Gebruikersprocessen B&B-BR



Vergelijkbare documenten
Gebruikersprocessen Rijden van treinen

Gebruikersprocessen B&B-BR

Infra wijzigingen per op Zevenaar-Oost en Betuweroute (A15) Extra informatiesessie voor vervoerders en opleiders

Spoorcollege veiligheid / treinbeveiliging SpoorParade 17 oktober 2014

Formulierenboek. Directeur ProRail VL Kees van Dijk / Wilco van der Wolf. Herman Tijsma. Definitief. Van Auteurs. Projectleider

Examenprogramma Machinist Reizigers/Goederen Rijden op ERTMS baanvakken

Theo van de Ven Interoperabel, maar anders dan de HSL-Zuid

Formulierenboek. Herman Tijsma. VL VLV VMK/ Formulierenboek/Definitief. Definitief. Van Eigenaar. Kenmerk. Versie 3.0 Datum 2 januari 2015 Bestand

Feitenrapport. Wagen over remslof geduwd Kijfhoek 18 juli BVR Ontsporing

Rijweginstelling en roodseinpassages

Formulierenboek. Directeur ProRail VL. Staf VLV, cluster VMK Staf VLV, cluster be- en bijsturing. Definitief

LOKALE REGELGEVING SPV ONDERHOUDSBEDRIJF ONNEN

RV uursrapportage bijna botsing na STS passage te Utrecht op 25 april 2012

Rijweginstelling en roodseinpassages

CHECKLIST STS VOOR DE TREINDIENSTLEIDER

interoperabel maar toch verschillend van Betuweroute Presentatie IRSE (Luc van Gerrevink) 15 februari 2008

Wegbekendheid/kennis van de lijn machinist

INFRAROOD AFSTANDBEDIENINGSSYSTEEM (IRAB) Versie: 001

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Vakbekwaamheidseisen (VBE) Kennis van de lijn baanvak Haarlem-Leiden v

Machinist. 1 Deze regelgeving: Is een aanvulling op het NedTrain Handboek Machinist/rangeerder NedTrain uitgave januari 2011

RIGD-LOXIA Producten en Diensten Catalogus

Vakkennis Machinist Cluster 7: Gereedmaken en vertrekken

Vakkennis Machinist Cluster 6: Beveiligingssystemen

Vakbekwaamheidseisen (VBE) Kennis van de lijn baanvak Zwolle-Amersfoort v

PROJECT PLAN VOOR DE IMPLEMENTATIE VAN EEN STANDAARD SITE VOOR DE VERENIGING O3D

ERTMS Regional. De stand van zaken. zaterdag 16 juni 12

Richtlijn. Gebruikersprocessen 'rijden met treinen' - A15-tracé en Zevenaar Oost. Assetmanagement. Datum van kracht:

24-Uurs rapportage bijna trein trein botsing na STS-passage van sein 1288 op spoor 13 te Utrecht CS d.d

ERTMS Key management

Vakbekwaamheidseisen (VBE) Kennis van de lijn Leiden-Haarlem v

Hoe te handelen bij aantreffen VWAM- Blokkering

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

Vakkennis Machinist Cluster 8: Rijden, rangeren en wegzetten

Vragenset open vragen PB lijst kennis van de lijn/wegexamen V4 Traject:A-B vice versa Naam PEX: Naam kandidaat: Datum:

nr criterium Vraagvariant 1 Vraagvariant 2 Vraagvariant 3

Meer inzicht in spoorwegveiligheid

Brancherichtlijn. Borgen Veiligheid bij Functieherstel. Behoort bij VVW- Trein. Brancherichtlijn Borgen Veiligheid bij Functieherstel 1.

Inleiding Treinbeveiliging

Vragenset wegexamens 07A Ledn-Hfd v

ERTMS Pilot Amsterdam-Utrecht. IRSE 19 mei 2015 Wendi Mennen Marcel Voskamp

Vragenset wegexamen 33 E Harmelen aansluiting Utrecht centraal vice versa v

HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. Sein 5. Sein 5. Veilig.

Handleiding aanleveren wagenlijsten

InteGra Gebruikershandleiding 1

Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)

VVRV cluster Bevoegdheidseisen, taken en verantwoordelijkheden machinist, versie maart 2019

INFOBLAD 02. ATB-plicht onderhoudsmachines en historische spoorvoertuigen

Eindrapport. Aanrijding medewerker te Meteren 13 oktober 2016

ERTMS Pilot Amsterdam-Utrecht. IRSE 19 mei 2015 Wendi Mennen Marcel Voskamp

Inrit Spoor 3. Uitrit Spoor 1

Spoorwegveiligheid. RnV-NORMBLAD M-010. ATB-veiligheidsstoringen ATB-beschikbaarheidsstoringen

VVRV cluster ERTMS, versie maart 2019

Vragenset wegexamen 17 Barneveld aansluiting Ede Wageningen vice versa

CHECKLIST STS VOOR DE VERVOERDER

HOOFDSTUK V. Seinen op treinen, rangeerdeelen en bijzondere voertuigen te geven.

Feitenrapport. Botsing ketelwagon met lorrie in buitendienststelling Kijfhoek 15 juni Arbeidsongeval

HOOFDSTUK IV. Seinen op bepaalde plaatsen te geven. (Vaste seinen).

STS-passages Analyse en resultaten over de periode Datum 16 juni 2011 Status definitief

Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display

Simulatie op het spoor ProRail Vervoer en Dienstregeling. Dick Middelkoop

1 van :12

Onderzoeksrapport. Rapportagedatum 1 mei Onderzoeksnummer

Aanpak. Onafhankelijk advies

Publicatieblad van de Europese Unie L 136/11

Reizigerstrein passeert stoptonend sein

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De mijn Volkswagen app koppelen aan uw Volkswagen.

ERTMS Kennisboek versie V2.0

Bediensystemen van de Toekomst

KEYSTONE. OM8 - EPI 2 AS-Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud.

Voordat u gebruik kunt maken van de Mijn Volkswagen app koppelt u eerst de app aan uw Volkswagen. Volg de hierna beschreven stappen.

Onafhankelijk advies. Aanpak

Nederlands seinenstelsel. op de modelbaan. Colofon. G. te Nuyl GtN NL seinenstelsel op de modelbaan. Auteur Kenmerk Versie 1.

Feitenrapport. Onbemande gereedschapswagens rollen de buitendienststelling uit Zwijndrecht - Kijfhoek 15 juli Arbeidsongeval

Handleiding. Meldingen module. PlanCare 2. elektronisch cliënten dossier. G2 Paramedici het EPD voor paramedici. Handleiding.

SERVICE LEVEL AGREEMENT

Procedure Langstransport

Een eenvoudig, robuust en duurzaam spoorsysteem. Jan Koning, 6 november 2013, KIVI NIRIA Jaarcongres, TU Eindhoven

Bedieningshandleiding voor het extern Regin Display

ProRail Marktconsultatie

Gebruikershandleiding

Goederentrein en reizigerstrein botsen te Zwolle

Bedieningshandleiding Christiaens Group Stapelaar en Ontstapelaar

Vragen en antwoorden Tweede Kamer over Zesde Voortgangsrapportage ERTMS

Op 23 januari 2007 ontspoort om 6.15 uur een rangeerdeel zonder reizigers op het emplacement van Utrecht Centraal.

STWSIM. Door Daan Goedkoop. Geldig voor de versie: Alle rechten voorbehouden.

Taxis Pitane voor iphone / ipad

Het Keypad (met segmenten)

Gebruikershandleiding ZorgInfo Verstrekkingen Portaal (VP)

XTC (Mk3) PROPORTIONELE SWITCHBOX CONTROLS (7 Service)

Gebruikershandleiding. Tropaz voor zelfmanagementpatiënten

Aanhangsel A. bij technische specificaties "Exploitatie en verkeersleiding"

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid

ALGEMEEN REGLEMENT VAN HET PERSONEEL EN DE SOCIALE DIENSTEN BUNDEL TUCHTREGLEMENT

STS-passages Analyse en resultaten over de periode Datum 18 juni 2012 Status definitief

In de periode december 2006 tot en met april 2007 passeren 13 reizigerstreinen van Veolia Transport, ten onrechte stoptonende seinen.

