Ondersteuningsplan. Samenwerkingsverband passend onderwijs. Koers VO



Vergelijkbare documenten
Concept Ondersteuningsplan. Samenwerkingsverband passend onderwijs. Koers VO

Project Toekomst lwoo in regio Koers VO

Belangrijk om te weten voor schooljaar Koers VO Directiebijeenkomsten vo-scholen juni 2014

Op weg naar Passend Onderwijs in Zuidwest Friesland

Aanvulling lwoo-pro Regionaal Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuidoost Utrecht t/m

Regeling rugzakleerlingen in het Passend Onderwijs

Roel Weener. Kwartiermaker Passend Onderwijs

TOEWIJZEN van bovenschoolse ondersteuning VANUIT ONDERWIJS- EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTEN

KWALITEITSKAART. Toewijzing en leerlingstromen binnen het samenwerkingsverband PO, VO, SBO & (V)SO. Passend onderwijs

BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ SAMENWERKINGSVERBAND KOERS VO

Lwoo en pro Integratie in passend onderwijs LWOO EN PRO. Integratie in passend onderwijs

Lwoo en pro Integratie in passend onderwijs LWOO EN PRO. Integratie in passend onderwijs

Schoolondersteuningsprofiel Prof. Dr. Leo Kanner College Leiden. Schoolondersteuningsprofielen 2018

Ondersteuningsplan

Inpassing van lwoo en pro in passend onderwijs

Aanvulling op het ondersteuningsplan Samenwerkingsverband PO Optimale Onderwijskans.

leerlingen iedere school die is aangesloten bij het Samenwerkingsverband werkt volgens de kernwaarden (zie verderop).

Basisondersteuning in het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek

Passend onderwijs. Passend onderwijs

Passend onderwijs. Passend onderwijs

Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel

Memorie van antwoord passend onderwijs

Passend onderwijs Wat is passend onderwijs? Waarom wordt passend onderwijs ingevoerd?

Samen maken we het passend!

Schets van de Procesgang Handelingsgericht Arrangeren

Achtergronden van de wet ( knelpunten huidig systeem) en doelen van deze wet:

Aannamebeleid Emile Weslyschool Maastricht

Samenvatting Ondersteuningsplan

Bijlage 8 Begrippenlijst en afkortingen. Zorgplicht

AANVULLING ONDERSTEUNINGSPLAN PARAGRAAF 9: PRAKTIJKONDERWIJS EN LEERWEGONDERSTEUNING

Doorontwikkeling ondersteuningsplan

Verklarende woordenlijst en lijst met afkortingen

Schoolondersteuningsprofiel

TOEWIJZEN van bovenschoolse ondersteuning VANUIT ONDERWIJS- EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTEN

Ondersteuningsplan Regsam. (VO Zoetermeer)

Overstapmomenten. De overstap van primair naar voortgezet onderwijs (PO naar VO)

April passend onderwijs SWV VO Utrecht en Vechtstreek

Deze toelichting wordt mede gegeven namens de Staatssecretaris van Economische Zaken.

SAMENVATTING WETSVOORSTEL PASSEND ONDERWIJS EN MEMORIE VAN TOELICHTING november 2011

Informatie ministerie OCW over lwoo en pro

Ondersteuningsplan Samen bepalen wij de Koers

BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VOORTGEZET ONDERWIJS ZEEUWS-VLAANDEREN

TRIPLE T. Rapportage Passend onderwijs (uitwerking onderdeel Triple T)

Samenvatting Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuidoost Utrecht

wat waar Wie bepaalt Basisondersteuning Regulier VO school

Samen bepalen wij de Koers

wat waar Wie bepaalt Basisondersteuning Regulier VO school

Toewijzingsprotocol Commissie Ondersteuningstoewijzing

GMR, schoolbestuur en passend onderwijs

Samen voor kinderen Agenda. Ondersteuningsplan SWV PO Wat betekent Passend Onderwijs voor mij? 1. Passend Onderwijs algemeen

4. Extra ondersteuning in het regulier onderwijs

Besturen, scholen en docenten in SWV OP WEG. wetgeving

PCL Extra steun. Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid- Utrecht

Afkorting en uitleg begrippen Passend Onderwijs. Kernbegrippen

Wat is passend onderwijs? Vanaf 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht. Om alle kinderen een passende onderwijsplek te bieden, gaan

Overgang POVO bij leerlingen met ondersteuningsbehoeften

Begrippenlijst (passend) onderwijs (bron:

Jaarplan schooljaar

Passend onderwijs Bergen,Gennep en Mook Informatie voor alle ouders

Toezicht samenwerkingsverbanden passend onderwijs na 1 augustus Lunteren 5 oktober 2017

Passend Onderwijs. Wat verandert er?

Procedure aanmelding voor Advies, Ondersteuning of Plaatsing

Toelaatbaarheidsverklaringen

Addendum lwoo en pro aan het Schoolondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO Barneveld-Veenendaal

BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ COÖPERATIE SAMENWERKINGSVERBAND PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS OOSTERSCHELDEREGIO U.A.

JAARPLANNING-WERKAGENDA Augustus 2018 juli Vastgesteld door bestuur d.d Goedgekeurd door RvT d.d

Bijlage 6. Uitwerking KPI s uit het kwaliteitszorgsysteem

Publieksversie Ondersteuningsplan

Een passend onderwijsprogramma voor alle leerlingen in het voortgezet onderwijs

Bezuiniging op Passend Onderwijs voor 2013 geschrapt. Houdbaarheid na 2013 Invoering op

Ten behoeve van: Algemene Ledenvergadering Steller: J.P. van den Berg, Controller Datum:

AANVULLING ONDERSTEUNINGSPLAN SWV VO m.b.t. integratie LWOO en PRO in passend onderwijs PASSEND ONDERWIJS ALMERE

Toelichting ontwikkelingsperspectief

InFORMATIE VOOR OUDERS

Het aanvragen van een TLV of ondersteuningsarrangement

(VO Haaglanden) Ondersteuningsplan SWV Zuid-Holland West

Samenwerkingsverband Zuidoost-Friesland VO (21.02)

Samenwerkingsverband VO Amsterdam. Schoolondersteuningsprofiel

Periode van het moment van aanmelding tot het bericht van toelating op de meest passende plek Periode van 6 weken!

Richtlijn afgifteduur van een TLV binnen samenwerkingsverband Koers VO d.d. 23 maart 2016

Verandert de wereld op 1 augustus 2014??

1 Inleiding. 1.1 Introductie. 1.2 Probleemstelling

Studiedag Inrichting Passend Onderwijs SWV PO RKC Waalwijk 3 juni 2014

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. H.J. Stuyt

Juni Model Ondersteuningsplan

Passend Onderwijs in PO; de wereld verandert niet op 1 augustus 2014!!

Ondersteuningstoewijzing gaat over de wijze waarop leerlingen die extra ondersteuning behoeven die ondersteuning kunnen ontvangen.

Van speciaal naar regulier onderwijs: een hele overstap! Het Congres 29 november 2013

SAMENWERKINGSVERBAND PASSEND ONDERWIJS PRIMAIR ONDERWIJS 30-10

SAMENWERKINGSVERBAND VO VISIEDOCUMENT

Aandachtspunten Leraren passend onderwijs

ZORGPLICHT: WANNEER WEL EN WANNEER NIET?

Effectief en klantvriendelijk indiceren voor leerwegondersteunend onderwijs en Praktijkonderwijs in Eemland

Notitie optimaliseren overgang PO-VO voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften

Wat betekent passend onderwijs voor onze school?

