Gemeente Aalburg, gemeente Werkendam en gemeente Woudrichem

Vergelijkbare documenten
Onderzoek onder mantelzorgers en vrijwilligers

Gemeente Steenbergen. Wmo klanttevredenheid over juli 2014

Hoofdstuk 31. Mantelzorg

Gemeente IJsselstein. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Concept 12 juli 2016

18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% jaar jaar jaar 65+ Man Vrouw Ja Nee. Deventer gemiddelde

Gemeente Roosendaal. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over Concept. 11 augustus 2014

Wordt de mantelzorger lokaal ondersteund?

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012

Gemeente Barneveld. Onderzoek effecten decentralisaties in de gemeente Barneveld. 17 augustus 2015

Hoofdstuk 14. Mantelzorg

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Woerden. Klanttevredenheid Wmo over juli 2014

Hoofdstuk 21 Mantelzorg

Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

28 november Onderzoek: Mantelzorgen

Inhoudsopgave Inleiding Leeswijzer 1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2. Het gesprek voorbereiden 3. Tot slot

Sandwichgeneratie in de gemeente Haaren

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017

Burgerpanel Gorinchem. 1 e peiling: Sociale monitor. Juli 2014

Gemeente Alphen-Chaam

Feiten en cijfers mantelzorg

Gemeente Ommen. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 28 juli 2017

Gemeente Druten. Onderzoek naar mantelzorg en vrijwilligerswerk. Concept. 16 juni 2014

Wmo-loket. In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning

Mantelzorg in s-hertogenbosch

Feitenkaart Mantelzorgers

Vrijwilligerswerk Vrijwillige hulp

Sociale steun. 1 Conclusies. 2 Kracht van het netwerk. Hoe stimuleren we het beroep op het eigen netwerk?

Gemeente Bergen op Zoom

Huurdersorganisatie WBSG

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2009 Mantelzorgers Gemeente Heeze-Leende

Cliëntondersteuning. Tips voor het keukentafelgesprek. Hoe kan ik mij voorbereiden op het gesprek met de Wmo-consulent van de gemeente?

Mantelzorgbeleid ZAB Nederland

waardering Zwolle Jonge mantelzorgers (jonger dan 18 jaar) zijn in de onderzoeken van de gemeente niet meegenomen,

Kanteling Wmo Iedereen doet mee

Gemeente Zeist. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over juli 2015

Gemeente Winterswijk Wmo klanttevredenheidsonderzoek

Gemeente Lopik. Breed inwonersonderzoek. Definitieve rapportage 5 april 2016

Moerdük. ge meente. o 80% ervaart de geboden ondersteuning als nuttig RAADSINFORMAT EBRIEF

Gemeente IJsselstein. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over juli 2015

Burgeronderzoek gemeente Velsen November 2017

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM

Gemeente Landsmeer. Wmo-klanttevredenheid over juni 2014

Onderstaand onze adviezen c.q. bevindingen n.a.v. het rapport van Companen d.d. juli 2014:

Gemeente Montfoort. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over augustus 2015

Uitslag enquête Wmo-beleid gemeente Heumen

1 Startersonderzoek Doesburg

Gemeente Dalfsen. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Betrokkenheid van buurtbewoners. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest Vergelijking gemeenten 2015

Kwaliteitsonderzoek begeleiding

Onderzoek naar de belasting en ondersteuningsbehoefte van mantelzorgers in de gemeente Leeuwarden; factsheet

Moerd U k RAADSINFORMATIEBRIEF

Woningstichting De Gemeenschap

Welkom. Met het invullen en terugsturen van deze vragenlijst geeft u ons toestemming uw data te gebruiken.

Programma. 1. Presentatie onderzoek: Fadoua Achgaph uur. 2. Presentatie van organisaties uur Pluspunt MEE Activite

Cliëntervaringsonderzoek Wmo gemeente Simpelveld

Gemeente Beuningen. Wmo klanttevredenheidsonderzoek over Concept. 3 april 2014

Klantonderzoek Wmo over 2012 Ervaringen van Mantelzorgers. Pijnacker-Nootdorp

Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2011

Beleid mantelzorg en vrijwilligers Fener Zorg

3401 BK IJsselstein Postbus AA IJSSELSTEIN t f e

Onderzoek naar wensen en behoeften op het gebied van dagbesteding van (kwetsbare) ouderen en hun mantelzorgers in het Schilderskwartier in Woerden

Bij deze bieden wij u de resultaten aan van het onderzoek naar de eerste effecten van de decentralisaties in de gemeente Barneveld.

Laurentius Cliëntenpanel Onderwerp Mantelzorg. Cliëntenraad Laurentius Ziekenhuis, december 2016

Gemeente Ede laat zien waar goede zorg om draait. oktober 2017

Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011

Manifest. van de mantelzorger

Werkbezoek Gemeenteraad Leiderdorp 21 mei 2014

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011

Dé mantelzorger bestaat niet

Cliëntervaringsonderzoek Wmo BMWE gemeenten 2016 Gemeente Bedum AHA! marktonderzoek en marketingadvies

Enquête mantelzorg in de gemeente Haren

Mantelzorgers in Delft

HOE U DE SAMENWERKING MET THUISZORGMEDEWERKERS VERBETERT

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

Mantelzorgers in Delft

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

minder dan 5 jaar tussen de 5 en de 10 jaar tussen de 10 en de 15 jaar langer dan 15 jaar

Steunpunten vrijwilligers en mantelzorg

Klantonderzoek Wmo over 2014: Ervaringen van mantelzorgers

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Woningbouwstichting De Gemeenschap

Klantonderzoek Wmo over 2012 Ervaringen van Mantelzorgers. Meppel

Mantelzorg en persoonsgebonden budget

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Ruim baan voor informele zorg

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

BURGERPANEL CAPELLE OVER EENZAAMHEID

Vragenlijst mantelzorg

AA EN HUNZE PANEL. Resultaten peiling 5: Zorgen voor elkaar. Januari 2016

HULP BIJ ZORG VOOR EEN ANDER

29 november Onderzoek: Veranderingen in de zorg en mantelzorg

pggm.nl Mantelzorg en dementie in de beleving van PGGM&CO-leden

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

Mantelzorgers. Mantelzorgen?... Nee hoor, gewoon Liefde!

Transcriptie:

Gemeente, gemeente en gemeente Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 5 augustus 2014

DATUM 5 augustus 2014 TITEL Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers ONDERTITEL OPDRACHTGEVER Gemeente, gemeente en gemeente Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem info@companen.nl www.companen.nl (026) 351 25 32 @Companen BTW NL001826517B01 IBAN NL95RABO0146973909 KVK 09035291 AUTEUR(S) Wietske Tideman Jeroen Lijzenga PROJECTNUMMER 870.102/G

Inhoud Samenvatting en conclusies 1 Conclusies per gemeente 2 1 Inleiding 4 1.1 Bereiken van mantelzorgers en vrijwilligers 4 1.2 Onderzoeksaanpak 5 1.3 Responsverantwoording 5 1.4 Leeswijzer 6 2 Mantelzorgers 7 2.1 Wie wordt er verzorgd 7 2.2 Wat beweegt mantelzorgers 7 2.3 Delen van de zorg 8 2.4 Belasting door de mantelzorg 8 2.5 Ondersteuningsbehoefte en ondersteuning 9 3 Vrijwilligers 11 3.1 Aard van het vrijwilligerswerk 11 3.2 Wat beweegt vrijwilligers? 11 3.3 Belasting 12 3.4 Ondersteuningsbehoefte 13 3.5 Vrijwilligerswerk stimuleren 13 Bijlage 1. Figuren 1 Algemeen 1 Mantelzorgers 2 Vrijwilligers 8 Bijlage 2. Vragenlijst mantelzorg & vrijwilligerswerk 15

