Toelichtingsnota Stedenbouwkundige voorschriften



Vergelijkbare documenten
Individuele opdracht: ruimtelijke ordening

Verordening Wonen herziening gr 9 februari 2015

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

antwoord op de uitgebrachte adviezen van de screeningsnota

Ingevolge de wet op de ruimtelijke ordening en stedenbouw dd. 29 maart Nog steeds hét juridisch planninginstrument in Watou

Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan - Ontwerp afbakening kleinstedelijk gebied Aarschot Kaartenbundel

RICHTINGGEVEND GEDEELTE

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Knesselare. In opdracht van : Gemeentebestuur van Knesselare. Bindend gedeelte

Motivatienota Onteigeningsplan. Recreatiezone Melsbroek

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE. ONTWERP GRS Bindend deel

BPA NR.38 LANGE LOZANASTRAAT

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent

Richtinggevend gedeelte

provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan

RUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015

N16 Scheldebrug Temse-Bornem

Structuurplan Herne. PRESENTATIE GRS Herne

Bijlage III. De bespreking van deze deelgebieden is hieronder weergegeven.

Schipstraat en E.Vlieberghstraat vroeger en nu:

Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening kleinstedelijk gebied Aarschot Kaartenbundel

13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter

provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan

RUP Leestenburg Brugge

Verdichting in Vorselaar RUP kern

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016

1. KORTENBERG ALS VERZAMELING VAN STERKE KERNEN

Bijlage 1 fotoreportage plangebied en omgeving. Het plangebied in detail

TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN

Besluit van de Deputatie

Provincieraadsbesluit

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare

ISTRUCTUURPLAN GLABBEEK

Keizerpoort terug op de kaart

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan De Pinte Bindende Bepalingen

GEMEENTE GAVERE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE

DEEL 3: BINDEND GEDEELTE

Gemeente Wuustwezel Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kaartenatlas Informatief en richtinggevend deel

Nieuwe woonvormen in RUP kern Vorselaar. 15 januari 2015

Info-avond. WUG Ommegang

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën:

RUP Beverlo centrum. Een nieuwe ruimtelijk kader voor versterken van de dorpskern. versterking. Dorpskern

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN SINT - LAUREINS. ONTWERP GRS Bindende bepalingen

Stedenbouwkundige aspecten van de ontwikkeling voor Gent Sint Pieters

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

RUP Beverlo Centrum. Toelichting buurtplatform 2 maart 2015 Peter Douven, afdelingshoofd Stad Beringen

Infovergadering woensdag 15 september 2010

RUP Centrum Infovergadering 23/08/2018

Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Marremstraat. september 2011, ontwerp 1

In opdracht van Gemeentebestuur Maldegem. Bindend gedeelte. Studiebureau Vansteelandt bvba

RUP Kachtem Izegem. Bewonersvergadering te Meilief 14/09/2016

Ontwerp startbeslissing signaalgebied KOEVOET WINGENE

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

Deel 4: Bindend gedeelte

gemeentelijk RUP Gulden Kamer in opmaak infovergadering 13 december 2010

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos

RUP binnenstad. infomoment 26 april Nu van toepassing: verruimd BPA Binnenstad + 2 herzienings RUP s Vervangen door 1 RUP

GEMEENTE LIERDE RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN BINDEND GEDEELTE

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Herziening GRS Dendermonde

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Stad Gent werkt aan Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Stedelijk Wonen

ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN

Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen

Ruimtelijk Uitvoeringsplan Oude Dokken Informatievergadering 9 juni 2009

Provincieraadsbesluit

Projectzones Leemhoek. Zone P2

Station BIJZONDER PLAN VAN AANLEG L23B STAD LEUVEN GOEDGEKEURD BIJ MB VAN 11/09/2003 TOELICHTINGSNOTA EN VOORSCHRIFTEN

RUP. Katwilgweg TOELICHTINGSNOTA BIJLAGEN

Sociale huur in kleine kernen Westhoek Leader Westhoek - 18/11/ en dus geen sociale koopwoningen of doelgroepwoningen van het OCMW/gemeente.

LAR- Zuid - Tracé- wijziging buurtwegen Toelichting. Menen / Kortrijk : Buurtwegen SRBT LAR- Zuid 1

HET LEEG - RIETBEEMDEN planologische context

ZITTING van 7 januari Tegenwoordig M.M.: Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en

GEMEENTE LAARNE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE

In bijlage bezorgen wij U de vereiste documenten voor de ontheffingsaanvraag tot opmaak van een planmer.

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem


RUIMTELIJKE ORDENING. Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Leiselehoek. Voorlopige vaststelling voor openbaar onderzoek BEREK 16 november2015

GEMEENTE SCHOTEN GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE. BE _not_05_bindend_v06

MOTIVATIENOTA BETREFFENDE DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING HASSELT 16 e AFDELING SECTIE B nr. 162V

Handelsdokbrug. Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Informatievergadering Donderdag 2 februari 2012, om 20 uur

HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum:

Nog niet opgestart Selectie lopend In uitvoering Gerealiseerd Geannuleerd

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Inzetten op kernversterking basis voor een doordacht ruimtelijk beleid

Rijsenberg Concept-RUP. Informatieavond 30 januari Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning

RUIMTELIJKE VISIE REGIO LEIE & SCHELDE. Griet Lannoo Brussel, BRV partnerforum 16 maart 2017

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

Centrum Zeist. Stedenbouwkundige verkenning. April 2019

RUP Klein Harelbeke Izegem. Bewonersvergadering te Meilief 07/09/2016

Nieuw Zurenborg Klankbordgroep 2 09 l 02 l 10

Provincieraadsbesluit

BPA CENTRUM ZUID, WIJZIGING A,

Provincieraadsbesluit

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag:

5. Typologieën voor bebouwing

Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde

Partiële herziening GRS POPERINGE

Transcriptie:

SumResearch Urban Consultancy Stad Aarschot RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN ELISABETHLAAN (VOLLEDIGE HERZIENING EN UITBREIDING BPA ELISABETHLAAN KB 11/9/1950 EN VERSCHILLENDE LATERE WIJZIGINGEN) Toelichtingsnota Stedenbouwkundige voorschriften Definitief ontwerp DE ONTWERPER GEZIEN EN DEFINITIEF VASTGESTELD DOOR DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN PATRICK MAES RUIMTELIJK PLANNER BURGEMEESTER 2049 / oktober 2007 SECRETARIS GEMEENTEZEGEL GEZIEN EN GOEDGEKEURD DEPUTATIE IN ZITTING VAN DOOR DE BESTENDIGE

SumResearch / RUP Elisabethlaan te Aarschot 1 SumInhoudstafel Inhoud 1. INLEIDING 3 1.1. Procesverloop 3 2. ANALYSE VAN DE BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR 4 2.1. Situering 4 2.2. Bestaande feitelijke toestand 4 2.2.1. Beschrijving feitelijke toestand 4 2.2.2. Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed 9 2.2.3. Inventaris potentiele locaties archeologische vondsten 9 2.3. Bestaande juridische toestand 10 2.3.1. gewestplan 10 2.3.2. bijzonder plan van aanleg elisabethlaan 10 2.3.3. Goedgekeurde niet vervallen verklaarde verkavelingen repertorium 10 2.3.4. Beschermde gebouwen/stadsgezichten 10 3. PLANNINGSCONTEXT 12 3.1. Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen/Provinciaal structuurplan Vlaams-Brabant 12 3.2. Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Aarschot 12 3.2.1. Bindend gedeelte 12 3.2.2. Richtinggevend deel 12 3.3. afbakeningsproces kleinstedelijk gebied aarschot 22 3.4. Mobiliteitsplan Aarschot beleidsplan - september 2003 22 3.5. rup bekaflaan (in procedure) 26 3.6. Stedenbouwkundige Visie Laak en Omgeving Lijn in Landschap / Langzaam Verkeer vzw november 1999 26 3.7. Stadsvernieuwingsproject Amerstraat & s Hertogenmolens Aarschot Robbrecht en Daem Architecten januari 2004 31 4. KNELPUNTEN 34 5. GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR 35 5.1. Omslag Uitgangspunten/Doelstellingen naar Concepten en Gewenste Structuur 35 6. VERTAALSLAG GEWENSTE STRUCTUUR - VOORSCHRIFTEN 46 7. FOTOREPORTAGE 49 8. WATERTOETS 59 8.1. bestaande situatie 59 8.2. Implementatie van de projectzones waar bijkomende verharding/bebouwing wordt voorzien: 59 8.2.1. Zone ten zuiden van de Sasbrug. 60

