Strategisch Verpleegkundig Opleidingsbeleid



Vergelijkbare documenten
Hart voor je patiënt, goed in je vak, trots op je werk

Leerlijnen voor verpleegkundigen

Samenvatting bijeenkomst Stip aan de Horizon 14 maart 2016

Visie op verpleegkundige professionaliteit

Visie Dimence Groep op VerpleGinG en VerzorGinG

HGZO-congres Samenwerken Samen werken Samen leren

Toekomstbestendige verpleegkundige zorg en de rol van de leidinggevenden. Tineke Holwerda

Betrokken en kritisch?

Workshop Goed kan Beter V&VN congres 27 januari 2011

Strategisch Opleidingsbeleid

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

VERANDERINGEN BINNEN HET

ALGEMEEN BPV BELEID 1 ALGEMEEN

Bijlage 1. Opleidingen binnen Leiden; afd.conmc; EvdP,

Toekomstbestendige zorgondersteuning, bent u al klaar?...

Toekomstbestendige zorgondersteuning, bent u al klaar?...

Toekomstbestendig verplegen Samen het verschil maken. Jolanda ter Sluysen Regiehouder zorg Opleidingsdirecteur

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd

Toekomstbestendige zorgondersteuning, bent u al klaar?...

Beleidsadviseur Sociaal Domein

Junior medewerker Bezwaar en Beroep

OPLEIDER IN DE SCHOOL, COACH en OPLEIDINGSCOÖRDINATOR Post-HBO opleidingen

VERTROUWEN IS DE BASIS

Wie haalt de HBO norm? Analyse 1 bij opbouwprogramma Jeroen Bosch Ziekenhuis. November 2016

Toekomstbestendige zorgondersteuning, bent u al klaar?...

Hoe komen we in topvorm?

Verpleegkundig specialist (MANP)

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

Betrokken bij mensen?

Masterclass. Strategisch Arbeidsmarktbeleid voor de gehandicaptenzorg

Inspirerend Management. in de zorg. Een modulaire aanpak gericht op de ontwikkeling van nieuw leiderschap

INDIVIDUELE PROFILERING

DIRECTEUR BELEID EN STRATEGIE

Samen werken, samen ontwikkelen

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK

Op de volgende pagina s kan u het competentieprofiel voor de directeur GO! Lyceum Gent vinden. Deze directeur zien we als lid van een directieteam.

GEMEENTE UDEN VITAAL REGIE OP EIGEN OPLEIDING, ONTWIKKELING & TALENTGEBRUIK

Competentieprofiel MZ Opleider. Competentieprofiel voor mz-opleider.

Anders kijken, anders leren, anders doen

Jaarplan. Instituut Educatie en Communicatie Afdeling ECNO. Strategische heroriëntatie ECNO = Strategische heroriëntatie IEC

Leergang Opleidingsmanagement

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

Opleidingskunde,Training & Human Development

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

WERKVELDCONFERENTIE BACHELOR NURSING 2020

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Handreiking strategisch opleidingsplan voor ondernemingsraad

Op weg naar de (academische) opleidingsschool

Intentieverklaring Versie:

Informatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding)

Samenvatting leerstof Geriatrie opleiding

Verpleegkundige opleiding Niveau 4

Het traceren en ontwikkelen van potentieel leidinggevenden rechtbank Amsterdam 2013.

Kansen en uitdagingen van de verpleegkundig specialist: profilering

Raad van Toezicht. Profielschetsen. Lid portefeuille onderwijs. Lid portefeuille bedrijfsvoering

Junior regisserende inkomensconsulent

Functieprofiel van de Verpleegkundig consulent

Sport en Welzijn. Physician Assistant Masteropleiding Amsterdam

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Verpleegkundigen op de STIP! Het spel is begonnen. Ilona Mijland, 16 februari 2017 Programmaleider verpleegkundig leiderschap

Verkorte versie fusiedocument

Competentieprofiel praktijkopleider verpleegkundig specialist

Vastgesteld november Visie op Leren

Notitie. GGZ Rivierduinen. GGZ Rivierduinen Samen kiezen voor kwaliteit Zorgvisie 2015

Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats

Sport en Welzijn. Advanced Nursing Practice Masteropleiding Amsterdam

Het vmbo van de toekomst. Strategische alliantie vmbo-mbo? Succesvol samenwerken kan!

Leergang Opleidingsmanagement. inclusief gratis: Dell Inspiron Netbook. trainingscoördinatoren opleidingsmanagers leidinggevenden met opleidingstaken

12 augustus 2011 Aan : Van : Afdeling/functie : VTO, opleider Betreft. : OMA scholing leerlingen en stagiaires. Management samenvatting

FUNCTIEPROFIEL. lid Raad van Toezicht (profiel openbaar bestuur en profiel kwaliteit en veiligheid )

ITEMLIJST voor EXTERNE GESPREKKEN

De regionale arbeidsmarkt 2016

Van financieel talent naar Public Business Controller

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Rijnmond

Instituut voor Sociale Opleidingen

MEERJARENBELEIDSPLAN

middelbaar beroepsonderwijs Brainport regio Eindhoven Onderwijsvisie Onze kijk op onderwijs

Beleid. Beschrijving trekkersrollen LC en LD. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Coevorden, Hardenberg e.o. / De Nieuwe Veste

