GISTEL RUP KOM NOORD. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN voorontwerp. Gemeentebestuur Gistel BURO II



Vergelijkbare documenten
stedenbouwkundige voorschriften

Projectzones Leemhoek. Zone P2

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.VOORSCHRIFTEN EN BESTEMMING HOOFDGEBOUW. 1.1 Bestemming hoofdgebouw

Deel 2 Stedenbouwkundige voorschriften

GOEDGEKEURDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Volgens vergunning nr. V/LE38/1 dd. 09/11/2016 Inclusief opmerkingen technische dienst

Artikel 0. Begrippen, algemene en specifieke bepalingen TOELICHTEND. VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften. 1. Begrippen. 1.1.

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

De terreinbezetting wordt uitgedrukt in het procent van het perceeldeel gelegen binnen de betrokken zone.

516 m² m² m² m² - 25.

DEEL I: ART.0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN

Ontwerp BPA Stationswijk Gedeeltelijke herziening van BPA Stationswijk, MB 22/06/1994

voorschriften bpa nr. 132 Witte Molenstraat

GOEDGEKEURDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN volgens vergunning nr. V/W036/1 goedgekeurd op 22/05/2017

Izegem, Hondekensmolenstraat / Katteboomstraat

RUP Gerda. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp. april Departement ruimte en milieu Dienst ruimtelijke ordening Cel ruimtelijke planning

7 VERORDENEND DEEL. 7.1 Grafisch plan Kaart: grafisch plan. 7.2 Stedenbouwkundige voorschriften: algemene bepalingen

ART.0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN

stedenbouwkundige voorschriften RUP Hertshage 2

voorschriften bpa nr. 39 Sint-Jozefskwartier

-1_. ff" ming van. 1 groene parkeerplaats naast de oprit.

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

voorschriften bpa nr. 90 Sint-Andriesdreef

Stad Roeselare. Gedeeltelijke herziening BPA Buurt van Maerlantwijk. stedenbouwkundige voorschriften

1.1. TERMINOLOGIE 1.2. INTERPRETATIE VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.3. AFWIJKING VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

3. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

Gemeente Oud-Heverlee Reigersstraat ZN 5e afdeling - Sectie A Nummer 243G/deel & 237L/deel

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN HORENDE BIJ DE AANVRAAG VOOR DE VERKAVELINGSVERGUNNING

ALGEMENE BEPALINGEN TOELICHTEND. VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften. 2. Bepalingen. toelichting en visie

Addendum B28b Specifieke verkavelingsvoorschriften

Stedenbouwkundige voorschriften

G e m e e n t e Z o n n e b e k e R U P G u i d o G e z e l l e l a a n

Provincie West-Vlaanderen GEMEENTE LICHTERVELDE. Stedenbouwkundige voorschriften Ontwerp

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

B.P.A. nr. 5 KERKSTRAAT : Gedeeltelijke herziening GEDEELTELIJK WIJZIGINGSPLAN VAN HET B.P.A. NR. 5 KERKSTRAAT (MB dd. 25/04/2000)

Stedenbouwkundige. voorschriften

GEMEENTE MEEUWEN-GRUITRODE. Verkavelingsvoorschriften half-open bebouwing

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN HORENDE BIJ DE AANVRAAG VOOR DE VERKAVELINGSVERGUNNING

Stedenbouwkundige voorschriften

RUP Driegaaienstraat

voorschriften bpa nr. 18 Kerklaan Noord

VOORSCHRIFTEN RUP 13/a WOONKORRELS OLSENE GROT & GROENEWEG/BAUTERSTRAAT. Verordenende voorschriften toelichting

Vooraf: bij twijfel hebben de grafische voorstellingen voorrang op de voorschriften.

RUP nr. 2quater Zeedijk-Tennis Gemeente Middelkerke. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan februari 2016

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

Provincie West-Vlaanderen Gemeente Jabbeke. Woonkorrel Gistelsteenweg. De ontwerper

9. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

STEDENBOUWKUNDIGE VOORWAARDEN Verkaveling LEDE Kleine Kouterrede

COLOFON. Opdracht: RUP Le Lis. Opdrachtgever: Gemeentebestuur Hamme Marktplein 1 B-9220 Hamme. Opdrachthouder: SORESMA nv Britselei Antwerpen

BPA nr. 6 DUINENWEG. Middelkerke. Grontmij Verschave nv GEMEENTE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN PROVINCIE WEST-VLAANDEREN DOSSIERNUMMER : 01.

