Op het eerste gezicht



Vergelijkbare documenten
De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning. Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus. Radboud Universiteit Nijmegen,

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Samenvatting. (Summary in dutch)

Context Effecten op Interculturele Emotie Perceptie

Nemo Science Live 2011

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?

Samenvatting (Summary in Dutch)

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

Informatie over de deelnemers

Nederlandse Samenvatting

Conferentie Studiesucces

Ontstaan, werking, voortbestaan en verandering van stereotypen

Voel jij wat ik bedoel? 17/5/2008

De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen. Pascal van Vliet ANR: Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij. Datum: 13 februari 2014

OMGAAN MET DISCRIMINATIE

Samenvatting. Samenvatting

Het slimme onbewuste

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Rapportage Eigenschappen. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Derks & Derks B.V. Derks & Derks Selectievalkuilen-kalender De meest voorkomende selectievalkuilen op humoristische wijze toegelicht.

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Het onbewuste regeert. Ap Dijksterhuis

Achtergronden bij het instrument

Connector Big Five Personality

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Samenvatting (Summary in Dutch)

Les over persoonlijkheid voor leerlingen van groep 7 en 8. Les voor groep 7/8: Wie ben ik? Leerlingversie Yasmin Don Wetenschapsknooppunt EUR pag.

Take Home Examen. Het stijlbegrip volgens Nelson Goodman. i Postvak 54 6 juni 2008 Blok BA CW 1 E Vraag II

KLEURRIJKE EMOTIES psychologie en kleur

Nerderlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Zo Wint men Verkiezingen: Een Evolutionair Psychologisch Model van Context,

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur

Samenvatting (Summary in Dutch)

HTS Report NEO-PI-3. Persoonlijkheidsvragenlijst. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HET ASSESSMENT INFORMATIE

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

Ontstaan, werking, voortbestaan en verandering van stereotypen

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

nederlandse samenvatting Dutch summary

Laat zien en vertel, dat is het motto van

CULTUURARME INTELLIGENTIETEST RAPPORT

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date:

Pizza Verdi. Opdrachtenblad. Regie: Gary Nadeau Jaar: 2011 Duur: 8 minuten

Onderzoek postpartum depressie HvdM mei 2018

Rapportage. Vertrouwelijk. De volgende tests zijn afgenomen: Persoonsgegevens Aanvullende persoonsgegevens. D. Emo. Naam.

Psychometrie Nederlandse persoonlijkheidstest

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst.

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Netwerkbijeenkomst Gezonde School Mentale Gezondheidsbevordering 10 mei 2012

Implementations of Tests on the Exogeneity of Selected Variables and Their Performance in Practice M. Pleus

Inhoud. Aristoteles. Quotes over emotionele intelligentie. Rianne van de Ven Coaching & Consulting 1

Bevindingen In totaal hebben we de test afgenomen bij 9 mensen. Helaas door beperkte aanwezigheid van vrouwen zijn dit enkel mannen geweest.

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Nederlandse samenvatting Aandacht

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Zelfbeeld. Voortgezet onderwijs

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING

Integratieonderzoek. Rapport. Ronald Baden. E9787/88 november 2007

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

ASSESSMENT The Right Profile

Het geheugenverlies van de kiezer en het effect daarvan op de peilingen

Klantpensioenmonitor Pensioenfonds UMG

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

Kijken en voelen. Over hoe we emoties van anderen lezen en wat dat met ons doet. Nieuwjaarsbijeenkomst Mediatorsvereniging 7 januari 2016

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg

Persoonlijkheidstesten

Vergeving, De Sleutel Tot Innerlijk Geluk

6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015

Moral misfits: The role of moral judgments and emotions in derogating other groups

Waarden en emoties rondom lijsttrekkers 2 de kamer verkiezingen Kroes en Rutte ideale premier

Coöperatie en communicatie:

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum Ouderversie

Pesten. Ouderavond Basisschool Brakkenstein Prof. dr. Ron Scholte (Radboud Universiteit Nijmegen, Praktikon)

Tonen van dankbaarheid: een nieuw therapeutisch hulpmiddel?