Gespreksdocument Handleiding Eindgesprek

MEERJAREN BELEIDSPLAN LEENDERT VRIEL TWENTE

Thermometer leerkrachthandelen

DEFINITIE VAN DE BEGRIPPEN FUNCTIEPROFIEL EN COMPETENTIEPROFIEL

Volg je hart, gebruik je hoofd. Verpleegkundige in opleiding

Avans Academie Associate Degrees Den Bosch

Samen Beter. Op weg naar 2020

Xcellent. in performance ontwikkeling van mens en organisatie

De ICT-Academy: Van werkzoekende tot ICT-specialist

Eigen talent eerst Kuijpers MD programma. Michiel van Kessel MBA 10 september 2013

HET NIEUWE CURRICULUM WERKVELD HBO-V 19 NOVEMBER 2015

FUNCTIEPROFIEL OPLEIDINGSMANAGER MARNIX ACADEMIE

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant

Maatwerk & opleidingsadvies

Strategisch document Ambulancezorg Nederland

Post HBO opleiding Jobcoach/Trajectbegeleider

Sport en Welzijn. Advanced Nursing Practice Masteropleiding Amsterdam

Stichting Expertisecenter Onderwijs Zorg Bonaire is op zoek naar een ervaren. Ambulant onderwijskundig begeleider (1 fte)

Samenwerking in de regio! Marlies Koks, EVC centrum Leeuwenborgh Jos Maas, Zuyd Hogeschool, SLC

Transcriptie:

Strategisch Verpleegkundig Opleidingsbeleid 1

Inleiding Verpleegkundigen vormen de grootste beroepsgroep binnen VUmc en GGZ ingeest. Bij GGZ ingeest bestaat 30% van het totale personeelsbestand uit verpleegkundigen. Bij VUmc is dat percentage binnen de patiëntenzorg vergelijkbaar. Voldoende, goed gekwalificeerde verpleegkundigen zijn cruciaal voor de zorg en daardoor een belangrijke kritische succesfactor voor de positie van VUmc en GGZ ingeest, nu én in de toekomst. Het zorgproces door verpleegkundigen staat onder druk. De behoefte aan zorg neemt toe door vergrijzing en toegenomen levensverwachting. Daarnaast wordt de zorgvraag complexer, onder andere door een veranderende bevolkingssamenstelling. Door snelle ontwikkelingen binnen de gezondheidszorg worden hogere eisen gesteld aan verpleegkundigen. De noodzaak tot kostenbeheersing versterkt de tendens dat er méér gedaan moet worden met minder mensen. Beginnende verpleegkundigen hebben moeite aan de door de ziekenhuizen gestelde eisen te voldoen. Daar komt nog bij dat het carrièreperspectief van verpleegkundigen verbeterd kan worden. Al deze factoren dreigen het beroep van verpleegkundige minder aantrekkelijk te maken, terwijl het aantal verpleegkundigen in de zorg de komende jaren zou moeten stijgen. Bij GGZ ingeest is het op dit moment al moeilijk om aan goede mensen te komen. Bij VUmc valt het over de hele linie vooralsnog mee, maar ook daar lukt het moeilijk bepaalde vacatures voor gespecialiseerde verpleegkundigen te vervullen. Vanuit deze gedachte is in september 2011 de Werkgroep Verpleegkundig Opleidingsbeleid gestart met de opdracht een gedeelde en gedragen visie te formuleren op het verpleegkundig opleiden binnen VUmc / GGZ ingeest. Uiteindelijke doelstelling is het optimaliseren van het verpleegkundig opleidingscontinuüm binnen VUmc / GGZ ingeest om zo te komen tot efficiënt, effectief en aantrekkelijk opleiden. In onderliggende (concept)notitie wordt de visie van de werkgroep op verpleegkundig opleiden beschreven. Aan de orde komt achtereenvolgens: Strategisch opleidingsbeleid binnen Vumc / GGZ ingeest; De huidige situatie op het gebied van verpleegkundig opleiden; De visie op verpleegkundig leren; De identiteit van de VUmc / GGZ ingeest verpleegkundige; Het gewenste langetermijnperspectief van verpleegkundig opleiden. In het laatste hoofdstuk geeft de werkgroep adviezen om de gewenste situatie te bereiken. De notitie dient ter bespreking in relevante gremia binnen VUmc en GGZ ingeest. De notitie is een gezamenlijk product van de Werkgroep Verpleegkundig Opleidingsbeleid. Bovengenoemde ontwikkelingen vragen om een visie op het verpleegkundig beroep en om helder beleid met betrekking tot opleiding en ontwikkeling in het verpleegkundig domein. Deze behoefte wordt binnen VUmc en GGZ ingeest nog versterkt omdat de fusie samenwerking in verpleegkundig opleiden noodzakelijk maakt. In beide organisaties bestaat de wens om het verpleegkundig opleidingscontinuüm te verbeteren en knelpunten op te lossen. * Met verpleegkundig opleiden bedoelen we alle leeractiviteiten in het opleidingscontinuüm; initiële opleidingen, vervolgopleidingen, specialistische opleidingen en deskundigheidsbevordering. De Werkgroep bestaat uit de volgende leden: Edwin Pompe zorgmanager divisie IV VUmc Maaike Pouwels hoofd praktijkopleiding verpleegkunde VUmc Kathy van Veerdegem manager expertise P&O VUmc Astrid Wiggers hoofd verpleegkundige opleidingen GGZ ingeest Wim Polderman programmadirecteur Vumc Amstel Academie Lilian Rodenburg stafadviseur instituut voor onderwijs en opleiden Bijdragen aan de notitie zijn geleverd door : Frank Buskes directeur dienst PO&O GGZ ingeest Rob Zweekhorst hoofd servicebureau PO&O GGZ ingeest 2 3