Samenvatting en conclusies Er gaat de komende tijd veel veranderen in de manier waarop zorg en ondersteuning worden georganiseerd. De overheid zal in de toekomst een groter beroep doen op burgers om elkaar te ondersteunen als dat nodig is. Gemeenten hebben de taak om vrijwilligers en mantelzorgers te ondersteunen, mochten zij daaraan behoefte hebben. De gemeenten, en willen graag meer inzicht in de mate waarin mantelzorg en vrijwilligerswerk wordt verricht en de ondersteuningsvraag van mantelzorgers en vrijwilligers. Daarom hebben zij gezamenlijk een onderzoek uit laten voeren naar dit onderwerp. Voor het onderzoek zijn gericht mantelzorgers benaderd die bij instellingen bekend zijn. Er is een enquête uitgezet onder een steekproef van inwoners van 45 jaar en ouder. Daarnaast konden inwoners uit eigen initiatief de enquête invullen. Hiervoor is via verschillende kanalen een oproep uitgegaan. Er werden 614 enquêtes ingevuld. Mantelzorgers Ongeveer de helft van de respondenten geeft aan mantelzorger te zijn. Veelal gaat het om (op regelmatige basis) verzorging en / of ondersteuning van (schoon)ouder(s) of partner. De aard van de mantelzorg is divers en veelzijdig. Het gaat met name om praktische ondersteuning; hulp bij vervoer of hulp bij huishoudelijke zaken. Eén op de drie geeft aan dat hij persoonlijke verzorging verleent. De mantelzorg is intensief, in de meeste gevallen dagelijks (40%) of meerdere malen per week (30%). De belangrijkste motivatie om mantelzorg te verlenen, heeft te maken met een gevoel van morele verplichting; men vindt dat je dat voor elkaar doet, dat het normaal is en men doet het uit liefde en genegenheid van degene die het betreft. De meeste mantelzorgers kunnen de zorg delen met een ander en de samenwerking rondom de hulpvrager verloopt vaak goed. Ook de samenwerking met professionele zorgverleners verloopt goed. Eén op de drie mantelzorgers voelt zich niet tot nauwelijks belast door de mantelzorg die zij verlenen. Eén op de vijf mantelzorgers voelt zich echter zwaar belast of zelfs overbelast. Als men niet op iemand in de omgeving kan terugvallen om (incidenteel of regelmatig) een deel van de mantelzorg over te nemen, voelt men zich zwaarder belast. Aan (aanvullende) ondersteuning van organisaties heeft bijna niemand behoefte. Men redt zich zoals het nu gaat of met de ondersteuning die men reeds van organisaties ontvangt. Vrijwilligers 60% tot 70% van de respondenten is naar eigen zeggen vrijwilliger. In de meeste gevallen zet men zich vrijwillig in voor een vereniging of bij het ondersteunen van ouderen, zieken of mensen met een beperking. Voor de meesten geldt dat zij al langere tijd dit vrijwilligerswerk doen en er niet over denken om er in de nabije toekomst mee te stoppen. Redenen om vrijwilligerswerk te doen hebben te maken met een gevoel wat nuttigs te doen voor de samenleving en voor anderen. Ook intrinsieke redenen spelen mee; men vindt het leuk, voelt zich gewaardeerd. Als men nu geen vrijwilligerswerk doet, is men er meestal ook niet toe bereid als iemand het zou vragen. Redenen dat mensen géén vrijwilligerswerk doen zijn tijdgebrek, dat men er lichamelijk niet (meer) toe in staat is of er liever niet aan vast zit. Voor veruit de meesten is het vrijwilligerswerk goed te combineren met andere bezigheden. De helft van de vrijwilligers voelt zich dan ook niet zwaar belast. 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 1

Niet iedereen is op de hoogte van ondersteuningsmogelijkheden. Weinig respondenten maken er gebruik van en aan (aanvullende) ondersteuning heeft nagenoeg niemand behoefte. Op de vraag wat mensen zou aanzetten om wel vrijwilligerswerk te gaan doen, komt vooral naar voren dat informatie over wat er te doen is, van belang is. Concluderend Mantelzorg wordt vooral verleend binnen de familiekring. De zorg is redelijk intensief, veelal dagelijks of meerdere malen per week. Men verwacht vaak dat de zorg in de toekomst in intensiteit zal toenemen, maar men ziet veelal geen mogelijkheden om zelf meer mantelzorg te gaan verlenen. Men vindt het normaal en vanzelfsprekend om mantelzorg te verlenen aan iemand uit de omgeving die dit nodig heeft. De meeste mantelzorgers lijken zich goed te redden; zij kunnen de zorg delen met familieleden (wat goed verloopt), kunnen aanspraak doen op iemand om af en toe taken over te nemen en veruit de meeste mantelzorgers hebben dan ook geen behoefte aan ondersteuning. Dat neemt niet weg dat mantelzorg verlenen wel veel vergt van mensen. Dat uit zich op alle aspecten van het leven; zowel lichamelijk, persoonlijk (psychisch en emotioneel, tijdgebrek) als op het gezin (relatieproblemen, te weinig tijd voor elkaar). En ongeveer één op de vijf mantelzorgers voelt zich zwaar belast of overbelast. Vrijwilligerswerk is divers; in zowel het type vrijwilligerswerk als de intensiteit waarin men het doet. Meer dan mantelzorg is vrijwilligerswerk een keuze, men doet het dan ook omdat men het leuk vindt, omdat het voldoening geeft en als vorm van zingeving. Het lijkt dan veelal iets te zijn dat men graag doet en zodoende is het ook niet vaak te veel voor mensen. Aan ondersteuning hebben niet veel mensen behoefte. Conclusies per gemeente Over het algemeen komen de uitkomsten voor de drie gemeenten in grote mate overeen. Toch zijn er ook enkele verschillen. Hieronder een aantal noties per gemeente: De mantelzorgers in verlenen gemiddeld intensief mantelzorg; ruim 80% verleent één of meermalen per week mantelzorg. Ondanks het relatief zware tijdsbeslag dat de mantelzorg vergt, zien mantelzorgers in vaker mogelijkheden om meer mantelzorg te verlenen aan degene die zij verzorgen dan in de andere twee gemeenten. Wat vaker dan in de andere gemeenten is men op de hoogte van het bestaan van ondersteuningsorganisaties. Vrijwilligers zijn echter gemiddeld juist wat minder vaak op de hoogte van de mogelijkheid om ondersteund te worden. De mantelzorgers in verlenen iets minder intensief mantelzorg dan in de andere gemeenten. Ook ziet men geen mogelijkheden om de mantelzorg te intensiveren; slechts 15% van de mantelzorgers ziet mogelijkheden om meer zorg te verlenen aan de hulpbehoevende, van wie men wel verwacht dat deze in de toekomst meer zorg nodig zal hebben. Daarnaast geven in relatief meer mensen aan dat zij er alleen voor staan in hun zorg voor de mantelzorger, dat er geen andere mantelzorgers zijn die zorg verlenen. Men voelt zich dan ook zwaarder belast dan in de andere gemeenten en ondervindt vaker problemen door het feit dat men mantelzorg 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 2

verleent. Dat lijkt een kwetsbare situatie, wie kan er zorg verlenen als het de mantelzorger écht te veel wordt? De intensiteit van mantelzorg in is vergelijkbaar met, bijna 90% verleent ten minste één maal per week mantelzorg. Toch voelen mantelzorgers zich wat minder zwaar belast dan in andere gemeenten. Dat kan ook te maken hebben met het feit dat iets meer mantelzorgers aangeven dat zij kunnen terugvallen op anderen om een deel van de zorg over te nemen. Minder mantelzorgers in zijn bekend met organisaties die ondersteuning kunnen bieden. Het aandeel mensen dat geen behoefte heeft aan (aanvullende) ondersteuning is ook groter. Het lijkt erop, dat het netwerk van de mantelzorgers in voldoende is om de mantelzorgers te ontlasten en van ondersteuning te voorzien. 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 3