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Continuous Learning in Computer Vision S.L. Pintea

Lesideeën. Hedendaagse Propaganda Analyseren. uitgewerkt door

University of Groningen. Inferior or superior Carmona Rodriguez, Carmen

Leiderschap De invloed van teamleiders op de teamprestaties

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

STABLE LOVE, STABLE LIFE?

How to present online information to older cancer patients N. Bol

VOORBEELDRAPPORT MARKETING EN SALES POTENTIEEL TEST

Procesadvisering Bijeenkomst 4

DANKZIJ DIGITALE HULPMIDDELEN MEER LEESBEGRIP EN MINDER LEESANGST

Amsterdam, 5 september Geachte heer Lobach, beste Hans,

Het toepassen van theorieën: een stappenplan

Hersenonderzoek en intelligentie

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs

HTS Report NEO-FFI-3. Persoonlijkheidsvragenlijst. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen

Transcriptie:

1 Op het eerste gezicht Rede ter gelegenheid van de 87e Dies Natalis van de Radboud Universiteit Nijmegen, door prof. dr. Daniël H. J. Wigboldus, hoogleraar Sociale Psychologie, 20 mei 2010. You can't judge a fish by lookin' in the pond You can't judge right from looking at the wrong You can't judge one by looking at the other You can't judge a book by looking at the cover Willie Dixon, 1962 Mijnheer de rector, monseigneur, dames en heren, Deze diesrede gaat over het lezen van gezichten. Wat zien wij in de gezichten van anderen? Hierbij zijn twee vragen van belang. Wat zeggen deze indrukken over de geobserveerde en wat over de waarnemer? Beide vragen komen aan bod en duidelijk zal worden dat het lezen van gezichten misschien wel meer zegt over de waarnemer dan over de geobserveerde. Volgens de overlevering liep de Griekse filosoof Diogenes van Sinope op klaarlichte dag met een lantaarn op een marktplein op zoek naar een eerlijk mens. Hij gebruikte de lantaarn om mensen goed in het gezicht te kunnen kijken. Net als Aristoteles en andere filosofen uit die tijd ging Diogenes ervan uit dat het karakter van mensen waarneembaar is in het gezicht. De kunst van het lezen van het gelaat wordt fysiognomie, ofwel gelaatkunde genoemd. Een van de hoogtepunten in de geschiedenis van de fysiognomie vond plaats in de tweede helft van de 18e eeuw met de publicatie van een rijkelijk geïllustreerd vierdelig boek over fysiognomie van de Zwitserse filosoof, theoloog en dichter Johann Caspar Lavater. De invloed van het werk van Lavater was groot. Gedurende de 19e eeuw speelde fysiognomie een belangrijke rol in het denken van niet alleen intellectuelen maar bijvoorbeeld ook zeevaarders. Zo had het niet veel gescheeld of kapitein Robert FitzRoy van de Beagle had een extra passagier geweigerd omdat deze een verkeerd gevormde neus had die volgens de fysiognomie van Lavater er op duidde dat de passagier niet de kracht en het doorzettingsvermogen bezat om de reis tot een goed einde te brengen. Gelukkig wist de jonge wetenschapper de kapitein te overtuigen van Lavater's ongelijk. De fysiognomie werd door serieuze wetenschappers bij gebrek aan wetenschappelijk bewijs al snel als pseudowetenschap gekwalificeerd. Onderzoek uitgevoerd in de eerste helft van de vorige eeuw laat zien dat metingen van individuele gezichtskenmerken in vrijwel geen enkel geval samenhangen met psychologische karakteristieken. Er zijn geen neuzen die duiden op een gebrek aan wilskracht. Desondanks lijkt het idee achter fysiognomie nog steeds populair te zijn. Recent westers onderzoek laat zien dat meer dan 75 procent van een representatieve steekproef meent dat persoonseigenschappen zijn af te lezen van iemands gezicht. Ook in Nederland is de gelaatkunde populair. Zo kunnen bij het instituut Gelaatkunde karakteranalyses cadeau gedaan worden en doet Emile Ratelband goede zaken met zijn boek Somatology waarin hij onder andere de gezichten van bekende Nederlanders analyseert. En wat te denken van onze eigen universiteit? Het vriendelijke en betrouwbare gezicht van onze rector magnificus straalde mij tegemoet vanaf een groot spandoek toen ik onlangs tijdens een voorlichtingsdag over de campus liep. Een gezicht zegt meer dan 1000 woorden? Er is een hoop te zeggen voor het idee achter fysiognomie. Natuurlijk zijn gezichten heel informatief. We hoeven een gezicht maar heel kort te zien om in een flits iemands identiteit en belangrijke kenmerken als leeftijd, geslacht en etniciteit te kunnen vaststellen. Ons visuele systeem is bijzonder goed uitgerust voor het waarnemen van gezichten. Dat is het geval van jongs af aan. Enkele minuten na de geboorte kijken baby's al langer naar een afbeelding die op een

