Gemeente Mortsel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Mayerhof Stedenbouwkundige voorschriften Dossier MOR104

Vergelijkbare documenten
Gemeente Mortsel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Mayerhof Stedenbouwkundige voorschriften Dossier MOR104

Gemeente Niel. Verkaveling voor woningbouw. van gronden gelegen te Niel. Verkaveling omgeving Keizerstraat. Dossier NIE210

Gemeente Hemiksem. Verkaveling voor woningbouw. Heiligstraat Gemeenteplaats. Dossier HEM205. Stedenbouwkundige voorschriften

Gemeente Wijnegem Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Weilandshof

Artikel 3 - PLAATSEN BESTEMD VOOR GEKOPPELDE EN VRIJSTAANDE BEBOUWING

Gemeente Hemiksem. Verkaveling voor woningbouw. Steenbakkerijstraat. Dossier HEM204. Stedenbouwkundige voorschriften

VERKAVELING VOOR WONINGBOUW

Gemeente Zoersel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Groene Vogel

BESTEMMING HOOFDGEBOUW, BIJGEBOUW, NIET-BEBOUWD GEDEELTE. eengezinswoningen, met inbegrip van zorgwoningen worden toegelaten.

Gemeente Zoersel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Paardenoefenveld LRV - herziening

Gemeente Schoten Ruimtelijk uitvoeringsplan Tuinwijk Bloemendaal Gedeeltelijke herziening Stedenbouwkundige voorschriften Dossier SHO122

1.1. TERMINOLOGIE 1.2. INTERPRETATIE VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.3. AFWIJKING VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gemeente Stabroek Verkaveling voor woningbouw RUP Schoem. Stedenbouwkundige voorschriften Dossier STA205

VERKAVELING VOOR WONINGBOUW

Gemeente Zoersel Verkaveling voor woningbouw Het Klooster - fase 2. Stedenbouwkundige voorschriften. Dossier ZOE209

Gemeente Schilde Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Jachthoornlaan Stedenbouwkundige voorschriften Dossier SHI125-3

Gemeente Zandhoven Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Disselbraak Stedenbouwkundige voorschriften Dossier ZAN168

Gemeente Mortsel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Ter Linden Stedenbouwkundige voorschriften Dossier MOR105

Gemeente Zoersel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan KMO-zone Heideweg Stedenbouwkundige voorschriften Dossier ZOE132

stedenbouwkundige voorschriften

BPA TERMINOLOGIE Voor de toepassing van de onderhavige voorschriften wordt verstaan onder:

Gemeente Zoersel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Uitbreiding recreatiezone Kievitheide

Gemeente TURNHOUT VERKAVELING VOOR WONINGBOUW. van grond gelegen: Tramstraat z/n. Sectie P - Nummer 245 B5. Stedenbouwkundige Voorschriften

bestaande stedenbouwkundige voorschriften verkaveling Lochtenberg 1/11

VOORSCHRIFTEN RUP 13/a WOONKORRELS OLSENE GROT & GROENEWEG/BAUTERSTRAAT. Verordenende voorschriften toelichting

BPA20(2)4. BPA20 (2) 4 (Adegemstraat en omgeving) 1

RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN "Agfa-Gevaert deel Roderveldlaan-Lode Vissenaekenstraat"

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

COLOFON. Opdracht: RUP Le Lis. Opdrachtgever: Gemeentebestuur Hamme Marktplein 1 B-9220 Hamme. Opdrachthouder: SORESMA nv Britselei Antwerpen

BPA TERMINOLOGIE Voor de toepassing van de onderhavige voorschriften wordt verstaan onder :

Voor de toepassing van de onderhavige voorschriften wordt verstaan onder :

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

VOORGAAND ARTIKEL - ALGEMENE BEPALINGEN TERMINOLOGIE Voor de toepassing van deze voorschriften wordt verstaan onder :

GOEDGEKEURDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Volgens vergunning nr. V/LE38/1 dd. 09/11/2016 Inclusief opmerkingen technische dienst

3. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.VOORSCHRIFTEN EN BESTEMMING HOOFDGEBOUW. 1.1 Bestemming hoofdgebouw

GEMEENTE OPWIJK RUP WIJZIGEN VAN HET AANTAL WOONLAGEN IN KERNWOONGEBIEDEN. Verordenend deel / Stedenbouwkundige voorschriften

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

Gemeente Wijnegem Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Park - gedeeltelijke herziening Stedenbouwkundige voorschriften Dossier WIJ111

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

Addendum B28b Specifieke verkavelingsvoorschriften

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

0.01 TERMINOLOGIE Voor de toepassing van onderhavige voorschriften wordt verstaan onder:

Gemeente Schilde Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Lindenpark Stedenbouwkundige voorschriften Dossier SHI125-6

RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN "Agfa-Gevaert deel Roderveldlaan-Lode Vissenaekenstraat"

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

VERKAVELING VOOR WONINGBOUW

GOEDGEKEURDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN volgens vergunning nr. V/W036/1 goedgekeurd op 22/05/2017

RUP Gerda. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp. april Departement ruimte en milieu Dienst ruimtelijke ordening Cel ruimtelijke planning

Projectzones Leemhoek. Zone P2

Gemeente Oud-Heverlee Reigersstraat ZN 5e afdeling - Sectie A Nummer 243G/deel & 237L/deel

BPA5 1HEFFEN TERMINOLOGIE Voor de toepassing van onderhavige voorschriften wordt verstaan onder :

20(3) TERMINOLOGIE Voor de toepassing van de onderhavige voorschriften wordt verstaan onder :

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VAN EEN' VERKAVELING voor kavels 1 en 2

Gemeente Brecht Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Lochtenberg

GEMEENTE HOUTHALEN ~ HELCHTEREN SECT/E E, ~~ DE HEIDE

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

voorschriften bpa nr. 132 Witte Molenstraat

Gemeente Brasschaat Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Rozenhoeve

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

Artikel 0. Begrippen, algemene en specifieke bepalingen TOELICHTEND. VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften. 1. Begrippen. 1.1.

Bremakker te Baarle-Hertog. Koopprijs vanaf: ,00 k.k.