1 Inleiding De Wmo verplicht elke gemeente jaarlijks de kwaliteit van de maatschappelijke voorzieningen te meten middels een onderzoek onder bewoners. De vorm van dit onderzoek is vrij, wat betekent dat gemeenten een onderwerp kunnen onderzoeken dat op dat moment voor hen relevant is. Voor de gemeente, en spelen op dit moment vragen rondom de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers. Het onderzoek dit jaar heeft dan ook dit onderwerp. Belang van vrijwilligers en mantelzorgers steeds groter Er wordt de komende jaren steeds meer verwacht van vrijwilligers en mantelzorgers. De drempel voor toegang tot zorg en voorzieningen wordt hoger. Voor de ondersteuning die mensen nodig hebben, wordt meer en meer een beroep gedaan op het eigen netwerk en de buurt. De vraag is in hoeverre dit verwacht kan worden van de samenleving. Mantelzorg versus Vrijwilligerswerk Mantelzorg is langdurende zorg die wordt geboden aan een hulpbehoevende, door personen uit diens sociale omgeving, waarbij de zorgverlening de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt. Mantelzorg is geen beroepsmatig geboden zorg. Mantelzorg is vaak van langere duur en kent een zekere mate van regelmaat. Door mantelzorg wordt vaak voorkomen c.q. uitgesteld dat hulpbehoevenden aanspraak maken op formele zorg. Mantelzorg is daardoor belangrijk om de formele zorg betaalbaar te houden. Naast direct betrokkenen uit de eigen sociale omgeving, zetten ook anderen zich vrijwillig en onbetaald in voor de ondersteuning en het leveren van zorg aan hulpbehoevenden. Hier is sprake van vrijwilligerszorg. Deze informele zorg wordt vaak georganiseerd door maatschappelijke organisaties, die met dit doel zijn opgericht. We denken daarbij aan cliëntenorganisaties als patiënten-belangen-vereniging, maar ook de Zonnebloem en het Rode Kruis. Ook de kerken verrichten veel informele zorg. 1.1 Bereiken van mantelzorgers en vrijwilligers Het onderzoek richt zich op mantelzorgers en vrijwilligers. Het vinden van mantelzorgers en vrijwilligers voor deelname aan het onderzoek is lastig. Er is daarom gekozen voor een meervoudige veldwerkstrategie om hen te kunnen bereiken. Op drie manieren zijn mantelzorgers en vrijwilligers benaderd om deel te nemen aan het onderzoek: 1. Via bij steunpunten bekende mantelzorgers en vrijwilligers. Een deel van de mantelzorgers heeft de weg naar ondersteuning al gevonden en is bekend bij steunpunten mantelzorg of vrijwilligersondersteuning. Via deze organisaties is dit deel van de onderzoeksgroep benaderd. De groep mantelzorgers die bekend is bij de steunpunten, is echter niet representatief voor de gehele groep. Veel mensen leveren mantelzorg en helpen familie, vrienden en bekenden zonder daarbij ondersteuning te krijgen of zich er zelfs maar van bewust te zijn dat wat zij doen mantelzorg heet. 2. Breed onderzoek onder bevolking via steekproef. Om deze groep te enquêteren is gekozen voor een bredere benadering van de inwoners van de drie gemeenten. Om de kans zo groot mogelijk te maken om mensen te treffen die mantelzorg of 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 4

vrijwilligerswerk leveren, is een steekproef getrokken onder de inwoners vanaf 45 jaar. Vanaf de leeftijd van 45 jaar neemt namelijk het aandeel mantelzorgers en vrijwilligers aanmerkelijk toe. 3. Brede uitnodiging via diverse kanalen om deel te nemen. Naast het actief benaderen van bewoners, kregen bewoners de mogelijkheid om spontaan deel te nemen aan de enquête. Deze mogelijkheid werd bekend gemaakt door een oproep te verspreiden via verschillende kanalen, zoals flyers en persberichten via plaatselijke media. 1.2 Onderzoeksaanpak Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van een enquête die men via internet kon invullen. Bewoners die deze wijze van deelnemen niet prettig vonden, of om een andere reden niet via een computer konden of wilden deelnemen, konden ook telefonisch meedoen. De enquête werd in dat geval afgenomen door ervaren enquêteurs van Companen. Ten slotte wilde een aantal bewoners graag een schriftelijke vragenlijst invullen. Ook deze mogelijkheid is geboden. Deze aanpak maakte de drempel voor mantelzorgers en vrijwilligers om aan het onderzoek deel te nemen, zo laag mogelijk. Aankondiging van het onderzoek Om een zo hoog mogelijke respons te behalen, is het onderzoek zorgvuldig aangekondigd. Op verschillende wijzen is men op het onderzoek geattendeerd en zijn oproepen tot deelname aan het onderzoek verspreid: De mensen die via de steunpunten mantelzorg of vrijwilligersondersteuning zijn benaderd én de mensen die in de steekproef vanuit het GBA waren opgenomen, ontvingen een persoonlijke brief met daarin een toelichting op het onderzoek, een oproep tot het invullen van de online enquête en een gebruikersnaam en wachtwoord om deel te nemen aan de enquête. Om mensen die spontaan meedoen aan het onderzoek te attenderen, werden op verschillende plekken posters en flyertjes verspreid. Ook zijn er persberichten in de plaatselijke media en op websites van organisaties geplaatst. Aanvullende acties ter verhoging van de respons Na enkele weken bleek de eerste oproep niet tot voldoende respons te leiden. Er is daarom een aantal acties ondernomen om de respons te verhogen: Opnieuw aandacht via plaatselijke media voor het onderzoek. Het sturen van een herinneringsbrief aan de mensen die eerder een uitnodigingsbrief hebben ontvangen, maar de vragenlijst nog niet hadden ingevuld. Het benaderen van een reserve steekproef van 300 personen per gemeente. Deze steekproef hielden we achter de hand om op dit moment te gebruiken. Deze mensen waren nog niet eerder per brief benaderd. Deze aanvullende acties hadden het gewenste resultaat op de respons. 1.3 Responsverantwoording In totaal hebben 614 bewoners deelgenomen aan het onderzoek, via de verschillende hierboven benaderwijzen. Tabel 1.1 laat zien hoe de respons verdeeld is over de drie gemeenten en via welk kanaal mensen hebben deelgenomen. 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 5

Tabel 1.1 Gemeenten, en. Respons onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers Via steunpunt Via steekproef Via open link Totaal Gemeente 51 122 39 212 Gemeente 43 124 35 202 Gemeente 22 134 41 197 Andere gemeente 1 2 0 3 Totaal 117 382 115 614 Bron: Companen. Onderzoek Mantelzorgers en vrijwilligers Gemeenten, en 2014. Enkele kenmerken van de respondenten de leeftijd van de meeste respondenten is boven de 45 jaar, wat uiteraard ook te maken heeft met het feit dat de steekproef uit deze leeftijdsgroep is getrokken. Meer dan de helft van de respondenten is tussen de 55 en 75 jaar oud; het grootste aandeel respondenten (ruim 60%) is vrouw; ongeveer de helft van de respondenten heeft een gezin met thuiswonende kinderen, ongeveer een derde woont samen met de partner (zonder kinderen); de meeste respondenten hebben geen betaald werk (meer), maar zijn gepensioneerd / met de VUT of zijn huisman / huisvrouw. De meeste anderen werken, fulltime of parttime. Deze gegevens zijn in grafiekvorm terug te vinden in bijlage 1, onder het kopje algemeen. 1.4 Leeswijzer In de volgende hoofdstukken beschrijven we de uitkomsten van het onderzoek onder mantelzorgers en vrijwilligers. We maken daarbij steeds een uitsplitsing naar de drie gemeenten, waardoor een onderlinge vergelijking duidelijk is te maken. In hoofdstuk twee kijken we naar mantelzorgers in de drie gemeenten. Wie zijn zij, welke zorg verlenen zij, hoe ervaren zij de belasting van de zorg die zij verlenen en aan welke ondersteuning hebben zij eventueel behoefte? In hoofdstuk drie komen vrijwilligers aan bod. Wie zijn zij, wat voor soort vrijwilligerswerk doen zij, wat is de beweegreden voor het doen van vrijwilligerswerk, hoe ervaren zij het vrijwilligerswerk en welke ondersteuningsbehoefte leeft er? Als bijlage zijn de grafieken opgenomen met daarin de enquêteresultaten weergegeven. Ook de vragenlijst is als bijlage opgenomen. 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 6