2 gezicht lijkt dan naar afbeeldingen die hier niet op lijken. Baby s van drie maanden oud lijken het gezicht van de moeder te kunnen onderscheiden van andere gezichten. Slechts enkele jaren later zijn we in staat om feilloos honderden gezichten van elkaar te onderscheiden en te identificeren. Een knap staaltje werk als u bedenkt hoeveel verschillende uitdrukkingen een gezicht kan aannemen. Er is iets speciaals aan de hand met het kijken naar gezichten en dit gaat verder dan het waarnemen van specifieke kenmerken zoals de grootte van de neus, ogen, oren of lippen. Naast relatief statische kenmerken als leeftijd, geslacht en etniciteit weten we uit het gezicht van een ander veel dynamische informatie te halen. Zo geeft de kijkrichting van de ogen aan waar iemand zijn of haar aandacht op richt. Naast kijkrichting spreken gelaatsuitdrukkingen veelal boekdelen. Het beroemde onderzoek van Paul Ekman heeft laten zien dat mensen met gemak zeven basisemoties herkennen op grond van gelaatsuitdrukkingen: angst, boosheid, blijdschap, walging, verdriet, verbazing en minachting. U zou moeiteloos deze basisemoties moeten herkennen in Figuur 1. Hoewel sommige kenmerken specifiek zijn voor bepaalde emoties, geldt dat het in de meeste gevallen gaat om de integratie van verschillende kenmerken om een emotie te kunnen herkennen. Figuur 1. De zeven basisemoties en een neutrale gezichtsuitdrukking Geslacht, leeftijd, etniciteit, kijkrichting en emoties, we kunnen het allemaal in een split second afleiden van een gezicht. Hierbij lijken we niet zozeer op specifieke afzonderlijke kenmerken te letten, zoals de neus van Darwin, maar juist het gezicht als geheel te verwerken. Hoe zit het dan met persoonlijkheidseigenschappen? We hebben al gezien dat deze zich niet zozeer uiten in specifieke kenmerken als de vorm van de neus. Echter, wat als we het gezicht als geheel bekijken zonder ons te richten op een specifiek onderdeel? We weten uit onderzoek dat mensen al snel geneigd zijn om conclusies te trekken over iemands persoonlijkheid op grond van zijn of haar gezicht. Onderzoek van Alexander Todorov waarin proefpersonen gedurende zeer korte tijd gezichten kregen aangeboden heeft laten zien dat we slechts 100 milliseconden nodig hebben om bijvoorbeeld de betrouwbaarheid van een gezicht in te schatten. Of een gezicht nu gedurende 100, 500, of 1000 milliseconden op een computerscherm werd aangeboden, het betrouwbaarheidsoordeel was steeds vrijwel gelijk aan een beoordeling zonder tijdslimiet. Naarmate proefpersonen een gezicht langer te zien kregen werden ze zekerder over hun oordeel, maar de inschatting van iemands betrouwbaarheid op grond van zijn of haar gezicht lijken we al na 100 milliseconden paraat te hebben. Alles wijst erop dat dit een automatisch proces is. Of we het willen of niet, op grond van het gezicht van een ander komen we razendsnel tot een eerste betrouwbaarheidsinschatting. Soortgelijke effecten zijn gevonden voor oordelen over bijvoorbeeld hoe aardig, competent en agressief een persoon is. Impressies op grond van iemands gelaat lijken een grote impact te hebben op de beslissingen die mensen nemen. Opmerkelijk onderzoek van dezelfde Alexander Todorov op grond van lokale verkiezingen in Amerika heeft laten zien dat het gezicht van een kandidaat een belangrijke rol kan spelen bij politiek stemgedrag. Deelnemers aan het onderzoek