Samenvatting Onder steunings plan

Handreiking voor PO scholen betreffende invoering in het VO van

Geldigheid LGF indicaties cluster 2 bij invoering van passend onderwijs op 1 augustus 2014

Nieuwe wet definitief Nieuw onderwijsstelsel voor regulier én speciaal onderwijs

Transcriptie:

Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband passend onderwijs Koers VO april 2014 met aanvullingen 2015

Voorwoord Het afgelopen jaar is er met alle betrokkenen hard gewerkt aan het uitwerken van een aantal inhoudelijke vraagstukken met betrekking tot de invoering van passend onderwijs. Hoofdlijnen en uitgangspunten hebben een plek gekregen in een Koersdocument, sommige thema s in werkgroepen met een eigen aanvullende rapportage. Er is hierbij veelal sprake van een voortschrijdend inzicht in de samenhang tussen de verschillende onderdelen en een steeds verdere inkleuring van de hoofdlijnen. De inhoudelijke denkrichtingen zijn omgezet in een tekst voor het ondersteuningsplan. In september 2013 is een nul-versie van het ondersteuningsplan opgesteld en vervolgens opnieuw besproken met de schoolbesturen en op onderdelen met beleidsvertegenwoordigers van de gemeenten. Mede op basis van de feedback is de nul-versie van het ondersteuningsplan omgezet in een concept ondersteuningsplan. Over dit concept is in december 2013 OOGO gevoerd met de 14 gemeenten in onze regio. De Ondersteuningsplanraad heeft ingestemd met het aan hen aangeboden concept ondersteuningsplan, met de opmerking dat deze instemming is gebonden aan een looptijd van een jaar, van 1 augustus 2014 tot 1 augustus 2015. Ook is er afgestemd met de samenwerkingsverbanden voor primair onderwijs en de clusters 1 en 2. Op 8 april 2014 is dit ondersteuningsplan goedgekeurd door de Algemene Leden Vergadering en uiteindelijk op 14 april definitief vastgesteld door het College van Bestuur. Het ondersteuningsplan is opgesteld voor een periode van vier jaar. Het plan is het startpunt van een ontwikkeling waarbij we de komende jaren in een cyclisch proces tot een steeds concretere invulling uitwerking en uitvoering komen. Hierbij is sprake van een organisatie in opbouw. In een lerend proces zullen we voortdurend onze organisatie (de vereniging, het netwerk en het bureau Koers VO) trachten te verbeteren en doelstellingen omzetten in activiteiten. Hetzelfde geldt voor het opbouwen van de samenwerking met gemeenten en de nieuw gevormde samenwerkingsverbanden primair onderwijs in onze regio. Ook de afstemming en samenwerking met de clusters 1 en 2 en de MBO s in de regio, zal zich nog verder gaan ontwikkelen. Voorliggend ondersteuningsplan (mei 2015) bevat enkele wijzigingen ten opzichte van het ondersteuningsplan 2014. Het gaat daarbij met name om de toevoeging van een hoofdstuk over de inpassing van leerwegondersteunend en praktijkonderwijs in passend onderwijs. Deze versie van het ondersteuningsplan is op 2 juni 2015 door de Algemene Leden Vergadering goedgekeurd en op 23 juni 2015 heeft de Ondersteuningsplanraad voor de gehele looptijd (2018) ingestemd met het plan. Waarna het College van Bestuur het ondersteuningsplan op 2 juli 2015 definitief heeft vastgesteld. We zijn trots met dit resultaat op papier, maar nu komt pas het echte werk: met elkaar samenwerken aan een perspectiefrijke toekomst voor elke jongere! Het College van Bestuur is dankbaar voor de enorme inzet van alle betrokkenen bij het samenwerkingsverband Koers VO en ziet daarmee met veel vertrouwen de toekomst tegemoet. J.M. van der Have Voorzitter College van Bestuur M.Dekkers Lid College van Bestuur Ondersteuningsplan Koers VO, april 2014, met aanvullingen 2015 1

Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband passend onderwijs Koers VO Voorwoord Inhoudsopgave pagina 1. Samenwerkingsverband Koers VO 4 1.1 Kennismaking 4 1.2 Dekkend netwerk 4 1.3 Wettelijke taken van Koers VO 5 2. Visie op ondersteuning 6 2.1 Ondersteuning 6 2.2 Ondersteuning op elke school 7 2.3 Ambitie: dekkend netwerk als continuüm 8 3. (Extra) Ondersteuning en de regie 9 3.1 (Extra) ondersteuning binnen het regulier voortgezet onderwijs 9 3.2 Extra ondersteuning als de reguliere school het niet (meer) kan 9 3.2.1 Extra ondersteuning op een andere reguliere school 9 3.2.2 Extra ondersteuning op een vso school 10 3.2.3 Ondersteuning op een OPDC 10 3.2 Bijzondere situaties 10 3.3.1 Casusregie in bijzondere situaties 10 3.3.2 Thuiszitters 10 3.3.3 Doorzettingskracht 11 4. Passend onderwijs op school 12 4.1 Passend onderwijs: zorgplicht en ondersteuning op elke school 12 4.2 Ondersteuning in het voortgezet onderwijs 14 4.3 Verantwoording/kwaliteitszorg 15 4.4 Inpassing lwoo en praktijkonderwijs in passend onderwijs 15 4.4.1 Van indicatie naar aanwijzing en toelaatbaarheidsverklaring 15 4.4.2 Ontwikkeling en kansen 16 5. Passend onderwijs met hulp van het samenwerkingsverband 18 5.1 Extra ondersteuning in het vo: begeleiding passend onderwijs 18 5.2 Extra ondersteuning op een vso school 20 5.2.1 Het verstrekken van toelaatbaarheidsverklaringen voor het vso 21 5.2.2 Uitgangspunten Koers VO 21 5.2.3 Het instellen van de commissies ABT en AB en een evaluatiecommissie 22 5.2.4 De procedure voor het aanvragen en verstrekken van een TLV voor het vso 23 5.2.5 De criteria voor het verstrekken van toelaatbaarheidsverklaringen voor het vso 24 5.2.6 Fasering 25 5.3 Tijdelijke onderwijsopvang in een OPDC 26 5.4 Procedure en beleid terug-of overplaatsing naar het vo vanuit het vso 28 6. Samenwerken bij zorgplicht en overgangen in een continuüm van ondersteuning 29 6.1 Zorgplicht en samenwerken in een netwerk 29 6.2 Overgangen 30 Ondersteuningsplan Koers VO, april 2014, met aanvullingen 2015 2

6.3 Afstemmen met onderwijspartners 31 6.3.1 Afstemmen samenwerkingsverbanden primair onderwijs 31 6.3.2 Afstemmen cluster 1 32 6.3.3 Afstemmen cluster 2 32 6.4 Samenwerken aan een perspectiefrijke toekomst voor kwetsbare jongeren 32 6.5 Afstemmen over onderwijsondersteuning ten behoeve van het dekkend netwerk 33 7. Samenwerken met ouders 35 8. Afstemmen en samenwerken met gemeenten 36 8.1 Inleiding 36 8.2 Jeugdhulp 37 8.3 Leerlingenvervoer 38 8.4 Leerplicht/thuiszitters 39 8.5 Onderwijshuisvesting 39 8.6 Fasering samenwerking in de periode 2014-2018 40 9. Organisatie en communicatie 42 9.1 De vereniging Koers VO 42 9.2 Bureau Koers VO 42 9.3 Commissies van het samenwerkingsverband 44 9.4 Het netwerk 45 10. Kwaliteit 46 10.1 Startsituatie 46 10.2 Ontwikkeling kwaliteit van ondersteuning op scholen 46 10.3 Ontwikkeling kwaliteitszorgsysteem 47 10.4 Verantwoording 48 11. Financiën en begroting 49 11.1 Verdelen van middelen, algemeen 49 11.2 Financieel perspectief 50 11.3 Meerjarenbegroting 52 Bijlagen I. De school als werkplaats: hulp en ondersteuning in en om de school 55 II. Basisgegevens samenwerkingsverband Koers VO 60 III. Afkortingen en begrippen 62 IV. Overzicht Schoolbesturen SWV Koers VO 67 Ondersteuningsplan Koers VO, april 2014, met aanvullingen 2015 3