2 Mantelzorgers Mantelzorg is langdurende zorg die wordt geboden aan een hulpbehoevende, door personen uit de sociale omgeving, waarbij de zorgverlening de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt. Mantelzorg is vaak van langere duur en kent een zekere mate van regelmaat. Ook wordt vaak gezegd dat mantelzorg geen keuze is; het overkomt je. In dit hoofdstuk kijken we naar hoe mantelzorgers in, en mantelzorg ervaren. We kijken daarbij naar verschillende aspecten: Kenmerken van de mantelzorger en de kenmerken van de mantelzorg (aan wie, welke ondersteuning, intensiteit). Wat beweegt mantelzorgers, wat speelt mee bij het verlenen van mantelzorg? Kan men de (mantel)zorg delen met andere mantelzorgers en professionele zorgverleners, hoe verloopt de samenwerking met hen? In welke mate voelen mantelzorgers zich belast, ondervindt men problemen door het verlenen van mantelzorg en kan men (incidenteel) een deel van de zorg overdragen aan een ander? Wordt men ondersteund door een organisatie, welke (aanvullende) ondersteuningsbehoefte bestaat er? Hieronder worden de onderzoeksresultaten beschreven. De grafische weergave van de resultaten in is bijlage 1 opgenomen, onder het kopje mantelzorgers. 2.1 Wie wordt er verzorgd Van de respondenten die aan het totale onderzoek hebben meegewerkt, is ongeveer de helft mantelzorger. Dat betekent, dat zij aangeven dat zij langdurig en op regelmatige basis (minimaal een paar uur per week) iemand uit hun omgeving verzorgen of ondersteunen die dit nodig heeft. In de meeste gevallen (één op de drie) verzorgt men (schoon)ouder(s), maar ook de partner wordt door veel mantelzorgers genoemd. De aard van de mantelzorg is zeer divers. Men geeft vaak aan dat men meerdere soorten hulp en ondersteuning verleent. De mantelzorg is dus ook veelzijdig. Het gaat met name om praktische ondersteuning, hulp bij vervoer of hulp bij huishoudelijke zaken (huishouden, boodschappen, klussen). Minder vaak speelt de mantelzorger een rol bij persoonlijke verzorging, maar toch één op de drie geeft aan deze verzorging op zich te nemen. De mantelzorg is behoorlijk intensief, 40% verleent dagelijks mantelzorg en ongeveer 30% is er een paar keer in de week mee bezig. 2.2 Wat beweegt mantelzorgers In het onderzoek werd mantelzorgers een aantal aspecten van mantelzorg voorgelegd, met daarbij de vraag om aan te geven in hoeverre dit aspect meespeelt bij het verlenen van mantelzorg. Hiermee is te achterhalen wat de mantelzorger beweegt om mantelzorg te verlenen. Wat daarbij direct opvalt, is dat men het vanzelfsprekend vindt om te doen, dat men mantelzorg verleent uit liefde en genegenheid en dat men het als zijn of haar plicht voelt om de hulpvrager te 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 7

verzorgen en dat er niemand anders beschikbaar is om de ondersteuning te verlenen. Daaruit spreekt een zekere morele verplichting, zo blijkt ook uit de toelichtingen die men geeft: het hoort zo, het zijn toch je ouders het is normaal of ik hoop ook dat iemand dat voor mij gaat doen als ik dat nodig heb. In veel mindere mate speelt de woonsituatie van de zorgvrager mee. Dat er geen plek is in een woonvoorziening wordt nauwelijks aangegeven als reden voor de mantelzorg, dat de hulpvrager zelf liever niet wil verhuizen of dat de mantelzorger de hulpvrager liever niet ziet verhuizen, speelt bij minder dan de helft van de mantelzorgers een rol in hun overweging. Overigens speelt weerstand tegen verhuizen meer in dan in de andere gemeenten. De meeste mantelzorgers denken dat degene die zij verzorgen, de komende jaren steeds meer zorg nodig zal hebben. Daar staat tegenover dat veel mantelzorgers geen mogelijkheden zien om meer zorg te gaan verlenen. In lijkt daarvoor iets meer ruimte te zijn; meer mensen geven aan extra ondersteuning te kunnen bieden. In is het aandeel dat meer ruimte kan vrijmaken juist minder groot. 2.3 Delen van de zorg Ongeveer de helft van de mantelzorgers geeft aan dat er meer mensen zijn die mantelzorg verlenen aan degene die zij ondersteunen en / of verzorgen. Vaak gaat het om een familielid. Opvallend is dat mantelzorgers uit wat vaker dan in de andere gemeenten aangeven dat er niemand anders is die degene verzorgt die zij verzorgen; één op de drie mantelzorgers zegt er alleen voor te staan. In bijna alle gevallen verloopt de samenwerking tussen de verschillende mantelzorgers goed. Men geeft aan dat de onderlinge afstemming goed is, dat men na een lange periode van zorg goed op elkaar is ingespeeld en elkaar aanvult. De toelichtingen ademen een gelijkwaardige positie van alle mantelzorgers uit, waarin men respect heeft voor elkaar, eenieder doet waar hij of zij goed in is en op een praktische manier worden afspraken gemaakt over de zorg. Slechts enkele mantelzorgers geven aan dat de samenwerking tussen de verschillende mantelzorgers slecht verloopt. Dit heeft veelal te maken met minder goede familierelaties, waardoor de belasting ongelijk verdeeld is over familieleden of het contact met elkaar over de zorg moeilijk loopt. Twee op de drie mantelzorgers heeft met professionele zorg- en hulpverleners te maken. Vaak gaat het om thuiszorg, de hulp bij het huishouden en (huis)artsen. Ook de samenwerking met de zorgverleners rondom de zorg voor de hulpbehoevende, verloopt goed. Men werkt allen voor hetzelfde doel en eenieder heeft daarin zijn eigen rol. Daardoor verloopt het overleg soepel, zo licht men toe. Ook het feit dat de mantelzorger het gevoel heeft regie te hebben over de professionele zorg komt een aantal keer in de toelichtingen naar voren als een positief aspect van de samenwerking. Uiteraard komt het ook wel voor dat de samenwerking minder goed verloopt. Veelal heeft dat te maken met ontevredenheid over de zorg die verleend wordt of een slechte communicatie met de hulpverlener. 2.4 Belasting door de mantelzorg Eén op de drie mantelzorgers voelt zich niet of nauwelijks belast door de mantelzorg die zij verlenen. In ligt dit aandeel wat lager, meer mantelzorgers in voelen zich zwaar belast dan 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 8