3 kregen gedurende slechts één seconde twee campagnefoto's te zien. Eentje van een winnaar en eentje van een nietwinnaar van een eerder gehouden lokale verkiezing. Van belang hierbij is dat de deelnemers deze lokale kandidaten en de uitslag van die specifieke verkiezing niet kenden. De deelnemers werd gevraagd om aan te geven wie van deze twee personen ze het meest competent vonden op basis van die ene seconde die ze gekregen hadden om naar de twee campagnefoto's te kijken. Het opmerkelijke resultaat was dat in bijna 70% van de gevallen het gezicht dat binnen één seconde de meest competente indruk op de deelnemers maakte het gezicht was van de winnaar van de betreffende lokale verkiezing. Hoe competent iemand eruitziet lijkt te voorspellen of iemand politieke verkiezingen wint of niet. Zo ook is uit onderzoek gebleken dat de mate waarin gezichten van militairen als dominant ervaren worden voorspelt wat de rang van een militair is. En, recentelijk is gevonden dat de mate waarin gezichten van directeuren gezien worden als machtig voorspelt hoeveel winst hun bedrijf maakt. Het moge duidelijk zijn dat iemands gezicht een invloedrijke rol kan spelen in het dagelijks leven. Politici met competente gezichten hebben een grotere kans gekozen te worden, militairen met dominante gezichten krijgen een hogere rang, en directeuren met een machtig gezicht verdienen meer geld. Dit suggereert dat deze mensen ook daadwerkelijk competent, dominant, of machtig zijn. Dit is echter maar de vraag. Het kan immers ook zo zijn dat hier sprake is van een zogenaamde self fulfilling prophecy. Omdat Jan een dominant gezicht heeft gaan anderen zich hiernaar gedragen. Ze zijn eerder geneigd om orders van Jan op te volgen dan van babyface Piet. Dit beïnvloedt vervolgens het gedrag van Jan die zich steeds zekerder gaat voelen als leidinggevende en daarmee ook daadwerkelijk dominanter wordt. Maar, hoe accuraat zijn onze inschattingen van persoonlijkheid op grond van een gezicht eigenlijk? Een veel gebruikte opzet om dit te onderzoeken is dat bij een groep mensen niet alleen een foto van het gezicht wordt gemaakt, maar ook een batterij aan persoonlijkheidstesten wordt afgenomen. De Big Five persoonlijkheidstest is hierbij favoriet. Deze test meet vijf persoonlijkheidsdimensies: extraversie, zorgvuldigheid, inschikkelijkheid, emotionele stabiliteit, en openheid. Vervolgens krijgen proefpersonen die deze mensen niet kennen, de vraag om op grond van alleen de foto's de persoonlijkheidsvragenlijsten in te vullen. Wat voor persoonlijkheid denken ze dat de persoon op de foto heeft? Nu kunnen de scores van deze waarnemers vergeleken worden met de feitelijke persoonlijkheidsscores van de eigenaren van de gezichten. Wat wordt er gevonden? Ten eerste blijken proefpersonen het onderling erg eens te zijn over welke eigenschappen op welk gezicht van toepassing zijn. Een gezicht dat door de ene waarnemer inschikkelijk gevonden wordt, wordt dat door de andere ook. Maar hoe accuraat zijn deze inschattingen? De opvattingen onder onderzoekers lijken hierover verdeeld te zijn. In sommige gevallen worden accurate inschattingen voor de ene eigenschap gevonden, in andere gevallen weer voor de andere eigenschap en soms wordt er helemaal geen relatie gevonden. Over het algemeen worden zwakke relaties tussen de scores van de waarnemers en de geobserveerden gevonden. Als er één Big Five dimensie is waarbij in meerdere onderzoeken sprake lijkt te zijn van een consistente relatie dan is het extraversie. Daarnaast lijkt ook dominantie redelijk accuraat ingeschat te kunnen worden op grond van alleen een gezicht. Op individueel niveau lijkt er aldus voor enkele eigenschappen sprake te zijn van een relatie tussen iemands persoonlijkheid en zijn of haar gezicht. Blijft de vraag wat deze relatie veroorzaakt. Ten eerste kan er daadwerkelijk sprake zijn van een biologische relatie tussen gezichtskenmerken en bepaalde eigenschappen. Hoewel intelligentie over het algemeen niet goed van een gezicht kan worden afgelezen is het wel zo dat bijvoorbeeld het syndroom van Down in veel gevallen duidelijk zichtbaar is. Een ander voorbeeld is de invloed van testosteron op de ontwikkeling van het gezicht. Een hoog testosteron gehalte hangt bij mannen samen met meer mannelijke gezichtskenmerken en met dominant gedrag. Dit kan de link tussen deze gezichtskenmerken en dominantie-inschattingen verklaren. Een tweede verklaring is dat gezichten zich gedurende het leven vormen naar iemands karakter. Zo zal iemand die veelvuldig lacht na vele jaren een andere mond krijgen dan iemand die continu verdrietig is en kijkt. In lijn met deze verklaring blijken we op grond van een foto persoonlijkheid accurater af te lezen van oudere gezichten dan van jongere gezichten. Zo ook is gevonden dat de gezichten van oudere echtparen meer op elkaar lijken dan de gezichten van pas getrouwde stellen. Het idee is dat we elkaars gelaatsexpressies vaak imiteren. Als we dat gedurende bijna een mensenleven doen met het gezicht van onze partner gaat ons eigen gezicht langzamerhand meer op dat van onze partner lijken. Last but not least

