Nationaal verkeerskundecongres 2015

Vergelijkbare documenten
Beter benutten van provinciale wegen, kan het ook sneller èn veiliger?

Voorrangspleintje (Langzaam rijden gaat sneller)

Memo. Inleiding. Onderwerp: Memo doorstroming rotonde Parklaan Zandlaan - Horalaan

Kruispunt 45: N34 Kellerlaan - Eugenboersdijk

Aan: Gemeenteraad van de gemeente Haarlem per Haarlem, 24 januari 2016 Onderwerp: Voorlopig Ontwerp HOV-Noord

Kruispunt 37: N743 N744 T-aansluiting

R Ir. A. Dijkstra Leidschendam, 1989 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV

18 december 2014, Versie 1.1 Quick scan Rotonde Molenbroekseloop

Keuzeschema fietsvriendelijke kruispunten GOW s (bibeko) Presentatie Fietsberaad 2 december 2004 Otto van Boggelen

Wanneer wel een zebra, wanneer niet? nieuw kader voor oversteekvoorzieningen binnen de bebouwde kom

Bestemmingsplan. Midden-Noord - Oss Ontwerp. Bijlagen 9 - aanvullend verkeersonderzoek maatregelen januari 2011 tuincentrum

Gemeente Heerhugowaard. Visie Zuidtangent. Een overzicht van N242 tot aan de Oosttangent

Waarom staat het licht op groen?

gemeente Eindhoven Betreft Nadere toelichting afweging instellen linksafverbod Geldropseweg

Verkeersafwikkeling Oegstgeest a/d Rijn en Frederiksoord Zuid

Memo. Verhouding auto-fiets 2015

BEOORDELINGSCRITERIA FIETSOVERSTEEK EIKENLAAN. Algemeen

Verkeersonderzoek. Kenmerken advies: veiligverkeer.nl

Dijklint Alblasserdam

Betreft ontwerp verkeersbesluit kruising Zwartemeerlaan Westlanderwerf - Teunisbloem: opheffen voetgangersoversteekplaats, Wervepad wordt fietspad.

Veilig je draai vinden...

GEMEENTE. Beheer ft Onderhoud Aan de leden van de Commissie Ruimte Postbus 1

Kruispuntberekeningen ontsluiting MCA Heerhugowaard

PROVINCIALE STÄTEN VAN OVERIJSSEL. Allereerst willen wij onze deelneming betuigen met het verlies van uw moeder.

Verdeling snelheidslimiet

Kruispunt 4: N334 Ruxveenseweg Oldemarktseweg

Datum 25 november 2014 Gemeente Woerden

Addendum bij nota Fietsen in Lelystad: Voldoen de gestelde voorrangsregels aan CROW-richtlijnen

WAT IS ER MOGELIJK ZONDER HET BESTEMMINGSPLAN TE WIJZIGEN HOE SPAREN WE ZOVEEL MOGELIJK BOMEN

Standpunt Fietsberaad over turborotondes

Inleiding. Kruising Biltlaan - Rijnsoever

Kruispunt N733 Oude Deventerweg / Landweerweg

5.1 Diependaalselaan - Zeverijnstraat - Kerkelandenlaan

Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Infrastructure

Second opinion beoordeling uitweg Heeswijk 120 Montfoort

Kruispunt 40: N764 N765 Manenberg

Onderwerp Zaaknummer Uw kenmerk Datum Verkeerskundige analyse Torenlaan

Referentienummer Datum Kenmerk ehv.500.N01 14 november 2011 FV/HdM

2.2. Verkeersontsluiting Lekdijk-Standardmolen (TL )

Afweging kruispunttypes

Cameraonderzoek kruispunt Stationsweg-Burgemeester Van Roijensingel. Eindrapportage

GEMEENTE VALKE NS WAARD

Verkeersveiligheidsanalyse Bommenweg Dreef (Wadenoijen, Gemeente Tiel) 28 juli 2017

BrabantWonen Definitief. Verkeersonderzoek herontwikkeling Orthen-Links

Kruispunt 8: N342 N737

: Projectteam N345 Rondweg De Hoven/Zutphen Datum : December 2016 : Nieuwe ontsluiting De Hoven op Kanonsdijk Zaaknummer :

1. Inleiding. 2. Beschikbare gegevens. 3. Second opinion MEMO DHV B.V. Logo

Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Infrastructure

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk 8 oktober Betreft Verkeersonderzoek t.b.v. bestemmingsplan Huizerstraatweg

Kruispunt 1, 2 en 3: Aansluiting N307 - A50

Gebruikershandleiding voor rotondes: wat te doen bij storing

Beoordeling kruispuntontwerp

Gemengd verkeer - fietssuggestiestroken

Vervoerregio Amsterdam. Variantenstudie Halte Aan de Zoom Uithoorn

Uitwerking verkeersonderzoek Olst. Informatieavond. 16 mei 2018

RESULTATEN VAN DE ONDERZOEKEN

Kruispunt 5: N340 Kranenburgweg Vechtdijk

Vragen aan en reacties van bewoners door René van den Berg

Verkeersonderzoek Ter Aar

PROJECTNUMMER D ONZE REFERENTIE B

POSITIE EN VOORRANGSREGELING VAN FIETSERS EN BROMFIETSERS OP ROTONDES "NIEUWE STIJL"

Bromfiets klasse B op de rijbaan

Tip: oefen het examen op beschikbaar vanaf 7 maart

1 Aanleiding en vraagstelling

Herinrichting Rondweg Westerkoog

Ontwerperscafé Fietsvoorzieningen 19 juni 2014, uur te Arnhem Verslag

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

HOV Rijksstraatweg. WBO Mark Hunting, Jaap Moerman

Knelpunten verkeersveiligheid landbouwverkeer

Oversteekvoorzieningen voor fietsers en voetgangers 23 mei 2017

Wegencategoriseringsplan. Reactie Belangengroep Dijk 10 april 2012

1 Inleiding. 2 Ligging van de route. Verkeersstudie Olst. Gemeente Olst-Wijhe. Analyse route Olsterveer - N juni 2017 OLW032/Fdf/concept

Aan Van Doorkiesnummer. Henri van Middelaar Ton Heijnen&Thomas Dijker 7584

VERKEERSBEGRIPPEN. bij het Verkeersexamen Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg

Inventarisatie van verkeersknelpunten en oplossingen in de omgeving van Buytewech-Noord Verslag 25 april p 1

Duurzaam Veilig(e) Wegen

VERKEERSBEGRIPPEN. bij Verkeersexamen Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg

Aansluiting Westraven Utrecht

Voorrangsplein lijkt groene basis voor zelfrijdende auto

Bereikbaarheid woonwijken rondom Bentz-Berg

Reconstructie kruispunt Patijnweg - Buys Ballotstraat

doe-fiche fietser Opstappen en wegrijden uw kind politie Bilzen - Hoeselt - Riemst nog niet kiest de dichtsbijzijnde plaats waar de rit kan beginnen.