SumResearch / RUP Elisabethlaan te Aarschot 2 SumInhoudstafel 8.2.2. Zone ten noorden van de Sasbrug. 61 8.2.3. Zone artikel 5 met de leegstaande school in de Wissenstraat. 62 8.2.4. Zone met de groene openbare parking (artikel 16). 63 8.3. Bijkomende maatregelen en projecten ter bescherming van het natuurlijk watersysteem 64 9. RUIMTEBALANS 65 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 66 Kaarten KAART 1 : LUCHTFOTO KERNSTEDELIJK GEBIED AARSCHOT - DEEL RUP ELISABETHLAAN 8 KAART 2 : POTENTIELE LOCATIES ARCHEOLOGISCHE VONDSTEN 9 KAART 3 : GEWENSTE STRUCTUUR KERNSTEDELIJK GEBIED GRS AARSCHOT 21 KAART 4 : GEWENSTE VERKEERSTRUCTUUR KERNSTEDELIJK GEBIED AARSCHOT - HIERARCHIE VAN WEGEN 23 KAART 5 : GEWENSTE VERKEERSTRUCTUUR KERNSTEDELIJK GEBIED AARSCHOT - LUSSEN SYSTEEM 24 KAART 6 : GEWENSTE VERKEERSTRUCTUUR KERNSTEDELIJK GEBIED AARSCHOT - OPENBAAR VERVOER 25 KAART 7 : GEWENSTE VERKEERSTRUCTUUR KERNSTEDELIJK GEBIED AARSCHOT - FUNCTIONEEL EN RECREATIEF FIETSPADENNETWERK 25 KAART 8 : INRICHTINGSVOORSTEL LAAK DEELRAPPORT 3 28 KAART 9 : INRICHTINGSVOORSTEL LAAK DEELRAPPORT 3 30 KAART 10 : ONTWERPGEBIED STATIONSOMGEVING 31 KAART 11 : ALGEMEEN BEELD S HERTOGENMOLENS, ELISABETHLAAN, AMERSTRAAT, DEMERKADE 32 KAART 12 : HERWAARDERING AMERSTRAAT DEMERKADE - DOORSNEDE 32 KAART 13 : HERWAARDERING AMERSTRAAT DEMERKADE - PERSPECTIEF 32 KAART 14 : WONEN IN HET GROEN TUSSEN WISSENSTRAAT EN DE GROTE LAAK 33 KAART 15 : OMSLAG OPTIES EN DOELSTELLINGEN GRS NAAR STRUCTUURSCHETS GEWENSTE RUIMTELIJKE TOESTAND 42 KAART 16 : ONTWERPSCHETS MOGELIJKE INRICHTING ZONE LINKS EN RECHTS VAN DE SASBRUG 44 KAART 17 : INTERVENTIEKAART 45

SumResearch / RUP Elisabethlaan te Aarschot 3 1. INLEIDING 1.1. PROCESVERLOOP De opmaak van het huidig voorliggende RUP, waarvoor Groep Planning (thans SumResearch genaamd) aangeduid werd door de stad Aarschot als ontwerper, is een samenstelling van twee verschillende BPA s. Het RUP geldt immers als een herziening van het BPA Elisabethlaan enerzijds en is gecombineerd met een aangrenzend klein deeltje ter hoogte van de driehoek Marten Lemmensstraat, Sasstraat Spoorweg. Het BPA Elisabethlaan dateert uit de jaren vijftig (KB 11/09/1953) en heeft verschillende wijzigingen gekend (een volledige wijziging bij KB van 18/12/1970 en een wijziging van de voorschriften gewijzigd bij MB van 12/12/1986). Het BPA Elisabethlaan is intussen echter volledig verouderd met onbruikbaar geworden voorschriften die de nieuwe ontwikkelingen op stedelijk gebied tegenhouden. Voorbeelden van hoe deze stedelijke ontwikkelingen er zouden kunnen uitzien, zijn bijgevoegd aan de hand van de landschapstudie van Lijn in Landschap + Langzaam Verkeer vzw (Laakproject) en tevens aan de hand van het stadsvernieuwingsproject van Robbrecht en Daem. De verschilpunten van de nieuwe zonering met het vorige BPA Elisabethlaan zijn dat - de driehoek Sasstraat, Spoorweg, Martens Lemmensstraat (BPA Sas) is opgenomen in het RUP. - ten noorden van de Grote Laak is een deel van het oude BPA Elisabethlaan niet opgenomen. Dit deel valt immers onder de vervalregel voor BPA s daterend van voor het gewestplan (opgenomen in het Besluit van de Vlaamse Regering dd. 30/03/2001) en zal later apart worden bekeken in een RUP Stedelijk Sportpark - Langsheen de Langdorpsesteenweg zijn woningen en achterliggend gebied mee opgenomen tot de oostelijke ring in overeenstemming met deze twee fysische barrières. Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan is goedgekeurd op 08/12/2005. Het project is dus het Ruimtelijk Uitvoeringsplan Elisabethlaan geworden. Op 30/01/2007 is een plenaire vergadering met betrekking tot het RUP Elisabethlaan gehouden. Het verslag en de bijhorende adviezen zijn verdeeld onder de aanwezigen van die vergadering. Hierna werd de officiële procedure opgestart met de voorlopige goedkeuring en de organisatie van het openbaar onderzoek. Deze nota houdt rekening met de ingediende bezwaren en het advies van de GECORO hieromtrent.

SumResearch / RUP Elisabethlaan te Aarschot 4 2. ANALYSE VAN DE BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR 2.1. SITUERING Het gebied van het RUP Elisabethlaan is gelegen ten noorden van het historische stadscentrum en ten noorden van de loop van de Demer. Ten oosten wordt het RUP begrensd door de A. Reyerslaan met de bestaande parking tot de Langdorpsesteenweg. Ten oosten sluit het RUP ook aan op het RUP Bekaflaan waarvan de procedure lopende is. De spoorlijn Aarschot/Antwerpen is de fysische barrière en begrenzing van het RUP in het westen. In het noorden is het RUP deels begrensd door de Grote Laak, deels door de ruime zone met het scholencomplex aan de Pastoor Dergentlaan en de Herseltsesteenweg. Het RUP heeft een oppervlakte van 68ha 56a 09ca. 2.2. BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND 2.2.1. BESCHRIJVING FEITELIJKE TOESTAND Het gebied wordt samengesteld door twee grote componenten. Het gebied is immers voornamelijk woongebied met een historisch gegroeide winkelstraat (Schaluin, Gasthuisstraat, Bogaardenstraat), met een compacte en zeer homogeen gebleven tuinwijk, met typische residentiële bebouwing daterend uit 1960 en 1970 langsheen de Elisabethlaan en de PastoorDergentlaan. Daarnaast is echter ook een belangrijke openbaar nutpool aanwezig onder de vorm van onderwijsinstellingen. De bebouwing is gericht naar de straten. Door vervuilingen in het verleden is de Demer tot op heden geen aantrekkingpunt geweest. Dit heeft geresulteerd in het feit dat de bebouwing gekeerd is tegen de Demer. Enkel een klein deeltje van de Amerstraat heeft een bouwfront naar de Demer. Voor het overige komt de bebouwing steeds langs de achterzijde uit op een dienstwegje naast de Demer. Daarnaast valt de grote schoolconcentratie op en een zone van met cultureel centrum, bibliotheek en museum. Het impact van voorzieningen voor openbaar nut is dus aanzienlijk in dit RUP. Hieronder wordt per straatzone meer in detail ingegaan op de karakteristieken. Op het einde wordt een luchtfoto bijgevoegd met aanduiding van de begrenzing van het RUP. August Reyerslaan / grens Oostelijke Ring De August Reyerslaan is een parallelweg van de oostelijke ontsluiting (R25) van Aarschot. De bebouwing richt zich (historisch) niet naar de laan maar is er eerder van weg gekeerd. Dit heeft alles te maken met de naoorlogse aanleg van de laan die geen directe band heeft met de historisch gegroeide bebouwing en ontwikkeling van het centrum. Slechts een paar woningen en grootschalige inplantingen die gericht zijn op autoverkeer, zijn gericht naar de laan. De bebouwing is met zijn voorzijde eerder gericht op de Gasthuisstraat en het Schaluin. Het geheel geeft een ongestructureerde indruk.