4 is er de eerder genoemde self fulfilling prophecy verklaring. Omdat mensen in onze omgeving met ons omgaan op een wijze die overeenkomt met ons uiterlijk gaan wij ons hier uiteindelijk ook naar gedragen. Samenvattend, het bewijs voor de accuraatheid van de oordelen die we op grond van individuele gezichten vellen is gemengd. Met name voor de eigenschap extraversie is redelijk wat bewijs dat we deze tot op zekere hoogte kunnen aflezen van iemands gezicht. Voor veel andere eigenschappen is er geen bewijs dat we deze van iemands gezicht kunnen aflezen. Dit staat in schril contrast tot de mate waarin we automatisch geneigd zijn om persoonlijkheidseigenschappen van de gezichten van mensen om ons heen af te leiden. Als de snelle oordelen die we op grond van iemands gezicht maken maar in beperkte mate gerelateerd zijn aan hoe iemand daadwerkelijk is, waar komen ze dan vandaan? Een interessante hypothese is dat deze oordelen deels meer zeggen over de waarnemer dan over degene die waargenomen wordt. Wanneer wij naar het gezicht van een ander kijken doen wij dit niet onbevooroordeeld. We kijken immers niet alleen met onze ogen, we kijken vooral ook met ons brein en daarbij spelen eerdere ervaringen en opgedane kennis een grote rol. Met een groep onderzoekers doen we aan de Radboud Universiteit sinds een aantal jaar onderzoek naar de invloed van vooroordelen en stereotypen van waarnemers op het waarnemen en verwerken van gezichten en gezichtsuitdrukkingen. Twee lijnen van onderzoek licht ik er hier uit. Onderzoek in samenwerking met Gijs Bijlstra en Rob Holland richt zich op de vraag of, en in hoeverre het herkennen van een emotie op een gezicht beïnvloed wordt door de stereotype denkbeelden van de waarnemer. In deze lijn van onderzoek krijgen proefpersonen steeds een gezicht te zien waarvoor ze zo snel mogelijk moeten aangeven of dit gezicht bijvoorbeeld boos of verdrietig kijkt (zie Figuur 2). De gezichten die we hiervoor gebruiken zijn niet zomaar gezichten. De afgelopen periode hebben we voor ons onderzoek naar gezichten met een groep onderzoekers (gecoördineerd door Oliver Langner) hard gewerkt aan een set foto s van gezichten die we de Radboud Faces Database noemen. In deze database zitten meer dan 8000 foto s van 67 personen die onder gecontroleerde omstandigheden verschillende emoties laten zien. Hierbij is veel aandacht besteed aan het uiten van deze emoties. We hebben volgens de eisen van Paul Ekman s internationaal erkende Facial Action Coding System (FACS), met de hulp van twee gecertificeerde FACS specialisten alle modellen zo geïnstrueerd dat ze voor elke emotie steeds precies de juiste gezichtsuitdrukking lieten zien. Bovendien zijn alle foto s gevalideerd door een onafhankelijke groep proefpersonen. Aan de gebruikte gezichten zal het dus niet liggen. Figuur 2. Twee boze gezichten uit de Radboud Faces Database Terug naar ons onderzoek. De taak die we de proefpersonen gaven om zo snel mogelijk de geuite emoties te identificeren was een makkelijke. Elk gezicht heeft duidelijk een boze of verdrietige uitdrukking. De proefpersonen maakten dan ook weinig fouten. Waar wij in geïnteresseerd waren is de snelheid waarmee proefpersonen hun antwoord gaven. Is het zo dat proefpersonen eerder boosheid herkennen op een mannengezicht en verdriet op een vrouwengezicht? We weten uit eerder onderzoek dat de emotie verdriet sterker geassocieerd is met vrouwen dan met mannen, terwijl voor de emotie boosheid het omgekeerde geldt. Deze stereotype associaties in het hoofd van een