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING

GRUP Vanpeteghem Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Staden Juni 2013

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING 1 / 7

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen houdende goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Voorschriften betreffende de aanleg en de inrichting van de aangeduide stroken

BPA: NR. 5 KERKSTRAAT goedgekeurd bij M.B. van 02/10/1984 besluit tot in herzieningstelling: M.B. van 03/10/1996

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

RUIMTELIJKE ORDENING. Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Leiselehoek. Voorlopige vaststelling voor openbaar onderzoek BEREK 16 november2015

GEMEENTE OPWIJK RUP WIJZIGEN VAN HET AANTAL WOONLAGEN IN KERNWOONGEBIEDEN. Verordenend deel / Stedenbouwkundige voorschriften

BIJZONDERE BEPALINGEN EN VOORSCHRIFTEN PER ZONE WONEN. Art. 1. Zone voor gemengde bestemming wonen en handel. Stedenbouwkundig voorschrift

VERKAVELINGSVERGUNNING - STEDELIJK WOONGEBIED DREEF

BESTEMMING HOOFDGEBOUW, BIJGEBOUW, NIET-BEBOUWD GEDEELTE. eengezinswoningen, met inbegrip van zorgwoningen worden toegelaten.

stedenbouwkundige voorschriften

Provincie West-Vlaanderen Gemeente Jabbeke. De ontwerper. Gemeentebestuur Jabbeke Dorpsstraat Jabbeke Tel. 0580/ Fax.

Stedenbouwkundige. voorschriften

VOORSCHRIFTEN RUP 18 HERZIENING BPA ANGLO BELGE 1 e FASE


Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011

Gemeente Stabroek Verkaveling voor woningbouw RUP Schoem. Stedenbouwkundige voorschriften Dossier STA205

Ruimtelijk Uitvoeringsplan Woonlinten in woonuitbreidingsgebied. In opdracht van : gemeentebestuur Nazareth. Deel 2 :Stedenbouwkundige voorschriften

1 ALGEMENE BEPALINGEN

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE KAVELS 1 TOT EN MET 14

BPA 22 DEN ABEEL. Hoofd gebouwen Plaatsing in m t.o.v. rooilijn. Max. te bebouwen oppervlakte. Volume in m. gelijkvloers diepte

Gemeente Westerlo Verkaveling Zoerle Parwijs

RUP nr. 2ter Zeedijk-Mouchotteplein Gemeente Middelkerke. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan juni 2018

1. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Stedenbouwkundige voorschriften BPA RUPELMONDE-BEBOUWDE KOM wijziging nr. 8 deel Mercatorplein.

BPA: LEFFINGE CENTRUM-WEST goedgekeurd bij M.B. van 17/09/1984 besluit tot in herzieningstelling: M.B. van 27/09/1997

1. VOORSCHRIFTEN HOOFDGEBOUWEN

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

ART. 0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN

keuze open, halfopen bebouwing handel / horeca / diensten en kantoren (niet hinderend voor de woonomgeving)

RUP ZONEVREEMDE WONINGEN

Gemeente Zoersel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Groene Vogel

RUP Zonevreemde woningen in ruimtelijk kwetsbaar gebied Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Sint-Laureins Oktober 2011

Verklaring bij het bestemmingsplan. Bestemmingsplan. Verklaring bij de bestemmingszones. gebouw. administratief perceel 1:1.000

GEMEENTE HOUTHALEN ~ HELCHTEREN SECT/E E, ~~ DE HEIDE

VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN 1. VOORSCHRIFTEN HOOFDGEBOUW(EN) 1.1. ZONE VOOR HOOFDGEBOUW(EN) BESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN)

VOORSCHRIFTEN. 91 GRUP NOORD LEDEGEM Studiebureau Demey

Verklaring bij het bestemmingsplan. Bestemmingsplan. Verklaring bij de bestemmingszones. gebouw. administratief perceel. op te heffen verkavelingen

RUP Leestenburg Brugge

Stedenbouwkundige voorschriften

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

GEMEENTE MIDDELKERKE Deelgemeente SLIJPE

Stedenbouwkundige verordening. Gemeente Knesselare

Provincie West-Vlaanderen Gemeente Middelkerke. Stedenbouwkundige voorschriften Ontwerp. BPA De Kalkaert. De ontwerper

Transcriptie:

GISTEL RUP KOM NOORD STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN voorontwerp Gemeentebestuur Gistel BURO II Roeselare, 3 juli 2009 1

Titel : GISTEL RUP Kom Noord Subtitel : STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Voorontwerp Projectnummer : 3699 Referentienummer : Revisie : d Datum : 3 juli 2009 Auteurs : Maarten Vansteenhuyse, Rien Gellynck E-mail adres : rien.gellynck@buro2.be Gecontroleerd door : Christophe Cneut 2