AMBTELIJK VERKEERSKUNDIG ADVIES LOOP- EN FIETSROUTE AZC

Hoe verkeersveilig zijn fietsstraten? (VK 7/2013)

Ontsluiting complex Ommedijkseweg Leiden Verkeerskundige analyse

Verkeersonderzoek. Kenmerken advies: veiligverkeer.nl. Naam dossier: D Locatie: Gemeente Zwolle: Havezathenallee

Wielrenners op fietspad of rijbaan? Robert Hulshof (CROW-Fietsberaad) Hans Godefrooij (DTV Consultants)

MEMO. NoLogo. : Arcadis, mevrouw Yvonne Sanders : ing. Sander Hoen : drs. ing. Albert Erhardt. : Verkeerskundige toets Uitbreiding Makado, Beek

Aanvullende rapportage verkeersveiligheidseffecten experimenten 130km/h

De fietsstraat in Beugen

Versterken leefbaarheid kern

Kruispunt 12: N346 De Poste te Goor

Memo. Aan. Adviescommissie Ruimte. Gebiedsbeheer, SLWE, Politie. Betreft. Ongevallen- en verkeersanalyse Hartog Hartogsingel Galliërsweg

Verkeersafwikkeling. 2e Hogeweg Onderzoek noodzaakbepaling VRl's twee kruispunten. Opdrachtgever. Opdrachtnemer

2 Verkeersgeneratie en routekeuze

VERKEER OP DE RINGDIJK ENQUÊTE ONDER BEWONERS, BEDRIJVEN EN DORPSRADEN

Kruispunt 23: N348 Luttenbergweg Crismansweg

Veilig van en naar school

Gemeente Dordrecht. Afwikkelingstudie verkeer Dordtse Kil IV

Bijzondere weggedeelten

Transcriptie:

Nationaal verkeerskundecongres 2015 Voorrangspleinen Jaap Bout Hogeschool Windesheim - Student Mark Jan Olijve Hogeschool Windesheim - Student Erwin Bezembinder Hogeschool Windesheim John Boender CROW Samenvatting Het voorrangsplein is een relatief nieuw kruispunttype. In 2007 is de eerste aangelegd in Hilversum en in de loop der jaren zijn daar tientallen bij gekomen. Door het ontbreken van duidelijke richtlijnen zijn er diverse vormen van voorrangspleinen ontstaan met wisselende prestaties qua veiligheid en doorstroming. Het is onduidelijk welke vormgeving de beste resultaten oplevert voor een gegeven verkeersaanbod. In het onderzoek dat in deze paper beschreven wordt is gekeken naar de invloed van inrichtingselementen op de verkeersveiligheid en capaciteit van voorrangspleinen. Daarbij is gebruikgemaakt van snelheidsmetingen, cameraobservaties, simulatieonderzoeken en interviews. Op basis van de resultaten van het onderzoek zijn vervolgens herkenbaarheidskenmerken opgesteld. De herkenbaarheidskenmerken moeten er voor zorgen dat de weggebruiker weet wat van hem wordt verwacht op een voorrangsplein. Hoe meer van deze kenmerken worden toegepast, hoe groter de kans op gewenst gedrag. Trefwoorden Voorrangspleinen, herkenbaarheidskenmerken, afweging kruispuntvorm, langzaam rijden gaat sneller, verkeerssimulatie

1 Inleiding Door de jaren heen zijn verschillende kruispuntvormen ontwikkeld. Van gelijkwaardige kruispunten tot complexe voorrangskruispunten met verkeersregelinstallaties (VRI s). In 2000 is de eerste turborotonde verschenen en deze is inmiddels in allerlei vormen uitgebreid toegepast. Ook in 2007 verscheen een nieuw kruispunttype in Nederland: het voorrangsplein. Het voorrangsplein is een kruispunttype dat zowel elementen van een rotonde als van een voorrangskruispunt heeft. Het voorrangsplein is bedacht vanuit het Langzaam-sneller-principe. Dit is een verkorting voor langzaam rijden gaat sneller. Langzaam-sneller gaat ervan uit dat het voor het gemotoriseerde verkeer beter is om met een lage snelheid door te rijden, dan hard te rijden op de wegvakken en stil te staan op kruispunten. Hierdoor kan de weginrichting worden aangepast met kleinschaligere (voorrangs)kruispunten en brede middenbermen om het oversteken in etappes mogelijk te maken. Daarbij zijn op kruispunten VRI s onnodig en soms zelfs ongewenst mede door de benodigde opstelcapaciteit en extra verliestijd. Daarom worden deze kruispunten vervangen door voorrangspleinen en rotondes, om zo het oponthoud op kruispunten te verminderen en het verkeer gelijkmatiger te verwerken. In de afgelopen jaren zijn tientallen voorrangspleinen aangelegd in Nederland. Steeds meer gemeenten lijken plannen te hebben voor het aanleggen van voorrangspleinen. Echter, er is nog te veel onzekerheid over de werking van het voorrangsplein. Uit verschillende uitgevoerde evaluaties en onderzoeken naar voorrangspleinen komt naar voren dat er veel spreiding bestaat in de waarden van de indicatoren voor verkeersveiligheid en capaciteit. De inrichting heeft hier vermoedelijk invloed op. Bijvoorbeeld de vorm van het voorrangsplein. Zo bestaan voorrangspleinen met een ovale vorm en voorrangspleinen met een rechthoekige vorm. Deze zijn weergegeven in afbeelding 1. De verschillende vormen kunnen invloed hebben op het gedrag en de snelheid van het verkeer. Het is dus interessant om de relatie tussen de inrichting van het voorrangsplein en de verkeersveiligheid/capaciteit in beeld te brengen, zodat de meest ideale inrichting van het voorrangsplein in een bepaalde verkeerssituatie wordt achterhaald. afbeelding 1: links voorrangsplein met een rechthoekige vorm (Arnhem), rechts voorrangsplein met een ovale vorm (Hilversum) Deze paper geeft een overzicht van een afstudeeronderzoek naar de verkeersveiligheid en capaciteit op voorrangspleinen, dat is uitgevoerd in het kader van het afstuderen aan de opleiding Mobiliteit aan Hogeschool Windesheim Zwolle in samenwerking met CROW. Het onderzoek heeft zich gericht op het verbeteren van de verkeersveiligheid en capaciteit van het voorrangsplein. Om dit doel te bereiken is gelet op de invloeden van diverse inrichtingselementen op de verkeersveiligheid en capaciteit. Door de effecten van de inrichtingselementen in beeld te brengen kan meer eenheid in de vormgeving van de voorrangspleinen worden gebracht, waardoor de herkenbaarheid van het voorrangsplein wordt vergroot. De weggebruiker weet hierdoor eerder wat van hem wordt verwacht. De inrichtingselementen

die centraal staan zijn de uitbuiging van de hoofdrichting, de maatvoering en de plaats van de verschillende weggebruikers op het voorrangsplein. Vanuit het doel zijn een aantal onderzoeksvragen opgesteld, zodat dit doel ook daadwerkelijk wordt behaald. De hoofdvraag voor het onderzoek was: Hoe beïnvloeden de verschillende inrichtingskenmerken van het voorrangsplein de verkeersveiligheid en de capaciteit van het voorrangsplein? Leeswijzer Hoofdstuk 2 belicht de voorrangspleinen in de praktijk. Om te beginnen met de uitleg wat een voorrangsplein precies is en hoe deze werkt. Vervolgens wordt ingegaan op de onderzoeken die al zijn gedaan naar het voorrangsplein. Hoofdstuk 3 behandelt de onderzoeksopzet. In dit hoofdstuk staan de diverse deelonderzoeken centraal en de gehanteerde werkwijze. Vervolgens komt hoofdstuk 4 met een overzicht van de belangrijkste resultaten van het onderzoek. Hoofdstuk 5 concludeert de resultaten. In hetzelfde hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek vertaald naar herkenbaarheidskenmerken. De herkenbaarheidskenmerken geven weer hoe dit onderzoek vertaald moet worden naar de praktijk. 2 Voorrangspleinen in de praktijk In Nederland zijn er al diverse voorrangspleinen aangelegd, maar wat is een voorrangsplein precies en wat zijn de ervaringen met het voorrangsplein? Dit hoofdstuk gaat deze punten behandelen. 2.1 Wat is het voorrangsplein? Het voorrangsplein is een kruispunttype dat lijkt op zowel een voorrangskruispunt als een rotonde. Van beide kruispunttypes zijn elementen aanwezig, waardoor de werking van het kruispunt anders is dan bij andere kruispunten. Zo heeft het voorrangsplein net als een rotonde een middeneiland, waar het gemotoriseerde verkeer omheen rijdt. Hierdoor wordt het aantal conflictpunten verminderd en worden snelheden ter hoogte van het kruispunt in de meeste vormen van het voorrangsplein ten opzichte van een voorrangskruispunt verlaagd. In afbeelding 2 staan de keuzemogelijkheden met bijbehorende manoeuvres weergegeven: recht doorgaand en rechts afslaand verkeer heeft een duidelijk uitbuiging, het verkeer dat links afslaat rijdt eerst de zijweg voorbij om vervolgens af te slaan en de zijweg in te rijden. afbeelding 2: schematische weergave van het voorrangsplein en de routes vanuit de hoofd- (links) en de zijrichting (rechts) voor het gemotoriseerde verkeer (groen heeft voorrang, rood moet voorrang verlenen)