RUP Herziening Hofstraat

Geel. Provincie Antwerpen. Stad Geel VERKAVELING VOOR WONINGBOUW. Je komt er, ie Will er. van grond gelegen: Dennenstraat

Gemeente Brecht Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Leeuwerik en Kapelakker

RUP SPORTHAL STEDENBOUWKUNDIGE

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN HORENDE BIJ DE AANVRAAG VOOR DE VERKAVELINGSVERGUNNING

Stedenbouwkundige voorschriften

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

Vooraf: bij twijfel hebben de grafische voorstellingen voorrang op de voorschriften.

Voorschriften betreffende de aanleg en de inrichting van de aangeduide stroken

VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN - BIJLAGE BIJ VERKAVELINGSPLAN (plan 6)

GOEDGEKEURDE VERKAVELINGVERGUNNING: NR. V 2013/05 VAN 03/09/2013

voorschriften bpa nr. 90 Sint-Andriesdreef

RUP Dijle-Keerbergstraat Mechelen

Gemeente Boechout Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Mussenhoeve Stedenbouwkundige voorschriften Dossier BOE105

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gemeente Zandhoven Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Bogaerevelden Stedenbouwkundige voorschriften Dossier ZAN169

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING

1. VOORSCHRIFTEN HOOFDGEBOUWEN

Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011

RUP Zonevreemde woningen in ruimtelijk kwetsbaar gebied Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Sint-Laureins Oktober 2011

DEEL I: ART.0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN

stedenbouwkundige voorschriften RUP Hertshage 2

BIJLAGE AANVRAAG VERKAVELINGVERGUNNING: Vergunning Dossier nr ; intern nr. 871

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN:

De terreinbezetting wordt uitgedrukt in het procent van het perceeldeel gelegen binnen de betrokken zone.

RUP ZONEVREEMDE WONINGEN

STAD AALST BIJZONDER PLAN VAN AANLEG NR. 16 AALST - HEILIG HARTLAAN

STAD AALST BIJZONDER PLAN VAN AANLEG NR. 6 EREMBODEGEM - FONTEINBOS

VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN

BIJLAGE AANVRAAG WIJZIGING VERKAVELINGSVERGUNNING:

VOORSCHRIFTEN RUP 14 NEDERZETTINGSSTRUCTUUR KERKSTRAAT. Stedenbouwkundige voorschriften

Stedenbouwkundige voorschriften

7 VERORDENEND DEEL. 7.1 Grafisch plan Kaart: grafisch plan. 7.2 Stedenbouwkundige voorschriften: algemene bepalingen

Gemeente Westerlo Verkaveling Zoerle Parwijs

BPA NR.43 GROOT HAGELKRUIS

Deel 2 Stedenbouwkundige voorschriften

Transcriptie:

Gemeente Mortsel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Mayerhof Stedenbouwkundige voorschriften Dossier MOR104 Opdrachtgevend bestuur: Gemeentebestuur van Mortsel 15 oktober 2009

Provincie: Antwerpen Gemeente Mortsel Opdrachtgever: Gemeentebestuur van Mortsel Liersesteenweg 1 2640 Mortsel Tel. : 03 444 17 17 Ontwerper: IGEAN dienstverlening Doornaardstraat 60 2160 Wommelgem Tel: 03/350.08.11 Fax: 03/353.34.10 E-mail: ontwerp@igean.be Dossiergegevens: Projectnummer MOR104 Opgemaakt: 14.12.2007 (1 aanzet grafisch plan en voorschriften) Aangepast: 13.02.2008 (2 aanzet grafisch plan en voorschriften) verdere uitwerking voorschriften 05.08.2008 (3 aanzet grafisch plan en voorschriften) aangepast aan opmerkingen gemeente Mortsel 10.09.2008 (4 aanzet grafisch plan en voorschriften) aangepast aan opmerkingen besprekingen dd. 07.08.2008 en 09.09.2008 12.01.2009 (1 concept voorontwerp) aangepast aan opmerkingen vooroverleg dd. 24.09.2008 en bespreking dd. 26.11.2008 31.03.2009 (ontwerp) aangepast aan de opmerkingen van de plenaire vergadering dd. 05.03.09 15.10.2009 (definitief RUP) aangepast aan de adviezen van het openbaar onderzoek E. Symens stedenbouwkundige J. Van Hoydonck directeur-zaakvoerder definitief RUP - 15 oktober 2009 1

Inhoud Artikel 0: Algemene bepalingen... 4 0.1. Terminologie... 4 0.2. Algemeen geldende voorschriften... 5 0.2.1. Bestaande vergunde gebouwen... 5 0.2.2. Waterbeheer... 5 0.2.3. Reliëfwijzigingen... 6 0.2.4. Uitsprongen uit het gevelvlak... 6 0.2.5. Dakvensters en dakkapellen... 6 0.2.6. Erfscheidingen... 7 0.2.7. Zonnepanelen... 7 0.2.8. Hoogspanningscabine... 7 0.2.9. Toegankelijkheid... 7 Artikel 1: Zone voor gemeenschapsvoorzieningen... 9 1.1. Bestemming... 9 1.2. Inrichting... 9 1.2.1. Bebouwing... 9 1.2.2. Aanleg van de zone... 11 Artikel 2: Zone voor woningbouw... 13 2.1. Bestemming... 13 2.2. Inrichting... 13 2.2.1. Bebouwing... 13 2.2.2. Aanleg van de zone... 14 Artikel 3: Strook voor aaneengesloten bebouwing... 15 3.1. Bestemming... 15 3.2. Inrichting... 15 3.2.1. Verkavelingsvoorschriften... 15 3.2.2. Bebouwingsvoorschriften... 16 Artikel 4: Strook voor halfopen bebouwing... 18 4.1. Bestemming... 18 4.2. Inrichting... 18 4.2.1. Verkavelingsvoorschriften... 18 4.2.2. Bebouwingsvoorschriften... 19 Artikel 5: Strook voor open bebouwing... 20 5.1. Bestemming... 20 5.2. Inrichting... 20 5.2.1. Bebouwingsvoorschriften... 20 Artikel 6: Strook voor bijgebouwen... 22 6.1. Bestemming... 22 6.2. Inrichting... 22 6.2.1. Bebouwing... 22 definitief RUP - 15 oktober 2009 2