5 waarnemer blijken inderdaad de snelheid van het herkennen van gezichtsuitdrukkingen te beïnvloeden. We vonden dat proefpersonen op vrouwelijke gezichten verdriet sneller herkenden dan boosheid. Voor mannelijke gezichten vonden we precies het omgekeerde: Boosheid werd sneller herkend dan verdriet. Dit onderzoek suggereert dat we sneller boze mannen en verdrietige vrouwen zien dan dat we verdrietige mannen en boze vrouwen herkennen. Op deze wijze bevestigen we als waarnemers keer op keer onze eigen sekse-stereotypen. De associaties die een waarnemer heeft met bepaalde sociale categorieën kunnen aldus het waarnemen van gezichtsuitdrukkingen beïnvloeden. Onderzoek in samenwerking met Ron Dotsch en Ad van Knippenberg richt zich op een gerelateerde vraag. Heeft iemand die hoog bevooroordeeld is ten opzichte van een bepaalde groep een negatiever beeld van hoe groepsleden eruitzien dan een laag bevoordeeld persoon? Er is in dit onderzoek sprake van hoge bevooroordeeldheid wanneer iemand relatief sterke, negatieve denkbeelden over een groep heeft. In ons onderzoek richten we ons in dit verband met name op vooroordelen over Nederlandse Marokkanen. Helaas, een op dit moment sterk gestigmatiseerde groep. Om onze hypothese te toetsen hebben we een bijzondere taak ontwikkeld. Proefpersonen kregen op een computerscherm vele malen twee plaatjes naast elkaar aangeboden (zie Figuur 3). Deze plaatjes bestaan uit een basisgezicht met daaroverheen ruis geprojecteerd. Het bijzondere is dat het gezicht dat onder de ruis zit elke keer hetzelfde mannelijke gezicht is. Wat verschilt is de ruis. Hierdoor wordt het basisgezicht in het linkerplaatje op een iets andere wijze vertekend dan in het rechterplaatje. Figuur 3. Links het basisgezicht + ruis, rechts het basisgezicht - ruis De opdracht die proefpersonen kregen was om aan te geven welke van de twee korrelige afbeeldingen ze het meest Marokkaans eruit vonden zien. Op deze wijze kregen de proefpersoon honderden malen hetzelfde basisgezicht aangeboden met steeds andere ruispatronen eroverheen geprojecteerd. De truc is nu dat we alle ruispatronen waarbij een proefpersoon aangeeft dat het onderliggende gezicht Marokkaans lijkt bij elkaar op kunnen tellen. Deze optelsom van ruis kunnen we vervolgens over het basisgezicht heen leggen. Het resultaat is dat het basisgezicht vertekend wordt op een wijze waarvan de proefpersonen aangegeven hebben dat deze het gezicht meer Marokkaans maakt. In Figuur 4 staat de resulterende afbeelding weergegeven. Ernaast staat een afbeelding die op precies dezelfde manier tot stand is gekomen, gebruikmakend van hetzelfde basisgezicht, maar hier werd de proefpersonen gevraagd om steeds aan te geven welk van de twee korrelige gezichten ze er meer Chinees uit vonden zien. De verschillen met het Marokkaanse gezicht zijn duidelijk waarneembaar.