Gezien en voorlopig goedgekeurd door de gemeenteraad in vergadering van Zegel van de gemeente Op bevel, De secretaris, Lieven Wydooghe de burgemeester, Bart Halewyck Het college van burgemeester en schepenen verklaart dat onderhavig RUP voor eenieder ter inzage heeft gelegen van.... tot Zegel van de gemeente Namens het College Op bevel, De secretaris, Lieven Wydooghe de burgemeester, Bart Halewyck Gezien en definitief aangenomen door de gemeenteraad in vergadering van Zegel van de gemeente Op bevel, De secretaris, Lieven Wydooghe de burgemeester, Bart Halewyck Verantwoordelijk ruimtelijk planner, Maarten Vansteenhuyse 3

1 Algemene bepalingen 1.1 Bestaande situatie De bestaande vergunde of vergund geachte en niet-verkrotte gebouwen, die niet voldoen aan de stedenbouwkundige voorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan, mogen verbouwd en gerenoveerd worden. Een uitbreiding van de bestaande bebouwing buiten de stedenbouwkundige voorschriften van dit uitvoeringsplan is daarentegen niet toegelaten. Bij herbouw of nieuwbouw van een gedeelte of van het gehele gebouw, moet de nieuwe bebouwing beantwoorden aan de stedenbouwkundige voorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan. De bestaande vergunde activiteiten kunnen behouden blijven. Nieuwe activiteiten moeten beantwoorden aan de stedenbouwkundige voorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan. 1.2 Bepaling omtrent bebouwingspercentage (terreinbezetting) Het bebouwingspercentage of de terreinbezetting is de verhouding van de bebouwde grondoppervlakte van één of meer bouwwerken (verhardingen en dergelijke constructies, welke geen gebouwen zijn, niet inbegrepen) op één terrein of perceel ten aanzien van de totale oppervlakte van het terrein of perceel binnen betrokken bestemmingszone. 1.3 Bepaling omtrent hoogte De hoogte van het gebouw wordt gemeten vanaf het aanzetpeil van de inkomdorpel tot bovenkant kroonlijst. Het aanzetpeil van de inkomdorpel ligt maximum 0,40 meter hoger dan het peil van het openbaar domein gemeten op de rooilijn ter hoogte van de inkomdorpel. Het aantal volle bouwlagen wordt gerekend tussen de inkomdorpel en de bovenkant kroonlijst. Bij vaststelling van hoogte gerekend in aantal bouwlagen wordt aan een bouwlaag een maximum hoogte van 3,20 meter toebedacht, tenzij dit anders wordt bepaald in de betrokken zonevoorschriften (bijvoorbeeld bij wijze van maximale kroonlijst- en/of nokhoogte). 4

2 Specifieke voorschriften 2.1 Zone voor wonen in gesloten of halfopen bebouwing 2.1.1 Bestemming Deze zone is bestemd voor ééngezinswoningen van het type gesloten of halfopen bebouwing. Hoofdbestemming: wonen Nevenbestemming: maximaal 30% van de totale vloeroppervlakte (bijgebouwen niet inbegrepen) mag bestemd zijn voor detailhandel, diensten, horeca, kantoren,vrije beroepen,... 2.1.2 Inrichting Bij gekoppelde bebouwing: de vormgeving, dakhelling en het aantal bouwlagen van de eerst vergunde woning zijn richtinggevend voor de andere woningen. De gevelmaterialen dienen harmonisch te zijn. Bij het bouwen op een perceel met een bestaande gevel op een of op beide zijkavelgrenzen moet ofwel met de nieuwe bebouwing tegen deze gevel(s) aangesloten worden en moet de voorgevelbouwlijn over een breedte van min. 0,60 m doorlopen, ofwel moeten bij niet gelijke aansluiting de eventueel nog niet met parament uitgevoerde bouwdelen van de buurgebouwen met parament worden afgewerkt. 2.1.3 Dimensioneringen qua terrein en bezetting Plaatsing t.o.v. de rooilijn: het bestaande straatbeeld is richtinggevend voor de inplanting t.o.v. de rooilijn. Waar op het bestemmingsplan een verplichte voorbouwlijn is opgegeven, dient die voor minimum 2/3 te worden gerespecteerd. Plaatsing t.o.v. de zijkavelgrenzen: hetzij 0 m; hetzij min. 3 m bij half open bebouwing. Plaatsing t.o.v. de achterkavelgrens: Gelijkvloerse bijgebouwen mogen op de achterperceelsgrens worden opgericht. De afstand tussen het hoofdgebouw en de achterkavelgrens bedraagt min. 10 m. Minimale kavelbreedte: 6m behoudens bestaande toestand. Parkeren: Bij iedere bouwaanvraag voor een perceel met een gevelbreedte van meer dan 7,5 meter moet per woongelegenheid op privaat domein minimum één parkeerplaats worden voorzien. 5