Hoofdstuk 1 Samenwerkingsverband Koers VO 1.1 Kennismaking Het samenwerkingsverband passend onderwijs Koers VO (hierna genoemd: Koers VO) wordt gevormd door 27 schoolbesturen, waarvan 24 besturen in de regio met samen 111 vestigingen voor voortgezet (speciaal) onderwijs. Dagelijks gaan op deze scholen zo n 53.078 leerlingen naar school (stand van zaken 1 oktober 2012). Onze regio bestaat uit 14 gemeenten: Rotterdam (exclusief Rozenburg), Albrandswaard, Barendrecht, Binnenmaas, Capelle aan den IJssel, Cromstrijen (Klaaswaal), Korendijk, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Nederlek (Lekkerkerk), Oud-Beijerland, Ridderkerk, Strijen en Zuidplas (Nieuwerkerk aan den IJssel). Onze missie is: Samen werken aan een perspectiefrijke toekomst voor elke jongere Dit vertaalt zich in onze visie als: In ons samenwerkingsverband is aandacht voor elke jongere. Elke jongere krijgt boeiend en passend onderwijs. Elke school van Koers VO gaat uit van de talenten en mogelijkheden van de leerling en zoekt hierbij actief naar een passend aanbod voor haar leerlingen. Gezamenlijk hebben de scholen een antwoord op alle onderwijs(ondersteunings)vragen in onze regio. Samen zorgen we voor vloeiende overgangen tussen scholen en onderwijs(zorg)voorzieningen waarbij het onderwijs en de zorg de jongere ondersteunen. Samenwerken in een netwerk Samenwerken in ons netwerk gaat om vorm en inhoud geven aan het uitgangspunt: Wij zijn samen verantwoordelijk voor onze leerlingen. Samenwerking start bij elkaar kennen en elkaar vertrouwen. Elkaar kennen is een voorwaarde om elkaars sterke kanten te benutten en samen leerlingen passend onderwijs te kunnen bieden. Het gaat om samen flexibel en creatief willen zijn in het zoeken naar oplossingen voor leerlingen. Als tweede aspect van samenwerken zien we zorgvuldig handelen in het belang van de leerling. Dit is het uitgangspunt op elke school. We willen daarom niet alles dichtregelen in protocollen en regels. De vraag Wat heeft deze leerling nodig? staat centraal en het principe motiveren en documenteren wordt steeds toegepast. 1.2 Dekkend netwerk De scholen van Koers VO werken samen met als doel: een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen te realiseren en wel zodanig dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en leerlingen die extra ondersteuning behoeven een zo passend mogelijk plaats in het onderwijs krijgen (art. 17a, lid 2 WVO). Een dekkend netwerk kán gezien worden als een optelsom van het aanbod dat is beschreven in de schoolondersteuningsprofielen, zoals gesteld in het Referentiekader Passend Onderwijs (januari 2013). Koers VO voegt ook andere aspecten toe en formuleert haar ambitie als volgt: Koers VO streeft naar een dekkend netwerk waarin elke leerling zonder onderbrekingen, binnen korte tijd, op de meest passende vorm van onderwijs, zo dicht mogelijk bij huis, les krijgt. Ondersteuningsplan Koers VO, april 2014, met aanvullingen 2015 4

Gezien deze ambitie, is kijken naar alleen het aanbod te beperkt. Bij een dekkend netwerk gaat het wat ons betreft ook om: - een thuisnabije plek voor elke leerling; - een efficiënte en effectieve organisatie van processen, inclusief planmatig werken; - een goede samenwerking tussen scholen ten behoeve van leerlingen; - flexibel inzetten van expertise en samenwerking met partners. Het uitgangspunt voor de start van ons samenwerkingsverband is dat wij, gezien de grootte van ons netwerk, wat betreft het aanbod al bijna dekkend zijn. Er zijn veel vormen en richtingen van voortgezet onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs en er bestaan tussenvoorzieningen voor tijdelijke opvang. Het aanbod van onze regio brengen wij transparant in beeld met de Schoolprofielen Koers VO die via de website www.koersvo.schoolprofielen.nl zijn te raadplegen. In de komende jaren streven wij naar een hogere kwaliteit van ons netwerk. Aangrijpingspunten zien wij in de vier bovengenoemde aspecten van dekkend netwerk. De focus ligt hierbij op het verder ontwikkelen van de werkwijze op de scholen: het zoeken naar creatieve oplossingen voor leerlingen door flexibel inzetten van ondersteuning, hulp of expertise (te arrangeren) en planmatig (samen) te werken, waardoor de ondersteuningsmogelijkheden op onze scholen toenemen (zie hoofdstuk 4). 1.3 Wettelijk taken van Koers VO Het samenwerkingsverband streeft naar het realiseren van een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen. De wettelijke taken van het samenwerkingsverband hierbij zijn: a. het vaststellen van een ondersteuningsplan, b. het verdelen en toewijzen van ondersteuningsmiddelen en ondersteuningsvoorzieningen aan de scholen, c. het beoordelen of leerlingen toelaatbaar zijn tot het voortgezet speciaal onderwijs, op verzoek van het bevoegd gezag van een school waar de leerling is aangemeld of ingeschreven, d. het adviseren over de ondersteuningsbehoefte van een leerling, op verzoek van het bevoegd gezag van een school waar een leerling is aangemeld of ingeschreven, en e. het in stand houden van een permanente commissie leerlingenzorg 1. (art. 17a, lid 6 WVO) 1 Als gevolg van de inpassing van lwoo en praktijkonderwijs in passend onderwijs, vervalt deze taak per 1 januari 2016. Ondersteuningsplan Koers VO, april 2014, met aanvullingen 2015 5

Hoofdstuk 2 Visie op ondersteuning 2.1 Ondersteuning Basisondersteuning Alle scholen van Koers VO bieden ondersteuning. De basis bestaat voor ons uit: 1. Goed onderwijs 2. Basis= afspraken (voorwaardelijke, preventieve afspraken) 3. Basisplusondersteuning (licht curatieve ondersteuning) Deze basis biedt voldoende voor het grootste deel van onze leerlingen. Een veel kleiner deel heeft behoefte aan extra ondersteuning. 1: Goed onderwijs Uitgangspunt is dat elke school goed onderwijs biedt. Het is evident dat goed onderwijs valt of staat met de kwaliteit van de docenten. Alle scholen van Koers VO werken hieraan door uitvoering te geven aan landelijke richtlijnen zoals beschreven in de Wet Bio, de Actieplannen Leraar 2020 en Beter presteren en het Bestuursakkoord 2012-2015. Goed onderwijs is nadrukkelijk de verantwoordelijkheid van elke school (en haar bestuur). In de beschrijving van ondersteuning is daarom de bekwaamheid van docenten niet verder uitgewerkt. Het samenwerkingsverband Passend onderwijs richt zich in eerste instantie op het organiseren van ondersteuning in een dekkend netwerk en minder op het organiseren van kwaliteit van het docentenkorps in de regio. Dit laatste is en blijft een belangrijke taak van de school (en haar bestuur). 2: De basis= afspraken Kenmerkend aan deze voorwaardelijke basisactiviteiten is dat ze gelden voor elke school. Het zijn activiteiten door de hele school heen die voor alle leerlingen uitgevoerd worden basis = heldere toelatingscriteria basis = volgen van de ontwikkeling van de leerling basis = zorgen voor veiligheid en welbevinden van de leerlingen basis = elke leerling heeft een mentor basis = werken aan sociale vaardigheden en omgaan met elkaar basis = betrekken van leerlingen bij elkaar en bij de school basis = betrekken van ouders bij de schoolloopbaan van hun kind en bij de school 3: Basisplus ondersteuning Naast de preventieve basis die elke school biedt, hebben alle scholen meer te bieden. Activiteiten voor (groepen) leerlingen die net iets meer nodig hebben dan anderen. Soms betreft het specifieke ondersteuningsactiviteiten voor een paar leerlingen, maar regelmatig ook voor hele klassen. Dit type ondersteuning kunnen we zien als licht curatief, er is namelijk een aanleiding om iets extra s te doen met of voor de leerling. Het zijn ondersteuningsactiviteiten die niet standaard voor elke leerling zijn, maar die wel snel toegankelijk zijn voor leerlingen binnen de eigen setting. Extra ondersteuning Naast de basis biedt elke school in meer of mindere mate- extra ondersteuning. Koers VO gaat uit van een grijs gebied van veel of meer ondersteuning in het overgangsgebied van basisplus naar extra ondersteuning en stelt geen harde grens. Eén van de grote uitdagingen van Passend onderwijs is namelijk om flexibel en creatief om te gaan met ondersteuning, en te gaan Ondersteuningsplan Koers VO, april 2014, met aanvullingen 2015 6