2.2 Onderzoeken over het voorrangsplein Over het voorrangsplein zijn een aantal onderzoeken uitgevoerd. Een aantal evaluatieonderzoeken in Hilversum en twee grote onderzoeken naar voorrangspleinen in het algemeen. De ervaringen met het voorrangsplein zijn positief. Uit diverse evaluatieonderzoeken (DHV, 2008; DHV, 2010; Goudappel Coffeng, 2012) blijkt dat het voorrangsplein werkt zoals verwacht. Ten opzichte van de oude verkeerssituaties is de verkeersveiligheid op de meeste locaties verbeterd. Voor de reconstructies waren gemiddeld 40 ongevallen per jaar op de kruispunten in Hilversum. Na de reconstructies is dat afgenomen naar 31 ongevallen per jaar (gemiddelde afname van 22%). Er gebeuren minder en minder ernstige ongevallen (18 ongevallen met letsel voor de reconstructies naar 5 ongevallen met letsel na de reconstructies), de snelheid ligt lager en de weggebruikers zijn positiever over deze kruispuntvorm. De hoogte van de waarden van deze aspecten lijkt af te hangen van de vormgeving van het voorrangsplein. Daarnaast verbetert ook de doorstroming op het voorrangsplein in vergelijking met de oude verkeerssituaties, voornamelijk op de hoofdrichting. Van der Leeden (2012) heeft een vergelijkend onderzoek gedaan tussen voorrangspleinen, voorrangskruispunten en rotondes. Van der Harst en De Jong (2012) hebben een onderzoek gedaan naar de toepasbaarheid buiten de bebouwde kom en daarnaast gekeken naar een voorrangsplein binnen de bebouwde kom. In het vergelijkingsonderzoek komt naar voren dat de kans op een ongeval het laagst is bij een voorrangsplein (de kans is 3,5 tot 5 maal lager in vergelijking met het voorrangskruispunt en de rotonde). Vaak wordt de rotonde gezien als het veiligste kruispunttype, terwijl de kans op een ongeval groter is op een rotonde dan op een voorrangsplein. Uit het onderzoek van Van der Leeden wordt als oorzaak voor de ongevalskans aangedragen dat automobilisten bij alle richtingen van de rotonde de fietsers voorrang moeten verlenen (binnen de bebouwde kom), en bij het voorrangsplein en het voorrangskruispunt alleen op de hoofdrichting. Doordat automobilisten voorrang moeten verlenen is het risico op conflicten groter dan wanneer automobilisten voorrang hebben. Dit komt doordat fietsers bij het hebben van voorrang geneigd zijn deze te nemen (claimen) en niet kijken wat andere weggebruikers doen. In het onderzoek van Van der Leeden is ook gekeken naar de doorstroming op de verschillende kruispunttypes. Uit de vergelijking komt naar voren dat de doorstroming voor het gemotoriseerde verkeer op een voorrangskruispunt het best is (tabel 1), en bij rotondes het slechtst. Voor het langzaam verkeer is dit precies andersom. Het voorrangsplein blijkt een goed compromis tussen de doorstroming voor gemotoriseerd verkeer en de doorstroming van het langzaam verkeer. Wel werd in het onderzoek duidelijk gemaakt dat deze verschillen soms zeer klein zijn. Inrichtingskenmerk Voorrangsplein Voorrangskruispunt Rotonde Wachttijd auto (s) 3,6 3,3 6,4 Wachttijd fietser (s) 3,6 4,2 0 tabel 1: Gemiddelde wachttijden van auto's en fietsers in Heerhugowaard (bron: Van der Leeden, 2012) Uit het onderzoek naar de toepasbaarheid buiten de bebouwde kom is gebleken dat het voorrangsplein een minder geschikt kruispunttype is om buiten de bebouwde kom toe te passen. Het voorrangsplein kan alleen als alternatief worden gezien van het voorrangskruispunt buiten de bebouwde kom. Het voorrangsplein zorgt voor een lagere snelheid en minder conflictenvlakken dan een voorrangskruispunt. Het voorrangsplein is in potentie geen alternatief voor de rotonde. De rotonde buiten de bebouwde kom is verkeersveiliger dan een voorrangsplein. Door de langere snelheid op een rotonde wordt de verkeersveiligheid verhoogd. Wel kan het voorrangsplein buiten de bebouwde kom zorgen voor een betere doorstroming op de hoofdrichting dan een rotonde. De belangrijkste conclusie die uit de evaluaties en de onderzoeken naar voren komt is dat er veel spreiding bestaat in de waarden van de indicatoren voor verkeersveiligheid en capaciteit. Uit de

onderzoeken komt niet naar voren waar deze spreiding vandaan komt. De verschillende onderzoeken maakte gebruik van andere voorrangspleinen. Het lijkt dat de vormgeving van het voorrangsplein invloed heeft op de verkeersveiligheid en capaciteit van de voorrangspleinen. Het is dus interessant om de relatie tussen de inrichting van het voorrangsplein en de verkeersveiligheid/capaciteit in beeld te brengen, zodat de meest ideale inrichting van het voorrangsplein in een bepaalde verkeerssituatie wordt achterhaald. 3 Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit drie fasen: inventarisatiefase, onderzoeksfase en rapportagefase. Tijdens de inventarisatiefase is informatie verzameld over voorrangspleinen en verwante onderwerpen. Hiermee is boven tafel gekomen welke kennis nog ontbreekt met betrekking tot het voorrangsplein. Om deze informatie te verzamelen zijn drie onderdelen doorlopen: literatuuronderzoek, locatiebezoeken en gesprekken met experts. Op deze manier is zowel theoretische als praktische informatie verzameld. In de onderzoeksfase is het onderzoek verdeeld over twee overkoepelende thema s, namelijk verkeersveiligheid en capaciteit. Voor deze verdeling is gekozen om onderscheid te maken tussen de verschillende thema s en gehanteerde onderzoeksmethodes, want verkeersveiligheid en capaciteit kunnen op vele manieren worden onderzocht. Het onderzoek zelf bestond uit vier deelonderzoeken: snelheidsmeting; cameraobservatie; simulaties; interviews. In de inleiding is gesproken over inrichtingskenmerken en inrichtingselementen. Inrichtingskenmerken zijn kenmerken die per voorrangsplein van elkaar kunnen verschillen. Hierdoor krijgt elk voorrangsplein zijn eigen inrichting. Elk inrichtingskenmerk bestaat uit diverse inrichtingselementen. De inrichtingselementen zijn hierbij de elementen die op straat te zien zijn. De onderzochte inrichtingskenmerken en -elementen zijn: locatie uitbuiging: voor en na, begin tot eind of geen; locatie fietspad: om het voorrangsplein of over het middeneiland; rammelstroken; sterkte uitbuiging: doorrijdsnelheid over het voorrangsplein; maatvoering: lengte en breedte; voorsorteervak; hiaatvergroter; verhoogd middeneiland; locatie zijweg: linkse, rechtse of geen bajonet. 3.1 Onderzoek op locatie De snelheidsmetingen en de cameraobservaties zijn uitgevoerd op een drietal voorrangspleinen. Deze voorrangspleinen zijn geselecteerd op de inrichtingsvorm. Hierbij zijn twee voorrangspleinen in Hilversum (Kamerlingh Onnesweg Minckelersstraat en Diependaalselaan Melis Stokelaan Van Ghentlaan) en één voorrangsplein in Arnhem (Johan de Wittlaan Groen van Prinstererstraat Heemskerckstraat) bezocht. In tabel 2 staat een overzicht van de inrichtingskenmerken en elementen per locatie.

