2. Waar of vals: Als een rechte a evenwijdig is met een vlak α en dat vlak staat loodrecht op een vlak β dan staat a loodrecht op β.

Vergelijkbare documenten
en een punt P BC zodat BP 2. CB.

Willem-Jan van der Zanden

EXAMENVRAGEN RUIMTEMEETKUNDE I (niet-analytische meetkunde)

7 Totaalbeeld. Samenvatten. Achtergronden. Testen

Hoofdstuk 6 : Projectie en Stelling van Thales

6 Ligging. Verkennen. Uitleg

6.1 Kijkhoeken[1] Willem-Jan van der Zanden

Vlakke Meetkunde Ruimtemeetkunde. Meetkunde. 1 december Meetkunde

PQS en PRS PS is de bissectrice van ˆP

5.1 Punten, lijnen en vlakken [1]

werkschrift driehoeken

uuur , DF en DB met kentallen. b) Laat zien door twee keer de stelling van Pythagoras in een rechthoekige uuur

5 Lijnen en vlakken. Verkennen. Uitleg

Wiskunde oefentoets hoofdstuk 10: Meetkundige berekeningen

Hoofdstuk 1 LIJNEN IN. Klas 5N Wiskunde 6 perioden

Gebruik de applet om de vragen te beantwoorden. Beweeg punt P over de cirkel.

Meetkundige Ongelijkheden Groep 2

14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel:

Hoofdstuk 3: De stelling van Pythagoras


E = mc². E = mc² E = mc² E = mc². E = mc² E = mc² E = mc²

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

Over het Monge-punt van een viervlak

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

Hoofdstuk 10 Meetkundige berekeningen

Antwoordmodel - Vlakke figuren

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

2.1 Cirkel en middelloodlijn [1]

4.1 Rekenen met wortels [1]

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

Wiskunde D Online uitwerking 4 VWO blok 6 les 4

9.1 Vergelijkingen van lijnen[1]

Hoofdstuk 5 : De driehoek

Spelen met passer en liniaal - werkboek

d = 8 cm 2 6 A: = 26 m 2 B: = 20 m 2 C: = 18 m 2 D: 20 m 2 E: 26 m 2

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

Voorbereiding : examen meetkunde juni - 1 -

Scheve projectie. DICK KLINGENS ( adres: Krimpenerwaard College, Krimpen aan den IJssel (NL) oktober 2008

CEVA-DRIEHOEKEN. Eindwerk wiskunde Heilige-Drievuldigheidscollege 6WeWIi. Soetemans Dokus

De Cirkel van Apollonius en Isodynamische Punten

Bij deze PTA-toets hoort een uitwerkbijlage, die behoort bij opdracht 4c. Pagina 1 van 8. Vestiging Westplasmavo

Ruimtemeetkunde deel II. Cursus voor Latijn-Wiskunde, Wetenschappen-Wiskunde en Economie-Wiskunde

Hoofdstuk 8 : De Cirkel

Oefenexamen wiskunde vmbo-tl Onderwerp: meetkunde H2 H6 H8 Antwoorden: achterin dit boekje

Construeer telkens twee hoeken waarvan de cosinus of sinus gegeven is. Teken voor elke opgave een andere goniometrische cirkel.

Antwoorden De juiste ondersteuning

Hoofdstuk 1 : Hoeken ( Zie ook : boek pag 1 tot en met pag 33)

1 Coördinaten in het vlak

Examen VWO wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Analytische Meetkunde. Lieve Houwaer, Unit informatie, team wiskunde

STELLINGEN & BEWIJZEN 5VWO wiskunde B 1 e versie

OEFENTOETS VWO B DEEL 3

GEOGEBRA 5. Ruimtemeetkunde in de tweede graad. R. Van Nieuwenhuyze. Hoofdlector wiskunde aan Odisee, Brussel. Auteur Van Basis tot Limiet.

Basisconstructies, de werkbladen 1 Het midden van een lijnstuk

1 Cartesische coördinaten

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Uitwerkingen toets 8 juni 2011

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

1 Het midden van een lijnstuk

12.1 Omtrekshoeken en middelpuntshoeken [1]

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Extra oefenmateriaal H10 Kegelsneden

Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Bewijzen onder leiding van Ludolph van Ceulen

De constructie van een raaklijn aan een cirkel is, op basis van deze stelling, niet zo erg moeilijk meer.

Wiskunde D Online uitwerking 4 VWO blok 7 les 2

6 A: = 26 m 2 B: = 20 m 2 C:

Samenvatting stellingen uit de meetkunde Moderne Wiskunde voor het VWO (bovenbouw)

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde

Dossier 4 VECTOREN. Dr. Luc Gheysens. bouwstenen van de lineaire algebra

H24 GONIOMETRIE VWO. Dus PQ = 24.0 INTRO. 1 a 6 km : = 12 cm b. 5 a 24.1 HOOGTE EN AFSTAND BEPALEN. 2 a factor = 3

Samenvatting VWO wiskunde B H04 Meetkunde

Vlakke Meetkunde Goniometrie

H5. Ruimtemeetkunde. 5.1 Punten, lijnen en vlakken.