Monitoring. SolidBE B.V. Maarten Schoutenstraat SV Waddinxveen

24-Uurs rapportage Botsing trein - trein te Amsterdam Singelgracht d.d. 21 april 2012

1.2 Schakelopdrachten van Loc-extrafuncties aan verschillende plaatsen van het schakelverloop in Automatiekbedrijf activeren.

Transcriptie:

TB/B&B-BR Gebruikersprocessen B&B-BR Het rijden van treinen op het A15-tracé Versie 8.29.0 D0265 Gebruikersprocessen - Het rijden van treinen op het A15-tracé v9.0 (renv).docx 1 / 252

Configuratie Pagina DOCUMENT IDENTIFICATIE Referentie: TB/B&B-BR/D0265 REVISIE HISTORIE Versie Datum Reden voor nieuwe versie 0.1 22-6-2004 Conceptversie. 1.0 8-06-2005 Versie ter externe review 1.1 3-11-2005 Tussenversie bedoeld ter info voor overleg ERTMS Operational Rules. 1.2 7-12-2005 Bijgewerkte versie waarin alle gebruikersprocessen relevant voor A15 zijn opgenomen. 2.0 15-3-2006 Oplevering t.b.v. B&B-BR-dossier versie 1.0. 3.0 1-9-2006 Oplevering t.b.v. B&B-BR-dossier versie 2.1. 4.0 1-11-2006 Oplevering t.b.v. B&B-BR-dossier versie 2.2. 4.1 15-02-2007 Versie voor afstemming met VL, Portaal en IVW. 5.0 1-5-2007 Oplevering t.b.v. B&B-BR-dossier versie 2.4. 6.0 1-6-2007 Oplevering t.b.v. B&B-BR-dossier versie 3.1. 6.1 25-09-2007 Versie voor afstemming met VL. 7.0 1-10-2007 Oplevering t.b.v. B&B-BR-dossier versie 3.2. 8.0 17-12-2008 Oplevering t.b.v. TVG. 8.13 26-0703-08-2011 8.29.0 03-08- 201101-04- 2012 Oplevering t.b.v. plaatsing Stop-if-in-SR/Danger-for-shunting balises. Oplevering t.b.v. Betuweroute 2.3.0d ACCEPTATIE Functie Naam Handtekening Datum Auteur R.T.J. Stam Safety Manager H. Wassink Projectleider E.B.M. van den Berg

HISTORIE WIJZIGINGEN Versie Hoofdstuk / Sectie Wijziging 0.96 Alle Conceptversies gebruikt tijdens en aangepast naar aanleiding van werkgroepsessies met gebruikers. 1.2 Alle Reviewcommentaar op versie 1.0 verwerkt. Terminologie aangepast aan BB21 begrippenlijst ( besloten termen per 8-9-2005 in ERTMS termen v4) Reviewcommentaar (VL + intern) verwerkt. Conceptversies van resterende gebruikersprocessen relevant voor A15-tracé toegevoegd. Bijlage D t.e.m. G verwijderd (informatie staat al in hoofdstuk 3) 2.0 Alle Reviewcommentaar op versie 1.2 verwerkt (RF s R. v.d. Berg, P. Pieridis, J. B. Beekman en intern). 3.0 Alle Mitigerende maatregelen van safetyteam verwerkt; reviewcommentaar verwerkt. 4.0 Alle Reviewcommentaar op 3. 0 (P. Pieridis en intern) verwerkt. Paragraaf 3.16 (Infrabeheerder functies) verplaatst van document naar D0275 (gebruikersprocessen 1470 Het instellen/verwijderen van een tijdelijke snelheidsbeperking en 1245 Het opruimen van onterechte bezetmeldingen ). Paragraaf 3.12 (Walgerelateerde storingssituaties) Gebruikersproces 4210 De afhandeling van een melding van een storing in het systeem verplaatst naar D0275. 4.1 Alle Reviewcommentaar op 3.0 verwerkt (IVW, K. van Herwaarden) verwerkt; intern reviewcommentaar op 4.0 verwerkt. Consequenties resterende mitigerende maatregelen verwerkt. Gebruikersprocessen 1260 ( Het inrijden van ATBEG beveiligd gebied vanuit PZB-beveiligd gebied en 1501 ( De afhandeling van het falen van de trein bij vertrekgereedmaken ) toegevoegd. 5.0 Alle Nog openstaande punten n.a.v. mitigerende maatregelen verwerkt; Intern reviewcommentaar op v4.1 verwerkt. 6.0 Algemeen Diverse aanvullingen en correcties. Zie reviewformulieren en gerenvooieerde versie van dit document voor details. 6.1 Algemeen Diverse aanvullingen en correcties. Zie reviewformulier en gerenvooieerde versie van dit document voor details. 7.0 Algemeen Diverse aanvullingen en correcties t.o.v. 6.0. Zie reviewformulier en gerenvooieerde versie van dit document voor details. 8.0 Algemeen Zie reviewformulier en gerenvooieerde versie van dit document. 8.1 3.13.2Algeme en Aanpassing van gebruikersproces 1450 ( Het rijden zonder radioverbinding van de trein met het RBC ) naar aanleiding van het plaatsen van Stop-if-in-SR/Danger-for-shunting balises.diverse aanvullingen en correcties t.o.v. 6.0. Zie reviewformulier en gerenvooieerde versie van dit document voor details.

8.02 Algemeen Reviewcommentaar op v8.1 verwerkt. Zie reviewformulier en gerenvooieerdegerenvoieerde versie van dit document voor details. 8.13 Algemeen3.1 3.2 Textuele correctie KeyRail proces nr 1440, zie email MvD vrijdag 5 augustus 2011 13:05Aanpassing van gebruikersproces 1450 ( Het rijden zonder radioverbinding van de trein met het RBC ) naar aanleiding van het plaatsen van Stop-if-in-SR/Danger-for-shunting balises. 8.29.0 Algemeen RBC contactgegevens, vertrekproces [1030] [3260], spanningssluis afhandeling toegevoegd in verband met wijzigingen in de infrastructuur. Proces [1401] Passage van een helling door een goederentrein verwijderdreviewcommentaar op v8.1 verwerkt. Zie reviewformulier en gerenvoieerde versie van dit document voor details. DISTRIBUTIE LIJST Functie Naam Bedrijf / Afdeling B&B-BR Keyrail Portaal BR Transmissie BR VL TB CT VMJB IVW Vervoerders RIO RDP Rail Training Service Center

Inhoudsopgave 1 Introductie 9 1.1 Inleiding 9 1.2 Begrippen en afkortingen 10 1.3 Opzet van dit document 15 2 Referenties 17 3 Procesbeschrijvingen 18 3.1 Inleiding 18 3.1.1 Contextafbakening 18 3.1.2 Uitvoering ERTMS 20 3.1.3 Cabinesignalering 21 3.1.4 Dialoog machinist - ETCS-treinsysteem bij vertrek 24 3.2 Het vertrekgereedmaken en wegzetten van de trein 26 3.2.1 [1010] Het vertrekgereedmaken van de trein 27 3.2.2 [1451] Het vertrekgereedmaken van een trein zonder radioverbinding met het RBC 32 3.2.3 [1071] Het weer opstarten van een locomotief na opzending 35 3.2.4 [1170] Het wegzetten van de trein 38 3.3 Het vertrek van de trein 40 3.3.1 [1021] Het vanuit het TAF-venster oprijden naar een normale rijweg in geval van een bekende treinpositie 41 3.3.2 [1040] Het vanuit het TAF-venster oprijden naar een ROZ-rijweg in geval van een bekende treinpositie 45 3.3.3 [3260] Het van buiten het TAF-venster oprijden naar een rijweg 48 3.3.4 [1030] Het oprijden naar een rijweg in geval van een onbekende treinpositie 52 3.3.5 [1160] Het vertrek van een trein die met de kop voorbij het sein staat 56 3.3.6 [1060] Afhandeling als een machinist wil vertrekken maar er geen rijweg is ingesteld 60 3.3.7 [1061] Vertrekprocedure bij het te laat instellen van de rijweg 62 3.3.8 [1050] Het vervolgen van een rijweg na een stilstand van korter dan 2 minuten 65 3.3.9 [1070] Het vervolgen van een rijweg na een stilstand van langer dan 2 minuten 66 3.4 Het rijden van de trein 68 3.4.1 [1100] Het rijden onder ERTMS-level 2 in ERTMS-level 2 gebied 68 3.4.2 [1560] Het rijden op glad spoor 71 3.4.3 [1130] Omschakelen volledig technisch beveiligd rijden naar rijden op zicht 74 3.4.4 [1140] Omschakelen rijden op zicht naar volledig technisch beveiligd rijden 76 3.5 Aanwijzingen 78 3.5.1 [1190] De passage van een stoptonend sein met aanwijzing STS 78

