Opvoeden & opgroeien in Bunschoten Ouders en professionals over het CJG

Opvoeden & opgroeien in Bunschoten Ouders en professionals over het CJG

Opvoeden & opgroeien in Bunschoten Ouders en professionals over het CJG Gemeente Bunschoten Juni 2013

COLOFON Samenstelling Julia Houwer Myrte de Jong Vormgeving binnenwerk SGBO Benchmarking Druk SGBO Benchmarking SGBO Benchmarking Postbus 10242 2501 HE Den Haag Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van SGBO. Aan de totstandkoming van deze publicatie is de grootst mogelijke zorg besteed. SGBO kan echter niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend.

INHOUDSOPGAVE 1 Onderzoeksopzet en respons 1 1.1 Inleiding 1 1.2 Onderzoeksopzet 1 1.3 Steekproef en respons 2 2 Beschrijving doelgroep 5 3 Opvoedvragen en mogelijke ondersteuning 7 4 Samenwerking professionals 12 5 Bekendheid met en tevredenheid over het CJG 13 5.1 Bekendheid met het CJG 13 5.2 Tevredenheid over het CJG 15 5.3 De website en telefonisch contact 16 5.4 Wensen van ouders over aanbod en informatievoorziening 17 6 Beschrijving doelgroep 20 7 Ervaringen van onderwijsprofessionals met het CJG 22 8 Samenwerking tussen professionals in en met het CJG 24 8.1 Randvoorwaarden 24 8.2 Samenwerking en doorverwijzing 25 9 Versterking van de CJG-functies voor gezinnen 29 9.1 Tevredenheid over het functioneren van het CJG en haar bekendheid 29 9.2 Aanbod aan opvoedinformatie en -ondersteuning 30 10 Conclusies en aanbevelingen 32 10.1 Respons van ouders en professionals 32 10.2 Bekendheid en bereik van het CJG 32 10.3 Aanbod van het CJG 33 10.4 Tevredenheid over het CJG 34 10.5 Tevredenheid over de samenwerking tussen professionals 35 10.6 Ten slotte 36 Bijlage: Vragenlijsten 37

1 Onderzoeksopzet en respons 1.1 Inleiding In de gemeente Bunschoten is sinds eind 2007 een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) aanwezig. Binnen het CJG worden verschillende vormen van opvoedondersteuning aangeboden, variërend van een ouderspreekuur bij het CJG tot ondersteuning aan huis. Het CJG is een samenwerkingsverband tussen de GGD Midden-Nederland (consultatiebureau en Jeugdgezondheidszorg), Stichting De Boei (Centrum voor welzijn en hulpverlening), het onderwijs en diverse andere partners. De gemeente Bunschoten heeft een onderzoek laten uitvoeren onder ouders/verzorgers en professionals naar de bekendheid met en de tevredenheid over de dienstverlening van het CJG. Het onderzoek is uitgevoerd in de laatste week van maart en de eerste twee weken van april 2013. Dit rapport bevat de resultaten van het onderzoek. Het rapport bevat twee delen: in deel 1 worden de resultaten van het onderzoek onder ouders/verzorgers gepresenteerd, in deel 2 het onderzoek onder professionals. In het laatste hoofdstuk zijn conclusies en aanbevelingen geformuleerd. 1.2 Onderzoeksopzet Het onderzoek bestaat uit twee deelonderzoeken naar de twee doelgroepen. De centrale onderzoeksvraag per onderdeel luidt: - Wat is de mate van bekendheid met het CJG en - voor zover van toepassing - de mate van tevredenheid van ouders over de functievervulling van het CJG? - Wat is de mate van tevredenheid van professionals over de samenwerking met of binnen het CJG? Vragenlijst In samenspraak met de gemeente Bunschoten zijn twee (digitale) vragenlijsten opgesteld. De vragenlijst voor ouders/verzorgers bevat vragen over hun opvoed- en opgroeivragen, ervaringen met ondersteuning en hulpverlening, de bekendheid met het CJG en de tevredenheid over de (activiteiten van) het CJG. De vragenlijst voor professionals gaat in op de samenwerking binnen en met het CJG, de tevredenheid over het functioneren van het CJG en mogelijke verbeterpunten voor deskundigheidsbevordering en samenwerking. SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 1

1.3 Steekproef en respons Selectie respondenten Voor de selectie van ouders/verzorgers heeft de gemeente Bunschoten uit de Gemeentelijke Basisadministratie een steekproef getrokken van 1.800 ouders/verzorgers uit een totaal van 3.065 huishoudens met kinderen tot 23 jaar. Per brief zijn de beoogde respondenten door de gemeente Bunschoten uitgenodigd om aan het onderzoek deel te nemen. Via een link die in de brief genoemd werd, kregen ze met hun unieke inlogcode toegang tot de digitale vragenlijst. Door de brief vanuit de gemeente te versturen, was het niet nodig persoonsgegevens over te dragen en is de anonieme verwerking van de gegevens gewaarborgd. Voor het onderzoek onder professionals is een contactlijst gebruikt met 55 e-mailadressen van participerende partijen in zowel de front office als de back office van het CJG Bunschoten. Het gaat hier om de partijen die participeren op basis van het Convenant Samenwerken in het CJG van november 2007 en om partijen die actief zijn in de jeugdzorgnetwerken in Bunschoten. In de lijst met participerende partijen zijn de gemeente en de coördinator van het CJG achterwege gelaten. Deze nemen niet deel aan het onderzoek omdat de gemeente opdrachtgever is en de coördinator CJG geacht wordt op de uitkomsten van het onderzoek te reageren. De 55 professionals zijn door SGBO per e-mail, onder bijvoeging van een brief van de gemeente, uitgenodigd om deel te nemen aan het onderzoek. In de e-mail konden zij op een link klikken voor directe toegang tot de vragenlijst. Respons Van de 1.800 aangeschreven ouders/verzorgers hebben er 305 de vragenlijst ingevuld. Dat is een respons van 17%. Van de 55 aangeschreven professionals hebben 20 personen de vragenlijst ingevuld. Dat is een respons van 36%. Overzicht respons Ouders/verzorgers Professionals Steekproef Respons 1.800 55 305 (17%) 20 (36%) De respons is zodanig dat we voor het onderzoek onder ouders/verzorgers uitspraken kunnen doen met 92% betrouwbaarheid en een foutmarge van 5%. Voor het onderzoek onder professionals is de betrouwbaarheid 85% en betreft het een foutmarge van 12%. De betrouwbaarheid ligt lager en de foutmarge ligt aanzienlijk hoger dan in het onderzoek onder ouders omdat de populatie van professionals zeer klein is (55 professionals). SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 2