SumResearch / RUP Elisabethlaan te Aarschot 5 Tot op het ogenblik dat de R25 niet is gesloten (plannen in opmaak) neemt de Langdorpsesteenweg-Herseltsesteenweg (N10) deze rol waar. Elisabethlaan / Sasstraat De voornaamste verkeersontsluiting gebeurt via de Elisabethlaan, en Sasstraat in de richting van de R25 rond Aarschot.(westelijke en noordelijke ring). De Elisabethlaan heeft een zeer breed profiel en is daardoor een potentiële visuele en functionele ader doorheen dit gebied. In werkelijkheid wordt echter nog relatief veel verkeer opgevangen door de Pastoor Dergentlaan en ook door het Schaluin en de Gasthuisstraat, waardoor de leefkwaliteit in deze straten vermindert. De Elisabethlaan heeft een sterk residentieel karakter met voornamelijk appartementsbebouwing in 3 bouwlagen in gesloten orde (rijbebouwing). Voortuintjes geven wel een meer groene indruk voor de bebouwing. Dit wordt versterkt door de groene middenberm (+ parkeergelegenheid) in de Elisabethlaan. De Elisabethlaan herbergt veelvuldig openbare nutsfuncties waaronder drie schoolcomplexen, het stedelijk museum en de openbare bibliotheek met doorgang naar het Cultureel Centrum. In westelijke richting gaat de Elisabethlaan over in de Sasstraat met de verkeersstroom die deels de brug Betekomsteenweg neemt richting R25, en deels beneden blijft richting station. Het verkeer dat de brug oprijdt, krijgt vandaar uit een overzicht op de omgeving en op de bebouwing die er net naast op het maaiveld is ingeplant. Bogaardenstraat / Gasthuisstraat / Schaluin Dit tracé is echt het kernwinkelgedeelte van dit stadsdeel en is de verbinding naar het centrum met de Grote Markt. De historisch gegroeide straten hebben een vrij smal breedteprofiel dat, samen met de meer historische en gediversifieerde kleinschalige architectuur, bijdraagt tot hun aangename leef- en winkelklimaat. Op het gelijkvloers komen vrij systematisch handel en horeca voor. Op de verdiepingen komen woongelegenheden voor onder de vorm van appartementen en ééngezinswoningen. De Laak aan de noordzijde van Schaluin is een dwarse structuur die een wijziging naar een grootschaliger beeld aangeeft met het Damiaaninstituut en de Langdorpsesteenweg. Twee van de schoolcomplexen die ook uitgeven op de Elisabethlaan, geven tevens uit op het tracé Bogaardenstraat/Gasthuisstraat/Schaluin. Het Cultureel Centrum en de naastgelegen kerk hebben hun hoofdingang is de Gasthuisstraat. Twee grootwarenhuizen die hun hoofdingang langs de August Reyerslaan geplaatst hebben, hebben tevens een zij-ingang ingericht uitgevend op de Gasthuisstraat. Amerstraat Deze straat vangt mee een relatief belangrijk deel van de verkeersafwikkeling op ondanks het feit dat haar profiel hiertoe niet echt aanleiding geeft. Deze straat wordt apart vermeld door haar gedeeltelijke ligging naast de Demer. Aan het andere uiteinde van de straat is een open plein gelegen dat tevens opnieuw de band met de Demer maakt.

SumResearch / RUP Elisabethlaan te Aarschot 6 De bebouwing is veeleer residentieel met occasioneel kleinhandel op het gelijkvloers in combinatie met wonen erboven. In de richting van het pleintje en de brug met de Th. de Beckerstraat stijgt het aantal winkels en voelt men meer de aanwezigheid van het handelscircuit. De Amerstraat is heraangelegd sinds oktober 2006. Demer Het uitzicht langs de Demer wordt gekenmerkt door tuinen, achter- en bijgebouwen die uitgeven op een dienstwegje ernaast. De voorkomende gebouwen op dat dienstwegje zijn weg van de Demer gekeerd. Aan de overzijde van de Demer is het stadspark zichtbaar. Op een eiland in de Demer zijn de historische en beschermde s Hertogenmolens ingeplant. Pastoor Dergentlaan. Deze laan heeft een residentieel karakter afgewisseld met twee grootschalige schoolcomplexen. Aan de noordzijde van de Grote Laak is nog een groter scholencomplex aanwezig met uitgangen op de Pastoor Dergentlaan. Net zoals in de Elisabethlaan komen hier veeleer appartementen voor in bebouwing met 3 bouwlagen. Voortuintjes (ook voor de schoolgebouwen) geven ook hier een ruimere en groene indruk van het geheel. Deze straat kent een hoge verkeersdruk omdat de aansluiting in het noorden vanaf de Langdorpsesteenweg in de richting van de Elisabetlaan voor gewoontegebruikers logischer is langs deze baan dan langs de Elisabethlaan. Tuinwijk met het Chrysantenplein, Duivenplein, Dahliastraat, Tulpenstraat, Begoniastraat, Leliestraat, Anjelierenstraat. Deze woonwijk is gebouwd rond 1930-1940 en vertoont een zeer grote eenheid door haar monofunctionaliteit (enkel bewoning), de kleinschaligheid van haar bebouwing en architectuur en door de smalle straatjes en voetpaden die het gebied doorwaden. De bestrating is systematisch uitgevoerd in klinkers wat het eenheidsbeeld voor de wijk nog versterkt. De bebouwing bestaat volledig uit woningen met 2 bouwlagen. Verschillende straatjes zijn dienstig als uitweg voor garages die in een later stadium op het uiteinde van het perceel zijn gebouwd. Woonconcentratie rond de Leopoldlaan, Dynastielaan en Paolalaan. Ook hier gaat het om een als geheel ontworpen woonwijk met bebouwing (bewoning) van 2 tot 3 bouwlagen (meestal drie bouwlagen) met plat dak in een gefragmenteerde opstelling rond woonerfstraten zonder echt gedefinieerde afbakening. Een vrij groot aantal loten (een dertig-tal) zijn onbebouwd gebleven. Marten Lemmenstraat / Wissenstraat / Sasstraat Deze straten bevatten traditionele bebouwing (bewoning) van 2 tot 3 bouwlagen. De Marten Lemmensstraat en de Sasstraat vormen een hoek met een ruim binnengebied waar voorheen een grootschalig bedrijfsgebouw was ingeplant (nu afgebroken). Het terrein (tot aan de spoorweg) is onbestemd gebleven.