arrangeren 2 in plaats van indiceren. De enige heldere grens wordt bepaald door de beschikbare middelen. In de huidige situatie bestaan er, als het gaat om extra ondersteuning, slechts twee smaken: onderwijs op een vso school óf onderwijs op een vo-school met een rugzakje. De indicering vindt eenmalig plaats en daarmee staat de ondersteuning voor drie jaar vast. Alle andere ondersteuningsvragen vangen scholen op dit moment op met hun basisplus activiteiten. Huidige situatie in beeld: In de nieuwe situatie die ontstaat met passend onderwijs is de opdracht een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen scholen te realiseren ; vrij vertaald: om meer smaken te creëren. Let wel: het gaat hierbij om extra ondersteuning dus om intensievere vormen van ondersteuning, waarbij nadrukkelijk sprake is van meer tijd en/of inzet van specifieke expertise. Nieuwe situatie in beeld: 2.2 Ondersteuning op elke school De regel is dat élke school per leerling zorgvuldig bekijkt wat de onderwijsbehoefte is en vervolgens indien aan de orde- met de ouders bepaalt hoe zij de ondersteuning het best kan vormgeven en wie ze daarbij nodig heeft. De school gaat arrangeren, het kan gaan om basisplus of extra ondersteuning: - ondersteuning op maat voor individuele leerlingen - arrangementen voor groepen leerlingen Wat is ondersteuning? Voor Koers VO geldt als uitgangspunt dat er bij ondersteuning in het onderwijs altijd sprake is van één of meerdere van de hieronder genoemde vijf aspecten. 1. extra handen/hoeveelheid aandacht (kan bijvoorbeeld gaan om: vormen van coteaching, extra instructie of instructie in kleinere groepen of de inzet van assistenten); 2. aanpassing onderwijsmaterialen; 3. aanpassing ruimtelijke omgeving (bijvoorbeeld prikkelarme omgeving); 4. inzet expertise (kan gericht zijn op leerling maar ook op docenten bij handelingsverlegenheid); 5. samenwerking met instanties die zich richten op jongeren. (bron: M&O groep, indiceren en arrangeren met organisatiemodel IVO Passend onderwijs) 2 Waar staat arrangeren bedoelen wij: het samenstellen van een passende ondersteuningsaanpak om de leerling succesvol de schoolloopbaan te laten vervolgen. Ondersteuningsplan Koers VO, april 2014, met aanvullingen 2015 7

2.3 Ambitie: dekkend netwerk als continuüm Als het gaat om bieden van (onderwijs)ondersteuning streeft Koers VO naar een continuüm. De grootste uitdaging ligt voor ons in het weergegeven donkergroene gebied. Tussenarrangementen waarbij jongeren binnen een reguliere school passende ondersteuning krijgen, in een reguliere klas, in een aparte groep of juist in een combinatie hiervan. Arrangementen waarbij er sprake is van symbiose horen hier ook bij. Steeds gaat het om een samenwerking waarbij expertise vanuit onder meer het vso wordt ingezet in het vo. Het hele onderwijscontinuüm in beeld: Uitgangspunt is dat alle onderwijsbehoeften in het continuüm opgepakt kunnen worden. Daarnaast bestaat er een bovenschools vangnet in de vorm van een OPDC (Orthopedagogisch Didactisch centrum) en een aantal scholen/voorzieningen met een nadrukkelijk gecombineerde aanpak van onderwijs en zorg. Ondersteuningsplan Koers VO, april 2014, met aanvullingen 2015 8

Hoofdstuk 3: (Extra) ondersteuning en de regie Hieronder staan -in grote lijnen- de uitgangspunten van ons samenwerkingsverband als het gaat om de regie op de (extra) ondersteuning. 3.1 (Extra) ondersteuning binnen het regulier voortgezet onderwijs Het bevoegd gezag beoordeelt of de aanmelding een leerling betreft die extra ondersteuning behoeft, aldus de wet. Bij het inschatten van de behoefte aan extra ondersteuning begint de school niet bij nul. Er is informatie van de toeleverende school in een onderwijskundig rapport of overdrachtsdossier. En ouders zijn verplicht om te melden of er sprake is van behoefte aan extra ondersteuning. Koers VO heeft voor deze situatie en de uitspraak dit is een leerling die binnen onze school extra ondersteuning nodig heeft, geen bovenschoolse procedure met commissies ingericht. Het is een aangelegenheid van de school. Vanzelfsprekend kunnen zij hun kernpartners (zie bijlage 1) en het Koersloket raadplegen. Als de uitspraak extra ondersteuning wordt gedaan, dan wordt in overleg met ouders een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Kortom: scholen zijn zelf regievoerder over het hoe en waarom van de ondersteuning binnen de eigen school. Het gaat niet langer om aantonen van extra onderwijsbehoeften waar geld tegenover staat. Wellicht ten overvloede: het uitgangspunt is dat de school ondersteuning biedt; de vraag of de ondersteuning in het domein basisplus of extra ondersteuning valt, beantwoordt de school. 3.2 Extra ondersteuning als de reguliere school het niet (meer) kan De school benoemt na overleg met ouders en al dan niet met behulp van partners- de behoefte aan extra ondersteuning en heeft zelf de regie over de uitvoering. Dit geldt zowel voor leerlingen die nieuw op school komen, als voor leerlingen waarbij gaandeweg blijkt dat ze extra ondersteuning nodig hebben. Het wordt een andere situatie als het ondersteunings/zorgarrangement van de leerling niet (meer) binnen de school is uit te voeren. De school heeft er samen met de kernpartners- alles aan gedaan, maar de ondersteuning blijkt niet toereikend. De eerste stap, vanuit de zorgplicht, is dan nagaan welke andere school of voorziening in de regio de benodigde ondersteuning wel kan bieden. Dit kan een reguliere school zijn, een OPDC of een vso school. 3.2.1 Extra ondersteuning op een andere reguliere school Het samenwerkingsverband hoeft bij deze overstap niet per definitie betrokken te zijn. Wel faciliteert zij de overstap. Allereerst stelt Koers VO de Schoolprofielen van alle scholen in de regio beschikbaar op www.koersvo.schoolprofielen.nl, zodat iedereen indien nodig kan zoeken naar een andere passende school. Ook kan de school een beroep doen op het Koersloket om mee te zoeken naar een passende plek op een andere school. Ook bestaat het vo-vo overdrachtsdossier dat scholen hanteren bij deze overstap. Financieel geldt de spelregel geld volgt leerling. Dit houdt in dat als een leerling overstapt naar een andere school, dat er dan budget meegaat. Als de benodigde ondersteuning alleen geboden wordt op een vso school of een OPDC, dan komt het samenwerkingsverband verplicht in beeld. Wettelijk gezien kan alleen het samenwerkingsverband de toelaatbaarheidsverklaring voor vso afgeven. Ook de toegang tot bovenschoolse voorzieningen is belegd bij het samenwerkingsverband. Ondersteuningsplan Koers VO, april 2014, met aanvullingen 2015 9

3.2.2 Extra ondersteuning op een vso school Het samenwerkingsverband geeft de toelaatbaarheidsverklaring voor het vso af. Scholen krijgen een grote rol in het voortraject, vanuit de gedachte dat zij ook verantwoordelijk zijn voor extra ondersteuning binnen de eigen school. Zij hebben planmatig de leerling ondersteuning geboden, waarbij de eigen inzet en die van de kernpartners regelmatig is geëvalueerd op effectiviteit. Zij hebben overleg gehad met ouders, kunnen genomen besluiten motiveren en komen dan ook met een onderbouwd verzoek tot toelating tot het vso. Vervolgens adviseert een commissie van het samenwerkingsverband over de toelaatbaarheid (zie 5.2 voor nadere uitwerking toelaatbaarheid vso). 3.2.3 Ondersteuning op een OPDC Koers VO wil ook ondersteuning organiseren binnen een tijdelijk bovenschools arrangement, het OPDC. Uitgangspunt vanuit de wet is dat een leerling, na verblijf in een OPDC terugkeert in het reguliere onderwijs. De reguliere school blijft dan ook verantwoordelijk voor de schoolloopbaan van de leerling. Zij stelt in overleg met ouders een ontwikkelingsperspectief op en stemt af met de kernpartners. Met dit ontwikkelingsperspectief formuleert de school een gerichte (integrale) ondersteuningsvraag aan het OPDC (voor een onderwijszorgarrangement) en heeft in die zin de regie over de ondersteuning. Verder kiest ons samenwerkingsverband als uitgangspunt dat het OPDC onderwijszorgarrangementen biedt, waarmee bedoeld wordt dat er altijd sprake moet zijn van multiproblematiek bij de leerling. Voor alleen ondersteuning op het gebied van onderwijs is het OPDC niet bedoeld. De criteria voor plaatsing op een bovenschoolse lesplaats OPDC en de procedures voor aanmelding, plaatsing en uitstroom zijn in schooljaar 2014-2015 uitgewerkt. Scholen spelen een grote rol in het voortraject en de consulenten van het Koersloket vervullen onder meer een rol als poortwachter in de toeleiding naar deze bovenschoolse voorzieningen (zie 5.3 voor nadere uitwerking OPDC). De meest recente informatie over toegang tot een OPDC is te vinden op de website www.koersvo.nl. 3.3 Bijzondere situaties 3.3.1 Casusregie in bijzondere situaties Er zijn ook situaties waarin er sprake is van een zorgarrangement en in veel mindere mate van onderwijsondersteuning. De school kan dan samen met partners besluiten om de regie anders te beleggen. Van belang is dat de afstemming zo is dat er sprake is van 1 kind - 1 plan met een duidelijke casusregie. Daarnaast zijn er situaties waar de omgeving eerst op orde moet komen of juist de leerling ruimte moet krijgen, om daarna weer van onderwijs te kunnen profiteren. Ook hier moet worden afgestemd wie de casusregie houdt om de jongere de meest passende ondersteuning te geven en zodra mogelijk- terug te leiden naar onderwijs. Helaas zijn er ook situaties dat de jongere niet (tijdig) de benodigde ondersteuning of zorg krijgt en zelfs thuis komt te zitten. Het is van belang dat het samenwerkingsverband over deze leerlingen met de gemeenten in de regio afspraken maakt over casusregie, voortgang en de mogelijkheden tot opschalen, zodat in deze situaties slagvaardig gezocht kan worden naar passende oplossingen (zie 8.2 voor nadere uitwerking samenwerking met gemeenten). 3.3.2 Thuiszitters Met onze visie op ondersteuning (zie hoofdstuk 2), waarbij we samen creatief willen zoeken naar oplossingen, ontstaan voor de scholen meer mogelijkheden om flexibel in te spelen op ondersteuningsvragen van leerlingen. Scholen kunnen deze ruimte benutten en daarbij -in goed samenspel met de partners in het ondersteuningsteam- de focus leggen op preventie en het dreigend thuiszitten in het bijzonder. Ondersteuningsplan Koers VO, april 2014, met aanvullingen 2015 10

