cursus: Onderwijsvisies en - pedagogen



Vergelijkbare documenten
project: Kunst en cultuur

Cursus: Veiligheid en gezond gedrag

project: Problemen in de wijk

training: Engels in het basisonderwijs

project: Behoefteonderzoek

cursus: Kwaliteitszorg voor PWJ

Lesbrieven voor daltonen jenaplanonderwijs

Activiteitenprogramma werk en zinvolle dagbesteding

project: Religies in de wijk

project: Pedagogische stromingen

project: Vergaderen met de pedagogische cirkel

project: Wat te doen met Oud en Nieuw?

project: Armoede in Nederland

cursus: Van kerndoel naar handelingsplan

project: Themadag opzetten

project: Professionalisering van de dak- en thuislozenzorg

project: Organiseren van een multicultureel event

cursus: Evaluatiemethodes voor SCW: zijn de doelen bereikt?

project: Activiteit voor een moeilijk bereikbare doelgroep

cursus: Coachen van risicoleerlingen

cursus: De organisatie en ik

project: Historie van de kinderopvang

Kom op voor het belang van je cliënt

project: Omgaan met gedragsproblemen en stoornissen in de jeugdzorg

Project: Activiteitenprogramma ontwikkelen

cursus: Evaluatiemethodes: zijn de doelen bereikt voor SMD?

project: Sociale kaart arbeidsparticipatie

project: Sociale kaart voor kindercentra

Project: Werken aan taalontwikkeling: Het Vertelspel

cursus: De cyclus van methodisch werken in de jeugdzorg

project: Workshop BSO

Cursus: Spel en spelontwikkeling

project: Voorlichting geven

Cursus: Plan van aanpak volgens het sociaal competentiemodel

cursus: Taalontwikkeling en taalstimulering

project: Trends en actualiteit in de Jeugdzorg

cursus: Kwaliteitszorg voor SCW

cursus: Sociale kaart

project: Dag overgewicht!

project: Kennismaking met jeugdzorg

Cursus. Omgaan met pesten en ingrijpende gebeurtenissen

Ondersteuning bieden bij activiteiten

> Inhoud. > Cursus: De was verzorgen 5 > Tekstbron: De was verzorgen 20 > BPV: De was verzorgen in een instelling 41. Colofon

cursus: Interventies in de groep voor SCW en PWJ

Cursus. Ontwikkeling van beroepsuitoefening en kwaliteitszorg

Creëren van een sfeervolle groepsruimte

Cursus. Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen

Cursus. Bijhouden van ontwikkeling van de leerling en differentiatie

project: Vormen van kleinschalig wonen

project: We gaan op kamp

cursus: Kennis van beleid

Cursus. Leerlingen met specifieke begeleidingsvragen

cursus: Interventies in de groep voor MZ

Cursus. Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen in GGZ

Cursus. Sociale kaart

project: Schuldhulpverlening

project: Preventie jeugdcriminaliteit

Cursus. Ouderen ondersteunen om langer zelfredzaam te zijn

Vormgeving Binnenwerk: DBD design/ruurd de Boer, omslag: Tekst in Beeld/Hubi de Gast

project: Een opgeruimd huis

project: Een spellenboek samenstellen

cursus: Kwaliteitszorg voor MZ

> Inhoud. Colofon. ISBN Copyright 2014 Uitgeverij Edu Actief b.v. Eerste druk/tweede oplage