in de andere gemeenten. In voelt het kleinste aandeel mantelzorgers zich zwaar belast; één op de tien. Als we verder kijken naar de belasting die men ervaart door het verlenen van mantelzorg, valt een aantal zaken op: Wellicht logisch: als de mantelzorg intensiever is, geven meer mantelzorgers aan dat zij zich zwaar belast voelen. Opvallend genoeg is het aandeel mantelzorgers dat zich niet of nauwelijks belast voelt net zo groot bij mantelzorgers die intensieve mantelzorg verlenen als bij hen bij wie de mantelzorg minder intensief is. Mantelzorg aan personen die dichtbij staan (kinderen, (schoon)ouders en partner) wordt iets vaker als belastend ervaren dan zorg aan mensen die iets verderaf staan. 40% van de mantelzorgers in en en bijna 50% van de mantelzorgers in zegt dat een ander de zorg voor de mantelzorger (deels) kan overnemen als dat nodig is of als de mantelzorger daar behoefte aan heeft. Dat kan incidenteel voorkomen of voor langere tijd zijn. We zien duidelijk dat de mantelzorgers die aanspraak kunnen maken op anderen om een deel van de zorg over te nemen, zich minder belast voelen dan de mantelzorgers die deze mogelijkheid niet hebben. Meer dan de helft van de mantelzorgers ervaart problemen door de mantelzorg die zij verlenen. Men geeft aan weinig tijd voor zichzelf te hebben, maar ook andere problematiek wordt genoemd, in gelijke mate: lichamelijke en psychische en emotionele problemen, problemen met de relatie, praktische moeilijkheden en financiële problemen. Het verlenen van mantelzorg kan op alle aspecten van het leven een effect hebben, zo blijkt. 2.5 Ondersteuningsbehoefte en ondersteuning In elke gemeente zijn organisaties actief die mantelzorgers kunnen ondersteunen. Door informatie en advies te verlenen, door de mogelijkheid te bieden om lotgenoten te ontmoeten, door praktische ondersteuning (respijtzorg bijvoorbeeld) of door belangen te behartigen. Sommige organisaties zijn lokaal georganiseerd (of vanuit de gemeente), andere organisaties zijn landelijk georganiseerd. De mate waarin organisaties in de verschillende gemeenten bekend zijn, verschilt sterk. Dat heeft te maken met dat sommige organisaties lokaal georganiseerd zijn, of door de levensbeschouwelijke signatuur van sommige organisaties, die meer vertegenwoordigd is in de ene gemeente dan in de andere. Over het algemeen kunnen we zeggen dat meer mensen in aangeven bekend te zijn met de ondersteuningsorganisaties. In is een opvallend hoog aandeel respondenten (45%) niet bekend met één van de organisaties. Dat heeft ook met de samenstelling van de respons te maken; er zijn minder mensen die aan de enquête deelnamen die geworven zijn via één van deze organisaties. De meeste mensen maken geen gebruik van de ondersteuning van de verschillende organisaties. Als men er wel gebruik van maakt, dan is men daarover tevreden. Veruit de meeste mantelzorgers hebben geen behoefte aan (aanvullende) ondersteuning. Enkele mantelzorgers hebben wel behoefte aan ondersteuning. Het type ondersteuning waaraan zij behoefte hebben, is zeer divers. Van praatgroepen en lotgenoten ontmoeten tot respijtzorg en concrete hulp bij zorgverlening. 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 9

De behoefte bij mensen die nu geen ondersteuning ontvangen is overigens niet groter dan de behoefte van de mantelzorgers die nu bekend zijn bij de ondersteunende organisaties en ondersteuning ontvangen. 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 10

3 Vrijwilligers Vrijwilligerswerk is werk dat men doet zonder daarvoor betaald te worden. Het zijn activiteiten die veelal een maatschappelijk doel dienen, zoals bij een vereniging, zorgen voor mensen die het wat moeilijker hebben. Het onderscheid met mantelzorg is dat het niet gaat om zorg voor iemand uit de directe familie- en / of vriendenkring, maar zich breder richt op de samenleving of een bepaalde groep daarbinnen. In dit hoofdstuk kijken we naar hoe vrijwilligers in, en hun vrijwilligerswerk ervaren. We kijken daarbij naar verschillende aspecten: Kenmerken van de vrijwilliger en de kenmerken van het werk dat zij verrichten (welk soort vrijwilligerswerk, intensiteit). Wat beweegt vrijwilligers ertoe vrijwilligerswerk te doen? Voelt men zich belast, wordt het vrijwilligerswerk wel eens teveel? Zou men graag nog meer vrijwilligerswerk doen? Hoe verhoudt het vrijwilligerswerk zich tot een betaalde baan en heeft het mensen in een uitkeringssituatie geholpen naar een betaalde baan? Wordt men ondersteund door een organisatie, welke (aanvullende) ondersteuningsbehoefte bestaat er? In dit hoofdstuk worden de onderzoeksresultaten beschreven. De grafische weergave van de resultaten in is bijlage 1 opgenomen, onder het kopje vrijwilligers. 3.1 Aard van het vrijwilligerswerk Tussen de 60% en bijna 70% van de respondenten geeft aan vrijwilligerswerk te verrichten. Veelal gaat het om vrijwilligerswerk voor een vereniging. Ook zijn er veel vrijwilligers die ouderen of mensen met een beperking ondersteunen. Het gaat dan om bijvoorbeeld vrijwilligerswerk in een verzorgingshuis, activiteiten ondernemen met ouderen of mensen met een beperking. Men doet dit vrijwilligerswerk al lang, al een groot deel van het leven of al een aantal jaar. Veruit de meeste vrijwilligers willen het ook nog zo lang mogelijk blijven doen en zijn niet van plan om in de nabije toekomst het vrijwilligerswerk neer te leggen. 3.2 Wat beweegt vrijwilligers? Aan vrijwilligers is een aantal motivaties / beweegredenen voorgelegd, met daarbij de vraag om aan te geven in hoeverre dit aspect meespeelt bij het verrichten van vrijwilligerswerk. Hiermee is te achterhalen wat vrijwilligers beweegt, waarom zij vrijwilligerswerk doen. Vrijwilligerswerk is meer een vrije keuze dan mantelzorg. Dat blijkt ook uit de beweegredenen die meespelen bij het (gaan) doen van vrijwilligerswerk; het gaat meer om zingeving, een bijdrage leveren aan de samenleving, je nuttig maken voor een ander. En ook is het belangrijk dat vrijwilligerswerk leuk 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 11

is. Opvallend is dat de beweegredenen die te maken hebben met een moreel plichtsbesef (het voelt als een plicht om een bijdrage leveren aan de samenleving, het is nodig en naastenliefde) wat sterker een rol spelen in en dan in. In geven vrijwilligers wat vaker aan dat het plezier hebben in het doen van vrijwilligerswerk een belangrijke rol speelt. Een gevoel van wederkerigheid (men wordt of werd zelf door een vrijwilliger ondersteund) speelt minder een rol, dat kan ook te maken hebben met dat de meeste vrijwilligers daarmee niet te maken hebben. Veruit de meeste mensen zijn (zeer) tevreden met het vrijwilligerswerk dat zij doen. Bij de toelichting daarop geven veel mensen aan dat het zo veel voldoening geeft, dat men dankbaar is, dat men ervan leert en de horizon verbreedt en dat het voor sociale contacten zorgt. Ook een motivering vanuit geloofsovertuiging komt een aantal keer naar voren; het is fijn wat voor de kerkgemeenschap te doen of vrijwilligerswerk is een manier om uiting te geven van de naastenliefde die uit geloofsovertuiging voortkomt. Vrijwilligerswerk versus een betaalde baan De relatie tussen betaald werk en vrijwilligerswerk speelt voor de meeste vrijwilligers geen rol, waarschijnlijk omdat het niet aan de orde is en de meeste mensen een betaalde baan hebben of met pensioen / de VUT zijn. Veruit de meeste vrijwilligers zaten niet in een uitkeringssituatie toen zij met vrijwilligerswerk begonnen. Bij de vrijwilligers bij wie dit wel het geval was, hielp het vrijwilligerswerk bij één op de vijf als opstap naar een betaalde baan. Beweegredenen van niet-vrijwilligers Aan respondenten die geen vrijwilligerswerk doen, is gevraagd of zij wel vrijwilligerswerk zouden willen doen als zij daarvoor gevraagd zouden worden. In de meeste gevallen is men daartoe niet bereid. De redenen daarvoor zijn uiteenlopend. Veelal is tijdgebrek de reden om geen vrijwilligerswerk te doen, maar ook is men er lichamelijk niet (meer) toe in staat of ziet men op tegen de verplichting die vrijwilligerswerk met zich mee zou (kunnen) brengen. 3.3 Belasting De tijd die men besteedt aan het vrijwilligerswerk wisselt sterk. De meeste vrijwilligers zijn een paar uur per week of per maand bezig met vrijwilligerswerk, voor anderen is het vrijwilligerswerk erg intensief, tot 20 en zelfs 25 uur per week. Ook geven veel mensen aan dat het erg wisselend is; de ene week kost het veel tijd, de andere week wat minder. Ongeveer de helft van de vrijwilligers heeft niet het gevoel dat het vrijwilligerswerk hen wel eens te veel wordt. Iets minder dan de helft van de vrijwilligers voelt zich wel eens belast door het vrijwilligerswerk, 3% tot 5% heeft regelmatig het gevoel dat het te veel is. Toch is voor veruit de meeste vrijwilligers het vrijwilligerswerk dat zij doen, goed te combineren met de andere bezigheden die zij hebben, zoals werk, huishouden, hobby s, etc. Een kwart van de vrijwilligers zou meer vrijwilligerswerk willen en kunnen doen. In geldt dit voor wat meer mensen dan in de andere gemeenten. 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 12