3.5.2 [1210] Rijden met aanwijzing SB of VR 83 3.6 Het herroepen van een rijweg 88 3.6.1 [1240] Het herroepen van een rijweg die nog niet aan een trein is toegekend 88 3.6.2 [1241] Het herroepen van een rijweg die aan een trein is toegekend waarbij de trein tot stilstand komt vóór het begin van de rijweg 91 3.6.3 [1242] Het herroepen van een rijweg die aan een trein is toegekend waarbij de trein tot stilstand komt op de te herroepen rijweg 94 3.6.4 [1246] Het herroepen van een over bezet spoor ingestelde ROZrijweg 98 3.6.5 [3250] Het herroepen van een STS-route (H-STS) 101 3.7 Rangeerbewegingen binnen het treinverkeersgebied 103 3.7.1 [1330] Het koppelen van een trein aan een tractieloos rangeerdeel104 3.7.2 [1340] Het combineren van twee treinen 108 3.7.3 [1350] Het splitsen van een trein 112 3.7.4 [1360] Het keren of kopmaken van een trein 117 3.7.5 [1370] Het omlopen van een locomotief 121 3.7.6 [1380] Het opzenden van tractiematerieel 126 3.7.7 [1550] Het wegslepen van een gestrande trein 128 3.8 De passage van bijzondere locaties 134 3.8.1 [1300] Het inrijden van ERTMS-level 2 beveiligd gebied vanuit ATBEG beveiligd gebied 134 3.8.2 [1290] Het inrijden van ATBEG beveiligd gebied vanuit ERTMSlevel 2 beveiligd gebied 140 3.8.3 [1280] Het inrijden van ERTMS-level 2 beveiligd gebied vanuit permanent rangeergebied 144 3.8.4 [1270] Het inrijden van permanent rangeergebied vanuit ERTMSlevel 2 beveiligd gebied 148 3.8.5 [1260] Het inrijden van ATBEG-beveiligd gebied vanuit PZBbeveiligd gebied 151 3.8.6 [1262] Het inrijden van het dekkingsgebied van een GSM-Rprovider 154 3.8.7 [1400] De passage van een gebied waar een stopverbod geldt 156 3.8.8 [1420] De passage van een spanningssluis 162 3.8.9 [1430] De passage van een fasescheiding 166 3.9 De individuele bediening van elementen uit de infrastructuur 168 3.9.1 [1702] De bediening van een wissel of beweegbare kruising 168 3.9.2 [1730] De bediening van de lichtsterkte van de seinverlichting 170 3.9.3 [3190] De bediening van een dienstoverpad 172 3.9.4 [3210] De planmatige bediening van beweegbare waterkeringen175 3.10 Het verhinderen van gebruik van delen van de infrastructuur 179 3.10.1 [1530] Het verhinderen van een element voor bediening (VHB) 179 3.10.2 [3230] Het toestaan van een element voor bediening (TSB) 181 3.10.3 [1540] Het verhinderen voor rijweginstelling (VHR(-E)) 183 3.10.4 [3240] Het toestaan van voor rijweginstelling (TSR(-E)) 185 3.11 Vrijgave rangeren 187 3.11.1 [2020] Het geven en nemen van een vrijgaverangerengebied 188

3.11.2 [2010] De lokale bediening van een wissel in een vrijgaverangerengebied 191 3.11.3 [2040] Het rangeren binnen een vrijgaverangerengebied 194 3.11.4 [2030] Het teruggeven en terugnemen van een vrijgaverangerengebied 198 3.12 De afhandeling van storingen en onregelmatigheden 200 3.12.1 [1310] Het terugzetten van een doorgeschoten trein 200 3.12.2 [1320] Het verder rijden met een doorgeschoten trein 203 3.12.3 [1504] De afhandeling van een onverwachte remingreep t.g.v. een snelheidsoverschrijding 207 3.12.4 [1490] De afhandeling van het uitvallen van de radioverbinding 211 3.12.5 [1502] De afhandeling van een voorwaardelijke noodstop 214 3.12.6 [1503] De afhandeling van een remingreep n.a.v. baliseinconsistentie 217 3.12.7 [1500] De afhandeling van het falen van de trein tijdens het rijden220 3.12.8 [1501] De afhandeling van het falen van de trein bij vertrekgereedmaken 223 3.12.9 [1523] Het herroepen van een ingestelde rijweg waarvan een wissel niet in controle komt. 225 3.12.10 [1390] De afhandeling van een tunnelincidentmelding 227 3.13 Het rijden met gedegradeerde functionaliteit 232 3.13.1 [1440] De afhandeling van het stranden van de trein t.g.v. falen ETCS-treinsysteem 232 3.13.2 [1450] Het rijden zonder radioverbinding van de trein met het RBC237 3.13.3 [1460] Het rijden met een trein zonder de zekerheid van juiste spoordetectie 242 Appendix A Overzicht dekking TSI Operational Rules 245 Appendix B Overzicht ERTMS systeemconstanten en regionale waardes 249 Appendix C Niet uitgewerkte gebruikersprocessen 252

1 Introductie 1.1 Inleiding Dit document beschrijft de gebruikersprocessen relevant voor het B&B-BR systeem gerelateerd aan het rijden van treinen op het A15-tracé van de Betuweroute. Doel van dit document is het beschrijven van de processen voor het gebruik van het B&B-BR systeem. Deze informatie wordt gebruikt: 1. Als basis voor de safety-analyses van (wijzigingen van) het B&B-BRsysteem, inclusief de handelingen van de gebruikers; 2. Als uitgangspunt de operationele testscenario s waarmee de uitvoerbaarheid van de gebruikersprocessen getoetst wordt. De beschrijving van de gebruikersprocessen in dit document geeft safety related application conditions (SRAC s) voor het gebruik van het B&B-BR systeem. Het document dient daarom als uitgangspunt voor de uitwerking van gebruikersprocessen in (aanpassing van) handboeken, procedures en werkinstructies. Ten opzicht van de vorige versie van het document is de belangrijkste wijziging een andere wijze van aankondiging van een spanningssluis en een fasescheiding. Dit document is daarom pas geldig voor BR na de upgrade van RBC naar ERTMS 2.3.0d (of V5.1 of na 30-6-2012).

1.2 Begrippen en afkortingen In de onderstaande tabel worden de begrippen en afkortingen die in dit document worden gebruikt toegelicht (op alfabetische volgorde). Waar van toepassing wordt tussen accolades het Engelstalige equivalent vermeld zoals dat binnen de ERTMS-specificaties wordt gehanteerd. (Euro)balise(groep) {(Euro) Balise (Group)} Actieve beveiligingssectie ARI Aslast {Axle load} Bediende baan Bedrijfstoestand {Mode} Bevestiging spoorvrijverzoek {Acknowledgement of TAFrequest} Bewaking tegen wegrollen {Protection against roll away movement} Buiten bedrijf {Isolation Mode} Dienstsnelheid Een (Euro)balise is een baken in het spoor waarmee binnen het ERTMS-systeem van wal naar trein wordt gecommuniceerd. Een balisegroep bestaat uit één of meerdere balises die vlak achter elkaar in het midden van het spoor liggen. Beveiligingssectie waarbij de volgordedwang uitsluitend bepaald wordt door de rijrichting. Een beveiligingssectie is actief als deze ligt tussen een (virtueel) sein en een laatste (virtueel) tegensein in de rijweg, of, als deze een wissel of beveiligingselement(zoals overweg, waterkering etc.) bevat. (Zie ook 'passieve beveiligingssectie'.) Automatische Rijweg Instelling; onderdeel van VPT dat automatisch rijwegen instelt, aan de hand van een actueel plan en de gedetecteerde passages. De last (in ton) die op een as van de trein wordt uitgeoefend. Dit gegeven is relevant voor de bepaling van de rijweggeschiktheid van de trein. Spoor in treinverkeersgebied dat geen deel uit maakt van het emplacement. Bij ERTMS Level 2 komt de 'vrije baan' te vervallen: overal dienen rijwegen te worden ingesteld. Binnen ERTMS gedefinieerde toestand waarin het ETCStreinsysteem verkeert. De wijze waarop het ETCStreinsysteem zich gedraagt, is afhankelijk van de bedrijfstoestand waarin het verkeert. Indicatie waarmee de machinist van de ERTMS-trein aan het systeem bevestigt dat het spoor tot aan het eerstvolgende stopplaatsmarkering vrij beschikbaar is (zie ook TAF-venster). ERTMS-veiligheidsvoorziening die er voor zorgt dat een trein zonder rijautorisatie niet meer dan een beperkte (geconfigureerde) afstand kan rijden. Bedrijfstoestand van de ETCS-trein waarbij de ETCSapparatuur losgekoppeld is van het remsysteem. De maximale snelheid waarmee treinen in exploitatie mogen rijden (treingebonden).