Cursus. Chronisch zieken

Cursus. Taalverwerving en meertaligheid, herkennen laaggeletterdheid ouders

project: Doelgroepanalyse en sociale kaart - Comazuipen

training: Didactische analyse

project: Integratie van de doelgroep in een wijk

training: ICT voor SMD Uitgeverij Edu'Actief b.v. 1

cursus: Didactische werkvormen in de klas

Cursus. De wijk in beeld

Cursus. Coördineren in de kinderopvang, ketenregie, sociale kaart en netwerk

Cursus. Netwerk versterken

Cursus. Kinderziektes en medicatie

Project: Begeleiden van cliënten bij het beheren van geld

Cursus. Oriëntatie op de dienstverlening in de VVT

Cursus. Oriëntatie op het werkveld voor SMD en SCW

Voorbereiden op de BPV

project: Peuterplusactiviteiten

Het uiterlijk verzorgen

project: Teambuilding

training: ICT voor OA Uitgeverij Edu'Actief b.v. 1

Cursus. Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen Deel 1

PrOmotie. Cultuur en Maatschappij. Werkboek Tijd voor jezelf

cursus: Omgaan met diversiteit voor MZ

Vormgeving Binnenwerk: DBD design/ruurd de Boer, omslag: Tekst in Beeld/Hubi de Gast

Cursus. Meervoudig complex gehandicapten

Cursus. Evalueren begeleiding van activiteiten

Cursus. Ontwikkelingspsychologie

Cursus. Creëer een veilig seksueel klimaat

Cursus. Begeleiden en zorgen in de thuiszorg en ambulant in GHZ

Colofon. Uitgeverij: Edu Actief b.v Auteur: Joke Christiaans. Inhoudelijke redactie: Bapke Westhoek

cursus: Plan van aanpak in de dagopvang

Creëren van een sfeervolle groepsruimte

Cursus. Begeleiden en zorgen intramuraal in GGZ

Spreken en gesprekken voor 1F

Zorgvrager ondersteunen bij zelfredzaamheid

> Inhoud. Colofon. ISBN Copyright 2015 Uitgeverij Edu Actief b.v. Eerste druk/eerste oplage

Cursus. Begeleiden en zorgen intramuraal in GHZ

Het uiterlijk verzorgen

Transcriptie:

cursus: Onderwijsvisies en - pedagogen

> Inhoud > Over deze cursus 3 > Ontwikkeling van het onderwijs 5 > Vernieuwingsonderwijs 9 > De brede school 14 > Onderwijspedagogen 17 > Onderwijsvormen en aanbod 23 > Reflectie 29 > Theoriebron 1: Ontwikkeling van het onderwijs 31 > Theoriebron 2: Vernieuwingsonderwijs 33 > Theoriebron 3: De brede school 35 > Theoriebron 4: Onderwijspedagogen 37 > Theoriebron 5: Onderwijsvorm en aanbod 41 > Werkmodel: Het maken van een presentatie 43 > Beoordeling 44 Colofon Uitgeverij Edu Actief b.v. Meppel Postbus 1056 7940 KB Meppel Tel.: 0522-235235 Fax: 0522-235222 E-mail: info@edu-actief.nl Internet: www.edu-actief.nl Elisabeth Bosma en ROC Mondriaan Auteurs Titel Vormgeving Binnenwerk: DBD design/ruurd de Boer, omslag: Tekst in Beeld/Hubi de Gast ISBN 978 90 3720 764 4 Copyright 2012 Uitgeverij Edu Actief b.v. Eerste druk/eerste oplage Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.

> Over deze cursus In deze cursus komt eerst de geschiedenis van het onderwijs aan bod. Je leert over verschillende onderwijsvormen. Wie is de bedenker van deze onderwijsvorm en wat houdt het in? Van verschillende onderwijsstromingen worden de belangrijkste uitgangspunten uitgelegd. De studenten maken zo kennis met een groot aantal onderwijsvormen, maar bepalen zelf in welke vorm ze zich willen verdiepen en over welke vorm ze meer kennis willen opdoen. Hierover geven ze een presentatie. En ze ontwikkelen een bijpassende activiteit. Doelstellingen Je kunt globaal de ontwikkeling van het onderwijs uitleggen. Je kunt uitleggen wat de afkortingen MLK, LOM, IOBK, WSNS, SBO en SO betekenen. Je kunt de opkomst en ontwikkeling van het vernieuwingsonderwijs uitleggen. Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met adaptief onderwijs. Je kunt kort uitleggen wat ervaringsgericht onderwijs is. Je kunt uitleggen wat ontwikkelingsgericht onderwijs is. Je kunt uitleggen wat bedoeld wordt met de term 'brede school'. Je kunt kort uitleggen wat daltononderwijs is. Je kunt kort uitleggen wat jenaplanonderwijs is. Je kunt kort uitleggen wat vrijeschoolonderwijs is. Je kunt kort uitleggen wat montessorionderwijs is. Je kunt kort uitleggen wat freinetonderwijs is. Beoordeling Je wordt op verschillende punten beoordeeld. Deze punten kun je achter in dit boek vinden. Belangrijke punten bij de beoordeling zijn: actieve deelname aan de lessen nette uitwerking van de opdrachten afgeronde processtappen voor het maken van de beroepsproducten actieve deelname aan de presentatie een lesactiviteit ontwikkelen. Uitgeverij Edu Actief b.v. 3