Al met al raadt ruim tweederde van de respondenten het anderen aan om vrijwilligerswerk te doen. Omdat het leuk is, omdat het voldoening geeft en omdat het goed is om je nuttig in te zetten voor de samenleving, zo leren we uit de toelichtingen. 3.4 Ondersteuningsbehoefte Niet iedereen is ervan op de hoogte dat er vrijwilligersondersteuning bestaat. In zijn wat minder mensen hiervan op de hoogte dan in de andere twee gemeenten. Weinig respondenten maken gebruik van deze ondersteuning, maar als zij daarvan gebruik maken, zijn zij over het algemeen wel tevreden hierover (let wel: het absolute aantal respondenten dat op deze vraag heeft geantwoord is laag). Behoefte aan ondersteuning is er nauwelijks, slechts enkele respondenten geven aan hier wel behoefte aan te hebben. Het gaat dan om informatievoorziening vanuit de gemeente of bijscholing om het vrijwilligerswerk te doen. 3.5 Vrijwilligerswerk stimuleren Gemeenten zien graag dat meer mensen vrijwilligerswerk gaan doen. Wat zou mensen stimuleren tot het gaan verrichten van vrijwilligerswerk? De respondenten denken dat vooral informatie over vrijwilligerswerk, over wat het inhoudt en welke vacatures er zijn, mensen zal aanzetten om zich ook vrijwillig in te zetten. Ook de mogelijkheid om het verplichtende karakter van vrijwilligerswerk te verminderen, door meer taken incidenteel aan te bieden, zou mensen kunnen stimuleren. In iets mindere mate, maar toch ook nog wel volgens de meerderheid van de respondenten, zou een lokaal vrijwilligersnetwerk, een kleine financiële vergoeding voor het vrijwilligerswerk of de mogelijkheden voor het volgen van cursussen of workshops stimulerend kunnen werken. 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 13

Bijlage 1. Figuren Algemeen Wat is uw leeftijd Bent u man of vrouw? < 35 jaar 32% 6 35-44 jaar 45-54 40% 60% 55-74 jaar 75+ 39% 61% 0% 20% 40% 60% 80% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Man Vrouw Hoe is uw huishouden samengesteld? Welke beschrijving past het best bij u? Alleenstaand Gezin (Echt)paar Eenoudergezin Anders Weet niet Fulltime werk Parttime werk Huisvrouw/huisman Ik ben werkloos Arbeidsongeschikt Gepensioneerd/VUT Mantelzorger/vrijwilliger Anders Weet niet 0% 20% 40% 60% 80% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 1

Mantelzorgers Verleent u mantelzorg aan iemand? Wat is uw leeftijd? 56% 44% < 35 jaar 35-44 jaar 53% 4 47% 52% 45-54 55-74 jaar 75+ 0% 20% 40% 60% 80% 100% 0% 20% 40% 60% 80% Mantelzorger Geen mantelzorger Meeste mantelzorg afgelopen jaar verleend aan. (Schoon)ouder Partner Ander familielid Vriend, vriendin, kennis Uitwonend kind Broer of zus Inwonend kind Buur Anders 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% Aard van de mantelzorg Mee/brengen naar arts of ziekenhuis Gezelschap houden Boodschappen doen Helpen in het huishouden Administratieve hulp Klussen in/om huis Persoonlijke verzorging Brengen naar clubs, vrienden of activiteiten Anders Weet niet 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Hoe vaak verleent u mantelzorg? 41% 32% 10% 4% 11% 39% 2 9% 6% 16% 41% 35% 13% 10% Dagelijks Paar keer in de week Eens per week Paar keer per maand Onregelmatig Weet niet 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 2

Welke overwegingen spelen mee bij het verlenen van mantelzorg Er is geen plaats in een woonvoorziening of tehuis 6% 83% 7% 6% 72% 14% 5% 81% 9% Speelt sterk mee Speelt een beetje mee Speelt niet mee Weet niet Er is niemand anders beschikbaar 29% 31% 32% 31% 25% 39% 5% 24% 32% 40% 4% Ik vind het (niet meer dan) mijn plicht Speelt sterk mee Speelt een beetje mee Speelt niet mee Weet niet 64% 19% 14% 65% 16% 16% 4% 67% 11% 21% Ik doe het uit liefde en genegenheid Speelt sterk mee Speelt een beetje mee Speelt niet mee Weet niet 76% 17% 5% 72% 17% 6% 5% 80% 13% 6% Speelt sterk mee Speelt een beetje mee Speelt niet mee Weet niet Ik wil niet dat de hulpbehoevende in een woonvoorziening of tehuis wordt opgenomen 30% 15% 51% 4% 19% 13% 53% 15% 22% 14% 59% 5% Speelt sterk mee Speelt een beetje mee Speelt niet mee Weet niet De hulpbehoevende wil niet in een woonvoorziening of tehuis worden opgenomen 30% 7% 56% 29% 6% 53% 12% 1 12% 63% 7% Speelt sterk mee Speelt een beetje mee Speelt niet mee Weet niet 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 3

Ik vind het vanzelfsprekend om te doen 81% 13% 3% 3% 67% 21% 7% 5% 80% 15% 4% Speelt sterk mee Speelt een beetje mee Speelt niet mee Weet niet Stelling: Degene die ik verzorg zal in de komende jaren steeds meer zorg nodig hebben 39% 34% 12% 9% 4 24% 16% 34% 39% 14% 7% Zeer mee eens Mee eens Neutraal Mee oneens Zeer mee oneens Weet niet Stelling: Ik zie mogelijkheden om meer tijd vrij te maken voor de persoon die ik momenteel ondersteun / verzorg 22% 35% 19% 13% 7% 6% 9% 2 34% 15% 19% 29% 22% 1 9% Zeer mee eens Mee eens Neutraal Mee oneens Zeer mee oneens Weet niet Zijn er nog meer mensen die mantelzorg verlenen? Hoe verloopt de samenwerking met andere mantelzorgers? Ja, familie Ja, vrienden 74% 15% 10% Ja, omwonenden / buren Anders 85% 11% 5% Nee, niemand Weet niet 79% 13% 6% 0% 20% 40% 60% Heeft u te maken met professionele zorgverleners? 0% 20% 40% 60% 80% 100% Goed Redelijk Slecht Weet niet Hoe verloopt de samenwerking met zorgverleners? Thuiszorg Hulp bij het huishouden Huisarts Artsen in het ziekenhuis Maatschappelijk werk Fysiotherapeut Vrijwilligers Anders Nee Weet niet 63% 6 73% 22% 15% 22% 6% 14% 12% 0% 20% 40% 60% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Goed Redelijk Slecht Weet niet 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 4

In hoeverre voelt u zich belast door het verlenen van mantelzorg? 33% 45% 1 23% 4 24% 33% 54% 11% Niet of nauwelijks belast Enigszins belast Zwaar belast Overbelast Weet niet Mate van belasting naar intensiteit van de mantelzorg Dagelijks 2 44% 24% Een paar keer in de week 29% 50% 17% Een keer per week 36% 64% Een paar keer in de maand 33% 50% Onregelmatig, het wisselt sterk 35% 57% 5% Anders 11% 11% 67% Mate van belasting naar verlener van de mantelzorg 0% 20% 40% 60% 80% 100% Niet of nauwelijks belast Enigszins belast Zwaar belast Overbelast Partner Inwonend kind Uitwonend kind Broer/zus (schoon)ouder Ander familielid Vriend, vriendin, kennis Buren Anders 36% 29% 20% 2 26% 35% 22% 36% 67% 41% 3 67% 49% 61% 4 7 36% 24% 22% 1 10% 11% 13% 22% 9% 13% 14% Niet of nauwelijks belast Enigszins belast Zwaar belast Overbelast Kunnen anderen de zorg deels overnemen? Bent u minder betaald werk gaan doen? 40% 37% 23% 31% 46% 10% 40% 42% 17% 7% 32% 50% 6% 4 41% 11% 40% 41% 7% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja Nee Weet niet 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja Nee Ik heb geen werk Anders Weet niet Mate van belasting naar mogelijkheid om (deel van) de zorg over te dragen Respijt mogelijk 47% 42% 9% Geen respijt mogelijk 12% 56% 26% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Niet of nauwelijks belast Enigszins belast Zwaar belast Overbelast 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 5