Een betrouwbaarheid van 92% wil zeggen dat de onderzoeksresultaten in 92 van de 100 gevallen gelijk zullen zijn. Een foutmarge van 5% wil zeggen dat het daadwerkelijke percentage 5% hoger of 5% lager dan het genoemde resultaat kan liggen. De betrouwbaarheid van het onderzoek onder ouders is daarmee goed te noemen voor de vragen die door alle respondenten beantwoord zijn (variërend van 292 tot 305 respondenten per vraag). Uitkomsten met een lager responsaantal kunnen als indicatief worden beschouwd. De uitkomsten van het onderzoek onder professionals moeten vanwege de lagere respons en kleine aantallen als indicatief worden beschouwd. Niet alle respondenten hebben alle vragen uit de vragenlijst beantwoord. En enkele respondenten zijn voortijdig gestopt met het beantwoorden van de vragen. In de tabel is bij totale respons steeds weergegeven hoeveel respondenten een specifieke vraag hebben beantwoord. De enigszins lage respons kan deels verklaard worden uit de geringe bekendheid van het CJG (onderbouwd door tabel 11 en 12 bij de ouders en door de geringe bekendheid die door partners aan het CJG wordt gegeven, zoals blijkt in tabel 14 bij professionals). Maar wellicht ook door gebrekkige beeldvorming: ze gaan naar het consultatiebureau en de vraag is of ze vooraf weten dat dit het CJG is. Voor het onderzoek onder professionals kan de vraag gesteld worden wat de lage respons zegt over hun betrokkenheid bij het CJG Bunschoten. Leeswijzer Daar waar in dit rapport over ouders wordt gesproken, worden ook verzorgers bedoeld. We presenteren de resultaten in percentages, tenzij de aantallen kleiner dan tien zijn. Dan worden absolute getallen gebruikt in plaats van percentages. SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 3

DEEL 1 ONDERZOEK ONDER OUDERS/VERZORGERS SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 4

2 Beschrijving doelgroep In dit hoofdstuk staat een overzicht van achtergrondkenmerken van de 305 ouders/verzorgers die hebben deelgenomen aan dit onderzoek. De vragen gaan over geslacht, leeftijd, aantal en leeftijd kinderen, de woonwijk, opleiding en dagbesteding. Ruim twee derde van de ouders die hebben deelgenomen is vrouw (69%). De meeste ouders in dit onderzoek zijn dertigers (35%) of veertigers (34%), 17% is tussen de 20 en 30 jaar en 13% is 51 jaar of ouder. Bijna de helft van de ouders heeft twee kinderen (44%). Eén op de vijf ouders (21%) heeft één kind en een kwart (24%) heeft drie kinderen. 11% heeft vier of meer kinderen. Tabel 1: Wat is de leeftijd van uw kind(eren)? Percentage Aantal 0 4 jaar 43% 130 5 8 jaar 32% 98 9 12 jaar 30% 92 13 17 jaar 28% 85 18-23 jaar 27% 82 ouder dan 23 jaar 13% 38 Totale respons 303 De meeste respondenten hebben kinderen in de leeftijd van 0-12 jaar. Ruim een kwart van deze respondenten (28%) heeft (ook) kinderen van 13-17 jaar, 27% heeft kinderen van 18-23 jaar en 13% van de ouders heeft ook kinderen die ouder zijn dan 23 jaar. Tabel 2: In welke kern van Bunschoten woont u? Percentage Aantal Eemdijk 4% 11 Bunschoten 58% 175 Spakenburg 38% 115 Zevenhuizen 1% 2 Totale respons 303 Het grootste deel van de respondenten woont in de kernen Bunschoten en Spakenburg (respectievelijk 58% en 38%). SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 5

Tabel 3: Wat is uw hoogst afgeronde opleiding? Percentage Aantal Basisschool 1% 2 Voortgezet onderwijs (LBO,VBO,VMBO, MAVO) Voortgezet onderwijs (HAVO, VWO) Middelbaar beroepsonderwijs (MBO) Hoger beroepsonderwijs (HBO) 24% 72 6% 17 39% 118 24% 71 Universiteit 5% 15 Anders, namelijk 2% 6 Totale respons 301 De meeste respondenten hebben een Mbo-opleiding (39%). Een kwart (24%) heeft een Hbo-opleiding, 5% een universitaire opleiding en 24% heeft een vorm van voortgezet onderwijs afgerond. De 2% anders noemt een aanvullende opleiding. Tabel 4: Welke werksituatie is op uw gezin van toepassing? Geen betaald werk beide ouders Beide ouders hebben betaald werk Alleenstaande ouder zonder betaald werk Alleenstaande ouder met betaald werk Eén ouder heeft betaald werk, één ouder niet Percentage Aantal 3% 9 74% 222 1% 3 5% 14 18% 54 Totale respons 302 In driekwart van de deelnemende gezinnen (74%) hebben beide ouders betaald werk. Bij 18% heeft één van beide ouders betaald werk. En bij 3% van de gezinnen met twee ouders hebben beide geen betaald werk. Bij 5% van de gezinnen gaat het om een alleenstaande ouder met betaald werk en bij 1% om een alleenstaande ouder zonder betaald werk. SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 6

3 Opvoedvragen en mogelijke ondersteuning In dit hoofdstuk komen de vragen aan de orde die ouders hebben over het opvoeden en opgroeien van hun kind(eren) en over hun ervaringen met het vinden van een antwoord op deze vragen. Meer dan de helft van de respondenten (52%) heeft wel eens vragen over of behoefte aan ondersteuning bij het opvoeden en opgroeien van hun kind(eren). De overige ouders hebben momenteel geen vragen of stellen deze bij hun bezoek aan het consultatiebureau. Vier van de 305 respondenten wisten niet dat zij met zulke vragen ergens terecht konden en vijf ouders hebben twijfels over de kwaliteit van het aanbod. Twee ouders geven aan dat het huidige aanbod niet past bij de ondersteuningsvraag die zij hebben. Tevens geven twee ouders aan slechte ervaringen te hebben met hulpverlening waardoor ze hun opvoedvragen niet aan het CJG stellen. Tabel 5: Bij wie zoekt u wel eens steun en/of advies over het opvoeden van uw kind(eren)? Vaak Soms Nooit Totale respons Familie en vrienden 70 (45%) 84 (55%) 0 (0%) 154 (100%) Huisarts 2 (1%) 64 (45%) 77 (54%) 143 (100%) Schoolarts/jeugdverpleegkundige 1 (1%) 40 (29%) 97 (70%) 138 (100%) Consultatiebureau 7 (5%) 78 (53%) 61 (42%) 146 (100%) Verloskundige/kraamzorg 1 (1%) 32 (23%) 104 (76%) 137 (100%) (School )maatschappelijk werk 1 (1%) 42 (31%) 94 (69%) 137 (100%) Groepsleidster/leerkracht/mentor 3 (2%) 89 (61%) 53 (37%) 145 (100%) Opvoedondersteuner van het Centrum voor Jeugd en Gezin Informatieve boeken/folders over opvoeding 1 (1%) 25 (18%) 112 (81%) 138 (100%) 18 (12%) 103 (70%) 27 (18%) 148 (100%) Internet sites over opvoeding 25 (17%) 88 (59%) 35 (24%) 148 (100%) Tv programma s over opvoeding 7 (5%) 82 (57%) 54 (38%) 143 (100%) Anders* 10 (12%) 12 (14%) 64 (74%) 86 (100%) In bovenstaande tabel is weergegeven met welke frequentie (horizontaal weergegeven) ouders steun of advies zoeken bij anderen bij het opvoeden van hun kinderen. Veruit de meeste ouders die opvoedvragen hebben, zoeken steun of advies bij familie en vrienden: 45% doet dat vaak en 55% soms. Ook gebruiken veel ouders boeken, folders en internetsites over opvoeding. Ouders met kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar zoeken vaker dan andere ouders informatie op internetsites. Hoewel de aantallen beperkt zijn, blijkt uit dit onderzoek dat meer ouders van kinderen in de SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 7