Artikel 7: Tuinstrook... 23 7.1. Bestemming... 23 7.2. Inrichting... 23 7.2.1. Bebouwing... 23 7.2.2. Aanleg van de zone... 25 Artikel 8: Voortuinstrook... 26 8.1. Bestemming... 26 Artikel 9: Zone voor openbare wegenis... 27 9.1. Bestemming... 27 9.2. Inrichting... 27 9.2.1. Toelaatbare werken... 27 9.2.2. Verboden werken... 27 Artikel 10: Indicatieve aanduiding langzaam verkeersverbinding... 28 10.1. Bestemming... 28 10.2. Inrichting... 28 definitief RUP - 15 oktober 2009 3

Artikel 0: Algemene bepalingen 0.1. Terminologie Voor de toepassing van deze stedenbouwkundige voorschriften wordt verstaan onder: Aaneengesloten bebouwing: bebouwingswijze waarbij minstens drie gebouwen een harmonisch geheel vormen, met aaneengesloten voorgevels en waarvan de vrijstaande gevels afgewerkt worden als kopgevels; Achtergevelbouwlijn: denkbeeldige lijn die wordt uitgezet vanaf de voorgevelbouwlijn over de toegelaten bouwdiepte; Afstand tot de perceelsgrens: de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de perceelsgrens van het bestaande kadastrale perceel of een ontworpen kavel; Afstand tot de zonegrens: de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de zonegrens zoals aangeduid op het plan; Bijgebouw: een gebouw, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw; Bouwlagen: het aantal bewoonbare verdiepingen; Bouwstrook (of strook voor bebouwing): strook of zone waarin een woning kan worden opgericht; Bouwvrije zijtuinstrook: strook grond, met een bepaalde breedte, gelegen tussen de zijgrens van een perceel en de vrijstaande zijgevel van een kopgebouw of van een vrijstaand gebouw, en waarvan de diepte gelijk is aan die van de aanpalende strook voor bebouwing; Constructie: elk bouwwerk van hout, steen, beton, metaal of ander bouwmateriaal, dat met de grond verbonden is of erop geplaatst is; Gebouw: een door de mens gemaakte, toegankelijke, overdekte en geheel of gedeeltelijk omsloten ruimte; Gebouwencomplex: fysiek niet met elkaar verbonden gebouwen, die samen een functioneel geheel vormen; Halfopen bebouwing: bebouwingswijze waarbij twee gebouwen een harmonisch geheel vormen, met aaneengesloten voorgevels en waarvan de vrijstaande gevels afgewerkt worden als kopgevels; Hoekgebouw: gebouw opgericht op een perceel dat aan twee straten paalt op de plaats waar deze elkaar kruisen; Huizenblok: groep van één of meer gebouwen die aan beide uiteinden met een kopgebouw is afgewerkt; definitief RUP - 15 oktober 2009 4

Kopgebouw: gebouw aan één der uiteinden van een huizenblok, waarvan de vrijstaand zijgevel als een voorgevel is afgewerkt; Kroonlijsthoogte: afstand vanaf het straatniveau (maaiveld) tot aan de bovenkant van de dakgoot; Meergezinswoning: een gebouw dat blijkens de inrichting hoofdzakelijk voor permanent wonen geschikt is en dat ingedeeld werd in meer dan één woongelegenheden; Nokhoogte: afstand vanaf het straatniveau (maaiveld) tot aan het hoogste punt van het gebouw; Perceelsgrens: de grens van een perceel, overeenkomstig de kadastrale aanduidingen; Technische verdieping: een verdieping die maximaal twee meter hoog is en waarin enkel technische installaties (zoals bvb. verwarmingsinstallatie, airconditioning, ventilatie, liftkoker) zijn toegelaten; Terreinbezetting: de oppervlakte van de projectie van een constructie, een gebouw of een gebouwencomplex (buitenmuren inbegrepen en uitsprongen, terrassen en ondergrondse constructies niet inbegrepen) op de grond, uitgedrukt in procent t.o.v. de totale oppervlakte van de bestemmingszone of t.o.v. de totale perceelsoppervlakte waarbinnen het gebouw of de gebouwen gelegen zijn; Tuinstrook: de zone gelegen achter de strook voor bebouwing; Verbouwen: een bouwproject waarbij meer dan 60% van de buitenmuren behouden blijven; Voorgevelbouwlijn: denkbeeldige lijn die de grens vormt van de voortuinstrook en de bouwstrook; bij hoekkavels ligt ze aan de smalste zijde van de kavel; Woning: een gebouw of een deel ervan dat vergund is als woning, dat blijkens de inrichting hoofdzakelijk voor permanent wonen geschikt is en dat niet verkrot is; Zone (of bestemmingszone): grondoppervlakte met eigen stedenbouwkundige voorschriften. 0.2. Algemeen geldende voorschriften 0.2.1. Bestaande vergunde gebouwen Gebouwen die behoorlijk vergund of vergund geacht zijn kunnen behouden blijven in hun hoedanigheid, ook al stemmen ze niet overeen met de bestemmings- en/of inrichtingsvoorschriften. Deze gebouwen kunnen buiten de opgelegde profielen en buiten de bouwzone gehandhaafd en verbouwd worden binnen het bestaande volume. 0.2.2. Waterbeheer Een volledige scheiding tussen het afvalwater en het hemelwater, afkomstig van dakvlakken en grondvlakken, is verplicht bij de aanleg of heraanleg van gebouwen. Onverminderd andere wettelijke bepalingen, moet voor de afvoer van hemelwater afkomstig van dakvlakken de voorkeur gegeven worden aan de afvoerwijzen zoals definitief RUP - 15 oktober 2009 5