Inrichtingskenmerk Inrichtingselement Johan de Wittlaan Kamerlingh Diependaalselaan Onnesweg Locatie uitbuiging voor en na begin tot eind geen Locatie fietspad om voorrangsplein heen over middeneiland Rammelstroken wel rammelstroken geen rammelstroken tabel 2: overzicht van de inrichtingskenmerken en inrichtingselementen per locatie 3.2 Cameraobservatie De cameraobservatie is gedaan zodat de verkeerssituaties achteraf rustig konden worden bekeken. Hierbij is bijgehouden welk ongewenst gedrag werd vertoond, waarbij is gelet op zowel de verkeersveiligheid als de doorstroming van het verkeer. De gedragsaspecten waarop is gelet, zijn: conflicten (verkeersveiligheid); naast elkaar opstellen op het middengedeelte van het voorrangsplein (verkeersveiligheid); spookrijden (verkeersveiligheid); geen voorrang verlenen, waar dit wel wordt geacht (verkeersveiligheid); wel voorrang verlenen, waar dit niet wordt geacht (verkeersveiligheid); afdekconflicten (verkeersveiligheid); blokkade door (middel)zware voertuigen (capaciteit); opstelvak op het middengedeelte is vol (capaciteit); terugslag van andere kruispunten (capaciteit); gebruik van rammelstroken door (middel)zware voertuigen (capaciteit en verkeersveiligheid). Daarnaast is voor het fietsverkeer specifiek gelet op de volgende punten: spookrijden (verkeersveiligheid); geen voorrang verlenen waar dit wel gewenst is (verkeersveiligheid); geen gebruik maken van fietsvoorzieningen (verkeersveiligheid). In totaal is er 24 uur aan beeldmateriaal verzameld, 8 uur per voorrangsplein. Per voorrangsplein is er op een woensdag en een donderdag 4 uur gefilmd. De dag bestond uit vier blokken van 1 uur verdeeld over de ochtendspits, de daluren en de avondspits. 3.3 Snelheidsmeting Tijdens de snelheidsmeting zijn twee metingen per locatie gedaan: op het wegvak voor het voorrangsplein en op het voorrangsplein zelf. De snelheidsreductie van het voorrangsplein ter plaatse is hierdoor inzichtelijk gemaakt. In totaal zijn er 4650 snelheidsmetingen uitgevoerd. Gelijktijdig met de cameraobservatie is de snelheid gemeten, dus 4 blokken van 1 uur per dag. In één blok zijn 100 snelheden op het voorrangsplein en 100 snelheden op het wegvak gemeten. Door congestie kon de grens van 100 niet altijd bereikt worden. Vooral de snelheid op het voorrangsplein en dan voornamelijk ter hoogte van de fietsoversteken is belangrijk voor het bepalen van de verkeersveiligheid. Uit literatuuronderzoek is namelijk naar voren gekomen dat er een verband bestaat tussen snelheid en ongevalsrisico, en snelheid en overlijdenskans (van een voetganger) (SWOV, 2012); hoe hoger de snelheid, hoe groter een kans op een ongeval en het overlijden van een voetganger bij een aanrijding. 3.4 Simulaties De simulaties vullen de praktijk aan met diverse berekeningen. Sommige onderzoeksaspecten zijn niet in de praktijk te onderzoeken, omdat deze aspecten bijvoorbeeld (nog) niet zijn aangelegd. Daarnaast geeft een simulatie snel resultaten over een te onderzoeken aspect. Voor dit onderzoek is gebruikgemaakt van het Langzaam-sneller-simulatieprogramma (CROW, 2008). Met behulp van dit

simulatieprogramma zijn gegevens verkregen, die betrekking hebben op de verkeersveiligheid en de capaciteit van het voorrangsplein. Om deze gegevens te verkrijgen zijn in het simulatieprogramma verschillende intensiteiten voor de hoofdrichting en zijrichting ingevoerd: hoofdrichting: 200-1800 mvt/uur/rijrichting (stappen 200 mvt/uur/rijrichting); zijrichting: 50-1200 mvt/uur/rijrichting (stappen 50 mvt/uur/rijrichting). Al de combinatie van deze intensiteiten (intensiteitsverhouding) zijn doorgerekend, om de effecten van alle inrichtingskenmerken inzichtelijk te krijgen. Bij al deze intensiteitsverhoudingen is het aandeel vrachtverkeer op 5% ingesteld en kwamen vanuit alle richtingen van het voorrangsplein in alle gevallen 200 fietsers per uur. Om het effect van elk inrichtingskenmerk te onderzoeken, is eerst een standaardinrichting doorgerekend. Hierna is steeds één inrichtingskenmerk anders ingesteld, zodat het effect van dit inrichtingskenmerk inzichtelijk werd. De inrichtingskenmerken die hierbij zijn gevarieerd zijn als volgt: maatvoering (lengte en/of breedte): o lengte: 6, 10 en 14 meter vanaf zijrichting tot keerpunt; o breedte: 13, 18, 23 meter tussen de rijbanen. sterkte van de uitbuiging (doorrijdsnelheid): 30, 35 en 40 km/h; voorsorteervakken: wel of niet aanwezig; hiaatvergroters (doseerlichten op hoofdrichting): wel of niet toegepast. Wat betreft de verkeersveiligheid geeft het simulatieprogramma het aantal geforceerde invoegbewegingen weer. Dit zijn invoegbewegingen bij een te krap hiaat, waardoor een conflict kan ontstaan. Hoe vaker een conflict voorkomt, hoe groter de kans dat een aanrijding plaatsvindt. Om de capaciteit van het voorrangsplein met het simulatieprogramma te onderzoeken is gekeken naar de vertragingstijden. Het Langzaam-sneller-simulatieprogramma geeft met deze vertragingstijden aan hoeveel tijd een voertuig gemiddeld verliest, wanneer deze voorrang moet verlenen aan een andere weggebruiker. Tijdens het onderzoek is gelet op twee capaciteitsgrenzen: de praktische capaciteitsgrens van 20 seconde en de theoretische capaciteitsgrens van 60 seconde of een gridlock. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat bij een wachttijd van 20 seconde of meer een weggebruiker ongeduldig wordt en meer risico gaat nemen bij het invoegen. Een gridlock ontstaat wanneer de voorsorteervakken op het voorrangsplein volstaan met voertuigen en de wachtrij terugslaat op de hoofdrijbaan. Hierdoor komt het verkeer op het voorrangsplein vast te staan. De oversteekbaarheid van langzaam verkeer is met het simulatieprogramma gemeten door middel van het aantal oversteekmogelijkheden per minuut. Hierbij is uitgegaan van twee waarden: een hiaat groter dan 4 seconde en een hiaat groter dan 9 seconde. Deze zijn beiden meegenomen in verband met de oversteekbaarheid van verschillende groepen weggebruikers: fietsers/voetgangers en jongeren/volwassenen/ouderen. 3.5 Interviews De interviews vullen gaten op die een locatieonderzoek en simulaties niet kunnen onderzoeken. Een belangrijk onderdeel hierin waren de ervaringen van gemeenten en experts met betrekking tot het voorrangplein. Tevens hebben de geïnterviewde personen aangeven welke onderdelen belangrijk zijn voor de inrichtingsvorm van voorrangspleinen. Herkenbaarheid en uniformiteit van het voorrangsplein kwamen in bijna alle interviews naar voren, omdat het belangrijk is dat het kruispunttype in de praktijk het gewenste gedrag afdwingt; de weggebruiker moet weten in welke verkeerssituatie hij zich bevindt. Dit is ook meegenomen omdat dit twee belangrijk onderdelen zijn van Duurzaam Veilig (SWOV, 2012). De gemeenten konden een gedegen input leveren rondom praktijkervaringen. De experts zijn geselecteerd op hun expertises: langzaam-sneller, gedrag, verkeersveiligheid, ontwerp en fietsverkeer.