Doorschieten {Trip Mode} ERTMS ERTMS/GSM-R-systeem ETCS ETCS-bedientableau {Driver-Machine Interface (DMI)} Gebied waar achteruitrijden is toegestaan {Reversing area} Gebied waar stopverbod geldt {Non-stopping zone} GSM-R Telerail In voorspan rijden {{Tandem Movement}} Keren Kopmaken Omgrenzingsprofiel {Loading gauge} Overdrukken Situatie waarbij er een onvoorwaardelijke noodremming plaatsvindt ten gevolge van het doorschieten van de ETCStrein tot voorbij het eindpunt van de rijautorisatie. European Rail Traffic Management System. De Europese standaard voor treinbeheersingssystemen. Het binnen ERTMS gestandaardiseerde radiocommunicatiesysteem dat wordt gebruikt voor bidirectionele communicatie tussen wal trein. GSM-R staat voor Global System for Mobile Communications for Rail systems. Treingedeelte van het ERTMS-systeem waarin de beveiligingsfunctionaliteit van de trein is ondergebracht. ETCS staat voor European Train Control System. De voorziening in de cabine van de trein ten behoeve van interactie van machinist met de ETCS-treinapparatuur. Deel van de infrastructuur waar technisch beveiligd achteruit gereden kan worden. Gebied op de infrastructuur waar de ERTMS-trein onder normale omstandigheden niet dient te stoppen en waarin een rijautorisatie nooit eindigt. Van GSM-R gebruikmakend telefoniesysteem o.a. voor communicatie tussen treindienstleider en machinist. Opvolger van het bestaande Telerail systeem. Manier van rijden met een trein waarbij er sprake is van meerdere tractie-eenheden die separaat door verschillende machinisten worden bediend. Het veranderen van rijrichting van een trein waarbij het treinnummer verandert. Het veranderen van rijrichting van een trein zonder dat het treinnummer verandert. Het omgrenzingsprofiel van een trein. Dit gegeven is relevant voor de bepaling van de rijweggeschiktheid van de trein. Het verstrekken van een instelopdracht voor een normale rijweg voor een volgende trein over een bestaande rijweg, op een moment dat de vorige trein nog bezig is de bestaande rijweg af te rijden.

Passieve beveiligingssectie PPLG Procedureel beveiligd rijden {Staff Responsible Mode (SR)} Rangeertoestand {Shunting Mode (SH)} RBC Rijautorisatie {Movement Authority (MA)} Rijden op zicht (ROZ) {On Sight Mode (OS)} Rijweg Rijweg gealloceerd voor naderende trein {Approach-locked route} Beveiligingssectie waarbij de volgordedwang pas bepaald wordt als er een vervolgrijweg wordt ingesteld. Een beveiligingssectie is passief als deze niet actief is. Een trein kan keren zonder dat er een restrijweg achterblijft mits deze geheel binnen (een) passieve beveiligingssectie(s) staat. (Zie ook 'actieve beveiligingssectie'.) Primair procesleidinggebied. Eenheid voor afbakening van bedienbevoegdheden van een treindienstleider. Manier van rijden met de ERTMS-trein waarbij de machinist in de gelegenheid gesteld om zonder rijautorisatie te rijden. Technisch wordt de trein alleen nog maar bewaakt wordt tegen het overschrijden van een plafondsnelheid en maximum afstand. Manier van rijden waarbij de ERTMS-trein beweegt een van het treinverkeersgebied afgeschermd (rangeer- of werk)gebied. De trein wordt bewaakt tegen het overschrijden van een bij deze manier van rijden geldende plafondsnelheid en er vindt een remingreep plaats wanneer de trein het afgeschermde gebied dreigt te verlaten. Rangeren op de Betuweroute is alleen toegestaan in daarvoor aangewezen gebieden Radio Block Centre. Deelsysteem van het walgedeelte van het ERTMS-systeem, waarin communicatie met treinen (op basis van GSM-R) wordt afgehandeld. Autorisatie die door het walgedeelte van het ERTMS-systeem aan het treingedeelte van het ERTMS-systeem wordt verstrekt. Met een rijautorisatie wordt de machinist in staat gesteld om de trein met een bepaald snelheidsprofiel, tot een bepaald punt te rijden. Een rijautorisatie wordt uitsluitend verstrekt als een rijweg voor de trein beschikbaar is. Manier van rijden met de ERTMS-trein waarbij de machinist in staat wordt gesteld om te rijden over gedeeltelijk bezet spoor. De trein wordt bewaakt tegen het overschrijden van een, bij deze manier van rijden geldend, snelheidslimiet.verder komt deze manier van rijden overeen met volledig technisch beveiligd rijden. Een in opdracht van de treindienstleider gecreëerd pad over de infrastructuur bedoeld voor één specifieke treinbeweging. Een indicatie in het beveiligingssysteem dat een trein de ingestelde rijweg zo dicht genaderd is dat hij niet altijd ervoor tot stilstand kan komen.

Rijweggeschikheid {Route Suitability} Start {Start-Of-Mission (SOM)} STM Stopplaatsmarkeringsbord (SMB) STS (stoptonend sein) STS-route Stuurstroom TAF-venster {Track Ahead Free (TAF) Window} Terugzetten van doorgeschoten trein {Reversing after post-trip} Indicatie of de ERTMS-trein volgens de bij vertrekgereedmaken door de machinist ingevulde/bevestigde gegevens geschikt is om een ingestelde rijweg af te rijden. Telkens als de trein van de wal een rijautorisatie krijgt aangeboden wordt de rijweggeschiktheid gecontroleerd. Is de trein niet geschikt dan wordt de rijautorisatie door de trein afgewezen. Indicatie waarmee de machinist van de ERTMS-trein aan het systeem te kennen geeft dat het materieel rijklaar is en hij vertrekgereed is. Specific Transmission Module. Deelsysteem van het treingedeelte van het ERTMS-systeem dat een interface biedt naar apparatuur voor een specifiek conventioneel beveiligingssysteem. Hiermee wordt de ERTMS-trein in staat gesteld om, onder regie van de STM, over conventioneel beveiligd spoor te rijden. In een ERTMS-trein kunnen meerdere STM s aanwezig zijn: één per type conventioneel beveiligingssysteem. Langs de baan aangebracht bord dat het einde van een rijweg markeert. Voor een trein zonder rijautorisatie heeft het bord de betekenis van stoptonend sein. Sein dat het Seinbeeld 'stop' toont. In ERTMS-level 2 is dit equivalent aan het beginpunt op het spoor voor de ERTMStrein waar voorbij geen rijautorisatie is afgegeven terwijl dat normaal wel mogelijk is. Een door de treindienstleider gecreëerd pad over het spoor waarmee zoveel mogelijk een rijweg wordt nagebootst door het in de correcte stand sturen van elementen van een route (inclusief eiswissels), het verhinderen van de betrokken elementen voor bediening, en het verhinderen voor het instellen van rijwegen over strijdige routes. Hierbij wordt door het systeem geen rijautorisatie afgegeven maar moet de machinist met een aanwijzing STS de opdracht en toestemming krijgen om de route te berijden (met ingang van versie 26 van PRL wordt voor de STS-route ondersteuning geboden). De stroomvoorziening van de stuurstand van de trein. Laatste stuk spoor voor het stopmarkeringsbord waar voorbij een rijweg is ingesteld (150 m). Een trein ontvangt een rijautorisatie mits hij met de kop binnen het TAF-venster staat. Gebruik van het TAF-venster is optioneel binnen ERTMS. Handeling waarmee de trein achterwaarts teruggezet wordt nadat deze is doorgeschoten.