hierna in afnemende graad van prioriteit vermeld : 1. Opvang voor hergebruik; 2. Infiltratie op eigen terrein; 3. Plaatsen van een groendak; 4. Buffering met vertraagd lozen. Conform de bepalingen van het totaal rioleringsplan Koude Beek (dossier 201 KBX) zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 25/1/2005 bedraagt het benodigde buffervolume minimaal 25m³/1000m² aangesloten verharde oppervlakte. Het vertraagd lozingsdebiet bedraagt maximaal 0.25l/s.1000m² aangesloten verharde oppervlakte. Het buffervolume wordt bij voorkeur bovengronds geborgen in een bufferbekken aangelegd overeenkomstig de technieken van natuurtechnische milieubouw. Slechts wanneer de beste beschikbare technieken geen van de voornoemde afvoerwijzen toelaten, mag het hemelwater overeenkomstig de wettelijke bepalingen worden geloosd in de openbare riolering. Alle constructies (al dan niet natuurlijk) voor de opvang en infiltratie van hemelwater zijn toegelaten binnen alle bestemmingszones. Deze mogen niet strijdig zijn met de goede ruimtelijke ordening. 0.2.3. Reliëfwijzigingen Wijzigingen van het reliëf mogen geen invloed hebben op de waterhuishouding en op de natuurlijke loop van het hemelwater van de aanpalende eigendommen. Hoogteverschillen worden op eigen terrein opgevangen en er wordt steeds aangesloten op het peil van de aanpalende eigendommen. 0.2.4. Uitsprongen uit het gevelvlak De algemene bepalingen in deze paragraaf zijn enkel van toepassing op de volgende artikels: Artikel 3: Strook voor aaneengesloten bebouwing en Artikel 4: Strook voor halfopen bebouwing. Uit de voorgevel: erkers, balkons: maximumuitsprong van 50 cm op minimum 2,5 m boven het trottoirniveau en op minimum 50 cm van het verlengde van elke scheidsmuur; luifels: maximumuitsprong 1 m op minimaal 2,5 m boven het trottoirniveau. Uit de vrijstaande zijgevel: alle uitsprongen zijn toegelaten voor zover zij zich niet bevinden in een bouwvrije zijtuinstrook. Uit de achtergevel: terrassen, balkons: maximum 2 meter uitsprong op minimum 2 m afstand van elke perceelgrens; erkers zijn verboden. 0.2.5. Dakvensters en dakkapellen De algemene bepalingen in deze paragraaf zijn enkel van toepassing op de volgende artikels: Artikel 3: Strook voor aaneengesloten bebouwing en Artikel 4: Strook voor halfopen bebouwing. Gevallen waarin oprichting is toegelaten: op het achterste dakvlak : steeds toegelaten; definitief RUP - 15 oktober 2009 6

op het driehoekig dakvlak van een schilddak: steeds verboden; op het voorste dakvlak: slechts toegelaten indien de dakhelling 40 graden overschrijdt. Plaats van oprichting: gelijk met de snijlijn van het gevelvlak met het dakvlak of op maximaal 0,40 m achteruit en op minimum 1 m afstand van de scheidsmuren en van de vrijstaande zijgevel. Afmetingen: maximum breedte: 1/3 van de gevelbreedte met een maximum van 3 m per dakvenster en een onderlinge afstand van tenminste 2 m. maximum hoogte (bovenkant kroonlijst): de helft van de dakhoogte van het hoofdgebouw. 0.2.6. Erfscheidingen Langs de rooilijn: muurtje in gevelsteen, maximaal 40 cm hoog. In de voortuinstrook op de perceelsgrenzen: hagen in streekeigen gewassen. In de tuinstrook: een afsluitingsmuur in baksteen of in een degelijke houten planken constructie is toegelaten in het verlengde van de gemene muur van de hoofdgebouwen tot een maximale hoogte van 2 meter en een maximale diepte van 3 meter achter de achtergevelbouwlijn; op de andere perceelsgrenzen zijn enkel hagen in streekeigen gewassen, degelijke houten planken constructies of afsluitingsmuren in baksteen tot een hoogte van max. 1,50 meter toegelaten. 0.2.7. Zonnepanelen Energiebesparende installaties (zonnepanelen, fotovoltaïsche cellen ) zijn toegelaten op het dak van gebouwen. 0.2.8. Hoogspanningscabine In alle zones kan, indien noodzakelijk, van de stedenbouwkundige voorschriften afgeweken worden voor het plaatsen van een hoogspanningscabine. 0.2.9. Toegankelijkheid De openbare wegen en de niet-openbare wegen die voor het publiek toegankelijk zijn, worden integraal toegankelijk (her)aangelegd of (her)ingericht, ook voor wat betreft de niet vergunningsplichtige ingrepen. Halteplaatsen voor gemeenschappelijk vervoer dienen te worden ingericht zodat zij toegankelijk zijn voor personen met een verminderde mobiliteit. Alle gebouwen of delen van gebouwen, domeinen en infrastructuren die toegankelijk zijn voor het publiek, of waar personeel tewerk gesteld wordt, moeten toegankelijk zijn voor personen met een verminderde mobiliteit. Indien de gebouwen of delen van gebouwen waar personeel tewerk gesteld wordt niet in aanmerking komen om personeel met een beperking te activeren, kunnen zij voor die definitief RUP - 15 oktober 2009 7

gedeelten een afwijking van deze verplichting vragen, zo deze verplichting niet tevens bij wet of besluit verplicht is. definitief RUP - 15 oktober 2009 8

Artikel 1: Zone voor gemeenschapsvoorzieningen (categorie van gebiedsaanduiding 9: gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen) Artikel en legende Verordenend stedenbouwkundig voorschrift Toelichting ruimtelijke opties en principes Art. 1: Zone voor gemeenschapsvoorzieningen 1.1. Bestemming Deze zone is bestemd voor de huisvesting van senioren. 1.2. Inrichting bouwzone 1.2.1. Bebouwing Maximale terreinbezetting 30% van de totale oppervlakte van de bestemmingszone (hoofdgebouwen én bijgebouwen, incl. stoepen, terrassen en veranda s). Dit percentage omvat enkel de nieuw op te richten gebouwen en de bestaande kapel. Na de realisatie en ingebruikname van het nieuwe rusthuis dient het oude gebouw te worden afgebroken. Hoofdgebouwen Plaatsing van de gebouwen Binnen de op het grafisch plan aangegeven bouwzone. Afmetingen van de gebouwen bouwhoogte: max. 3 bouwlagen (gelijkvloers en twee verdiepingen) max. 10,6 meter voor het rusthuis max. 10 meter voor de overige nieuw op te richten hoofdgebouwen het aanbrengen van een technische verdieping bovenop de 3 bouwlagen is toegelaten voor zover deze maximaal 12,6 meter boven het maaiveld uitsteekt en voor zover deze verdieping begrepen is in een hoek van 45, gemeten vanaf de uiterste buitenrand van het dak. Dit percentage komt overeen met een terreinbezetting of footprint van +/- 6092 m² (volgens kadastrale gegevens). Het bestaande rusthuis blijft in gebruik tijdens het oprichten van het nieuwe rusthuis. Deze aangeduide bouwzone houdt rekening met minimale bouwvrije afstanden tot de aangrenzende percelen van 10 meter. De bouwhoogte houdt rekening met de 45 regel. definitief RUP - 15 oktober 2009 9