Bij iedere bouwaanvraag waarbij bijkomende woongelegenheden worden voorzien moet worden aangetoond hoe de parkeerbehoefte zal worden opgevangen. Hierbij moet worden uitgegaan van minimum 1 parkeerplaats op privaat domein (garage, carport,...) per woning. Garagepoorten Een garagepoort kan in de voorgevel van het hoofdgebouw worden ingeplant indien de gevelbreedte minimum 7,5 meter bedraagt. De poort mag maximaal 40% van de gevelbreedte innemen. Maximale terreinbezetting: Maximaal 60% van de perceelsoppervlakte binnen deze zone mag worden bebouwd, inclusief bijgebouwen. Indien de bestaande bebouwing dit maximum reeds overstijgt, dan geldt bij verbouwingen het bestaande regelmatige vergunde bezettingspercentage + 10% als maximum voor mogelijk functionele aanpassingen bij noodwendigheden. 2.1.4 Dimensioneringen constructies en vormgeving Maximale bouwdiepten: wordt gerekend vanaf de voorbouwlijn. gelijkvloers: 20 m verdieping: 12 m, uitbouwen niet inbegrepen. Uitbouwen zijn maximum 0,60 m diep en op min. 0,60 m van de zijperceelsgrenzen. Om een volwaardige aansluiting te kunnen maken aan een aanpalende wachtgevel (buurwonig is dieper dan het toegelaten gabariet), kan mits voldoende motivatie hier plaatselijk worden afgeweken. Bouwhoogte: Maximum 2 bouwlagen + dakvolume; De kroonlijsthoogte wordt beperkt tot 6,5 m en de nokhoogte tot maximum 12 m. Dakvorm: Vrij. Horizontale delen in het dak om de maximale nokhoogte van 12 niet te overschrijden zijn niet toegelaten. 6

Bij aanbouw aan bestaande bebouwing moet rekening gehouden worden met de bestaande bebouwing waaraan wordt aangebouwd. Dit houdt in dat zowel het volume als de vormgeving een architectonisch verantwoorde aansluiting met de bestaande bebouwing dient te voorzien. Bijgebouwen: Afzonderlijke bijgebouwen dienen te bestaan uit max. 1 bouwlaag. De nokhoogte wordt beperkt tot 3 m + de helft van de afstand tot de dichtstbijzijnde perceelsgrens met een max. van 5 m. De dakvorm is vrij. De oppervlakte mag max. 20% van de tuinoppervlakte bezetten tot een maximum van 40 m². Carports Carports kunnen in de bouwvrije zijstrook worden toegelaten. Ze moeten minimum 4 m achter de voorbouwlijn worden aangezet en aan minimum 3 zijden open worden gehouden. Wanneer aan de tuinzijde van de carport een fietsberging wordt voorzien, kan hiervan worden afgeweken. In dit laatste geval mag de tuinzijde worden afgesloten. De dakhoogte is beperkt tot 2,5 meter. De oppervlakte (projectie dakvlak) wordt meegerekend in het maximum toelaatbaar oppervlak bijgebouwen. 2.1.5 Inrichting van de niet bebouwde delen. De niet-bebouwde delen van het perceelsdeel gelegen binnen de zone, dienen te worden ingericht als tuin. Maximum 1/3 van de oppervlakte van deze perceelsdelen mag worden verhard t.b.v. toegangen tot de bebouwing binnen de zone, oprit, parkeervoorzieningen, terrassen, tuinpaden en andere constructies geen gebouw zijnde. 2.1.6 Afsluitingen In de voortuin (zone gelegen tussen de voorbouwlijn van de voorgevel en de rooilijn) zijn afsluitingen in metselwerk, paaltjes met draad en/of levende hagen toegestaan. De muurtjes in metselwerk kunnen maximum 0,5 meter hoog worden opgetrokken. De paaltjes met draad (al of niet gebouwd op een muurtje van 0,5 meter) en/of levende haag kunnen tot maximum 1 meter hoog worden toegestaan. In de overige tuinzone mogen deze hoogtes oplopen tot maximaal 2 m. 2.2 Zone voor wonen in open bebouwing 2.2.1 Bestemming De zone is bestemd voor open eengezinsbebouwing. Hoofdbestemming: wonen 7