leeftijdscategorie 5 tot 23 jaar soms een opvoedondersteuner van het CJG raadplegen dan ouders met kinderen van 0-4 jaar, zij stellen hun vragen vaker aan het consultatiebureau. Tabel 6: Als een vriend of vriendin vragen heeft over het opvoeden van zijn/haar kind(eren), bij wie zou u hem of haar aanraden steun en/of advies te vragen? Vaak Soms Nooit Totale respons Familie en vrienden 131 (46%) 140 (49%) 13 (5%) 284 (100%) Huisarts 47 (18%) 175 (68%) 37 (14%) 259 (100%) Schoolarts/jeugdverpleegkundige 23 (10%) 140 (58%) 78 (32%) 241 (100%) Consultatiebureau 44 (18%) 153 (61%) 53 (21%) 250 (100%) Verloskundige/kraamzorg 25 (11%) 111 (48%) 95 (41%) 231 (100%) (School )maatschappelijk werk 23 (10%) 138 (58%) 77 (32%) 238 (100%) Groepsleidster/leerkracht/mentor 42 (17%) 170 (68%) 38 (15%) 250 (100%) Opvoedondersteuner van het Centrum voor Jeugd en Gezin Informatieve boeken/folders over opvoeding 24 (10%) 122 (51%) 93 (39%) 239 (100%) 38 (16%) 144 (61%) 54 (23%) 236 (100%) Internet sites over opvoeding 59 (24%) 142 (57%) 47 (19%) 248 (100%) Tv programma s over opvoeding 10 (4%) 117 (50%) 106 (45%) 233 (100%) Anders* 6 (5%) 14 (13%) 91 (82%) 111 (100%) Het vertrouwen dat ouders in hulpverlening stellen, is goed terug te zien in bovenstaande tabel. Hierin is opgenomen welke organisaties of deskundigen zij zouden aanraden wanneer een vriend of vriendin een vraag heeft over opvoeden. De meeste ouders raden hen aan om de vraag aan familie en vrienden te stellen. Ook de huisarts, het consultatiebureau en de groepsleidster, leerkracht of mentor worden vaak genoemd. Naast de bovenstaande organisaties raden enkele ouders bij de antwoordmogelijkheid anders ook de kerk en de kinder- en jeugdpsychiatrie aan. Ouders met jongere kinderen raden relatief vaker informatieve boeken en folders en internetsites over opvoeding aan dan ouders met kinderen in de leeftijd van 13-23 jaar. SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 8

Tabel 7: Over welke onderwerpen heeft u wel eens behoefte aan informatie en/of advies? Percentage Aantal Opvoeding algemeen 41% 120 Zwangerschap en prenatale zorg 9% 26 Gezondheid van mijn kind(eren) 41% 120 Gedrag van mijn kind(eren) 51% 149 Lichamelijke ontwikkeling van mijn kind(eren) 24% 71 Taal/spraak ontwikkeling 23% 67 Sport en lichamelijke beweging 16% 46 Religieuze ontwikkeling van mijn kind(eren) 12% 36 Pesten 23% 68 Zakgeld 17% 51 Relationele problemen 5% 14 Echtscheiding 2% 7 Opvoeden in twee culturen 3% 9 Alleenstaand ouderschap 3% 9 Samengesteld gezin (stiefgezin) 3% 8 Drankgebruik 10% 29 Drugsgebruik 8% 25 Gamen 12% 35 Seksueel contact 4% 11 Problemen op school /spijbelen 8% 23 Vrije tijdsbesteding 15% 43 Niet van toepassing 17% 50 Anders, namelijk 3% 10 Totale respons 295 Aan ouders is gevraagd over welke onderwerpen zij wel eens behoefte hebben aan informatie of advies. Meer dan de helft van de respondenten heeft wel eens een vraag over het gedrag van hun kinderen en twee op de vijf ouders hebben wel eens behoefte aan informatie of advies over opvoeding in het algemeen en over de gezondheid van hun kinderen. Deze onderwerpen leven vooral onder ouders met jonge kinderen. Vragen over pesten en zakgeld leven het meeste onder ouders met kinderen tussen de 5 en 17 jaar. Vragen over de religieuze ontwikkeling en vrijetijdsbesteding leven aanzienlijk meer onder ouders met kinderen tussen de 18 en 23 jaar. SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 9

Van de respondenten geeft 85% aan voldoende informatie en adviezen te krijgen over deze onderwerpen, 15% vindt dus dat er onvoldoende informatie beschikbaar is. Het gaat hierbij voornamelijk om specifieke vragen die de ontwikkeling van het kind betreffen waarvan de ouders het antwoord of de ondersteuning niet in de gemeente Bunschoten kunnen vinden. Enkele ouders zijn kritisch over de deskundigheid van de professionals in de gemeente. Verder hebben enkele ouders aangegeven niet te weten of er over de genoemde onderwerpen voldoende informatie beschikbaar is in de gemeente. Opvallend is dat meerdere ouders aangeven niet te weten waar zij terecht kunnen in de gemeente. Om aan te kunnen sluiten bij de behoeften van ouders, is hen ook gevraagd op welke manier zij het meest geholpen zouden zijn met hun vragen over opvoeding. Tabel 8: Op welke manier zou u het meest geholpen zijn bij uw vragen over opvoeding? Percentage Aantal Een centrum waar je gemakkelijk naar binnen kunt lopen Persoonlijke gesprekken met een opvoedondersteuner in het Centrum voor Jeugd en Gezin Telefonische (gratis) informatie en advieslijn Huisbezoek van een opvoedondersteuner Ervaringen uitwisselen via een oudergroep 40% 108 22% 60 33% 88 11% 29 16% 44 Thema of informatiebijeenkomsten 20% 55 Schriftelijke informatie (zoals folders/boeken) Website over opvoeden en opgroeien 25% 67 48% 130 Vragen kunnen stellen per e-mail 38% 103 Een opvoedcursus over een bepaalde leeftijdsfase van mijn kind of een bepaald onderwerp 13% 35 Langdurige opvoedhulp aan huis 1% 3 Anders, namelijk 5% 13 Totale respons 270 De meerderheid van de respondenten geeft aan behoefte te hebben aan media waar zij zelf op zoek kunnen gaan naar een antwoord op hun vraag. Zo geeft bijna de helft van de ouders (48%) aan geholpen te zijn door een website over opvoeden en opgroeien. Maar ook geeft 40% van de respondenten aan behoefte te hebben aan een centrum waar ze gemakkelijk naar binnen kunnen lopen. Ouders met oudere kinderen (13-23 SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 10

jaar en met name ouders met kinderen in de leeftijd van 18-23 jaar) hebben vaker dan ouders met jongere kinderen behoefte aan uitwisselingen van ervaringen via een oudergroep. Dit geldt ook voor thema- of informatiebijeenkomsten, hoewel ouders met kinderen in de basisschoolleeftijd hier ook meer behoefte aan hebben dan ouders met jonge kinderen (0-4 jaar). Ouders met jonge kinderen (0-4 jaar) hebben in vergelijking met ouders met oudere kinderen meer behoefte aan de mogelijkheid om een vraag per e-mail te kunnen stellen, een website over opvoeden en opgroeien te bezoeken en schriftelijke informatie. SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 11