Je toekomstige collega Naam: Rachel van Dam Werkzaam bij: Medewerkers: Werkzaam als: Soort werkzaamheden: Over de werkomgeving: Wat is er leuk aan je werk: Grootste blunder: Waar werk je aan: RENN 4, Ambulante Begeleiding Ongeveer vijftien mensen die ook ambulante begeleiding doen. Ambulant Begeleider Het begeleiden van leerlingen en leerkrachten op verschillende scholen, met verschillende visies en het doel om het gedrag van de leerling te verbeteren en de leerkracht te helpen om te gaan met de leerling, zodat deze op school kan blijven. Ik kom op veel verschillende scholen en praat veel met leerkrachten over hoe ze lesgeven en waarom op die manier. Het is ook mooi om te zien hoe kinderen daarop reageren. Dat ik zo veel scholen van binnen zie. Daardoor zie ik verschillen, maar ik zie in alle manieren van lesgeven wel positieve dingen. Soms echter ook dingen die ik minder goed vind. Ik kwam een keer op een school om een kind te observeren. Ik heb eerst een tijdje op het plein gekeken en toen ging ik mee de klas in. Na een tijdje ging ik praten met de leerkracht en bleek ik het verkeerde kind geobserveerd te hebben! Een stappenplan met pictogrammen voor leerkrachten om visueel te maken wat ze doen, zodat kinderen met gedragsproblemen meer structuur krijgen en weten wat er gaat gebeuren. Beroepsproduct: Presentatie onderwijsvorm Dit beroepsproduct inleveren voor: Presentatie over een onderwijsvorm Er zijn steeds meer scholen die ervoor kiezen om duidelijk te laten zien welk soort onderwijs ze geven. Met vier medestudenten ga je je verdiepen in een onderwijsvorm. Daarover ga je een presentatie geven. In deze presentatie besteed je kort aandacht aan de visie van de onderwijsvorm en laten jullie een lesactiviteit zien die past bij deze onderwijsvorm. Die lesactiviteit leveren jullie ook in op een lesvoorbereidingsformulier. Processtappen Maak een planning en een taakverdeling. Maak een presentatie over een onderwijsvorm. Maak hiervoor gebruik van PowerPoint. Houd de presentatie voor de groep. Maak een lesvoorbereidingsformulier. Lever het lesvoorbereidingsformulier in. Maak een planning voor deze cursus. Maak eerste een planning voor het beroepsproduct. Werkmodel: Cursusplanning op www.factor-e.nl Laat elke processtap goedkeuren door je docent voordat je begint aan de volgende processtap. Eisen aan het beroepsproduct Bij de presentatie wordt gelet op ieders inbreng en aandeel in het geheel. Hierop wordt ook de beoordeling afgestemd. Per groep kunnen de leden een verschillende beoordeling krijgen voor de presentatie. 4