4 Resultaten In dit hoofdstuk worden per deelonderzoek de resultaten weergegeven. Als eerste de resultaten van de snelheidsmeting en de cameraobservatie. Vervolgens de resultaten van de simulaties, om af te sluiten met de belangrijkste resultaten uit de interviews. 4.1 Resultaten snelheidsmeting De resultaten van de snelheidsmetingen zijn weergegeven in tabel 3. In deze tabel is de snelheid (V 85 ) weergegeven op het wegvak voor het voorrangsplein en de snelheid op het voorrangsplein. Hieruit is een snelheidsreductie berekend. Daarnaast zijn de snelheden op het voorrangsplein gebruikt om de overlijdenskans van voetgangers te bepalen. Inrichtingskenmerk Inrichtingselement V 85 wegvak V 85 voorrangsplein Snelheidsreductie Overlijdenskans Locatie uitbuiging voor en na 56 km/h 47 km/h 16% 10% begin tot eind 51 km/h 41 km/h 20% 5% geen 51 km/h 49 km/h 4% 11% tabel 3: locatie van de uitbuiging in vergelijking met de snelheidsreductie en de overlijdenskans Als alleen de snelheid wordt gebruikt als indicator van de verkeersveiligheid, dan is de Kamerlingh Onnesweg (begin tot eind) het meest veilig. Deze lage snelheid op het voorrangsplein wordt veroorzaakt door een lagere snelheid op het wegvak in combinatie met de uitbuiging. Dit komt de verkeersveiligheid ten goede. De Johan de Wittlaan (voor en na) en de Diependaalselaan (geen) liggen qua snelheid op het voorrangsplein dicht bij elkaar (V 85 is 47 en 49 km/h). Hier ligt ook het overlijdensrisico dicht bij elkaar (10 en 11%). Toch kan gezegd worden dat de Johan de Wittlaan beduidend veiliger is dan de Diependaalselaan. Dit is geconcludeerd uit de snelheidsreducties. De snelheidsreductie was op de Johan de Wittlaan 9 km/h en op de Diependaalselaan 2 km/h. Dit geeft weer dat de uitbuiging op de Johan de Wittlaan een hoge doorrijdsnelheid snelheden van boven 60 km/h vrijwel onmogelijk maakt. De Diependaalselaan heeft geen uitbuiging waardoor hier hogere snelheden mogelijk zijn, wat kan leiden tot verslechtering van de verkeersveiligheid. Daarnaast geeft de snelheidsreductie aan dat de uitbuiging op de Johan de Wittlaan voor meer accentuering zorgt. Hierdoor zijn automobilisten meer alert ter hoogte van het kruispunt. De vraag is of snelheid een goede indicator is voor de verkeersveiligheid. Aangetoond is dat een hogere snelheid zorgt voor een hogere ongevalskans en een grotere kans op ernstige ongevallen. Maar de precieze relatie tussen snelheid en verkeersveiligheid is niet bekend, en de externe omstandigheden die hier invloed op hebben. (SWOV, 2012).

4.2 Resultaten cameraobservatie De resultaten van de cameraobservatie zijn weergegeven in tabel 4. Inrichtingskenmerk Inrichtingselementen Effect Locatie uitbuiging voor en na 19 keer ongewenst voorrang verlenen; 4 keer spookrijden; 2 keer blokkade door (grote) voertuigen; 2 keer naast elkaar opstellen. begin tot eind 54 keer ongewenst voorrang verlenen; 0 keer spookrijden; 36 keer blokkade door (grote) voertuigen; 213 keer naast elkaar opstellen. geen 56 keer ongewenst voorrang verlenen; 7 keer spookrijden; 2 keer blokkade door (grote) voertuigen; 49 keer naast elkaar opstellen. Locatie fietspad om voorrangsplein heen 92 keer spookrijden (K. Onnesweg); 29 keer geen gebruik maken van fietspad (K.Onnesweg); 64 keer geen gebruik maken van fietspad (Diependaalselaan) over middeneiland 5 keer spookrijden; 55 keer geen gebruik maken van fietspad. Rammelstroken geen rammelstroken Vrachtwagens reden middeneiland kapot wel rammelstroken (Middel)zwaar verkeer reed moeiteloos over het voorrangsplein tabel 4: inrichtingskenmerken met de resultaten van de cameraobservatie De locatie van de uitbuiging heeft veel invloed op het verkeersgedrag op het voorrangsplein. Bij de Kamerlingh Onnesweg ligt de uitbuiging van het begin tot het eind van het voorrangsplein. Hierdoor krijgt het voorrangsplein een ovale vorm. Het gevolg is dat automobilisten dit inrichtingselement sneller aanzien als een rotonde. Op de Kamerlingh Onnesweg wordt ook vaker ongewenst voorrang verleend dan op de Johan de Wittlaan (54 keer tegenover 19 keer). Tevens zorgt de ovale vorm voor een verminderde opstelcapaciteit in het middengedeelte, dat blijkt uit het vele male naast elkaar opstellen. Daarnaast blijkt uit de cameraobservatie dat automobilisten naast elkaar opstellen (soms gevolgd door een conflict) of de hoofdrijbaan blokkeren. Dit levert onveilige verkeerssituaties op. Wanneer de locatie van de uitbuiging voor en na het voorrangsplein ligt, wordt het voorrangsplein beter begrepen. Zo ziet men deze rechthoekige vorm minder aan voor een rotonde, waardoor er nauwelijks twijfel bestaat over de voorrangsregels. Op de Johan de Wittlaan wordt ook maar 19 keer ongewenst voorrang verleend. Voor de locatie van het fietspad is het verkeersveiliger om deze om het voorrangsplein aan te leggen. Wanneer het fietspad over het middeneiland ligt, ontstaan onduidelijke verkeerssituaties. Fietsers maken bij de Johan de Wittlaan vaker geen gebruik van het fietspad dan op de Kamerlingh Onnesweg (55 keer tegenover 29 keer) Zo weet de fietser noch de automobilist wie voorrang heeft, met een aantal conflicten tot gevolg. Daarnaast gaat de voorkeur uit om de fietspaden aan te leggen als eenrichtingsfietspaden. Daarentegen is het niet storend wanneer fietsers tegen de richting in fietsen, omdat de automobilist hierop correct anticipeert. Het gebruik van rammelstroken op het middeneiland is belangrijk. Als dit niet wordt toegepast heeft het (middel)zwaar verkeer moeite om de bochten te nemen en worden trottoirbanden beschadigd. Uit de cameraobservatie is gebleken dat het toepassen van rammelstroken op het middeneiland ervoor zorgt dat het (middel)zwaar verkeer soepel over het voorrangsplein rijdt.