Strategisch opleidingsbeleid binnen VUmc/GGZ ingeest De verantwoordelijkheid voor opleiden De verantwoordelijkheid voor leren en opleiden ligt zowel bij VUmc als bij GGZ ingeest primair in de lijn, bij het management. Dat betekent dat het management voor zover dat binnen bestaande kaders mogelijk is de kwaliteit en de kwantiteit van de (toekomstige) zorgprofessionals bepaalt. Het management is opdrachtgever voor ondersteunende diensten als P&O (voor bijvoorbeeld werving en selectie) en opleidingsafdelingen. Opleiden gebeurt waar mogelijk vraaggestuurd en op basis van afspraken over het serviceniveau. Zo is de vraagstelling uit de praktijk leidend voor het opleidingsaanbod. VUmc en GGZ ingeest benadrukken daarnaast ook de individuele verantwoordelijkheid voor de eigen ontwikkeling van iedere medewerker. Het doel van opleiden Om ook in de toekomst te kunnen beschikken over voldoende gemotiveerde en gekwalificeerde professionals geven VUmc en GGZ ingeest beide een hoge prioriteit aan opleiden. Er zijn wel enige accentverschillen in de manier waarop beide organisaties aankijken tegen opleiden. Het opleidingsbeleid van GGZ ingeest is een afgeleide van strategisch personeelsbeleid. GGZ ingeest leidt principieel op voor GGZ ingeest. Het streven is álle opgeleide verpleegkundigen in dienst te houden en om stagiaires zoveel mogelijk aan de organisatie te binden. Om dit goed te kunnen doen zet GGZ ingeest sterk in op arbeidsmarktmanagement. Er wordt voortdurend gekeken naar de toekomstige behoefte aan personeel (wat heeft de organisatie nodig) en naar de behoefte van de huidige generatie op de leer/arbeidsmarkt (wat willen toekomstige verpleegkundigen). Zo worden de juiste mensen geworven, met de gewenste eigenschappen, die passen bij de ontwikkeling van de organisatie en bij de cultuur van de organisatie. Vanwege de relatie met arbeidsmarktmanagement is gekozen voor positionering van de afdeling verpleegkundige opleidingen binnen PO&O (personeel, organisatie en opleidingen). Voor VUmc is opleiden óók een arbeidsmarktinstrument. Het doel van opleiden is echter breder dan dat. VUmc heeft als universitair medisch centrum onderwijs en opleiden als kerntaak. Dit brengt de verantwoordelijkheid mee om verder te kijken dan het eigen ziekenhuis. Het opleiden van goede zorgprofessionals is een maatschappelijke taak en in dat kader innoveert VUmc (verpleegkundig) opleiden en wordt ook opgeleid voor de regio. Hier is overigens wel sprake van een spanningsveld. Vanuit de verantwoordelijkheid voor de patiëntenzorg streeft ook VUmc er naar zoveel mogelijk opgeleide verpleegkundigen in dienst te houden. Bij VUmc is de initiële opleiding ondergebracht bij de divisies, de vervolgopleidingen en bij- en nascholing zijn ondergebracht bij het instituut voor onderwijs en opleiden (IOO). Strategisch opleiden als cyclisch proces Eind 2009 hebben de stafdienst P&O en het instituut voor onderwijs en opleiden van Vumc vastgesteld dat het ontwikkelen van strategisch opleidingsbeleid voor VUmc wenselijk was, met als doel de strategische uitgangspunten van VUmc en GGZ ingeest te versterken. Daarom is de notitie strategisch opleiden VUmc 2010 2013 opgesteld. Deze notitie dient als kapstok voor ál het opleidingsbeleid binnen VUmc. De inhoud van deze notitie wordt door GGZ ingeest herkend en de in de notitie geschetste cyclus sluit aan bij de werkwijze van GGZ ingeest. Hieronder wordt een aantal relevante punten samengevat. Er wordt veel geïnvesteerd in het opleiden van medewerkers binnen VUmc en GGZ ingeest, maar de verbinding met de strategie van de organisatie en de onderlinge samenhang van opleidingstrajecten kunnen beter. Opleidingsbeleid hangt nauw samen met strategisch personeelsbeleid.. Bij het realiseren van opleidingsactiviteiten zijn de volgende vragen relevant: Welke ontwikkelingen vinden naar verwachting de komende jaren plaats in de patiëntenpopulatie in de regio; Welke externe ontwikkelingen beïnvloeden de zorg (politiek, arbeidsmarkt) en welke eisen worden gesteld door de organisatie of externe omgeving (accreditatie/registratie); Wat betekenen de genoemde ontwikkelingen in combinatie met de strategische ambities van VUmc (visie 20/20) en GGZ ingeest (2015) voor de zittende en toekomstige beroepsgroepen. Het is wenselijk dat managers in een vaste regelmaat de toekomstige behoefte aan verpleegkundig personeel prognosticeren. De beantwoording van bovengenoemde vragen moet leiden tot een beeld van toekomstige formatieplaatsen met aantallen, opleidingsniveau en specialisaties. Deze informatie kan de raad van bestuur gebruiken bij het jaarlijks formuleren van haar beleid en richtlijnen voor de afdelingen. De lange termijn verwachting heeft consequenties voor werving en selectie van (leerling)verpleegkundigen en moet vertaald worden naar opleidingsplannen. Specifiek voor bij- en nascholing geldt dat afstemming plaats dient te vinden tussen de eisen die worden gesteld door de organisatie of externe omgeving en de ontwikkeling van de individuele medewerker. Deze afstemming vindt met name plaats in het jaargesprek tussen medewerker en leidinggevende. De opleidingseisen en opleidingswensen worden vastgelegd op het jaargesprekformulier. Vanuit de jaargesprekken destilleren leidinggevenden opleidingseisen en -wensen, bundelen deze en brengen ze onder in het opleidingsplan. Op deze manier vertaalt het management strategie en organisatiedoelen én individuele doelen in opleidingsplannen en voert deze uit. 1 De notitie is onder de titel richtlijn strategisch 4 opleiden VUmc 2010 2013 te vinden op KwaliteitsNet (document 45126). 5