> Ontwikkeling van het onderwijs Tegenwoordig is het onderwijs niet meer weg te denken. Het is een van de belangrijkste aspecten van de maatschappij. Dat is niet altijd zo geweest. Onderwijs is steeds belangrijker geworden. De overheid is zich daarmee ook steeds meer gaan bezighouden. Eerst hield de overheid zich alleen nog bezig met waar onderwijs gegeven moest worden (waaraan moet een klaslokaal voldoen?) en met hoelang je naar school moest. Later ging de overheid zich ook steeds meer bemoeien met de inhoud van het onderwijs (wat moeten kinderen leren op school?). In dit hoofdstuk lees je over welke belangrijke wetten de overheid heeft gemaakt en wat er in de loop der jaren allemaal veranderd is. Doelstellingen Je kunt globaal de ontwikkeling van het onderwijs uitleggen. Je kunt uitleggen wat de afkortingen MLK, LOM, IOBK, WSNS, SBO en SO betekenen. Opdracht 1: Onderwijs, wat vind je ervan? Er is een groot verschil tussen het onderwijs van vroeger en nu. Er is een tijd geweest dat je bijvoorbeeld alleen maar goed onderwijs kreeg als je rijk was. De lesstof is veranderd en aangepast aan de leeftijd van het kind of de jongere. Bespreek met elkaar wat jullie nu heel goed vinden aan het onderwijs. Schrijf hieronder op wat jullie belangrijkste punten zijn. Wat vind je minder of niet goed aan het onderwijs van nu? Bespreek dat met jullie groep en schrijf dat hieronder op. In het onderwijs worden vaak dingen veranderd. Je hebt zelf vast ook wel een verandering meegemaakt. Vertel hierover in je groep en wat je ervan vindt. Schrijf hieronder kort op wat je ervaringen zijn. Taal Taal Taal Taal Neem deze cursus door en onderstreep de woorden die je niet kent. Noteer deze woorden in de woordenlijst en zet de betekenis erbij. Nieuwe onbekende woorden die je tegenkomt tijdens de cursus, voeg je toe aan de woordenlijst. Na afloop van de cursus neem je dit overzicht op in je taalportfolio. Werkmodel: Woordenlijst op www.factor-e.nl Uitgeverij Edu Actief b.v. 5

Opdracht 2: Overzicht in jaartallen In theoriebron 1 staan veel jaartallen genoemd. Schrijf achter elk jaartal op wat er in dat jaar gebeurde. 1806: Theoriebron 1: Ontwikkeling van het onderwijs 1900: 1917: 1985: 1998: 2003: 2007: Opdracht 3: Clusterscholen In Nederland hebben we behalve het regulier onderwijs alle typen speciaal onderwijs ondergebracht in vier clusters. Geef hieronder aan welk cluster waarvoor is. Bedenk in tweetallen een leerling die naar die school kan gaan. Hieronder een voorbeeld: School: regulier onderwijs Leerling: Martijn, een jongen van 10 jaar. Lief, behulpzaam, soms een beetje eigenwijs, kan goed leren. Geen bijzonderheden wat betreft leren en gedrag. School: speciaal basisonderwijs Leerling: Rick, een jongen van 8 jaar. Heeft een benedengemiddeld IQ. Leerachterstand van ongeveer één jaar op alle vakken. In de klas is hij vaak druk en impulsief, hij praat voor zijn beurt, er is een vermoeden van ADHD. Ouders vinden het moeilijk om consequent te zijn en structuur te bieden. Cluster 1: Leerling: Cluster 2: Leerling: 6

Cluster 3: Leerling: Cluster 4: Leerling: Opdracht 4: De overheid en de regels De overheid bemoeit zich steeds meer met het onderwijs. Eerst gaf ze alleen maar regels voor wie het onderwijs was en hoelang leerlingen naar school moesten. Tegenwoordig bemoeit ze zich ook steeds meer met de inhoud van het onderwijs. Bespreek in je groep wat je hiervan vindt. Is het goed dat de overheid regels maakt voor wat kinderen moeten weten? Mag de overheid zich bemoeien met hóé je lesgeeft als leraar? Schrijf hieronder op hoe jullie erover denken. Uitgeverij Edu Actief b.v. 7

