, zal de werkelijkheid er heel anders uit zien. Het is op dit moment niet bekend hoe de uitgewerkte plannen er uit zullen zien en wat de financiële consequenties ervan zullen zijn waardoor er geen begroting en meerjarenraming op basis van de plannen kan worden opgesteld. Wedeka heeft in de meerjarenraming de ambtelijke salariskosten vanaf 2018 verlaagd. Deze besparing zal gerealiseerd moeten worden door een reorganisatie door te voeren. De extra kosten die hiermee gemoeid zullen zijn, naar verwachting een bedrag van ongeveer 2.500.0000,-, zullen gefinancierd kunnen worden uit de gemeentelijke bijdragen over 2015 die door Wedeka aan de gemeenten na het vaststellen van de jaarrekening 2015 zijn terugbetaald. De gemeenten hebben bij de terugbetaling aangegeven dat ze dit bedrag, 2.253.000,-, op hun eigen balans als reservering zullen opnemen om extra exploitatiekosten in de toekomst uit te kunnen financieren. 26
Netto toegevoegde waarde Van de totaal begrote netto toegevoegde waarde wordt een gedeelte gegenereerd in de vorm van jaarcontracten. Dit geldt hoofdzakelijk voor de groenvoorzieningobjecten van de aangesloten gemeenten, doch ook voor een beperkt aantal langlopende contracten bij de divisie Industrie. De resterende netto toegevoegde waarde heeft betrekking op kortlopende orders, waarvoor telkens opnieuw acquisitie moet worden gepleegd. Voortvloeiend uit het Akkoord van Westerlee is het beleid er op gericht om zoveel mogelijk medewerkers in groepen te detacheren bij externe werkgevers. Inmiddels is dit gerealiseerd voor 95 fte s die bij 4 aannemers werkzaamheden uitvoeren in de groenvoorziening, 50 fte s die bij een postbedrijf zijn gedetacheerd en zijn we er bijna uit met de gemeente Veendam waar nog eens 59 fte s geplaatst zullen worden. De detacheringsvergoedingen zijn gebaseerd op de opbrengsten die Wedeka zelf met deze medewerkers realiseerde onder aftrek van de directe kosten. Ervaringen bij andere SW-bedrijven leren dat de kans aanwezig is dat veel medewerkers de werkdruk bij commerciële partijen niet aankunnen en na verloop van tijd zullen terugkeren bij Wedeka. Aangezien de beter renderende werksoorten waar deze medewerkers werkzaam in waren er niet meer zijn, zullen ze vervolgens ingezet moeten worden in lager renderende werkzaamheden. Dit heeft negatieve gevolgen voor de exploitatie waar in deze begroting geen rekening mee is gehouden. Lonen Wsw-werknemers Per 1 januari 2017 zullen de sociale premies opnieuw worden vastgesteld, waardoor de werkgeverslasten kunnen stijgen. In de begroting over 2017 is gerekend met de premies van 2016. Het pensioenfonds voor de SW (PWRI) voorziet problemen in de toekomst, omdat het aantal deelnemers zal teruglopen in verband met de Participatiewet. Hierdoor zal het pensioenfonds relatief meer kosten aan de deelnemers moeten doorberekenen, waardoor er eventueel op uitkeringen moet worden gekort. De kans is aanwezig dat deze rekening bij de SW-bedrijven zal worden neergelegd in de vorm van een pensioenpremiestijging. De loonkosten zijn gebaseerd op het te verwachten aantal fte s. Dit aantal wordt ingeschat door het werkelijke aantal fte s van heden (mei 2016) te verminderen met de bekende gepensioneerden. Daar bovenop komen de medewerkers die om andere redenen Wedeka verlaten. Indien de werkelijkheid afwijkt van de gemaakte inschatting zullen de loonkosten ook gaan afwijken. In de begroting 2017 is, dit jaar voor het eerst, de post Lage Inkomens Voordeel opgenomen. In de regelgeving staat vermeld dat de LIV alleen van toepassing is voor medewerkers die meer verdienen dan het minimumloon. Dit is een weeffout die inmiddels onderkend is. Wij gaan ervan uit dat de wetgeving wordt aangepast waardoor ook deze van toepassing is op medewerkers die exact het minimumloon verdienen. Indien de wet niet wordt aangepast is het voordeel te hoog opgenomen. Salariskosten ambtelijk personeel De huidige cao heeft een looptijd tot 1 mei 2017. In de begroting is rekening gehouden met een loonstijging van 1,5%. Indien er voor 2017 een andere loonsverhoging wordt overeengekomen zal dit een voor- of nadeel ten opzichte van de begroting met zich meebrengen. Net als bij de Wsw-loonkosten geldt dat er geen rekening is gehouden met veranderende sociale wetgeving per 1 januari 2017 of het stijgen van pensioenpremies bij het ABP. 27