Nevenbestemming: maximum 30% van de totale vloeroppervlakte (bijgebouwen niet inbegrepen) mag bestemd zijn voor detailhandel, diensten, horeca, kantoren, vrije beroepen. 2.2.2 Dimensioneringen qua terrein en bezetting Plaatsing t.o.v. de rooilijn: minimum 5 m. Bestaande en vergunde bebouwing die dichter staat mag met behoud van de voorbouwlijn verbouwd worden. Bij herbouwen dient de minimum afstand van 5 m gerespecteerd. Plaatsing t.o.v. de zijkavelgrenzen: Min. 4 m bij 2 bouwlagen; deze afstand kan op 3 m worden gebracht bij toepassing van maximaal 1 bouwlaag en indien de kroonlijsthoogte wordt beperkt tot 3 m. Plaatsing t.o.v. de achterkavelgrens: Gelijkvloerse bijgebouwen mogen op de achterperceelsgrens worden opgericht. De afstand tussen het hoofdgebouw en de achterkavelgrens bedraagt min. 8 m. Minimale kavelbreedte: Min. 18 m bij open bebouwing. Maximale terreinbezetting: Maximaal 40% van de perceelsoppervlakte binnen deze zone mag worden bebouwd, inclusief bijgebouwen (zwembad en aanhorigheden niet inbegrepen). Indien de bestaande bebouwing dit maximum reeds overstijgt, dan geldt bij verbouwingen het bestaande regelmatige vergunde bezettingspercentage + 10% als maximum voor mogelijk functionele aanpassingen bij noodwendigheden. 2.2.3 Dimensioneringen constructies en vormgeving Maximale bouwdiepten: wordt gerekend vanaf de voorbouwlijn. Gelijkvloers: 20 m verdieping: 15 m 8

Bouwhoogte: Maximum 2 bouwlagen + dakvolume; De kroonlijsthoogte wordt beperkt tot 5,5 m en de nokhoogte tot 9 m. Dakvorm: Vrij. Horizontale delen in het dak om de maximale nokhoogte van 9 niet te overschrijden zijn niet toegelaten. De hoek van de dakhelling mag niet scherper zijn dan 55 graden. Parkeren: Per woongelegenheid moet minimum één parkeerplaats worden voorzien op privaat domein. Bijgebouwen: Afzonderlijke bijgebouwen dienen te bestaan uit max. 1 bouwlaag. De nokhoogte wordt beperkt tot 3 m + de helft van de afstand tot de dichtstbijzijnde perceelsgrens met een max. van 5 m. De dakvorm is vrij. De oppervlakte mag max. 20% van de tuinoppervlakte bezetten tot een maximum van 40 m². Carports: Carports kunnen in de bouwvrije zijstrook worden toegelaten. Ze moeten minimum 3 m achter de voorbouwlijn worden aangezet en aan minimum 3 zijden open worden gehouden. Wanneer aan de tuinzijde van de carport een fietsberging wordt voorzien, kan hiervan worden afgeweken. In dit laatste geval mag de tuinzijde worden afgesloten. De dakhoogte is beperkt tot 2,5 meter. De oppervlakte (projectie dakvlak) wordt meegerekend in het maximum toelaatbaar oppervlak bijgebouwen. 2.2.4 Inrichting van de niet bebouwde delen De niet-bebouwde delen van het perceelsdeel gelegen binnen de zone, dienen te worden ingericht als tuin. Maximum 1/3 van de oppervlakte van deze perceelsdelen mag worden verhard t.b.v. toegangen tot de bebouwing binnen de zone, oprit, parkeervoorzieningen, terrassen, tuinpaden en andere constructies geen gebouw zijnde. 2.2.5 Afsluitingen In de voortuin (zone gelegen tussen de voorbouwlijn voorgevel en de rooilijn) zijn afsluitingen in metselwerk, paaltjes met draad en/of levende hagen toegestaan. De muurtjes in metselwerk kunnen maximum 0,5 meter hoog worden opgetrokken. De paaltjes met draad (al of niet gebouwd op een muurtje van 0,5 meter) en/of levende haag kunnen tot maximum 1 meter hoog worden toegestaan. 9