De huidige situatie van verpleegkundig opleiden De visie op leren van verpleegkundigen Initiële opleidingen VUmc en GGZ ingeest verzorgen allebei initiële opleidingen op MBO en HBO niveau. Vumc heeft ongeveer 190 leerplaatsen per jaar. GGZ ingeest heeft ongeveer 160 leerplaatsen per jaar. Bij- en nascholing Zowel bij VUmc als bij GGZ ingeest wordt een groot en gevarieerd aanbod aan verpleegkundige bij- en nascholing georganiseerd. De afdeling bij- en nascholing GGZ is vooruitlopend op de fusie ondergebracht In de werkgroep is de visie op leren door verpleegkundigen verkend. VUmc en GGZ ingeest hebben heel veel overeenkomsten in hun visie op leren. Verschillen zijn zichtbaar in accenten en taalgebruik. hun leerproces. Zij zullen zelf de kennis en vaardigheden verwerven en integreren in hun professioneel handelen. Studenten worden gezien als partner in het leertraject en hebben regie waar mogelijk. Beide organisaties leiden zowel studenten op met een leer-arbeidsovereenkomst (BBL/duaal) als studenten die stage lopen (BOL/voltijds). In beide organisaties worden studenten met een leer-arbeidsovereenkomst ook nadrukkelijk als werknemer gezien. Beide organisaties hebben een eigen afdeling praktijkopleiding. Bij VUmc is deze afdeling gekoppeld aan een divisie, bij GGZ ingeest is deze afdeling geplaatst bij PO&O. Vervolgopleidingen VUmc biedt ruim 20 verpleegkundige vervolgopleidingen aan. Het theoriedeel wordt verzorgd door de VUmc Amstel Academie. Een groot deel van de studenten is afkomstig van andere ziekenhuizen. GGZ ingeest organiseert twee opleidingen tot verpleegkundig specialist. Deze opleidingen zijn ondergebracht bij de afdeling verpleegkundige opleidingen. bij de VUmc Amstel Academie. Uitgebreidere informatie over de huidige situatie is opgenomen in bijlage 1. 2 Binnen VUmc / GGZ ingeest wordt op verschillende plaatsen gesproken van leerling, stagiaire, student, cursist, deelnemer, lerende. In de notitie kiezen we voor de term student. Uitgangspunten De volgende algemene uitgangspunten zijn benoemd: De visie op leren in het verpleegkundig domein sluit zoveel mogelijk aan op de visie op leren in het medisch domein; De vraagstelling uit de praktijk c.q. de zorgbehoefte van de patiëntenpopulatie is waar mogelijk leidend voor het opleidingsaanbod (zie ook paragraaf 2); Het onderwijs wordt voortdurend geïnnoveerd, onder andere op basis van onderzoek; Studenten / medewerkers hebben een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om hun eigen ontwikkeling. Leidende principes Hieronder worden aspecten genoemd van de visie op leren die de werkgroep ziet als belangrijke principes De werkomgeving wordt zo ingericht dat leren mogelijk is Het karakter van het werk krijgt steeds meer het karakter van leren. Leren wordt een integraal onderdeel van het werk. Daarom moet van de dagelijkse werkomgeving een aantrekkelijke leeromgeving gemaakt worden. De werkomgeving dient zodanig te worden ingericht dat leren mogelijk is (Kessels). In de leeromgeving wordt rekening gehouden met verschillende leerstijlen Leren wordt waar mogelijk gekoppeld aan de context van de praktijk Praktijk en theorie bewegen zoveel mogelijk naar elkaar toe. De inhoud van het onderwijs volgt zoveel mogelijk de zorgvraag. Het leren van theorie wordt waar mogelijk gekoppeld aan praktijksituaties (zoals dat gebeurt bij probleemgestuurd leren, bedside tea- binnen VUmc en GGZ ingeest. Onderstaande tekst is ching, klinische lessen en coaching on the job). slechts een aanzet. De principes moeten in samenhang nader worden uitgewerkt en theoretisch worden Leren is competentiegericht onderbouwd zodat zij richting kunnen geven bij het Bij alle opleidingen geven helder beschreven com- maken van keuzes en het nemen van besluiten over petenties richting aan de gewenste ontwikkeling. opleiden binnen de organisaties. Waar mogelijk wordt aangesloten bij de CanMedscompetenties. VUmc en GGZ ingeest kiezen voor levenslang leren Kiezen voor levenslang leren betekent dat iedereen op elk moment in zijn carrière wordt uitgenodigd om te leren en de mogelijkheden heeft om te leren. Leren is een (inter)actief proces Leren vindt in het bijzonder plaats wanneer studenten samen met anderen actief met kennis en vaardigheden aan de slag gaan ( social learning o.a. Lave en Wenger 1991). Studenten hebben - binnen bestaande kaders - een sterke eigen verantwoordelijkheid voor 6 7