Ervaart u problemen door mantelzorg? Lichamelijke problemen Praktische problemen Psychische problemen Financiële problemen Emotionele problemen Relationele problemen Weinig tijd voor mezelf Anders Geen problemen Weet niet 0% 20% 40% 60% Bent u bekend met organisaties die mantelzorgers ondersteunen? Zonnebloem Trema Consulent gemeente Rode Kruis Steunpunt/consulent Mantelzorg NPV HOOM Mezzo Anders Niet met organisaties bekend 0% 10% 20% 30% 40% 50% Maakt u gebruik van de ondersteuning van de organisaties? Ja, van Steunpunt/Consulent Mantelzorg Ja, van Consulent gemeente Ja, van HOOM Ja, van NPV Ja, van Rode Kruis Ja, van Trema Ja, van Zonnebloem Ja van een andere organisatie 0% 1% 2% 3% 4% 5% 6% 7% 9% 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 6

Waaruit bestaat de ondersteuning? Bijeenkomsten Informatie via nieuwsbrief Gespreksgroepen Cursussen / workshops Respijtzorg Anders Weet niet 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% Bent u tevreden met deze ondersteuning? 11% 4 19% 19% 6% 33% 44% 6% 6% 6% 33% 5 Zeer tevreden Tevreden Neutraal Ontevreden Zeer ontevreden Weet niet Aan welke ondersteuning hebt u aanvullend behoefte? Huidige ondersteuning voldoende Ik hoef geen ondersteuning Contact met andere mantelzorgers Mogelijkheid voor bijscholing Actief aanbod in de vorm van activiteiten Concrete hulp bij het huishouden Concrete hulp bij verzorging / verpleging Respijtzorg Hulp bij administratie Betere afstemming met professionele zorg Betere afstemming met informele zorg Andere activiteiten Anders Weet niet 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 7

Vrijwilligers Bent u vrijwilliger? Wat is uw leeftijd? 69% 31% < 35 jaar 60% 40% 35-54 jaar 55-74 jaar 62% 3 75+ 0% 20% 40% 60% 80% 100% Vrijwilliger Geen vrijwilliger 0% 20% 40% 60% 80% Aard van het vrijwilligerswerk Bij een vereniging Voor een goed doel Ondersteun ouderen of gehandicapten Actief op de school van mijn kinderen Actief in buurt of wijk Actief voor belangenorganisatie Actief voor de kerk Maaltijdbezorgen Anders Zou u vrijwilligerswerk willen doen als u daarvoor werd gevraagd? 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 11% 55% 35% 20% 4 32% 15% 49% 36% Ja Nee Weet niet 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 8

Waarom zou u geen vrijwilligerswerk doen als u daarvoor gevraagd zou worden? Ik kan er onvoldoende tijd voor vrij maken Ik ben er lichamelijk niet (meer) goed toe in staat Ik vind het een te grote verplichting Ik weet niet wat ik zou kunnen doen Ik weet niet zeker of ik het kan Ik wil er geen tijd voor vrij maken Ik heb er geen affiniteit mee Ik weet niet wie ik zou kunnen helpen Ik vind dat anderen dat moeten doen Anders Weet niet 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% Hoe lang doet u al vrijwilligerswerk Hoe lang wilt u nog vrijwilligerswerk blijven doen? Groot deel van mijn leven Sinds aantal jaren Sinds aantal maanden Ik doe het pas Wisselend Weet niet 0% 20% 40% 60% Minder dan een jaar Een jaar tot enkele jaren Zolang als ik kan N.v.t. Weet niet 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ik vind het (niet meer dan) mijn plicht om een bijdrage te leveren aan de samenleving 49% 36% 14% 45% 31% 20% 4% 50% 32% 15% 3% Speelt sterk mee Speelt een beetje mee Speelt niet mee Weet niet Ik doe het uit liefde en genegenheid voor de mensen / dieren die het betreft 56% 33% 10% 44% 31% 17% 55% 33% 7% 4% Speelt sterk mee Speelt een beetje mee Speelt niet mee Weet niet 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 9

Ik ken(de) iemand die in een dergelijke situatie zit en heb dus van dichtbij gezien hoe hard hulp op dit thema nodig is 24% 25% 41% 10% 1 23% 47% 12% 20% 34% 3 Speelt sterk mee Speelt een beetje mee Speelt niet mee Weet niet Het geeft mij een goed gevoel dat ik mij nuttig kan maken, en dat anderen blij zijn met wat ik doe 55% 36% 49% 3 10% 50% 33% 14% Speelt sterk mee Speelt een beetje mee Speelt niet mee Weet niet 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 10

Ik word ook door vrijwilliger(s) geholpen, en zet mij daarom ook in als vrijwilliger 5% 81% 6% 5% 7% 83% 5% 5% 11% 75% 9% Ik vind het gewoon leuk Speelt sterk mee Speelt een beetje mee Speelt niet mee Weet niet 53% 32% 13% 63% 24% 11% 60% 29% 7% Speelt sterk mee Speelt een beetje mee Speelt niet mee Weet niet Ik vind dat het bijdraagt aan het vergroten van mijn sociaal netwerk 31% 34% 34% 27% 35% 33% 5% 30% 42% 21% 7% Speelt sterk mee Speelt een beetje mee Speelt niet mee Weet niet Ik ben / werd vanuit een instantie gestimuleerd dit te doen (bijv. UWV, Arbo-arts, reïntegratiebureau, etc.) 8 8 92% 9% 9% 4% Speelt sterk mee Speelt een beetje mee Speelt niet mee Weet niet Er zit een financiële vergoeding aan het vrijwilligerswerk verbonden 5% 8 8 92% 10% 5% 7% Speelt sterk mee Speelt een beetje mee Speelt niet mee Weet niet 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 11

Ik zie het als een opstap naar betaald werk 89% 92% 9% 5% 6% 89% 5% Speelt sterk mee Speelt een beetje mee Speelt niet mee Weet niet Had u op het moment dat u aan het vrijwilligerswerk begon een (aanvullende) uitkering? Draagt het vrijwilligerswerk eraan bijdraagt, dat u uit uw uitkeringssituatie komt of zelfs al bent gekomen? 97% 100% 9% 91% 9% 9% 73% 9% 9% 91% 9% 9% 82% 0% 20% 40% 60% 80% 100% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja Nee Ja, zeker Enigszins Nee Weet niet Bent u tevreden met het vrijwilligerswerk dat u doet / deed? 27% 51% 14% 7% 32% 52% 11% 4% 33% 47% 9% Zeer tevreden Tevreden Neutraal Ontevreden Zeer ontevreden Weet niet Is / was het vrijwilligerswerk goed te combineren met uw andere activiteiten zoals werk, eigen huishouden, hobby's etc.? 22% 61% 12% 27% 61% 6% 21% 69% 7% Ja, altijd Ja, meestal wel Soms Nee, meestal niet Nee, nooit Weet niet Wordt / werd het vrijwilligerswerk u wel eens teveel? 45% 41% 7% 50% 40% 5% 4% 50% 40% 3% 5% Nooit Een enkele keer Regelmatig Vaak Weet niet 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 12