4 Samenwerking professionals Ouders/verzorgers die ervaring hebben met de aanwezigheid van meerdere hulpverleners in het gezin zijn gevraagd naar hun ervaringen. Dit betreft 38 ouders (13% van het totale aantal respondenten). In gezinnen waarbij meerdere hulpverleners betrokken zijn, wordt in de meeste gevallen samen met het gezin een plan van aanpak opgesteld. De ouders is gevraagd dit plan van aanpak te beoordelen. Tabel 9: Als het goed is, is er samen met u een plan van aanpak opgesteld. Hoe beoordeelt u deze werkwijze? Percentage Aantal Uitstekend 18% 7 Goed 34% 13 Voldoende 18% 7 Matig 16% 6 Slecht 3% 1 Dat is niet gebeurd 11% 4 Totale respons 38 Van de 38 ouders die deze vraag hebben beantwoord, beoordelen 20 ouders het plan van aanpak als goed of uitstekend. Zes ouders beoordelen het plan van aanpak als matig en één ouder geeft aan dat het plan van aanpak slecht is opgesteld. Vier ouders geven aan dat er geen plan van aanpak is opgesteld. Ook de samenwerking tussen de verschillende hulpverleners is door de ouders beoordeeld. Tabel 10: Hoe beoordeelt u de samenwerking tussen de verschillende hulpverleners? Percentage Aantal Uitstekend 9% 3 Goed 38% 13 Voldoende 15% 5 Matig 35% 12 Slecht 3% 1 Totale respons 34 Van de 34 ouders die deze vraag hebben beantwoord, beoordelen 16 ouders de samenwerking tussen de verschillende hulpverleners als goed of uitstekend en vijf als voldoende. Opmerkelijk is dat 12 ouders de samenwerking als matig beoordelen en één ouder beoordeelt de samenwerking als slecht. SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 12

5 Bekendheid met en tevredenheid over het CJG In dit hoofdstuk komt de bekendheid met en de tevredenheid over het CJG aan bod. Ook wordt er ingegaan op de wensen die ouders hebben als het gaat om beantwoording van hun opvoedvragen en de eventuele ondersteuning daarbij. 5.1 Bekendheid met het CJG Ruim twee derde van de ouders (67%), die hebben meegedaan aan dit onderzoek, had voor de uitnodiging al gehoord van het CJG. Ouders met kinderen in de basisschoolleeftijd zijn het meest vaak op de hoogte van het bestaan van het CJG, ongeveer driekwart van hen is bekend met het CJG. Bij ouders met jonge kinderen (0-4 jaar) en ouders met kinderen vanaf 13 jaar is ongeveer twee derde bekend met het CJG. Ook blijkt dat 26% van de ouders, die wel eens vragen hebben of behoefte aan ondersteuning bij het opvoeden, (nog) niet bekend is met het CJG. Tabel 11: Het CJG heeft op verschillende manieren aan haar bekendheid gewerkt. Op welke manier of over welke activiteiten heeft u van het CJG gehoord? Percentage Aantal Dag van de opvoeding 4% 10 Dag tegen het pesten 13% 33 Artikelen in de krant 50% 128 In de schoolkrant 5% 12 Op de regionale radio / TV 12% 31 Ik ben er op gewezen door 8% 20 Folders 21% 53 Website van het CJG, www.cjgbunschoten.nl 8% 21 Anders, namelijk 25% 64 Totale respons 258 De media hebben de grootste bekendheid van het CJG gegenereerd onder ouders. De helft van de ouders die bekend zijn met het CJG, heeft over de activiteiten gehoord via artikelen in de krant. 21% kent het CJG van folders en 13% via de Dag tegen het pesten. Bij de antwoordmogelijkheid anders hebben de meeste ouders aangegeven (60% van de 64 respondenten) het CJG niet te kennen of pas te kennen sinds ze gevraagd zijn de vragenlijst voor dit onderzoek in te vullen. Sommige ouders kennen het CJG beroepshalve. Andere genoemde kanalen zijn: de school, de kerk, de SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 13

gemeente, een homeparty bij een kennis, een ouderavond op de basisschool, het consultatiebureau of via een vriend(in). Tabel 12: Het CJG is gevestigd aan de Kon. Wilhelminastraat 32 in Bunschoten. Hoe zichtbaar en vindbaar vindt u deze plek? Percentage Aantal Goed zichtbaar en vindbaar 57% 164 Niet goed zichtbaar en vindbaar 10% 28 Ik wist niet dat het CJG daar gevestigd was 33% 95 Totale respons 287 Het CJG is gevestigd aan de Koningin Wilhelminastraat 32 in Bunschoten. De ouders is gevraagd hoe zichtbaar en vindbaar zij deze plek vinden. Ruim de helft (57%) vindt deze plek goed zicht- en vindbaar. 10% vindt dat juist niet en een derde wist niet dat het CJG daar gevestigd is. Van de respondenten heeft bijna één op de vijf (18%) al eens een bezoek gebracht aan het CJG op de Koningin Wilhelminastraat 32 in Bunschoten. Van de groep ouders die wel eens vragen over of behoefte aan ondersteuning bij het opvoeden en opgroeien van hun kinderen hebben, heeft ruim één op de vijf (21%) wel eens een bezoek gebracht aan het CJG. Van de 50 respondenten die wel eens een bezoek hebben gebracht aan het CJG zijn 16 door iemand of een instantie naar het CJG verwezen. Dit betrof het consultatiebureau, de schoolarts of verpleegkundige, familie of vrienden, de kraamzorg/verloskundige, de huisarts, het maatschappelijk werk of de groepsleidster/leerkracht of mentor. Eén ouder die doorverwezen is, heeft deze vraag niet beantwoord. Tabel 13: Wat was de reden van uw bezoek? Ja Nee Totale respons Ik had een vraag 15 (54%) 13 (46%) 28 (100%) Ik was nieuwsgierig 1 (6%) 17 (94%) 18 (100%) Ik kwam voor het consultatiebureau 24 (73%) 9 (27%) 33 (100%) Ik kwam voor het inloopspreekuur 4 (22%) 14 (78%) 18 (100%) Ik kwam voor een ouderavond 0 (0%) 16 (100%) 16 (100%) Ik kwam voor een homeparty 1 (6%) 15 (94%) 16 (100%) Anders* 5 (36%) 9 (64%) 14 (100%) SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 14