De verpleegkundige van de toekomst Voor verpleegkundig opleiden is het van belang hoe we de verpleegkundige van de toekomst zien. De verpleegkundige van de toekomst start immers nú met zijn opleiding. Binnen VUmc heeft een werkgroep zich in het voorjaar van 2011 gebogen over de vraag hoe verpleging en verzorging in VUmc er in de toekomst uitziet. Als resultaat is in de Visie Verpleging en Verzorging VUmc een beeld geschetst van de verpleegkundige van 2015. In de werkgroep is besproken hoe de visie V&V zich vertaalt naar een identiteit voor verpleegkundigen die vanuit opleidingsperspectief relevant is. GGZ ingeest had nog geen uitgewerkte visie als vertrekpunt, maar uit de gesprekken bleek dat het beeld van de verpleegkundige van de toekomst in belangrijke mate overeenkomt. In de toekomst heeft de VUmc /GGZ ingeest verpleegkundige een herkenbare identiteit die is afgeleid van de organisatie-identiteit en van strategische doelen. De VUmc/GGZ ingeest verpleegkundige: Is effectief, efficiënt, voegt waarde toe en is bovenal toegewijd. Werkt vanuit gezamenlijke verantwoordelijkheid, zowel met patiënten, als met collega s (al dan niet in opleiding), binnen of buiten VUmc / GGZ ingeest. Stelt de patiënt altijd centraal. Streeft naar autonomie voor de patiënt en stelt de belangen van de patiënt in de zorgverlening altijd op de eerste plaats. De patiënt voert desgewenst de regie, tenzij dat niet mogelijk is. Gezamenlijke besluitvorming is het uitgangspunt voor de behandeling / de zorg, in alle fasen van zorgverlening. GGZ ingeest gebruikt in dit verband de term herstelondersteunend werken. Werkt vanuit een holistische benadering, waarin aandacht is voor soma, psyche en sociale context; heel de mens. GGZ ingeest verpleegkundigen hebben expliciet aandacht voor somatische problematiek. VUmc verpleegkundigen hebben expliciet aandacht voor psychische / psychiatrische problematiek. Werkt met de nieuwste methoden. Voor VUmc worden die sterk bepaald door technologische ontwikkelingen en door nieuwe logistieke inzichten. Bij GGZ ingeest gaat het bijvoorbeeld om online zorg, zorg geven met behulp van e-health. Is innovatief. Heeft een actieve rol in verpleegkundig onderzoek. Leert levenslang, heeft een kritische en onderzoekende houding en is pro-actief. Beheerst de rol van reflector; kan het eigen functioneren op basis van zelfreflectie voortdurend verbeteren. Werkt waar mogelijk op basis van evidence based practice. Is cultuursensitief: stelt zorg mede vast op grond van diverse culturele waarden. Werkt goed samen in multidisciplinaire teams. Verschil in ontwikkeling van kennis en vaardigheden mag er zijn. Ieder doet waar hij goed in is en vult het team aan tot een geheel. Is voorbereid op en toegerust voor het uitvoeren van nieuwe taken op het gebied van preventie, screening en diagnostiek, behandeling, begeleiding en nazorg. Is breed inzetbaar, kan zowel in een klinische als in een ambulante omgeving werken. Is goed in het beargumenteren van, en het communiceren over beslissingen die genomen worden tijdens het verpleegkundig proces. Bij VUmc wordt hiervoor de term klinisch redeneren gebruikt. Bij GGZ ingeest is deze term minder herkenbaar. 8 9