In de overige tuinzone mogen deze hoogtes oplopen tot maximaal 2 m. Op hoekpercelen kan de afsluiting langs de zijgevel eveneens tot 2 m worden opgetrokken. Ter hoogte van de perceelsgrens kan de 2 meter hoge afsluiting worden doorgetrokken (zie schema). De voortuinen die aansluiten met de zone voor openbare wegenis, gebruikt door langzaamverkeer en aangelanden(zie bestemmingsplan), kunnen eveneens tot 2 m hoogte worden opgetrokken. 2.3 Zone voor wonen in vrijstaande bebouwing 2.3.1 Bestemming De zone is bestemd voor open ééngezinsbebouwing. Hoofdbestemming: wonen. Nevenbestemming: maximum 30% totale oppervlakte( bijgebouwen niet inbegrepen) mag bestemd zijn voor detailhandel, diensten, horeca, kantoren,vrije beroepen 2.3.2 Dimensionering en bezetting Plaatsing t.o.v. de rooilijn: minimum 5 m. Bestaande en vergunde bebouwing die dichter staat, mag met behoud van de voorbouwlijn verbouwd worden. Bij herbouwen dient de minimum afstand van 5 m gerespecteerd. Plaatsing t.o.v. de zijkavelgrenzen: Min. 4 m bij 2 bouwlagen; deze afstand kan op 3 m worden gebracht bij toepassing van maximaal 1 bouwlaag en indien de kroonlijsthoogte wordt beperkt tot 3 m. 10

Plaatsing t.o.v. de achterkavelgrens: Gelijkvloerse bijgebouwen mogen op de achterperceelsgrens worden opgericht. De afstand tussen het hoofdgebouw en de achterkavelgrens bedraagt min. 10 m. Minimale kavelbreedte: Bestaande kavels kunnen niet worden opgesplitst of verkaveld. Maximale terreinbezetting: Maximaal 40% van de perceelsoppervlakte binnen deze zone mag worden bebouwd, inclusief bijgebouwen (zwembad en aanhorigheden niet inbegrepen), dit tot een maximum van 350 m² maximale terreinbezetting. Indien de bestaande bebouwing dit maximum reeds overstijgt, dan geldt bij verbouwingen het bestaande regelmatige vergunde bezettingspercentage + 10% als maximum voor mogelijk functionele aanpassingen bij noodwendigheden. Parkeren: Per woongelegenheid moet minimum één parkeerplaats worden voorzien op privaat domein. 2.3.3 Dimensioneringen constructies en vormgeving Bouwhoogte: max. 2 bouwlagen + dakvolume Dakvorm: vrij Bijgebouwen: Afzonderlijke bijgebouwen dienen te bestaan uit max. 1 bouwlaag. De oppervlakte mag max. 60 m² bedragen. De dakvorm is vrij. De nokhoogte wordt beperkt tot 3 m + de helft van de afstand tot de dichtstbijzijnde perceelsgrens met een max. van 5 m. 2.3.4 Inrichting van de niet-bebouwde delen De niet-bebouwde delen van het perceelsdeel gelegen binnen de zone dienen te worden ingericht als tuin. Maximum 1/3 van de oppervlakte van deze perceelsdelen mag worden verhard t.b.v. toegangen tot de bebouwing binnen de zone, oprit, parkeervoorzieningen, zwembaden, terrassen, tuinpaden en andere constructies geen gebouw zijnde. 2.3.5 Afsluitingen In de voortuin (zone gelegen tussen de voorbouwlijn en de rooilijn) zijn afsluitingen in metselwerk, paaltjes met draad en/of levende hagen zijn toegestaan. De muurtjes in metselwerk kunnen maximum 0,5 meter hoog worden opgetrokken. De paaltjes met draad (al of niet gebouwd op een muurtje van 0,5 meter) en/of levende haag kunnen tot maximum 1 meter hoog worden toegestaan. In de overige tuinzone mogen deze hoogtes oplopen tot maximaal 2 m. 11