Zijrichting Uit de cameraobservaties blijkt dat de locatie van de zijrichting invloed heeft op het uiteindelijke gedrag op het voorrangsplein. De zijwegen sluiten bij alle drie de kruispunten op een andere manier aan. Er is geconstateerd dat de locatie van de zijrichting invloed heeft op het aantal spookrijdende automobilisten, wat weergegeven is in tabel 5. Door een bajonet worden bepaalde routes korter, waardoor de kans op spookrijden toeneemt. Op de Kamerlingh Onnesweg is het spookrijden niet geconstateerd. Dit is te verklaren doordat de zijrichting op het midden van het voorrangsplein aansluit. Tevens heeft de Minckelersstraat een middenberm, waardoor de stuurbeweging moeilijker te maken is en het onlogisch lijkt om deze beweging te maken. Daarnaast is geconstateerd dat een linkse bajonet leidt tot afdekconflicten, die op de andere aansluitingen niet zijn waargenomen. Inrichtingskenmerk Inrichtingselementen Effect Locatie zijrichting rechtse bajonet 4 spookrijdende voertuigen midden 0 spookrijdende voertuigen linkse bajonet 7 spookrijdende voertuigen afdekconflicten tabel 5: resultaten verschillende locaties zijwegen 4.3 Resultaten simulaties Alle uitkomsten van de simulaties zijn weergegeven in tabel 6. In de tabel wordt ook de toename of de reductie procentueel weergegeven. Hierbij wordt vergeleken met de standaard inrichtingsvorm. De vertragingstijden zijn gebaseerd op twee intensiteitsverhoudingen. Het eerste getal geeft de intensiteiten op de hoofdrichting aan en het tweede getal de vertragingstijden op de zijrichting. Inrichtingskenmerk Simulatie invoer Vertragingstijd bij 600/450 Vertragingstijd bij 1400/100 Sterkte uitbuiging 30 km/h 13,6 s (+28%) 34,3 s (+85%) 35 km/h (standaard) 10,6 s (0%) 18,5 s (0%) 40 km/h 8,6 s (-19%) 15,9 s (-14%) Lengte 6 meter 14,5 s (+37%) 25,0 s (+35%) 10 meter (standaard) 10,6 s (0%) 18,5 s (0%) 14 meter 10,2 s (-4%) 20,9 s (+13%) Breedte 13 meter (standaard) 10,6 s (0%) 18,5 s (0%) 18 meter 8,7 s (-18%) 16,2 s (-12%) 23 meter 9,5 s (-10%) 16,5 s (-11%) tabel 6: inrichtingskenmerk sterkte uitbuiging, lengte en breedte gekoppeld aan de resultaten van de simulaties bij lage en hoge intensiteitsverhouding Uit de simulatie blijkt dat een lagere snelheid op het voorrangsplein leidt tot hogere vertragingstijden. Dit heeft een negatieve invloed op de capaciteit. Daarnaast verslechtert ook de verkeersveiligheid, omdat een lagere snelheid leidt tot meer geforceerde invoegbewegingen. Het korter of langer maken van het voorrangsplein in vergelijking met de standaard inrichtingsvorm heeft bij hogere intensiteitsverhoudingen een negatieve invloed op de vertragingstijden. Daarentegen zorgt het breder maken van het voorrangsplein altijd voor een verlaging van de vertragingstijden. Echter, hierbij is een breedte van 18 meter het meest gunstig. Het niet toepassen van een voorsorteervak zorgt voor hogere vertragingstijden. Dit heeft een negatieve invloed op de capaciteit. Het effect van het wel of niet toepassen van een voorsorteervak is weergegeven in tabel 7. Daarnaast wordt hierdoor ook de verkeersveiligheid verminderd, omdat de geforceerde invoegbewegingen toenemen. Inrichtingskenmerk Simulatie invoer Vertragingstijd bij 600/250 Vertragingstijd bij 1400/50 Voorsorteervak wel voorsorteervak (standaard) 5,2 s (0%) 15,1 s (0%) geen voorsorteervak 5,8 s (+12%) 17,0 s (+13%) tabel 7: inrichtingskenmerk voorsorteervak gekoppeld aan de vertragingstijden bij lage en hoge intensiteitsverhoudingen

Bij lage intensiteitsverhoudingen verbetert de hiaatvergroter de capaciteit aanzienlijk. Dit is weergegeven in tabel 8. Wanneer de intensiteiten toenemen, wordt dit verschil kleiner. Waardoor de hiaatvergroter niet bij alle intensiteitsverhoudingen een oplossing is. Inrichtingskenmerk Simulatie invoer Vertragingstijd bij 600/550 Vertragingstijd bij 1400/150 Hiaatvergroter geen hiaatvergroter >60 s (0%) 23,6 s (0%) (standaard) wel hiaatvergroter 15,3 s (>-74%) 22,4 s (-5%) tabel 8: inrichtingskenmerk hiaatvergroter gekoppeld aan de vertragingstijden bij lage en hoge intensiteitsverhoudingen 4.4 Resultaten interviews Als laatste de resultaten van de interviews. In totaal zijn er acht interviews afgenomen met diverse experts. De resultaten van de interviews zijn vertaald naar de inrichtingskenmerken. Het resultaat is weergegeven in tabel 9. Inrichtingskenmerk Inrichtingselement Effect Locatie uitbuiging voor en na; begin tot het eind. Locatie fietspad om voorrangsplein heen; over middeneiland. Rammelstroken geen rammelstroken; wel rammelstroken. Voorsorteervak wel voorsorteervak; geen voorsorteervak. tabel 9: inrichtingskenmerken gekoppeld aan de resultaten van de interviews De uitbuiging moet voor en na het voorrangsplein (recht-hoekige vorm). Deze wijkt het meeste van een rotonde. Daarnaast zorgt dit voor lagere snelheden ter hoogte van de oversteekplaatsen voor langzaam verkeer. Het fietspad moet om het voorrangsplein heen worden gelegd. Sluit het meeste aan bij het verwachtingspatroon van de automobilist. Fietspaden worden gelegd op locaties waar de snelheid van het autoverkeer het laagst is. Rammelstroken op het middeneiland moeten altijd worden toegepast. Op de hoofdrichting rammelstroken toepassen om bochtverbreding te voorkomen (snelheidsremming). Voorsorteervakken te allen tijden toepassen voor de herkenbaarheid. Naast de vooraf vastgestelde inrichtingskenmerken kwam uit het interview van de gemeente Haarlemmermeer een aanvullend inrichtingskenmerk naar voren. Dit is weergegeven in tabel 10. Het middeneiland wordt verhoogd aangelegd om de zichtlijnen te onderbreken. Dit wordt bij rotondes ook toegepast. Zo wordt het kruispunt zichtbaarder, kan de weggebruiker minder snel invoegen om onveilige invoegbewegingen te voorkomen en is de weggebruiker minder snel geneigd om tegen de richting in te rijden. Inrichtingskenmerk Inrichtingselement Effect Verhoogd wel verhoogd; Het verhogen van het middeneiland heeft een negatief effect als middeneiland niet verhoogd. langzaam verkeer oversteekbewegingen over de hoofdrichting maakt. Langzaam verkeer kan niet over het middeneiland heen kijken en wordt later gezien door de automobilisten. tabel 10: aanvullende inrichtingskenmerk 5 Conclusie In dit hoofdstuk zijn de conclusies rondom de meest relevante inrichtingskenmerken één voor één beschreven. Vervolgens wordt op basis van de resultaten van het onderzoek een aanzet gedaan tot algemene herkenbaarheidskenmerken voor voorrangspleinen. Het hoofdstuk eindigt met een slotwoord. 5.1 Locatie uitbuiging De locatie van de uitbuiging van het voorrangsplein is belangrijk voor de begrijpelijkheid van het kruispunttype. Vanuit de observaties is naar voren gekomen dat een rechthoekige vorm beter te begrijpen is dan een ovale vorm. Deze ovale vorm kan door de weggebruiker gezien worden als een rotonde. Hierdoor is de kans op ongewenst voorrang verlenen hoger, waardoor meer risico op kop-