Het gewenste lange-termijn perspectief van opleiden De gewenste situatie bij VUmc/GGZ ingeest op het gebied van verpleegkundig personeel en verpleegkundig opleiden valt als volgt te beschrijven: Binnen VUmc/GGZ ingeest werken verpleegkundige teams die uitstekend in staat zijn de geformuleerde ambities van de organisatie te realiseren. Zij zijn efficiënt opgeleid, vakinhoudelijk excellent en zij verpersoonlijken de beschreven identiteit van de verpleegkundige. Op basis van strategische personeelsplanning wordt een toekomstbestendig personeelsbestand gerealiseerd. Door continue afstemming van externe- en organisatieontwikkelingen met functioneren en persoonlijke doelen van studenten / medewerkers worden zij op basis van opleidingsplannen continu opgeleid en blijven zij zich levenslang ontwikkelen. VUmc/GGZ ingeest is een zeer aantrekkelijke werkgever. Opleiden is een speerpunt. VUmc/GGZ ingeest weet de meest getalenteerde (toekomstige) verpleegkundigen aan te trekken, te selecteren en te behouden. Hieronder geeft de werkgroep advies over de richting die moet worden ingeslagen bij het realiseren van de gewenste situatie. Het advies betreft drie terreinen: organisatie, inhoud en relaties. Op alle drie de terreinen is het sleutelbegrip regie. I. ORGANISATIE Advies: Breng alle opleidingsactiviteiten binnen het verpleegkundig domein van VUmc en GGZ ingeest onder regie van het instituut voor onderwijs en opleiden. Om verbeteringen door te voeren op inhoud en in de positionering binnen het complexe netwerk is het noodzakelijk om de regie op de opleidingsactiviteiten binnen het volledige continuüm te versterken. Dit valt te realiseren als aansturing van de verschillende activiteiten plaatsvindt vanuit één centraal punt. Het IOO is het meest voor de hand liggende organisatieonderdeel om opleidingsactiviteiten onder te brengen. Voor VUmc geldt dat de raad van bestuur feitelijk al eerder besloten heeft dat alle opleidingsactiviteiten onder regie van IOO worden gebracht. Dat betekent dat de afdeling praktijkopleiding verpleegkunde van VUmc wordt toegevoegd aan het instituut voor onderwijs en opleiden (waarschijnlijk bij de VUMC Academie). Dit geldt ook voor de losse praktijkopleiders van verpleegkundige vervolgopleidingen die op dit moment aan zorgafdelingen zijn gekoppeld. GGZ ingeest combineert de initiële opleiding met opleidingen tot verpleegkundig specialist in één afdeling. Bij- en nascholing is aangesloten bij de VUmc Amstel Academie. GGZ ingeest heeft altijd de voorkeur gehad voor positionering van de afdeling verpleegkundige opleidingen bij PO&O. Tijdens gesprekken in de werkgroep bleek dat het voldoen aan cruciale voorwaarden zwaarder weegt dan de feitelijke positionering. Zowel VUmc als GGZ ingeest stellen voorwaarden aan herpositionering. Voor beide organisaties geldt dat een zorgvuldige risicoanalyse moet plaatsvinden. Belangrijk uitgangspunt is dat sterke punten behouden dienen te worden. Voor de afdeling praktijkopleiding van VUmc geldt op voorhand dat de uitstekende relatie met de zorgdivisies niet op het spel gezet mag worden. De zorgdivisies moeten sturingsmogelijkheden behouden. Er dient een optimale samenwerking en heldere taakverdeling te zijn tussen de zorgafdelingen, opleidingsafdelingen en P&O. Voor de afdeling verpleegkundige opleidingen van GGZ ingeest geldt dat, vóórdat de afdeling overgaat naar IOO, geborgd moet worden dat de huidige uitgangspunten gehandhaafd blijven. Deze uitgangspunten zijn: Opleidingsbeleid is en blijft een afgeleide van het strategisch personeelsbeleid GGZ ingeest; De RvB en de DAZ en van GGZ ingeest kunnen direct invloed uitoefenen op het opleidingsbeleid; Voor GGZ ingeest worden specifieke GGZ-verpleegkundigen opgeleid. Tot het moment dat heldere en betrouwbare afspraken zijn gemaakt om genoemde uitgangspunten te borgen blijft de afdeling verpleegkundige opleidingen van GGZ ingeest gepositioneerd bij P&O en blijven de afdelingen voor initieel opleiden als twee aparte afdelingen overeind. II. INHOUD Advies: Werk vanuit regie over het volledige verpleegkundige opleidingscontinuüm projectmatig aan verbetering. De volgende doelen worden gesteld: Opleiden gebeurt waar mogelijk vraaggestuurd in plaats van aanbodgestuurd, en op basis van afspraken over het serviceniveau; Er zijn doorlopende leerlijnen binnen VUmc / GGZ ingeest. Er is een uitstekende samenwerking tussen initiële opleidingen (MBO en HBO), vervolgopleidingen, specialistische opleidingen, (toekomstige) masteropleidingen en bij- en nascholing. Er wordt korter en efficiënter opgeleid omdat er geen obstakels, geen wachttijden en geen overlappende programma s zijn in het verpleegkundig opleidingscontinuüm; Er zijn ontwikkelpaden, gekoppeld aan loopbaanpaden; De organisatie bepaalt wat zij nodig heeft, maar in de uitvoering van trajecten wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de individuele student / medewerker. Ontwikkelingen van de student / werknemer worden nauwgezet gevolgd. Op verschillende momenten wordt het niveau gemeten en worden leerwensen en leermogelijkheden besproken. Het loopbaanpad / ontwikkelpad wordt daarop aangepast. Studenten/werknemers leren waar mogelijk op hun eigen manier en tijd, en op het moment dat het past in de praktijk. Herintreders en zij-instromers kunnen probleemloos invoegen. Zij komen binnen via assessments en /of maken gebruik van EVC certificering (eerder verworven competenties); Verpleegkundig opleiden vindt overal plaats vanuit dezelfde visie op leren en vanuit hetzelfde beeld van de verpleegkundige van de toekomst; In de (verre) toekomst is ook de aansluiting bij andere trajecten in het domein Human Health & Life Sciences (H2LS) optimaal. Schakeltrajecten MBO-HBO-WO zijn gerealiseerd. III. RELATIES Advies: Voer intern regie op de samenhang van alle projecten en activiteiten die binnen VUmc en GGZ ingeest uitgevoerd worden binnen het speelveld strategisch personeelsbeleid en strategisch opleiden; Voer regie op de samenwerking met externe partijen. Benader relaties als één krachtige partij. Interne regie Het ontwikkelen van strategisch verpleegkundig opleidingsbeleid vindt plaats op een breed speelveld waar allerlei projecten elkaar raken en zeer veel actoren actief zijn. Op het gebied van (verpleegkundig) opleiden spelen zorgafdelingen, P&O afdelingen 10 11