SumResearch / RUP Elisabethlaan te Aarschot 7 Aan de achterzijde van een Wissenstraat is recentelijk een grootschalige appartementsgebouw vergund. Het gebouw is dd. september 2006 in opbouw en bijna afgerond. Het gebouw telt drie bouwlagen onder kroonlijst. Scholenconcentratie - Schoolverkeerscirculatie In het gebied komen zeer ruime schoolcomplexen voor zoals eerder omschreven in de Pastoor Dergentlaan, de Elisabethlaan en de Bogaardenstraat/Gasthuisstraat/Schaluin. In de Wissenstraat is ook nog een schoolcomplex aanwezig. In de huidige toestand staan de gebouwen echter leeg. Het voorkomen van de scholen wijzigt naargelang hun bouwdatum en ligging. De complexen in het historisch gedeelte zijn ouder en geïntegreerd in het straatbeeld; de scholen met recentere bebouwing komen voor in de uitbreiding rond het historisch gebied en zijn meer een verzameling van losstaande recentere gebouwen. De aanwezigheid van deze scholen levert een aanzienlijke verkeersstroom op van schoolverkeer onder de vorm van wagens (kinderen die naar school gebracht worden), voetgangers en fietsers. Door het veelvuldig voorkomen van onderwijs in het studiegebied (zowel qua bestemming als qua oppervlakte), wordt hieronder voor de voornaamste concentraties de oppervlakte en bouwindex weergegeven. - Het Damiaaninstituut aan de Herseltsesteenweg en de Pastoor Dergentlaan, heeft een oppervlakte van 5,49ha waarvan 31% bebouwd. - Het Stedelijk Instituut voor technische beroepen SIBA + Sima (Pastoor Dergentlaan richting Grote Laak) heeft een oppervlakte van 3,51ha waarvan 29% bebouwd. - Het Koninklijk Atheneum tussen de Pastoor Dergentlaan en de Elisabethlaan heeft een oppervlakte van 1,85ha waarvan 37% bebouwd. - Het St-Jozefcollege in het Schaluin heeft een oppervlakte van 0,39ha en is voor 57% bebouwd. - Het Gemeenschapsonderwijs Zonnedorp in de Bogaardenlaan heeft een oppervlakte 1,17ha en is voor 39% bebouwd. Laak De Laak is vrij sterk leesbaar vanaf het kruispunt van Schaluin met de Langdorpsesteenweg. Zij geeft duidelijk het begin van de straat aan. Zij heeft een rechtlijnige loop wat de herkenbaarheid nog verhoogt. Ter hoogte van de Elisabethlaan is een sas op de laak ingeplant met verdere mogelijkheden voor oversteek en uitbouw. Recreatief pad naast de spoorweg. Op dit ogenblik (september 2006) is men gestart met de aanleg van een fietspad naast de spoorlijn Leuven/Herentals. Het pad zal de verbinding maken met de weg naast de Grote Laak en zal zodoende ook dienstig kunnen zijn als langzaam verkeersroute voor schoolverkeer richting station.

SumResearch / RUP Elisabethlaan te Aarschot 8 KAART 1 : LUCHTFOTO KERNSTEDELIJK GEBIED AARSCHOT - DEEL RUP ELISABETHLAAN

SumResearch / RUP Elisabethlaan te Aarschot 9 2.2.2. INVENTARIS VAN HET BOUWKUNDIG ERFGOED In april 2007 heeft RO Vlaams-Brabant, Dienst Onroerend Erfgoed naar aanleiding van de plenaire vergadering van voorliggend RUP Elisabethlaan, een detail-inventaris opgesteld van het bouwkundig erfgoed in het gebied van het RUP. Deze aparte studie geeft een weerslag van de historiek van Aarschot tijdens en na WO I, geeft een voorstel van gebouwen om te beschermen als monument, en geeft vervolgens apart voor de tuinwijk en voor de straten buiten de tuinwijk, een oplijsting van de waardevolle gebouwen. De bundel is interessant omdat op detailniveau gekeken wordt naar waardevolle elementen in de verschillende woningen. De inventaris heeft voorlopig geen juridische waarde en wordt daarom hier bij de bespreking van de bestaande feitelijke toestand geplaatst. De bundel is een openbaar document en als dus danig raadpleegbaar bij de gemeente. 2.2.3. INVENTARIS POTENTIELE LOCATIES ARCHEOLOGISCHE VONDSTEN In 2006 is een kaart opgesteld met aanduiding van de potentiële plaatsen in Aarschot en meer specifiek in het gebied voor RUP Elizabethlaan. Het grootste deel van de vermoedelijke vindplaatsen in in het deel ten zuiden van de Demer gelegen. Binnen het RUP is het gebied aangeduid van de Amerstraat naar de Demer toe tussen de Pastoor Dergentlaan en het plein met de Bogaardenstraat. Als gevolg hiervan wordt in de latere voorschriften ook een algemeen voorschrift ingevoegd omtrent archeologische vondsten in het RUP-gebied. KAART 2 : POTENTIELE LOCATIES ARCHEOLOGISCHE VONDSTEN

SumResearch / RUP Elisabethlaan te Aarschot 10 2.3. BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND 2.3.1. GEWESTPLAN In het opgenomen gebied voor het RUP Elisabethlaan komen 3 zones van het gewestplan voor: - het grootste gedeelte is gelegen in woongebied, een gedeelte hiervan heeft cultuurhistorische waarde - in het noorden zijn twee ruime zones opgenomen in zone voor openbaar nut. Het gaat om twee schoolconcentraties. - in het zuid-oosten is een klein deel in parkgebied gelegen langs de Demer. 2.3.2. BIJZONDER PLAN VAN AANLEG ELISABETHLAAN Op 12/12/1986 is de laatste wijziging van het vermelde BPA Elisabethlaan goedgekeurd. In grote lijnen deelt dit BPA Elisabethlaan het gebied in, in: - zeer ruime zones voor openbaar nut (ten behoeve van scholen), - woongebied (aangeduid in de typische BPA voorstellingen met maximale bouwdiepten en mogelijkheden voor aanbouwen op het gelijkvloers), - ruime handelszones langsheen de oostelijke ring - 1 grote woonzone volgens gezamenlijk ontwerp (niet gedetailleerd) De achterzijde van de Amerstraat is gericht op ontwikkeling van achterbouwen en tuinen naar de Demer toe. Deze bebouwing keert zich dus tegen de Demer. Het BPA voorziet ook nog een verbreding van de rooilijn in de winkelstraat Schaluin. 2.3.3. GOEDGEKEURDE NIET VERVALLEN VERKLAARDE VERKAVELINGEN REPERTORIUM Binnen de begrenzing van het RUP komen heel wat niet-vervallen verkavelingsvergunningen voor. Zij staan aangeduid op het plan bestaande juridische toestand. Quasi alle verwijzen in hun voorschriften rechtstreeks naar de voorschriften van het BPA Elisabethlaan met al zijn opeenvolgende wijzigingen. Een dergelijk systeem is echter onhoudbaar. Specifiek dient nog de verkaveling van de Leopoldlaan Paolalaan uit 1972 te worden vermeld. Omdat de overdracht van de wegenis aan de stad niet binnen de vijf jaar na de goedkeuring van de verkaveling is gebeurd, moet deze verkaveling conform art. 192 van het decreet van 18 mei 2006 als vervallen worden beschouwd. 2.3.4. BESCHERMDE GEBOUWEN/STADSGEZICHTEN - In het RUP: o Sint-Elisabethgasthuis (oude kloostergebouwen m.i.v. apotheek, hoevegebouwen, gasthuis en kapel), BS 1994/09/09 (monument + stadsgezicht). o Sluisje op de Grote Laak ter hoogte van de Pastoor Dergentlaan en de Grote Laakweg, BS 2000-09-19

SumResearch / RUP Elisabethlaan te Aarschot 11 - In de nabijheid van het RUP: o 's Hertogenmolens (glas- en watermolen) (omvattende woonhuis, sluizengedeelte, sluiswerk,...), BS 1986-12-10 (monument + stadsgezicht). Voor wijzigingen aan deze gebouwen is steeds advies van de bevoegde overheid noodzakelijk.