De voortuinen die aansluiten met de zone voor openbare wegenis, gebruikt door langzaamverkeer en aangelanden (zie bestemmingsplan), kunnen eveneens tot 2 m hoogte worden opgetrokken. 2.4.1 Zone voor wonen in één vrijstaande woning 2.4.1.1 Bestemming Hoofdbestemming: wonen (ééngezinstype) Nevenbestemming: maximum 30% totale oppervlakte (bijgebouwen niet inbegrepen) mag bestemd zijn voor detailhandel, diensten, horeca, kantoren,vrije beroepen, 2.4.1.2 Dimensioneringen constructies en vormgeving Bouwhoogte: max. 2 bouwlagen + dakvolume Maximale terreinbezetting: Maximaal 40% van de zone mag worden bebouwd, inclusief bijgebouwen, (zwembad en aanhorigheden niet inbegrepen). Dakvorm: vrij 2.4.1.3 Inrichting van de niet bebouwde delen De niet-bebouwde delen van het perceelsdeel gelegen binnen de zone, dienen te worden ingericht als tuin. 2.4.2 Zone voor privaat groen 2.4.2.1 Bestemming Hoofdzakelijk bestemd als tuin met parkachtig karakter. Het bestaand bomenpatrimonium moet hierbij zo maximaal mogelijk worden bewaard. In de zone zijn maximum twee nutsgebouwen toegelaten met uitsluiting van beroepsaktiviteiten, bestemmingen met een maximale grondoppervlakte van 30 m². De bijgebouwen dienen te bestaan uit max. 1 bouwlaag. De nokhoogte wordt beperkt tot 3 m + de helft van de afstand tot de dichtstbijzijnde perceelsgrens met een max. van 5 m. 2.4.2.2 Afsluitingen De afsluitingen kunnen bestaan uit metselwerk, paaltjes met draad en/of levende hagen. De muurtjes in metselwerk kunnen maximum 1 meter hoog worden opgetrokken. De paaltjes met draad (al of niet gebouwd op een muurtje van 1 meter) en/of levende haag kunnen tot maximum 2 meter hoog worden toegestaan. 12

2.4.3 nabestemming projectzone Wanneer de mogelijkheden van de projectzone worden benut, vervallen de mogelijkheden van de onderliggende bestemmingszones binnen de perimeter van de nabestemming. Indien gebruik gemaakt wordt van de projectzone kan een kleinschalig woonproject met openbaar groen op de site worden voorzien. Deze projectzone zal een aanvullende woontypologie vormen in een residentieel gebied met hoofdzakelijk open bebouwing. Binnen de projectzone zal een meergezinsproject kunnen worden gerealiseerd in een grotendeels publiek park. Op die manier wordt een differentiatie aangebracht in het nieuwe woningbestand van de wijk. De woonfunctie kan worden aangevuld met een beperkte ruimte voor andere functies, zoals handel, diensten en kantoren, voor zover deze geen ontoelaatbare hinder voor de woonomgeving teweeg brengen. De maximale oppervlakte ingenomen door deze functies bedraagt 30%. Bij de invulling van de projectzone wordt gebruik gemaakt van een hedendaagse architectuur. De ontwikkeling van de projectzone baseert zich op de volgende uitgangspunten: Het woonproject creëert een aangename, rustige woonomgeving binnen een publiek park. Maximaal behoud van het waardevolle bomenbestand. Per woning wordt minstens één ondergrondse autobergplaats voorzien. Voor seniorenflats kan een minimum van één parkeerplaats per drie seniorenflats worden voorzien. Meergezinsgebouw: Bouwhoogte: maximaal 2 bouwlagen en een teruggetrokken verdiep. De teruggetrokken bouwlaag mag slechts 70 % van de onderliggende oppervlakte meten. Maximaal 1.000 m² terreinbezetting. Afstanden tot de perceelsgrenzen: minimum 20 meter. Publieke parkzone: Minimum 60% van de zone moet worden ingericht als publiek park. Het bestaande bomenbestand moet hierin maximaal worden opgenomen. Doorheen de zone moet een wandel en fietsverbinding worden gerealiseerd tussen de Beukenlaan en de Zomerloosstraat, in functie van deze verbinding zijn beperkte waterdoorlatende verhardingen mogelijk. Private tuinzone: Maximaal 40% van de zone kan privaat worden ingericht. Op de niet bebouwde delen van de zone kunnen tuinen en open parkeerplaatsen worden voorzien. Dit voor zover de bestaande bomenstructuur zo minimaal mogelijk wordt aangetast. Bijgebouwen (tuinhuizen garages) zijn niet toegelaten. 13