staartbotsingen ontstaat. Ook uit de interviews komt naar voren dat een rechthoekige vorm herkenbaarder is als een apart kruispunttype. Daarnaast is gebleken dat de ovale vorm relatief weinig opstelruimte op het middengedeelte van het voorrangsplein heeft. Vooral voor het verkeer uit de zijrichting is dit van belang, omdat zij bij te weinig ruimte moeilijker kunnen oversteken. Daarnaast komt het geregeld voor dat de voertuigen uit deze richting de hoofdrichting blokkeren. Bij de ovale vorm is dit dikwijls opgevangen door de bocht in het voorsorteervak breed aan te leggen. Echter, dit leidt tot naast elkaar opstellen waarbij conflicten ontstaan bij het op- en afrijden van het middengedeelte. Uit de interviews en de snelheidsmeting kwam ook naar voren dat de locatie van de uitbuiging invloed heeft op de verkeersveiligheid op het voorrangsplein. Het is van belang dat bij de oversteekplaatsen van het langzaam verkeer de snelheid zo laag mogelijk ligt. Dit kan alleen worden bewerkstelligd als de uitbuiging ter hoogte van deze oversteekplaatsen ligt. 5.2 Locatie fietspad Bij de diverse onderzochte voorrangspleinen is de locatie van de fietsoversteek op het voorrangsplein verschillend. Als fietsers over het middeneiland worden geleid ontstaan er conflicten bij het oversteken van het voorrangsplein. Wanneer fietsers vanuit de zijrichting komen of daar naartoe gaan, komen zij in conflict met het autoverkeer dat dezelfde weg ingaat of de hoofdrichting op wil rijden. Uit de cameraobservaties is gebleken dat hierbij onduidelijkheid bestaat over wie voorrang heeft. Daarnaast is uit de cameraobservaties gebleken dat fietsers afsnijden door gebruik te maken van de trottoirs die om het voorrangsplein heen liggen. Tijdens de interviews is ook naar voren gekomen dat het niet wenselijk is om de fietsers over het middeneiland te leiden, vooral omdat automobilisten de fietsers hier niet verwachten. Wanneer het fietspad om het voorrangsplein heen ligt wordt een ander gedrag geconstateerd. Tijdens de cameraobservaties werd door een aantal fietsers op het fietspad tegen de richting in gereden. Het gevolg was dat de fietsers in conflict kwamen met fietsers in de tegengestelde richting, mede door de smalle eenrichting fietspaden aldaar. Dit leverde geen noemenswaardige problemen op. Ook het autoverkeer anticipeerde goed op de spookrijdende fietsers. Dit was ook goed te zien bij het voorrangsplein waar de fietsers in twee richtingen mogen fietsen. Toch geniet het de voorkeur om de fietspaden in te richten als eenrichtingsfietspaden. Hierdoor komt de fietser vanaf een richting vanwaar de automobilist de fietser verwacht. Dit is belangrijker op locaties waar de fietsers voorrang hebben dan bij de oversteekplaatsen waar fietsers voorrang moet verlenen. 5.3 Rammelstroken De bochtverbreding in de uitbuiging in de hoofdrichting heeft invloed op de uiteindelijk gereden snelheden op het voorrangsplein. Een bochtverbreding wordt toegepast om te zorgen dat ook (middel)zwaar verkeer gebruik kan maken van het voorrangsplein. Uit de interviews is naar voren gekomen dat bochtverbreding kan worden vervangen door het toepassen van rammelstroken in de uitbuiging op de hoofdrichting. Hierdoor wordt de weg niet verbreed met asfalt, waardoor de snelheid beter wordt gereduceerd. Daarnaast moeten rammelstroken te allen tijde op het middeneiland worden toegepast. Hierdoor worden beschadigingen van de bermen en de trottoirbanden op het middeneiland voorkomen. Uit de interviews blijkt dat de rammelstrook op het middeneiland invloed heeft op de capaciteit van het voorrangsplein. Wanneer geen rammelstrook op het middeneiland aanwezig is, kost het voor het (middel)zwaar verkeer meer moeite om het voorrangsplein te passeren. Hierdoor blokkeert het (middel)zwaar verkeer andere rijrichtingen. Dit heeft invloed op de capaciteit van het voorrangsplein. 5.4 Sterkte buiging Zoals van tevoren werd verwacht, zorgt de uitbuiging op het voorrangsplein voor een snelheidsreductie. De sterkte van de uitbuiging heeft hierbij invloed op de mate waarin de snelheid wordt gereduceerd. Hierbij is een verschil in snelheidsreductie tussen een voorrangsplein met de