Zou u meer vrijwilligerswerk willen doen? Zou u het verrichten van vrijwilligerswerk aanraden? 25% 64% 7% 66% 14% 7% 12% 27% 61% 11% 74% 20% 35% 51% 12% 65% 12% 19% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja Misschien Nee Weet niet 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja Misschien Nee Weet niet Bent u op de hoogte dat vrijwilligers ondersteund kunnen worden? 4% 37% 4 11% 11% 41% 36% 12% 10% 3 40% 12% Ja, en ik maak daar gebruik van Ja, maar ik maar daar geen gebruik van Nee, ik wist dat niet Weet niet Hoe tevreden bent u over de vrijwilligersondersteuning? 33% 17% 50% 62% 15% 15% 17% 42% 25% Zeer tevreden Tevreden Neutraal Ontevreden Zeer ontevreden Weet niet Heeft u behoeften m.b.t. vrijwilligersondersteuning? 76% 83% 89% 22% 15% 10% Ja Nee Weet niet Stimuleren vrijwilligerwerk: Meer informatie over vrijwilligerswerk 37% 41% 13% 9% 34% 47% 7% 12% 36% 37% 10% 17% Stimuleert erg Stimuleert een beetje Stimuleert niet Weet niet 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 13

Stimuleren vrijwilligerwerk: 'Vacatures voor vrijwilligers meer bekendheid geven 46% 3 42% 3 6% 14% 45% 31% 16% Stimuleert erg Stimuleert een beetje Stimuleert niet Weet niet Stimuleren vrijwilligerwerk: Vrijwilligersnetwerk in de wijk / buurt opzetten 31% 37% 15% 17% 33% 3 21% 30% 35% 13% 23% Stimuleert erg Stimuleert een beetje Stimuleert niet Weet niet Stimuleren vrijwilligerwerk: Mogelijkheden om workshops en / of cursussen te volgen 23% 41% 20% 17% 2 34% 1 19% 2 39% 14% 20% Stimuleert erg Stimuleert een beetje Stimuleert niet Weet niet Stimuleren vrijwilligerwerk: Een kleine financiële vergoeding voor het vrijwilligerswerk 29% 37% 17% 17% 32% 35% 16% 1 24% 39% 17% 19% Stimuleert erg Stimuleert een beetje Stimuleert niet Weet niet Stimuleren vrijwilligerwerk: Vrijwilligerswerk dat meer incidenteel van aard is, dat minder verplichtend is 34% 39% 9% 17% 36% 37% 19% 33% 37% 9% 21% Stimuleert erg Stimuleert een beetje Stimuleert niet Weet niet 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 14

Bijlage 2. Vragenlijst mantelzorg & vrijwilligerswerk Onderzoek naar mantelzorg en vrijwilligerswerk -, en Er gaat de komende tijd veel veranderen in de manier waarop zorg en ondersteuning worden georganiseerd. Voor de ondersteuning die mensen nodig hebben, wordt meer en meer gekeken naar wat de mensen uit het eigen netwerk en uit de buurt kunnen betekenen. Er wordt dus steeds meer verwacht van vrijwilligers en mantelzorgers. De gemeente wil mantelzorgers en vrijwilligers daarbij graag ondersteunen en wil daarom graag weten waar behoefte aan is, zodat zij haar beleid daarop kan aanpassen. Dit onderzoek wordt tegelijkertijd uitgevoerd in de gemeenten, en. De enquête is opgedeeld in twee delen. Het eerste gedeelte zal ingaan op mantelzorg en het tweede gedeelte zal ingaan op vrijwilligerswerk. Het invullen van de enquete kost ongeveer 15 minuten. Nu volgt het eerste gedeelte van de enquête, over mantelzorg. Mantelzorg Iemand is mantelzorger als hij langdurig minimaal een paar uur per week iemand uit zijn omgeving (familie, vriend, buurman) verzorgt en/of helpt. Dat kan iemand zijn die ziek is, beperkingen heeft of om wat voor reden dan ook minder goed voor zichzelf kan zorgen. Bekende voorbeelden van mantelzorgers zijn mensen die voor hun partner zorgen, kinderen die hun ouders verzorgen, ouders die voor gehandicapte kind(eren) zorgen, of mensen die op wat voor manier dan ook zorg dragen voor familieleden, vrienden, buren of kennissen. De volgende vragen gaan over mantelzorg. 1. Verleent u op dit moment zorg, hulp en / of ondersteuning aan iemand, bent u momenteel mantelzorger? U kunt meerdere antwoorden geven. Ja, voor mijn partner Ja, voor mijn uitwonend(e) kind(eren) Ja, voor mijn inwonend(e) kind(eren) Ja, voor mijn broer(s) en/of zus(sen) Ja, voor mijn ouder(s) en/of schoonouder(s) Ja, voor een ander familielid Ja, voor een vriend, vriendin, kennis Ja, voor een buur Ja, voor iemand anders, namelijk: Nee, maar dat heb ik wel gedaan (wellicht zou u de vragenlijst willen invullen met uw ervaringen) Nee ga naar vraag 23 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 15

2. Aan wie heeft u in de afgelopen maanden de meeste mantelzorg verleend? Aan mijn partner Aan mijn inwonende kind Aan mijn uitwonende kind Aan mijn broer of zus Aan mijn (schoon)ouder Aan een ander familielid Aan een vriend, vriendin, kennis Aan een buurman of buurvrouw Aan iemand anders, namelijk De volgende vragen gaan specifiek over de persoon aan wie u in de afgelopen maanden de meeste zorg, hulp en / of ondersteuning hebt geboden. 3. Wat voor zorg en / of hulp geeft u aan uw zorgvrager? U kunt meerdere antwoorden geven. Helpen in het huishouden Boodschappen doen Klussen doen in huis of in de tuin Helpen bij de administratie Persoonlijke verzorging (aankleden, wassen, hulp toedienen medicijnen, verbinden, etc.) Gezelschap houden Meegaan / Met de auto halen en brengen naar arts of ziekenhuis Met de auto halen en brengen naar clubs, vrienden of activiteiten Anders, namelijk 4. Hoe vaak verleent u mantelzorg? Dagelijks Een paar keer in de week Een keer per week Een paar keer in de maand ga naar vraag 0 Onregelmatig, het wisselt sterk ga naar vraag 0 Anders, namelijk ga naar vraag 0 ga naar vraag 0 5. Kunt u aangeven hoe veel uur u gemiddeld per week ongeveer besteedt aan de mantelzorg? Gemiddeld uur per week 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 16

6. Kunt u aangeven welke zaken meespelen bij het verlenen van mantelzorg? Indien ja, speelt dit dan sterk mee of een beetje? a. Er is geen plaats in een woonvoorziening of tehuis b. Er is niemand anders beschikbaar c. Ik vind het (niet meer dan) mijn plicht d. Ik doe het uit liefde en genegenheid e. Ik wil niet dat de hulpbehoevende in een woonvoorziening of tehuis wordt opgenomen f. De hulpbehoevende wil niet in een woonvoorziening of tehuis worden opgenomen g. Ik vind het vanzelfsprekend om te doen h. Anders, namelijk:... Speelt sterk mee Speelt een beetje mee Speelt niet mee Weet niet De volgende stellingen gaan over mantelzorg. Kunt u bij elke stelling aangeven in hoeverre u het daarmee eens of oneens bent? 7. Stelling 1: Degene die ik verzorg zal in de komende jaren steeds meer zorg nodig hebben. Zeer mee eens Mee eens Neutraal Mee oneens Zeer mee oneens 8. Stelling 2: Ik zie mogelijkheden om meer tijd vrij te maken voor de persoon die ik momenteel ondersteun/ verzorg. Zeer mee eens Mee eens Neutraal Mee oneens Zeer mee oneens Samenwerking rondom mantelzorg De volgende vragen gaan over de samenwerking met anderen bij het verlenen van mantelzorg. 9. Zijn er naast uzelf, meer mensen die mantelzorg verlenen aan degene die u verzorgt? (Het gaat hier niet om professionele zorgverleners, zoals dokters of betaalde hulpen) U kunt meerdere antwoorden geven. Ja, familie, namelijk: Ja, vrienden Ja, omwonenden / buren Anders, namelijk:. Nee, niemand anders geeft mantelzorg ga naar vraag 11 ga naar vraag 11 870.102/G Wmo-onderzoek mantelzorgers en vrijwilligers 17