Sinds schooljaar 2014-2015 hanteren alle scholen van ons samenwerkingsverband voor leerlingen die thuiszitten het Protocol Thuiszitters. Hiermee willen we het plaatsen op een passende onderwijsplek versnellen, dan wel bereiken dat de duur van het thuiszitten en het aantal jongeren dat thuiszit afneemt. De ambitie van Koers VO is om de landelijke norm voor passend onderwijs (binnen drie maanden een passend aanbod, ook voor thuiszitters) 3 versneld, dat wil zeggen eerder dan in 2020, te bereiken. Informatie over het thuiszitten maakt deel uit van het kwaliteitszorgsysteem van Koers VO. 3.3.3 Doorzettingskracht van het samenwerkingsverband Met het Protocol Thuiszitters is Koers VO op de goede weg om thuiszitten tegen te gaan. Soms ontstaat er echter een situatie die in het samenwerkingsverband ongewenst is. Ondanks het Protocol Thuiszitters worden dan de beoogde termijnen voor het doen van een passend aanbod overschreden en is er geen zicht op een snelle plaatsing van een leerling. Er is dan sprake van een stevige impasse met een voor de leerling uitzichtloze situatie. In deze uitzonderlijke situatie is er voor een sluitende thuiszittersaanpak meer nodig dan onderling goede afspraken: doorzettingskracht is noodzakelijk. Deze ultieme optie is dan de laatste stap in onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om te zorgen voor een passende onderwijsplek voor elke jongere in de regio. De gezamenlijke schoolbesturen en het bestuur van het samenwerkingsverband menen dat met een unaniem gedragen besluit over de uiteindelijke plaatsing, doorzettingskracht vermeden dient te worden. Onderling vertrouwen en vertrouwen in het samenwerkingsverband vormen de basis, maar doorzettingskracht is inzetbaar als sluitstuk van de aanpak van thuiszittersproblematiek en daarmee een toonbeeld van de gezamenlijke beslissingskracht in ons samenwerkingsverband. 3 Bron: Leerplichtbrief 2015, brief Sander Dekker aan de Tweede Kamer 19-03-2015 Ondersteuningsplan Koers VO, april 2014, met aanvullingen 2015 11

HOOFDSTUK 4: Passend onderwijs op school 4.1 Passend onderwijs: zorgplicht en ondersteuning op elke school Een belangrijk onderdeel van passend onderwijs is dat scholen zorgplicht krijgen. Dit betekent dat, per 1 augustus 2014, het bevoegd gezag van een school er voor verantwoordelijk is dat een leerling die extra ondersteuning nodig heeft en die zich bij een school aanmeldt een passende plek in het onderwijs krijgt. Dat wil niet zeggen dat een school elke leerling die zich aanmeldt, en valt binnen de toelatingscriteria van de school, moet toelaten. Maar wel, dat als blijkt dat de school zélf geen passende ondersteuning kan bieden, dat het dan de wettelijke verantwoordelijkheid van deze school (feitelijk het schoolbestuur) is om een passende onderwijsplek voor deze leerling te zoeken en te vinden. Hiervoor werken scholen samen in regionale samenwerkingsverbanden passend onderwijs, samen hebben de scholen de opdracht om te zorgen voor een dekkend onderwijsondersteuningsaanbod in de regio. Zorgplicht is dus een nieuwe verantwoordelijkheid van de school en een nieuwe dimensie in de regionale samenwerking. Doel: Elke school zorgt actief voor een passend onderwijsondersteuningsaanbod voor haar leerlingen. Passend onderwijs krijgt vorm op de scholen van ons samenwerkingsverband. Scholen bieden zelf basis(plus)ondersteuning en indien nodig al dan niet met hulp van anderen- extra ondersteuning (zie ook hoofdstuk 2). Wij beschouwen daarbij de school als werkplaats. Dat wil zeggen dat ondersteuning waar mogelijk en gewenst- de school wordt ingehaald. Het gaat om de verschuiving van export van problemen naar import van oplossingen gericht op het vergroten van het schoolsucces van de leerling (zie ook bijlage 1: School als werkplaats ). Om dit uitgangspunt waar te maken krijgen scholen zelf de regie over de inzet van de ondersteuningsmiddelen en de uitvoering van de ondersteuning binnen de school; regie over zowel de basis- en basisplusondersteuning als de extra ondersteuning. De vo scholen ontvangen via het samenwerkingsverband middelen om de ondersteuning ook waar te kunnen maken. - Basis(plus)-budget Een deel van het schoolbudget bestaat uit middelen bedoeld ter versterking van de basis(plus)ondersteuning op de vo-school (voorheen zorgbreedte-budget ). Koers VO stelt hiervoor jaarlijks een vast bedrag per leerling beschikbaar (voor regulier vo), met een vaste voet van 4.000 per locatie. Voor dit budget is jaarlijks 500.000 begroot. Scholen worden geacht hiermee in ieder geval te faciliteren dat mensen die actief nodig zijn in het netwerk van Koers VO, zoals zorgcoördinatoren, daar ook tijd voor hebben. - Extra-budget Een nieuw deel van het schoolbudget bestaat uit middelen bedoeld ter versterking van de extra ondersteuning op de vo-school. Een deel hiervan bestaat voorlopig- uit tijd van een begeleider passend onderwijs (zie uitleg in 5.1). Een tweede deel bestaat uit geld waarmee scholen het proces om na te gaan of de leerling ondersteuning nodig heeft en welke ondersteuning passend is, beter kunnen. Bovendien kan met dit budget extra ondersteuning worden uitgevoerd. Dit laatste budget is voor het samenwerkingsverband oplopend van 345.000 in 2014-2015 en 570.000 in 2015-2016 (exclusief overgangsmaatregelen) tot 2.850.000 vanaf 2016-2017 (bij ongewijzigde deelname aan het vso ten opzichte van 1-10-2013). Het samenwerkingsverband stelt via het schoolmodel de bovengenoemde middelen beschikbaar aan de reguliere scholen. Zie ook hoofdstuk 11 Financiën. Op het moment dat er sprake is van extra ondersteuning, dan is er veelal expertise nodig. De vo scholen kunnen op vier manieren aan de benodigde expertise komen: - benutten expertise van het eigen personeel; Ondersteuningsplan Koers VO, april 2014, met aanvullingen 2015 12