en opleidingsafdelingen elk hun eigen rol. Er dient vanuit centraal niveau regie te worden gevoerd op de samenhang van alle projecten en activiteiten die binnen VUmc en GGZ ingeest uitgevoerd worden. Met name de afstemming tussen de projecten strategische personeelsplanning en strategisch opleidingsbeleid is in dit kader van belang. Regie op samenwerking met externe partijen VUmc en GGZ ingeest willen een zo sterk mogelijke positie in de samenwerking met externe partijen. VUmc en GGZ ingeest kunnen door regie op de contacten binnen het netwerk hun positie in samenwerkingsrelaties versterken. Door externe partners als één krachtige partij te benaderen zijn verbeteringen mogelijk op het gebied van profilering, sturing, onderhandelings- en marktpositie. Voor de initiële opleidingen betekent dat bijvoorbeeld dat VUmc en GGZ ingeest streven naar zo veel mogelijk regie op de opleidingsprogramma s die samen met opleidingsinstituten worden verzorgd. De voorkeur gaat uit naar een model waarin VUmc en GGZ ingeest sturend zijn en het opleidingsinstituut volgend. Het realiseren van een dergelijk model is een lange termijn doelstelling. Op de korte termijn kan de invloed op het curriculum vergroot worden door (per regio) vaste samenwerkingspartners te kiezen. De samenwerking van GGZ ingeest met de Academie voor Psychiatrie kan hierbij als voorbeeld gelden. 12 13

Het vervolg Onderliggende notitie is besproken in de volgende gremia. het zorgmanagersoverleg; de directie IOO; het MT P&O; de raad van bestuur GGZ ingeest. De notitie is vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan het Algemeen Bestuur VUmc GGZ ingeest en op 3 april 2012 volledig geaccordeerd. De werkgroep Strategisch Verpleegkundig Opleidingsbeleid wordt opgeheven. Een Stuurgroep Verbetering Verpleegkundig Opleidingscontinuüm wordt ingesteld die op basis van de notitie projecten en activiteiten zal initiëren en aansturen. Prioriteit wordt gegeven aan: Het positioneren van alle verpleegkundige opleidingsactiviteiten onder IOO; Het in beeld brengen van het verpleegkundig opleidingscontinuüm, rekening houdend met nieuwe ontwikkelingen en veranderende wetgeving. 14 15

Bijlage De huidige situatie op het gebied van verpleegkundig opleiden 1.1 Initiële opleidingen VUmc Plaats en taken praktijkopleiders De praktijkopleiders zijn gekoppeld aan studentengroepen voor de duur van de opleiding van de studenten. De praktijkopleiders zijn gekoppeld aan een divisie. Het werk van de praktijkopleiders is als volgt verdeeld: - 50% student begeleiden - 25% werkbegeleiders begeleiden - 25% overig. VUmc kent drie soorten praktijkopleiders. Zij vallen onder de afdeling praktijkopleiding, onder een zorgafdeling of onder de VUmc Amstel Academie. Initiële opleidingen Opleidingsinstituut Aantal per jaar Instroom per jaar MBO niveau 4 ROCASA 50 15-18 BBL (met leer-arbeids overeenkomst) MBO niveau 4 BOL (stage) ROCASA 40 40 stageplaatsen HBO V niveau 5 Inholland 50 15-18 Duaal (met leer-arbeids overeenkomst) HBO V niveau 5 Inholland 50 50 stageplaatsen Voltijds (stage) HVA Totaal 190 Plaats van de afdeling De afdeling praktijkopleiding verpleegkunde is geplaatst in divisie IV en wordt aangestuurd door het hoofd praktijkopleiding. Het hoofd praktijkopleiding legt verantwoording af aan alle zorgmanagers en specifiek aan de zorgmanager van divisie IV. Bezetting van de afdeling De afdeling bestaat uit: 12.2 fte, verdeeld over - 11 praktijkopleiders - hoofd - stafadviseur - secretarieel medewerker Opleidingsmodel De praktijkopleiding wordt voor een belangrijk deel gerealiseerd op leerwerkplaatsen. Op een leerwerkplaats werken 18 studenten verpleegkunde. De studenten nemen de verantwoordelijkheid en de gediplomeerde verpleegkundigen coachen deze studenten. Zij hebben geen eigen patiënten dus tijd en ruimte om studenten het vak te leren. Ook coachen de studenten elkaar. Een leerwerkplaats is geen afgescheiden unit op een afdeling en er vindt geen patiënten selectie plaats. De voordelen zijn o.a.: meer stageplaatsen, betere aansluiting theorie en praktijk, verhoging kwaliteit van praktijkleren, onderwijs op de werkvloer, meer instroom competent personeel. 1.2 Verpleegkundige Vervolgopleidingen VUmc VUmc biedt een breed scala aan verpleegkundige vervolgopleidingen (ruim 20), die waar mogelijk erkend zijn door het CZO. Verpleegkundige Vervolgopleidingen zijn inservice-opleidingen waarin geïntegreerd leren het uitgangspunt is: werken en leren zijn met elkaar verweven en versterken elkaar. De opleidingen vallen uiteen in een cluster acute hulp en een cluster intensieve zorg. In 2011 volgen 638 studenten een verpleegkundige vervolgopleiding. 178 daarvan zijn in dienst bij VUmc. De instelling waar de student in dienst is, blijft verantwoordelijk voor de totale opleiding en delegeert het theoriedeel aan de VUmc Amstel Academie. De gewenste afstemming tussen theorie en praktijk vindt plaats in regionaal overleg en met de diverse opleiders. Het theoretische deel van de opleiding wordt verzorgd door opleiders die in dienst zijn bij de VUmc Amstel Academie. Bij de opleidingen in het cluster intensieve zorg vervullen deze opleiders binnen VUmc ook de rol van praktijkopleider. Voor de andere opleidingen zijn binnen VUmc op afdelingsniveau praktijkopleiders benoemd. Het team verpleegkundige vervolgopleidingen bestaat uit een manager, 15 opleiders en 5 ondersteuners. In totaal 17,4 fte. 1.3 Verpleegkundige bij- en nascholing VUmc Elk jaar wordt een groot en gevarieerd aanbod aan verpleegkundige bij- en nascholingen georganiseerd. Deelnemers krijgen de gelegenheid aanvullende kennis en vaardigheden op te doen en/of zich te verdiepen. Hiermee kunnen zij adequaat inspelen op vernieuwingen en veranderingen in hun werkzaamheden. Jaarlijks worden ongeveer 150 bij- en nascholingsprogramma s voor verpleegkundigen aangeboden over 60 verschillende onderwerpen. Daarnaast worden jaarlijks meer dan 30 maatwerkopdrachten uitgevoerd. Meer dan 2000 cursisten worden per jaar bijgeschoold. Het team bij- en nascholing maakt deel uit van de VUmc Amstel Academie. Naast de bij- en nascholing voor verpleegkundigen wordt ook bij- en nascholing voor andere beroepsgroepen uitgevoerd. Vijf opleiders en verschillende ondersteuners houden zich specifiek bezig met bij- en nascholing op verpleegkundig gebied (in totaal 8,3 fte). 16 17