De meeste ouders (24) kwamen naar het CJG voor een bezoek aan het consultatiebureau; 15 kwamen met een vraag. Bij de antwoordcategorie anders hebben ouders aangegeven bij het CJG te zijn geweest voor een bezoek aan het consultatiebureau of voor inentingen. Enkele ouders kwamen er in verband met hun eigen werk. Eén ouder kwam er omdat haar zoon werd gepest. 5.2 Tevredenheid over het CJG Bij de 50 mensen die het CJG hebben bezocht, is de tevredenheid over het contact met CJG groot: bijna alle ouders (45) zijn (zeer) tevreden. Slechts twee personen zijn ontevreden over de manier waarop zij geholpen zijn. Tabel 14: Hoe tevreden bent u over de manier waarop u bent geholpen of over de activiteit die u hebt bezocht? Zeer tevreden Tevreden Neutraal Ontevreden Zeer ontevreden Totale respons Ik had een vraag 5 (31%) 9 (56%) 1 (6%) 1 (6%) 0 (0%) 16 (100%) Ik was nieuwsgierig 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (100%) Ik kwam voor het consultatiebureau Ik kwam voor het inloopspreekuur Ik kwam voor een ouderavond Ik kwam voor een homeparty 7 (29%) 15 (62%) 1 (4%) 1 (4%) 0 (0%) 24 (100%) 0 (0%) 2 (67%) 1 (33%) 0 (0%) 0 (0%) 3 (100%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (100%) 0 (0%) 1 (100%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (100%) Anders* 1 (17%) 5 (83%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 6 (100%) Van de ondervraagde ouders in dit onderzoek verwacht 8% binnenkort (weer) een bezoek te brengen aan het CJG. Tabel 15: Wat is de reden dat u niet naar het CJG zou gaan? Percentage Aantal Ik stel mijn opvoedvragen wel via de telefoon of internet (www.cjgbunschoten.nl) aan het CJG Ik raadpleeg iemand anders die er verstand van heeft, namelijk Ik heb nooit behoefte aan opvoedondersteuning 8% 21 23% 59 40% 102 Ik heb er geen vertrouwen in 6% 15 Ik durf niet naar het CJG te gaan 2% 5 Anders, namelijk 33% 86 Totale respons 258 SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 15

De meest genoemde reden om niet naar het CJG te gaan, is dat de ouders geen behoefte hebben aan opvoedondersteuning of om een deskundige te raadplegen. Veel ouders geven aan in eerste instantie te rade te gaan bij familie of vrienden of op internet. 6% zegt geen vertrouwen te hebben in het CJG en 2% durft niet te gaan. Bij anders geven de meeste ouders als reden om niet naar het CJG te gaan, aan dat zij nu geen vragen hebben. 5.3 De website en telefonisch contact Het CJG van de gemeente Bunschoten heeft een eigen website: www.cjgbunschoten.nl. Op deze website is informatie te vinden over de activiteiten van het CJG. De website is wel eens bezocht door 36 (12%) van de 292 ouders die deze vraag hebben beantwoord. Tabel 16: Wat was de reden dat u de website heeft bezocht? Percentage Aantal Ik wilde weten wat het CJG doet 33% 12 Ik was op zoek naar informatie over opvoeden 44% 16 Ik heb een vraag gesteld 8% 3 Ik was nieuwsgierig 39% 14 Ik ben er over verteld door 0% 0 Anders, namelijk 8% 3 Totale respons 36 Van de 36 respondenten bezochten 12 de website omdat ze wilden weten wat het CJG doet en 14 vanuit nieuwsgierigheid. 16 ouders waren op zoek naar informatie over opvoeden en drie ouders hebben een vraag gesteld. (Deze drie respondenten geven aan dat de vraag naar tevredenheid is beantwoord.) Twee op de vijf (39%) van de 289 ouders die hebben deelgenomen aan dit onderzoek geven aan binnenkort (weer) een bezoek te willen brengen aan de website van het CJG. Van de mogelijkheid om telefonisch contact op te nemen met het CJG hebben 18 ouders (6%) gebruikgemaakt. Deze ouders geven allemaal aan dat de vraag naar tevredenheid is beantwoord. SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 16

5.4 Wensen van ouders over aanbod en informatievoorziening De deelnemende ouders hebben verschillende activiteiten voorgelegd gekregen. Hierbij konden zij aangeven of ze de betreffende activiteit hebben bezocht. Tabel 17: Het CJG organiseert verschillende activiteiten voor ouders. Welke heeft u al eens bezocht? Ja Nee Totale respons Het inloopspreekuur 20 (10%) 183 (90%) 203 Het consultatiebureau 135 (62%) 84 (38%) 219 Een ouderavond (bijv. over het puberende brein) 14 (7%) 177 (93%) 191 Een homeparty 4 (2%) 184 (98%) 188 Bijna twee derde (62%) van de respondenten die deze vraag hebben beantwoord, heeft wel eens het consultatiebureau bezocht. En 10% van de ouders heeft wel eens het inloopspreekuur van het CJG bezocht. Ouders konden ook aangeven of zij interesse hebben in de aangeboden activiteiten voor ouders. Tabel 18: Het CJG organiseert verschillende activiteiten voor ouders. Welke zou u interessant vinden? Ja Nee Totale respons Het inloopspreekuur 40 (20%) 156 (80%) 196 Het consultatiebureau 75 (39%) 119 (61%) 194 Een ouderavond (bijv. over het puberende brein) 74 (40%) 112 (60%) 186 Een homeparty 10 (6%) 165 (94%) 175 De meeste ouders zijn geïnteresseerd in een ouderavond, gevolgd door de activiteiten van het consultatiebureau. 20% van de ouders die deze vraag hebben beantwoord, is geïnteresseerd in het inloopspreekuur van het CJG. Op de vraag over welke onderwerpen ouders meer zouden willen weten of die ze belangrijk vinden, hebben 24 ouders de volgende onderwerpen genoemd: Opvoeding in het algemeen (Triple P) Voorzieningen en activiteiten voor jongeren Puberkinderen/puberbrein EHBO SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 17

Sociale vaardigheidstrainingen voor kinderen Ouderontmoetingen (eventueel met kinderen) Vaccineren Kinderen tussen wal en schip (in de hulpverlening) Hoogbegaafdheid Autisme Alcohol/drugs/seksualiteit/verslaving (van ouder of kind) Tabel 19: Het CJG van Bunschoten houdt u graag op de hoogte van de openingstijden, opvoedtips, voorzieningen en cursussen voor ouders. Hoe wordt u hierover het liefst geïnformeerd? Percentage Aantal Per brief 17% 48 In de krant 34% 96 Per digitale nieuwsbrief (via e-mail) 33% 93 Via de website 17% 49 Per folder/flyer 16% 45 Ik word hier liever niet over geïnformeerd 18% 50 Anders, namelijk 2% 5 Totale respons 285 Op de vraag hoe ouders bij voorkeur geïnformeerd willen worden over activiteiten van het CJG, geeft een derde van de 285 respondenten bij deze vraag de voorkeur aan een digitale nieuwsbrief. Ook een derde geeft de voorkeur aan de krant. 18% van de ouders wil liever niet geïnformeerd worden. Bij anders hebben ouders de volgende dingen genoemd: via het consultatiebureau en de school. Drie ouders geven nogmaals aan dat ze geen informatie nodig hebben. SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 18

DEEL 2 ONDERZOEK ONDER PROFESSIONALS SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 19