Tijdelijke snelheidsbeperking Tractievorm {Power Supply} Treinverkeersgebied TSR(-E) Uitsluitend Logische bezetmelding (ULB) ULB-zone Verder rijden zonder rijautorisatie {Override end-of-authority (EoA)} VHR(-E) Virtueel sein Volgordedwang Volledig technisch beveiligd rijden {Full Supervision Mode (FS)} Vrijlaatsnelheid {Release Speed} Tijdelijke beperking van de toegestane treinsnelheid op een bepaald deel van de railinfrastructuur, die door de infrabeheerder wordt opgelegd en optioneel door het systeem kan worden afgedwongen. De tractievorm waarover de trein beschikt. Dit gegeven is relevant voor de bepaling van de rijweggeschiktheid van de trein. Deel van het spoorwegnet bedoeld voor het uitvoeren van treinbewegingen. Aanduiding van een functie van het procesleidingssysteem voor het toestaan voor rijweginstelling (met extra bediening). (Tegenhanger van VHR(-E).) Toestand van een beveiligingssectie die zich niet meer bezet meldt, maar die ten gevolge van het gebruikte volgordedwangmechanisme, nog wel door het beveiligingssysteem als bezet wordt weergegeven. Eenheid voor zone waarbinnen uitsluitend logische bezetmeldingen d.m.v. een 'reset' kunnen worden verwijderd. (De ULB-zone-indeling is onafhankelijk van de PPLGindeling.) Indicatie waarmee de machinist van de ERTMS-trein aan het systeem te kennen geeft dat hij van plan is om verder te rijden zonder rijautorisatie. Aanduiding van een functie van het procesleidingssysteem voor het verhinderen voor rijweginstelling (met extra bediening). (Tegenhanger van TSR(-E).) Sein dat voor wat betreft de logica in de beveiliging gelijkwaardig is aan een normaal sein, maar dat niet fysiek naast de baan staat. Het mechanisme dat beveiligingssectie in een rijweg na vrijmelding pas mag worden vrijgegeven als de eropvolgende beveiligingssectie bezet is geraakt. Manier van rijden waarbij het systeem de trein maximaal beschermt tegen overschrijding van de toegestane snelheid en het voorbijrijden van het einde van de beveiligde rijweg. Treinen die met rijautorisatie rijden worden bewaakt tegen overschrijding van de remcurve. Rijdt de trein met een lagere snelheid dan de vrijlaatsnelheid op het einddoel af, dan wordt de remcurve niet langer bewaakt

Werkzone Vaste gebiedseenheid voor het buitendienststellen van delen van de infrastructuur in het kader van de VWI Regelgeving. 1.3 Opzet van dit document Er is drietal documenten gedefinieerd waarin de gebruikersprocessen gerelateerd aan het B&B-BR systeem voor het A15-tracé worden beschreven. Dit zijn: D0265 Het rijden van treinen op het A15-tracé D0270 Werken aan de infrastructuur D0275 Beheer Dit document, D0265, richt zich op de gebruikersprocessen rond het rijden van treinen op het A15-tracé van de Betuweroute. De context beperkt zich hierbij tot de processen die zich afspelen binnen de treinverkeers- en rangeergebieden. De kern van dit document wordt gevormd door hoofdstuk 3. Per paragraaf wordt een aspect behandeld. Na een korte inleiding op het aspect, worden de hieraan gerelateerde gebruikersprocessen (in subparagrafen) stuk voor stuk behandeld. De wijze waarop de gebruikersprocessen worden gepresenteerd is telkens dezelfde: Het gebruikersproces wordt kort toegelicht en, zo mogelijk, aan de hand van een situatieschets gevisualiseerd. De interactie tussen het B&B-BR systeem en functionarissen is weergegeven in de vorm van een gedragsketen. Hierbij wordt aangeven op welke informatie de functionarissen acteren en welke acties dit tot gevolg heeft. Waar dit een bijdrage geeft aan de beeldvorming worden ter illustratie voorbeelden gegeven van de aan de functionaris getoonde beeldscherminformatie (voor zover deze specifiek is voor het B&B-BR systeem). De voorbeelden beperken zich voor wat betreft de in de trein getoonde informatie tot de door Alstom te ontwikkelen treinapparatuur en de teksten zijn in tegenstelling tot die in het uiteindelijke ETCS-bedientableau - Engelstalig). Aanvullende informatie, en overige relevante opmerkingen worden in de vorm van noten aan het einde van elke beschrijving opgesomd. Aan het einde van elke paragaaf worden de consequenties voor de bestaande werkwijze per gebruiker (treindienstleider, machinist, e.a.) samengevat. Waar in dit document geen uitspraak over gedaan wordt is het antwoord op de vraag of de gevolgen van een verandering van werkwijze in een handboek of in een werkinstructie terecht dient te komen. Evenmin wordt ingegaan op de vorm waarin dit beschreven zou moeten worden. Dit wordt overgelaten aan de gebruiksorganisatie van de desbetreffende functionaris waarop de verandering betrekking heeft.

Het in dit document gebruikte jargon sluit zoveel mogelijk aan bij dat van de bestaande handboeken. Gebruikte begrippen en afkortingen zijn opgenomen in de lijst van 1.2. Met de introductie van ERTMS wordt een aantal nieuwe begrippen geïntroduceerd die nog niet als jargon ingeburgerd zijn. Waar van toepassing is in de begrippenlijst tussen accolades het Engelstalige equivalent zoals dat binnen de ERTMS-specificaties wordt gehanteerd vermeld. Appendix A geeft een overzicht van de mate waarin de in dit document beschreven gebruikersprocessen de zogenaamde TSI Operational Rules ( 2) afdekken. Het betreft een verzameling regels met betrekking tot het operationeel gebruik van op ERTMS gebaseerde systemen. De regels gelden voor alle landen die binnen Europa gebruik maken van ERTMS. Op het moment van schrijven van dit document zijn veel van de gedefinieerde regels nog in conceptstadium. Bij de beschrijving van de gebruikersprocessen is rekening gehouden met de TSI Operational Rules. Daar waar deze een rol gespeeld hebben bij de invulling van de gebruikersprocessen is dit expliciet aangegeven. Appendix B betreft een overzicht ERTMS systeemconstanten en regionaal (voor het A15-tracé) geldende waardes. Bij de beschrijving van de gebruikersprocessen is uitgegaan van de in dit overzicht opgenomen waardes. Appendix C bevat een opsomming van gebruikersprocessen die zijn onderkend, maar niet zijn uitgewerkt omdat zij niet van toepassing zijn voor het A15-tracé c.q. wel van toepassing zijn maar waarvan op voorhand vast staat dat zij niet zullen wijzigen.

2 Referenties D0048 D0270 D0275 DESG SysPar ERTMS Handboek Machinist System/Subsystem Design Description (SSDD) B&B BR, BB21/B&B-BR/D0048, M. van Wilpe e.a., B&B-BR, 7.0, 1-10-2007 Gebruikersprocessen B&B-BR - Werken aan de infrastructuur, BB21/B&B-BR/D0270, G.A. Fries, V. Somhorst, B&B-BR, 9.0, 1-11-2008 Gebruikersprocessen B&B-BR - Beheer, BB21/B&B- BR/D0275, G.A. Fries, V. Somhorst, M. van WilpeR.T.J. Stam, B&B-BR, 67.0, 1-11-200803-2012 Betuweroute - System Parameters, BR/DESG/0034, Alstom, 1.8, 14-3-2007 ERTMS baseline, ERTMS User Group Handboek Machinist, NS Reizigers HB TRDL Handboek Treindienstleider, ProRail, uitgave 2007 IDD VPT-PRL RVTO VPT PRL V26.0 IDD Treindienstleider, PRL-260-IDD- TRDL-035, B&I Telematica, 3.5, 29-10-2004 Railverkeerstechnisch ontwerp A15-tracé, PoBR TSI DMI Technical Specification, Railway applications - Communication, signalling and processing systems - European Rail Traffic Management System Driver- Machine Interface, Part 1-6, CLC/TS 50459, CENELEC, 2.0, 31-1-2003ETCS Driver machine Interface ERA_ERTMS_015560 versie 3.0 19-02-2010. TSI OPE WIJZ_REGELING Technical Specification for Interoperability, 2006/9202008/231/EC, ERTMS User Group, 11-8- 200601-02-2008 Annex A to Technical specification operations and traffic management Wijziging Regeling spoorverkeer, Minister van Verkeer en Waterstaat, 24 mei 200729 juni 2010