- gebruik maken van de expertise van de begeleider passend onderwijs die beschikbaar wordt gesteld aan elke vo-school (zie 5.1); - zelf de benodigde expertise inhuren bij een eigen gekozen aanbieder; - gebruik maken van specifieke expertise via het Koersloket, de expertisepool (zie ook 5.1). Uitgangspunten: wat verwachten wij van al onze scholen? 1. Goede ondersteuning start bij goed onderwijs. Dit wordt gegeven door betrokken en deskundige docenten. Elke schoollocatie werkt daarom actief aan de deskundigheid van het personeel. De vo scholen leven minimaal het uitgangspunt uit het Bestuursakkoord 2012-2015 na: Leraren signaleren verschillen tussen leerlingen niet alleen de gemiddelde leerlingen, maar ook de cognitief zwakkere en sterkere leerlingen- en gaan hier op een adequate wijze mee om. De vso scholen werken minimaal volgens Kwaliteitsaspect 7 uit het Waarderingskader vso 2012 van de Inspectie: De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking, onderwijstijd en aanpak af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 2. Elke schoollocatie biedt basis- en basisplus ondersteuning (zie ook hoofdstuk 2). 3. Elke vo-schoollocatie biedt indien aan de orde- extra ondersteuning voor een deel van haar leerlingen (zie ook hoofdstuk 2); vso locaties bieden extra ondersteuning voor alle leerlingen. 4. Elke schoollocatie bepaalt wat de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte is van individuele of groepen leerlingen (Waarderingskader voortgezet onderwijs 2013, kwaliteitsaspect 9.2, Inspectie van het onderwijs). Indien er sprake is van ondersteuning wordt dit met de ouders gecommuniceerd en vastgelegd in het leerlingdossier. 5. Als er sprake is van extra ondersteuning, dan wordt in overleg met ouders en leerling een ontwikkelingsperspectief opgesteld en bepaald hoe de ondersteuning het best kan worden vormgegeven en wie daarbij nodig is. 6. De vo scholen van Koers VO bepalen zelf (= het bevoegd gezag) of de leerling extra ondersteuning nodig heeft binnen de eigen schoolsetting. Koers VO richt hiervoor geen bovenschoolse beoordelingscommissie in. Wel kunnen scholen bij vragen het Koersloket inschakelen (zie ook hoofdstuk 3). 7. Elke schoollocatie heeft zelf de regie over het bieden van ondersteuning, inclusief de extra ondersteuning en het inschakelen van expertise binnen de eigen vestiging (zie hoofdstuk 3). 8. Elke schoollocatie brengt jaarlijks de behoeften van de leerlingpopulatie in beeld en neemt op basis hiervan indien aan de orde- initiatief om vragen op het gebied van hulp en zorg te bespreken met CJG/gemeente, waardoor het CJG/de gemeente in de gelegenheid is om haar aanbod hierop af te stemmen. 9. Elke schoollocatie heeft, als er sprake is van extra ondersteuning, waar nodig overleg met haar kernpartners in het ondersteuningsteam om samen te komen tot één (integraal) plan en de casusregie te beleggen (zie bijlage 1: school als werkplaats ). 10. Elke schoollocatie heeft haar ondersteuningsmogelijkheden beschreven in het Schoolprofiel Koers VO*. * Schoolprofiel Koers VO De scholen van Koers VO beschrijven hoe zij de basis= afspraken en de verdere ondersteuning binnen de school vormgeven in de digitale Schoolprofielen Koers VO. Het profiel is daarmee een foto van de huidige situatie op de school. Op de website www.koersvo.schoolprofielen.nl kunnen de profielen van al onze scholen worden geraadpleegd. De website geldt als hulpmiddel voor ouders en andere betrokkenen bij het zoeken naar een passende school voor voortgezet (speciaal) onderwijs voor een leerling. Uiterlijk per 2015/2016 voldoen alle scholen aan de genoemde uitgangspunten. Ondersteuningsplan Koers VO, april 2014, met aanvullingen 2015 13

4.2 Ondersteuning in het voortgezet onderwijs Zoals genoemd onder de uitgangspunten in 4.1 biedt elke vo-school basis(plus)ondersteuning en indien aan de orde- voor een deel van haar leerlingen extra ondersteuning. De vo-scholen bepalen zelf (= het bevoegd gezag) of een leerling extra ondersteuning nodig heeft binnen de eigen schoolsetting. Om te bepalen of en welke ondersteuning passend is en deze vervolgens uit te voeren, gaat een deel van het budget van het samenwerkingsverband rechtstreeks naar de scholen voor regulier vo (zie 4.1). Doel: vergroten van de ondersteuningsmogelijkheden van de vo scholen Scholen nemen het initiatief om te werken aan hun ontwikkeling. Zoals aangegeven biedt iedere school basis(plus) én extra ondersteuning. De focus ligt op het verder ontwikkelen van de werkwijze op de scholen: het zoeken naar creatieve oplossingen voor leerlingen door flexibel te arrangeren en planmatig (samen) te werken. Scholen doen dit samen met hun kernpartners in het ondersteuningsteam (zie ook bijlage 1: School als werkplaats ). Hierbij staan de komende vier jaar twee doelstellingen centraal: 1. Elke leerling krijgt indien aan de orde- tijdig ondersteuning. Scholen werken planmatig binnen hun ondersteuningsstructuur en maken hierbij gebruik van onderwijsondersteuningsroutes. Scholen werken de samenwerking met hun kernpartners in het ondersteuningteam verder uit en gebruiken hierbij het streefbeeld school als werkplaats (zie bijlage 1). 2. De ondersteuning is afgestemd op de behoefte van de leerling. Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, heeft de school een warme overdracht met de school van herkomst en volgt de wettelijke eisen: opstellen ontwikkelingsperspectief, inclusief een handelingsdeel, voeren van op overeenstemming gericht overleg met ouders en jaarlijks samen evalueren (school, ouders, leerling). Scholen gaan samen met de kernpartners- arrangeren en bepalen de benodigde ondersteuning aan de hand van de vijf punten van het IVO-model 4 (extra handen/hoeveelheid aandacht; aanpassing onderwijsmaterialen; aanpassing ruimtelijke omgeving; inzet expertise; samenwerking met kernpartners. Zie ook hoofdstuk 2). Scholen werken planmatig waardoor cyclisch de geboden aanpak (het arrangement) wordt geëvalueerd en waar nodig wordt bijgesteld. Hoogbegaafdheid In een brief van 23 april 2014 heeft de staatssecretaris van OCW aangekondigd dat samenwerkingsverbanden ook beleid dienen te maken voor hoogbegaafdheid. Middelen voor dit onderwerp zijn niet-geoormerkt ondergebracht in het budget lichte ondersteuning van de samenwerkingsverbanden. Het is de bedoeling dat dit budget wordt ingezet om de brede doelstelling van passend onderwijs vorm te geven: passend onderwijs voor alle leerlingen, niet alleen voor leerlingen met een beperking of leerprobleem, ook voor hoogbegaafde leerlingen. Koers VO heeft gekozen voor het schoolmodel, en heeft de visie dat scholen uitgaan van wat een leerling nodig heeft en op basis daarvan passende ondersteuning bieden (zie ook uitgangspunten in 4.1). Vanuit deze visie ligt het in de lijn dat onze schoollocaties leerlingen die iets extra s nodig hebben vanwege hun hoogbegaafd zijn, ook kunnen ondersteunen. In 2015 wordt mede op basis van gesprekken met scholen- nader invulling gegeven aan beleid hieromtrent. 4 Indiceren en arrangeren met organisatiemodel IVO passend onderwijs, M&O-groep 2012 (zie ook hoofdstuk 2) Ondersteuningsplan Koers VO, april 2014, met aanvullingen 2015 14