6 Beschrijving doelgroep In dit hoofdstuk worden achtergrondkenmerken gegeven van de professionals die hebben deelgenomen aan het onderzoek. Aan dit onderzoek hebben dertien vrouwelijke en negen mannelijke professionals deelgenomen. Eén professional is tussen de 20 en 30 jaar, vier vallen in de leeftijdscategorie 31-40 jaar. Vier professionals zijn 41 tot 50 jaar en 13 professionals zijn 51 jaar of ouder. Twee professionals hebben slechts de eerste twee vragen van de enquête beantwoord. Zij zijn daarom niet meegenomen in de responsberekening. De rest van de uitkomsten gaat over maximaal 20 professionals. De professionals is gevraagd naar de leeftijd van de kinderen waarmee zij voornamelijk werken. Tabel 1: Wat is de leeftijd van de kinderen waarmee u voornamelijk werkt? Percentage Aantal 0 4 jaar 47% 9 5 8 jaar 63% 12 9 12 jaar 74% 14 13 17 jaar 37% 7 18-23 jaar 26% 5 ouder dan 23 jaar 21% 4 Totale respons 19 De professionals werken vaak met meerdere leeftijdsgroepen. De grootste groep professionals werkt met kinderen in de basisschoolleeftijd. Negen professionals werken (ook) met de doelgroep 0-4 jaar en veertien met kinderen van 13 tot 23 jaar. Vier professionals werken (ook) met jonge mensen die ouder zijn dan 23 jaar. Tabel 2: In welke kern(en) van de gemeente Bunschoten bent u doorgaans werkzaam? Percentage Aantal Alle kernen 45% 9 Eemdijk 10% 2 Bunschoten 45% 9 Spakenburg 45% 9 Zevenhuizen 0% 0 Totale respons 20 SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 20

Negen professionals zijn werkzaam in alle kernen van de gemeente Bunschoten. Van de 22 professionals werken er 20 in een of meer specifieke werkgebieden. Negen daarvan werken in Bunschoten, negen in Spakenburg en twee in Eemdijk. Tabel 3: In welke branche bent u werkzaam? Percentage Aantal Welzijnswerk 5% 1 Jeugdmaatschappelijk werk 0% 0 Jeugdgezondheidszorg 10% 2 Onderwijs 40% 8 Anders, namelijk 45% 9 Totale respons 20 De meeste professionals, die hebben deelgenomen aan dit onderzoek, zijn werkzaam in het onderwijs. Eén professional doet welzijnswerk en twee werken in de jeugdgezondheidszorg. Bij anders is genoemd: het CJG, politie, kinderfysiotherapie, verloskunde, algemeen maatschappelijk werk, kraamzorg, jeugdzorg, dienstverlening, informatie en advies en verslavingszorg. Tabel 4: Ik ben actief in: Percentage Aantal De front office van het CJG 12% 2 Het netwerk 12-38% 6 Het netwerk 12+ 19% 3 Een zorgadviesteam (ZAT) in het onderwijs 12% 2 Overig 56% 9 Totale respons 16 Van de 16 professionals die deze vraag hebben ingevuld zijn er zes actief in het netwerk 12- en drie in het netwerk 12+. Daarnaast maken twee professionals deel uit van de front office van het CJG en twee van het zorgadviesteam in het onderwijs. Bij overig hebben de professionals aangegeven: geen (4 keer genoemd), overleg kinderartsen Meander MC multidisciplinair overleg PIPO (kinderen met plas-en poepproblematiek), O&O 0-4 jaar, Bureau Jeugdzorg, consultatie niveau en aansturing ondersteuning. SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 21

7 Ervaringen van onderwijsprofessionals met het CJG De onderwijsprofessionals zijn een belangrijke schakel voor signalering en doorverwijzing. Zij hebben hun eigen zorgstructuren in het onderwijs en zijn ook participerende partij in het CJG. Aan de onderwijsprofessionals zijn enkele specifieke vragen voorgelegd over hun ervaringen met het CJG. Tabel 5: Verwijst u vanuit de zorgstructuur van het onderwijs door naar de participerende professionals in het CJG? Percentage Aantal Ja, regelmatig 14% 1 Soms 86% 6 Nee, nog nooit gedaan 0% 0 Totale respons 7 Eén onderwijsprofessional verwijst regelmatig door naar de participerende professionals in het CJG. Zes doen dat soms. Tabel 6: Hoe tevreden bent u over de samenwerking tussen het ZAT (Zorg adviesteam) en de jeugdzorgnetwerken 12- en 12+? Percentage Aantal Zeer tevreden 0% 0 Tevreden 50% 4 Neutraal 12% 1 Ontevreden 0% 0 Zeer ontevreden 0% 0 Weet niet/niet van toepassing 38% 3 Totale respons 8 Vier van de acht onderwijsprofessionals die deze vraag beantwoord hebben, zijn tevreden over de samenwerking tussen het ZAT (Zorg adviesteam) en de jeugdzorgnetwerken 12- en 12+. Geen enkele onderwijsprofessional is hier ontevreden over. Drie geven aan dat ze het niet weten of dat het voor hen niet van toepassing is. SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 22

Tabel 7: Hoe zou volgens u de samenwerking tussen onderwijs en CJG (nog) kunnen worden verbeterd? Percentage Aantal Door meer informatie over het CJG te krijgen Door meer ontmoetingen te organiseren Door meer gezamenlijke activiteiten te organiseren Door een betere afstemming op bestuurlijk niveau 14% 1 29% 2 14% 1 43% 3 Afstemming casusniveau 43% 3 Anders, namelijk 43% 3 Totale respons 7 De vraag naar mogelijke verbeterpunten is door zeven van de 22 professionals beantwoord. Drie professionals verwachten dat de samenwerking tussen het onderwijs en het CJG (nog verder) verbetert door een betere afstemming op bestuurlijk niveau. Eén professional geeft aan dat de samenwerking tussen het onderwijs en het CJG (nog) meer verbeterd zou kunnen worden wanneer zij meer informatie over het CJG krijgen. Ook geven twee professionals aan dat de samenwerking verbeterd kan worden door meer ontmoetingen te organiseren. Eén professional verwacht een betere samenwerking als er meer gezamenlijke activiteiten worden georganiseerd. Bij anders heeft een professional aangegeven dat de samenwerking al prima verloopt. Een tweede professional geeft aan dat het CJG meer in de reguliere ondersteuningscyclus van de scholen betrokken zou moeten worden. Een andere professional doet de suggestie om een sociale kaart te maken en duidelijke aanspreekpunten aan te wijzen. SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 23

8 Samenwerking tussen professionals in en met het CJG De professionals zijn vragen voorgelegd over de onderlinge samenwerking tussen de professionals binnen en met het CJG. De resultaten komen in dit hoofdstuk aan de orde. 8.1 Randvoorwaarden Voor een goede samenwerking zijn randvoorwaarden nodig, zoals ondersteuning vanuit de organisatie en voldoende kennis om samen te kunnen werken. Tabel 8: Wordt uw betrokkenheid bij het CJG voldoende ondersteund door uw organisatie? Percentage Aantal Ja, voldoende 94% 15 Ja, een beetje 6% 1 Nee 0% 0 Totale respons 16 Van de 16 professionals die deze vraag hebben ingevuld, geven 15 aan dat hun betrokkenheid bij het CJG voldoende ondersteund wordt door de eigen organisatie. Tabel 9: Hebt u voldoende zicht op wat andere partners in het CJG kunnen bieden? Percentage Aantal Ja 53% 9 Nee 35% 6 Weet ik niet 12% 2 Totale respons 17 Van de 17 professionals geven negen bij deze vraag aan dat zij voldoende zicht hebben op wat andere partners in het CJG kunnen bieden. Zes professionals hebben daar niet voldoende zicht op. SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 24