Gebiedsverantwoordelijke Remingreep 3 Procesbeschrijvingen 3.1 Inleiding 3.1.1 Contextafbakening Hieronder een schematische overzicht van de interactie van de gebruikers met het systeem voor zover dit voor de context van dit document relevant is. Communicatie (GSM-R Telerail) Gegevensinvoer/ Cabinesignalering (ERTMSbedienteableau) Beveiligingssysteem trein (ETCS) Communicatie (Balisegroepen & ERTMS/GSM-R) ERTMSbeveiligingssysteem wal (B&B-BR) Communicatie (KBV) Procesleidingssysteem (PRL26) Opdrachten/ informatie (MMI) Vereist ERTMS level en ERTMS/GSM-R radioverbindingsgegevens Machinist Treingegevens Bediening Trein Lokale bediening wissels (bedienkastje) Nemen/teruggeven vrijgave-rangerengebied (bedienkastje) (drukknoppen + lampjes) Nemen/teruggeven beweegbare waterkeringen Nemen/teruggeven overpad (bedienkastje) Indicator rijwegreservering door tunnelbuis ja/nee Alarm-/incidentmelding (additionele detector) Overpadgebruiker Communicatie (telefonisch) Alarm-/incidentmelding (TTI-scherm) Treindienstleider Infrabeheerder Wagencontroleur Rangeerder Onderhoudsmedewerker Bediening schuifdeuren (sleutel) Tunneltechnische installatie (TTI) /schuifdeuren Communicatie (telefonisch) Communicatie (telefonisch) Figuur 1 Contextafbakening gebruikersinteractie De machinist bedient de trein en interacteert via een bedientableau met het ETCStreinsysteem. Hij voert daarbij via softtoetsen 1 gegevens in en wordt via het beeldscherm geïnformeerd over de actuele status van het beveiligingssysteem (cabinesignalering en andere gegevensuitvoer). Het ETCS-treinsysteem is in staat om zelfstandig, op basis van in het systeem aanwezige statusinformatie, uit veiligheidsoogpunt noodzakelijk geachte beperkingen op te leggen en remingrepen te doen. Het beveiligingssysteem op de trein communiceert met het beveiligingssysteem langs de wal via ERTMS/GSM-R (tweerichtingsverkeer) en via balisegroepen 1 Afhankelijk van de uitvoering: toetsen rondom het scherm (zoals bijvoorbeeld bij Alstom-apparatuur) of aanraakgevoelig scherm.

(eenrichtingsverkeer van wal naar trein). Via ERTMS/GSM-R wordt gecommuniceerd over zaken als rijautorisaties, treinpositiemeldingen en statusinformatie. Het deelsysteem langs de wal dat de communicatie via ERTMS/GSM-R regelt wordt RBC genoemd. De communicatie van balisegroep naar trein dient voornamelijk ter herijking geografische positie van de trein ( balise is het franse woord voor baken ). Het ERTMS-beveiligingssysteem langs de wal communiceert met het procesleidingsysteem via het computernetwerk. Dit verloopt via een specifiek voor de BB21-systemen ontwikkelde interface die KBV wordt genoemd (Koppeling Bev21- VPT). Opdrachten van het procesleidingsysteem worden door KBV vertaald in opdrachten aan het walsysteem; (status)meldingen van het walsysteem worden doorgegeven aan het procesleidingsysteem. De treindienstleider geeft het systeem opdrachten en ontvangt meldingen uit het systeem dat via een terminal aangesloten is op het systeem Procesleiding Rijwegen (PRL). (Overigens wordt in de gebruikersprocessen geen onderscheid gemaakt tussen de functionaris treindienstleider en het PRL-deelsysteem ARI dat automatisch instelling van rijwegen faciliteert: beide vallen voor wat betreft de context van dit document onder de noemer treindienstleider.) In de trein is GSM-R Telerailapparatuur aanwezig. Bij communicatie tussen machinist en treindienstleider geldt de gespreksdiscipline zoals dat in het handboek machinist gedefinieerd is. Bij het vertrekgereed maken van de trein dient de machinist bepaalde gegevens in te voeren. De wagencontroleur informeert de machinist treingegevens; de infrabeheerder omtrent vereist ERTMS-level en ERTMS/GSM-R-radioverbindingsgegevens. De gebiedsverantwoordelijke kan d.m.v. een geven/nemen-protocol, met toestemming van de treindienstleider, met behulp van een bedienkastje, tijdelijk de controle over een afgebakend vrijgaverangerengebied overnemen om rangeerders rangeerbewegingen te laten uitvoeren en wissels lokaal te laten bedienen. De onderhoudsmonteur kan d.m.v. een geven/nemen-protocol, met toestemming van de treindienstleider, tijdelijk de controle over de beweegbare waterkeringen overnemen en vervolgens de waterkeringen met vrijgekomen sleutel sluiten/openen. Incidentmeldingen van een tunneltechnische installatie, alsmede alarmmeldingen van de beweegbare waterkeringen worden via een TTI-beeldscherm gemeld aan de treindienstleider. De overpadgebruiker kan, met behulp van een bedienkastje aan weerszijden van het overpad, d.m.v. een geven/nemen-protocol, met toestemming van de treindienstleider tijdelijk de controle van het overpad overnemen. In de gedragketens die in dit document worden behandeld staat de interactie van de gebruikers betrokken bij het B&B-BR systeem centraal. Er wordt daarom in de diagrammen geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende deelsystemen.

3.1.2 Uitvoering ERTMS Het ERTMS systeem kan op verschillende manieren worden toegepast. Zo n specifieke toepassing wordt in ERTMS-jargon Level (niveau) genoemd. Het ERTMSlevel dat wordt toegepast hangt af van de combinatie van uitrusting van trein en baan. De volgende ERTMS-levels worden onderkend: level 0 level STM level 1 level 2 level 3 ERTMS treinen op baanvakken waar ERTMS noch conventionele beveiliging beschikbaar is. ERTMS treinen op baanvakken waar conventionele beveiliging (bijv. ATB of INDUSI) beschikbaar is. ERTMS treinen op baanvakken waar ERTMS beschikbaar is, maar waar geen ERTMS/GSM-R radio beschikbaar is. ERTMS treinen op baanvakken waar zowel ERTMS als ERTMS/GSM- R radio beschikbaar is, waarbij de treinintegriteit op conventionele wijze bewaakt wordt (sectiebezettingsdetectie door walzijde). ERTMS treinen op baanvakken waar zowel ERTMS als ERTMS/GSM- R radio beschikbaar is, waarbij de treinintegriteit door de trein zelf bewaakt wordt (autolocalisatie). Op het A15 tracé wordt uitsluitend ERTMS-level 2 toegepast. Het gebruik van level 0 is niet toegestaan. Het ATB-systeem is niet beschikbaar. In een trein die onder ERTMS-level 2 rijdt, rijdt de machinist op cabinesignalering. Plaatsing van seinen langs de baan is daarbij optioneel. Op plaatsen waar bij conventionele beveiligingssystemen seinen stonden, staan in de situatie van het A15-tracé (enkele uitzonderingen daargelaten), zogenaamde stopplaatsmarkeringsborden. Het stopplaatsmarkeringsbord (SMB) markeert het einde van een rijweg. Voor een trein zonder ERMS/ETCS-rijautorisatie heeft het de betekenis van stoptonend sein. Het is uitgevoerd als een blauw bord met daarop een gele driehoek waarvan de punt richting bedoelde spoor wijst dat doorgaans is geplaatst te rechter zijde van het spoor. Onder het stopmarkeringsbord is een unieke nummering aangebracht. Dit nummer komt overeen met het seinnummer zoals dat binnen het PRLsysteem aan de treindienstleider wordt gepresenteerd. Het stopmarkeringsbord wordt aangekondigd door reflectorplaatjes. De reflectorplaatjes zijn doorgaans aangebracht op de portalen van de bovenleiding. De Balisegroepen bestaan uit één of meer zogenaamde Eurobalises. Deze zijn uitgevoerd als platte gele doosjesplaten 2 en zijn geplaatst in het midden van het spoor. 2 In de uitvoering van Alstom voor het A15-tracé.