uitbuiging voor en na het kruispunt en de uitbuiging van het begin tot het einde van het voorrangsplein geconstateerd. Desalniettemin geldt voor beide voorrangspleinen op basis van de lagere snelheid een verbetering van de verkeersveiligheid op het voorrangsplein in vergelijking met het wegvak ervoor. Uit de simulaties is gebleken dat bij een lage snelheid op het voorrangsplein (30 km/h, sterke uitbuiging) bij hoge intensiteiten op de hoofdrichting (>1000 mvt/uur) meer geforceerde invoegbewegingen voorkomen dan bij een doorrijdsnelheid van 35 km/h. Bij een snelheid van 40 km/h is dit aantal nog lager. De reden hiervoor lijkt te zijn dat bij 30 km/h meer kleine hiaten ontstaan door terugslag van het verkeer op de hoofdrichting ter hoogte van de uitbuiging. Dit resulteert in langere wachttijden voor de zijrichting en het verkeer op het middengedeelte, waardoor meer risico wordt genomen bij het invoegen of oversteken. Hieruit wordt gesteld: als de snelheid bij hoge intensiteiten op de hoofdrichting wordt verlaagd, neemt de kans op een conflict die kan leiden tot een ongeval toe. De resultaten van de simulatie geven weer dat de snelheid op het voorrangsplein veel invloed heeft op de capaciteit van het voorrangsplein. Als de snelheid op het voorrangsplein laag ligt (30 km/h), dan neemt de vertragingstijd beduidend toe. Bij een hogere snelheid (40 km/h) neemt de vertragingstijd af, dit ook mede doordat de hiaten bij 40 km/h in het verkeer groter zijn. 5.5 Voorsorteervak Voor de begrijpelijkheid van het voorrangsplein is het van belang om zoveel mogelijk een voorsorteervak voor linksaf toe te passen. Uit de interviews is gebleken dat een voorsorteervak voor linksaf helpt bij de begrijpelijkheid van het voorrangsplein. Zo herkent de weggebruiker eerder dat hij om het middeneiland heen moet rijden. Daarnaast zorgt het voorsorteervak voor links afslaan dat het voorrangsplein zich meer kan onderscheiden van een rotonde, waardoor ook meer uniformiteit ontstaat in de inrichtingsvorm. Uit de simulaties is gebleken dat het toepassen van een voorsorteervak zorgt voor een lagere kans op een conflict, dan op een voorrangsplein zonder voorsorteervak. Daarnaast bleek hieruit dat het voorsorteervak voor het links afslaande verkeer cruciaal is voor de capaciteit van het voorrangsplein. Wanneer deze ontbreekt, kan het voorrangsplein beduidend minder verkeer verwerken. 5.6 Uniformiteit en herkenbaarheid Uit het onderzoek is gebleken dat het voorrangsplein uniformiteit mist. Het gevolg is dat de herkenbaarheid en begrijpelijkheid van het voorrangsplein in het geding komt. De begrijpelijkheid van een kruispunt is gerelateerd aan de capaciteit en verkeersveiligheid op het kruispunt. Als een kruispunt niet begrepen wordt door de weggebruiker is de kans op ongewenst gedrag groter, waardoor onduidelijke verkeerssituaties kunnen ontstaan. Dit kan leiden tot conflicten eventueel ongevallen en minder goede doorstroming op het kruispunt. Om de weggebruiker zoveel mogelijk te ondersteunen in zijn rijtaak is de weginrichting in Nederland sinds de jaren negentig zoveel mogelijk Duurzaam Veilig uitgevoerd (SWOV, 2012). Hierbij zijn herkenbaarheidskenmerken per kruispunttype vastgesteld en worden deze zoveel mogelijk nagestreefd. Uit het vooronderzoek is gebleken dat het voorrangsplein nog geen vaste inrichtingsvorm heeft. Dit komt mede door het ontbreken van herkenbaarheidskenmerken. Vanuit de conclusie van dit onderzoek zijn daarom herkenbaarheidskenmerken voor het voorrangsplein opgesteld, die moeten zorgen voor een uniform en herkenbaarder voorrangsplein. In totaal zijn acht herkenbaarheidskenmerken voor het voorrangsplein opgesteld: vier vanuit vooronderzoek en vier nieuwe vanuit de conclusie van dit onderzoek. De herkenbaarheidskenmerken moeten ervoor zorgen dat de weggebruiker weet wat van hem wordt verwacht op een voorrangsplein. Hoe meer van deze kenmerken worden toegepast, hoe groter de kans op gewenst gedrag. De herkenbaarheidskenmerken zijn weergegeven in afbeelding 3. De nieuwe herkenbaarheidskenmerken zijn aangegeven met de letters c, d, g en h.

a Hoofdrichting altijd in de voorrang, zowel gemotoriseerd verkeer als langzaam verkeer (capaciteitskenmerk) b Gemotoriseerd verkeer op het voorrangsplein draait om elkaar heen (middeneiland) (verkeersveiligheidsen capaciteitskenmerk) e Alle weggebruikers verlenen voorrang aan maximaal één rijstrook tegelijk (verkeersveiligheids- en capaciteitskenmerk) f Gemotoriseerd verkeer vanuit de zijrichting kan het voorrangsplein niet in een rechte lijn oversteken (verkeersveiligheidskenmerk) c Snelheidsvermindering op de hoofdrichting wordt bewerkstelligd door een uitbuiging vóór en ná het kruispunt (verkeersveiligheidskenmerk) d Fietspaden liggen om het voorrangsplein heen (verkeersveiligheidskenmerk) g Bochtverbreding uitsluitend door toepassen van rammelstroken (niet door asfaltverbreding) (verkeersveiligheidskenmerk) h Links afslaand gemotoriseerd verkeer heeft een voorsorteervak op de hoofdrichting (capaciteitskenmerk) afbeelding 3: acht herkenbaarheidskenmerken Bij een voorrangsplein met drie aansluitende wegen twee op de hoofdrichting en een op de zijrichting wordt tot nu toe geen voorsorteervak toegepast. Om ervoor te zorgen dat meer uniformiteit tussen de verschillende inrichtingskenmerken ontstaat, is het een optie om ook bij een voorrangsplein met drie aansluitende wegen een voorsorteervak aan beide kanten van het voorrangsplein toe te passen. Hiermee wordt getracht het oversteken te vergemakkelijken, meer opstelcapaciteit te creëren en het onderscheid tussen een rotonde en een voorrangsplein te accentueren (herkenbaarheid). Het voorsorteervak aan de kant van de zijweg kan hierbij worden vormgeven met een rechte hoek. Hierdoor is het voor het verkeer op de hoofdrichting duidelijker dat hier niet links afgeslagen kan worden. De verschillende inrichtingskenmerken van een voorrangsplein met één zijrichting staan weergegeven in de rapportage. 5.7 Tot slot De resultaten van het onderzoek bevestigen de bestaande gedachte dat voorrangspleinen een goede aanvulling zijn op het pallet aan kruispuntvormen. Vooral in verkeerssituaties binnen de bebouwde kom waar een gebiedsontsluitingsweg en een erftoegangsweg elkaar kruisen, kan in veel gevallen een voorrangsplein de beste verkeersveiligheid en doorstroming bieden. Bij de intensiteitsverhoudingen waarbij de capaciteit van het voorrangsplein toereikend is, presteert het voorrangsplein (over het algemeen) beter dan andere kruispunttypes. Daarnaast kan bij een voorrangsplein de keuze worden gemaakt tussen meer doorstroming of meer verkeersveiligheid, door het aanpassen van de sterkte van de uitbuiging iets wat bij andere kruispunttypes minder goed mogelijk is.

6 Referenties Bout J. en Olijve M.J.H. Het voorrangsplein: een nieuw kruispunttype?! - Onderzoek naar de verkeersveiligheid en de capaciteit op voorrangspleinen [Rapport]. - Zwolle : Hogeschool Windesheim/CROW, 2015. CROW ASVV 2012 - Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom [Boek]. - Ede : CROW, 2012. CROW Factsheet LARGAS - Langzaam rijden gaat sneller [Rapport]. - Ede : CROW. CROW Langzaam rijden gaat sneller - Een handreiking voor verkeerskundigen [Boek]. - Ede : CROW, 2004. CROW Schonere lucht bij een betere doorstroming - Minder emissies door 'Langzaam rijden gaat sneller' [Boek]. - Ede : CROW, 2008. DHV Evaluatie IBP-reconstructie voorrangspleintje Kamerlingh Onnesweg - Minckelersstraat [Rapport]. - Amersfoort : DHV, 2008. DHV Verkeerskundige evaluatie - IBP projecten 2008: Ring Noord [Rapport]. - Amersfoort : DHV, 2010. Goudappel Coffeng Evaluatie IBP2010 - gemeente Hilversum [Rapport]. - Den Haag : Goudappel Coffeng, 2012. SWOV SWOV-Factsheet - Achtergronden bij de vijf Duurzaam Veilig-principes [Rapport]. - Leidschendam : SWOV, 2012. SWOV SWOV-Factsheet - De relatie tussen snelheid en ongevallen [Rapport]. - Leidschendam : SWOV, 2012. Van der Harst L.J. en De Jong M.H. Voorrangspleintjes - Toepasbaarheid buiten de bebouwde kom [Rapport]. - Leeuwarden : Goudappel Coffeng, 2012. Van der Leeden E.P.J. A comparison between the pleintje, priority intersection & roundabout [Rapport]. - Deventer : Goudappel Coffeng, 2012.