Artikel en legende Verordenend stedenbouwkundig voorschrift Toelichting ruimtelijke opties en principes Welstand van de gebouwen Dakvorm Platte daken Materialen Esthetisch en constructief verantwoorde, duurzame materialen. Bijgebouwen Maximaal 3 bijgebouwen (kleinschalige inplantingen zoals o.a. fietsenstalling, berging en speeltuigen) kunnen toegelaten worden. Elk van deze bijgebouwen beslaat maximaal een terreinoppervlakte van 30m². De maximale kroonlijsthoogte van deze bijgebouwen bedraagt 3,00 m, de dakhelling maximaal 45 en ze worden zoveel mogelijk in eenzelfde materiaal als de hoofdgebouwen opgericht. Waardevolle gebouwen Voor gebouwen binnen deze zone, die op het grafisch plan als waardevol gebouw zijn aangeduid gelden volgende bepalingen: Toelaatbare functiewijzigingen Functiewijzigingen kunnen worden toegestaan. De nieuwe functies moeten verzoenbaar zijn met het karakter, de eventuele waardevolle kenmerken, de bestemming en het gebruik van het betrokken gebied. De nieuwe functies moeten bovendien rusthuisgebonden zijn en de erfgoedwaarde ongeschonden laten of verhogen. Toelaatbare werken Volgende handelingen en werken kunnen toegelaten worden mits zij verzoenbaar zijn met het karakter, de eventuele waardevolle kenmerken, de bestemming en het gebruik van het betrokken gebied : Specifiek gaat het hier om de kapel in het zuidelijke gedeelte van de zone. Deze is immers opgenomen in de inventaris van het cultuurbezit in België. onderhouds- en instandhoudingswerken die al dan niet betrekking hebben op de stabiliteit; verbouwen binnen het bestaande bouwvolume; herbouwen binnen het bestaande bouwvolume - met behoud van definitief RUP - 15 oktober 2009 10

Artikel en legende Verordenend stedenbouwkundig voorschrift Toelichting ruimtelijke opties en principes karakter en verschijningsvorm - en op dezelfde plaats, voor zover het gebouw geheel of gedeeltelijk vernield of beschadigd is door een plotse ramp, buiten de wil van de eigenaar, en voor zover de aanvraag gebeurt binnen het jaar na het toekennen van het verzekeringsbedrag; Verboden werken het afbreken van het gebouw is niet toegelaten. Procedures Alle bouwaanvragen voor deze gebouwen worden voor advies voorgelegd aan de Afdeling RO - Onroerend Erfgoed. Dit advies is echter niet bindend. 1.2.2. Aanleg van de zone Interne wegenis en parkeerplaatsen Maximaal 25% van de oppervlakte van de totale bestemmingszone mag verhard worden om toegang te geven tot de gebouwen, voor brandwegen en om parkeerplaatsen te voorzien. Deze wegenis kan zowel een privaat als publiek karakter hebben. Per 2 serviceflats in het project wordt minimaal 1 parkeerplaats voorzien. Dit gebeurt verplicht ondergronds. Per 3 wooneenheden (kamers, serviceflats of andere) in het project wordt minimaal 1 parkeerplaats voorzien binnen de bestemmingszone. Minimaal 6% van de voorziene parkeerplaatsen dient te worden voorbehouden voor personen met een handicap. De verhardingen die nodig zijn voor de aanleg van perkeerplaatsen zijn inbegrepen in het hoger vermelde maximale verhardingspercentage. De toegangs-, evacuatie- en andere wegen waar voetgangersverkeer op verwacht kan worden, worden voldoende verhard. Dit mag gebeuren met natuurlijke en waterdoorlatende materialen, de toegankelijkheid voor personen met verminderde mobiliteit moet echter steeds gewaarborgd zijn. Binnen de bestemmingszone dienen minimaal 30 fietsenstallingen te worden gerealiseerd. Dit percentage vertegenwoordigt +/- 5200 m² (volgens kadastrale gegevens). In het project worden 140 kamers in het rusthuis voorzien, plus 8 kamers voor kortverblijf en er worden 40 serviceflats voorzien. Toepassing van de opgelegde normen betekent dat er minimaal 83 parkeerplaatsen moeten worden voorzien, waarvan minstens 20 plaatsen ondergronds. Groenaanleg definitief RUP - 15 oktober 2009 11

Artikel en legende Verordenend stedenbouwkundig voorschrift Toelichting ruimtelijke opties en principes De niet-bebouwde en niet-verharde terreingedeelten moeten voorzien worden van een groenaanleg. Het bestaande groen wordt zoveel mogelijk behouden. Het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van 5 m rond deze gebouwen. De waardevolle bomen aangeduid op het grafisch plan zijn verplicht te behouden. Bovendien dient er bij inplanting van parkeerplaatsen rekening gehouden te worden met de kruinprojectie van deze bomen, in die zin dat binnen deze zone geen parkeerplaatsen mogen aangelegd worden. Twee van de op terrein waargenomen waardevolle bomen (zie ook plan bestaande toestand) werden niet weerhouden als te behouden. Gezien de gestelde randvoorwaarden bij het ontwerp van de gebouwen was dit onmogelijk. Er werd overeengekomen tussen het gemeentebestuur en de bouwheer dat deze gecompenseerd zullen worden onder de vorm van een verplichte aanplanting van bomen met een minimale stamomtrek en van opgegeven soorten. De exacte eisen zullen worden vastgelegd bij de aanvraag van een kapvergunning. definitief RUP - 15 oktober 2009 12