Tabel 10: Kunt u de juiste professionals van andere organisaties of instellingen vinden als u zelf een cliënt niet (meer) kunt helpen? Percentage Aantal Ja, altijd 18% 3 ja, in de meeste gevallen wel 82% 14 Nee, in de meeste gevallen niet 0% 0 Nee, nooit 0% 0 Totale respons 17 14 van de 17 professionals kunnen de juiste professionals van andere organisatie in de meeste gevallen vinden als ze de cliënt zelf niet (meer) kunnen helpen. Drie professionals kunnen altijd de juiste professionals vinden. Geen enkele professional vindt in de praktijk niet de juiste professionals bij andere organisaties. Tabel 11: Hebt u het gevoel dat er in een vroeg stadium contact met u wordt gezocht? Percentage Aantal Ja, altijd 8% 1 ja, in de meeste gevallen wel 54% 7 Nee, in de meeste gevallen niet 31% 4 Nee, nooit 8% 1 Totale respons 13 Acht professionals vinden dat er altijd of in de meeste gevallen in een vroeg stadium contact met hen wordt gezocht. Vier professionals vinden dat dat in de meeste gevallen niet gebeurt en één professional vindt dat dat nooit in een vroeg stadium gebeurt. 8.2 Samenwerking en doorverwijzing In veel Nederlandse CJG s wordt gewerkt met de 1 gezin 1 plan methode. In enkele gevallen is deze gebruikt door professionals van het CJG Bunschoten. Vier van de 17 professionals die deze vraag hebben beantwoord, geven aan volgens die methode met verschillende hulpverleners te hebben samengewerkt. Zeven professionals hebben (nog) niet op deze manier samengewerkt en zes weten het niet. Van de zeven professionals die de methode nog niet toepassen, hebben er vier wel behoefte aan er in hun werkpraktijk mee te werken. SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 25

Tabel 12: Hoe beoordeelt u de werkwijze 1 gezin 1 plan? Percentage Aantal Uitstekend 0% 0 Goed 67% 2 Voldoende 33% 1 Matig 0% 0 Slecht 0% 0 Totale respons 3 Twee professionals die werken met deze methode beoordelen de 1 gezin 1 plan werkwijze als goed. Eén professional beoordeelt de werkwijze als voldoende. Vervolgens is de professionals gevraagd wanneer zij cliënten doorverwijzen naar (andere) partners in het CJG. Professionals konden meerdere antwoorden geven. Tabel 13: Wanneer verwijst u cliënten naar (andere) partners in het CJG? Percentage Aantal Als het een vraag betreft over een specifiek onderwerp buiten mijn expertisegebied Als er meer nodig is dan de informatie of dienstverlening van mij Bij een complexe vraag die afstemming tussen professionals vereist 38% 6 31% 5 25% 4 Anders, namelijk 6% 1 Totale respons 16 Van de 16 professionals verwijzen zes door als het een vraag betreft over een specifiek onderwerp buiten hun eigen expertisegebied, vijf professionals verwijzen door wanneer er meer nodig is dan alleen informatie van henzelf, vier professionals verwijzen door wanneer het een complexe vraag betreft die afstemming tussen professionals vereist. Bij anders, namelijk heeft een professional aangegeven niet gedacht te hebben aan de mogelijkheid om cliënten naar het CJG te verwijzen. Eén professional geeft als toelichting door te verwijzen wanneer de situatie daar om vraagt. De professionals is vervolgens gevraagd op welke manier zij cliënten naar het CJG verwijzen. SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 26

Tabel 14: Op welke manier verwijst u cliënten naar het CJG aan de Kon. Wilhelminastraat 32? Percentage Aantal Wij hebben een display met folders voor ouders en ansichtkaarten voor jongeren over het CJG Ik geef cliënten informatie over wat het CJG voor hen kan betekenen Ik maak telefonisch een afspraak voor een cliënt Ik ga mee naar een afspraak op het CJG of een andere partner in het CJG Als ik in het CJG ben, vraag ik een andere deskundige om aan te schuiven 25% 4 44% 7 0% 0 0% 0 0% 0 Anders, namelijk 31% 5 Totale respons 16 Zeven van de 16 professionals geven cliënten informatie over wat het CJG voor hen kan betekenen. Vier professionals hebben een display met folders over het CJG voor ouders en ansichtkaarten voor jongeren. Bij anders is onder meer aangegeven via het netwerk te verwijzen of niet door te verwijzen (twee professionals). Eén professional wijst ouders op de mogelijkheid contact op te nemen met het CJG. Een laatste professional geeft aan naar het CJG te verwijzen wanneer iemand vanuit de regio Bunschoten/Spakenburg zich bij hen aanmeldt en er meerdere problemen spelen. Vier professionals geven als toelichting dat doorverwijzing nooit of sporadisch voorkomt en een vijfde professional geeft aan dat de doorverwijzing beter zou kunnen. Tien van de 13 professionals geven aan dat zij altijd of in de meeste gevallen voldoende op de hoogte worden gehouden van de voortgang als zij een cliënt naar een partner hebben doorverwezen. Twee professionals zeggen in de meeste gevallen niet en één nooit op de hoogte te worden gehouden over de voortgang na doorverwijzing. Tabel 15: Hoe beoordeelt u de samenwerking met de professionals binnen het CJG Bunschoten? Percentage Aantal Uitstekend 6% 1 Goed 35% 6 Voldoende 18% 3 Matig 6% 1 Slecht 0% 0 Geen mening /niet van toepassing 35% 6 Totale respons 17 SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 27

Zeven van de 17 professionals beoordelen de samenwerking met de professionals binnen het CJG Bunschoten als uitstekend tot goed. Drie als voldoende en één als matig. Zes professionals hebben hierover hun mening niet gegeven. Een professional heeft als toelichting op het antwoord gegeven dat de lijnen redelijk kort zijn en er geen drempel wordt ervaren om contact op te nemen. Een andere professional plaatst de kanttekening dat het oordeel over de samenwerking verschilt per professional waarmee samengewerkt wordt. Tabel 16: Hoe zou volgens u de samenwerking met andere professionals kunnen worden versterkt? Percentage Aantal Door meer informatie uit te wisselen 67% 10 Door elkaar beter te leren kennen 40% 6 Door er vrijgestelde uren voor te krijgen Door het toepassen van meer gerichte methoden, zoals Door een strakker geleide bespreking met het gezin 40% 6 13% 2 20% 3 Anders, namelijk 13% 2 Totale respons 15 Bij de vraag naar hoe de samenwerking versterkt zou kunnen worden, scoort het uitwisselen van informatie het hoogst. Daarna gevolgd door de suggestie om elkaar beter te leren kennen en wanneer zij daarvoor vrijgestelde uren krijgen. Drie professionals denken dat de samenwerking versterkt kan worden door een strakker geleide bespreking met het gezin. Eén professional heeft bij anders aangegeven dat de samenwerking versterkt kan worden door aan te sluiten bij de begeleidingscyclus. Een andere professional is van mening dat het CJG meer naar buiten moet treden zodat iedereen weet welke hulpverlening mogelijk is. Drie van de 22 professionals geven aan nog partners te missen in het CJG. Zij noemen: de onderwijscomponent (ZAT), het maatschappelijk werk en Bureau Jeugdzorg. SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 28