De leerplicht is opgehoogd. Je moet naar school tot je een startkwalificatie hebt en moet daarna aan het werk. Wat vind je van deze verplichting? Bespreek met elkaar hoe je erover denkt. Schrijf jouw eigen mening over dit onderwerp op. Opdracht 5: Vooruitkijken In een van de laatste lessen ga je met een groepje een presentatie houden over een onderwijsvorm. De docent zal aangeven uit welke onderwijsvormen je kunt kiezen. Vorm een groep met vier medestudenten en beslis met elkaar over welke onderwijsvorm jullie meer willen weten. Werkmodel: Het maken van een presentatie Schrijf hieronder op welke onderwijsvorm je hebt gekozen. Noteer dit ook in het werkmodel 'Het maken van een presentatie'. Gekozen onderwijsvorm: Leg uit waarom je gekozen hebt voor de onderwijsvorm: Waarover zou je graag meer willen weten? Bespreek met je groepje waarover jullie het willen hebben en verdeel de taken. Schrijf op wat jij gaat uitzoeken. 8

> Theoriebron 1: Ontwikkeling van het onderwijs Onderwijs is er in Nederland al heel lang, al minstens vanaf de achtste eeuw na Christus. Het onderwijs van toen is niet te vergelijken met het onderwijs van nu. In eerste instantie was het onderwijs vooral voor de rijkere mensen. Kinderen werden toen gezien als kleine volwassenen en zo werd les aan hen gegeven. In de loop der eeuwen veranderde er veel in het onderwijs. Het onderwijs werd steeds belangrijker. Steeds meer arme mensen konden hun kinderen naar school sturen, dit wilden regeringen graag. Want het onderwijs was vooral gericht op het maken van brave burgers en zorgen voor minder criminaliteit. Het ideaal was dat ook zij meer kansen zouden krijgen. Maar het onderwijs aan armen stelde niet altijd veel voor. Het kwam voor dat onderwijzers zelf nauwelijks konden lezen en schrijven. In 1806 werd een onderwijswet ingevoerd die onderwijzers verplichtte een akte te hebben. Hiermee werd de kwaliteit van het onderwijs iets verbeterd. Er kwam in die tijd meer aandacht voor de inrichting en kwaliteit van schoolgebouwen. Deze werden verbeterd (ramen, frisse lucht, houten vloeren). De inhoud van het onderwijs veranderde. Niet alleen uit het hoofd leren van kennis over hoe je een brave burger bent, was belangrijk. De aandacht verschoof naar het verkrijgen van inzicht en dat ontwikkelen. Kinderen werden steeds minder gezien als kleine volwassenen en er kwamen lesmethodes die meer bij de kinderen aansloten. De scheiding tussen arm en rijk was nog duidelijk aanwezig. Rijke kinderen kregen vooral thuisonderwijs door een bevoegde leraar en op de zogenoemde volksscholen had een onderwijzer grote, volle klassen. De mogelijkheden om verder te leren waren klein. In 1900 werd met een zeer kleine meerderheid de leerplichtwet aangenomen in de Tweede Kamer. Met deze wet werd het verplicht om kinderen van 6 tot 12 jaar naar school te laten gaan. Veel kinderen gingen al naar school, maar hiermee was het afgedekt in de wet. Ondertussen speelde in deze tijd de schoolstrijd. Er was openbaar onderwijs en bijzonder onderwijs. Openbaar onderwijs wordt verzorgd door het rijk of de gemeenten en is voor iedereen toegankelijk. Bijzonder onderwijs wordt niet verzorgd door het rijk of de gemeenten. Dit type onderwijs wordt op particulier initiatief opgericht. Het is onderwijs dat voortkomt uit een levensovertuiging of geloof. Wanneer een kind naar een dergelijke school gaat, moet je als ouder de visie van de school onderschrijven en daarmee instemmen. Deze scholen kregen lange tijd geen geld van de overheid en moesten alles zelf bekostigen (bijvoorbeeld door giften te vragen aan rijke mensen en kerken te vragen een bijdrage te leveren). Met name christelijke politieke partijen hebben zich ingezet om bij wet geregeld te krijgen dat ze subsidie en geld zouden krijgen van de overheid. Er is lang voor gevochten, maar in 1917 kwam er financiële gelijkstelling. Bijzonder onderwijs kreeg daarmee ook geld van de overheid. In 1985 is de Wet op het basisonderwijs ingevoerd. De belangrijkste verandering in deze wet was de samenvoeging van de kleuterschool en de lagere school. Kinderen werden leerplichtig vanaf de maand waarin ze 5 jaar worden. Dit is nu nog steeds zo, al gaan de meeste kinderen al naar school als ze 4 jaar zijn. Deze wet had nog meer doelen, zoals het verbeteren van de zorg Uitgeverij Edu Actief b.v. 31