SumResearch / RUP Elisabethlaan te Aarschot 12 3. PLANNINGSCONTEXT 3.1. RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN/PROVINCIAAL STRUCTUURPLAN VLAAMS-BRABANT Aarschot werd in het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen geselecteerd als structuurondersteunend kleinstedelijk gebied. De afbakening ervan, die een taak is van de provincie, is nog niet gekend. In haar gemeentelijk ruimtelijk structuurplan stelt de stad voor om het gebied van het RUP Elisabethlaan hierin op te nemen. Het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen gaat bij de ontwikkelingsperspectieven voor de stedelijke gebieden uit o.a. van het voeren van een aanbodbeleid, het voorzien van minimale dichtheden, de differentiatie en de verbetering van de woningvoorraad, het versterken van de multifunctionaliteit, de zorg voor de collectieve ruimten en het behoud en ontwikkeling van stedelijke natuurelementen. Het provinciaal ruimtelijk structuurplan Vlaams-Brabant bouwt hierop verder met o.a. aandacht voor nieuwe woontypologieën en het versterken van de relatie met de open ruimte. 3.2. GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AARSCHOT 3.2.1. BINDEND GEDEELTE In het bindende gedeelte zijn de bepalingen opgenomen die een rechtstreekse aanleiding vormen tot de opmaak van het RUP Elisabethlaan te Aarschot. Zij worden hieronder vergezeld van een conclusie die wordt omgezet in doelstelling. In de gewenste ruimtelijke structuur wordt deze doelstelling gebruikt voor de omslag naar de inhoudelijke vertaling ervan in het RUP. Het bindend gedeelte van het GRS vermeldt in deel 2.4. met de stedelijke projecten: Opwaardering van het aspect water in het stedelijk gebied met de reeds opgestarte deelprojecten De Laak en s Hertogenmolens/Amerstraat 3.2.2. RICHTINGGEVEND DEEL => DOELSTELLING 1: OPWAARDERING ASPECT WATER IN HET STEDELIJK GEBIED Stedelijk woon- en recreatiepark Grote Laakweg, hiervoor wordt een stedenbouwkundig ontwerp opgemaakt met aandacht voor: o De herwaardering van de Laak o Randafwerking met stedelijk wonen o Integratie van de omringende schoolinfrastructuur => DOELSTELLING 2: STEDEBOUWKUNDIG ONTWERP EN ONTWIKKELING VOOR LAAK, RANDAFWERKING WONEN, INTEGRATIE OMRINGENDE SCHOOLINFRASTRUCTUUR De betrokken zone van het RUP wordt in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan gekaderd binnen het kernstedelijke gebied van Aarschot. Ten aanzien van dit kernstedelijk gebied en ten aanzien van de RUP-zone in het bijzonder, worden in het GRS van Aarschot volgende zaken als richtinggevende bepalingen geponeerd. Zij worden hieronder vergezeld van een conclusie die wordt omgezet in

SumResearch / RUP Elisabethlaan te Aarschot 13 doelstelling. In de gewenste ruimtelijke structuur wordt deze doelstelling gebruikt voor de omslag naar de inhoudelijke vertaling ervan in het RUP. In de eerste basisdoelstelling staat op pag. 2 het volgende: Aarschot moet zich verder ontwikkelen als aantrekkelijke woongemeente. De bestaande woningvoorraad van Aarschot kwalitatief verbeteren en de kernen versterken is het uitgangspunt. Naast de stedelijke kern van Aarschot verdient ook het landelijke karakter van Aarschot de volle aandacht. De leefbaarheid van de kleinere kernen is belangrijk. Nieuwe huisvestingsmogelijkheden in het stedelijk gebied en in buitengebied dienen gecreëerd te worden voor het opvangen van de eigen behoefte en een bijkomende zachte groei. Zij moeten zoveel mogelijk gezocht worden in het bestaande weefsel teneinde aantasting van de open ruimte te voorkomen. Nieuwe projecten moeten tevens bijdragen tot het versterken van het centrum van Aarschot. => DOELSTELLING 3A: BESTAANDE WONINGVOORRAAD KWALITATIEF VERBETEREN VERSTERKEN VAN HET CENTRUM VAN AARSCHOT Bij de ruimtelijke concepten voor de bebouwde ruimte wordt aangehaald (pagina 5): Het versterken van het stedelijk gebied: De bestaande stedelijke structuur wordt versterkt en geoptimaliseerd door het opvangen van de taakstelling aan bijkomende woningen binnen het afgelijnde kleinstedelijk gebied. Daarnaast moet er een specifiek beleid gevoerd worden ter verbetering van de verschijningsvorm van het stedelijk landschap. Dit stedelijk landschap omvat niet alleen de straten en de pleinen, maar ook de gewenste woondichtheden, stedelijke natuurelementen, zorg voor beeldbepalende monumenten. Het strategisch project Amerstraat - s Hertogenmolens kadert hierin. => DOELSTELLING 4A: VERSTERKEN VAN STEDELIJK GEBIED DOOR VERBETERING VAN STEDELIJK LANDSCHAP (OPENBAAR DOMEIN, WOONDICHTHEDEN, STEDELIJKE NATUURELEMENTEN, BEELDBEPALENDE ELEMENTEN) Tevens wordt met betrekking tot de aanwezigheid van het station bij de ruimtelijke concepten gesteld: Een ruimtelijk afgewogen locatiebeleid: Er wordt een locatiebeleid gevoerd, waarbij personenverkeergenererende activiteiten, zoals kantoren, worden gericht naar de stationsomgeving en andere vervoersgenererende activiteiten (KMO s ) een plaats krijgen langsheen het westelijk deel van de stedelijke ring. Ook groen in de bebouwde ruimte komt aan bod bij de ruimtelijke concepten voor de open ruimte (p7): Laten infiltreren van groenzones in de bebouwde ruimte: groene fronten en doortocht Ook in de bebouwde ruimte is het noodzakelijk om het groen op een aantal plaatsen zo diep mogelijk in en tussen het bestaand en toekomstig woonweefsel te laten binnendringen. Dit komt de woonkwaliteit sterk ten goede. De nadruk ligt hierbij op de Demer- en Laakdoortocht in de stedelijke kern van Aarschot en de Mottedoortocht in Rillaar. => DOELSTELLING 5: INFILTREREN VAN GROEN IN BEBOUWDE ZONES (BESTAANDE EN TOEKOMSTIG WOONWEEFSEL)

SumResearch / RUP Elisabethlaan te Aarschot 14 In de ruimtelijke concepten voor de infrastructuur zijn twee elementen van belang en van invloed op het RUP (p8): Zoneren: ring als harde grens van het kernstedelijk gebied Een afgewerkte ring zal ook een duidelijke scheiding vormen tussen het kernstedelijk gebied en het randstedelijk gebied, waartussen een verschillend beleid wordt gevormd o.a. wat de woondichtheden en winkelfuncties betreft. Station als transitpunt, verbindingspunt en multifunctionele stadspoort Het spoor en meer bepaald de stationsomgeving bezit belangrijke potenties om zowel voor de bedrijvenzone Nieuwland- Meetshoven als voor het stadscentrum een belangrijkere rol te spelen dan vandaag het geval is. Zijn centrale ligging tussen wonen en werken dient beter benut te worden door o.a. het verminderen van de barrièrewerking, het stimuleren van kantoorfuncties en wonen. => DOELSTELLING 6: RING AFWERKEN ALS HARDE GRENS VAN HET KERNSTEDELIJK GEBIED => DOELSTELLING 7: STATIONSOMGEVING ALS MULTIFUNCTIONELE POORT MET STIMULEREN VAN KANTOORFUNCTIES EN WONEN In de gewenste woon- en leefstructuur vinden wij volgende relevante uitgangspunten terug: (pag. 11) De woonbehoeftenstudie wijst uit dat in Aarschot voldoende bouwgronden aanwezig zijn om te voorzien in de eigen natuurlijke groei van de bevolking. Deze kavels bevinden zich zowel in stedelijk gebied als in de deelkernen. Feit is echter dat de bouwgronden buiten de stad grotere aantrekkingskracht uitoefenen op kandidaat kopers dan stedelijke kavels. Om verdere spreiding van de bebouwing (met alle nefaste gevolgen van dien) af te remmen, moet de gemeente pro-actief een gericht beleid voeren ter promotie van het stedelijk wonen. Teneinde een gefundeerde visie te ontwikkelen met betrekking tot het wonen in Aarschot, dient het gemeentebestuur een aantal principes of doelstellingen te formuleren die tegemoet komen aan zowel de ruimtelijke als de sociale aspecten van het wonen. Hieronder zijn enkele algemene doelstellingen geformuleerd die kunnen bijdragen tot de visievorming rond het wonen in Aarschot. 1. Versterken van de stedelijke kern van Aarschot Aarschot is geselecteerd als kleinstedelijk structuurondersteunend gebied. Stedelijke gebieden hebben de taak gekregen te voorzien in een belangrijk deel van de huisvesting. 2. Concentratie van de bebouwing in de buitengebieden binnen de deelkernen Ook voor de bebouwing in het buitengebied dient men te streven naar concentratie in de deelkernen. Verdere verlinting van het landschap moet zoveel mogelijk vermeden worden. Ook de deelkernen moeten dus compacter worden. Omvangrijke initiatieven zijn hier niet gewenst. Dit wil niet zeggen dat de woonzones volgens het gewestplan verdwijnen. Deze plannen behouden hun juridische draagkracht. Het ruimtelijk beleid dient er op gericht te worden dat er doordacht wordt omgesprongen bij de invulling van deze bouwzones en er een stimulans wordt gegeven om kernverdichtingsgericht met de ruimte om te springen. Dit geldt zeker voor eventuele bijkomende publieke functies op lokaal niveau. 3. Realisatie van voldoende gevarieerd en kwaliteitsvol woningbestand (woningdifferentiatie) Aarschot dient geschikte en kwaliteitsvolle woningen aan te bieden voor haar stadsbewoners. Dit betekent dat er woningen beschikbaar dienen te zijn voor de verschillende bevolkingsgroepen. Gezien het feit dat de huidige woningmarkt met name