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

6.1 Rechthoekige driehoeken [1]

Een bol die raakt aan de zijden van een scheve vierhoek

wiskunde B Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen)

Dag van de wiskunde. Ideeën voor de klaspraktijk. Kortrijk 26 november Spreker: E. Jennekens

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Hoofdstuk 4: Meetkunde

25 JAAR VLAAMSE WISKUNDE OLYMPIADE. De slechtst beantwoorde vragen in de eerste ronde per jaar

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek.

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Oefeningen analytische meetkunde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Opgave 1: bewijs zelf op algebraïsche wijze dat de lengte van DE gelijk is aan de helft van de lengte van BC.

Tweepuntsperspectief I

1. Vlakke meetkunde. Geocadabra kan je downloaden op de website Opgave 1

Hoofdstuk 2 Oppervlakte en inhoud

8.1 Inhoud prisma en cilinder [1]

Inhoud en oppervlakte van een bol zonder integraalrekening

Cabri-werkblad Negenpuntscirkel

Eindexamen vwo wiskunde B 2014-I

1 Introductie. 2 Oppervlakteformules

De arbelos. 1 Definitie

WISKUNDE-ESTAFETTE KUN 2002 Uitwerkingen

Cabri-werkblad. Driehoeken, rechthoeken en vierkanten. 1. Eerst twee macro's

Paragraaf 4.1 : Gelijkvormigheid

Transcriptie:

1 Synthetische RM 1. (a) Geef de definitie van de loodrechte stand van twee vlakken. (b) Geen stellingen die voorwaarden uitdrukken opdat twee vlakken orthogonaal zijn. (c) Steun op 1a of 1b om te bewijzen dat de twee diagonaalvlakken van een kubus orthogonale vlakken zijn. 2. Waar of vals: Als een rechte a evenwijdig is met een vlak α en dat vlak staat loodrecht op een vlak β dan staat a loodrecht op β. Als een rechte a evenwijdig is met vlak β en a staat loodrecht op een vlak α dan is α loodrecht op β. 3. Gegeven een viervlak (ABCD) waarvoor geldt dat de ribben AD en BC loodrecht op elkaar staan. Bewijs dat AB CD = AC BD. 4. Gegeven zijn de kubus met zijde 2 in een orthonormale basis met O = D, x = OA, y = OB en z = OH en het midden M van het zijvlak (ADHF ) (zie figuur). (a) Bewijs dat de zijvlaksdiagonaal DG loodrecht staat op de ruimtediagonaal EC i. door gebruik te maken van stellingen geldig in de ruimte; ii. door berekening in de gecoördinatiseerde ruimte. (b) Duid de hoek α tussen de rechte BM en het vlak (ABC) aan op de figuur (c) Bereken α door gebruik te maken van i. de goniometrie in driehoeken; ii. de formule die we hebben opgesteld om de hoek tussen een rechte en een vlak te bepalen (met vectoren en hun coördinaten). (d) Duid de afstand d tussen de rechte DF en de rechte AB aan op de figuur en bereken d; (e) Duid de gemeenschappelijke loodlijn l van DF en AB aan op de figuur en bewijs dat l wel degelijk de gemeenschappelijke loodlijn is.

2 5. Gegeven is een kubus ( (a) Bepaal de afstand van H tot de rechte AF ; ) (b) Bepaal de afstand van het midden M van het vierkant ABCD en de rechte EC; (c) Bepaal de hoek tussen DE en BH. 6. Gegeven is een kubus en de bol S gaande door de punten B en F en rakend aan DC in het punt D. (a) Construeer het middelpunt van S; (b) Bereken de straal van S; (c) bereken de inhoud van de bol S. Analytische RM 1. Gegeven zijn de vlakken α : 2x y 4 = 0 en β : y + z = 0. Bepaal de vergelijking van een vlak dat loodrecht op de vlakken α en β staat en op een afstand 4 van het punt (1, 1, 1) gelegen is.