9 Versterking van de CJG-functies voor gezinnen Het CJG Bunschoten is een netwerkorganisatie die inmiddels bijna zes jaar bestaat. Aan de professionals is daarom nu gevraagd hoe het CJG volgens hen nog beter kan aansluiten bij de behoeften van kinderen, jongeren en opvoeders. 9.1 Tevredenheid over het functioneren van het CJG en haar bekendheid Tabel 17: Bent u over het algemeen tevreden over het functioneren van het CJG? Percentage Aantal Ja 53% 8 Enigszins 20% 3 Nee 0% 0 Weet ik niet 27% 4 Totale respons 15 Acht van de 15 respondenten zijn bij dit onderwerp over het algemeen tevreden over het functioneren van het CJG. Drie professionals zijn enigszins tevreden. In het CJG wordt onder andere beoogd de vijf preventieve functies te vervullen die in onderstaande tabel zijn weergegeven. De professionals is gevraagd hoe zij het aanbod vanuit het CJG op deze vijf preventieve functies voor jeugd en gezin beoordelen. Tabel 18: Hoe beoordeelt u het aanbod vanuit het CJG op de preventieve functies voor jeugd en gezin? Goed Voldoende Onvoldoende N.v.t./Weet ik niet Totale respons De functie informatie en advies 6 (43%) 2 (14%) 0 (0%) 6 (43%) 14 (100%) De functie signalering 2 (14%) 4 (29%) 0 (0%) 8 (57%) 14 (100%) De functie toeleiding naar hulpverlening De functie licht pedagogische hulpverlening 3 (21%) 2 (14%) 0 (0%) 9 (64%) 14 (100%) 3 (21%) 4 (29%) 0 (0%) 7 (50%) 14 (100%) De functie zorgcoördinatie 1 (7%) 5 (36%) 0 (0%) 8 (57%) 14 (100%) Het merendeel van de professionals heeft bij deze vraag geantwoord met n.v.t./weet ik niet. Geen enkele professional beoordeelt het aanbod vanuit het CJG op de preventieve functies als onvoldoende. De functie informatie en advies wordt het meest vaak met goed beoordeeld. De functies signalering en zorgcoördinatie worden het minst vaak met goed beoordeeld. SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 29

De professionals is gevraagd op welke manier er vanuit hun organisatie bekendheid wordt gegeven aan het CJG Bunschoten. Tabel 19: Hoe wordt vanuit uw organisatie bekendheid gegeven aan het CJG Bunschoten? Percentage Aantal Dat doen wij niet 13% 2 We verwijzen ouders naar partners in het CJG We verwijzen jongeren naar partners in het CJG We hebben een CJG-link op onze website We hebben een informatieblokje over het CJG op onze website We vermelden op onze uitingen dat we partner zijn in het CJG 67% 10 0% 0 13% 2 0% 0 7% 1 Anders, namelijk 27% 4 Totale respons 15 Tien van de 15 professionals geven aan dat zij ouders in hun praktijk door verwijzen naar partners in het CJG. Geen enkele professional verwijst (ook) jongeren door naar partners in het CJG. Twee professionals geven aan dat hun organisatie een link naar de website van het CJG op de eigen website geplaatst heeft. (Dit betreffen Stichting MEE en Stichting De Boei.) Bij één professional wordt vermeld dat de organisatie in hun uitingen bekendmaakt dat zij partner zijn in het CJG. Twee professionals geven vanuit hun organisatie geen bekendheid aan het CJG Bunschoten. Bij anders, namelijk hebben professionals het volgende aangegeven: folder beschikbaar, informatieverstrekking in de nieuwsbrieven, vermelding in de schoolgids en medewerkers zijn op de hoogte van het CJG. 9.2 Aanbod van opvoedinformatie en -ondersteuning Aan de deelnemers aan dit onderzoek is de vraag gesteld of zij het aanbod van opvoedinformatie en -ondersteuning voor hun cliënten in de gemeente Bunschoten voldoende vinden. 12 van de 16 professionals beoordelen het aanbod als voldoende. Vier professionals vinden het aanbod niet voldoende. Tevens is er gevraagd aan wat voor nieuwe activiteiten ter ondersteuning van gezinnen volgens de professionals in Bunschoten behoefte is. Er zijn enkele activiteiten genoemd: SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 30

Meer ondersteuning op het gebied van sociale media Homeparty s Opvang en begeleiding Poolse moeders Zaterdagopvang Activiteiten voor jonge moeders Eén van de professionals heeft aangegeven graag een training te volgen over omgaan met pestgedrag buiten de schooluren. De overige professionals hebben geen onderwerpen genoemd waarover zij een training willen volgen. SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 31

10 Conclusies en aanbevelingen Aan de hand van de hoofdthema s in de vragenlijsten worden in dit hoofdstuk voor beide doelgroepen van het onderzoek conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. De onderzoeksvragen zijn: - Wat is de mate van bekendheid met het CJG en - voor zover van toepassing - de mate van tevredenheid van ouders over de functievervulling van het CJG? - Wat is de mate van tevredenheid van professionals over de samenwerking met of binnen het CJG? 10.1 Respons van ouders en professionals Het onderzoek onder ouders is representatief voor alle ouders in zoverre de vragen zijn beantwoord door minimaal 292 respondenten. De antwoorden op de overige vragen kunnen als meer of minder indicatief worden beschouwd. Hieronder vallen de vragen die gaan over de bekendheid met en tevredenheid over het CJG. De uitkomsten van het onderzoek onder professionals kunnen vanwege het kleine aantal niet representatief zijn. Door de behaalde respons van 36% van de hele doelgroep kunnen we de antwoorden als meer of minder sterke trends of indicaties zien. Conclusie: De uitkomsten van het onderzoek naar de bekendheid van en tevredenheid over het CJG geven vooral een indicatie van de trends en meningen bij de verschillende doelgroepen van het onderzoek. Naar aanleiding van de matige respons onder professionals kan de vraag gesteld worden wat dit zegt over hun betrokkenheid bij het CJG Bunschoten. Aanbeveling: Breng de onderzoeksresultaten onder de aandacht van de professionals en stimuleer (faciliteer) dat ze actief aan de slag gaan met de aanbevelingen. 10.2 Bekendheid en bereik van het CJG Het CJG in Bunschoten bestaat nu bijna 6 jaar. Het consultatiebureau en de jeugdgezondheidszorg 4-19 jaar maken daar deel van uit. Vrijwel alle ouders met kinderen tot 4 jaar bezoeken het consultatiebureau regelmatig en een groot deel van de ouders bezoekt ook de jeugdgezondheidszorg 4-19 jaar (JGZ). Een ruime meerderheid van de respondenten heeft kinderen in de leeftijd van 0-18 jaar. SGBO OPVOEDEN & OPGROEIEN IN BUNSCHOTEN 32