Artikel 2: Zone voor woningbouw (categorie van gebiedsaanduiding 1: wonen) Artikel en legende Verordenend stedenbouwkundig voorschrift Toelichting ruimtelijke opties en principes Art. 2: Zone voor woningbouw 2.1. Bestemming Deze zone heeft als bestemming woningbouw onder de vorm van meergezinswoningen en/of gegroepeerde ééngezinswoningen. 2.2. Inrichting 2.2.1. Bebouwing De bestemming wordt gerealiseerd volgens een globaal project, rekening houdend met de hierna aangegeven bebouwingscoëfficiënten en - voorschriften. Maximale terreinbezetting 40% (incl. bijgebouwen en garages) Hoofdgebouw Aantal woningen Minimaal 4 woningen. Plaatsing van de gebouwen Binnen de op het plan aangegeven bestemmingszone, op minimaal 3 meter afstand tot de zonegrenzen. Afmetingen van de gebouwen maximale hoogte tussen 6 en 7 m; max. 2 bouwlagen (gelijkvloers en verdieping). Dakvorm De dakvorm is plat. definitief RUP - 15 oktober 2009 13

Artikel en legende Verordenend stedenbouwkundig voorschrift Toelichting ruimtelijke opties en principes Materialen Esthetisch en constructief verantwoorde, duurzame materialen. dakbedekking: bitumineuze dakbedekking, roofing, grind, groendak. Bijgebouwen Bijgebouwen en garages mogen tot op de perceelsgrens geplaatst worden voor zover ze aansluiten bij een aanpalende strook voor bijgebouwen (Artikel 6: Strook voor bijgebouwen). De hoogte van deze bijgebouwen bedraagt maximaal 3m en ze worden hoofdzakelijk in een zelfde materiaal als het hoofdgebouw opgericht. 2.2.2. Aanleg van de zone Verhardingen Aansluitend bij de hoofdgebouwen kunnen stoepen, terrassen en toegangspaden aangelegd worden. Parkeerplaatsen Per woning dient minstens 1 parkeerplaats/autobergplaats te worden voorzien. Deze worden in eerste instantie gerealiseerd binnen de bestemmingszone. Garages moeten integraal deel uitmaken van de hoofdgebouwen of er tegen aangebouwd worden en in eenzelfde materiaal als deze hoofdgebouwen uitgevoerd worden. Om aan de gevraagde parkeercapaciteit te voldoen kunnen parkeerplaatsen ook aangelegd worden in de aangrenzende zone voor openbare wegenis. Groenaanleg De niet-bebouwde en niet-verharde terreingedeelten moeten aangelegd worden als openbaar groen en/of privé-tuinen. definitief RUP - 15 oktober 2009 14

Artikel 3: Strook voor aaneengesloten bebouwing (categorie van gebiedsaanduiding 1: wonen) Artikel en legende Verordenend stedenbouwkundig voorschrift Toelichting ruimtelijke opties en principes Art. 3: Strook voor aaneengesloten bebouwing 3.1. Bestemming Deze zone heeft als bestemming woningbouw onder de vorm van ééngezinswoningen. 3.2. Inrichting 3.2.1. Verkavelingsvoorschriften Breedte van de kavels Gemeten op de voorgevelbouwlijn: voor aaneengesloten gebouwen: min. 6 meter - max. 9 meter; voor kopgebouwen: min. 9 meter - max. 12 meter; voor hoekgebouwen: min. 6 meter - max. 9 meter, vermeerderd met de diepte van de bouwvrije strook aan de zijgevel. Voor bestaande kavels kan hiervan afgeweken worden. Diepte van de kavels Gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn: minimaal de diepte van de strook voor aaneengesloten bebouwing, vermeerderd met 10 meter. Voor bestaande kavels kan hiervan afgeweken worden. Vorm van de kavels De zijgrenzen moeten haaks op de voorgevelbouwlijn worden ontworpen over een diepte die tenminste gelijk is aan de diepte van de strook voor aaneengesloten bebouwing, vermeerderd met de diepte van de voortuinstrook. definitief RUP - 15 oktober 2009 15

Artikel en legende Verordenend stedenbouwkundig voorschrift Toelichting ruimtelijke opties en principes 3.2.2. Bebouwingsvoorschriften Plaatsing van de gebouwen Binnen de stroken voor aaneengesloten bebouwing zoals aangegeven op het grafisch plan. Afmetingen van de gebouwen: Minimale voorgevelbreedte: de volledige perceelsbreedte voor aaneengesloten gebouwen; 6 meter voor kopgebouwen. Bouwhoogte: volgens de op het grafisch plan aangeduide profielen A, B en C. Welstand van de gebouwen Dakvorm Volgens de op het grafisch plan aangeduide profielen A, B en C. Materialen Esthetisch en constructief verantwoorde, duurzame materialen. gevels: gevelsteen; maximum 50% van de totale geveloppervlakte mag worden afgewerkt in sierbepleistering, hout en/of andere esthetisch en constructief verantwoorde, duurzame materialen; gedeelten van scheidsmuren die vrij blijven en eventuele blinde gevels, moeten afgewerkt worden in het gevelmateriaal van het gebouw waarvan de gevel deel uitmaakt of in een duurzaam esthetisch materiaal. definitief RUP - 15 oktober 2009 16

Artikel en legende Verordenend stedenbouwkundig voorschrift Toelichting ruimtelijke opties en principes dakbedekking: van hellende daken: pannen, leien, zink of koper; van platte daken: bitumineuze dakbedekking, roofing, grind, groendak. definitief RUP - 15 oktober 2009 17