SumResearch / RUP Elisabethlaan te Aarschot 15 bestaat uit grotere eengezinswoningen zal in de toekomst meer aandacht moeten worden besteed aan de eventuele nood aan kleinere woningen in gesloten of halfopen bebouwing op een kleiner perceel. Zo kan men voldoen aan een eventuele behoefte aan wooneenheden voor alleenstaanden en kinderloze koppels (ouderen, gescheiden personen, samenwonenden, ) en aan een eventuele behoefte aan betaalbare wooneenheden. Aarschot heeft behoefte aan sociale woningbouwprojecten. Er moet echter verder worden nagedacht of deze onder de vorm van een grootschalig woningbouwproject moeten worden gerealiseerd of eerder gespreid als kleinere realisaties. 4. Inhalen van de achterstand aan sociale woningbouw De stad Aarschot kampt duidelijk met een tekort aan sociale woningen. Het percentage bedraagt vandaag ca. 2,6 % (huurwoningen), terwijl het Vlaams gemiddelde 5,5 % bedraagt en het streefcijfer zelfs 10 %. Om dit tekort in te halen van ca. 300 huur- en koopwoningen zullen omwille van de grondprijzen voornamelijk woonuitbreidingsgebieden ingezet worden. 5. Aandacht voor en behoud van karakteristieke gebouwen De stad Aarschot bezit naast de beschermde monumenten en/of landschappen ook een aantal niet-beschermde gebouwen/constructies die omwille van de esthetische, culturele en/of erfgoedwaarde behoudenswaardig zijn. De bestemming van de gebouwen kan wijzigen en is in sommige gevallen zelfs aan te bevelen -, maar het visuele karakter moet in de mate van het mogelijke behouden blijven. Als kadering binnen het gemeentelijk woonbeleid, wordt (volgens p.14 en p.15 van het GRS) ingegaan op een gericht actief woonbeleid: Uit de woonbehoeftenstudie blijkt dat het grootste deel van de spontane bijkomende kavels in de deelkernen van de gemeente zal gerealiseerd worden en dus niet kernversterkend zal werken voor de stad Aarschot. Daarom is het belangrijk dat er ondanks het ruime marktaanbod een interessant stedelijk tegenaanbod op de markt wordt gebracht. Om dichtslibbing van de buitenruimte te vermijden en Aarschot stad haar centrale positie te versterken moet dus een gemeentelijk actief woonbeleid gevoerd worden. We kunnen een aantal beleidselementen formuleren die bijdragen tot een woonbeleid gericht op kernversterking en ruimtelijke kwaliteit met aandacht voor een verantwoorde inpassing in het bestaande weefsel: 1 Opzetten van een (regelmatig) woonoverleg tussen gemeente, OCMW, Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, om gezamenlijk: de inspanningen te richten, zodat volgens een woning(ver)bouwprogrammatie, aan de geconstateerde behoefte kan voldaan worden; in functie hiervan een gezamenlijk aankoopbeleid van gronden voor volkshuisvesting te voeren en een beperkt aankoop- en renovatieprogramma van woningen op te zetten; eventueel, na gedetailleerd onderzoek van het aanbod, een programma voor de bouw van bijkomende serviceflats op te zetten. Ook de actieve groepen uit de bevolking en privé-initiatiefnemers die woningen in de sfeer van volkshuisvesting willen realiseren, worden bij dit overleg betrokken. Een diepgaande gezamenlijke bespreking van deze woonstudie is een eerste belangrijke stap in dit overleg. Dit overleg is actie- en uitvoeringsgericht. 2 De service die thans reeds door de gemeentediensten wordt geleverd, uitbreiden tot een actieve gemeentelijke woonwinkel die gedurende de komende jaren een informatie- en ondersteuningscampagne naar (mogelijke) particuliere kandidaat-renoveerders organiseert. Dit vereist voorbereidend werk om de te verbeteren woningen nauwkeurig te lokaliseren en van daaruit de betrokkenen actief te gaan benaderen. Specifieke aandacht gaat hierbij naar huurwoningen en bewoners met lage inkomens.

SumResearch / RUP Elisabethlaan te Aarschot 16 Deze ondersteuning behelst vooral begeleiding en soepele administratieve opstelling bij renovatie-initiatieven, naast een financiële stimulans (gemeentelijke aanvullende premie) voor wie het moeilijk heeft. 3 Wonen boven winkels wordt gestimuleerd. 4 Een gemengde invulling van de woon(uitbreidings)gebieden met aandacht voor sociale verweving en differentiëring, waarbij een evenwichtige verhouding tussen huur- en koopwoningen, sociale kavels, residentiële woningen, enz. wordt nagestreefd, is een belangrijke doelstelling. Zo kan worden voorgesteld dat bij een project/verkaveling van minimum 50 woningen de ontwikkelaar minstens 10 sociale huur- en koopwoningen realiseert (of laat realiseren door een sociale bouwmaatschappij). 5 Een aankooppolitiek voeren voor die gronden die voor volkshuisvestingsprojecten op korte en lange termijn het meest interessant zijn: om er de volkshuisvestingsprojecten op te ontwikkelen. De voorkeur gaat in de eerste plaats naar een zo volledig mogelijke opvulling van het stedelijk gebied. In stedelijke gebieden wordt kernversterking nagestreefd, door opvulling van leegstaande panden en invulling van kavels langs een uitgeruste weg. Ook bouwrijp te maken gronden in stedelijk gebied komen hierbij in aanmerking. De grootte van de percelen van binnengebieden heeft in principe weinig belang. Uiteraard zal voor sociale woningbouwprojecten de grootte van het gebied, de ontsluitingsmogelijkheid, de bereikbaarheid met het openbaar vervoer en de afstand tot de kern een belangrijkere rol spelen dan voor private woningbouw. In het buitengebied (woongebied of woongebied met landelijk karakter) gaat de voorkeur naar inbreiding, door opvulling van de nog bouwrijp te maken gebieden en naar versterking van de landelijke kernen. Ontwikkelingen die lintversterking in de hand werken, moeten tegengegaan worden. In de woonkern Rillaar zijn nog een aantal inbreidingsmogelijkheden binnen het juridisch woongebied. In Rillaar kan het binnengebied Kapelleke, aansluitend bij de woonkern, ontwikkeld worden voor woningbouw en/of volkshuisvesting. De ontwikkeling van het kleine binnengebied Diestsesteenweg is minder prioritair want deze is verder van de kern en meer in de open ruimte gelegen. Uit het informatief gedeelte blijkt echter dat de behoefte aan bijkomende woningen tot 2007 in het stedelijk gebied groter is dan het aanbod. Dit betekent dat er woonuitbreidingsgebied(en) kunnen ontwikkeld worden om die behoefte op te vangen. Er zijn elf woonuitbreidingsgebieden waarvan er zeven gesitueerd zijn binnen de hypothese afbakening stedelijk gebied. Ook deze zijn niet allemaal even geschikt. Hieronder wordt voor de verschillende woonuitbreidingsgebieden een afweging gemaakt. Op respectievelijk p. 19 en p. 21 worden de conclusies weergeven met betrekking tot de inname van de woonuitbreidingsgebieden. Conclusie: het is aan te bevelen om de woonuitbreidingsgebieden (in kernstedelijk gebied en stedelijke nevelzone) die prioritair in aanmerking komen in te zetten in de strategie om het stedelijk gebied te versterken. De huisvestingsprojecten dienen steeds een gemengd karakter te bezitten en te voldoen aan de huidige woonbehoeften van de verschillende bevolkingsgroepen. Tegelijkertijd dient er rekening gehouden te worden met de mobiliteitsproblematiek, met bijzondere aandacht voor ontsluiting voor fietsers, voetgangers en openbaar vervoer. - gebieden die prioritair in aanmerking komen voor het realiseren van gemengde bouwprojecten: Bekaf in de stedelijke nevel Poortveldenbinnen het kernstedelijk gebied Zuidelijk deel Ter Heide in het kernstedelijk gebied Nonnenlanden in de stedelijke nevel