Inrichtingsplan: De ontwikkeling van de projectzone gebeurt op basis van een inrichtingsplan voor de volledige projectzone. Dit inrichtingsplan is een informatief document dat bij de vergunningsaanvraag gevoegd wordt. Het inrichtingsplan omvat minstens de volgende elementen: Een totaalconcept voor de zone, waarbij aangegeven wordt op welke manier de doelstellingen en de uitgangspunten van de projectzone gerealiseerd zullen worden. Het te realiseren programma. Het tracé van de wegenis. De inrichtingsprincipes van de onbebouwde ruimte. Indien de motivatie ontoereikend is of indien de plannen onvoldoende inzicht bieden in de gestelde problematiek, dan kan de vergunningsaanvraag als onvolledig beschouwd worden. Het inrichtingsplan wordt beoordeeld door de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening. De GECORO brengt een gemotiveerd advies uit bij het college van burgemeester en schepenen over het inrichtingsplan. 2.5 Bufferzone Deze zone, gelegen ter hoogte van de oude spoorwegbedding, dient als buffer met beplanting te worden voorzien. In deze zone mogen geen gebouwen en verhardingen opgericht of aangelegd worden. De afsluiting met het openbaar domein dient te worden uitgevoerd in levende hagen, eventueel verstevigd met paal en draad. 2.6 Zone voor openbare wegenis 2.6.1 Bestemming Deze zone is bestemd voor een lokale weg met de daarbij horende nutsinfrastructuur en vrije ruimte. 2.6.2 Inrichting en beheer De zone mag worden verhard en ingericht in functie van wegvakken, parkeerstroken, pleinen, fiets- en voetpaden en andere noodzakelijke elementen voor het verkeer. Binnen de zone zijn gemeenschaps- en nutsvoorzieningen toegelaten; voor zover ze kleinschalig zijn, zich inpassen in de omgeving en de weggebruikers niet hinderen. Signalisatie, verlichting en straatmeubilair zijn eveneens toegelaten onder dezelfde voorwaarden. Voor zover de breedte van de zone voor openbare wegenis en de daarbij horende vrije ruimte dit toelaat, moet het straatbeeld worden voorzien van groenelementen. 14

2.7 Zone voor wegenis langzaam verkeer en aangelanden 2.7.1 Bestemming De zone heeft als hoofdbestemming het verbinden van voetgangers en fietsers (voet- en fietsersverbinding). Als nevenbestemming kan langzaam verkeer (stapvoets gemotoriseerd verkeer) voor aangelanden worden toegestaan. 2.7.2 Inrichting De voet- en fietsweg wordt zoveel mogelijk uitgevoerd in waterdoorlatende materialen of waterdoorlatende verhardingen in kleinschalige materialen. 2.8 Zone voor openbaar groen 2.8.1 Bestemming Deze zone is bestemd als publieke groenzone. ln deze zone mogen geen gebouwen worden opgetrokken. Infrastructuur voor activiteiten die functioneel verbonden en inhoudelijk verenigbaar zijn met de groenzone (zoals wandel- en fietsinfrastructuur, speelinfrastructuur, natuurtechnische ingrepen aan de loop en de oever van de beek) zijn toegelaten. De streeplijn duidt het referentietraject van de beek aan. 2.8.2 Inrichting Alle werken noodzakelijk voor het functioneren van de publieke groenzone zijn toegelaten. Het gaat hier o.a. over de uitrusting van paden, afsluitingen, afbakeningen, verlichting, straatmeubilair en dergelijke. De zone moet toegankelijk zijn voor het publiek. Een onderhoudstrook langs de beek dient vrij te blijven van constructies en aaneengesloten opgaande beplantingen. 2.9 Referentietraject Groene 62 2.9.1 Bestemming Het noord-zuid traject in de westelijke zone is een structurerend element van het RUP. Het traject staat aangeduid op het uitvoeringsplan. 2.9.2 Inrichting De inrichting en het beheer vallen onder de bevoegdheid van de provincie. 15

2.10 Referentietraject Kallaartswallegeleed 2.10.1 Bestemming Het noord-zuid traject van de Kallaartswallegeleed is een structurerend element in het RUP. Binnen de grenzen van het RUP is het een niet-geklasseerde waterloop en is haar traject grotendeels ingebuisd. 2.10.2 Inrichting Het referentietraject duidt de as van het Kallaartswallegeleed aan die het plangebied ondergronds binnenkomt aan de De Donckerstraat en het plangebied terug bovengronds verlaat voorbij de Berkenlaan. Beperkte aanpassingen aan de waterloop aldaar zijn toegestaan mits toelating en onder de voorwaarden bepaald door de beheerder van de waterloop. 2.11 Zone voor behoud volume Deze zone bestaat uit een overdruk op de onderliggende bestemming. De overdruk geeft bijkomende randvoorwaarden aan het aangeduid gebouwvolume. Voor de waardevolle gebouwen in het plangebied wordt het behoud van het bestaande gabariet vooropgesteld. Deze gebouwen zijn aangeduid op het grafisch plan met een arcering in overdruk. Verbouwingen en uitbreidingen kunnen worden toegestaan voor zover de waardevolle architectuur gerespecteerd blijft. De uitbreiding en het bestaand volume mag het aantal toegelaten m² terreinbezetting, vloeroppervlakte en bouwvolume, zoals bepaald door de onderliggende bestemmingszone bij een theoretische nieuwbouw, niet overschrijden. 16