Artikel 4: Strook voor halfopen bebouwing (categorie van gebiedsaanduiding 1: wonen) Artikel en legende Verordenend stedenbouwkundig voorschrift Toelichting ruimtelijke opties en principes Art. 4: Strook voor halfopen bebouwing 4.1. Bestemming Deze zone heeft als bestemming woningbouw onder de vorm van ééngezinswoningen. 4.2. Inrichting 4.2.1. Verkavelingsvoorschriften Breedte van de kavels Gemeten op de voorgevelbouwlijn: min. 9 meter - max. 12 meter. Voor bestaande kavels kan hiervan afgeweken worden. Diepte van de kavels Gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn: minimaal de diepte van de strook voor aaneengesloten bebouwing, vermeerderd met 10 meter. Voor bestaande kavels kan hiervan afgeweken worden. Vorm van de kavels De zijgrenzen moeten haaks op de voorgevelbouwlijn worden ontworpen over een diepte die tenminste gelijk is aan de diepte van de strook voor aaneengesloten bebouwing, vermeerderd met de diepte van de voortuinstrook. definitief RUP - 15 oktober 2009 18

Artikel en legende Verordenend stedenbouwkundig voorschrift Toelichting ruimtelijke opties en principes 4.2.2. Bebouwingsvoorschriften Plaatsing van de gebouwen Binnen de stroken voor halfopen bebouwing zoals aangegeven op het grafisch plan. Afmetingen van de gebouwen: Minimale voorgevelbreedte: 6 meter voor kopgebouwen. Bouwhoogte: volgens de op het grafisch plan aangeduide profielen C en E. Welstand van de gebouwen Dakvorm Volgens de op het grafisch plan aangeduide profielen C en E. Materialen Esthetisch en constructief verantwoorde, duurzame materialen. gevels: gevelsteen; maximum 50% van de totale geveloppervlakte mag worden afgewerkt in sierbepleistering, hout en/of andere esthetisch en constructief verantwoorde, duurzame materialen; gedeelten van scheidsmuren die vrij blijven en eventuele blinde gevels, moeten afgewerkt worden in het gevelmateriaal van het gebouw waarvan de gevel deel uitmaakt of in een duurzaam esthetisch materiaal. dakbedekking: van hellende daken: pannen, leien, zink of koper; van platte daken: bitumineuze dakbedekking, roofing, grind, groendak. definitief RUP - 15 oktober 2009 19

Artikel 5: Strook voor open bebouwing (categorie van gebiedsaanduiding 1: wonen) Artikel en legende Verordenend stedenbouwkundig voorschrift Toelichting ruimtelijke opties en principes Art. 5: Strook voor open bebouwing 5.1. Bestemming Deze zone heeft als bestemming woningbouw onder de vorm van ééngezinswoningen. 5.2. Inrichting 5.2.1. Bebouwingsvoorschriften Plaatsing van de gebouwen Binnen de stroken voor open bebouwing zoals aangegeven op het grafisch plan. Afmetingen van de gebouwen: Bouwhoogte: kroonlijst hoogte maximaal 7 meter nokhoogte maximaal 11 meter Welstand van de gebouwen Dakvorm Vrij Materialen Esthetisch en constructief verantwoorde, duurzame materialen. gevels: gevelsteen; maximum 50% van de totale geveloppervlakte mag worden afgewerkt in sierbepleistering, hout en/of andere esthetisch en constructief verantwoorde, duurzame materialen; definitief RUP - 15 oktober 2009 20

Artikel en legende Verordenend stedenbouwkundig voorschrift Toelichting ruimtelijke opties en principes gedeelten van scheidsmuren die vrij blijven en eventuele blinde gevels, moeten afgewerkt worden in het gevelmateriaal van het gebouw waarvan de gevel deel uitmaakt of in een duurzaam esthetisch materiaal. dakbedekking: van hellende daken: pannen, leien, zink of koper; van platte daken: bitumineuze dakbedekking, roofing, grind, groendak. definitief RUP - 15 oktober 2009 21

Artikel 6: Strook voor bijgebouwen (categorie van gebiedsaanduiding 1: wonen) Artikel en legende Verordenend stedenbouwkundig voorschrift Toelichting ruimtelijke opties en principes Art. 6: Strook voor bijgebouwen 6.1. Bestemming Autogarages, bergplaatsen en hokken, met uitsluiting van iedere vorm van bedrijfsgebruik. 6.2. Inrichting 6.2.1. Bebouwing Plaatsing van de gebouwen Binnen de stroken voor bijgebouwen zoals aangegeven op het grafisch plan. Afmetingen van de gebouwen Maximale kroonlijsthoogte: 3 meter. Welstand van de gebouwen Dakvorm Platte daken, volgens het op het grafisch plan aangeduide profiel D. Materialen Esthetisch en constructief verantwoorde, duurzame materialen. definitief RUP - 15 oktober 2009 22

Artikel 7: Tuinstrook (categorie van gebiedsaanduiding 1: wonen) Artikel en legende Verordenend stedenbouwkundig voorschrift Toelichting ruimtelijke opties en principes Art. 7: Tuinstrook 7.1. Bestemming Tuinen. 7.2. Inrichting 7.2.1. Bebouwing Op die percelen waarvoor geen afzonderlijke strook voor bijgebouwen op het grafisch plan werd voorzien, is het oprichten van bijgebouwen toegestaan, tot een maximale terreinbezetting van 10% van de perceelsoppervlakte (voor de totaliteit van de bijgebouwen op het perceel). Plaatsing van de gebouwen op minimaal 10 meter uit de achtergevelbouwlijn; hetzij op de perceelsgrens, hetzij op minimaal 3 meter ervan. Afmetingen van de gebouwen kroonlijsthoogte maximaal 3 meter; nokhoogte van een schuin dak maximaal 6 meter; bovendien moet de hoogte van het gebouw steeds begrepen zijn binnen een hoek van 45 gemeten vanaf 3 meter hoogte op 3 meter afstand van elke perceelsgrens. definitief RUP - 15 oktober 2009 23