6 Figuur 4. Links het resulterende Marokkaanse gezicht, rechts het Chinese gezicht Vervolgonderzoek heeft laten zien dat het type Marokkaans gezicht dat resulteert uit deze taak afhankelijk is van hoe bevooroordeeld de maker is ten opzicht van Marokkanen. In lijn met de populistische gedachte dat Marokkanen crimineel zouden zijn, vonden we dat hoe meer bevooroordeeld de proefpersoon was, hoe crimineler het resulterende Marokkaanse gezicht eruit zag. Vervolgens hebben we onderzocht of het omgekeerde ook het geval is. Is het zo dat criminele gezichten door zeer bevooroordeelden eerder als Marokkaans worden gezien dan door minder bevooroordeelden? Om deze vraag te beantwoorden hebben we de ruistaak nogmaals gebruikt, ditmaal om vast te stellen wat proefpersonen een crimineel gezicht vonden. Door de criminele en Marokkaanse ruis te combineren konden we criminele Marokkaanse gezichten maken. Voor de duidelijkheid, het gaat hier om het beeld dat onze proefpersonen hebben van hoe een Marokkaans of crimineel gezicht eruitziet. De Marokkaanse gezichten uit de vorige studie en de nieuwe crimineel-marokkaanse afbeeldingen hebben we door elkaar gehusseld en één voor één aan een nieuwe groep proefpersonen laten zien. Deze proefpersonen werd gevraagd om voor elke afbeelding aan te geven of ze dachten dat het een Marokkaans gezicht was of niet. Aangezien alle gezichten Marokkaans leken zullen de proefpersonen geprobeerd hebben om de meest Marokkaanse gezichten eruit te halen. Uit de resultaten bleek dat proefpersonen geneigd waren om een relatief groot deel van de crimineel-marokkaanse gezichten als Marokkaans te categoriseren in vergelijking met de Marokkaanse gezichten waaraan geen criminaliteit was toegevoegd. Bovendien was dit effect sterker voor meer bevooroordeelde proefpersonen. Met name mensen met negatieve associaties ten opzichte van Marokkanen waren geneigd om een gezicht waaraan criminaliteit is toegevoegd als Marokkaans te zien. Op deze wijze houden bevooroordeelde waarnemers het negatieve beeld dat ze van Marokkanen hebben zelf in stand. Zij zijn geneigd om met name criminele gezichten als Marokkaans te categoriseren en daarmee bevestigen ze hun eigen vooroordelen. Deze diesrede begon met twee vragen: Wat zegt een gezicht over de geobserveerde en wat over de waarnemer? Wetenschappelijk onderzoek naar de accuraatheid van het lezen van gezichten laat zien dat deze accuraatheid een hoop te wensen overlaat. Het lezen van gezichten zegt misschien wel meer over de waarnemer dan over de geobserveerde. We kijken niet alleen met onze ogen naar anderen, we doen dit vooral ook met ons bevooroordeelde brein. Vandaar dat onze inschattingen van anderen deels meer zeggen over onszelf dan over de ander. Ook de Radboud Universiteit wordt bevolkt door veel verschillende gezichten. Naar ik mag hopen zal deze diversiteit als gevolg van de verdere internationalisering de komende jaren alleen maar toenemen. Ik ben er trots op te werken aan een universiteit die in haar strategisch plan expliciet stelt dat buitenlandse medewerkers en studenten gastvrij ontvangen moeten worden op de universiteit zodat zij zich welkom voelen. Ik hoop dat ze zich na de landelijke verkiezingen op 9 juni ook buiten de universitaire campus welkom zullen blijven voelen. Aan hun gezicht zal het niet liggen. Aan de vooroordelen van de rest van Nederland hopelijk ook niet. Ik heb gezegd.