4762 Stopmarkeringsbord (SMB) Reflectorplaatje Eurobalise Figuur 2 Eurobalise, reflectoren en stopmarkeringsbord 3.1.3 Cabinesignalering In de cabine van een met ETCS uitgeruste trein, is een bedientableau aanwezig dat de interface vormt tussen machinist en ETCS-treinsysteem. Het betreft een beeldscherm dat door middel van softtoetsen bediend wordt (afhankelijk van de leverancier: uitgevoerd als aanraakgevoelig beeldscherm of met fysieke knoppen rondom het beeldscherm). De indeling en vormgeving van deze gebruikersinterface is gestandaardiseerd binnen ERTMS. Dat betekent echter niet dat de bediening van dit bedientableau overal waar binnen Europa ERTMS eveneens Level 2 gereden wordt identiek is. Dat hangt immers mede af van de uitvoering van de walzijde en regionaal te kiezen variabelen (zie appendix B). Ook is het zo dat de standaardisatie van het ETCS-bedientableau niet volledig is. Dit geldt met name voor de dialoogstructuren (de interactie met de machinist tijdens het invoeren van gegevens) die niet binnen de ERTMS-specificaties uitgewerkt zijn en daarom op details per leverancier van het ETCS-treinsysteem kunnen verschillen. Hieronder een plaatje waarop de functionele gebieden zoals die op het signaleringsscherm worden onderkend is weergegeven.

Figuur 3 Indeling functionele gebieden signaleringsscherm De hoofdgedeelten (linker afbeelding) waarop remdetails (A), snelheidsinformatie (B) wordt weergegeven zijn altijd aanwezig. De gebieden waarop ondersteunende informatie (C) en planning (D) wordt weergegeven, en een deel van het gebied waarop statusinformatie (E) wordt weergegeven zijn optioneel. Dat wil zeggen dat de beschikbaarheid hiervan afhankelijk is van de uitvoering van trein en/of baan al dan niet beschikbaar is. Hieronder, in het kort, per hoofdgedeelte de voornaamste karakteristieken. Remdetails (A) Op dit gedeelte wordt de afstand van de voorzijde tot het doel (oftewel de plaats waar de trein stil dient te staan c.q. waar de snelheid van de trein tot de nieuwe doelsnelheid verlaagd moet zijn) weergegeven. De machinist wordt visueel geïnformeerd over nadering van de remcurve. Snelheidsinformatie (B) De snelheid wordt zowel analoog als digitaal weergegeven. Behalve de actuele snelheid wordt in een verlichte boog rondom de snelheidsmeter de toegestane snelheid (in lichtgrijs) en de toegestane snelheid na de eerstvolgende snelheidsbeperking (donkergrijs) gevisualiseerd. Afhankelijk van de situatie worden waarschuwingsnelheid (oranje), gevaarsnelheid (rood) en vrijlaatsnelheid (geel) gevisualiseerd. Onder de snelheidsmeter is ruimte gereserveerd voor enkele iconen waarop de belangrijkste ondersteunende informatie (zie C) getoond wordt. Ondersteunende informatie (C) Gebied waarop informatie getoond wordt die direct van belang is voor het handelen van de machinist zoals: status van rem, radioverbinding. Voorts is hier ruimte gereserveerd voor functionaliteit die binnen het A15-tracé niet beschikbaar is zoals vereiste bedienhandelingen machinist (bediening pantograaf etc.), vertraging trein en STM-specifieke informatie (zoals ATB)

Planning (D) In dit gedeelte wordt planningsinformatie weergegeven die zich uitstrekt van de positie direct voor de trein tot maximaal 32 km verderop. Het gaat hierbij om de volgende zaken (van links naar rechts weergegeven op het planvenster): Aankondigingen van objecten (tunnels, spanningssluis etc.) en opdrachten (pantograaf op/neer etc.). Deze informatie is voor wat betreft het A15-tracé niet beschikbaar. Informatie over naderende hellingen (hellingprofiel). Informatie over naderende snelheidsverminderingen (een deel van het zogenaamde snelheidsprofiel ). Afstand tot het begin van de eerstvolgende remcurve Beschikbaarheid van informatie m.b.t. zowel hellingprofiel, snelheidsprofiel als afstand tot begin remcurve is afhankelijk van de uitvoering van de treinapparatuur. Deze informatie is niet noodzakelijk om op het A15-tracé te kunnen rijden. Statusinformatie (E) Gebied waar, voornamelijk in de vorm van iconen, allerlei informatie van belang voor het veilig rijden van de trein getoond wordt zoals: supervisie-informatie, status remmen, status gladspoorknop en tekstberichten getoond worden.

3.1.4 Dialoog machinist - ETCS-treinsysteem bij vertrek Hieronder is, in de vorm van een stroomschema, de dialoog van de machinist met het ETCS-treinsysteem gevisualiseerd. Het schema beperkt zich tot het vertrek van de trein vanaf ERTMS-level 2 gebied. Trein is weggezet Machinist voert zijn identificatiecode in RBC -identificatie, -telefoonnummer en ERTMS level geldig? Ja Nee Systeem stelt machinist in de gelegenheid om RBC-identificatie, -telefoonnummer en ERTMS Level (2) in te voeren c.q. te bevestigen. Radioverbinding beschikbaar? Nee Ja Treinpositieinformatie geldig? Nee Ja Systeem in afwachting van start Systeem in afwachting van start Machinist kiest start Machinist kiest start Binnen TAF-venster voor ingestelde rijweg? Nee Ja Systeem verzoekt machinist te bevestigen dat spoor tot aan het stopmarkeringsbord vrij is Machinist bevestigt spoor vrij binnen 30 sec? Nee Ja Rijautorisatie volledig technische beveiligd of op zicht afhankelijk van resp. 'normaal' of met ROZ-kenmerk ingestelde rijweg) Voorstel om procedureel beveiligd te vertrekken Figuur 4 Stroomschema dialoog machinist ETCS-treinsysteem bij vertrek Na inschakelen voert de machinist zijn identificatiecode in waarna het systeem controleert of RBC-identificatie, -telefoonnummer en ERTMS-level geldig zijn.

Zoniet dan wordt de machinist in de gelegenheid gesteld deze gegevens te corrigeren. Nadat RBC-identificatie, -telefoonnummer en ERTMS-level, zijn geaccepteerd, controleert het systeem of er een radioverbinding beschikbaar is. Is dit niet het geval dan wordt de machinist hieromtrent geïnformeerd en wordt hij in de gelegenheid gesteld procedureel beveiligd te vertrekken, zonder radioverbinding. Is er een radioverbinding beschikbaar dan controleert het systeem of de positieinformatie van de trein geldig is (wat nooit het geval is na opstarten vanuit spanningsloze toestand). Is dit niet het geval dan wordt de machinist hieromtrent geïnformeerd en wordt hij in de gelegenheid gesteld procedureel beveiligd te vertrekken (met radioverbinding). Als de machinist start kiest geeft en de positie-informatie is geldig, dan controleert het systeem of de trein in het zogenaamde TAF-venster staat (zie voor definitie de begrippenlijst). Is dit niet het geval dan wordt de machinist in de gelegenheid gesteld procedureel beveiligd te vertrekken (met radioverbinding). Staat de trein binnen het TAF-venster, dan krijgt de machinist het verzoek te bevestigen dat het spoor vanaf de voorzijde van de trein tot aan het eerstvolgende stopmarkeringsbord vrij is. Zodra hij dit bevestigt krijgt de trein een rijautorisatie voor volledig technisch beveiligd rijden (i.g.v. normaal ingestelde rijweg) of voor op zicht rijden (i.g.v. met ROZ-kenmerk ingestelde rijweg). De informatie in deze paragraaf dient als globaal referentiekader en wordt verder uitgewerkt in de beschrijving van de gebruikersprocessen in paragraaf 3.2.