SumResearch / RUP Elisabethlaan te Aarschot 17 Indien in het kader van de afbakening van het stedelijk gebied een verdere selectie tussen deze vier gebieden wordt gevraagd, suggereert de stad om het gebied Bekaf prioritair te nemen, omwille van het onafgewerkt karakter van het gebied en het Laakproject. Bovendien heeft de stad reeds een procedure tot opmaak van een BPA voor het gebied opgestart. - gebieden die niet prioritair in aanmerking komen, doch in een latere fase (mogelijk op lange tot zeer lange termijn) kunnen vrijkomen voor gemengde woonuitbreidingsprojecten: Gijmelberg in de stedelijke nevel Noordelijk deel Ter Heide in de stedelijke nevel Conclusie: de woonuitbreidingsgebieden in het buitengebied, en meer bepaald dat van Gelrode en Rillaar, blijven tijdens deze planperiode bevroren. Enkel het woonuitbreidingsgebied Molendreef te Rillaar wordt (gefaseerd) verder ingevuld. Deze gronden worden evenwaardig gecompenseerd door bestaande bouwgrond in de Mottevallei die wordt geschrapt en omgezet naar een open ruimte bestemming. De concrete uitwerking van deze compensatieregeling wordt in een RUP geregeld. => DOELSTELLING 4A: VERSTERKEN VAN DE STEDELIJKE KERN VAN AARSCHOT => DOELSTELLING 3B: DIFFERENTIATIE IN WONINGBESTAND => DOELSTELLING 3C: BEHOUD VAN KARAKTERISTIEKE GEBOUWEN Bij de GEWENSTE RUIMTELIJK-ECONOMISCHE STRUCTUUR (p30) wordt bij de uitgangspunten vermeldt: 2. Streven naar een optimale integratie van niet-storende economische activiteiten in het woongebied De woonzone is en blijft ook een activiteitenzone. Binnen de bestaande woongebieden komt op verschillende locaties gemengd wonen met werken voor. Als uitgangspunt kan worden gesteld dat de vermenging van wonen en werken een goede situatie is en zelfs kan worden versterkt. Het draagt bij aan de leefbaarheid en levendigheid in de wijk. Het voorkomt dat er monofunctionele gebieden ontstaan en draagt bij aan de beperking van de automobiliteit. => DOELSTELLING 3D: VERSTERKING VAN VERMENGING VAN WONEN EN WERKEN Bij de beleidselementen (p38) wordt specifiek verwezen naar her versterken van het handelsapparaat in het centrum: Aarschot beschikt over een goed uitgerust handelsapparaat met een bovenlokale aantrekkingskracht. Aarschot bezit een heel aantal troeven: de Demerparking, Cultureel Centrum, weinig leegstand, commercieel centrum,... Wil men de draagkracht van het centrum behouden en versterken, dan is concentratie en differentiatie van het handelsaanbod in het centrum van Aarschot het streefdoel. Om dit te bereiken moet de verwevenheid van verschillende winkeltypes en andere centrumfuncties verder worden gestimuleerd. Ook door extra aandacht voor de Amerstraat, Gasthuisstraat en Schaluin kan het handelscentrum opgewaardeerd worden. Het verbeteren van de verkeersleefbaarheid, de heraanleg van straten en pleinen

SumResearch / RUP Elisabethlaan te Aarschot 18 op maat van de voetganger zijn tevens essentiële maatregelen die de aantrekkingskracht van het winkelcentrum ten goede komt. => DOELSTELLING 3D: STIMULERING VAN VERWEVENHEID MET VERSCHILLENDE WINKELTYPES EN CENTRUMFUNCTIES Bij de uitgangspunten van de gewenste verkeersinfrastructuur (p40) wordt vermeld: 1. Verbeteren van de noodzakelijke leef- en omgevingskwaliteit voor de bewoners van Aarschot Het zwaar doorgaand verkeer door Aarschot moet zoveel mogelijk uit het centrum geweerd worden. Ook voor het autoverkeer moeten duidelijk herkenbare routes worden aangeboden. De bestaande verkeersinfrastructuur moet worden verbeterd zodat ongevallenconcentraties verminderen en de locaties met een hoog onveiligheidgevoel worden verbeterd. Een herinrichting van deze straatruimten zal dan ook noodzakelijk zijn om de kansen op een ongeval te verminderen en de gevolgen van een ongeval te doen afnemen. Knelpunten op schoolroutes, in de schoolomgevingen en knelpunten voor het langzaam verkeer moeten weggewerkt worden. Indien noodzakelijk kunnen daarvoor circulatieve maatregelen genomen worden naast de herindeling van de straatruimte en de aanpassing van de wegeninfrastructuur. => DOELSTELLING 8A: ZWAAR DOORGAAND VERKEER UIT HET CENTRUM WEREN KNELPUNTEN VOOR SCHOOLROUTES EN LANGZAAM VERKEER WEGWERKEN 2. Het voetgangers- en fietsverkeer stimuleren De conflicten die in en door het verkeer ontstaan tussen de bewoner en de bezoeker, de voetganger en de fietser en het rijdend verkeer, moeten worden opgelost door op verschillende wijzen voorrang te bieden aan de voetgangers. Het centrum en de omliggende woongebieden zijn in eerste instantie voetgangersdomeinen. Het gebruik van de fiets dient bevorderd te worden door aan fietsers veilige, comfortabele en de kortste routes door Aarschot aan te bieden. Daarbij moet bijzondere aandacht aan schoolroutes worden gegeven, in het bijzonder door autovrije alternatieve fietsroutes aan te leggen (o.a.langs de Demer, langs de spoorwegen,...). => DOELSTELLING 8B: CENTRUM ALS VOETGANGERSDOMEIN; FIETSROUTES; SCHOOLROUTES; AUTOVRIJE ALTERNATIEVE FIETSROUTES In verband met de categorisering van wegen wordt op p. 41 omschreven De selectie van de secundaire wegen is een bevoegdheid van de provinciale overheid. In het Provinciaal Structuurplan Vlaams-Brabant werden volgende wegen geselecteerd: Secundaire weg type III (ontsluitende as voor openbaar vervoer en zachte weggebruikers) - De huidige oostelijke ring R25 Bij de ontwikkelingsperspectieven voor het kernstedelijk gebied Aarschot wordt een aantal concepten omschreven (p56) die van invloed zijn op het studiegebied.