4.3 Verantwoording/kwaliteitszorg De vo scholen krijgen een grote rol in het toekennen en organiseren van ondersteuning voor hun leerlingen, zij krijgen de regie. Het gaat dan onder meer om de regie over het bepalen van de onderwijsbehoefte, het flexibel inzetten van tijd en expertise, de samenwerking met v(s)o scholen en het actief afstemmen over interventies vanuit bijvoorbeeld CJG en Jeugdhulp. Hiervoor zal in toenemende mate ondersteuningsbudget van het samenwerkingsverband rechtstreeks aan de vo scholen worden toegekend. Bij een regiefunctie hoort het bewaken van de kwaliteit van interne processen en van de uitvoering. Ook hoort hierbij het verantwoorden dat de beperkte middelen uit ons gezamenlijke budget gericht op onderwijsondersteuning, doelmatig worden ingezet en dus besteed worden aan ondersteuning van leerlingen. Koers VO wil daarom een kwaliteitsproces gaan introduceren op de scholen waarbij elke school cyclisch de geboden ondersteuning en de resultaten hiervan onder de loep neemt. De onderdelen van dit proces en de invoering ervan op de scholen worden in de periode 2014/2015 voorbereid. Onderdelen zijn in ieder geval: - Elke school heeft zicht op de tussentijds uitgestroomde leerlingen en de reden daarvan, en trekt op basis hiervan jaarlijks conclusies voor de eigen school. Op het niveau van het samenwerkingsverband worden deze gegevens gebruikt om na te gaan of er witte vlekken bestaan in de (sub)regio en in hoeverre het ondersteuningaanbod aangepast moet worden. - Elke school verantwoordt de inzet van de ondersteuningsmiddelen. Hierbij worden de vijf punten uit het eerder genoemde IVO-model gebruikt. - Aanleveren van nog nader te bepalen- aanvullende gegevens om na te gaan in hoeverre het samenwerkingsverband er in slaagt een dekkend netwerk te bieden. Tot slot wordt een kwaliteitszorgsysteem ingericht om zicht te houden op de kengetallen (zie hoofdstuk 10). Bovendien komen er kwalitatieve uitspraken over het proces dat de school doorloopt (kwaliteitsstandaarden). Scholen gaan aan de hand van deze standaarden, via een traject van collegiale visitatie ( Spiegeltjestraject ), elkaar een spiegel voorhouden wat betreft de ontwikkeling van de ondersteuning op schoolniveau. 4.4 Inpassing lwoo en Praktijkonderwijs in passend onderwijs Vanaf 2016 worden de ondersteuningsbudgetten voor leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) in het vmbo en voor praktijkonderwijs (pro) ingepast in het systeem van passend onderwijs en worden samenwerkingsverbanden verantwoordelijk voor de toewijzing van lwoo en pro. Hiermee komt er ruimte om alle vormen van onderwijsondersteuning op elkaar af te stemmen, zodat een goede afweging kan worden gemaakt welke ondersteuning het beste bij een leerling in een specifieke situatie past. In deze paragraaf wordt beschreven hoe Koers VO invulling geeft aan de inpassing en zich gaat voorbereiden op de te verwachten wetswijzigingen. Het landelijk proces bestaat uit 3 stappen: - 1 januari 2016: inpassing lwoo en pro in passend onderwijs. Het samenwerkingsverband wordt verantwoordelijk voor de toewijzing van lwoo en pro. Daarnaast gaan de ondersteuningsbudgetten van lwoo en pro onderdeel uitmaken van het budget voor lichte ondersteuning van het samenwerkingsverband. - In 2016: besluit over verevening budgetten van lwoo en pro. Als wordt besloten tot een verevening, wordt na 2016 een wetsvoorstel voorbereid. - 1 augustus 2018: loslaten criteria lwoo en pro en lwoo-licenties. Dit wetsvoorstel wordt voorbereid. 4.4.1 Van indicatie naar aanwijzing en toelaatbaarheidsverklaring De regionale verwijzigingscommissies (RVC s), die de indicaties voor lwoo en pro afgeven, worden per 1 januari 2016 opgeheven. Koers VO heeft vanaf dat moment de taak om op Ondersteuningsplan Koers VO, april 2014, met aanvullingen 2015 15

aanvraag van scholen van het samenwerkingsverband- te verklaren dat een leerling (wanneer aan de criteria voldaan is) is aangewezen op het lwoo (aanwijzing) of toelaatbaar is tot het praktijkonderwijs (toelaatbaarheidsverklaring, TLV). De aanwijzingen lwoo en de TLV s voor praktijkonderwijs worden afgegeven op grond van landelijke criteria. Deze criteria, die nu ook gelden, worden opgenomen in een AMvB die waarschijnlijk tegelijk met de wet van kracht wordt. In het voorjaar van 2015 heeft het college van bestuur van Koers VO alle leden van het samenwerkingsverband geraadpleegd. Hieruit blijkt een bereidheid tot verkennen van mogelijkheden die ontstaan bij het loslaten van de landelijke criteria en het zoeken naar nieuwe werkwijzen. Deze verkenning dient zorgvuldig te gebeuren en daarom maakt Koers VO geen gebruik van de mogelijkheid tot opting-out per 1 januari 2016 (mogelijkheid tot het afwijken van de landelijke criteria). De nieuwe taken voor het samenwerkingsverband worden ondergebracht bij de adviescommissie van Koers VO (zie ook paragraaf 9.3). Per 1 januari 2016 wordt de PCL van Koers VO als gevolg van de wetswijziging opgeheven. Wat betreft de procedure voor het afgeven van lwoo-aanwijzingen en pro-tlv s geldt dat scholen die lid zijn van ons samenwerkingsverband een aanvraag kunnen indienen bij de ABT (Adviescommissie Beoordeling Toelaatbaarheid). De commissie beoordeelt de aanvraag op grond van de landelijke criteria en een deskundigenadvies en geeft advies aan het college van bestuur van het samenwerkingsverband (specifieke vereisten op dit terrein worden nog in een AMvB vastgelegd). Het college van bestuur neemt vervolgens een besluit en geeft de aanwijzingen en TLV s al dan niet af. De ambitie van Koers VO is om het aanvragen van een TLV of aanwijzing, inclusief het toekenningsproces en het totale overgangsproces, zo soepel en gebruiksvriendelijk mogelijk te organiseren. Hierbij worden onder andere digitale mogelijkheden optimaal te benut. 2015 wordt benut om waar mogelijk verbeteringen in deze processen te realiseren. Uitwerkingen worden in het najaar van 2015 gecommuniceerd naar de scholen en besturen. De informatie zal onder andere de volgende onderwerpen betreffen: - De wijze van aanvraag van een aanwijzing of TLV en de van toepassing zijnde vereisten en termijnen waarmee wordt gewerkt bij de aanvragen. - De wijze van betrekken van ouders bij de aanvragen. - De afspraken die worden gemaakt met de samenwerkingsverbanden primair onderwijs in de regio. 4.4.2 Ontwikkeling en kansen Naast het overnemen van de taken van de RVC en het uitwerken van verbeteringen in de processen van overgangen start in 2015 de verkenning van kansen en mogelijkheden van de inpassing lwoo en praktijkonderwijs in passend onderwijs. Hierbij ligt de focus op de situatie die (mogelijk) per 1 augustus 2018 ontstaat als de landelijke criteria voor zowel lwoo als pro worden losgelaten. De huidige indicatiestelling die via de RVC wordt afgegeven is een slagboombesluit, de leerling komt wel of niet in aanmerking. Zolang de leerling met een indicatie voor praktijkonderwijs op een school voor praktijkonderwijs of een leerling met een indicatie voor lwoo op een vmbo met lwoo licentie staat ingeschreven, ontvangt deze school hiervoor aanvullende bekostiging. Er wordt door de RVC geen uitspraak gedaan over de mate en de duur waarin de ondersteuning nodig is. Eén van de uitdagingen van Passend onderwijs is flexibel en creatief invulling geven aan ondersteuning in het belang van de leerling. Door het onderbrengen van de verantwoordelijkheid voor de toewijzing van lwoo en praktijkonderwijs, en daarmee de verdeling van de bijbehorende ondersteuningsbudgetten, ontstaat ruimte voor gesprek met Ondersteuningsplan Koers VO, april 2014, met aanvullingen 2015 16

onze scholen en besturen over hoe wij onze ambitie streven naar een dekkend netwerk waarin elke leerling zonder onderbrekingen, binnen korte tijd, op de meest passend vorm van onderwijs, zo dicht mogelijk bij huis, les krijgt samen kunnen waarmaken. In navolging van het denken over toekennen en bekostigen van extra ondersteuning en de afgifte van een TLV voor vso in dit ondersteuningsplan, geldt daarom dat we ons vergelijkbare vragen willen stellen over ondersteuning in het praktijkonderwijs en het vmbo met lwoo. Richtvragen hiervoor zijn: - Welke kansen liggen er voor de scholen en leerlingen als de criteria worden losgelaten? - Welke scenario s zijn mogelijk als we op termijn het indiceren van individuele leerlingen zouden loslaten? - Welke ondersteuning is voor deze leerling in deze situatie nodig, gedurende welke periode? - Op welk niveau wordt deze vraag en de toekenning van ondersteuning belegd: op school of bovenschools? - Zijn er afspraken nodig en zo ja welke om er samen zorg voor te dragen dat de leerling op de juiste plek komt? - Hoe beleggen we de toegangsvraag tot het praktijkonderwijs en het VMBO met LWOO? - Hoe komen we tot een goede verdeling, toekenning en beheersing van de beperkte middelen? - Hoe komen we tot een transparante inzet en verantwoording van de beperkte middelen? - Wat is de rol en betekenis van lwoo-licenties? Fasering Onder voorbehoud van de landelijke planning schooljaar 2015-2016 Start beleidsontwikkeling samen met de scholen in een participatieve aanpak. Verkenning mogelijkheden en kansen. Inzichten worden in dit proces regelmatig voorgelegd aan besturen en de ondersteuningsplanraad. Schooljaar 2016-2017 Vervolg beleidsontwikkeling zoals in 2015-2016. De inzet is dat er voor de zomer in 2017 beleidsrichtingen zijn geformuleerd gericht op de periode vanaf augustus 2018. Schooljaar 2017-2018 Specifieke uitwerking van het beleid, waar nodig of gewenst start pilot/experimentfase of starten met de implementatie van het gekozen beleid. Ondersteuningsplan Koers VO, april 2014, met aanvullingen 2015 17