Artikel en legende Verordenend stedenbouwkundig voorschrift Toelichting ruimtelijke opties en principes Welstand van de gebouwen Dakvorm gebouwen geplaatst op de perceelsgrens: plat dak; overige gebouwen: plat of schuin dak, met een maximale helling van 45. Materialen Esthetisch en constructief verantwoorde, duurzame materialen. gevels: gevelsteen; maximum 50% van de totale geveloppervlakte mag worden afgewerkt in sierbepleistering, hout en/of andere esthetisch en constructief verantwoorde, duurzame materialen; gedeelten van scheidsmuren die vrij blijven en eventuele blinde gevels, moeten afgewerkt worden in het gevelmateriaal van het gebouw waarvan de gevel deel uitmaakt of in een duurzaam esthetisch materiaal. dakbedekking: van hellende daken: pannen, leien, zink of koper; van platte daken: bitumineuze dakbedekking, roofing, grind, groendak. Tuinhuisjes In afwijking op voorgaande bepalingen zijn houten tuinhuisjes toegestaan onder de volgende voorwaarden : dakvorm: plat dak of schuin dak (maximum helling van 45 ); nokhoogte van max. 3 m; bebouwde oppervlakte van max. 12 m². Deze oppervlakte zit vervat in het percentage van de perceelsoppervlakte dat maximaal mag bebouwd worden; op te richten op min. 5 m uit de achtergevelbouwlijn; definitief RUP - 15 oktober 2009 24

Artikel en legende Verordenend stedenbouwkundig voorschrift Toelichting ruimtelijke opties en principes op te richten op min. 1 m uit de perceelsgrenzen. 7.2.2. Aanleg van de zone Deze strook dient als tuin voor bewoners en moet als dusdanig aangelegd en gehandhaafd worden. Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met streekeigen beplanting. Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van 5 m rond deze gebouwen. definitief RUP - 15 oktober 2009 25

Artikel 8: Voortuinstrook (categorie van gebiedsaanduiding 1: wonen) Artikel en legende Verordenend stedenbouwkundig voorschrift Toelichting ruimtelijke opties en principes Art. 8: Voortuinstrook 8.1. Bestemming Na de oprichting van het hoofdgebouw dient de strook als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met streekeigen soorten. Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van 5 m rond deze gebouwen. Voor de woningen in de Van Dijkstraat en de Mayerlei zijn garage-inritten toegelaten op 0,70 meter onder het trottoirniveau. De helling van de inrit mag over een afstand van 5 meter, gemeten vanaf de rooilijn, niet meer dan 4 % bedragen. definitief RUP - 15 oktober 2009 26

Artikel 9: Zone voor openbare wegenis (categorie van gebiedsaanduiding 8: lijninfrastructuur) Artikel en legende Verordenend stedenbouwkundig voorschrift Toelichting ruimtelijke opties en principes Art. 9: Zone voor openbare wegenis 9.1. Bestemming Deze zone is bestemd voor de aanleg van openbare wegenis en aanhorigheden, aanleg van een openbaar plein en groenaanleg. Binnen het openbaar domein gevormd door deze aanleg kunnen ondergrondse nutsleidingen zoals elektriciteit, gas, water, TV-distributie, telefoon, riolering, enz worden aangelegd. 9.2. Inrichting 9.2.1. Toelaatbare werken In dit gebied zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassen van voor verkeers- en vervoersinfrastructuur, wegeninfrastructuur en aanhorigheden. 9.2.2. Verboden werken Alle andere constructies zijn verboden. Onder aanhorigheden van wegeninfrastructuur wordt verstaan: al dan niet verharde bermen, grachten en taluds; de stationeer- en parkeerstroken, de wegsignalisatie en wegbebakening; de verlichting, de afwatering, de beplantingen; de veiligheidsuitrustingen zoals stootbanden en hulpposten; de geluidswerende constructies, kunstwerken, straatmeubilair en infrastructuur van nutsmaatschappijen. definitief RUP - 15 oktober 2009 27

Artikel 10: Indicatieve aanduiding langzaam verkeersverbinding (categorie van gebiedsaanduiding 8: lijninfrastructuur) Artikel en legende Verordenend stedenbouwkundig voorschrift Toelichting ruimtelijke opties en principes Art. 10: Indicatieve aanduiding langzaam verkeersverbinding 10.1. Bestemming Openbare wegenis voor voetgangers en fietsers die een verbinding maakt tussen de omliggende straten, doorheen de zone voor gemeenschapsvoorzieningen. Na uitvoering is deze wegenis bestemd voor langzaam verkeer zoals onder meer (brom)fietsverkeer en wandelaars. 10.2. Inrichting Het tracé is indicatief weergegeven op het grafisch plan, het geeft niet de exacte ligging van het pad aan en is niet limitatief. Het bewegwijzeren en het plaatsen van informatieborden van openbaar nut (zoals wegwijzers en seinborden) is toegelaten. Ook verlichtingsapparatuur, eventuele kunstwerken, straatmeubilair en infrastructuur van nutsmaatschappijen kan toegelaten worden.. Het is wenselijk een langzaam verkeersverbinding tussen de omliggende straten (Van Dijkstraat, Fredericusstraat en Bremveldlaan) te voorzien doorheen de zone voor gemeenschapsvoorzieningen. Deze verbinding wordt slechts indicatief weergegeven op het grafisch plan. De juiste ligging en de aanleg van het voet- en fietspad dient te worden weergegeven op de vergunningsaanvraag voor het project in de zone voor gemeenschapsvoorzieningen. Het vademecum fietsvoorzieningen kan als leidraad dienen bij de beoordeling van het voorstel. definitief RUP - 15 oktober 2009 28

Voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad van Mortsel in zitting van... Bij bevel De secretaris De voorzitter van de gemeenteraad Erik Prims Walter Duré --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Het College van Burgemeester en Schepenen bevestigt dat onderhavig plan op het gemeentehuis ter inzage van het publiek is geweest tijdens het openbaar onderzoek van tot Namens het College Bij bevel De secretaris De burgemeester Erik Prims Ingrid Pira --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Definitief vastgesteld door de gemeenteraad van Mortsel in zitting van... Bij bevel De secretaris Erik Prims De voorzitter van de gemeenteraad Walter Duré --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Gezien en goedgekeurd door de deputatie in zitting van In opdracht De provinciegriffier Danny Toelen De gouverneur Cathy Berx definitief RUP - 15 oktober 2009 29

Bijlage aan het besluit van de deputatie van de provincieraad van Antwerpen van In opdracht De provinciegriffier (w.g.) Danny Toelen Voor eensluidende kopie; Voor de provinciegriffier, Het Departementshoofd, De gouverneur (w.g.) Cathy Berx Wim Lux definitief RUP - 15 oktober 2009 30