SumResearch / RUP Elisabethlaan te Aarschot 19 4.1.1.1. Stationsomgeving als multimodale stadspoort De spoorlijn wordt gehanteerd als een harde functionele en ruimtelijke barrière, waardoor alle aandacht uitgaat naar de zogenaamde bruggen eroverheen: dit zijn de Demer en Betekomsteenweg, de Laak en de stationsomgeving aan beide zijden van het spoor. ( ) Er moeten bijkomende parkeermogelijkheden voorzien worden in de omgeving van het station; er moet worden onderzocht of dit eventueel kan onder de vorm van een parkeergebouw. 4.1.1.2. Ruimtelijke en functionele versterking van de stadspoorten Naast de stationsomgeving zijn nog andere gebieden die we definiëren als stadspoort. Deze stadspoorten moeten herkenbaar zijn door een aangepast wegbeeld en een krachtige architectuur. Het betreft volgende poorten: - kruispunt Herseltsesteenweg Langdorpsesteenweg Pastoor Dergentlaan Schaluin: versterken door middel van aanleg en signalisatie => DOELSTELLING 4B EN 8A: INRICHTING STADSPOORT EN MAATREGELEN AAN KRUISPUNT PASTOOR DERGENTLAAN/SCHALUIN/LANGDORPSESTEENWEG/HERSELTSESTEENWEG. 4.1.1.3. Behoud en versterking van de commerciële ruggengraat van het centrum Door het sluiten van de noordelijke ring kan het overtollige doorgaande verkeer van deze as geweerd worden. Dat wil zeggen dat alle aandacht uitgaat naar het verhogen van de verkeersleefbaarheid in het kernhandelscentrum met name de Leuvensestraat - Martelarenstraat Theo de Beckerstraat Bogaardenstraat Gasthuisstraat Schaluin. De opheffing van de ruimtelijke en functionele scheiding die de Demer vandaag vormt door middel van een strategisch project rondom de s Hertogenmolens, kan hiertoe een belangrijke stimulans zijn. Er wordt een nieuw project ontwikkeld, dat de omgeving van s Hertogensmolens nieuwe impulsen kan geven: naast wonen is er ook ruimte voor een aantal publieke functies (o.a. museum); bovendien wordt de publieke ruimte heringericht (Amerstraat) en wordt er een nieuwe fietsers- en voetgangersdoorsteek gecreëerd. => DOELSTELLING 3D: BEHOUD EN VERSTERKING VAN COMMERCIELE RUGGENGRAAT VAN HET CENTRUM (AS MET SCHALUIN/GASTHUISSTRAAT/AMERSTRAAT) 4.1.1.5. Definiëren en versterken van een groene ruggengraat doorheen het centrum Het stedelijk centrum beschikt over een aantal groenstructuren en elementen die wanneer ze versterkt en verbonden worden met elkaar, een structurerende en recreatieve groene ruggengraat van het centrum kunnen vormen. Door de commerciële ruggengraat een groene tegenhanger te geven ontstaat een sterke diversiteit en verschillende sferen in het centrum. Het centrum wordt daarenboven beter verbonden met en uitgebreid naar de spoorweg toe. Langsheen de groene ruggengraat gaat de aandacht daarenboven uit naar de zwakke weggebruiker. Door middel van brede voetpaden en ruime fietspaden, in een afzonderlijke, afgescheiden zone voor de zwakke weggebruikers. De volgende elementen maken deel uit van de groene ruggengraat:. - s Hertogenmolens: herbestemming en restauratie van de s Hertogenmolens als knooppunt van het historisch centrum, de blauwe demercorridor en de groene ruggengraat; deze herbestemming wordt gekaderd binnen een globaal stadsvernieuwingsproject rondom Demer en s Hertogenmolens

SumResearch / RUP Elisabethlaan te Aarschot 20 - Elisabethlaan: overdimensionering voor autobestuurders verminderen, vrijgekomen ruimte ingroenen, laanbeplanting versterken => DOELSTELLING 4C: GROENE RUGGENGRAAT DOORHEEN HET CENTRUM / ELISABETHLAAN ZONDER OVERDIMENSIONERING; MET VERSTERKING INGROENEN, LAANBEPLANTING. 4.1.1.7. Versterken van de blauwe corridors Laak en Demer De Demer die vandaag een sterke ruimtelijke en functionele scheiding vormt in het kernstedelijk gebied moet door middel van een aantal strategische ingrepen rondom bijvoorbeeld s Hertogenmolens een ader worden doorheen het centrum in plaats van een barrière. Wonen langs de Demer moet gestimuleerd worden (vb. Demerstraat). Verder moeten groendoorgangen via de Demer en de Laak (groen lint door de stad) voelbaar gemaakt worden door 1. verbreden (ingroenen oevers, rest- of bufferzones groen inrichten), 2. actief of passief betrekken bestaande naastliggende groenzones (bv stadspark, eiland s Hertogenmolens, Begijnhof, maar ook private tuinen), 3. infiltreren (web spinnen) in stedelijke openbare ruimtes: lanen, voortuinstroken, groene woonwijken, 4. lijnobject voorzien van een verbindingsfunctie, koppelen nevenfuncties (cfr. Laakproject) Dit is van belang met het oog op - de versterking van het commerciële centrum over de Demer heen, waardoor de commerciële draagkracht van het Schaluin en de omliggende straten sterk zal verhogen; - de herbestemming van het binnengebied tussen de Sasstraat, de Marten Lemmensstraat en de spoorweg - de herwaardering en herbestemming van de s Hertogenmolens Het reeds opgestarte project s Hertogenmolens en Amer kadert hierin. Het is gesitueerd ten noorden van het kernwinkelgebied van Aarschot en omvat de Demer vanaf de Hoogbrug (Theofiel De Beckerstraat) tot aan de spoorweg. Het stedenbouwkundig ontwerp van Robbrecht & Daem architecten sluit naadloos aan bij het concept Aarschot, kloppend hart aan de Demer. Het project geeft een globale visie op de beschermde maar leegstaande pre-industriële site van s Hertogenmolens en de ruime omgeving ervan. De Demer krijgt door het ontwerp eindelijk zijn betekenis als slagader voor de stad terug. Door de rivier zichtbaarder aanwezig te maken in het stadsbeeld moet de relatie tussen de stad en de Demer worden hersteld. Naast de Demer worden ook de stationsomgeving en de grote bijna overschaalde lanen op de plaatsen van de oude stadsvesten als strategische projecten erkend. Voor deze gebieden worden concrete voorstellen geformuleerd die in feite een verfijning zijn van de visie-elementen die in het GRS werden aangebracht Dit stadsvernieuwingsproject werd ingediend en ook goedgekeurd door de Vlaamse Regering waardoor het op haar cofinanciering kan rekenen. => DOELSTELLING 4C: BLAUWE CORRIDORS LAAK EN DEMER MET BETREKKING TOT COMMERCIELE DRAAGKRACHT, ZONE SPOORWEG/LEMMENSSTRAAT/SASSTRAAT, AMERSTRAAT 4.1.1.8. Oostelijke ring vorm geven als een stedelijke boulevard Omdat we tussen het centrum en de stedelijke nevel een functionele en ruimtelijke continuïteit willen bewaren moet de oostelijke ring het karakter krijgen van een stedelijke boulevard. => DOELSTELLING 4D: OOSTELIJKE RING VORMGEVEN ALS STEDELIJKE BOULEVARD

SumResearch / RUP Elisabethlaan te Aarschot 21 KAART 3 : GEWENSTE STRUCTUUR KERNSTEDELIJK GEBIED GRS AARSCHOT

SumResearch / RUP Elisabethlaan te Aarschot 22 3.3. AFBAKENINGSPROCES KLEINSTEDELIJK GEBIED AARSCHOT Dit proces is zeer recentelijk opgestart op 7 mei 2007. Er zijn nog te weinig gegevens bekend om de invloed op dit specifieke RUPgebied te kennen. Het gebied zelf maakt naar alle waarschijnlijk wel deel uit van het kleinstedelijk gebied. 3.4. MOBILITEITSPLAN AARSCHOT BELEIDSPLAN - SEPTEMBER 2003 Het beleidsplan van het mobiliteitsplan is in een definitief rapport gebundeld in september 2003. Hieronder wordt de gewenste mobiliteitsstructuur hernomen met betrekking tot de zone van het RUP Elisabethlaan. De belangrijkste maatregel in het gedeelte van het RUP-gebied is de knip voor gemotoriseerd verkeer in de Pastoor Dergentlaan tussen de Schoolstraat en de Elisabethlaan, als maatregel gepland op middellange termijn (2006-2010). Op de kruising tussen de Pastoor Dergentlaan en de Amerstraat wordt bijkomende kruispuntbeveiliging voorzie, alsook op de kruisingen van de Sasstraat met de Elisabethlaan, en de Langdorpsesteenweg met de Herseltsesteenweg (waarin in het GRS een stadspoort voorzien wordt). De knip ter hoogte van de Schoolstraat heeft invloed op het lussensysteem dat wordt voorgesteld waarbij verkeer ronddraaiend wordt gestuurd van de kruising van de Langdorpsesteenweg en de Herseltsesteenweg via de Pastoor Dergentlaan naar de Schoolstraat, Boogaardenlaan en Bekaflaan naar de Oostelijke ringweg (+ August Reyerslaan). Schaluin en Gasthuisstraat worden éénrichtingsstraten in zuidelijke richting.