3 2. Bepaal de afstand tussen de evenwijdige rechten a : x 2 2 = y 3 3 = z 2 en b : x 1 2 = y + 2 3 = z + 2 2. 3. Bepaal de vergelijking van de sfeer gaande door de punten (1, 3, 2), (3, 2, 5), (0, 1, 0) en (0, 0, 0). 4. Een piramide (T ) heeft het vierkant () met zijde 4 als grondvlak. Het zijvlak T AD is een gelijkzijdige driehoek en T D DC. (a) Consrueer de gemeenschappelijke loodlijn van de kruisende rechten AB en T C. (b) Bepaal de afstand tussen de kruisende rechten AB en T C 5. In een kubus met ribbe z staat een piramide (T ) waarbij T het snijpunt is van de zijvlaksdiagonalen EG en F H van de kubus. M is het midden van [AE] en N het midden van [CG]. De piramide wordt door het vlak (M N H) verdeelt in twee lichamen. Bereken de verhouding van de inhouden van die twee lichamen. 6. Gegeven is de sfeer S(m; r) : x 2 + y 2 + z 2 2x 4y + 6z 12 = 0. Bepaal de hoek tussen tussen de raakvlakken α en β in de snijpunten van de sfeer S(m; r) : x 2 + y 2 + z 2 2x 4y + 6z 12 = 0 met de y-as.

4 7. 4.Gegeven is een kubus, K is het midden van [EH], L is het midden van [F B], A(2, 0, 0), C(0, 2, 0) en H(0, 0, 2). (a) Zeg wat je moet doen om door een punt een rechte te bepalen die loodrecht is met een gegeven rechte en een andere gegeven rechte snijdt. (b) Construeer nu door G een rechte die orthogonaal is met BD en die KL snijdt. (c) Bereken de afstand tussen de rechten BD en KL. (d) Bewijs dat { x + z = 3 y z = 3 het stelsel vergelijkingen is van de gemeenschappelijke loodlijn van BD en KL. (e) Teken de gemeenschappelijke loodlijn aan de hand van het stelsel. (f) Bepaal de coördinaten van de steunpunten M en N (af te leiden uit de tekening of berekenen) en duid ze aan op de tekening. (g) Bereken de afstand tussen de punten M en N. (h) Bepaal de vergelijking van de sfeer die gaat door de punten A, B, C en D en raakt aan het bovenvlak EF GH. (2000-2005) 8. 6.Gegeven is het punt P (3, 1, 5) en de rechte a : x = 1 y = 2z+22 3 3 (a) Bepaal de coördinaat van de projectie van P op a (b) Bereken de hoek tussen de rechten OP en a. (2002-2005) 9. Gegeven zijn de S : x 2 + y 2 + z 2 4x + 2y 12z + 32 = 0 en S : x 2 + y 2 + z 2 4x 6y 18z + 90 = 0. (a) Onderzoek de onderlinge ligging van S en S. (b) Bepaal in geval ze elkaar snijden de vergelijking van het vlak van de snijcirkel, de straal van de snijcirkel en de coördinaat van het middelpunt van de snijcirkel. (c) Bepaal de vergelijking van het raakvlak in het punt A(1, 1, 4) aan S.(2005) 10. Gegeven zijn de punten A(2, 0, 0), B(0, 1, 0), C(2, 3, 1) en D(2, 3, 4). Bepaal (a) de vergelijkingen van de loodlijn l uit D op het vlak (A, B, C). (b) de coördinaat van de projectie D van D op vlak (A, B, C). (c) de afstand van D tot het vlak (A, B, C). (d) de afstand van A tot BC. (e) de hoek tussen AD en BD. (f) de hoek tussen vlak (ABC) en vlak (DBC). (g) de hoek tussen vlak (ABC) en DB.

5 (h) de inhoud van het viervlak (ABCD). (i) de vergelijking van de sfeer door de punten A, B, C en D. A B C 11. Het dak van een huis ziet eruit als een driezijdig prisma. De zijvlaksdiagonaal [C, D] maakt met het grondvlak (A, B, C, D) een hoek van 30 o en D E F maakt met de ribbe [AD] een hoek van 45 o. (a) Bereken de elementen van van driehoek (A, B, C) als je weet dat AC = BC en CD = 12. (b) Bereken de hoek van CD met het vlak (CBEF ); (c) Bereken de hoek tussen DF en AD; 12. Bepaal de rechte l die in het vlak α : 4x 2y + z 3 = 0 ligt en de rechte a : x = 2y 3 = 2z 1 5 loodrecht snijdt. 13. Stel de vergelijking op van de sfeer met middelpunt (6, 3, 4) en rakend aan de x-as. ((x 2 + y 2 + z 2 12x 6y + 8z + 36 = 0) 14. Bepaal een stelsel vergelijkingen van de rechte d die door het punt A(1, 2, 0) gaat, evenwijdig is met het vlak α : y + 3z + 2 = 0 en loodrecht staat op de rechte { x 4y + 1 = 0 y z + 2 = 0 15. Bepaal een stelsel{ vergelijkingen van de rechte m die in het vlak α : 3x+2y+z+4 = 0 x + y = 3 ligt, de rechte l : snijdt en evenwijdig is met het vlak β : x+y +z = 0. z = 3