Hoofdstuk 5 Passend onderwijs met hulp van het samenwerkingsverband Doel: het samenwerkingsverband Koers VO zorgt actief voor een dekkend onderwijsondersteuningsaanbod voor alle leerlingen in de regio Een deel van de leerlingen heeft ondersteuning nodig om te kunnen profiteren van onderwijs. Elke school biedt in eerste instantie zelf deze (extra) ondersteuning. Het samenwerkingsverband faciliteert de vo scholen door het inzetten van begeleiders passend onderwijs op de scholen en het beschikbaar stellen van expertise via het Koersloket. Hierover gaat paragraaf 5.1. Er bestaan echter ook situaties waarin de school zelf de benodigde ondersteuning niet (of niet meer) kan bieden. Als de school het niet zelf kan, dan zijn er drie opties: - extra ondersteuning op een andere vo-school; - extra ondersteuning op een vso school; - tijdelijke ondersteuning in een OPDC. Het samenwerken en gebruik maken van de mogelijkheden van andere scholen waaronder symbiose- doen we in een netwerk. Dit komt nader aan de orde in hoofdstuk 6. De laatste twee mogelijkheden zijn bovenschools georganiseerd. Deze worden toegelicht in 5.2 en 5.3. 5.1 Extra ondersteuning in het vo: begeleiding passend onderwijs Doel: vergroten van de ondersteuningsmogelijkheden van de vo scholen Met het invoeren van passend onderwijs wordt onder meer de financieringssystematiek voor extra ondersteuning gewijzigd. De huidige leerlinggebonden financiering (rugzakmiddelen) worden aan het samenwerkingsverband toegekend. Deze leerlinggebonden financiering bestaat op dit moment uit een schooldeel en een ambulant begeleidingsdeel. Het schooldeel komt per 1 augustus 2014 naar de samenwerkingsverbanden. Koers VO verdeelt deze middelen het eerste en tweede jaar over de vo locaties; grotendeels op basis van het aantal leerlingen met een rugzak op teldatum 1 oktober 2013 (zie hoofdstuk 11, post 2D in de begroting), zodat lopende verplichtingen kunnen worden nagekomen. Het deel ambulante begeleiding komt per 1 augustus 2015 naar de samenwerkingsverbanden. Dit wordt het eerste jaar in ieder geval besteed aan de inzet van expertise door de begeleiders passend onderwijs (hoofdstuk 11, post 2A van de begroting). Het perspectief is dat beide budgetten worden samengevoegd en toegekend aan de vo scholen op basis van nader vast te stellen criteria, via het schoolmodel. Zie verder hoofdstuk 11 Financiën. Om scholen te faciliteren bij het bieden van extra ondersteuning aan leerlingen die dit nodig hebben, gaat Koers VO expertise beschikbaar stellen aan de vo scholen in de vorm van begeleiders passend onderwijs. De begeleiders passend onderwijs krijgen als taak het adviseren over de ondersteuningsbehoefte van een leerling, op verzoek van het bevoegd gezag van een school waar een leerling is aangemeld of ingeschreven (wettelijke taak) en het (mede) uitvoeren van ondersteuning aan leerlingen en docenten. De functie begeleider passend onderwijs zal in eerste instantie vervuld worden door de huidige ambulant begeleiders voor leerlingen met een rugzak. Hierdoor blijft de expertise van de ambulant begeleiders niet alleen behouden, maar wordt deze ook dichter aan de scholen verbonden. Koers VO koopt deze vorm van ondersteuning tot augustus 2016 in bij aanbieders van ambulante begeleiding in onze regio. Hiermee neemt Koers VO haar rol in de uitvoering van de tripartiete overeenkomst 5. 5 Tripartiete overeenkomst personele gevolgen passend onderwijs, 2012 Ondersteuningsplan Koers VO, april 2014, met aanvullingen 2015 18

Koers VO stelt ten behoeve van de inkoop een kwaliteitskader op. Het perspectief is dat op een nog nader te bepalen moment scholen direct hun begeleider passend onderwijs inkopen zonder tussenkomst van het samenwerkingsverband. In de rol van inkoper heeft het samenwerkingsverband het volgende beeld voor ogen: - Het grootste deel van de huidige ambulant begeleiders ontwikkelen zich tot generalisten begeleiders passend onderwijs. - Koers VO stelt een omschrijving op van de functie begeleider passend onderwijs, met een daaruit voortvloeiende lijst met competenties die bij deze functie horen. - Elke school krijgt een vaste begeleider passend onderwijs; streven is dit per uiterlijk augustus 2015 in te laten gaan. - De school maakt afspraken met de begeleider passend onderwijs over de inhoud van de ondersteuning. De werkafspraken worden vastgelegd en jaarlijks geëvalueerd. - De begeleider passend onderwijs maakt deel uit van het ondersteuningsteam en valt hiermee onder regie van de zorgcoördinator (of degene waar deze taken zijn ondergebracht). Fasering van ambulante begeleiding naar begeleiding passend onderwijs Fase 1: schooljaar 2014-2015 Koers VO vraagt dit jaar een afname van ambulante begeleiding bij de aanbieders, gebaseerd op de formatieomvang van 1 oktober 2013. In deze fase is de verdeelsleutel voor de inzet van de begeleiders passend onderwijs op de scholen gebaseerd op de feitelijke inzet van ambulante begeleiding op een school op 1 maart 2014. Hiermee wordt de bestaande ambulante begeleiding waar mogelijk gecontinueerd. Daarnaast is er sprake van centraal ingekochte expertise die scholen via het Koersloket aan kunnen vragen. Deze bestaat uit specialisten voor leerlingen met heel specifieke ondersteuningsvragen (de expertisepool ) en generalisten die op aanvraag beschikbaar zijn voor scholen die dit schooljaar geen vaste begeleider passend onderwijs hebben. Dit jaar wordt een scholingsplan opgesteld om de ambulant begeleiders te laten ontwikkelen naar generalisten. Scholen bereiden zich voor op hun rol als inkoper van begeleiding passend onderwijs. Deze beleidslijn wordt verder uitgewerkt in een plan van aanpak. Resultaten op schoolniveau - Elke school met een vaste ambulant begeleider heeft de werkafspraken over de inzet ambulante begeleiding schriftelijk vastgelegd. - De werkafspraken ambulante begeleiding zijn geëvalueerd en er zijn ontwikkelpunten voor 2015-2016 geformuleerd. Resultaten op Koersniveau - De bovenschoolse specialisten en generalisten zijn inzetbaar via het Koersloket volgens een vaste procedure. - Er is een taakomschrijving voor de begeleiders passend onderwijs. - Er is een scholingsplan voor de begeleiders passend onderwijs vastgesteld. Fase 2: schooljaar 2015-2016 Koers VO zet dit jaar in op de inkoop van begeleiders passend onderwijs en begeleiders in de expertisepool, gebaseerd op de formatieomvang van 1 oktober 2013. Om tot een efficiëntere en doelmatige inzet te komen wordt de herbesteding/inkoop bij externe aanbieders (besturen die geen deel uitmaken van Koers VO) zo snel mogelijk afgebouwd. Ondersteuningsplan Koers VO, april 2014, met aanvullingen 2015 19