Rijksbijdragen Vanaf 1 januari 2015 is het nieuwe verdeelmodel voor de rijkssubsidie ingevoerd. Voor deze datum werden de subsidiebedragen per gerealiseerde s.e. afgerekend. Vanaf 2015 heeft men er nu voor gekozen om de gemeenten in het Participatiebudget een lumpsum bedrag voor de SW te betalen. Per jaar worden deze budgetten vastgesteld door het macrobudget te verdelen op basis van het aantal gerealiseerde s.e. s waarbij iedere gemeente dan een evenredig deel krijgt. Voor de meerjarenraming wordt de rijkssubsidie vervolgens gebaseerd op de blijfkans die een SW-medewerker heeft. Deze blijfkans is berekend door SEO Economisch Onderzoek. De blijfkansen zijn in de loop van 2015 bijgesteld van 92,4% naar 94,8 %. Het is ons volkomen onduidelijk hoe men deze percentages heeft berekend en ook bij navraag wordt er geen helder antwoord geformuleerd. In mei 2016 zijn de subsidiebedragen voor 2016 definitief vastgesteld waarbij er een indicatie is gegeven voor de jaren 2017-2021. Deze bedragen wijken fors af van eerdere prognoses die het ministerie. Ook nu houdt het ministerie naar onze mening rekening met te hoge verwachte uitstroomcijfers. Om de cao-onderhandelingen van de SW-sector uit een impasse te halen heeft de staatssecretaris aan de gemeenten aangegeven dat ze aan het SW-personeel toegezegde loonsverhogingen zal gaan compenseren in de rijkssubsidie. Er is hierbij niet aangegeven op welke wijze en hoe dit zal worden uitgevoerd. In de begroting 2017 hebben wij het verwachte bedrag wel verhoogd met 1,75 %. Vennootschapsbelasting Per 1 januari 2016 worden overheidsorganen belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Aangezien Wedeka forse exploitatietekorten heeft zal dit normaal gesproken geen belastingdruk met zich meebrengen. Wedeka heeft advies hierover ingewonnen bij haar accountant die ook van mening is dat de vennootschapsbelasting niet op Wedeka van toepassing zal zijn. Er zijn echter fiscalisten die van mening zijn dat de exploitatie moet worden gesplitst in werksoorten. Indien een werksoort dan wel winstgevend zou zijn, zou over dit positieve deelresultaat vennootschapsbelasting moeten worden betaald. Hoe dit gaat uitpakken is niet bekend en in deze begroting is met deze belastingplicht geen rekening gehouden. 28
4.5 MEERJARENRAMING (x 1.000,-) Begroting Meerjarenraming Exploitatierekening 2017 2018 2019 2020 Netto-opbrengsten 14.975 14.401 13.894 13.369 Overige personele kosten Wsw 722 690 711 664 Salariskosten c.a. ambtenaren 6.177 5.558 5.489 5.493 Afschrijvingskosten activa 1.100 1.050 1.000 950 Kosten dienstverlening derden 483 461 433 441 Overige bedrijfskosten 4.109 3.980 3.865 3.770 Diverse lasten 15 15 15 15 Rentelasten 100 100 100 100 Diverse baten - 15-15 - 15-15 Onttrekking bestemmingsreserve - 50-50 - 50-50 Buitengewone lasten 37 16 - - Bedrijfs- en financieringslasten 12.678 11.805 11.548 11.368 Bedrijfsresultaat 2.297 2.596 2.346 2.001 Rijkssubsidie 39.253 36.421 34.516 32.496 Loonkosten Wsw-personeel 43.836 41.925 40.108 38.380 Kosten Begeleid Werken 740 740 740 740 Totaal loonkosten Wsw 44.576 42.665 40.848 39.120 Subsidieresultaat - 5.323-6.244-6.332-6.624 Totaal exploitatieresultaat - 3.026-3.648-3.986-4.623 Onttrekking aan algemene reserve - - - - Gemeentelijke bijdragen 3.026 3.648 3.986 4.623 Resultaat na bestemming 0 0 0 0 Per fte / se (bedragen in euro s) Aantal fte s (excl. Begeleid Werken) 1.475 1.410 1.351 1.290 Fte s in Begeleid Werken 58 58 58 58 Opbrengsten per fte 10.153 10.213 10.284 10.364 Aantal se s 1.595 1.529 1.469 1.407 Lasten per se 35.896 35.625 35.668 35.883 Rijkssubsidie per s.e. 24.610 23.820 23.496 23.096 Loonkosten Wsw per f.t.e. 29.719 29.734 29.688 29.752 29
Op basis van de gemeenschappelijke regeling zou de verdeling moeten plaatsvinden op basis van het geplaatste aantal fte's. Buitengemeenten betalen op basis van wetgeving niet mee aan het nadelige saldo. Op basis van de huidige fte-verdeling zouden de GR-gemeenten dan onderstaande bedragen ongeveer moeten bijdragen: (bedragen x 1.000,-) percentage 2018 2019 2020 Gemeente Borger-Odoorn 9,0% 329 359 417 Gemeente Menterwolde 7,2% 262 287 332 Gemeente Stadskanaal 42,0% 1.534 1.676 1.944 Gemeente Veendam 24,3% 885 967 1.121 Gemeente Vlagtwedde 17,5% 638 697 809 Totaal 100,0% 3.648 3.986 4.623 4.6 VASTSTELLING Aldus vastgesteld en goedgekeurd in de vergadering van het Algemeen Bestuur van Wedeka Bedrijven te Stadskanaal, gehouden op 13 juli 2016. De secretaris, J.F.A. Alberts De voorzitter, F.J.C. Boen Voor deze: Vice voorzitter, B. Wierenga 30