3.2 Het vertrekgereedmaken en wegzetten van de trein Nadat de trein rijklaar gemaakt is en de stroomvoorziening in de trein is ingeschakeld, schakelt de machinist de stuurstroom in, en meldt hij de trein bij het systeem aan als vertrekgereed. Na het bereiken van eindbestemming of keerpunt stopt de trein, schakelt de machinist de stuurstroom en daarna de stroomvoorziening uit. Hieronder is dit in de vorm van een toestandsdiagram grafisch weergegeven. (1) De trein is weggezet De machinist schakelt de stroomvoorziening aan, schakelt de stuurstroom in en voert treingegevens in. De machinist schakelt de stuurstroom uit en schakelt daarna de stroomvoorziening uit. (2) De trein is vertrekgereed De machinist krijgt toestemming om te rijden en kiest start. (3) De trein heeft toestemming om te rijden Figuur 5 Toestandsovergangen gerelateerd aan vertrekgereedmaken en wegzetten trein Deze paragraaf behandelt de gebruikersprocessen gerelateerd aan het vetgedrukte gedeelte van het toestandsdiagram.

3.2.1 [1010] Het vertrekgereedmaken van de trein Dit gebruikersproces beschrijft de normale gang van zaken voor het vertrekgereedmaken van de trein. Voor wat betreft het A15-tracé wordt de trein in normale situaties vertrekgereed gemaakt op de opstelsporen; niet in ERTMS-level 2 gebied. 3.2.1.1 Uitgangspunt a) De trein staat ergens langs het spoor opgesteld. b) Er is een radioverbinding met het RBC beschikbaar (in tegenstelling tot [1451]) Figuur 6 Situatieschets voor het vertrekgereedmaken van de trein

3.2.1.2 Gedrag Wagencontroleur Machinist B&B-BR systeem 1 Treingegevens 2 De machinist schakelt eventueel de stroomvoorziening in en schakelt de stuurstroom in. 3 Machinistidentificatie 4 5 Verzekert zich van ERTMS-level = 2 De machinist verifieert juistheid van treingegevens. 7 Radioverbinding beschikbaar Voor vertrekgereed maken vereiste treingegevens. 6 Opbouw radioverbinding met RBC 9 Acceptatie treingegevens 8 Validatie treingegevens De trein is vertrekgereed. Figuur 7 Interactie tijdens het vertrekgereedmaken van de trein De wagencontroleur informeert machinist omtrent treingegevens (1,2) De machinist schakelt eventueel de stroomvoorziening in; schakelt de stuurstroom in en voert via het ETCS-bedientableau zijn persoonlijke identificatiecode in (3,4). De machinist verzekert zich ervan dat de trein in ERTMS-level 2 staat (5,6). Op basis van de in de trein opgeslagen gegevens, wordt er door het systeem automatisch een radioverbinding tussen trein en RBC opgebouwd (6,7). Zodra de verbinding beschikbaar is kan de machinist de voor vertrekgereedmaken vereiste treingegevens invoeren/verifiëren (zie hieronder) (7,8).

Nadat de treingegevens door het systeem zijn gevalideerd wordt de machinist via zijn ETCS-bedientableau geïnformeerd omtrent acceptatie (8,9) waarna de trein vertrekgereed is. De onderstaande gegevens dienen als onderdeel van het vertrekgereedmaken van de trein ingevoerd/geverifieerd te worden door de machinist via het ETCS-bedientableau: Machinistidentificatie Dit is een unieke, persoonsgebonden code waarmee de machinist zich bekendmaakt bij het systeem. ERTMS-level Vereiste ERTMS-level. Voor de A15 is dit te allen tijde level 2. (Bevestiging van) treingegevens Reeds opgeslagen gegevens worden aan de machinist getoond waarop hij in de gelegenheid wordt gesteld de getoonde treingegevens te bevestigen c.q. te wijzigen conform de opgave van de wagencontroleur. Het gaat om de onderstaande treingegevens. Een deel van de gegevens is niet door de machinist wijzigbaar, maar is vast in de configuratie van de trein opgenomen: o o o o o o o o o o Maximum snelheid van de trein. Van belang voor de berekening van het dynamisch snelheidsprofiel van de trein. De waarde is nooit hoger dan de maximum snelheid van een van de wagens die deel uitmaken van de trein of zijn locomotief. Treinlengte. Wordt door het systeem gebruikt om de positie van de achterzijde van de trein te bepalen. Treincategorie. Afhankelijk van de uitvoering van de wal kunnen de trein meerdere statische snelheidsprofielen worden aangeboden. De internationaal gedefinieerde treincategorie wordt hierbij door het systeem als selectiecriterium gebruikt. Een trein kan in meerder treincategorieën vallenop de Betuweroute vindt geen selectie plaats op grond van dit gegeven. Alle categorieën worden geaccepteerd; Vertragingscapaciteit. Waarde die aangeeft met welke vertragingscapaciteit het systeem rekening dient te houden. Wordt door het systeem gebruikt bij de berekening van het dynamisch snelheidsprofiel. Reactietijd afschakelen tractie. Reactietijd voor afschakelen tractie bij ingreep door het systeem. Wordt door het systeem gebruikt bij de berekening van het dynamisch snelheidsprofiel. Reactietijd activering rem. Reactietijd voor activering rem na ingreep door het systeem. Wordt door het systeem gebruikt bij de berekening van het dynamisch snelheidsprofiel. Omgrenzingsprofiel. Internationaal gedefinieerde categorie van belang voor de bepaling van de rijweggeschiktheid van de trein. Maximum aslast. Van belang voor de bepaling van de rijweggeschiktheid van de trein. Tractievorm. Een trein kan over meerdere tractievormen beschikken. Van belang voor de bepaling van de rijweggeschiktheid van de trein. Treinnummer. Het ETCS-treinsysteem houdt een logboek bij voor de vastlegging van informatie die gebruikt wordt om na incidenten de toedracht te kunnen

achterhalen. Daarbij wordt gerefereerd aan het hier kenbaar gemaakte treinnummer. Noten i. Het bij vertrekgereedmaken invullen van het juiste treinnummer is niet noodzakelijk voor de goede of veilige werking van het systeem. De vervoerder kan er desgewenst voor kiezen hier een dummywaarde in te voeren. ii. iii. iv. Het invullen van een unieke identificatiecode van de machinist is niet noodzakelijk voor de goede of veilige werking van het systeem. De vervoerder kan er desgewenst voor kiezen ook hier een dummywaarde in te voeren. Het systeem gaat ervan uit dat de treingegevens, na bevestiging door de machinist, juist zijn. Dat deze gegevens juist zijn is van veiligheidsbelang; ze worden o.a. gebruikt voor de berekening van het dynamisch snelheidsprofiel van de trein (voorspelling van het remgedrag). Omgrenzingsprofiel, maximum aslast, noch tractievorm zijn van invloed op rijweggeschiktheid van een trein voor het A15-tracé, maar dienen conform ERTMS ingevuld te worden omdat op andere trajecten mogelijk andere criteria gelden. v. Treinen die korter zijn dan 5 meter, niet sneller kunnen rijden dan 40 km/uur, of een aslast hebben van meer dan 25 ton worden niet toegelaten op het A15- tracé (het walsysteem verstrekt voor deze treinen geen rijautorisatie). vi. vii. viii. ix. Bij treinen met een aslast van meer dan 22,5 ton dient een maximumsnelheid van 80 km/uur opgegeven te worden. ERTMS biedt ondersteuning voor het rijden met meerdere tractie-eenheden waarbij er slechts één door een machinist, en de andere op afstand bediend worden. Het is technisch weliswaar mogelijk, maar niet toegestaan, om te rijden met niet-bediende tractie-eenheid aan kop van de trein. Vertrekgereedmaken voor in voorspan rijden is uitsluitend toegestaan als de veilige werking van in voorspan rijden onder ERTMS-level 2 door de vervoerder is aangetoond. Om op neergaande hellingen een snelheidsingreep ten gevolge van het overschrijden van de bij vertrekgereedmaken ingevulde maximum treinsnelheid te voorkomen, is het van belang dat bij vertrekgereedmaken niet standaard de dienstsnelheid van 80 km/uur maar de daadwerkelijke maximumsnelheid van de treinsamenstelling in te vullen.

3.2.1.3 Bediening cabine ERTMS-trein Figuur 8 Identificatie machinist Figuur 9 Invoer treinnummer Figuur 10 Bevestiging treingegevens Figuur 11 Invoer treingegevens 3.2.1.43.2.1.3 Consequenties van de werkwijze Gebruiker Treindienstleider Machinist Wagencontroleur Wijziging Geen. Invoeren/bevestigen treingegevens Informeren machinist over treingegevens