1.4 Initiële opleidingen GGZ ingeest Initiële opleidingen Opleidingsinstituut Aantal per jaar Instroom per jaar MBO niveau 4 ROC-ASA, BBL (met leer-arbeids Academie voor Psychiatrie 50 20 overeenkomst) MBO niveau 4 BOL (stage) ROC-ASA/ROC Amsterdam NOVA-college 30 HBO V niveau 5 Hogeschool Amsterdam 20 8 Duaal (met leer-arbeids overeenkomst) HBO V niveau 5 Hogeschool InHolland. Duaal (met leer-arbeids Hogeschool Leiden. overeenkomst) Hogeschool Amsterdam 10 6 Verkort (2 jaar) HBO V niveau 5 Hogeschool van Amsterdam Voltijds (stage) Hogeschool InHolland. Hogeschool Leiden. 50 Totaal 160 Nota bene: de stageplaatsen zijn inclusief stageplaatsen voor sociaal pedagogische hulpverlening (SPH), Toegepaste Psychologie, medewerker maatschappelijke zorg (MMZ), en medewerker maatschappelijke zorg met ervaringsdeskundigheid (MMZE). Plaats van de afdeling De afdeling verpleegkundige opleidingen is onderdeel van de afdeling PO&O en wordt aangestuurd door het hoofd initiële opleidingen. Het hoofd initiële opleidingen legt verantwoording af aan de directeur PO&O. Bezetting van de afdeling De afdeling bestaat (voor wat betreft initieel opleiden) uit: - 1 hoofd initiële opleidingen 1,0 fte - 6 praktijkopleiders (voor mbo en hbo) 4,7 fte ------------+ Totaal 5.7 fte Daarnaast doet de afdeling een beroep op PO&O wat betreft de personeelsadviseur en het Servicecentrum PO&O. Opleidingsmodel De studenten met leer-arbeidsovereenkomst worden breed opgeleid en worden gedurende de opleiding op 3 à 4 verschillende afdelingen geplaatst: - Afdeling Ouderen - Chronische afdeling - Opnameafdeling - Ambulant team Studenten worden geplaatst op verschillende locaties in Amsterdam, Amstelveen, Hoofddorp, Haarlem of Bennebroek. Plaats en taken praktijkopleiders De praktijkopleiders zijn verbonden aan locaties. Kerntaken zijn: - begeleiding leerlingen - begeleiding werkbegeleiders - bewaken leerklimaat van afdelingen - overleg opleidingsinstituten 1.5 Opleidingen tot verpleegkundig specialist GGZ ingeest GGZ ingeest organiseert twee opleidingen tot verpleegkundig specialist: 1. De GGZ-VS(Verpleegkundig Specialist). Jaarlijks stromen 2 nieuwe studenten in. Op dit moment zijn 9 studenten in opleiding. 2. De Master Advanced Nurse Practitioner. Jaarlijks stromen 2 nieuwe studenten in. Op dit moment zijn 6 studenten in opleiding. De opleidingen voor verpleegkundig specialist zijn gepositioneerd bij de afdeling verpleegkundige opleidingen van PO&O. Voor de opleidingen tot verpleegkundig specialist is één opleider aangesteld voor 0,6 fte 1.6 Verpleegkundige bij- en nascholing GGZ ingeest Jaarlijks worden ongeveer 200 cursussen aangeboden over 50 verschillende thema s. In totaal ontvangen circa 3500 cursisten per jaar bijscholing. Daarnaast vinden allerhande coachingsprajecten plaats voor teams en individuen. De afdeling bij- en nascholing GGZ maakt vooruitlopend op de fusie onderdeel uit van de VUmc Amstel Academie. De leidinggevende is in dienst bij VUmc. De afdeling bestaat uit de volgende medewerkers (in totaal 4,5 fte): - 2 trainers ICT en EPD (elektronisch patiëntdossier) - 1 secretaresse - 1 hoofd - 1 projectleider/trainer Mindfulness - 1 coördinator coachingspool - 1 coördinator de-escalatie Circa 60 interne collega s verzorgen het aanbod en 13 interne coaches. Zij hebben allemaal een aanstelling bij een afdeling (zijn hulpverlener/begeleider/arts/secretaresse of anderszins) en worden als het ware free lance ingehuurd voor scholingsactiviteiten. Bij veel trainingen worden ervaringsdeskundigen ingezet. 18 19

Fotografie DigiDaan en Hans Smit 20