7 Geraadpleegde literatuur Bijlstra, G., Holland R. W., & Wigboldus, D. H. J. (2010). The social face of emotion recognition: Evaluations versus stereotypes. Journal of Experimental Social Psychology, 46, 657-663. Dotsch, R., Wigboldus, D. H. J., Langner, O., & Van Knippenberg, A. (2008). Ethnic faces are biased in the prejudiced mind. Psychological Science, 19, 978-980. Gleitman, H., Reisberg, D., & Gross, J. (2007). Psychology (seventh edition). London: Norton. Hassin, R., & Trope, Y. (2000). Facing faces: Studies on the cognitive aspects of physiognomy. Journal of Personality and Social Psychology, 78, 837-852. Langner, O., Dotsch, R., Bijlstra, G., Wigboldus, D. H. J., Hawk, S, T., & van Knippenberg, A. (in press). Presentation and validation of the Radboud Faces Database. Cognition and Emotion. Macrae, C. N. & Quadflieg, S. (2010). Perceiving people. In D. T. Gilbert, S. T. Fiske, & G. Lindzey (Eds.), The handbook op social psychology (5th ed., pp. 428-463). New York: McGraw-Hill. Penton-Voak, I. S., Pound, N., Little, A. C., Perrett, D. I. (2006). Personality judgments from natural and composite facial images: More evidence for a kernal of truth in social perception. Social Cognition, 24, 607-640. Olivola, C. Y., & Todorov, A. (2010). Fooled by first impressions? Reexamining the diagnostic value of appearance-based inferences. Journal of Experimental Social Psychology, 46, 315-324. Todorov, A., Mandisodza, A. N., Goren, A., & Hall, C. C. (2005). Inferences of competence from faces predict election outcomes. Science, 308, 1623-1626. Willis, J., & Todorov, A. (2006). First impressions: Making up your mind after a 100-ms exposure to a face. Psychological Science, 17, 592-598. Zebrowitz, L. A., (1996). Physical appearance as a basis of stereotyping. In. M. H. N. McRea & C. Stangor (Eds.), Foundations of stereotypes and stereotyping (pp. 79-120). New York: Guilford Press. Zebrowitz, L. A. (2006). Finally, faces find favor. Social Cognition, 24, 657-701.