aan leerlingen met een achterstand. Scholen moesten systematischer gaan werken. Er moest een schoolwerkplan worden geschreven en beschreven moest worden hoe men de einddoelen zou gaan bereiken. Ondertussen waren er in Nederland veel scholen voor 'speciale' kinderen. De bekendste hiervan zijn de MLK-scholen (Moeilijk Lerende Kinderen), LOM-scholen (Leer- en Opvoedings Moeilijkheden) en IOBK-scholen (In hun Ontwikkeling Bedreigde Kleuters). Kinderen konden makkelijk naar dit soort scholen verwezen worden. In 1996 is 'Weer Samen Naar School' (WSNS) gestart. Het doel hiervan is om zo veel mogelijk kinderen op hun eigen, gewone school te houden. Speciaal onderwijs is duurder dan gewoon onderwijs en er zijn leerlingen die, met kleine aanpassingen, best op een reguliere school kunnen blijven. In 1998 is de Wet op het primair onderwijs ingevoerd. De MLK-, LOM- en IOBK-scholen werden samengevoegd tot één school: speciaal basisonderwijs (sbo). Het sbo valt onder dezelfde wet als het 'gewone', reguliere onderwijs. In 2003 is de Wet op de expertisecentra van kracht geworden. Deze wet gaat over het speciaal onderwijs. Het speciaal onderwijs is te verdelen in vier clusters: Cluster 1 Voor onderwijs aan blinde/slechtziende leerlingen. Cluster 2 Voor onderwijs aan dove/slechthorende leerlingen of leerlingen met een ernstige taal-/spraakstoornis. Cluster 3 Voor onderwijs aan langdurig zieke kinderen, kinderen met een chronische ziekte, lichamelijk gehandicapte kinderen, zeer moeilijk lerende kinderen of meervoudig gehandicapte kinderen. Cluster 4 Voor onderwijs aan kinderen met een ernstige (psychiatrische) gedragsstoornis en zeer moeilijk opvoedbare kinderen. De leerplicht houdt in dat kinderen verplicht naar school moeten. Vanaf het moment dat het kind 5 jaar is tot het einde van het schooljaar waarin het kind 16 jaar wordt, is het op grond van de Leerplichtwet verplicht naar school te gaan. Sinds augustus 2007 geldt de kwalificatieplicht. De plicht houdt in dat jongeren zonder startkwalificatie tot hun achttiende verjaardag onderwijs moeten volgen. Een startkwalificatie is een diploma op havo-, vwo- of mbo-2 niveau. (Bron: Rijksoverheid). 32

> Beoordeling Naam deelnemer: Namen groepsleden: Groep: Docent: Blok: Cursus: Onderwerp: Beoordeling Criteria Voldoende Onvoldoende Processtappen beroepsproduct 1 De student heeft een planning gemaakt. De student heeft een presentatie voorbereid. De student heeft actief deelgenomen aan de presentatie. De student heeft een lesactiviteit ontworpen. Beroepsproduct 1 De student heeft een PowerPointpresentatie gemaakt. De student heeft een ingevuld lesvoorbereidingsformulier ingeleverd. Actieve deelname in de les De student was voldoende aanwezig. De student leverde een positieve bijdrage in zijn groepje. De student leverde een actieve bijdrage in de les. Opdrachten Beide taalopdrachten zijn ingeleverd en beoordeeld. De opdrachten voor de cursus zijn goed en netjes uitgewerkt. De eigen evaluatie is ingevuld en besproken. Mondeling en schriftelijk taalgebruik Mondeling taalgebruik Schriftelijk taalgebruik De teksten zijn in correct Nederlands geschreven. Overig Eindbeoordeling Onvoldoende Voldoende Goed > Datum:... Paraaf docent: Paraaf deelnemer:.... 44